Jlirutue tfmiraut Dr. Colijn spreekt over Indië Van financieel pessimist tot gematigd optimist gftoraiEmentsprijS: Per kwartaal in Leiden en in plaatsen waar een agentschap gevestigd is 235 Franco per post 235 portokost "-n Per week0.18 Voor hel Buitenland bij wekelijksche zending430 Bij dagelijksche zending530 Alles bij vooruitbetaling Losse nummers 5 ct. mét Zondagsblad 7'/i ct Zondagsblad niet afzonderlijk verkrijgbaar Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden ïn Omstreken No. 5104 Bureau: Breestr-jat 123 Telefoon 2710 (na 6 uur 3166) Postbox 20 Postgiro 58936 VRIJDAG 23 FEBRUARI 1934 14e Jaargart" Slbbertentieprtj^n: Van I tot 5 regels 1.17'/« Elke regel meer0.22'It Ingezonden Mededeelingen van 1—5 regels2.30 Elke regel meer0.45 Handelsadvertentién per regel 0.17'/» Bij contract belangrijke korting Voor het bevragen aan 't bureau wordt berekend0.10 „OOSTENRIJKS LES" De les, welke Oqstenrijk ons leert is dezi dat we de democratie niet moeten verdedi gen met „de \yapeneli der barbaren". Nooit werd het woord van den grooten leermees ter der sociaal-democraten, Friedricn En gels, reeds uit 1895, nadrukkelijker beves tigd, dat de tijd van de gewapende strijd op de straat, bij de ontwikkeling van de militaire techniek, voor immer voorbij is. Verbaas u niet al te zeer, wanneer wij u verzekeren, dat wij hier woordelijk de opi nie van deroode pers weergeven. Hei ware trouwens al te naief, om zich n<>g te verbazen over grillige journalistieke wen dingen in die hoek. - Terecht merkt gij op, dat deze zelfde pers nauwlijks een week geleden van oorlogs gerucht dreunde en juichend vaststeloe, dal de sociaal-democratische verzetslieden schii terend bewapend en uitnemend gecefenü worden. Thans nog, in hetzelfde artikel dat de hierboven geciteerde „les uit Oostenrijk' geelt, wordt gezegd: „Zoo ergens en ooit, dan scheen in Oos tenrijk voor den buitenstaander uog eeuige mogelijkheid aanwezig te zijn, dat de ge wapende sociaaldemocratie overwinnen zou Nergens, waar ook in eenig land etn ar- beidsweer bestond, was die beter bewapend, beter uitgerust, beter geëncradeerd, beter aangevoerd, sterker dan in Oostenrijk". Toch was alle verzet vruchteloos; in de hopelooze strijd ging de sociaal-democratie onder. En dus: niet met de wapenen dei barbaren. Waarom niet? Omdat het er dan te bar- baarsch toegaat; vvelneen, maar omdat de „barbaren" het toch verliezen. Merkwaardig is weer de gang van zaken. Aanvankelijk wordt het gewapend verzet enthousiast toegejuicht Zelfs kalme leiders komen hun volgelingen voorhouden, dat zij zich in de toekomst zco nóodig zullen hebben te gedragen als Oostenrijkers en niet als Duitschers. Aan dooden en gewon den denkt men niet meer. Schiet maai goed raak; roept men zijn vrienden toe. Dan, langzaam aan, komt de keer. Zóó heeft men het niet bedoeld. Hier is men tegen wapengeweld. Dè „valsche" burger pers legt alles wéérverkeerd uit. Och, wat de Oostenrijkers deden was wel jnoedig, maar aleveleen beetje dom. 2e moesten het toch verliezen en do aan voerders konden slechts door een gevaar lijke vlucht het levén redden. Met een lapje voor zijn linkeroog laat de voornaamste volksleider zich in Tsjecho-Slowakije kieken en een groote foto prijkt zoo spoedig moge lijk In de roode pers. En diezelfde pers schrijft dan, „dat er ook onder ons zijn, die uit den heldenmoed onzer Oostenrijksche makkers afleiden, dat ook de Nederlandsche arbeidersbeweging zich wapenen moet". Dat is verkeerd geredeneerd. De Oosten rijksche les leert, dat de wapenen der bar- bareu niet deugen. Welke dan wel? De laatste zin van een artikel geeft hei ant woord. Het luidt als volgt: Niets kunnen wij vuriger hopen, dan dat. als ook' voor ons, wat het lot ver hoede, het onzalige uur mocht slaan, dat de vrijheid der arbeidersbeweging en