Onderwijs en Politiek
Gg goede belijdenis getrouw
WOENSDAG 7 FEBRUAR11934
DERDE BLAD PAG. 9
IN DEZE MOEILIJKE TIJD IS SAMENWERKING
NOODIG VAN ALLEN, IN VRIJHEID
OP HET TERREIN VAN HET ONDERWIJS MOET ER
ZIJN EERBIEDIGING VAN ELKANDERS OVERTUIGING
Politiek is de wetenschap, die de weg wijst voor de
kunst van het practisch handelen
Minister Marcliant
Gisteravond, van vijf minuten over acht
tot half negen heeft minister Mar chant
een radiorede gehouden over „Onderwijs en
Politiek".
De minister omschreef politiek als di
wetenschap, die den weg wijst voor de
kunst van het
practische hande
len in het open
bare leven en daar
bij te bereiken,
wat mogelijk is.
Zij heeft reke
ning te houden
met de verschil
lende geestesrich
tingen, in 't volk
levende. Politiek
is een onmisbaar
element in het be
sturen van een
staat, in het re-
geeren van een
volk. Zij. die de
leuze aanheffen:
„weg met de poli
tiek" kunnen, al
doorgronden zij het zelf niet, daarmee niets
anders uitdrukken dan de begeerte om de
geldende politiek te vervangen door een
andere politiek.
Dat is niet mogelijk.
Het is niet mogelijk, de verschillen tus-
schen de godsdienstige, zedelijke en ver
standelijke overtuigingen der menschen
I door voorschriften te verwijderen. Wel kan
j de regeerder den menschen verbieden, over-
tuiging hijzelf moge zijn bij de toepassing
wijken. Maar dan blijven toch de andere
j overtuigingen leven, al heeft de regeerder
i van dit leven geen last, voor zoo ver zijn
dwangvermogen reikt
Hier in Nederland zijn wij tot dusver niet
I naar deze on-Nederlandsche en antinatio
nale methode geregeerd. In Nederland wil
len wij dat elke regeerder, van welke .»ver-
tuipig hijzelf moge zijn, bij do toepassing
van zijn beginsel rekening houdt met af
wijkende beginselen van anderen.
Èr zijn verschillende politieke partijen,
I omdat de verschillende overtuigingen op
staatkundig gebied leiden tot 't aanhangen
van verschillende regeermethoden. Men kan
j wel het bestaan verhinderen van partijen,
maar men kan niet de overtuigingen ver
wijderen, waaruit zij zijn voortgevloeid
Het stelsel van evenredige ver
tegenwoordiging.
1 Ons stelsel van evenredige vertegenwoor
diging dient om vast te stellen de sterkte
I van den aanhang, dien elk van de overtui-
1 gingen in het volk heeft. Omdat de volks-
i vertegenwoordiging wordt samengesteld
naar verhouding van den aanhang der ver
schillende overtuigingen, zijn deze vertegen-
wooriiBing en dit kiesrecht van een orga
nisch karakter. Men kan haar ook corpora-
t\èf noemen, al zijn staatkundige en
niet sociale corporaties de grondslag ervan.
Elke organisatie heeft leiding noodig, zoo
ook een politieke. De organisaties hehhen
de polit:eke leiding aan politieke leiders
opgedragen, die zij door andere kunnen ver
vangen. Deze leiders worden thans veelal
„bonzen" genoemd. Krachlens hun positie
hebben zij invloed op de keuze van de re
geerders. De regeeringsfuncties worden
thans veelal „baantjes" genoemd.
„Weg met de politiek"
Wanneer men zegt: „Weg met de politiek
I weg met de partijen, weg met de bonzen,
weg met de baantjes; er- moet maar één
partij zijn en die ben ik", beteekenen al deze
leuzen: „hier met de politiek, hier met de
I partijen, hier met de macht van de bonzen,
hier met de baantjes". Er zal'dan voortaan
één bons wezen, met alleen alle macht
Als men mocht opmerken, dat er onder
I ons geldend systeem zooveel corruptie en
misbruik zijn (op do vraag, in hoeverre dit
juist is. kon spr. niet ingaan), antwoordde
spr dat elk systeem, om daaraan een eind
te maken, betei is dan het systeem van den
éénigen bons, omdat deze ons niet den ge-
ringsten waarborg kan geven, dat er geen
corruptie en geen misbruik zullen zijn; wel
zullen zij gemakkelijker verborgen zijn te
houden.
Spr. zeide, deze politieke beschouwing tc-
hebben gehouden om de aandacht te vesti
gen op de beteekenis van de politiek voor
het onderwijs.
Onze vroegere onderwijswetgeving
Onze vroegere onderwijswetgeving, ver
volgde spr., ging uit van de gedachte dat
voor het onderwijs de staat zorgt en dat
particulier of bijzonder onderwijs niet noo
dig is.
