Onderwijs en Politiek Gg goede belijdenis getrouw WOENSDAG 7 FEBRUAR11934 DERDE BLAD PAG. 9 IN DEZE MOEILIJKE TIJD IS SAMENWERKING NOODIG VAN ALLEN, IN VRIJHEID OP HET TERREIN VAN HET ONDERWIJS MOET ER ZIJN EERBIEDIGING VAN ELKANDERS OVERTUIGING Politiek is de wetenschap, die de weg wijst voor de kunst van het practisch handelen Minister Marcliant Gisteravond, van vijf minuten over acht tot half negen heeft minister Mar chant een radiorede gehouden over „Onderwijs en Politiek". De minister omschreef politiek als di wetenschap, die den weg wijst voor de kunst van het practische hande len in het open bare leven en daar bij te bereiken, wat mogelijk is. Zij heeft reke ning te houden met de verschil lende geestesrich tingen, in 't volk levende. Politiek is een onmisbaar element in het be sturen van een staat, in het re- geeren van een volk. Zij. die de leuze aanheffen: „weg met de poli tiek" kunnen, al doorgronden zij het zelf niet, daarmee niets anders uitdrukken dan de begeerte om de geldende politiek te vervangen door een andere politiek. Dat is niet mogelijk. Het is niet mogelijk, de verschillen tus- schen de godsdienstige, zedelijke en ver standelijke overtuigingen der menschen I door voorschriften te verwijderen. Wel kan j de regeerder den menschen verbieden, over- tuiging hijzelf moge zijn bij de toepassing wijken. Maar dan blijven toch de andere j overtuigingen leven, al heeft de regeerder i van dit leven geen last, voor zoo ver zijn dwangvermogen reikt Hier in Nederland zijn wij tot dusver niet I naar deze on-Nederlandsche en antinatio nale methode geregeerd. In Nederland wil len wij dat elke regeerder, van welke .»ver- tuipig hijzelf moge zijn, bij do toepassing van zijn beginsel rekening houdt met af wijkende beginselen van anderen. Èr zijn verschillende politieke partijen, I omdat de verschillende overtuigingen op staatkundig gebied leiden tot 't aanhangen van verschillende regeermethoden. Men kan j wel het bestaan verhinderen van partijen, maar men kan niet de overtuigingen ver wijderen, waaruit zij zijn voortgevloeid Het stelsel van evenredige ver tegenwoordiging. 1 Ons stelsel van evenredige vertegenwoor diging dient om vast te stellen de sterkte I van den aanhang, dien elk van de overtui- 1 gingen in het volk heeft. Omdat de volks- i vertegenwoordiging wordt samengesteld naar verhouding van den aanhang der ver schillende overtuigingen, zijn deze vertegen- wooriiBing en dit kiesrecht van een orga nisch karakter. Men kan haar ook corpora- t\èf noemen, al zijn staatkundige en niet sociale corporaties de grondslag ervan. Elke organisatie heeft leiding noodig, zoo ook een politieke. De organisaties hehhen de polit:eke leiding aan politieke leiders opgedragen, die zij door andere kunnen ver vangen. Deze leiders worden thans veelal „bonzen" genoemd. Krachlens hun positie hebben zij invloed op de keuze van de re geerders. De regeeringsfuncties worden thans veelal „baantjes" genoemd. „Weg met de politiek" Wanneer men zegt: „Weg met de politiek I weg met de partijen, weg met de bonzen, weg met de baantjes; er- moet maar één partij zijn en die ben ik", beteekenen al deze leuzen: „hier met de politiek, hier met de I partijen, hier met de macht van de bonzen, hier met de baantjes". Er zal'dan voortaan één bons wezen, met alleen alle macht Als men mocht opmerken, dat er onder I ons geldend systeem zooveel corruptie en misbruik zijn (op do vraag, in hoeverre dit juist is. kon spr. niet ingaan), antwoordde spr dat elk systeem, om daaraan een eind te maken, betei is dan het systeem van den éénigen bons, omdat deze ons niet den ge- ringsten waarborg kan geven, dat er geen corruptie en geen misbruik zullen zijn; wel zullen zij gemakkelijker verborgen zijn te houden. Spr. zeide, deze politieke beschouwing tc- hebben gehouden om de aandacht te vesti gen op de beteekenis van de politiek voor het onderwijs. Onze vroegere onderwijswetgeving Onze vroegere onderwijswetgeving, ver volgde