rrfJÈOü De strijd om de pers in Duitschland MAANDAG 7 MEI 1934 DERDE BLAD PAG. Q De eenvormigheid van het dagbladwezen - verdwijnen van de Deutsche Tageszeitung Het (Van onzen Duitschen correspondent) De historisclie uitspraak van Frederik den Groote: „In meinem Reich kann jeder mach seiner Fa<;on selig werden!" schijnt haar beteekenis, althans voor Duitschland, over leefd te hebben. Zij karakteriseerde de toen malige verhouding tusschen kerk en staat, maar zou stellig evenzeer voor de pers van •gelding geweest zijn, wanneer de krant reeds een vooraanstaande plaats in het volks leven had ingenomen. 1-Iet nationaal-socialistische regeeringssy- .steem huldigt, andere opvattingen, propa geert de absolute macht van den staat op elk gebied, dus ook op dat van de publica tie. De opvatting der Wilhelmstrasse kan saamgevat worden in de leuze: wie niet vóór ons is, die is tegen ons! Men is begonnen met de liquidatie der par tijen en heeft hierdoor het historische woord van Duitschland s laatsten Hohenzollejn- keizer, Wilhelm II bij het uitbreken van den oorlog op het balkon van zijn paleis te Berlijn gesproken, metterdaad bevestigd: „Ik ken geen partijen meer, ik ken alleen nog maai' Duitschers!" Veel minder gemakkelijk is het gebleken ook de kerk, de katholieke en de evangeli sche, aan dit systeem der gelijkschakeling te onderwerpen. Het was een strategische zet van Adolf Hitler, dat hij zich officieel .hiermee niet inlaat, want mochten straks de ■tienduizenden, die voor een gelijkschakeling van kerk en staat niets voelen, de overhana behouden, dan zou zulks als een gevoelige nederlaag van het tegenwoordige bewind bin nen en nog meer buiten Duitschland ge voeld worden. Merkwaardig genoeg is de eenmaal zoo strijdlustige Duitsche pers .zoodra zij de so nore stem van dr. Joseph Goebbels vernam, -als n' slak in baar huisje gekropen. Het tij delijk of definitief verbod van de weinige dagbladen, welke zich tegen deze dictatuur verzetten, heeft tot deze jammerlijke hou .ding ongetwijfeld veel bijgedragen; het werd •een kwestie van zijn of niet-zijn; men we-' eenvoudig voor de vraag gesteld: moet wij een paar honderd menschen zoo ma op straat zetten of zullen wij naar de harde eischen •wind? Het dreigement: „Willst du nicht mem Bruder sein, schlag' ich dir den Schadel ein!" heeft ertoe geleid, dat de gezamenlijke Duitsche pers er gehoorzaam naar streeft, aan de verwachtingen der rijksregeering te voldoen. Koopt men willekeurig een tiental Duitsche dagbladen, dan valt vreemdeling moeilijk, een typeert schil vast, te stellen. Zij bevatten allen de copie, welke haar redacteuren minstens eenmaal per dag op het propaganda-ministe rie in ontvangst nemen, brengen hiertoe weinig of geen commentaar en onderschei den zich hoogstens nog door een niet zeer omvangrijke buitenlandsche correspondentie welke een weinig zeggenden, neutralen geest ademt. Het ligt in den aard der zaak, dat deze eenvormigheid op het dagbladbedrijf in liet - Derde Rijk een noodlottigen invloed uit oefent. Kranten verdwijnen als sneeuw vo< de zon en geen sterveling waagt het, hu voor een ander orgaanin omloop te-bren gen. Met een gevoel van ontzetting moet. ik vaststellen, dat een door mij ruim een jaar geleden bij wijze van scherts bedoelde zins wending historische beteekenis heeft gekre gen: De dag zal aanbreken, waarop men in het nationaal socialistische Duitschland ai leen nog maar de „Völkische Beobachter en de „Angriff" leestj Wanneer mij op den man af gevraagd wordt, hoe dat mogelijk is, dan moet. ik uiterst voorzichtig zijn met