Velen waren van andere meening. Zij be
schouwden het onderwijs als een deel van
de opvoeding. Het was hun niet genoeg, dac
de onderwijzer geen aanstoot gééft. Zij
wenschten voor hun kinderen onderwijzers,
die dezelfde overtuiging hadden als. zij. Daar
om gingen zij hun eigen scholen oprichten
en zij betaalden ze zelf. Alleen het open
baar onderwijs werd uit de overheidskas
betaald.
Zij, die eigen scholen hadden, hebben toen
gezegd, dat het niet rechtvaardig was dat
zij, de ouders, als belastingschuldigen de
openbare school niedebetaalden, waaraan zij
hun kinderen niet konden toevertrouwen,
on bovendien de school, welke zij zelf voor
hun kinderen hadden gesticht. Zij wilden,
dat de staat de kosten zou betalen voor alle
Nederlandsche kinderen.
Dit was, zoo ging minister Marchant voort
de oorzaak van onzen jarenlangen school
strijd welke is geëindigd door de pacifica
tie, in 1917 in de Gp>odwet vastgelegd en in
de Lager-Onderwijswet 19?0 uitgewerkt door
de financieele gelijkstelling van het open
baar en bijzonder onderwijs. De overheid
verzorgt het openhaar onderwijs; zij contro
leert, of het bijzonder onderwij? aan de ge
stelde eischen van deugdelijkheid voldoet.
De kosten voor beide worden uit de over
heidskas betaald.
Deze oDlossing van den schoolstrijd is een
echt Nederlandsch, nationaal werk geweest,
waaraan nagenoeg alle richtingen hebben
meegewerkt.
De tegenwoordige financieele moeilijk
heden maken thans bezuiniging op onze
hooge onderwijsuitgaven noodzakelijk.
Het bedrag onzer gewone jaaruitga ven
bestaat voor ongeveer één derde uit
rente en aflossing van schuld en uit
gaven voor pensioenen.
De bezuiniging moet dus worden ge
vonden op 2/3 van onze uitgaven, een
kleine 400 millioen. Daarvan komt al
leen voor het ééne departement van
Onderwijs 150 millioen, belangrijk meer
dan 1/3. Het spreekt vanzelf, dat Onder
wijs een belangrijk deel van de bezuini
ging moet dragen.
Maar de aangegeven grondslag van
ons onderwijs zal moeten blijven ge
handhaafd.
In dezen moeilijken tijd, aldus de
Minister, is noodig samenwerking van
allen, in vrijheid.
Ook op het terrein van het onderwijs
moge do noodzakelijke samenwerking wor
den bevorderd door eerbiediging van elkan
ders overtuiging. De voorstanders van de
openbare overheidsschool moeten erkennen,
dat voor de Nederlandsche kinderen van .Ie
bijzondere school deze school hetzelfde recht
van bestaan heeft. En aan de ouders, die
niet de bijzondere school verkiezen voor
hun kinderen, moet geen reden worden ge
geven. waardoor hun vertr.uwen in de
openbare school zou kunen worden ver
zwakt. De voorstanders van de bijzondere
schooi moeten de waarde en de noodzake
lijkheid van het openbaar onderwijs erken
nen voor allen die niet van confessioneel
onderwijs zijn gediend of die op een bepaal
de plaats te zwak zijn om hun eigen con
fessioneele school te stichten.
De overheid kan, doordat zijzelf met het
beheer van de openbare school is belast,
daarin de bezuiniging aanbrengen, die zij
verkiest Voor zoover deze bezuinig-ng be
treft de exploitatie van de scholen, werkt
zij ook door voor dR bijzondere scholen, om-
da» haar vergoeding van die kosten door het
bedrag, voor de openbare school uitgegeven,
wordt bepaald.
Tot het beperken van de mogelijkheid, om
nieuwe bijzondere scholen te stichten, heb
ben de voorstanders dier scholen loyaal
medegewerkt. Zij zullen in dezen tijd dezelf
de loyaliteit moeten toonen om, waar het
mogelijk is, tot «en doelmatiger distributie
van de scholen mede te werken.
De organisatie van ons onderwijs
Zoo kan, in onderlinge samenwerking de
organisatie van ons onderwijs in zijn geheel
worden verbeterd en zullen wij eenerzijds
de kosten kunnen drukken, anderzijds door
verbetering van de grondslagen en van de
aaneensluiting der onderdeden het nuttig
rendement kunnen verhoogen.
Dit alles zal alleen mogelijk ziin naar den
nal ionalen Nederlandschen geest, indien de
vrijheid van overtuiging blijft gehuldigd en
de samenleving niet wordt beschouwd als
een geüniformeerde weermacht, waarin de
levende menschen als menschenm a t e r i-
a a 1 worden beschouwd en behandeld.
Elk soortgelijk systeem zou voor het N e-
derlandsche volk een ramp zijn.
De waarde van het vrije onderwijs
Wie de waarde van het vrije onderwijs
voor ons volk erkent zal inzien, dat het van
zijn waarde zou worden beroofd, indien men
overging tot een politiek systeem, dat deze
vrijheid zou uitsluiten.