de burgerrechten der arbeidersklasse aan getast werden, wij ons niet gedwee zul len laten onderdrukken en afslachten. Maar tot ons verweer kan de gewapende strijd niet behooren. Alle fantaseeren daarover leidt slechts af van de eenige verweermiddelen, die aan de strijdende arbeidersklasse door haar economische plaats in de maatschappij en door haar bezield geloof en haar offerbereidheid geschonken zijn. Lees en herlees het en vraag aan de roode arbeiders, of zij' er iets van begrijpen. Zij moeten, zoo staat er elders, van eer bied vervuld zijn voor „de grenzenlooze of fervaardigheid der Oostenrijksche makkers die liever een doode leeuw dan een levende hond waren", doch tegelijkertijd begrijpen, dat gewapend verweer het slechtst denk bare middel is. Het hangt er natuurlijk van af, hoe sterk men is. We zouden op deze kronkelredeneerine niet zoo nadrukkelijk de aandacht vestigen, als men van soc.-dem. zijde ooit eenig res pect had betoond voor onze overtuiging, dat verdediging van „het erf der vaderen' naar de mate onzer krachten een plicht i» welke van Godswege op ons gelegd werd Het tegendeel was het geval: wie zoo iets betoogde, werd gehoond en voor moorde naar gescholden. Dat was, wat grieft. Altijd meten met twee maten. Uit West-Indië. ONTSLAG BIJ HUWELIJK Bij resolutie van het Gouvernement van West- Indië is bepaald, dat aan vrouwelijke landsdiena ren. nadat zij in het huwelijk zijn getreden, met ingang van den lsten van de maand volgende op die waari het huwelijk is voltrokken, eervol slag uit den dienst zal worden verleend, tenzij zij naar het oordeel van den gouverneur als kostwins er van het gezin kunnen worden aange merkt. Van dezen regel zal slechts in zeer bijzon dere gevallen, ter becordeeling van den gouverneur kunnen worden afgeweken. In de Tweede Kamer heeft de minister van Koloniën 7»r H. Colijn een rede gehouden, waaraan het volgende is ontleend; Dr. Co I ij n zou wat in het debat ter sprake is gebracht en alleen de Indische re geering raakt, aan den gouverneur-generaal overbrengen. Enkele opmerkingen van den heer Kupers zal de pers wel aan de betrokkenen doorge De economische toestand In Indië is algemeen slecht. Dat erkent iedereen. Met cijfers aan in- en uitvoer ontleend werd dit toegelicht Sedert 1928 nam de uitvoer af van 1590 tot 490 millioen, de invoer van 10:30 millioen tot 330 millioen. We staan daarmee op het peil van 19ll. Vroeger was er van Java een etnigralie- overschot van 40.000; nu is er een immigratie erschot van 100.000. Intusschen zijn de kosten.van het levens onderhoud ook sterk teruggeloopen: voor de inheemsche bevolking met 60% De oorzaken van de crisis zijn de zelfde als elders. Alleen is de toestand nog geaccentueerd door dat het eigen verbruik niet kan worden opgevoerd. De afzetmogelijkheden vooralle productie zijn sterk afgenomen. Hët heeft weinig zin om in te gaan op de vraag of een ander beleid in het verleden de catastrophale daling van nu had kunnen voorkomen. De minister gaf op de vraag een ontkennend antivoord. Allerm nst is aan het grootbedrijf alles op geofferd. De heer Rutgers heeft dat volko men juist uiteengezet. In ieder geval heeft do regeeringsbemoeiing er toe geleld, dat het gevaar "voor honger vrijwel is voork» In haar eentje kan de Regêering niet veel doen om het welvaartspeil weer op te voeren. De export moet omhoog. Wat kan Nederland daartoe doen? Men verwachte er niet al te veel van. Met onze 8 mill oen menschen kun nen we van de enorme productie van Indië maar betrekkelijk weinig afnemen. We hen ben bovendien ook onze eigen moeilijkheden Van onze industrieele producten kan Indië weer niet veel afnemen; voor de sterk ver armde bevolking zijn d e veel te duur. In Indië is de aanpassing veel verder gevorderd dan hier, ivaar allerlei bedrijfs takken aan