spr., ging uit van de gedachte dat voor het onderwijs de staat zorgt en dat particulier of bijzonder onderwijs niet noo dig is. Velen waren van andere meening. Zij be schouwden het onderwijs als een deel van de opvoeding. Het was hun niet genoeg, dac de onderwijzer geen aanstoot gééft. Zij wenschten voor hun kinderen onderwijzers, die dezelfde overtuiging hadden als. zij. Daar om gingen zij hun eigen scholen oprichten en zij betaalden ze zelf. Alleen het open baar onderwijs werd uit de overheidskas betaald. Zij, die eigen scholen hadden, hebben toen gezegd, dat het niet rechtvaardig was dat zij, de ouders, als belastingschuldigen de openbare school niedebetaalden, waaraan zij hun kinderen niet konden toevertrouwen, on bovendien de school, welke zij zelf voor hun kinderen hadden gesticht. Zij wilden, dat de staat de kosten zou betalen voor alle Nederlandsche kinderen. Dit was, zoo ging minister Marchant voort de oorzaak van onzen jarenlangen school strijd welke is geëindigd door de pacifica tie, in 1917 in de Gp>odwet vastgelegd en in de Lager-Onderwijswet 19?0 uitgewerkt door de financieele gelijkstelling van het open baar en bijzonder onderwijs. De overheid verzorgt het openhaar onderwijs; zij contro leert, of het bijzonder onderwij? aan de ge stelde eischen van deugdelijkheid voldoet. De kosten voor beide worden uit de over heidskas betaald. Deze oDlossing van den schoolstrijd is een echt Nederlandsch, nationaal werk geweest, waaraan nagenoeg alle richtingen hebben meegewerkt. De tegenwoordige financieele moeilijk heden maken thans bezuiniging op onze hooge onderwijsuitgaven noodzakelijk. Het bedrag onzer gewone jaaruitga ven bestaat voor ongeveer één derde uit rente en aflossing van schuld en uit gaven voor pensioenen. De bezuiniging moet dus worden ge vonden op 2/3 van onze uitgaven, een kleine 400 millioen. Daarvan komt al leen voor het ééne departement van Onderwijs 150 millioen, belangrijk meer dan 1/3. Het spreekt vanzelf, dat Onder wijs een belangrijk deel van de bezuini ging moet dragen. Maar de aangegeven grondslag van ons onderwijs zal moeten blijven ge handhaafd. In dezen moeilijken tijd, aldus de Minister, is noodig samenwerking van allen, in vrijheid. Ook op het terrein van het onderwijs moge do noodzakelijke samenwerking wor den bevorderd door eerbiediging van elkan ders overtuiging. De voorstanders van de openbare overheidsschool moeten erkennen, dat voor de Nederlandsche kinderen van .Ie bijzondere school deze school hetzelfde recht van bestaan heeft. En aan de ouders, die niet de bijzondere school verkiezen voor hun kinderen, moet geen reden worden ge geven. waardoor hun vertr.uwen in de openbare school zou kunen worden ver zwakt. De voorstanders van de bijzondere schooi moeten de waarde en de noodzake lijkheid van het openbaar onderwijs erken nen voor allen die niet van confessioneel onderwijs zijn gediend of die op een bepaal de plaats te zwak zijn om hun eigen con fessioneele school te stichten. De overheid kan, doordat zijzelf met het beheer van de openbare school is belast, daarin de bezuiniging aanbrengen, die zij verkiest Voor zoover deze bezuinig-ng be treft de exploitatie van de scholen, werkt zij ook door voor dR bijzondere scholen, om- da» haar vergoeding van die kosten door het bedrag, voor de openbare school uitgegeven, wordt bepaald. Tot het beperken van de mogelijkheid, om nieuwe bijzondere scholen te stichten, heb ben de voorstanders dier scholen loyaal medegewerkt. Zij zullen in dezen tijd dezelf de loyaliteit moeten toonen om, waar het mogelijk is, tot «en doelmatiger distributie van de scholen mede te werken. De organisatie van ons onderwijs Zoo kan, in onderlinge samenwerking de organisatie van ons onderwijs in zijn geheel worden verbeterd en zullen wij eenerzijds de kosten kunnen drukken, anderzijds door verbetering van de grondslagen en van de aaneensluiting der onderdeden het nuttig rendement kunnen verhoogen. Dit alles zal alleen