rrfJÈOü
De strijd om de pers in Duitschland
MAANDAG 7 MEI 1934
DERDE BLAD PAG. Q
De eenvormigheid van het dagbladwezen -
verdwijnen van de Deutsche Tageszeitung
Het
(Van onzen Duitschen correspondent)
De historisclie uitspraak van Frederik den
Groote: „In meinem Reich kann jeder mach
seiner Fa<;on selig werden!" schijnt haar
beteekenis, althans voor Duitschland, over
leefd te hebben. Zij karakteriseerde de toen
malige verhouding tusschen kerk en staat,
maar zou stellig evenzeer voor de pers van
•gelding geweest zijn, wanneer de krant
reeds een vooraanstaande plaats in het volks
leven had ingenomen.
1-Iet nationaal-socialistische regeeringssy-
.steem huldigt, andere opvattingen, propa
geert de absolute macht van den staat op
elk gebied, dus ook op dat van de publica
tie. De opvatting der Wilhelmstrasse kan
saamgevat worden in de leuze: wie niet
vóór ons is, die is tegen ons!
Men is begonnen met de liquidatie der par
tijen en heeft hierdoor het historische woord
van Duitschland s laatsten Hohenzollejn-
keizer, Wilhelm II bij het uitbreken van
den oorlog op het balkon van zijn paleis te
Berlijn gesproken, metterdaad bevestigd: „Ik
ken geen partijen meer, ik ken alleen nog
maai' Duitschers!"
Veel minder gemakkelijk is het gebleken
ook de kerk, de katholieke en de evangeli
sche, aan dit systeem der gelijkschakeling
te onderwerpen. Het was een strategische
zet van Adolf Hitler, dat hij zich officieel
.hiermee niet inlaat, want mochten straks de
■tienduizenden, die voor een gelijkschakeling
van kerk en staat niets voelen, de overhana
behouden, dan zou zulks als een gevoelige
nederlaag van het tegenwoordige bewind bin
nen en nog meer buiten Duitschland ge
voeld worden.
Merkwaardig genoeg is de eenmaal zoo
strijdlustige Duitsche pers .zoodra zij de so
nore stem van dr. Joseph Goebbels vernam,
-als n' slak in baar huisje gekropen. Het tij
delijk of definitief verbod van de weinige
dagbladen, welke zich tegen deze dictatuur
verzetten, heeft tot deze jammerlijke hou
.ding ongetwijfeld veel bijgedragen; het werd
•een kwestie van zijn of niet-zijn; men we-'
eenvoudig voor de vraag gesteld: moet
wij een paar honderd menschen zoo ma
op straat zetten of zullen wij
naar de harde eischen
•wind?
Het dreigement: „Willst du nicht mem
Bruder sein, schlag' ich dir den Schadel
ein!" heeft ertoe geleid, dat de gezamenlijke
Duitsche pers er gehoorzaam naar streeft,
aan de verwachtingen der rijksregeering te
voldoen. Koopt men willekeurig een tiental
Duitsche dagbladen, dan valt
vreemdeling moeilijk, een typeert
schil vast, te stellen. Zij bevatten allen de
copie, welke haar redacteuren minstens
eenmaal per dag op het propaganda-ministe
rie in ontvangst nemen, brengen hiertoe
weinig of geen commentaar en onderschei
den zich hoogstens nog door een niet zeer
omvangrijke buitenlandsche correspondentie
welke een weinig zeggenden, neutralen
geest ademt.
Het ligt in den aard der zaak, dat deze
eenvormigheid op het dagbladbedrijf in liet
- Derde Rijk een noodlottigen invloed uit
oefent. Kranten verdwijnen als sneeuw vo<
de zon en geen sterveling waagt het, hu
voor een ander orgaanin omloop te-bren
gen. Met een gevoel van ontzetting moet. ik
vaststellen, dat een door mij ruim een jaar
geleden bij wijze van scherts bedoelde zins
wending historische beteekenis heeft gekre
gen: De dag zal aanbreken, waarop men in
het nationaal socialistische Duitschland ai
leen nog maar de „Völkische Beobachter
en de „Angriff" leestj
Wanneer mij op den man af gevraagd
wordt, hoe dat mogelijk is, dan moet. ik
uiterst voorzichtig zijn met mijn antwoord,
wil ik mijzelf niet in mijn vingers snijden.
Toch wil ik mij van deze ook voor ons ne
telige kwestie niet afmaken met het niets
zeggende antwoord: „In den nationaal-socia
listfschen staat is alleen nog maar plaats
voor nationaal-socialistische organen".