alle kanten met krukken ge steund worden. Ook moet gerekend met het stelsel van 3 moderne handelspolitiek, dat een stelsel van afwegen is van in- en uitvoer tusschen landen, die handelsbetrekk ngen met elkaar hebben. Men moet zich daarom voor goed uit het hoofd zetten, dat Indië alleen uit Nederland zou kunnen invoeren. Vroeger is aan deze dingen niet veel aan dacht geschonken Het ging toen gemakkelij- Onmiddellijk na zijn optreden heeft de minister deze zaak aan de orde gesteld. Hei departement van Koloniën was op een bele-d in deze richting heelemaal niet inge richt; en in Indië had men wel gegevens, maar had zich nooit in de nieuwe richting bewogen. Wat Indië deed Er is toen overleg geweest. Als resultaat daarvan zijn Indische tarieven ver laagd voor Nederland en voor anderen ver hoogd. Er zijn contingenteerings- en ander" maatregelen genomen. (Daarover hehbpn we nog kort geleden uitvoerige mededeelingen gedaan na een persconferentie met Prof. v. Gelderen te dezer zake.) Hulp voor Indië Voor zijn mais heeft Indië van deze maal regelen reeds sterk geprofiteerd. Geprobeerd wordt nog den uitvoer van rijst naar Nederland te stimuleeren. De export van veekoeken naar ons land beweegt zich ocU in stijgende lijn. Met do suiker zijn we bezig. Het is een moeilijk vraagstuk. Onze inlandsche su ker kost tweemaal zooveel als elders. Dat is van beteekenis en duurzaam niet te handhaven. De Suriname-suiker is reeds tot loonenden prijs op de markt gebracht Er is echter in ons land zoo'n groot overschot aan suiker, dat het wel moeilijk zal zijn.in 1934 veel voor de Java-su ker te doen. Bij de handelsbesprekingen met Duit6chland zullen ook de handelsbe trekkingen met Indië onder het oog worden gezien. Er is een belangrijk onderhandeling* object door Nederland ter beschikking ge steld. Ook met Japan zal worden onderhan deld. Bij de besprekingen met Italië en Frankrijk zal eveneens met Indië wor den gerekend, al kan het wel gebeuren, dat ten slotte de Ind sche belangen geheel afzon derlijk zullen moeten worden besproken. Op de jongste persconferentie, waar »ver deze dingen gesproken is, is niets gezegd dat aan de Indische Regeering niet bekend was. Het gaat te ver, dat vooraf ook de Volks raad zou moeten zijn ingelicht. Voor de rubber blijft een regeling noo dig. al zal zij internationaal moeilijk te tref fen zijn. Wat de financiën betreft besprak de mi nister eerst de vraag of het De minister schenkt een helder inzicht in de situatie gerechtvaardigd is. Het cijfer is afkomstig van den vor gen minister. Genoemd cijfer zal wel niet in de onmid dellijke toekomst worden verkregen. Als we voor 1934 270 millioen aan inkomsten haien zal. het heel mooi zijn Maar we mogen toch aan 300 millioen aan inkomsten vasthouden Om deze redenen: ons percentage in de t i n restr.ctie is verbeterd en zal nog wel wor den verhoogd. De thee gaat reeds beter; er wordt weer verdiend, zoodat er metter tijd weer belasting zal worden betaald. Do aanpassingsmaatregelen zullen ook geleidelijk meer effect eaan sorteeren. Alles hijeen is de minister optimist genoeg om aan te nemen, dat we weer aan de 300 millioen komen. Aan het uitgavenpe l van 300 millioen moet een lange reeks van jaren onverbiddellijk worden vastgehouden. Zou den we weer geld beschikbaar hebben 'an moet in de eerste plaats de veel te hooge schuld van het economisch zeer trefbare Indië worden verminderd Wat is er bereikt? In Indië is bewonderenswaardig werk verricht en ia geen geval planloos. Wie het tegendeel meent, gelijk de heer Westerman, heeft de begroptingscijfers zeker nooit behoorlijk geanalyseerd. Er is draconisch bezuinigd. Met cijfers werd d'it aangetoond. Er is ook harmonisch bezuinigd Vergeleken met 1930 is in 1934 bezui nigd op: Defense 29%, Welvaarts- dionsten 20%, Peiswezen 35% en