O
KUHN P
Schurft bij aardappelen
POKOM
AGENT
WILT GIJ MELK, VOERT DAN PROTOS!
NS PRAATUURTJE
lat^t). fn tü1kb0dw \o. 216
wnf.ssrtan 7 ffpflari tm4
BEWEZEN!!
Adverteeren in „LAND-EN
TUINBOUW" heeft succes
Een vraagstuk, dat de volle aandacht vraagt.
Meer een cultuur- dan een ziektebestrijdings-aangelegenheid.
Het is bekend, dat aardappelschurft, ook
wel pok of roest genoemd, veel voorkomt
Hoewel de handel bij aankoop en afname
van partijen wel degelijk rekening houdt
met de meedere of mindere mate van aan
tasting door schurft, wordt door menig ver
bouwer nog te weinig aandacht aan het
schurftvraagstuk besteed.
Men zorgt er wel voor pootgoed te nemen
Van goede afstamming, bepaalt met zorg de
lioeceelheid en de soort der kunstmeststof
fan voor het verkrijgen van een maximalen
oogst, men besteedt zorg aan de grondwer-
king en verpleging van het gewas, maar de
maatregelen, die genomen kunnen worden
om de schurftaantasting binnen engere
grenzen te brengen, waardoor partijen bij
aflevering wegens te sterk schurftig zijn
der knollen minder redenen tot aanmerkin
gen behoeven te geven, vinden nog te wei
nig toepassing.
Het is gewenscht, dat aan het schurft
vraagstuk volle aandacht wordt geschon
ken niet alleen met het oog op de cultuur
van poot- en consumptieaardappelen voor
binnenlandsch gebruik maar zeker ook in
yeroand met den export.
Wat de cultuur /ar pootaardappelen be
treft kan worden opgemerkt, dat het zeer
zeker van buitengewoon belang is, dat daar
bij streng op de aanwezigheid van virus
ziekten, zooals bladrol, krinkel, mozaïek,
stippel streep en nog enkele andere wordt
gelet, want daardoor vooral zal het geteelde
pootgoed bijzondere waarde krijgen en kun
nen wij het Nederlandsche pootgoed een
goeden naam verzekeren.
De kooper let echter niet alleen op den
inwendigen gezondheidstoestand van het
product, maar ook op het uiterlijk; meer
malen wordt het beste, geselecteerde poot
goed niet als zoodanig gewaardeerd, als het
schurftig is. Men vergete daarbij niet, dat
wij niet aanwezig zijn op het oogenblik, dat
het pootgoed bij den afnemer aankomt, zoo
dat wij niet in de gelegenheid zijn te biv
toogen. dat het geselecteerde pootgoed
vooral zijn waarde ontleent aan de afwezig
heid van uitsluitend inwendig voorkomen
de onzichtbare ziektekiemen. Men acht het
eenvoudig een tekortkoming van het gese
lecteerde pootgoed, als dit uitwendig ziek
teverschijnselen vertoont, zooals die van
schurft.
Daarom, als wij den uitvoer van pootgoed
ten volle willen ontwikkelen, zullen wij ook
aan deze, weliswaar niet bijzonder gevaar
lijke, maar uitwendig duidelijk als ziekte
waarneembare afwijking onze volle aan-
'dacht moeten schenken. Dat er landen zijn
en daaronder voor den poterafzet zeer be
langrijke, waar slechts een zeer geringe
aantasting door schurft bij invoer wordt
toegelaten, maakt dit voor een deel van het
door ons land voortgebrachte pootgoed tot
een beslisten eisch.
Voor de consumptieaardappelen geldt het
zelfde. Bij de uitvoer naar een aantal lan
den speelt de schurftaantasting geen be
langrijke rol, waarmede echter geenszins
gezegd is, dat voor die landen op die aan
tasting in het geheel niet gelet behoeft te
worden. Maar voor den uitvoer naar andere
is de schurftaantasting wel degelijk van be
lang en soms zelfs van zeer veel belang en
daarvoor kunnen alleen de in zeer geringe
mate aangetaste partijen voor uitvoer in
aanmerking komen.
f 3- bfl de bloem- en i&ad-
met srat 1. aanwijzing der
>rging v. verschillend# planten
IkPBenJi en. PoltonfaLr. N aar Jen
Wij hebben in de laatste jaren ervaren,
dat de eischen met betrekking tot de afwe
zigheid van schurft bij in te voeren Dortijen
aardappelen in verschillende landen ver
scherpt zijn; wij zullen goed doen rekening
te houden met de mogelijkheid, dat dit er
in de eerst volgende jaren niet minder op
zal worden.