Wanneer dr. Goebbels te kennen geeft,
dat er in het tegenwoordige Duitschland
geen plaats meer over is voor katholieke
kranten, dan durf ik het. aan, de juistheid
van deze zienswijze in twijfel te trekken. Ir
ga nog een stap
0 betreur het, dat
de in'*Duitschland helaas nooit erg be
langrijke protestantsche pers juist de on
dernemende „Tagliche Rundschau' als
een der eerste Berlijnsche dagbladen ver
boden werd. Zoolang de verhouding tusschen
kerk en staat nog niet tot. een \oor beide
partijen bevredigende oplossing is gebracht,
spreekt het voor mij vanzelf, dat het ka
tholieke zoowel als het protestantsche deel
der bevolking er waarde aan hecht, een
krant te lezen, welke zijn geloofsbelangen
behartigt en verdedigt. De wijze, waarop ker
kelijke aangelegenheden in de „Völkische
Beobachter" behandeld of zelfs doodgezwe
gen worden, overtuigt mij allerminst van de
absolute overbodigheid der „Germania" of
Kölnische Volkszeitung"
Overmaat van ijver heeft in de perswereld
een toestand teweeggebracht, welke op den
duur onhoudbaar zal blijken. De gebeurte
nissen der laatste weken speciaal het tij
delijk venbod van meerdere katholieke or-,
ganen in Westfalen schijnt zelfs in na
tionaal socialistische kringen ongerustheid
'zaakt te hebben. Zoo'lees ik'tot mijn
niet geringe bevreemding in de nationaal so
cialistische „Rhein Front" welke in Neustadt
..d. Hdt. wordt uitgegeven, een hoofdartikel
'ver, de crisis in het dagbladbedrijf met de
olgendo zinswending: „Eerlijkheid en po
litiek dwingen ons tot meedoogenlooze zeif-
•iti.ek. Laat ons derhalve openlijk vragen:
)e ziet het er op het oogenblik met de
nationaal socialistische pers uit? Moet hier
iet dezelfde gelijkvormigheid betreurd
■orden, welke men overal vindt? Hoeveel
dagbladen hebben hun oorspronkelijk strijd
karakter verloren! Spiegelen zich
ook hier niet de moeilijkheden duidelijk af
het oplage-cijfer? Komen wij niet vaak
de ontdekking, dat nationaal socia
listische lezers tot burgerlijke organen te-
rugkcercn, omdat onze vroegere organen hun
kaalctcr verloren hebben?"
Ziedaar het onomwonden oordeel van een
nationaal-socialistische journalist over den
toestand waarin zich de nationaal socialis
tische pers op het oogenblik bevindt! Hij
had er nog aan toe kunnen voegen: slechts
die metterdaad bewijzen, dat zij iets
beter kunnen, hebben het recht, anderen
tot toezien te veroordeel en!
Als typeerend voorbeeld van den toestand,
e in het Duitsche dagbladbedrijf thans
heerscht, noemen wij het bericht, dat de
„Deutsche Tageszeitung" met deze maand
zal ophouden te verschijnen. Zij volgt dus
•bèeld van de eens zoo belangrijk
„Vossische Zeitung" welke de vorige maand
op sympathieke wijze van ons afscheid nam
en deelt het lot van de „Berliner Bórsen-
Courier" die onlangs in de „Berliner Borsen-
Zeitung" is opgegaan.
Deze eenmaal veelgelezen „Deutsche Ta
geszeitung" was het voortbrengsel van een
langdurigen strijd tusschen stad en land,
tusschen agrariërs en industrieel en, zij da
teert uit den bloeitijd, welk na den voor
Duitschland gunstig verloope.n oorlog met
Frankrijk van 1870-71 begon. Het plattela
de hoeren boeren voelden zich verongelijkt
belegden omstreeks 1S96 een vergadering
Achter-Pommeren, welke tot. de oprichting
an een „Bund der Landwirte" den stoot
;af.
De conservatieve partijen, welke tot dus-
er in den rijksdag en het" „Herrenhaus'
de belangen der Pommersche en Oost-El bi
sche jonkers hadden behartigd, voldeden
allang niet meer aan de verwachtingen vau
het platteland en von Heydobrand, de ener
gieke leider der conservatieve partij, ge
noot niet langer het vertrouwen der Prui
sische jonkers. Hun oppositie leidde tot de
litga.ve van een eigen orgaan, de „Deut-
cbe Tageszeitung". Wie Duitschland van
óór den oorlog kent, die zal wellicht nog
weten, hoeveel opschudding de vergadering
dezer ontevreden landjonkers in Circus
Busc.h teweeg brachten. Graaf von Revent-
low fungeerde toen als hoofdredacteur der
„Deutsche Tageszeitung" en wij kennen
hem als een fanatiek tegenstander van de
mocratische en socialistische opvattingen.