In onzen tijd dreigt dit gevaar van twee
kanten; van het communisme en van hel
nationaal-socialisme. Ons volk zal nimmer
zich het juk van één van beide laten oj>
leggen.
Maar in een tijd, waarin velen wanhopig
zijn, zou elke propaganda, die in normalen
tijd zelfs geen kans krijgt op aanvankelijk
succes, zoo ver kunnen vorderen, dat zij tot
ernstige moeilijkheden kan aanleiding
geven. In zoover kan de propagandist zich
verheugen over het feit dat anderen hem
beschouwen als gevaarlijk. Maar een gewa
pende moordenaar is ook gevaarlijk en een
kind, dat met lucifers speelt, ook. Zoo is de
propagandist van een verderfelijke staats
leer gevaarlijk, vooral wanneer hij over dc
geldmiddelen beschikt voor een kostbare
actie.
Communisme en nationaal-socialisme be
schouwen elkaar als doodsvijanden, maar
zijn beide even gevaarlijk voor ons onder
wijs.
Beide leiden ons terug naar de uitsluiten
de staatszorg; beide kennen slechts één
overtuiging- die van den regeerder. Beide
staan vijandig tegenover de bemoeiing van
kerk en godsdienst met de opvoeding. De
één voert openlijk strijd tegen den gods
dienst, dien hij beschouwt als een middel
tot onderdrukking van de opstandigheid. D;
ander slaat de kerken in boeien onder het
voorwendsel dat zij den godsdienst mis
bruiken voor politieke doeleinden. Beide
steller, ons het Nederlandsche volk voor als
een zedelijk gezonken natie en zijn regeer
ders als een corrupte bende. Beide kweeker.
paniek. Elk misdrijf, elk ongeluk schrijven
zij toe aan de overheid, die zij bestrijden,
zelfs misdrijven, die nog niet zijn gepleegd
Beide beoefenen den cellenbouw. om het
overheidspersoneel onbetrouwbaar te maken
Beide eischen trouw aan zichzelf en on
trouw aan de overheid als deze anders wil
dan zij. Beide richten hun propaganda bij
voorkeur op de jeugd, werken in het ge
heim, vormen knokploegen en zoggen, dat
er voor alles geld is.
Een alternatief van de fantasie
Beide eindelijk gronden hun propaganda
op het vooropgestelde alternatiei: de toe
komst is öf aan de communisten óf aan de
nafionaal-socialisten. Een derde heeft geen
kans.
Het griezelige alternatief is Goddank fan
tasie
Deze enge geestverwantschap var de beide
strijdende bewegingen verklaart, waarom
lieden van de eene beweging zoo gemakke
lijk overgaan in de andere Men pronkt zelfs
met den bekeerde, die in de gevangenis
waar hij wegens opruiing verbleef, tot in
keer kwam en daarna meteen tot propagan
dist werd benoemd.
Wanneer men het Nederlandsche volk-
voorstelt als een bedorven, baatzuchtige
bende, doet men een verderfelijk werk. Dit
volk. met a| zijn gebreken staat moreel, in-
tel'ectueel. in gerechtigheid en in vrijheid,
onder de volken der wereld in de eerste
rij. Voor een goed. deel heeft het dit aan
ons onderwijs te danken.
Wij hebben een onkreukbare rechterlijke
mprht, Wij kennen geen buitengewone
rechtsmachten, geen perate executies, geen
geregelde mishandelingen en levensberoo-
vingen door jnverantwoordelijke en oube
heerschte organisaties geen vrijheidsbene
ming buiten de wet. Ieder, die regeerings
functies uitoefent, wordt gecontroleerd, op
zijn vingers gekeken en in het publiek be
sproken. In Nederland hebben wij een in
overgroote meerderheid onkreukbare j^ers.
Er is verantwoordelijkheid en verantwoor
ding van het begin tot het eir.de. Een gelijk
geschakelde eenheidspers van een niet ver
antwoordelijke regeering kennen wij niet
Spr. wees voorts op de in ons land be
staande vrijheid van openbare geloofsbelij
denis, van opvoeding en onderwijs.
Zoo sprak minister Marchant, die nog op
merkte dat er ook in Nederland werkloos
heid en ellende zijn, maar dat nergens ter
wereld grootere offers zijn gebracht, om
deze ellende te verzachten en dat, wie deze
ellende aan den regeeringsvorm toeschrijft,
er niets van begrijpt. De toestand is moei
lijk, doch. zou nog veel erger kunnen zijn.
Wij lezen, aldus spr., dagelijks, hoe erg,
moreel en materieel, naar recht en vrijheid,
naar zekerheid en naar zelfbeschikking, hoe
erg het ook hier zou kunnen worden.
Het Nederlandsche volk blijve in dezer,
hangen tijd zichzelf Het heeft geen behoefte
aan import van zedelijke en staatkundig?
mode-artikelen uit den vreemde. Het ver-
valle niet tot defaitisme, beware zijn zelf
bewustzijn en handhave zijn plaats aan de
spits.