mijn antwoord, wil ik mijzelf niet in mijn vingers snijden. Toch wil ik mij van deze ook voor ons ne telige kwestie niet afmaken met het niets zeggende antwoord: „In den nationaal-socia listfschen staat is alleen nog maar plaats voor nationaal-socialistische organen". Wanneer dr. Goebbels te kennen geeft, dat er in het tegenwoordige Duitschland geen plaats meer over is voor katholieke kranten, dan durf ik het. aan, de juistheid van deze zienswijze in twijfel te trekken. Ir ga nog een stap 0 betreur het, dat de in'*Duitschland helaas nooit erg be langrijke protestantsche pers juist de on dernemende „Tagliche Rundschau' als een der eerste Berlijnsche dagbladen ver boden werd. Zoolang de verhouding tusschen kerk en staat nog niet tot. een \oor beide partijen bevredigende oplossing is gebracht, spreekt het voor mij vanzelf, dat het ka tholieke zoowel als het protestantsche deel der bevolking er waarde aan hecht, een krant te lezen, welke zijn geloofsbelangen behartigt en verdedigt. De wijze, waarop ker kelijke aangelegenheden in de „Völkische Beobachter" behandeld of zelfs doodgezwe gen worden, overtuigt mij allerminst van de absolute overbodigheid der „Germania" of Kölnische Volkszeitung" Overmaat van ijver heeft in de perswereld een toestand teweeggebracht, welke op den duur onhoudbaar zal blijken. De gebeurte nissen der laatste weken speciaal het tij delijk venbod van meerdere katholieke or-, ganen in Westfalen schijnt zelfs in na tionaal socialistische kringen ongerustheid 'zaakt te hebben. Zoo'lees ik'tot mijn niet geringe bevreemding in de nationaal so cialistische „Rhein Front" welke in Neustadt ..d. Hdt. wordt uitgegeven, een hoofdartikel 'ver, de crisis in het dagbladbedrijf met de olgendo zinswending: „Eerlijkheid en po litiek dwingen ons tot meedoogenlooze zeif- •iti.ek. Laat ons derhalve openlijk vragen: )e ziet het er op het oogenblik met de nationaal socialistische pers uit? Moet hier iet dezelfde gelijkvormigheid betreurd ■orden, welke men overal vindt? Hoeveel dagbladen hebben hun oorspronkelijk strijd karakter verloren! Spiegelen zich ook hier niet de moeilijkheden duidelijk af het oplage-cijfer? Komen wij niet vaak de ontdekking, dat nationaal socia listische lezers tot burgerlijke organen te- rugkcercn, omdat onze vroegere organen hun kaalctcr verloren hebben?" Ziedaar het onomwonden oordeel van een nationaal-socialistische journalist over den toestand waarin zich de nationaal socialis tische pers op het oogenblik bevindt! Hij had er nog aan toe kunnen voegen: slechts die metterdaad bewijzen, dat zij iets beter kunnen, hebben het recht, anderen tot toezien te veroordeel en! Als typeerend voorbeeld van den toestand, e in het Duitsche dagbladbedrijf thans heerscht, noemen wij het bericht, dat de „Deutsche Tageszeitung" met deze maand zal ophouden te verschijnen. Zij volgt dus •bèeld van de eens zoo belangrijk „Vossische Zeitung" welke de vorige maand op sympathieke wijze van ons afscheid nam en deelt het lot van de „Berliner Bórsen- Courier" die onlangs in de „Berliner Borsen- Zeitung" is opgegaan. Deze eenmaal veelgelezen „Deutsche Ta geszeitung" was het voortbrengsel van een langdurigen strijd tusschen stad en land, tusschen agrariërs en industrieel en, zij da teert uit den bloeitijd, welk na den voor Duitschland gunstig verloope.n oorlog met Frankrijk van 1870-71 begon. Het plattela de hoeren boeren voelden zich verongelijkt belegden omstreeks 1S96 een vergadering Achter-Pommeren, welke tot. de oprichting an een „Bund der Landwirte" den stoot ;af. De conservatieve