mogelijk ziin naar den nal ionalen Nederlandschen geest, indien de vrijheid van overtuiging blijft gehuldigd en de samenleving niet wordt beschouwd als een geüniformeerde weermacht, waarin de levende menschen als menschenm a t e r i- a a 1 worden beschouwd en behandeld. Elk soortgelijk systeem zou voor het N e- derlandsche volk een ramp zijn. De waarde van het vrije onderwijs Wie de waarde van het vrije onderwijs voor ons volk erkent zal inzien, dat het van zijn waarde zou worden beroofd, indien men overging tot een politiek systeem, dat deze vrijheid zou uitsluiten. In onzen tijd dreigt dit gevaar van twee kanten; van het communisme en van hel nationaal-socialisme. Ons volk zal nimmer zich het juk van één van beide laten oj> leggen. Maar in een tijd, waarin velen wanhopig zijn, zou elke propaganda, die in normalen tijd zelfs geen kans krijgt op aanvankelijk succes, zoo ver kunnen vorderen, dat zij tot ernstige moeilijkheden kan aanleiding geven. In zoover kan de propagandist zich verheugen over het feit dat anderen hem beschouwen als gevaarlijk. Maar een gewa pende moordenaar is ook gevaarlijk en een kind, dat met lucifers speelt, ook. Zoo is de propagandist van een verderfelijke staats leer gevaarlijk, vooral wanneer hij over dc geldmiddelen beschikt voor een kostbare actie. Communisme en nationaal-socialisme be schouwen elkaar als doodsvijanden, maar zijn beide even gevaarlijk voor ons onder wijs. Beide leiden ons terug naar de uitsluiten de staatszorg; beide kennen slechts één overtuiging- die van den regeerder. Beide staan vijandig tegenover de bemoeiing van kerk en godsdienst met de opvoeding. De één voert openlijk strijd tegen den gods dienst, dien hij beschouwt als een middel tot onderdrukking van de opstandigheid. D; ander slaat de kerken in boeien onder het voorwendsel dat zij den godsdienst mis bruiken voor politieke doeleinden. Beide steller, ons het Nederlandsche volk voor als een zedelijk gezonken natie en zijn regeer ders als een corrupte bende. Beide kweeker. paniek. Elk misdrijf, elk ongeluk schrijven zij toe aan de overheid, die zij bestrijden, zelfs misdrijven, die nog niet zijn gepleegd Beide beoefenen den cellenbouw. om het overheidspersoneel onbetrouwbaar te maken Beide eischen trouw aan zichzelf en on trouw aan de overheid als deze anders wil dan zij. Beide richten hun propaganda bij voorkeur op de jeugd, werken in het ge heim, vormen knokploegen en zoggen, dat er voor alles geld is. Een alternatief van de fantasie Beide eindelijk gronden hun propaganda op het vooropgestelde alternatiei: de toe komst is öf aan de communisten óf aan de nafionaal-socialisten. Een derde heeft geen kans. Het griezelige alternatief is Goddank fan tasie Deze enge geestverwantschap var de beide strijdende bewegingen verklaart, waarom lieden van de eene beweging zoo gemakke lijk overgaan in de andere Men pronkt zelfs met den bekeerde, die in de gevangenis waar hij wegens opruiing verbleef, tot in keer kwam en daarna meteen tot propagan dist werd benoemd. Wanneer men het Nederlandsche volk- voorstelt als een bedorven, baatzuchtige bende, doet men een verderfelijk werk. Dit volk. met a| zijn gebreken staat moreel, in- tel'ectueel. in gerechtigheid en in vrijheid, onder de volken der wereld in de eerste rij. Voor een goed. deel heeft het dit aan ons onderwijs te danken. Wij hebben een onkreukbare rechterlijke mprht, Wij kennen geen buitengewone rechtsmachten, geen perate executies, geen geregelde mishandelingen en levensberoo- vingen door jnverantwoordelijke en oube heerschte organisaties geen vrijheidsbene ming buiten de wet. Ieder, die regeerings functies uitoefent, wordt gecontroleerd, op zijn vingers gekeken en in het publiek be sproken. In Nederland hebben wij een in overgroote meerderheid onkreukbare j^ers. Er is verantwoordelijkheid en verantwoor ding van het begin tot het eir.de. Een gelijk geschakelde eenheidspers van een niet ver antwoordelijke regeering kennen wij