„Ons volk", besloot minister Marchant,
„heeft veel moeten lijden en het zal nog
meer te lijden krijgen. Het heeft dit alles
tot dusver gedragen met een waardigheid,
die eerbied afdwingt. Zoo moge het blijven.
Zoo alleen kunnen wij de moeilijkheden
overwinnen".
Eerste Kamer
TRAMWEGEN IN DEN ACHTERHOEK
De Eerste Kamer kwam gisteravond half
negen bijeen. Als eenig punt vermeldde de
agenda behandeling van het wetsontwerp:
Bevordering van de samenwerking
van tramwegen in den Achter
hoek van Gelderland.
Deze zijn grootendeels noodlijdend en zul
len gaan samenwerken onder directie van
de Geld. Tramweg Mij. Daarvan wordt aan
zienlijke besparing verwacht; zelfs wordt
een sluitende rekening mogelijk geacht.
De voorzitter opende de beraadslagin
gen, maar niemand vroeg het woord, zoodat
het wetsontwerp z.h.st. kon worden aan
genomen.
Hedenmorgen 11 uur komt de Kamer op
nieuw bijeen. Zij maakt dan een begin met
de behandeling der Rijksbegrooting 1934.
DE NEDERLANDSCH-BELGISCHE
HANDELSBETREKKINGEN
EEN VOORLOOPIG ARRANGEMENT
De sedert enkele weken tusschen een
Nederlandsche en een Belgische delega
tie afwisselend te Brussel en te 's-Gra-
venhage gevoerde -besprekingen, hebben
Maandag geleid tot een overeenkomst
ter regeling van de handelsbetrekkin
gen tusschen beidé landen. De parafee
ring geschiedde op het ministerie van
economische zaken te 's-Gravenhage
door de voorzitters van beide delegaties,
te weten van Nederlandsche zijde door
den heer A. Th. Lamping, directeur
van den economischen voorlichtings
dienst, van Belgische zijde door den
heer S u e t e n s, directeur van de han
delsverdragen aan het ministerie van
buitenlandsche zaken te Brussel
In afwachting van de definitieve regeling
van enkele- punten, welke, mede om rede
nen van technischen aard, nog niet defini
tief konden worden vastgelegd, draagt het
arrangement een voorloopig karakter. YVan-
neer ook deze kwesties definitief zullen zijn
geregeld, zal het arrangement een aigemee-
ne regeling vastleggen voor de wijze, waar
op beide landen elkander gedurende het
jaar 19:14 op het gebied der contingentee-
ring zullen behandelen en zullen tevens ver
schillende, den laatsten tijd door den han
del in elk van beide landen in het andere
ondervonden moeilijkheden tot een oplos
sing zijn gebracht. De tekst wordt aan de
betrokken regeeringen ter definitieve goed
keuring voorgelegd; de onderteekening mag
binnen korten tijd worden tegemoet gezien.
MAASSLUIS' GEMEENTE-
BEGROOTING
ER BLIJFT EEN TEKORT.
Zoonis men weet hebben Ged. Staten van
Znid-Holland geweigerd aan de Gemeente-
bcgrooting 1934 van Maassluis huu goed
keuring te verbinden. B. en W. hebben daar
om opnieuw pogingen aangewend een slui
tend budget te verkrijgen. Ondanks ver
schillende maatregelen, zooals de verhoo
ging van het aantal opcenten op de pers-i-
neele belasting tot 200, blijft er een niette
vinden tekort van f 67.000. De raad heeft het
voorstel van B. en W., om voor dit bedrag
een Rijksbijdrage aan te vragen, aangeno
men.
HET EINDE VAN DE TELEFOON
STORING TE AMSTERDAM
Naar do directeur der Amsterdamsche
Gemeentetelefoon ons bericht is Dinsdag van
het laatste 1000-tal nummers, dat tengevol
ge van den brand in de centraie „Noord"
van telefonisch verkeer was uitgesloten, do
storing opgeheven, zoodat thans ook de
abonné's van de nummers 4UOOO tot en met
40999 weer van hün aansluiting gebruik
kunnen maken. Hiermede zijn dus, behou
dens enkele stortingen van geringen om
vang, alle gewone aansluitingen der Noord
centrale weder hersteld.
Ten opzichte va de particuliere lijnen
kan nog worden medegedeeld, dat het groot
ste gedeelte hiervan reeds weder in bedrijf
is gekomen, terwijl alle krachten worden
ingespannen ook van het resteerende ge
deelte zoo spoedig mogelijk de storing optt
heffen.
Met ingang van Donderdag a.s. zal de
gedurende de telefoonstoring getroffen re
geling om de Koopmansbeurs buiten de ge-
RUBRIEf^
DONDERDAG 8 FEBRUARI
HUIZEN 301.5 M.
NED. CHR. RADIO-VEREENIGING
2.00—3.00 n.xn. Cursus fraaie handwerken
door mej. G. Abllj.