Met de republiek van 1918 onder het be
wind van den sociaal democratischen pre
sident Fritz Ebert brak voor de Pruisische
landjonkers een moeilijke tijd aan, hun or
ganisatie werd omgedoopt tot een „Rijks
laiylbond" en kwam onder democratische
leiding te staan. De arrogante jonkheeeren
moesten plaats maken voor den eenvoudjgen
boer en graaf von Reventlow gaf het re
dactioneel beleid van zijn orgaan over aan
den Duitsch-nationalen rijksdagafgëvaardig
de professor Hoetsch. Ondanks de ongun
stige tijdsomstandigheden bleef de „Deut
sche Tageszeitung" voortbestaan en dit op
vallend eigen karakter wilde zij ook in het
Derde Rijk handhaven. Zij was een der wei
nige organen, waar men ciog wel eens een
persoonlijke meening in 't redactioneel be
leid kon bespeuren.
Wij weten uit de voordracht van Röhm,
welke kortelings voor de buitenlandsche pers
in het propaganda-ministerie in aanwezig
beid van prins August Wilhelm werd ge
houden, dat. de tegenwoordige overheid voor
traditie weinig over heeft. Contraversen met
de Wilhelmstrasse schijnen dan ook de die
pere oorzaak van het verdwijnen der „Deut
sche Tageszeitung" te zijn.
Hiermede verdwijnt de zooveelste lezens
waardige krant met eigen traditie en wij
vragen ons af: waar moet 't op uit, wanneer
dit zoo verder gaat? Is men in regeerings-
kringen werkelijk de meening toegedaan,
dat de „Völkische Beobachter" met zijn
zeer eenzijdigen inhoud bij machte is, de
ele leemten aan te vullen, welke door het
erdvvijnen van waardevolle dagbladen over-
1 in Duitschland zijn ontstaan??
K.L.M.-BUS DEN HAAG-WAALHAVEN
De fraaie autobus van de KLM., die in het vervol/j den dienst Den Ilaaq—Waalhaven
zal onderhouden.
werkgevers wenschen, met het oog op de
slechte inkomsten van hot bedrijf, niet af
te wijken van de door B. en W. goedge
keurde regeling, inzake de arbeidsvoorwaar
den, waarbij de chauffeurs 20 pet. van het
opgereden bedrag uitbetaald krijgen, met 'n
grondtoon van negen gulden. I-Iet voorstel
van den Rijksbemiddelaar, die van liet
standpunt van beide partijen heeft kennis
genomen, strekte er toe, oen proef te nemen
voor den tijcl van drie maanden met ver
hooging van het percentage van het opge
reden bedrag tot 25 pet.
Wij v ernemen verder dat bij de verschil
lende chauffeursorganisaties geen volledige
eensgezindheid bestaat omtrent de te nemen
maatregelen. Met dat al wordt het niet on
waarschijnlijk geacht, dat een staking in
het taxibedrijf zal uitbreken.
huishoudelijke
6.2G: de w
comtributi
8666.05. De b£
.n 1937.78;
.9.876-18. De
1223; de uit!
Uit het Sociale Leven
HET CONFLICT IN HET TAXI-BEDRIJF
TE AMSTERDAM
Naar wij vernemen hebben de gezamen
lijke ondernemers in het stationneerend
taxibedrijf te Amsterdam het voorstel van
den Rijksbemiddelaar, hetwelk beoogde, een
vergelijk tot stand te brengen tusschen de
v'verkgevers en werknemers inzake het drei
gend conflict, van de hand gewezen. Do
CHRISTELIJKE ORGANISATIES VAN
OVERHEIDSPERSONEEL
Door een commissie is rapport uitgebracht
ver de mogelijkheid va-n nauwer contac
imenwerking tusschen de bij het C.N.V.
dergelijke fal
'elfabri
let'd'u" dvi
n-lagei
>rd. De
beiders hebbe
besprekingen gehouden. Tot overeenstemmitr
kwam men niet, zoodat een loonco.nflict dreig
NED. VEREEN. VAN CHR. TECHNICI
P PErPn 'fen B q1 wordt 2rtGMef
rehouder
.an gen.