In vele gevallen komen nu slechts de
betere, d.w.z. de meer schurftvrije partijen,
straks misschien alleen de beste, voor uit
voer in aanmerking: de rest zoowel de
poot- als consumptieaardappelen zal al
leen in het binnenland afgezet kunnen
worden of slechts kunnen diennen voor vee
voer.
Het is van het hoogste belang, dat de
landbouwers zich hiervan ten volle reken
schap geven en dat zij dus bij de maatrege
len, die zij nemen voor hun aardappelcul-
tuur, welbewust streven naar de voortbren
ging van een zooveel mogelijk schurft
vrijen oogst
De ervaring heeft geleerd, dat dit meer
een cultuurvraagstuk is dan een van direc
te ziektebestrijding; vandaar, dat elke land
bouwer voor elk perceel, waarop hij aard
appels wil telen, aan de hand van de alge-
meene ervaring moet overwegen, welke
maatregelen hij moet nemen.
Getracht wordt door voortgezette toetsing
van praktijkervaringen en door bijzonder
onderzoek voldoende gegevens te verkrijgen
om de praktijk vollediger dan tot nu toe
mogelijk was voor te lichten over het vraag
stuk, hoe de schurftziekte bij aardappels
voorkomen kan worden. Daarvoor werken
thans samen het Rijkslandbouwproefstation
te Groningen, het Laboratorium voor Myco
logie en Aardappelonderzoek, het Instituut
voor Plantenveredeling, het Laboratorium
voor Landbouwscheikunde, de Plantenziek
tenkundige Dienst, de Regelingscommissie
voor het Landbouwproefveldwezen en de
Nederlandsche Algemeene Keuringsdienst
(N.A.K.). De resultaten van dit gezamen
lijk onderzoek zullen te zijner tijd bekend
gemaakt worden.
De aanwijzingen, die op dit oogenblik ge
geven kunnen worden, sluiten zich in hoofd
zaak aan bij de tot nu toe opgedane prak
tische ervaring. Aan velen zullen zij reeds
bekend zijn, maar het gaat er thans om.
dat daarmede, meer dan tot nu toe het ge
val was, rekening wordt gehouden bij de
nardappelcultuur, opdat meer doelbewust
gestreefd wordt naar de voortbrenging van
zooveel mogelijk schurftvrije aardappelen.
Bij de middelen, waarover we nu reeds
beschikken, zal zeker succes hebben het
verbouwen van minder vatbare rassen. Er
zal wellicht geen ras te vinden zijn, dat be
slist onvatbaar voor schurft is, maar er
zijn toch wel groote verschillen waar te ne
men. Van groot belang is 't daarom, dat de
kweekers hun nieuwe rassen op schurftvat-
baarheid laten onderzoeken.
In alphabetische volgorde worden hier
enkele rassen genoemd waaromtrent, wat
betreft de vatbaarheid voor schurft, reeds
iets meer bekend is. Bij het opmaken van
het bouwplan houde de teler er reeds zoo
veel mogelijk rekening mede.
1. Weinig en matig vatbaar zijn: Alpha.
Atlas, Erdgold, King Edward VII en Sou
venir.
2. Tamelijk vatbaar zijn: Bevelander, Con
current, Friso. Furore, Industrie, Noorde
ling, Roode Star, Thorbecke, Triumph.
Zeeuwsche Blauwe en Zeeuwsche Bonte.
3. Sterk vatbaar zijn: Albion, Bintje.
Eersteling, Eigenheimer en Ideaal.
Is het bekend, dat er op een bepaald stuk
land steeds schurftige aardappels geoogst
worden, dan zal het verstandig zijn het
eens te probeeren met een ras uit groep 1
Weet men, dat ergens weinig schurft
voorkomt, dan is men vrijer in zijne keuze.
Zoo behoeft men op zware klei niet voor
schurft te vreezen. Ook op pas ontgonnen
heide- of dalgrond zal men weinig of geen
schurft aantreffen. Als regel zijn de eerste
en de tweede vrucht mooi glad, daarna
neemt de schurft gewoonlijk zeer sterk en
snel toe.