3.003.30 Vrouwenhalfuurtje. Mevr. A.
M. C Boerkoel—de Vries: „L. E. naar le-
3.30—4.00 n.m. Verzorging zender.
4.005.00 n.m. Bijbellezing door Ds. W. J.
J. Velders.
5.00—5J0 n.m. Cursus handenarbeid voor
onze jeugd door H. J. Steinvoort: „Een
staand schemerlampje".
5.30—6.45 nm. Concert: G. Beths, viool;
F. C. Leidner. altviool en P. Halsema, piano
6.45—7.00 n.m. C.N.V.-kwarüertje. A.
Stapelkamp spreekt.
7.00—7.15 n.m. Politieberichten.
7.15—7.30 n.m. Ned. Chr. Persbureau.
7.30—8.00 n.m. „Wat er op de wereld ge
beurt" door Corn. A. Crayé.
8.009.00 n.m. Christ. Radio-koor o.l.v. J.
Couvée, afgewisseld door orgelspel van
Marc. E. Bouwmeester.
9.00—9.30 n.m. A. van Geelen: „De werk
verschaffing in Nederland".
9.30—10.00 n.m. Bespeling van het studio-
orgel door Marc. E. Bouwmeester.
10.00-10.10 n.m. Vaz Dias.
10.10—11.30 n.m. Gramofoonmuziek.
K.R.O.
8.00—9.15 Morgenconcert.
11.00— 11.30 Gramofoonmuziek.
11.3012.00 Godsdienstig halfuurtje door
kapelaan J. A. H. Hendriks.
12.01 12.15 n.m. Politieberichten.
12.152.00 njn. Lunchconcert door orkest
o.l.v. Marinus van 't Woud.
HILVERSUM 1875 M.
A.VJI.O.
8.01—10.00 Gramofoonmuziek.
10.01 10.15 Morgenwijding.
10.1510.30 Gramofoonmuziek.
10.30—11.00 Kamermuziek door het
„Aeolian"-kwartet.
11.00—11.45 Knipcursus kinderkleeding
door mevr. Ida dc Leeuw—van Rees. Her
haling 1ste les.
11.45—12.15 n.m. „Aeolian'-kwartet.
12.15—1.00 n.m. Lunchconcert door het
Omroeporkest o.l.v. Nico Treep.
2.30—3.00 n.m. Vioolrecital door Egbert
Veen Jr. A. d. vleugel: Egbert Veen Sr.
3.00—3.45 n.m. Vervolg knipcursus dcor
mevr. Ida de Leeuw—vaD Rees. 14e les.
3.45—4.00 n.m. Overschakeling naar den
zender ..Radio Kootwijk".
4.00—4J0 n.m. Mevr. Antoinette van Dijk
spreekt voor zieken en ouden vaa dagen.
4.30—5.00 njn. Gramofoonmuziek.
5.00—5.30 n.m. Voor grootere kinderen.
Radiotooneel. „Hoe het Tifernand verder
ging" (La Colonie). Hoorspel in 6 taferec-
len door Charles Vildrac en Cor Hermns.
Spelleiding: Kommer Kleijn. V. „De kreeft,
die uitkomst geeft".
5.30—6.30 n.m. Dinerconcert door het Om
roeporkest o.l.v. Nico Treep.
6.30—7.00 n.m. Sportpraatje door H. Hol
lander.
7.00—730 n.m Cembalo-recital door Alice
Ehlers.
7.30—8 00 n.m. Engelsche les voor begin
ners door Fred Fry. 14e les.
8.01—8.05 n.m. Nieuwsberichten van Vaz
Dias.
8.05—930 njn. Aansluiting met het Theater
„Carré" te Amsterdam. Uitzending van een
gedeelte van de operette „Grafin Marïtza"
van Kalman.
9.30—pijn. 10.30 n.m. Aansluiting met het
Concertgeboiw te Amsterdam. Het Concert
gebouworkest o.l.v. Bruno Walter. Eerste
symphonie, D. gr.t., Mahler.
10.3011.00 n.m. Gramofoonmuziek.
11.00—11.10 n.m. Nieuwsberichten van Vaz
«VEENEN 506,8 M.
4.10 n.m. Kamermuziek m.m.v. onze land-
genootcn Henriette Ruinen—Dubois, viool
en Marion Ruinen, piano.
9.20 n.m. „Pauken-Mcsse" van Haydn.
STRAATSBURG 349,2 M.
6.50 n.m. Gedichten van Verlaine.
8.50 non. „Lohengrin" Opera van Wagner,
KALUNDBORG, 1261 M.
7.30 n.m: Symphonie-concert oJ.v. Hans
Welsbach. Ó.m. Zesde symphonie van Beet
hoven en ,,L' oiseau de feu" van Stra-
RADIO SUISSE ROMANDE 443.1 M
7.55 n.m. Concert m.m.v. Vasa Prihoda,
LONDON REG. c.a. ENGELSCHE
ZENDERS 342.1 M.