Behs.lv
Clu\ Soc.
billende
ijzig'd D.
t C. N. V.
loosheid uitlcei
lok bjj gedeeltelijke
i verstrekken.
stelL wijziging vai
UIT DE ANT1REV. PARTIJ
ZWOLLE. In „Eigen Gebouw" werd eei
gadering gehouden van den kring „Zvvolle-
Kampen" van A.-R. propagandaclubs onder
leiding van den voorzitter, den heer A.
den Berg, die op de gebruikelijke wijze
ROFFELRIJMEN.
Verachtelijk geschrijf
Alg. Handels!
reroordeelen en 't aan zijn inzichten
wijten, dat Jnclië thans zoo diep i.
ie malalse-poel is gezonken, ter
wijl b,v. de Engelsche kolonlö;
reeds in 1932 een ttldperlc va
Onze overzeesche broeders
Uiten in een brief hun spijt
Dat Colijn hen niet komt sterken
Met zijn tegemooordigheid.
Van zijn korte conferentie
Hadden zij zoo veel verwacht.
Goderkennen ze van harte,
Heeft het anders goedgedacht.
Uit hun brief blijkt, naast berusting,
Diepe verontwaardiging
Over de intens brutale
Bittere beleediging
Onzen grooten Christen-staatsman
Door een schrijver aangedaan
Die op 't breede liberale
Toppuntstandpunt loenscht te staan,
't Jeugdig hoofd van de Redactie
Van 't Semarangs Handelsblad,
Waarin bovenstaande regels
Onder meer zijn neer geklad,
't Is belachelijk bedroevend
Als je even verder leest:
Zes en dertig centen luclitport
JFas al duur genoeg geweest
Voor advies van de Regeering
Uit de koker van Colijn,
Wie ns staathuishoudkundeproeven
Telkens een mislukking zijn!
Als ons volk wat van de Oost wist
Zou Colijn om zijn beleid
Zijn veroordeeld! zegt de schrijver
In z'n opgeblazenheid,
En hij kan zich slechts verblijden
Dat Colijn de kans ontgaat
Teerekwesties te verscherpen!
Hoor! hier schimpt de renegaat
Iemand die een blauive maandag
In de Oost zit op een kruk,
Die een baantje heeft veroverd
Met een massa goed geluk,
Die een doorgeschoten kleinzoon
Van Colijn zou kunnen zijn
Als hij vocht met blanke wapens
En niet sproeide met venijn!
Wat Colijn 'em wel moet knijpen
Voor zoo'n knappe groote man
Die Zijn kleine Excellentie
Met z'n vulpen véllen kan
(Nadmk verboden.) LEO LENS.
DINSDAG 8 MEI
HUIZEN 1875 M.
K.R.O.
8.00—9.15 Morgencoocert.
10.00—10.30 Gramofoonmuriek.
10.30—11.00 Muziekuitzending v<
opende. De heer R. A. den Ouden hield een
re.de over het socialisme, wijst op hetgeen de
socialisten wilden en wat zij in andere landen
bereikten en hoe zij in ons land steeds tegen
stemden wanneer sociale wetten werden be
handeld. 1-Iet beeld van de sociaal-democratie
is een Janus-kop, waarvan heel de historie
van de s.d.a.p. der laatste jaren getuigt. De
beginselen van het socialisme staan in
menden strijd met de Christelijke grondslagen
van ons volk. Op deze rede volgde een drukke
bespreking, waarna de vergadering door den
voorzitter werd gesloten. De heer den Ouder
ging in dankgebed voor.
fabrie
ken.
11.00—11.30 Gramofoonmuziek.
11 30—12.00 Godsdienstig halfuurtje door
Pastoor L. H. Perquin.
12.01 12.15 n.m. Politieberichten.
12.15-2.00 n.m. Onze serie Hollandsche
Orkesten. Lunchconcert door het ensemble
Albertus van Olst Jr.
2.00—3.00 n.m. Vrouwenuurtje, a. „Nage
rechten voor onze kinderen" door mevr. N.
Schutte, b. „Voorjaarsmode", door mevr. N.
Sluyter Zwart.
3.00—4.00 n.m. Modecursus door mevr. H.
Cuppens-Geurs. 3.00 3.30 n.m; Knippen,
naaien en hoedenmaken voor beginnenden.
3.30—4 00 n.m.; Opleiding coupeuse-leerares
en hoedenmaken voor gevorderden. (22e
les)
4.00—4.15 n.m. Verzorging zender.
4.15—4.30 n.m, Gramofoonmuziek.
4.30—5.45 n.m. Zang- en cello-recital door
Gusta Scheepmaker, alt en Cor de Wilde,
cello. Aan den vleugel: Fred. Boshart.