op Justi tie, politie en bestuur 14%. Resultaat is, dat van 1930 op 1934 de uitgaven met 28% zijn gedaald, ondanks het jaarlijksch accres der salarissen van 6% per jaar. In Nederland zijn we zoover nog niet! Wat moet er nog gebeuren! Er moet nog 75 millioen van de uitgaven af. Hoe? Voor 1935 is gevraagd aan Indië om 'n be- grootmg mot 300 millioen aan inkomstenen geen vermeerdering van schuld. De uitga ven ziullen 340 millioen zijn, heeft Indië mee gedeeld. We staan nu op 375 millioen, zoodat er 35 millioen nog gevonden moet worden. Ver der is gevraagd om een schema, om van 340 op 300 te komen. Met gewone bezuini- gingsmethuden is dat bijna onmogelijk. Er is hiervoor echter reeds 15 millioen gevon den door conversie der dollarleeningen. De minister dankt 't heele Ne derlandsche volk, voor de schit terende wijze, waarop het aan de conversie heeft meegewerkt Verier zullen enkele millioenen op de pen sioenlasten en de defensie gevonden worden. De wachtgelden zullen ook dalen. En dan hebben we nog 700 mill, schuld boven 4 als we die kunnen con- verteeren besparen we nog 20 25 millioen. Is er dan reden om zoo wan hopig te zijn als de heer v. Poll? Hulp aan Indië door het Moederland is gevraagd. Deze kwestie is niet te beantwoor den /.onder den financieelen toestand van Moederland en Indië naider te kennen Vol gend jaar kunnen we er nader op ingaan Schuldverwerping aanvaardt de mi nister nooit Schuldoverneming ware niet in het belang van Indië; de auto nomie zou er door worden ingekoit. Wel zal Nederland Indië steunen met zijn crediet Conversie is nog niet zoo eenvoudig. Men kan er gemakkelijk allerlei fond sen en instellingen door dupeeren. Con versie op een 4 basis acht de minister redelijk De helft van de Indische schuld (800 mill.) is thans door Nederland gegaran deerd en we zijn bereid nog verder te Voorloopig gaan we met z'n allen op 'n paar na, naar pleis terplaats 340. Ook de heer Cra mer en z ij n fractie gaan mee. Een officieele werkloozenznrg zou in Indië iets geweldigs worden. Waar zou het geld te vinden zijn? Over de uit Indië gerepatrieerden zal den minister worden gerapporteerd; hii zal aan hun ondersteuning zijn aandacht geven De werkverruiming is een kwestie van geld, crediet en schuldvergrooting, waar we voorzichtig mee moeten zijn. Een in- en uitvoercentrale is van den minister niet te verwaehten. De salarisregeling Iaat de minister voor loopig aan Indië over; hij wil op de te nemer, beslissing ook geen invloed uitoefenen. Belasting op olie en Delitabak die met verliezen werkt ware niet ver stnndig. Olie kan men ook betrekken uit streken, waar geen uitvoerrecht bestaat. Waarom zouden we noodeloos ter wille van een belasting een debiet verkleinen? De politieke toestand Over den politieken toestand zou de mi nister kort zijn, na het debat bij de inter pellatie-Cramer van ecnigen tijd geleden. De heer Kupers moet die discussie nog maar eens nalezen en bedenken, dat ook de sfee» bij het nemen van bepaalde maatregelen een groote rol speelt. Waakzaamheid is in dezen tijd boven alles geboden. We moeten preventief optreden, maar zoo noodig ook repres sief. Zoo is ook de Gonvernear-Generaal opgetreden cn daarom was de heer Wes terman met zijn aanval volkomen mis. Hij heeft dat ook kunnen vernemen uit de redevoeringen van hen. die be toogden, dat te veel verboden was. Voor komen is beter dan genezen, geldt ook In dezen tijd van extremisme met reactie daarop, moeten in Indië ambtenaren vooral zwijgen. Zij moeten vormen: La grande muetle. Het verbod voor ,De Stuw" kan daarom zeer gemotiveerd en beleidvol zijn. De wenk van den heer Rutgers omtrent de perspropaganda in Nederland, die voor Indië schadelijk werkt, zal onder do aan dacht van den minister van Justitie worden gebracht F.en loyale volksbeweging moet op den