partijen, welke tot dus- er in den rijksdag en het" „Herrenhaus' de belangen der Pommersche en Oost-El bi sche jonkers hadden behartigd, voldeden allang niet meer aan de verwachtingen vau het platteland en von Heydobrand, de ener gieke leider der conservatieve partij, ge noot niet langer het vertrouwen der Prui sische jonkers. Hun oppositie leidde tot de litga.ve van een eigen orgaan, de „Deut- cbe Tageszeitung". Wie Duitschland van óór den oorlog kent, die zal wellicht nog weten, hoeveel opschudding de vergadering dezer ontevreden landjonkers in Circus Busc.h teweeg brachten. Graaf von Revent- low fungeerde toen als hoofdredacteur der „Deutsche Tageszeitung" en wij kennen hem als een fanatiek tegenstander van de mocratische en socialistische opvattingen. Met de republiek van 1918 onder het be wind van den sociaal democratischen pre sident Fritz Ebert brak voor de Pruisische landjonkers een moeilijke tijd aan, hun or ganisatie werd omgedoopt tot een „Rijks laiylbond" en kwam onder democratische leiding te staan. De arrogante jonkheeeren moesten plaats maken voor den eenvoudjgen boer en graaf von Reventlow gaf het re dactioneel beleid van zijn orgaan over aan den Duitsch-nationalen rijksdagafgëvaardig de professor Hoetsch. Ondanks de ongun stige tijdsomstandigheden bleef de „Deut sche Tageszeitung" voortbestaan en dit op vallend eigen karakter wilde zij ook in het Derde Rijk handhaven. Zij was een der wei nige organen, waar men ciog wel eens een persoonlijke meening in 't redactioneel be leid kon bespeuren. Wij weten uit de voordracht van Röhm, welke kortelings voor de buitenlandsche pers in het propaganda-ministerie in aanwezig beid van prins August Wilhelm werd ge houden, dat. de tegenwoordige overheid voor traditie weinig over heeft. Contraversen met de Wilhelmstrasse schijnen dan ook de die pere oorzaak van het verdwijnen der „Deut sche Tageszeitung" te zijn. Hiermede verdwijnt de zooveelste lezens waardige krant met eigen traditie en wij vragen ons af: waar moet 't op uit, wanneer dit zoo verder gaat? Is men in regeerings- kringen werkelijk de meening toegedaan, dat de „Völkische Beobachter" met zijn zeer eenzijdigen inhoud bij machte is, de ele leemten aan te vullen, welke door het erdvvijnen van waardevolle dagbladen over- 1 in Duitschland zijn ontstaan?? K.L.M.-BUS DEN HAAG-WAALHAVEN De fraaie autobus van de KLM., die in het vervol/j den dienst Den Ilaaq—Waalhaven zal onderhouden. werkgevers wenschen, met het oog op de slechte inkomsten van hot bedrijf, niet af te wijken van de door B. en W. goedge keurde regeling, inzake de arbeidsvoorwaar den, waarbij de chauffeurs 20 pet. van het opgereden bedrag uitbetaald krijgen, met 'n grondtoon van negen gulden. I-Iet voorstel van den Rijksbemiddelaar, die van liet standpunt van beide partijen heeft kennis genomen, strekte er toe, oen proef te nemen voor den tijcl van drie maanden met ver hooging van het percentage van het opge reden bedrag tot 25 pet. Wij v ernemen verder dat bij de verschil lende chauffeursorganisaties geen volledige eensgezindheid bestaat omtrent de te nemen maatregelen. Met dat al wordt het niet on waarschijnlijk geacht, dat een staking in het taxibedrijf zal uitbreken. huishoudelijke 6.2G: de w comtributi 8666.05. De b£ .n 1937.78; .9.876-18. De 1223; de uit! Uit het Sociale Leven HET CONFLICT IN HET TAXI-BEDRIJF TE AMSTERDAM Naar wij vernemen hebben de gezamen lijke ondernemers in het stationneerend taxibedrijf te Amsterdam het voorstel van den Rijksbemiddelaar, hetwelk beoogde, een vergelijk tot stand te brengen