niet Spr. wees voorts op de in ons land be staande vrijheid van openbare geloofsbelij denis, van opvoeding en onderwijs. Zoo sprak minister Marchant, die nog op merkte dat er ook in Nederland werkloos heid en ellende zijn, maar dat nergens ter wereld grootere offers zijn gebracht, om deze ellende te verzachten en dat, wie deze ellende aan den regeeringsvorm toeschrijft, er niets van begrijpt. De toestand is moei lijk, doch. zou nog veel erger kunnen zijn. Wij lezen, aldus spr., dagelijks, hoe erg, moreel en materieel, naar recht en vrijheid, naar zekerheid en naar zelfbeschikking, hoe erg het ook hier zou kunnen worden. Het Nederlandsche volk blijve in dezer, hangen tijd zichzelf Het heeft geen behoefte aan import van zedelijke en staatkundig? mode-artikelen uit den vreemde. Het ver- valle niet tot defaitisme, beware zijn zelf bewustzijn en handhave zijn plaats aan de spits. „Ons volk", besloot minister Marchant, „heeft veel moeten lijden en het zal nog meer te lijden krijgen. Het heeft dit alles tot dusver gedragen met een waardigheid, die eerbied afdwingt. Zoo moge het blijven. Zoo alleen kunnen wij de moeilijkheden overwinnen". Eerste Kamer TRAMWEGEN IN DEN ACHTERHOEK De Eerste Kamer kwam gisteravond half negen bijeen. Als eenig punt vermeldde de agenda behandeling van het wetsontwerp: Bevordering van de samenwerking van tramwegen in den Achter hoek van Gelderland. Deze zijn grootendeels noodlijdend en zul len gaan samenwerken onder directie van de Geld. Tramweg Mij. Daarvan wordt aan zienlijke besparing verwacht; zelfs wordt een sluitende rekening mogelijk geacht. De voorzitter opende de beraadslagin gen, maar niemand vroeg het woord, zoodat het wetsontwerp z.h.st. kon worden aan genomen. Hedenmorgen 11 uur komt de Kamer op nieuw bijeen. Zij maakt dan een begin met de behandeling der Rijksbegrooting 1934. DE NEDERLANDSCH-BELGISCHE HANDELSBETREKKINGEN EEN VOORLOOPIG ARRANGEMENT De sedert enkele weken tusschen een Nederlandsche en een Belgische delega tie afwisselend te Brussel en te 's-Gra- venhage gevoerde -besprekingen, hebben Maandag geleid tot een overeenkomst ter regeling van de handelsbetrekkin gen tusschen beidé landen. De parafee ring geschiedde op het ministerie van economische zaken te 's-Gravenhage door de voorzitters van beide delegaties, te weten van Nederlandsche zijde door den heer A. Th. Lamping, directeur van den economischen voorlichtings dienst, van Belgische zijde door den heer S u e t e n s, directeur van de han delsverdragen aan het ministerie van buitenlandsche zaken te Brussel In afwachting van de definitieve regeling van enkele- punten, welke, mede om rede nen van technischen aard, nog niet defini tief konden worden vastgelegd, draagt het arrangement een voorloopig karakter. YVan- neer ook deze kwesties definitief zullen zijn geregeld, zal het arrangement een aigemee- ne regeling vastleggen voor de wijze, waar op beide landen elkander gedurende het jaar 19:14 op het gebied der contingentee- ring zullen behandelen en zullen tevens ver schillende, den laatsten tijd door den han del in elk van beide landen in het andere ondervonden moeilijkheden tot een oplos sing zijn gebracht. De tekst wordt aan de betrokken regeeringen ter definitieve goed keuring voorgelegd; de onderteekening mag binnen korten tijd worden tegemoet gezien. MAASSLUIS' GEMEENTE- BEGROOTING ER BLIJFT EEN TEKORT. Zoonis men weet hebben Ged. Staten van Znid-Holland geweigerd aan de Gemeente- bcgrooting 1934 van Maassluis huu goed keuring te verbinden. B. en W. hebben daar om opnieuw pogingen aangewend een slui tend budget te verkrijgen. Ondanks ver schillende maatregelen, zooals de verhoo ging van het aantal opcenten op de pers-i- neele belasting tot 200, blijft er een niette vinden tekort van f 67.000. De raad heeft het voorstel van B. en W., om voor dit bedrag een Rijksbijdrage aan te vragen, aangeno men. HET EINDE VAN DE TELEFOON STORING TE AMSTERDAM Naar do directeur der Amsterdamsche