Op gescheurd grasland worden de aard
"opelen in den regel zeer sterk schurftig
^it valt waar te nemen op alle grondsoor
ten en het houdt vele jaren aan. Indien
mogelijk moeten zulke perceelen van den
aardappelbouw uitgesloten worden. Zoo ls
het ook met alle perceelen, waar\an be
kend is, dat de schurft er bepaald hevig
optreedt.
Sterke schurftaantasting vindt men dik
wijls ook op de landerijen, waar veel met
kalk, compost en dergelijke ontzurende
stoffen is bemest.
In het algemeen neemt men waar, dat op
tamelijk ontkalkte (basen-arme) zand- dal
en veengronden de aardappelen weinig
door schurft worden aangetast, ofschoon de
weersomstandigheden daarbij soms een nog
niet verklaarbare rol spelen. Een bepaalde
grens is niet aan te geven; deze zal in vei-
band met nog onbekende bodemomstandig
heden varieeren. Globaal genomen is bet ge
vaar voor schurftaantasting niet groot meei
bij een kalktoestand van ongeveer - 1*
Bij hooger kalktoestand werkt bekalking
de schurft in de hand. Men gebruike dan
geen alkalisch werkende meststoffen zooals
thomasslakkenmeel, chilisalpeter of kalk
salpeter, maar geve ammonsalpeter en su
perfosfaat, of zwa\elzure ammoniak in ge
vallen. waar er geen gevaar is dat de op
brengst lijdt door het sterker ontkalkend
effect van deze laatste meststof. Bij gron
den met lager kalktoestand dan bovenge
noemd kan het, om een goede opbrengst te
verzekeren, gewenscht zijn een alkalisch»
hemesting te geven, die daar weinig gevaar
voor schurftaantasting geeft. Men late
grondmonsters onderzoeken door het Be
rt rij f&-laboratorium voor Grondonderzoek te
Groningen, dat daarbij een bemest ngadvies
geeft. De kosten daarvan zijn veel geringer
dan de schade, die men bij verkeerde maat
regelen ondervindt
Een ander middled, dat dikwijls goede re
sultaten geeft, is het gebruik van groenbe-
mesting. Het is wel gebleken, dat verschil
lende soorten van groembemesting voldoende
helpen, mits de grond niet te sterk schiur'-
tigp aardappels levert Men zaat vroeg in
den herfst rogge of wintergerst ploegt
zp onder in heit voorjaar. Dit eenvoudigr
middel, gecombineerd met oen doelmatige
hemesting, zal dikwijls in de goede rich
ting werken.
Op de zavelgronden in Friesland heeft
men dezelfde goede resultaten opgemerkt
van knollen, rapen, rammenas enz., waar
van de resten in het voorjaar worden onder
geploegd. Vooral daar waar de cultuur van
die gewassen veelvuldig voorkomt, schijnt
de schurft minder erg op te treden. In an
dere zavelstreken meent men te hebben er
varen, dat bieten een goede voorvrucht voor
aardappelen zijn, hetgeen wellioht even
eens is toe te schrijven aan de ondergeploeg
de loof resten.
Sommige partijen aardappelen zijn aan
merkelijk te verbeteren door die sterk aange
taste knollen emit le sorteeren. In ieder ge
val moet diit bij handelspootgoed regel zijn
Ook kan het voorkomen, dat bepaalde ge
deelten van een stuk land sterker schurftige
aardappelen leveren. In zoo'n geval is het
ten zeerste aan te raden de aardappelen van
he>t miinder goede gedeelte apart te houden,
omdat ze andei's de heele partij voor den
handhl minderwaardig kunnen maken.
Zoowel in het belang van de verbouwers
zelf ,als in dat van onzen binnen- en bui-
tenlandschen afzet van consumptie- en poot
aardappelen wordt hun ten zeerste aanbevo
len met bovenstaande zooveel als maar mo
gelijk is rekening te houden.
EEN G0EDK00PE STIKSTOFMESTSTOF
MET UITNEMENDE EIGENSCHAPPEN
Inlichtingen worden verstrekt door
het Landbouwkundig Bureau der
Staatsmijnen te Lutterade (L.)