tusschen de v'verkgevers en werknemers inzake het drei gend conflict, van de hand gewezen. Do CHRISTELIJKE ORGANISATIES VAN OVERHEIDSPERSONEEL Door een commissie is rapport uitgebracht ver de mogelijkheid va-n nauwer contac imenwerking tusschen de bij het C.N.V. dergelijke fal 'elfabri let'd'u" dvi n-lagei >rd. De beiders hebbe besprekingen gehouden. Tot overeenstemmitr kwam men niet, zoodat een loonco.nflict dreig NED. VEREEN. VAN CHR. TECHNICI P PErPn 'fen B q1 wordt 2rtGMef rehouder .an gen. Behs.lv Clu\ Soc. billende ijzig'd D. t C. N. V. loosheid uitlcei lok bjj gedeeltelijke i verstrekken. stelL wijziging vai UIT DE ANT1REV. PARTIJ ZWOLLE. In „Eigen Gebouw" werd eei gadering gehouden van den kring „Zvvolle- Kampen" van A.-R. propagandaclubs onder leiding van den voorzitter, den heer A. den Berg, die op de gebruikelijke wijze ROFFELRIJMEN. Verachtelijk geschrijf Alg. Handels! reroordeelen en 't aan zijn inzichten wijten, dat Jnclië thans zoo diep i. ie malalse-poel is gezonken, ter wijl b,v. de Engelsche kolonlö; reeds in 1932 een ttldperlc va Onze overzeesche broeders Uiten in een brief hun spijt Dat Colijn hen niet komt sterken Met zijn tegemooordigheid. Van zijn korte conferentie Hadden zij zoo veel verwacht. Goderkennen ze van harte, Heeft het anders goedgedacht. Uit hun brief blijkt, naast berusting, Diepe verontwaardiging Over de intens brutale Bittere beleediging Onzen grooten Christen-staatsman Door een schrijver aangedaan Die op 't breede liberale Toppuntstandpunt loenscht te staan, 't Jeugdig hoofd van de Redactie Van 't Semarangs Handelsblad, Waarin bovenstaande regels Onder meer zijn neer geklad, 't Is belachelijk bedroevend Als je even verder leest: Zes en dertig centen luclitport JFas al duur genoeg geweest Voor advies van de Regeering Uit de koker van Colijn, Wie ns staathuishoudkundeproeven Telkens een mislukking zijn! Als ons volk wat van de Oost wist Zou Colijn om zijn beleid Zijn veroordeeld! zegt de schrijver In z'n opgeblazenheid, En hij kan zich slechts verblijden Dat Colijn de kans ontgaat Teerekwesties te verscherpen! Hoor! hier schimpt de renegaat Iemand die een blauive maandag In de Oost zit op een kruk, Die een baantje heeft veroverd Met een massa goed geluk, Die een doorgeschoten kleinzoon Van Colijn zou kunnen zijn Als hij vocht met blanke wapens En niet sproeide met venijn! Wat Colijn 'em wel moet knijpen Voor zoo'n knappe groote man Die Zijn kleine Excellentie Met z'n vulpen véllen kan (Nadmk verboden.) LEO LENS. DINSDAG 8 MEI HUIZEN 1875 M. K.R.O. 8.00—9.15 Morgencoocert. 10.00—10.30 Gramofoonmuriek. 10.30—11.00 Muziekuitzending v< opende. De heer R. A. den Ouden hield een re.de over het socialisme, wijst op hetgeen de socialisten wilden en wat zij in andere landen bereikten en hoe zij in ons land steeds tegen stemden wanneer sociale wetten werden be handeld. 1-Iet beeld van de sociaal-democratie is een Janus-kop, waarvan heel de historie van de s.d.a.p. der laatste jaren getuigt. De beginselen van het socialisme staan in menden strijd met de Christelijke grondslagen van ons volk. Op deze rede volgde een drukke bespreking, waarna de vergadering door den voorzitter werd gesloten. De heer den Ouder ging in dankgebed voor. fabrie ken. 11.00—11.30 Gramofoonmuziek. 11 30—12.00 Godsdienstig halfuurtje door Pastoor L. H. Perquin. 12.01 12.15 n.m. Politieberichten. 12.15-2.00 n.m. Onze serie Hollandsche Orkesten. Lunchconcert door het ensemble Albertus van Olst Jr. 2.00—3.00 n.m. Vrouwenuurtje, a. „Nage rechten voor onze kinderen" door mevr. N. Schutte, b. „Voorjaarsmode", door mevr. N. Sluyter Zwart. 