8.20 n.m. Radiotooneel. „Emil and the den
tectives".
DAVENTRY 1500 M.
8.20 n.m. Concert, m.m.v. den violist Lau-
rance Turner.
PARIJS (RADIO) 1796 M.
8.20 n.m. Kamermuziek en declamatie.
PRAAG 470.2 M.
10.00 n.m. Smetana-concert.
LONDEN REG. 342.1 M.
10.05 njn. Symphonie in C van Balakirev,
wone beursuren voor belanghebbenden toe
gankelijk te stellen, weder komen te ver
vallen.
De menteur weer in dienst?
Naar Het volk verneemt overwegen B. en
W. den monteur 6. weer in dienstverband
op te nemen. Wanneer is nog niet bekend.
VOOR INDISCHE FAMILIES DIE
TERUG WILLEN
Het Indo-Europeesch Verbond, afd. No-
derland, dat in verband met de pensioens-
korting een sterke neiging bij vele Indische
families voorziet om naar Indië terug te
keeren, heeft zich bereid verklaard zijn be
middeling te vorleenpn om dezen terugkeer
te vergemakkelijken. Nadere inlichtingen
kan men bekomen bij het Informatiebureau
van het Verbond, Laan van Meerdervoort
569, Den Haag.
Eenigen tijd geleden hebben twee hoofd
agenten van politie te Hilversum het initia
tief genomen om aldaar nqast de verschil
lende takken van sport die aldaar door het
politiecorps worden beoefend, de vliegsport
to propageeren. Door eenstemmig te ver
klaren, dit plan te zullen steunen, heeft ge
noemd corps weer eens blijk gegeven zijn
tijd te verstaan. Er zijn reeds besprekingen
gaande om tot de stichting van een fonds
te komen, hetwelk eenige leden van het po
litiecorps in de gelegenheid zal stellen vlieg
les te nemen bij de Nat. Luchtvaart school.
UIT DE ANTIREV. PARTIJ
VOORJAARSVERGADERING
STATLNCENTUALE DORDRECHT
De voorjaarsvergadering van de Statenceir*
trale Dordrecht zal op Zaterdag 4 Maart a.s.
in „Americain", Groenmarkt, Dordrecht ge
houden worden. 1A1/S sprekers hopen op deze
•ergadering op te treden de heer H. Brou-
ver H.M.zn„ secretaris der Centrale, die zal
spreken over het Kiesrechtvraagstuk, en de
heer J. A. J. Jansen, die zal inleiden „Het
Wegen vraagstuk."
Te Meerkerk zal vanwege de Statencen-
trale Dordrecht op Woensdag 21 Februari a.s,
in de bovenzaal van den heer M- Schakel,
Dorpsplein optreden het Kamerlid de heer Chr.
v. d. Heuvel, met het onderwerp „De crisis-
politiek van onze regeering". In veler harten
rijzen vragen en bezwaren. Ter eventueele be
spreking kunnen deze ter kennis gebracht
worden van Ds. S. Kamper te Meerkerk, dia
de vergadering voorbereidt.
CAPELLE a. d. IJSSEL. De A. R. Kiesver-
eeniging „Nederland en Oranje II", hoopt
Dinsdag 13 Febr. a.6. in de Chr. School aan
de IJsselm.laan een ledenvergadering te hou
den. De herr P. C. Streefkerk hoopt in te
leiden „Gemeentepolitiek."
RIDDERKERK. Verleden week meldden we
dat 22 Februari a.s. Oud-Minister Bijlevekl
alhier hoopt te spreken over: „Nat. Socialis
me en Fascisme". Nader vernemen we, dat
deze vergadering zal gehouden worden in ge
bouw „St. Joris".
WADDINXVEEN. Op 20 Februari a.s,
hoopt het Kamerlid de heer Smeenk en op 12
April d.a.v. oud-minister Bjjleveld alhier voor
de Anti-Rev. Kiesvereeniging op te treden.
ZETTEN. Voor de A. R. Kiesvereeniging
„Nederland en Oranje" hoopt op 16 Febr. in
openbare vergadering met debat op te treden
het Kamerlid C. Smeenk met het onderwerp
„Het Fascisme".
FEUILLETON
Een verhaal uit bange dagen
Door AGNES GIBERNE
(19
„Gij zult tot mij zeggen, dat het gevaarlijk
is al te openlijk te spreken- Het kan zijn,
mijne broeders en zusters; doch geeft urn
vijand geen plaats, en verloochent Christus
niet. Bedenkt, hoe Hij pal ston.l voor u, en
niet terugschrikte voor het hevigste lijden
om onzentwil.
„Bedenkt hoe Hij in den hof tot de disci
pelen zeide: „Witf, slaapt gij? Staal op en
bidt, dat gij .niet Li verzoeking komt." Dit
waren de woorden van onzen H?ere. Ik
roep ze u thans ieder in het bijzonder toe.