CHILISALPETER
is thans zoo voordeelig in pr\js, dat
het laatste beletsel is weggenomen,
om tot het gebruik van deze voor
treffelijke stikstofmeststof terug
te keeren.
Neemt het zekere
voor het onzekere en koopt BIJ ONS
UW GLAS in de betere kwaliteit!
54 ruiten 51.5 x 38 c.M. 5.90 p. kist
1 36
59.5 x 48.5
5.90
75
43 x32.5
5.90
94
38 x 29.5
5.90
47
59.5 x 38
5.90
J73
24 x 24
5.-
21
141 x 73
17.25
glas
Kisten gratis
FRANCO ROTTERDAM
v. d. BURGH's Glashandel
Tel. 15 Maasland (Z.-H.)
posforzuurbemesfing
van grasland
Ons trof het, dat in het Marktoverzicht vp->
„de Boerderij" van 17 dezer de opmerk'ig
werd gemaakt, dat met de aankomst van de
onderweg zijnde ladingen slakkenmeel het
.seizoen van slakkenmeel praktisch ook af-
geloopen" zou zijn. In het vorig Praatuurtje
heeft men hierover iets kunnen lezen.
Nu was in een vorig nummer van genoemd
blad een artikel verschenen over de vraag:
wanneer super zaaien op grasland? Dit was
onze aandacht ontgaan, maar een onzer le
zers wijst ons daarop en vindt het zoo
eigenaardg, dat heelemaal niet gewezen
wordt op het feit, dat als men slakkenmeel
op grasland strooit men geen last heeft van
het verbanden van het gras, al geeft men
ook nog zulke groote hoeveelheden.
Ja, dat vinden wij ook wel eigenaardig,
maar och, ieder blad heeft zoo zijn eigen
aardigheden. Wij houden het met de nog al
tijd algemeen gehuldigde leer, dat voor wei-
er hooilanden slakkenmeel de aangewezen
fosforzuurmeststof is, en dat deze niet te laat
gegeven moet worden, maar, dat het toch
neelemaal geen bezwaar heeft om nog tot
eind Maart slakkenmeel op wei- en hooiland
te geven.
Dat het seizoen nog lang niet practisch
afgeloopen is, zooals ook reeds ioihet vorig
Praatuurtje gezegd werd, bewijst ook wel het
Marktoverzicht van het Centraal Bureau
uit dezelfde week als waarin het gewraakte
marktoverzicht van „de Boerderij" ver
scheen, waarin gezegd wordt: „Gelukkig
loopt het seizoen (voor Slakkenmeel) tot
einde Maart".
Het lijkt ons dan ook toe dat het beter
ware geweest, dat het blad inplaats van op
vroegtijdig aanwendien (in den voorwinter)
van super voor grasland te dringen, nu de
voorwinter al lang voorbij is, erop gewezen
had, dat slakkenmeel de door hem geaoetn-
de groote bezwaren van super voor gras niet
heeft.
Want inderdaad, het is zooals gezegd
wordt: als direct na het strooien van super
op gras een klein buitje regen valt dan kan
het (de schade van het verbranden) zelfs
zoo erg zijn, dat de klaver en het onkruid
(maar het gras ook. Red.) bijna geheel ver
dwijnen en zelfs in den herfst het klaver
gehalte nog niet weer normaal geworden is.
En daarom in den voorwinter, maar ook
dan doet men goed om over droog land te
strooien. Aldus bedoeld blad.
Met dit bang maken voor super, en ver
zwijgen van slakkenmeel als d 0 fosforzuur
meststof voor grasland, heeft men noch de
super, noch het slakkenmeel, noch de hou
ders van grasland een dienst gedaan.
Ef ie meer óan Nederlandsch veredelingsbedrijf voor
I 19 11 laai Cell de suikerbiet, dat van de Koninklijke
Beetwortelzaad-Cultuur KUHN Co., N.Vn
te Naarden, welk bedrijf hier al 45 jaar bestaat en welks beteekenis vooral
in de oorlogsjaren bleek, toen 't er voor kon zorgen, dat er voldoende
zaad was voor den verbouw van de onmisbare suikerbieten.
Er IQ lYlSflT ppn suikerbiet, welke is veredeld en vermeerderd
fc-l 19 II ld.€U CCII onder en voor de Nederlandsche toestanden
van bodem, klimaat en cultuur, daardoor
biedende voor diezelfde omstandigheden, dus voor verbouw in eigen land,
de beste kansen op het beste resultaat.