3.00—4.00 n.m. Modecursus door mevr. H. Cuppens-Geurs. 3.00 3.30 n.m; Knippen, naaien en hoedenmaken voor beginnenden. 3.30—4 00 n.m.; Opleiding coupeuse-leerares en hoedenmaken voor gevorderden. (22e les) 4.00—4.15 n.m. Verzorging zender. 4.15—4.30 n.m, Gramofoonmuziek. 4.30—5.45 n.m. Zang- en cello-recital door Gusta Scheepmaker, alt en Cor de Wilde, cello. Aan den vleugel: Fred. Boshart. 5.45—6.00 n.m. Gramofoonmuziek. De KRO-boys o.l.v. Piet 6.00-6.40 n.i Lustenhouwer. 6.40—7.00 n.m. Heilker (laatsti 7.00-7.15 n.m 7.15-7.35 n.m. hooglanden Gramofoonmuziek. A.V.R.O. 11.30—12.00 Voortzetting orgelconcert. 12.01—2.15 n.m. Lunchconcert door het Omroeporkest o.l.v. Nico Treep. 2.15—2.30 n.m. Verzorging zender. 2.30—3.00 nm. Vioolrecital door Suze Tak. A. d. vleugel: Egb< 3.00—4.00 de Leeuw—va 4.00-4.15 n.n 4.15—4 30 n.n 4.30-5.00 n.i Jacob Hamel. 5.00-5.30 n.n deren door mi Juli Knipcursus door mevr. Ida i Rees. 25e les. Verzorging zender. Gramofoonmuziek. Radiokinderkoorzang o.l.v. Verhalen oor kleinere kin- Dijk. 1. a. Toen kind was. b. Op de schoolbanken. (Naar gegevens uit de werken over Prinses Juliana van D. Hans en G. J. Lammers). 2. Gelukwenschen voor jarige luistervinkjes (t.m. 8 jaar). V.P.R.O. 5.30 n.m. Bijbelvertellingen voor jonge men schen. 30e voordracht (laatste). Spreker: Ds. B. J. Aris, Amsterdam. A.V.R.O. 6.00—6.30 i m. Gramofoonmuziek. Esperantocursus door P. les). Politieberichten. „Per auto van Padang over en het Tobameer naar Me- dan" door Jhr. Dr. J. C. Mollerus. 7.35—7.45 n.m. Gramofoonmuziek. 7.45—8.30 n.m. De Kro-boys o.l.v. Piet Lustenhouwer. 8.30-8.35 n.m. Vaz Dias. 8.35—8.40 n.m. Gramofoonmuziek. S.40—9.10 n.m. Solistenconcert door orkest o.l.v. J. ran Otterloo. als gast soliste: Louise Wijngaarden, viool. 9 10—9.40 n.m. „Wat gij de minste mijner Broeders". Een Evangelisch spel naar een gelijkenis van Christus door Frans Mil- cinski. Regie: Pierre Balledux. Vertaling en microfoonbewerking Felix Bekkers, op te voeren door: De vereenigde Haagsche spe lers. 9.40—10.20 n.m. Vervolg van het gastcon- cert o.l.v. J. v. Otterloo. 10.20—10.35 n.m. „Het land van Isis". De Nacht der Tranen. Voordracht door Her man v. d. Eerenbeemt. 10.35—10.40 n.m. Vaz Dias. 10.40—11.20 n.m. Orkest o.l.v. J. v. Otter loo (vervolg). 11.20-12.00 n.m HILVERSUM 301.5 M. A.V.R.O. 8.0110.00 Gramofoonmuziek. 10.01 10.15 Morgenwijding. 10.15—10.30 Gramofoonmuziek. 10.3011,00 Orgelconcert door Piet van Egmond Jr. Soliste: Mevr. Mien Stcrnheim. zang. R.V.U. 11.00—11.30 v.m. Slotlczing van den cur- sus „Ziekenverpleging thuis", door Zuster F. Meyboom. R.V.U 6.30—7.00 n.m. Opening van den Radio Volksuniversiteits-Studio met een toespraak van Dr. K. F. Proost. Voorzitter van den Bond van Nederl. Volksuniversiteiten. A.V.R.O. 7.00—7.30 n.m. Snapshots uit de Rudolf Nelson-revue. Proeve van 30 Jaren Scbla- germuziek. Een keur van medewerkenden, begeleid op 2 vleugels door den componist Rudolf Nelson en Mr. Freed. 7.30—8.00 n.m. Engelsche les voor gevor derden door Fred Fry. 25e (laatste) les. 8.01—8.05 n.m. Vaz Dias. 8.05—8.35 n.m. Concert door het Omroep orkest o.l.v. Nico Treep. 8.35—8.55 n.m. Louise Noiret met nieuwe liedjes. 8.55—9.30 n.m. Concert door het Omroep orkest o.l.v. Nico Treep. 9.30—10.00 n.m. Orgelconcert door Pierre Palla. Solisten: Henk Viskil, tenor en Boris Lensky. viool. 10.00—11.00 n.m. Concert door Kovacs Lajos en zijn orkest. 11.00—11.10 n.m. Vaz D:as. 11.10—12.00 n.m. Kovacs Lajos. Dansmm ziek. BUITENLAND 7.20 nun. Praag en Bratislava 470.2 M.: „Die verkaufte Braut", opera vac Smetana. 