„Staat op en bidt!" Er is verzoeking voor u
in aantocht hoe nabij of hevig kan ik
niet zeggen Maar staat op en bidt, opdat
gij allen als de verzoeking komt, voor
Petrus' val moogt gespaard blijven."
En toen .bad Sir John Beverie.v innig en
ernstig, als een man die voelt, dat zijn eigen
tijd misschien kort is, en dat hij den tijd
die hem nog is gegeven, zoo goed mogelijk
besteden moet Hij bad voor zich zelf cn
voor al de aanwezigen, voor zijn gastheer
en diens gansehe gezin; voor hen, die vol
gelingen van Christus waren, en voor hen.
die het niet waren, voor den Koning en de
geestelijkheid, voor Lollards en voor
Roomsch-Katholieken. Hij bad lang en
ernstig; maar toen de godsdienstoefening ten
einde was. waren er weinigen, die teekeneu
van vermoeidheid toonden.
Dadelijk hierop begaf bijna iedereen zich
naar zijn vertrek-
Margaret wierp een angstigen blik op het
gelaat van haar broeder en verliet toen
haastig het vertrek als vreesde zij, dat hij
met haar over het zoo even gehoorde zou
gaan spreken. Hij maakte echter geen op
merkingen- en al keek hij ernstig, toch kon
zij geen toorn op zijn gelaat lezen.
Hij sprak ook niet met Margeret over het
onderwerp gedurende de volgende drie
dagen van zijn verblijf op het kasteel. Elke
avond was een herhaling van den eersten,
wat betrof het zingen, lezen en bidden. Sir
Reginald was telkens tegenwoordig, kalm »n
zelfs aandachtig toeluisterend, zender erlp-jr
ooit zijn meening uit te spreken Margaret
was zo.er verbaasd over zijn ongewone terug
houdendheid.
De laatste dag van Sir Reginalds verblijf
was aangebroken en ongeveer eer. uur voor
den avondmaaltijd plukte Margaret eenige
bloemen in den tuin- Half onbewust aeu-
riede zij een lied bij zich zelve, terwijl zij
over de laatste dagen nadacht, meenende.
dat zij geheel alleen was. Plotseling weid
haar aandacht door een lichte beweging ge
trokken en toen zij opkeek, zag zij »vaar
broeder in zijn langen, met bont gevoerdc.i
mantel naast haar staan.
„Reginald!" riep zij onwillekeurig uit
„Wacht Lady Joan u dadelijk terug?"
vroeg hij.
Margaret wenschte, dat zij bevestigend
had kurrnen antwoorden. „Ik mag niet al te
lang wegblijven", zeide zij na eenig stil
zwijgen. „Hebt gij Eleonore aan haar lot
overgelaten?"
„Ik weet niet waar zij is; maar ik wil
thans met u spreken, Margaret-"
Het oogenblik was gekomen. Margaret
haalde diep adem, doch zeide slochts:
„Gij zult morgen ochtend vroeg vertrek
ken, nietwaar?"
„Dat moet ik wel, als ik Canterbury vóór
den avond bereiken wil. Gij zul', ons waar
schijnlijk spoedig weerzien, als wij op onzen
terugweg naar huis hier nogmaals komen.
Maar ik weet het aiet Men zegt, dat er
misschien spoedig oorlog komt Wat mij
betreft, ik zou gaarne tegen Frankrijk op
trekken."
„Ik zal u dus maar geen brieven of bood
schappen voor mijn moeder medegevén, eer
ik u terugzie"- zeide Margaret En toen,
ziende dat hij zich klaarblijkelijk gereed
maakte om de een of andere vraag te doen
die hij op het hart scheen te hebben, voegd.-
zij er aan toe; „Hoe vindt gij ouzo schoone
Githa?"
„Na Eleonore zag ik nooit schooner jonk
vrouw", antwoodde Sir Regina.d ridder'ijiv
„Eleonore o, die is niet met Githa te
vergelijken", zeide Margaret half ongeduldig
„Maar ik houd van Githa als van eer
zuster."
„Uw liefste vriendin is een Lollard, Mar
garet."
Zij had hem onwillekeurig op het onder
werp gebracht- dat zij haar best deed te
vermijden, maar haar tegenwoordigheid van
geest begaf haar niet „In het gezin van e°n
Lollard zijn wij eigenlijk allen zusters" a at
woordde zij gevat. „Eleonore Culpepper is
mijn zuster evengoed als Githa-"
Reginald zag haar vorschend aan. „Denl.t
gij, dat Eleonore neigingen heeft voor he*
Lollardisme?"
„Hoe weet ik dat? Zij wilde u, als ei
's avonds werd gelezen, niet laten gaan"
„Gij weet, dat dit niets beteekenL Zij
mocht zelve niet heengaan- en wpnschte dai
ik haar zijde niet verlaten zou. Dpnkt gij, dat
zij de denkbeelden der Lollards is toegedaan
Margaret?"
„Neen, dat geloof ik niet", zeide Maivnre*.