5.45—6.00 n.m. Gramofoonmuziek.
De KRO-boys o.l.v. Piet
6.00-6.40 n.i
Lustenhouwer.
6.40—7.00 n.m.
Heilker (laatsti
7.00-7.15 n.m
7.15-7.35 n.m.
hooglanden
Gramofoonmuziek.
A.V.R.O.
11.30—12.00 Voortzetting orgelconcert.
12.01—2.15 n.m. Lunchconcert door het
Omroeporkest o.l.v. Nico Treep.
2.15—2.30 n.m. Verzorging zender.
2.30—3.00 nm. Vioolrecital door Suze Tak.
A. d. vleugel: Egb<
3.00—4.00
de Leeuw—va
4.00-4.15 n.n
4.15—4 30 n.n
4.30-5.00 n.i
Jacob Hamel.
5.00-5.30 n.n
deren door mi
Juli
Knipcursus door mevr. Ida
i Rees. 25e les.
Verzorging zender.
Gramofoonmuziek.
Radiokinderkoorzang o.l.v.
Verhalen
oor kleinere kin-
Dijk. 1. a. Toen
kind was. b. Op de
schoolbanken. (Naar gegevens uit de werken
over Prinses Juliana van D. Hans en G. J.
Lammers). 2. Gelukwenschen voor jarige
luistervinkjes (t.m. 8 jaar).
V.P.R.O.
5.30 n.m. Bijbelvertellingen voor jonge men
schen. 30e voordracht (laatste). Spreker:
Ds. B. J. Aris, Amsterdam.
A.V.R.O.
6.00—6.30 i
m. Gramofoonmuziek.
Esperantocursus door P.
les).
Politieberichten.
„Per auto van Padang over
en het Tobameer naar Me-
dan" door Jhr. Dr. J. C. Mollerus.
7.35—7.45 n.m. Gramofoonmuziek.
7.45—8.30 n.m. De Kro-boys o.l.v. Piet
Lustenhouwer.
8.30-8.35 n.m. Vaz Dias.
8.35—8.40 n.m. Gramofoonmuziek.
S.40—9.10 n.m. Solistenconcert door orkest
o.l.v. J. ran Otterloo. als gast soliste: Louise
Wijngaarden, viool.
9 10—9.40 n.m. „Wat gij de minste mijner
Broeders". Een Evangelisch spel naar een
gelijkenis van Christus door Frans Mil-
cinski. Regie: Pierre Balledux. Vertaling en
microfoonbewerking Felix Bekkers, op te
voeren door: De vereenigde Haagsche spe
lers.
9.40—10.20 n.m. Vervolg van het gastcon-
cert o.l.v. J. v. Otterloo.
10.20—10.35 n.m. „Het land van Isis". De
Nacht der Tranen. Voordracht door Her
man v. d. Eerenbeemt.
10.35—10.40 n.m. Vaz Dias.
10.40—11.20 n.m. Orkest o.l.v. J. v. Otter
loo (vervolg).
11.20-12.00 n.m
HILVERSUM 301.5 M.
A.V.R.O.
8.0110.00 Gramofoonmuziek.
10.01 10.15 Morgenwijding.
10.15—10.30 Gramofoonmuziek.
10.3011,00 Orgelconcert door Piet van
Egmond Jr. Soliste: Mevr. Mien Stcrnheim.
zang.
R.V.U.
11.00—11.30 v.m. Slotlczing van den cur-
sus „Ziekenverpleging thuis", door Zuster
F. Meyboom.
R.V.U
6.30—7.00 n.m. Opening van den Radio
Volksuniversiteits-Studio met een toespraak
van Dr. K. F. Proost. Voorzitter van den
Bond van Nederl. Volksuniversiteiten.
A.V.R.O.
7.00—7.30 n.m. Snapshots uit de Rudolf
Nelson-revue. Proeve van 30 Jaren Scbla-
germuziek. Een keur van medewerkenden,
begeleid op 2 vleugels door den componist
Rudolf Nelson en Mr. Freed.
7.30—8.00 n.m. Engelsche les voor gevor
derden door Fred Fry. 25e (laatste) les.
8.01—8.05 n.m. Vaz Dias.
8.05—8.35 n.m. Concert door het Omroep
orkest o.l.v. Nico Treep.
8.35—8.55 n.m. Louise Noiret met nieuwe
liedjes.
8.55—9.30 n.m. Concert door het Omroep
orkest o.l.v. Nico Treep.
9.30—10.00 n.m. Orgelconcert door Pierre
Palla. Solisten: Henk Viskil, tenor en Boris
Lensky. viool.