7.30 nm. Daventry 1500 M.: Weldadig heidsavond in tegenwoordigheid van Z. M. den Koning en H. M. de Koningin van En geland. 7.30 n.m. Hamburg 331.9 M.: „Alexander von Humbokft", de groote Duitsche natuur onderzoeker. (Luisterspel). 7.35 (i m. Dcutschlandsender 1571 M.t Georg Kulenkamoff speelt het vioolconcert in D gr. t. van Beethoven (gr. pl.)8 20 n.m. „Tageszeiten der Liebe", blijspel van Dario Nicodemi, m.m.v. Hermann Thinig. 735 nm. Berlijn 356.7 M.: „Der arme Hein- rich", muziekdrama van Hans Pfitzner o.l.v. den componist. 7.35 n.m. Leipzig 382.2 M.: Smetana-concerï 8.20 n.m. Milaan 368.8 M.: „Mefistofele opera van Boïte. 8.20 n.m. Kalundborg 1261 M.: „Le déluge", oratorium van St.-Saëns. 9.30 n.m. London Regional 342.1 M.: Twee' de bedrijf van Beethoven's „Fidelio", m.m.v. Franz Völkefj' Lotte Lehman, Alexander DE WERELDREIS VAN PIETJE PLUIS EN JANTJE JOPPE door G. Th. ROTMAN 99. Rrrrr! Daar ging de heele jas ris in tweeën, tot aan het kraagje toe! Maar de redding was geslaagd, want de behanger raakte los van de lamp, waarbij hij echter zoo ongelukkig op den ladder terecht kwam, dat deze met de ondereinden plotseling op wipte, waardoor mevrouw Smit en Jantje elk een flinke pats onder tegen hun neus kregen. Dat was dus maar een magere be looning voor hun menschlievendheid. -„0. „En nouvooruit! Verdwijn uit m'n gezichtsveld en laat ik je nooit meer zien!" riep de behanger, toen hij, na een flink standje van mevrouw Smit gekregen te hebben met z'n twee „ervaren" knechten weer bij de voordeur stond. Hoepla! En zo kregen allebei een schop, dat ze regelrecht van het bordes de straat op vlogen. Daar stonden ze dus weer FEUILLETON Eindelijk liad zij rust gevonden! Naar het Engelsch (4 ,.U zit vol iDluisjes van die wollen jas, Moes", antwoordde het dochtertje, die ln- tusschen haar hand als borstel liet dienst doen. „En waar is uw broche?" „Dat heb ik aan Lallie gegeven voor baai- popVooruit, dan zóó maar. Men kan zoo 'n verpleegster .vooral toch niet zoo laten wachten!" Mrs. Hassell was nog één en al verwon dering, foen een lang. slank meisje, opstond bij haar binentreden. Ze had een allerliefst gezichtje; baar eenvoudig uniform deed dit nog des temeer tot zijn recht komen. Zij was toch zeker wel een jaar of vijf en twintig. Haar goudblond haar kwam schitterend uit tegen haar zwart hoedje, met langen, afhan genden sluier, en de witte keelbanden za ten dichtgestrikt. onder een kin die van flink heid getuigde, ofschoon de mond juist weer zoo uiterst vriendelijk was. Onder den langen blauwen mantel kwam een grijs linnen ja ponnetje te voorschijn en zij droeg zwarte handschoenen. Met sympathieke stem begon zij: „In de eerste plaats mag ik wel mijn excu ses maken voor mijn bezoek, Mrs. Hassell. Mijn naam is Lorraine Jeanne Lorraine maar ik word altijd Zuster Jeanne genoemd. Ik heb de laatste maanden Miss de Roseville opgepast. Zij was in Londen ziek geworden en een veertien dagen geleden ben ik met haar hier gekomen. Zij is nu herstellende en heeft mijn hulp niet langer noodig. Ze is zelfs gisteren naar het Vasteland getrokken. Zij meent, dat zij binnen een maand wel zal terug zijn en staat er op, dat ik in dien tijd vaeantic neem op haar kosten. Ik zou graag in deze streek blijven, want het is hier zoo mooi. En als ik nu weer terug ga naar de Inrichting, dan moet ik vast en zeker weer aan het werk. U zult zelter wel denken, wat nu hiermee te maken heeft, maar... ik wilde u vragen, of u mij ook misschien voor een j>aar