Gemeentetelefoon ons bericht is Dinsdag van het laatste 1000-tal nummers, dat tengevol ge van den brand in de centraie „Noord" van telefonisch verkeer was uitgesloten, do storing opgeheven, zoodat thans ook de abonné's van de nummers 4UOOO tot en met 40999 weer van hün aansluiting gebruik kunnen maken. Hiermede zijn dus, behou dens enkele stortingen van geringen om vang, alle gewone aansluitingen der Noord centrale weder hersteld. Ten opzichte va de particuliere lijnen kan nog worden medegedeeld, dat het groot ste gedeelte hiervan reeds weder in bedrijf is gekomen, terwijl alle krachten worden ingespannen ook van het resteerende ge deelte zoo spoedig mogelijk de storing optt heffen. Met ingang van Donderdag a.s. zal de gedurende de telefoonstoring getroffen re geling om de Koopmansbeurs buiten de ge- RUBRIEf^ DONDERDAG 8 FEBRUARI HUIZEN 301.5 M. NED. CHR. RADIO-VEREENIGING 2.00—3.00 n.xn. Cursus fraaie handwerken door mej. G. Abllj. 3.003.30 Vrouwenhalfuurtje. Mevr. A. M. C Boerkoel—de Vries: „L. E. naar le- 3.30—4.00 n.m. Verzorging zender. 4.005.00 n.m. Bijbellezing door Ds. W. J. J. Velders. 5.00—5J0 n.m. Cursus handenarbeid voor onze jeugd door H. J. Steinvoort: „Een staand schemerlampje". 5.30—6.45 nm. Concert: G. Beths, viool; F. C. Leidner. altviool en P. Halsema, piano 6.45—7.00 n.m. C.N.V.-kwarüertje. A. Stapelkamp spreekt. 7.00—7.15 n.m. Politieberichten. 7.15—7.30 n.m. Ned. Chr. Persbureau. 7.30—8.00 n.m. „Wat er op de wereld ge beurt" door Corn. A. Crayé. 8.009.00 n.m. Christ. Radio-koor o.l.v. J. Couvée, afgewisseld door orgelspel van Marc. E. Bouwmeester. 9.00—9.30 n.m. A. van Geelen: „De werk verschaffing in Nederland". 9.30—10.00 n.m. Bespeling van het studio- orgel door Marc. E. Bouwmeester. 10.00-10.10 n.m. Vaz Dias. 10.10—11.30 n.m. Gramofoonmuziek. K.R.O. 8.00—9.15 Morgenconcert. 11.00— 11.30 Gramofoonmuziek. 11.3012.00 Godsdienstig halfuurtje door kapelaan J. A. H. Hendriks. 12.01 12.15 n.m. Politieberichten. 12.152.00 njn. Lunchconcert door orkest o.l.v. Marinus van 't Woud. HILVERSUM 1875 M. A.VJI.O. 8.01—10.00 Gramofoonmuziek. 10.01 10.15 Morgenwijding. 10.1510.30 Gramofoonmuziek. 10.30—11.00 Kamermuziek door het „Aeolian"-kwartet. 11.00—11.45 Knipcursus kinderkleeding door mevr. Ida dc Leeuw—van Rees. Her haling 1ste les. 11.45—12.15 n.m. „Aeolian'-kwartet. 12.15—1.00 n.m. Lunchconcert door het Omroeporkest o.l.v. Nico Treep. 2.30—3.00 n.m. Vioolrecital door Egbert Veen Jr. A. d. vleugel: Egbert Veen Sr. 3.00—3.45 n.m. Vervolg knipcursus dcor mevr. Ida de Leeuw—vaD Rees. 14e les. 3.45—4.00 n.m. Overschakeling naar den zender ..Radio Kootwijk". 4.00—4J0 n.m. Mevr. Antoinette van Dijk spreekt voor zieken en ouden vaa dagen. 4.30—5.00 njn. Gramofoonmuziek. 5.00—5.30 n.m. Voor grootere kinderen. Radiotooneel. „Hoe het Tifernand verder ging" (La Colonie). Hoorspel in 6 taferec- len door Charles Vildrac en Cor Hermns. Spelleiding: Kommer Kleijn. V. „De kreeft, die uitkomst geeft". 5.30—6.30 n.m. Dinerconcert door het Om roeporkest o.l.v. Nico Treep. 6.30—7.00 n.m. Sportpraatje door H. Hol lander. 7.00—730 n.m Cembalo-recital door Alice Ehlers. 7.30—8 00 n.m. Engelsche les voor begin ners door Fred Fry. 14e les. 8.01—8.05 n.m. Nieuwsberichten van Vaz Dias. 8.05—930 njn. Aansluiting met het Theater „Carré" te Amsterdam. Uitzending van een gedeelte van de operette „Grafin Marïtza" van Kalman. 9.30—pijn. 10.30 n.m. Aansluiting met het Concertgeboiw te Amsterdam. Het Concert gebouworkest o.l.v. Bruno Walter. Eerste symphonie, D. gr.t., Mahler. 10.3011.00 n.m. Gramofoonmuziek. 11.00—11.10 n.m. Nieuwsberichten van Vaz «VEENEN 506,8 M. 4.10 n.m. Kamermuziek m.m.v. onze land- genootcn Henriette Ruinen—Dubois, viool en Marion Ruinen, piano. 9.20 n.m. „Pauken-Mcsse" van Haydn. STRAATSBURG 349,2 M. 6.50 n.m. Gedichten van Verlaine. 