10.00—11.00 n.m. Concert door Kovacs
Lajos en zijn orkest.
11.00—11.10 n.m. Vaz D:as.
11.10—12.00 n.m. Kovacs Lajos. Dansmm
ziek.
BUITENLAND
7.20 nun. Praag en Bratislava 470.2 M.:
„Die verkaufte Braut", opera vac Smetana.
7.30 nm. Daventry 1500 M.: Weldadig
heidsavond in tegenwoordigheid van Z. M.
den Koning en H. M. de Koningin van En
geland.
7.30 n.m. Hamburg 331.9 M.: „Alexander
von Humbokft", de groote Duitsche natuur
onderzoeker. (Luisterspel).
7.35 (i m. Dcutschlandsender 1571 M.t
Georg Kulenkamoff speelt het vioolconcert
in D gr. t. van Beethoven (gr. pl.)8 20
n.m. „Tageszeiten der Liebe", blijspel van
Dario Nicodemi, m.m.v. Hermann Thinig.
735 nm. Berlijn 356.7 M.: „Der arme Hein-
rich", muziekdrama van Hans Pfitzner o.l.v.
den componist.
7.35 n.m. Leipzig 382.2 M.: Smetana-concerï
8.20 n.m. Milaan 368.8 M.: „Mefistofele
opera van Boïte.
8.20 n.m. Kalundborg 1261 M.: „Le déluge",
oratorium van St.-Saëns.
9.30 n.m. London Regional 342.1 M.: Twee'
de bedrijf van Beethoven's „Fidelio", m.m.v.
Franz Völkefj' Lotte Lehman, Alexander
DE WERELDREIS VAN PIETJE PLUIS EN JANTJE JOPPE
door G. Th. ROTMAN
99. Rrrrr! Daar ging de heele jas ris in
tweeën, tot aan het kraagje toe! Maar de
redding was geslaagd, want de behanger
raakte los van de lamp, waarbij hij echter
zoo ongelukkig op den ladder terecht kwam,
dat deze met de ondereinden plotseling op
wipte, waardoor mevrouw Smit en Jantje
elk een flinke pats onder tegen hun neus
kregen. Dat was dus maar een magere be
looning voor hun menschlievendheid.
-„0. „En nouvooruit! Verdwijn uit
m'n gezichtsveld en laat ik je nooit meer
zien!" riep de behanger, toen hij, na een
flink standje van mevrouw Smit gekregen
te hebben met z'n twee „ervaren" knechten
weer bij de voordeur stond. Hoepla! En zo
kregen allebei een schop, dat ze regelrecht
van het bordes de straat op vlogen.
Daar stonden ze dus weer
FEUILLETON
Eindelijk liad zij rust gevonden!
Naar het Engelsch
(4
,.U zit vol iDluisjes van die wollen jas,
Moes", antwoordde het dochtertje, die ln-
tusschen haar hand als borstel liet dienst
doen. „En waar is uw broche?"
„Dat heb ik aan Lallie gegeven voor baai-
popVooruit, dan zóó maar. Men kan
zoo 'n verpleegster .vooral toch niet zoo
laten wachten!"
Mrs. Hassell was nog één en al verwon
dering, foen een lang. slank meisje, opstond
bij haar binentreden. Ze had een allerliefst
gezichtje; baar eenvoudig uniform deed dit
nog des temeer tot zijn recht komen. Zij was
toch zeker wel een jaar of vijf en twintig.
Haar goudblond haar kwam schitterend uit
tegen haar zwart hoedje, met langen, afhan
genden sluier, en de witte keelbanden za
ten dichtgestrikt. onder een kin die van flink
heid getuigde, ofschoon de mond juist weer
zoo uiterst vriendelijk was. Onder den langen
blauwen mantel kwam een grijs linnen ja
ponnetje te voorschijn en zij droeg zwarte
handschoenen.
Met sympathieke stem begon zij:
„In de eerste plaats mag ik wel mijn excu
ses maken voor mijn bezoek, Mrs. Hassell.
Mijn naam is Lorraine Jeanne Lorraine
maar ik word altijd Zuster Jeanne genoemd.
Ik heb de laatste maanden Miss de Roseville
opgepast. Zij was in Londen ziek geworden
en een veertien dagen geleden ben ik met
haar hier gekomen. Zij is nu herstellende en
heeft mijn hulp niet langer noodig. Ze is
zelfs gisteren naar het Vasteland getrokken.