weken als betalende logé wilde hebben? Miss de Roseville dacht, dat 't u wel mogelijk kon zijn; in het dorp is er an het geheel geen gelegenheid. Ik zou een poncl per week kunnen geven, als dat genoeg was en u zoudt in het geheel geen last van mij hebben." Mrs. Hassell was zóó van streek bij de ge dachte aan een logé op Suttonthorpe, dat zij in het eerst niet spreken kon. Maar een pond per week, dat zou wel goed te pas komen! Wat zou Keith zeggen? Maar het was zoo'n allerliefst persoontje en zij had ihet bijna als een gunst gevraagd. Misschien dat Keith het ook wel goed zou vinden, haar te nemen, om Miss de Roseville ter wille te zijn. Kwam Esmay nu maar eens! „Hoe is u hier gekomen, Miiss Lorraine?" vroeg zij, om tijd te winnen. „Een van de grooms heeft mij naar het station gereden: ik heb mijn koffer daar ge laten en ben door de velden hierheen ge- loopen. Als u mij niet kunt hebben, zal ik zien, dat ik den trein van zessen naar Lon den baal en clan weer naar de Inrichting terug ga. Ik hob geen thuis meer gehad, sinds mijn moeder, nu vijf jaar geleden, ge storven is." „Arm kind! O, ik zou je graag hij mij nemen," riep Mrs. Hassel'l spontaan. „Maar ik moet eerst mijn broer raadplegen. Hij is hier heer en meester, ziet u! Ik doe enkel het huishouden voor hem. Wilt u met ons thee draken? Hij zal hier ook zoo dadelijk komen." Ze dronken thee in de gezellige keuken. Keith was laat; hij kwam pas binnen, toen zij al klaar waren. Zuster Jeanne zat op de groote sofa onder het open venster, waar de potten geraniums en fuchsia's een alleraardigst en achtergrond voor haar vormden. Zij glimlachte even, toen Mrs. Hassell haar voorstelde en er werd niets gezegd, tot Gil haar meenoodde, om zijn konijntjes eens te zien, waardoor hij zijn moeder in de ge legenheid stelde, de tegenwoordigheid van de bezoekster te verklaren. Maar inderdaad waren ze eigenlijk het doel van haar komst vergeten, zóó zeer waren ze ingenomen met haar gezelschap. De jongens vielen elkaar steeds in de rede in hun ijver, om met haar te spreken; Mrs. Hassell en Esmay hadden een gevoel, of ze Zuster Jeanne al lang ken den en Lallie. een zwak verlegen kindje van een jaar of acht, zette haar pop bij de zus ter op schoot en bleef zelve heel vertrou welijk tegen haar aangeleund staan. Keith luisterde met een glimlach, loen zijn zuster hem het verzoek van Miss Lor raine toelichtte. „Hoef je mij eigenlijk mijn meening te vragen?' zei hij lachende. „Dénk je, dat ik niet zie, hoe je er naar verlangt, om haar hier te nemen? Ze schijnt jullie aller hart gestolen te hebben. Maak het maar met Es may uit; ik heb geen stem in dit kapittel!" Maar, ondanks deze bewering, kwam hij heel gauw terug, om Esmay terzijde te vra gen, of zij dacht, dat ze het de logé naar den zin konden maken; en hij was het ook, die er aan dacht, wat ieder ander verge ten had, om dan knecht te zeggen, dat hij den koffer van het station zou halen, als hij de melk er heen bracht. En zóó kwam het. dat in den heerlijken hooitijd, toen alles geurde en kleurde op het lancl, Zuster Jeanne betalende logé werd op Suttonthorpe. wat een totale verandering te weegbracht in althans twee menschenlevens. „Ik vind het niet prettig, om het te moe ten aannvmen", zei Mrs. Hassell, met een blik op het goudstuk in haar hand. „Ik heb een gevoel, of wij veeleer u moesten betalen. U is ons zoo'n heerlijke hulp. Ik zie er ver- schikkeüjk tegenop, als ik denk. dat u gaan zult." „Maar ik ben nog niet weg", zei Zuster Jeanne lachende. „En spreekt u toch niet van dat geld, Mrs. Hassell! Ik kan