8.50 non. „Lohengrin" Opera van Wagner, KALUNDBORG, 1261 M. 7.30 n.m: Symphonie-concert oJ.v. Hans Welsbach. Ó.m. Zesde symphonie van Beet hoven en ,,L' oiseau de feu" van Stra- RADIO SUISSE ROMANDE 443.1 M 7.55 n.m. Concert m.m.v. Vasa Prihoda, LONDON REG. c.a. ENGELSCHE ZENDERS 342.1 M. 8.20 n.m. Radiotooneel. „Emil and the den tectives". DAVENTRY 1500 M. 8.20 n.m. Concert, m.m.v. den violist Lau- rance Turner. PARIJS (RADIO) 1796 M. 8.20 n.m. Kamermuziek en declamatie. PRAAG 470.2 M. 10.00 n.m. Smetana-concert. LONDEN REG. 342.1 M. 10.05 njn. Symphonie in C van Balakirev, wone beursuren voor belanghebbenden toe gankelijk te stellen, weder komen te ver vallen. De menteur weer in dienst? Naar Het volk verneemt overwegen B. en W. den monteur 6. weer in dienstverband op te nemen. Wanneer is nog niet bekend. VOOR INDISCHE FAMILIES DIE TERUG WILLEN Het Indo-Europeesch Verbond, afd. No- derland, dat in verband met de pensioens- korting een sterke neiging bij vele Indische families voorziet om naar Indië terug te keeren, heeft zich bereid verklaard zijn be middeling te vorleenpn om dezen terugkeer te vergemakkelijken. Nadere inlichtingen kan men bekomen bij het Informatiebureau van het Verbond, Laan van Meerdervoort 569, Den Haag. Eenigen tijd geleden hebben twee hoofd agenten van politie te Hilversum het initia tief genomen om aldaar nqast de verschil lende takken van sport die aldaar door het politiecorps worden beoefend, de vliegsport to propageeren. Door eenstemmig te ver klaren, dit plan te zullen steunen, heeft ge noemd corps weer eens blijk gegeven zijn tijd te verstaan. Er zijn reeds besprekingen gaande om tot de stichting van een fonds te komen, hetwelk eenige leden van het po litiecorps in de gelegenheid zal stellen vlieg les te nemen bij de Nat. Luchtvaart school. UIT DE ANTIREV. PARTIJ VOORJAARSVERGADERING STATLNCENTUALE DORDRECHT De voorjaarsvergadering van de Statenceir* trale Dordrecht zal op Zaterdag 4 Maart a.s. in „Americain", Groenmarkt, Dordrecht ge houden worden. 1A1/S sprekers hopen op deze •ergadering op te treden de heer H. Brou- ver H.M.zn„ secretaris der Centrale, die zal spreken over het Kiesrechtvraagstuk, en de heer J. A. J. Jansen, die zal inleiden „Het Wegen vraagstuk." Te Meerkerk zal vanwege de Statencen- trale Dordrecht op Woensdag 21 Februari a.s, in de bovenzaal van den heer M- Schakel, Dorpsplein optreden het Kamerlid de heer Chr. v. d. Heuvel, met het onderwerp „De crisis- politiek van onze regeering". In veler harten rijzen vragen en bezwaren. Ter eventueele be spreking kunnen deze ter kennis gebracht worden van Ds. S. Kamper te Meerkerk, dia de vergadering voorbereidt. CAPELLE a. d. IJSSEL. De A. R. Kiesver- eeniging „Nederland en Oranje II", hoopt Dinsdag 13 Febr. a.6. in de Chr. School aan de IJsselm.laan een ledenvergadering te hou den. De herr P. C. Streefkerk hoopt in te leiden „Gemeentepolitiek." RIDDERKERK. Verleden week meldden we dat 22 Februari a.s. Oud-Minister Bijlevekl alhier hoopt te spreken over: „Nat. Socialis me en Fascisme". Nader vernemen we, dat deze vergadering zal gehouden worden in ge bouw „St. Joris". WADDINXVEEN. Op 20 Februari a.s, hoopt het Kamerlid de heer Smeenk en op 12 April d.a.v. oud-minister Bjjleveld alhier voor de Anti-Rev. Kiesvereeniging op te treden. ZETTEN. Voor de A. R. Kiesvereeniging „Nederland en Oranje" hoopt op 16 Febr. in openbare vergadering met debat op te treden het Kamerlid C. Smeenk met het onderwerp „Het Fascisme". FEUILLETON Een verhaal uit bange dagen Door AGNES GIBERNE (19 „Gij zult tot mij zeggen, dat het gevaarlijk is al te openlijk te spreken- Het kan zijn, mijne broeders en zusters; doch geeft urn vijand geen plaats, en verloochent Christus niet. Bedenkt, hoe Hij pal ston.l voor u, en niet terugschrikte voor het hevigste lijden om onzentwil. „Bedenkt hoe Hij in den hof tot de disci pelen zeide: „Witf, slaapt gij? Staal op en bidt, dat gij .niet Li verzoeking komt." Dit waren de woorden van onzen H?ere. Ik roep ze u thans ieder in het bijzonder toe. „Staat op en bidt!" Er is verzoeking voor u in aantocht hoe