bodem der realiteit staande, tot de volksontwikkeling bijdragen. De inlandsche hoofden kunnen daarbij slechts een deel der leiding hebben. De middelen om in Indië inlandsch perso neel op te leiden voor het bestuur, moeten aanwezig blijven. Onderwijs en Zending De vrijheid van Onderwijs en Zending werden voor het slot bewaard. Er is In Indië geen financieele gelijkstel ling voor het onderwijs. De bijzondere scho len kunnen er schoolgeld heffen voor zich zelf. In dezen bezuinigingstijd is daarop wel eenige controle gemotiveerd. Men meende in IndiP, dat in het verleden teveel geld i: uitgegeven. Dat werd teruggevorderd, wat tot moeilijkheden kon leiden. Er is echter thans overeenstemming verkregen tusschen de Regeering en het bijz. onderwijs. Wat Bali betreft als gesproken is door een bestuursambtenaar gelijk is beweerd, dan ware dat met goed te keuren. De Balische cultuur op zich zelf is geer, reien om Bali voor de Zending te sluiten. Bij instelling van een commissie voor Indische zaken zal de minister loyaal inlichtingen geven. Maar het mag niet zoo worden, dat deze commissie op den stoel der Regeerine wil gaan zitten. Dan zou 's ministers medewerking niet heel groot zijn. De samenwerking tusschen het Nf.dcrlandsc h'e volk en Indic moet in algemeenen zin beter worden. Men moet elkaar beier leeren \erstaan en ivaar- doeren en ook eikaars moeilijkheden beter inzien om ze uit den weg te kunnen ruimen voor zoover mogelijk. Meer dan drie eeuwen behooren Neder hnd en Tndië reeds bij elkaar. Er zijn in die jaren fouten gemaakt, die men echter niet naar de opvattingen van heden mag beoor deelen. Er is evenwel ook veel moois. Vele generaties zijn met toewijding voor Indië werkzaam geweest. Vele mannen en ook vrouwen hebben er groofe offers voor ge- brarht. Tndië kan de vergelijking met den arheid in andere koloniale gebieden vol komen en glansrijk doorstaan. We moeten dichter tot elkaar komen. Door die gedachte geleid Is de minister ook tot het voornemen van een reis naai Indië gekomen, welk voornemen tegeii zijn wil is bpkend geworden. Eind April of begin Mei denkt hij er heen te gaan. Als symbool, dat beide deelen des Rijks elkaar de hand drukken, kan deze reis be schouwd worden. Met wederzijdsch begrijpen en met Inspanning van alle krachten die nen we elkaar, onder Gods hulp, door de moeilijke tijden heen te helpen. BINNENLAND. INKRIMPING BIJ DE SPOOR WEGEN Gelijk men weet is op het oogenblik bij de Tweede Kamer aanhangig een wets ontwerp tot naasting van een aantal spoorwegen. Wij hebben geïnformeerd wat de bedoeling zou zijn als de naasting tot stand zal zijn gekomen en kunnen meedeelen dat geleidelijk aan de diensten op de bedoelde lijnen zullen worden in gekrompen om mettertijd tot opheffing te komen. De opheffing zal niet ineens ge schieden maar successievelijk. Als het wetsontwerp tot wet zal zijn verheven, dan zal men bij de Spoorwegen een plan opmaken waarlangs die geleidelijke op heffing kan geschieden. DE BEGROOTING VAN SOCIALE ZAKEN De Minister en de werkloosheid TARIEFSVERLAGINGEN VOOR DE STEUNREGELING Verschenen is de memorie van antwoord op het voorloopig verslag der Eerste Kamer nopens het wetsontwerp tot vaststelling van de begrooting van het departement van sociale zaken, waaraan wij ontleenen: De leden, die blijkens het voorloopig ver slag vernomen hebben, dat de minister aan de commissie van advies, die op grond van art. 8 der Bedrijfsradenivet werd ingesteld, min of meer de vrije hand laat en dat die commissie thans uit eigen beweging onder zoekt, waar en in hoeverre de Bedrijfs radenivet toepassing zou kunnen vinden, zijn niet geheel juist ingelicht. De commis sie omvat alleen de zoogenaamde vaste kern. Op verzoek van den minister oriën teert deze kern zich voorloopig omtrent de bedrijven, waar de