u nooit mijn schuld afdoen voor al de ondervonden vrien delijkheid!! Ik voel mij hier echt thuis". „Maar u werkt zoo hard; u zit nooit leeg!" „Dat is m ij n manier van gelukkig zijn. Ik ben eenmaal een werkende vrouw en dat ben ik altijd geweest. En, o, u weet niet, boe aardig het is, om steeds afwisseling van be zigheden te hebben. Ik houd van huishoude lijke bezigheden. Ik zou wel den heelcn dag .vruchten kunnen plukken en „Houdt u ook van koken en naaien en de jongens met hun schoolwerk helpen, om ïog niets te zeggen van het' extra druk in de weer zijn op dagen, dat er gekarnd of gewasschen wordt?" Het was Keith, die dit vroeg; hij was zóó ongemerkt binnengekomen, dat ze heiden verschrikt opkeken. „Ja, zekei-", antwoordde zij vol over tuiging. j „Dan valt er niet veel meer te zeggen, behalve dan, dat u de ijverigste vrouw is, die ik ooit gezien heb!" zei hij en verdween weer even gauw, als bij gekomen was. „Is hij boos op mij?" vroeg Zuster Jeanne ontsteld. „Boos? Wel neen!Waarom? Maar hij ziet alles, al geeft hij er niet veel blijk van en hij heeft hij ook wel degelijk gemerkt, hoe ontzelfzuchtig en hulpvaardig u is." „O, praat u toch niet zoo! Ik heb een heerlijken tijd hier gehad, een echt vacantia leven buiten. Maar daarom hoefde ik ook niet den heelen dag te luieren, niet waar? Ik ga nu bijvoorbeeld boonen plukken. Dat heb ik nog nooit gedaan; dus dat wordt dan weer een nieuwe ervaring." Drie weken had Zuster Jeanne nu op Sut tonthorpe doorgebracht en met iederen dag was de goede indruk,, dien zij in het begin had gemaakt, al dieper geworden. Mi;s. Hassell en zij waren zulke goede vriendin nen. dat het eenvoudige huisvrouwtje geen geheim meer voor haar had en ook menige» nuttigen raad of wenk opdeed betreffende de opvoeding van de kinderen. Esmay zag tegen haar op met de vurige bewondering en genegenheid, die men al leen van zulk een jong ding verwachten kan. De jongens wanen dol op haar gezel schap en zelfs Martha, de al wat oude dienstbode, die ronduit verklaard had, dat zij over het geheel niet op pleegzusters ge steld was, moest toch ook toegeven, dat Zuster Jeanne al bijzonder handig en be scheiden was, zoodat de keuken dan ook t^n allen tijde voor haar openstond Er was er maar één, die niet haar stem voegde bij het algemeen koor van lofuit'n- gen en dit was Winnie. Het kwam mis schien veel, doordat zij Miss Lorraine maar zoo weinig meemaakte: ze was enkel do weekeinden thuis van de kostschool; en dan door haar ontevreden natuur. Er was iets jaloersch en achterdochtigs in haai karak ter, dat de anderen geen van allen be zaten. In het eerst was zij zelfs heel on aardig tegen de Zuster en wilde niets weten van al Jeanne's pogingen, om haar voor zich te winnen. „Ik geloof nooit, dat zij pleegzuster is" maakte zij Esmay deelgenoote van haar achterdocht. „Pleegzusters hebben nergens andei's verstand van dan van haar eigen werk, dat heb ik Miss Gore dikwijls hooren zeggen; maar zij kan alles! Ik geloof n!et dat Miss de Roseville haar kent. Waar-ra heeft Moeder niet om inlichtingen gesehro- ven?Wat is haar bedoeling, om hier to komen? Dat zou ik wel eens willen weten! Heeft zij jullie allemaal ingepakt en doen gelooven. dat. zij een engel is?" „Hè, Winnie, je moest je schamen, om er zulke gedachten op na te noudeu! En het is heel ondankbaar van je cok, want hot was nogal van haar eerste week pen- siongeld, dat Moeder jc dat aardige goed heeft gekocht voor de jurk, die Zuster Jeanne zoo mooi gemaakt heeft" (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1934 | | pagina 9