Zij meent, dat zij binnen een maand wel zal
terug zijn en staat er op, dat ik in dien tijd
vaeantic neem op haar kosten. Ik zou graag
in deze streek blijven, want het is hier zoo
mooi. En als ik nu weer terug ga naar de
Inrichting, dan moet ik vast en zeker weer
aan het werk. U zult zelter wel denken, wat
nu hiermee te maken heeft, maar... ik
wilde u vragen, of u mij ook misschien voor
een j>aar weken als betalende logé wilde
hebben? Miss de Roseville dacht, dat 't u wel
mogelijk kon zijn; in het dorp is er an het
geheel geen gelegenheid. Ik zou een poncl
per week kunnen geven, als dat genoeg was
en u zoudt in het geheel geen last van mij
hebben."
Mrs. Hassell was zóó van streek bij de ge
dachte aan een logé op Suttonthorpe, dat zij
in het eerst niet spreken kon. Maar een pond
per week, dat zou wel goed te pas komen!
Wat zou Keith zeggen? Maar het was zoo'n
allerliefst persoontje en zij had ihet bijna als
een gunst gevraagd. Misschien dat Keith het
ook wel goed zou vinden, haar te nemen,
om Miss de Roseville ter wille te zijn. Kwam
Esmay nu maar eens!
„Hoe is u hier gekomen, Miiss Lorraine?"
vroeg zij, om tijd te winnen.
„Een van de grooms heeft mij naar het
station gereden: ik heb mijn koffer daar ge
laten en ben door de velden hierheen ge-
loopen. Als u mij niet kunt hebben, zal ik
zien, dat ik den trein van zessen naar Lon
den baal en clan weer naar de Inrichting
terug ga. Ik hob geen thuis meer gehad,
sinds mijn moeder, nu vijf jaar geleden, ge
storven is."
„Arm kind! O, ik zou je graag hij mij
nemen," riep Mrs. Hassel'l spontaan. „Maar
ik moet eerst mijn broer raadplegen. Hij is
hier heer en meester, ziet u! Ik doe enkel
het huishouden voor hem. Wilt u met ons
thee draken? Hij zal hier ook zoo dadelijk
komen."
Ze dronken thee in de gezellige keuken.
Keith was laat; hij kwam pas binnen, toen
zij al klaar waren.
Zuster Jeanne zat op de groote sofa onder
het open venster, waar de potten geraniums
en fuchsia's een alleraardigst en achtergrond
voor haar vormden.
Zij glimlachte even, toen Mrs. Hassell
haar voorstelde en er werd niets gezegd, tot
Gil haar meenoodde, om zijn konijntjes eens
te zien, waardoor hij zijn moeder in de ge
legenheid stelde, de tegenwoordigheid van
de bezoekster te verklaren. Maar inderdaad
waren ze eigenlijk het doel van haar komst
vergeten, zóó zeer waren ze ingenomen met
haar gezelschap. De jongens vielen elkaar
steeds in de rede in hun ijver, om met haar
te spreken; Mrs. Hassell en Esmay hadden
een gevoel, of ze Zuster Jeanne al lang ken
den en Lallie. een zwak verlegen kindje van
een jaar of acht, zette haar pop bij de zus
ter op schoot en bleef zelve heel vertrou
welijk tegen haar aangeleund staan.
Keith luisterde met een glimlach, loen
zijn zuster hem het verzoek van Miss Lor
raine toelichtte.
„Hoef je mij eigenlijk mijn meening te
vragen?' zei hij lachende. „Dénk je, dat ik
niet zie, hoe je er naar verlangt, om haar
hier te nemen? Ze schijnt jullie aller hart
gestolen te hebben. Maak het maar met Es
may uit; ik heb geen stem in dit kapittel!"
Maar, ondanks deze bewering, kwam hij
heel gauw terug, om Esmay terzijde te vra
gen, of zij dacht, dat ze het de logé naar
den zin konden maken; en hij was het ook,
die er aan dacht, wat ieder ander verge
ten had, om dan knecht te zeggen, dat
hij den koffer van het station zou halen, als
hij de melk er heen bracht.
En zóó kwam het. dat in den heerlijken
hooitijd, toen alles geurde en kleurde op het
lancl, Zuster Jeanne betalende logé werd op
Suttonthorpe. wat een totale verandering te
weegbracht in althans twee menschenlevens.
„Ik vind het niet prettig, om het te moe
ten aannvmen", zei Mrs. Hassell, met een
blik op het goudstuk in haar hand. „Ik heb
een gevoel, of wij veeleer u moesten betalen.
U is ons zoo'n heerlijke hulp. Ik zie er ver-
schikkeüjk tegenop, als ik denk. dat u
gaan zult."