nabij of hevig kan ik niet zeggen Maar staat op en bidt, opdat gij allen als de verzoeking komt, voor Petrus' val moogt gespaard blijven." En toen .bad Sir John Beverie.v innig en ernstig, als een man die voelt, dat zijn eigen tijd misschien kort is, en dat hij den tijd die hem nog is gegeven, zoo goed mogelijk besteden moet Hij bad voor zich zelf cn voor al de aanwezigen, voor zijn gastheer en diens gansehe gezin; voor hen, die vol gelingen van Christus waren, en voor hen. die het niet waren, voor den Koning en de geestelijkheid, voor Lollards en voor Roomsch-Katholieken. Hij bad lang en ernstig; maar toen de godsdienstoefening ten einde was. waren er weinigen, die teekeneu van vermoeidheid toonden. Dadelijk hierop begaf bijna iedereen zich naar zijn vertrek- Margaret wierp een angstigen blik op het gelaat van haar broeder en verliet toen haastig het vertrek als vreesde zij, dat hij met haar over het zoo even gehoorde zou gaan spreken. Hij maakte echter geen op merkingen- en al keek hij ernstig, toch kon zij geen toorn op zijn gelaat lezen. Hij sprak ook niet met Margeret over het onderwerp gedurende de volgende drie dagen van zijn verblijf op het kasteel. Elke avond was een herhaling van den eersten, wat betrof het zingen, lezen en bidden. Sir Reginald was telkens tegenwoordig, kalm »n zelfs aandachtig toeluisterend, zender erlp-jr ooit zijn meening uit te spreken Margaret was zo.er verbaasd over zijn ongewone terug houdendheid. De laatste dag van Sir Reginalds verblijf was aangebroken en ongeveer eer. uur voor den avondmaaltijd plukte Margaret eenige bloemen in den tuin- Half onbewust aeu- riede zij een lied bij zich zelve, terwijl zij over de laatste dagen nadacht, meenende. dat zij geheel alleen was. Plotseling weid haar aandacht door een lichte beweging ge trokken en toen zij opkeek, zag zij »vaar broeder in zijn langen, met bont gevoerdc.i mantel naast haar staan. „Reginald!" riep zij onwillekeurig uit „Wacht Lady Joan u dadelijk terug?" vroeg hij. Margaret wenschte, dat zij bevestigend had kurrnen antwoorden. „Ik mag niet al te lang wegblijven", zeide zij na eenig stil zwijgen. „Hebt gij Eleonore aan haar lot overgelaten?" „Ik weet niet waar zij is; maar ik wil thans met u spreken, Margaret-" Het oogenblik was gekomen. Margaret haalde diep adem, doch zeide slochts: „Gij zult morgen ochtend vroeg vertrek ken, nietwaar?" „Dat moet ik wel, als ik Canterbury vóór den avond bereiken wil. Gij zul', ons waar schijnlijk spoedig weerzien, als wij op onzen terugweg naar huis hier nogmaals komen. Maar ik weet het aiet Men zegt, dat er misschien spoedig oorlog komt Wat mij betreft, ik zou gaarne tegen Frankrijk op trekken." „Ik zal u dus maar geen brieven of bood schappen voor mijn moeder medegevén, eer ik u terugzie"- zeide Margaret En toen, ziende dat hij zich klaarblijkelijk gereed maakte om de een of andere vraag te doen die hij op het hart scheen te hebben, voegd.- zij er aan toe; „Hoe vindt gij ouzo schoone Githa?" „Na Eleonore zag ik nooit schooner jonk vrouw", antwoodde Sir Regina.d ridder'ijiv „Eleonore o, die is niet met Githa te vergelijken", zeide Margaret half ongeduldig „Maar ik houd van Githa als van eer zuster." „Uw liefste vriendin is een Lollard, Mar garet." Zij had hem onwillekeurig op het onder werp gebracht- dat zij haar best deed te vermijden, maar haar tegenwoordigheid van geest begaf haar niet „In het gezin van e°n Lollard zijn wij eigenlijk allen zusters" a at woordde zij gevat. „Eleonore Culpepper is mijn zuster evengoed als Githa-" Reginald zag haar vorschend aan. „Denl.t gij, dat Eleonore neigingen heeft voor he* Lollardisme?" „Hoe weet ik dat? Zij wilde u, als ei 's avonds werd gelezen, niet laten gaan" „Gij weet, dat dit niets beteekenL Zij mocht zelve niet heengaan- en wpnschte dai ik haar zijde niet verlaten zou. Dpnkt gij, dat zij de denkbeelden der Lollards is toegedaan Margaret?" „Neen, dat geloof ik niet", zeide Maivnre*. ..Eleonore hecht weinig