samenwerking tusschen werkgevers en arbeiders zoover gevorderd is dat zij eventueel voor een bedrijfsraad m aanmerking zouden kunnen komen. De collectieve arbeidscontracten. Met de verbindendverklaring van de col lectieve arbeidsoiereenkomst begeeft de Overheid zich op het gebied der loonrege- ring, een gebied, dat in het algemeen het hare niet is, doch van nature behoort aan de partijen van werkgevers en arbeiders. De Overheid, die een collectief contract ver bindend verklaart, neemt daarmede op zich de verantwoordelijkheid voor de in /.ooda nig contract neergelegde loonregeling, het feit, dat reeds de groote meerderheid van werkgevers en arbeiders uit het bedrijf die loonregeling wenscht, verandert daaraan niets. Die verantwoordelijkheid nu mug de overheid, naar het gevoelen van den minis ter, niet dragen tenzij gewichtiger redenen dan die haar tot onthouding op dit gebied nopen ingrijpen van de Overheid noodig maken. Arbeidstijd chauffears. Hoewel de regeling van den arbeidstijd van chauffeurs meer moeilijkheden met zich brengt en dan ook meer tijd vordert dan de minister aanvankelijk gedacht had. hoopt hij toch binnen niet te langen tijd een voor ontwerp aan den Hoogen Raad van Arbeid te kunnen toezenden. Internationale arbeidsconferentles. Wat betreft de gemaakte opmerkingen inzake de internationale arheidsconferen- ties, wijst de minister er op, dat hij uitgaat van de overtuiging, dat het een wereld belang is, indien van de in 1919 verkregen internationale organisatie ook op het ter rein van den arbeid zooveel mogelijk stand blijft en dat hij de groote waarde van het internationaal sociaal overleg er- De minister acht het zeker gewenscht, dat de regeeringsafgevaardigden indien zich daartoe de gelegenheid voordoet, op dc be zwaren van overladen agenda's wijzen, op beperking aandringen en zoo daartoe aau leiding is, met andere regeeringsafgevaar digden ter zake contact zoeken. Het ligt in zijn voornemen dit punt in het bijzonder met de regeeringsafgevaardigden te bespre ken. Rijkskinderbijslagfonds. Hoewel ook de minister de instelling van een Rijkskinderbijslagfonds een vraagstuK lan groote pnncipieele en maatscnappe- lijke beteekenis acht, moet hij van eei dachtenivisseling over dit onderwerp afzien omdat in ieder geval aan de invoering van zulk een fonds in de huidige omstandig heden geenszins te denken valt. Intusschen onderzoekt de minister of op dit gebied wel licht ten deele iets gedaan zal kunnen den, bijvoorbeeld met betrekking tot «Ie kin dertooslagregeling, welke thans in enkele bedrijven voor de in die bewijzen werkzame arbeiders geldt. Arbeldsverzekering. De minister deelt vervolgens mede, dat hij voornemens is een wijziging te bei orde- ren van de industrieele Ongeval lenwet, waarbij, naar het voorbeeld van hetgeen in de Ziektewet is bepaald, aan door samenwerking van centrale organisa ties van werkgevers en van arbeiders tot stand gekomen bedrijfsverenigingen onder bepaalde voorwaarden aandeel zal worden gegeven in de uitoefening van de verzeke ring. De minister is gaarne bereid het denk beeld te overwegen of ook de I n v a 1 i d i teitsverzekering bij de gecombi neerde ongevallen- en ziekteverzekering zou kunnen worden getrokken. Arbeiderswoningen. De regeering beraamt ten eerste verla ging, waar noodig, van de huur der be staande zg. Woningwetwoningen; ten twee de bevordering van don bouiv van ivonin gen met lage huur. Zij zal daarbij de be hoefte als norm aannemen en de mogelijk heid van iverkierruiming en werkverschaf fing, die aldus ontstaat, als een gelukkige bijomstandigheid aanvaarden. Echter kan de minister er niet toe meewerken, dat d« bedragen, die aan steun zouden worden uit gespaard door vermindering van werkloos heid in de bouwvakken, in mindering wor den gebracht op de bouwkosten, omdat