„Maar ik ben nog niet weg", zei Zuster
Jeanne lachende. „En spreekt u toch niet van
dat geld, Mrs. Hassell! Ik kan u nooit mijn
schuld afdoen voor al de ondervonden vrien
delijkheid!! Ik voel mij hier echt thuis".
„Maar u werkt zoo hard; u zit nooit leeg!"
„Dat is m ij n manier van gelukkig zijn.
Ik ben eenmaal een werkende vrouw en dat
ben ik altijd geweest. En, o, u weet niet, boe
aardig het is, om steeds afwisseling van be
zigheden te hebben. Ik houd van huishoude
lijke bezigheden. Ik zou wel den heelcn dag
.vruchten kunnen plukken en
„Houdt u ook van koken en naaien en de
jongens met hun schoolwerk helpen, om
ïog niets te zeggen van het' extra druk in
de weer zijn op dagen, dat er gekarnd of
gewasschen wordt?"
Het was Keith, die dit vroeg; hij was zóó
ongemerkt binnengekomen, dat ze heiden
verschrikt opkeken.
„Ja, zekei-", antwoordde zij vol over
tuiging. j
„Dan valt er niet veel meer te zeggen,
behalve dan, dat u de ijverigste vrouw is,
die ik ooit gezien heb!" zei hij en verdween
weer even gauw, als bij gekomen was.
„Is hij boos op mij?" vroeg Zuster Jeanne
ontsteld.
„Boos? Wel neen!Waarom? Maar hij
ziet alles, al geeft hij er niet veel blijk van
en hij heeft hij ook wel degelijk gemerkt,
hoe ontzelfzuchtig en hulpvaardig u is."
„O, praat u toch niet zoo! Ik heb een
heerlijken tijd hier gehad, een echt vacantia
leven buiten. Maar daarom hoefde ik ook
niet den heelen dag te luieren, niet waar?
Ik ga nu bijvoorbeeld boonen plukken. Dat
heb ik nog nooit gedaan; dus dat wordt
dan weer een nieuwe ervaring."
Drie weken had Zuster Jeanne nu op Sut
tonthorpe doorgebracht en met iederen dag
was de goede indruk,, dien zij in het begin
had gemaakt, al dieper geworden. Mi;s.
Hassell en zij waren zulke goede vriendin
nen. dat het eenvoudige huisvrouwtje geen
geheim meer voor haar had en ook menige»
nuttigen raad of wenk opdeed betreffende
de opvoeding van de kinderen.
Esmay zag tegen haar op met de vurige
bewondering en genegenheid, die men al
leen van zulk een jong ding verwachten
kan. De jongens wanen dol op haar gezel
schap en zelfs Martha, de al wat oude
dienstbode, die ronduit verklaard had, dat
zij over het geheel niet op pleegzusters ge
steld was, moest toch ook toegeven, dat
Zuster Jeanne al bijzonder handig en be
scheiden was, zoodat de keuken dan ook
t^n allen tijde voor haar openstond
Er was er maar één, die niet haar stem
voegde bij het algemeen koor van lofuit'n-
gen en dit was Winnie. Het kwam mis
schien veel, doordat zij Miss Lorraine maar
zoo weinig meemaakte: ze was enkel do
weekeinden thuis van de kostschool; en dan
door haar ontevreden natuur. Er was iets
jaloersch en achterdochtigs in haai karak
ter, dat de anderen geen van allen be
zaten. In het eerst was zij zelfs heel on
aardig tegen de Zuster en wilde niets weten
van al Jeanne's pogingen, om haar voor
zich te winnen.
„Ik geloof nooit, dat zij pleegzuster is"
maakte zij Esmay deelgenoote van haar
achterdocht. „Pleegzusters hebben nergens
andei's verstand van dan van haar eigen
werk, dat heb ik Miss Gore dikwijls hooren
zeggen; maar zij kan alles! Ik geloof n!et
dat Miss de Roseville haar kent. Waar-ra
heeft Moeder niet om inlichtingen gesehro-
ven?Wat is haar bedoeling, om hier to
komen? Dat zou ik wel eens willen weten!
Heeft zij jullie allemaal ingepakt en doen
gelooven. dat. zij een engel is?"
„Hè, Winnie, je moest je schamen, om
er zulke gedachten op na te noudeu! En
het is heel ondankbaar van je cok, want
hot was nogal van haar eerste week pen-
siongeld, dat Moeder jc dat aardige goed
heeft gekocht voor de jurk, die Zuster
Jeanne zoo mooi gemaakt heeft"
(Wordt vervolgd)