aan dorgelijke zaken zij houdt meer van jagen en zich fraai kleeden en ploizier maken." „Dat is ook zooals het wezen moet", zeicie Reginald. „Ik houd niet van geleerde vrouwen." „Indien gij tevreden zijt- dan is \et goed" teido Margaret, een weinig irenisch. „Het is niet noodig, dat gij on ik over dit onderwerp gaan twisten", zeide Reg.nald kalm. „Gij houdt niet van Eleonore, dot weet ik wel en dat spijt mij; naar gij zijt natuurlijk vrij te houden of niet te honJen van wie gij wilt- Ik we-.isch u echter than-- over een andere zaak te spreken. Eleonore zal er nooit over denken een Lollard to worden. Voor haar vrees ik niet. Maar fcos staat het in dit opzicht met u?" „Ik wensch u niet te bedroeven, ReginpM. Ik zal mijn best doen van Eleonore te gaan houden, als gij dit gaarne hebt „Neen- neen!" zeide Reginald, ):alf lachend „Gewoonlijk zijt gij niet zoo vo'czaarn- F.»< een gedwongen liefde is geen liefde. Maar gij hebt mijn vraag niet beantwoord, lieve zuster." „Wat is uw meening over het Lollardisme, Reginald, sinds gij het hier in huis hebt gadegeslagen?" Zij deed de vraag om tijd te winnen; maar zij wist, dat zij er niet aan kon ontkomen om antwoord te geven. Zij wist echter niet, welke gedragslijn rij volgen moest, en gevoelde zich zeer beslui teloos. „Het ware- dunkt mij, beter, als ik vroeg wat gij er van denkt." „Als gij niet op mijn vragen wilt ant woorden, dan antwoord ik ook niet op dp uwe", zeide Margaret- „Ik vind, dat het Lollardisme veel aan trekkelijks hoeft", zeide Reginald bes'ht. „Het waren heerlijke woorden, die Sir Jo'n1 Beverley ons dfs avonds voorlas Maar gi; weet zeer goed, dat de heilige Kerk ons leeken verbiedt in den Bijbel te lezen. Ik zi-J veel boete doen voor het luisteren, dat ;n iederen avond gedaan heb. Maar ik w:Up eens wat beter weten- wat dit Lollardisme toch eigenlijk te beduiden heeft En ik wil niet hebben, dat gij een Lollard wordt!" De laatste woorden werden op zeer beslk. ten toon uitgesproken. Margarets donkere oogen zagen hem een oogenblik uitdag;ri aan- In het volgende oogenblik sloeg zij ze met een uitdrukking van vrees weder neder. Zij wist, wat dit alles beteekendc. „Ik wil niet, dat gij een Loi'.ard wordt, Margaret" De woorden werden ten twepden male beslist, hoewel vriendelijk, uilgesproken. Margaret bleef met ternedergesmgen oogen roerloos staan. „Denkt gij waarlijk, Reginald, dat God d e heerlijke, troostvolle woorden aan de mr-> schen gegeven hoeft, opdat de menschen zo niet zouden lezen?" „Opdat de priesters ze zouden lezen en bestudeercu, en ons die woorden m°«ie- deelen, die voor ons geschikt zi|n „Ik zou wel eens willen weten hoe vaak de waardige priesters van dit land in den Bijbel studeeren, of hoe veel zij er aan ons, gewone menschen, vaa niededeolen" „Het kan zijn, dat zij niet ailen hun roeping trouw vervullen", zeide Reginald die te dikwijls op de priesters nao gosc' el- den, om nu veel in hun voordcel te kunnen zeggen. „Doch dat heeft niets met de kwestie te maken." -Behalve, dat indien dc wateivaten leJ-g zijn, het mij het beste lijkt zelf aan de bron te gaan drinken", zeide Margaret snel. Sir Reginald fronste de wenkbrauwen. „Margaret, het is op verlangen uwer moe der, dat ik u over deze zaak ondervraag. Ik vrees, dat ik haar niet het doei haar ge- wenschto antwoord kan terugbrengen „En als gij het niet doet?" Margaret zag hem vragend a» n. Zij ver langde de gevolgen van haar art woord op zijn gelaat te lezen het antwoord, dat rij geven moest, al stelde zij het ock zoo lang mogelijk uit „Uw moeder wil niet, dat gij een Lollard wordt, Margaret." Wederom diezolfoe voorden. ,-Gij hebt mij geen antwoord op mijn raag gegeven", zeide zij langzaam. „Voor het heil uwer ziel en vooi het tijde lijk welzij-a zou zij er toe hesluiten u te huis te laten komen, al haalde zij zich fx.k daar door den toorn onzer achouno u.cbt, LaJv Cobhain, op den hals-" (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1934 | | pagina 9