die praktijk zou leiden tot een economisch g" flatteerde uitkomst. Wel zal het gehepl der bouwkosten mede kunnen verminderd wor den, doordat bij den bouw werkverschaf fingsloonen worden betaald. De minister meent, kort samengevat, zijn taak ten opzichte van het vraagstuk van de werkloosheid aldus op te moeten i alten dat hij, naast hetgeen de regeering inzake iverkierruiming doet voor ouderen en ieiig- digen, binnen het raam van het mogelijke, al zijn krarhten moet aanwenden om het meest ernstige leed te lenigen, mede door te bevorderen, dat gestcunden arhei«1 ver richten en niet in ledigheid omgaan; ter wijl hij daarnaast alle aandacht te geven heeft aan omstandigheden en voorzieningen- Voornaamste Nieuws. Dit nummer bestaat uit DRIE bladen Blz.1 Minister Colijn heeft bij de behandeling der In dische begrooting in de Tweede Kamer een rede gehouden. Verschenen is de Mcjiorie van Antwoord aan de ^Eerste Kamer over de Bzgrooting van Sociale DE INHULDIGING VAN LEOPOLD HI ALS KONING DER BELGEN. Zeer bezwarende veronderstellingen te Parijs tegenover politie-autoriteiten naar aanleiding van den moord op raadsheer Prince. Italië, Oostenrijk en Hongarije hebben een blok gevormd naar het voorbeeld van cn als tegen wicht de Kleine Entente. De Nicaraguaansche rebellengcneraal Sandino n ecnigen van zijn handlangers overvallen en ver- Voor het Hoog Militair Gerechtshof is tegen de oormalige commandant van De Zeven Provin- icn cén jaar gevangenisstraf geëischt. Het valt niet te ontkennen, dat oogenschijnlijk een regeling, waarbij met steun van de Overheid de werk gevers in den landbouw en in de in dustrie gelegenheid krijgen arbeiders in het bedrijf te plaatsen, veel heeft dat aantrekt. Men moet echter niet uit het oog verliezen, dat als dit stel sel algemeen wordt toegepast, de nij verheid en de landbouw hoe langer hoe meer met zilveren koorden aan de Overheid en de subsidieering dreigen te worden gebonden, met alle ernstige nadeelen daarvan. De minister wil zich dan ook voor loopig beperken tot het nemen van een proef in eenige gemeenten van ons land, waarvan in twee de land bouw domineert en in één de tuin bouw. Zoodra het overleg met de be trokken gemeentebesturen tot resul taat heeft geleid zal van deze proef in het openbaar mededeeling worden ge- Lagere steunregelingen. Voor verschillende gemeenten zal tariefsverlaging voor de steunregeling moeten geschieden o. m. in verhand met de plaatshebbende loondalingen in het vrije bedrijf, waardoor de be staande tarieven zich in vele gevallen niet meer aan die loonen laten aan passen. De minister kan voorts niet besluiten terug te komen op zijn be slissing inzake de intrekking van de bepaling, waarbij een gedeelte van de verdiensten van de vrouw van een gesteunde met kinderen tot aan een bepaald bedrag bij den aftrek van de gezinsinkomsten buiten beschouwing mocht worden gelaten. Tot het verleenen van steun in natura meent de minister althans voorshands niet te moeten overgaan. NEDERL. LUTH. JEUGDBONDEN De Ned. Luth. Jongelingsbond cn Nederl. Luth. Meisjesbond hopen gezamenlijk hun derde Paaschconferentie te houden op het Luthersch Buiten-Centrum „de Burgh" te Den Dolder, onder leiding van ds. J P. van Heest te Amsterdam, van Zaterdag avond 31 Maart tot Maandagnaimddag 2 April. Het programma vermeldt als sprekers; ds. J. P. van Heest te Amsterdam, ope ningsrede; den heer W. ten Kate, lecraar aan het lyceum te Bussum, oier het lité rair onderwerp: „De Sage \an den wande lenden Jood"; ds. G. J. D uyvendnk te Haarlem, over „de Buchman-heweging en ds. C. C. G. Visser te Botterdam oier het onderwerp: „Overgave" Het bureau der conferentie is gevestigd hij den heer W. J. van der Lee. Paltzeriveg 24 te Den Dofder.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1934 | | pagina 1