..Eleonore hecht weinig aan dorgelijke zaken
zij houdt meer van jagen en zich fraai
kleeden en ploizier maken."
„Dat is ook zooals het wezen moet", zeicie
Reginald. „Ik houd niet van geleerde
vrouwen."
„Indien gij tevreden zijt- dan is \et goed"
teido Margaret, een weinig irenisch.
„Het is niet noodig, dat gij on ik over dit
onderwerp gaan twisten", zeide Reg.nald
kalm. „Gij houdt niet van Eleonore, dot
weet ik wel en dat spijt mij; naar gij zijt
natuurlijk vrij te houden of niet te honJen
van wie gij wilt- Ik we-.isch u echter than--
over een andere zaak te spreken. Eleonore
zal er nooit over denken een Lollard to
worden. Voor haar vrees ik niet. Maar fcos
staat het in dit opzicht met u?"
„Ik wensch u niet te bedroeven, ReginpM.
Ik zal mijn best doen van Eleonore te gaan
houden, als gij dit gaarne hebt
„Neen- neen!" zeide Reginald, ):alf lachend
„Gewoonlijk zijt gij niet zoo vo'czaarn- F.»<
een gedwongen liefde is geen liefde. Maar
gij hebt mijn vraag niet beantwoord, lieve
zuster."
„Wat is uw meening over het Lollardisme,
Reginald, sinds gij het hier in huis hebt
gadegeslagen?" Zij deed de vraag om tijd
te winnen; maar zij wist, dat zij er niet
aan kon ontkomen om antwoord te geven.
Zij wist echter niet, welke gedragslijn rij
volgen moest, en gevoelde zich zeer beslui
teloos.
„Het ware- dunkt mij, beter, als ik vroeg
wat gij er van denkt."
„Als gij niet op mijn vragen wilt ant
woorden, dan antwoord ik ook niet op dp
uwe", zeide Margaret-
„Ik vind, dat het Lollardisme veel aan
trekkelijks hoeft", zeide Reginald bes'ht.
„Het waren heerlijke woorden, die Sir Jo'n1
Beverley ons dfs avonds voorlas Maar gi;
weet zeer goed, dat de heilige Kerk ons
leeken verbiedt in den Bijbel te lezen. Ik zi-J
veel boete doen voor het luisteren, dat ;n
iederen avond gedaan heb. Maar ik w:Up
eens wat beter weten- wat dit Lollardisme
toch eigenlijk te beduiden heeft En ik wil
niet hebben, dat gij een Lollard wordt!"
De laatste woorden werden op zeer beslk.
ten toon uitgesproken. Margarets donkere
oogen zagen hem een oogenblik uitdag;ri
aan- In het volgende oogenblik sloeg zij ze
met een uitdrukking van vrees weder neder.
Zij wist, wat dit alles beteekendc.
„Ik wil niet, dat gij een Loi'.ard wordt,
Margaret"
De woorden werden ten twepden male
beslist, hoewel vriendelijk, uilgesproken.
Margaret bleef met ternedergesmgen oogen
roerloos staan.
„Denkt gij waarlijk, Reginald, dat God d e
heerlijke, troostvolle woorden aan de mr->
schen gegeven hoeft, opdat de menschen zo
niet zouden lezen?"
„Opdat de priesters ze zouden lezen en
bestudeercu, en ons die woorden m°«ie-
deelen, die voor ons geschikt zi|n
„Ik zou wel eens willen weten hoe vaak
de waardige priesters van dit land in den
Bijbel studeeren, of hoe veel zij er aan ons,
gewone menschen, vaa niededeolen"
„Het kan zijn, dat zij niet ailen hun
roeping trouw vervullen", zeide Reginald
die te dikwijls op de priesters nao gosc' el-
den, om nu veel in hun voordcel te kunnen
zeggen. „Doch dat heeft niets met de kwestie
te maken."
-Behalve, dat indien dc wateivaten leJ-g
zijn, het mij het beste lijkt zelf aan de bron
te gaan drinken", zeide Margaret snel.
Sir Reginald fronste de wenkbrauwen.
„Margaret, het is op verlangen uwer moe
der, dat ik u over deze zaak ondervraag. Ik
vrees, dat ik haar niet het doei haar ge-
wenschto antwoord kan terugbrengen
„En als gij het niet doet?"
Margaret zag hem vragend a» n. Zij ver
langde de gevolgen van haar art woord op
zijn gelaat te lezen het antwoord, dat rij
geven moest, al stelde zij het ock zoo lang
mogelijk uit
„Uw moeder wil niet, dat gij een Lollard
wordt, Margaret." Wederom diezolfoe
voorden.
,-Gij hebt mij geen antwoord op mijn
raag gegeven", zeide zij langzaam.
„Voor het heil uwer ziel en vooi het tijde
lijk welzij-a zou zij er toe hesluiten u te huis
te laten komen, al haalde zij zich fx.k daar
door den toorn onzer achouno u.cbt, LaJv
Cobhain, op den hals-"
(Wordt vervolgd.)