Er is maar één
suikerbiet, die daarom en met volle recht
kan worden genoemd een, beter gezegd
de 100 Nederlandsche suikerbiet.
Ef IS |T133r ppn keuze dan °°k> wanneer een Nederlandsch
L_l 19 lliactl cell suikerbieten verbouwer het zaad aanvraagt
voor den verbouw van met door Nederlanders
opgebrachte geldmiddelen gesteunde suikerbieten:
de éénige 100% Nederlandsche suikerbiet
de suikerbiet van en voor onzen eigen bodem!
AFRASTERING VAN WEIDEN EN TERREINEN!
Voor de organisatie van den verkoop in elke provincie, ZeelandZuid-Holland—
Noord-Holland, van de gepatenteerde afrastering „HANSA" Staaldraad-Hekwerk, S
waarvan reeds honderdduizenden Meters zijn geplaatst, wordt
gezocht, die het district moet bereizen ter controle der plaatselijke agenten.
Uitvoerige brieven te richten aan „HANSA", Blerick/Limburg. Postbus 75.
VEEHOUDERS geeft Uw Vee „PROTOS", de Hollandsche Suikerpulp met
3035 suikergehalte. Vraagt prijsopgave aan:
Ridderkerk-Tel. 4- G.
GEEN „PROTOS" -
Groenenboom
GEEN MELK
DE BEPERKING VAN DE PLUIM
VEETEELT
Naar aanleiding van de door de regeering ge-
urnen maatregelen Inzake de beperking van de
uimveeteelt, hebben de AJara-fabrleken te
NoordwUkerhout aan Min. Verschuur een tele-
am gezonden, waarin er op gewezen wordt,
t door de-ze maatregelen de afzet van broed-
tchines. in 't binnenland 13 uitgeschakeld. »<-r
1 ------ -------
ging der fabriek i
CHR. BOEREN- EN TUINDERSBOND
De kring Westland vam den Chr. Boeren- en
Tuinders bond zal Vrijdaf.ro ididag te Naaldwijk
een buitengewone vergadering houden, waar
allerlei zaken den land- en tuinbouw betreffen
de. besproken zullen worden.
In deze bergadering zullen nl. als sprekers
optreden de heeren Chr. v. d. Heuvel, lid van
de Tweede Kamer; T. Borat uit Veur. hoofdb*-
Md van den Bond. en M. van Berkel uit
orden beantwoord,
De diverse vragen d e gesteld
zullen door deze spreker wordi
voorzoover dit mogelijk ls.
Wat men doet moet men goed doen.
Dat leerde mijn vader mij in mijn jeugd.
Niet met woorden alléén, daar was hij
zéér karig mee maar door de daden.
Wat men doet moet men goed doen.
Dat leeren ook de Duitschers ons. Met
woorden, waarmee ze niet zoo karig zijn als
mijn vader was, maar ook met daden. En
men mag over de Duitschers denken zoo
men wil, dat ze krachtig optreden en in één
bepaalde richting gaan. zai ieder toegeven
Men ziet daar daden, die ons dan wel eens
wat kras toelijken, maar die toch niet
nalaten indruk te maken.
Daar hebt ge nu .de laatste verordening
d.w.z. de laatste mij bekende, toen ik dit
sohreef; er zullen er later nog wel andere
verordeningen afgekondigd zijn. De laatste
verordening van 15 Januari bedoel ik, waar
bij voorgeschreven is, dat ook
DE LANDBOUWCOÖPERATIES ON
DERGEBRACHT MOETEN WOR
DEN BIJ DE RIJKSY'OEDSELVOQR
ZIENING,
<lat is bij het departement van landbouw,
zouden wij zeggen. Maar, T is waar ook.
een departement van landbouw hebben wij
niet meer. Enfin, ge begrijpt met wel.
Zoo zijn dan, evenals de economisch-poli-
tieke landbouworganisatie^ en landbouwka-
mers ook de landbouwcoöperaties onder den
Rijksbocren-leider gekomen.
Zooals ge weet (of misschien ook niet
weet. doch dan weet ge het nu) wordt hp«
land bouwdepartement van Duitschland over
gebracht naar Goslar, omdat men meende,
dat het een tegenstrijdigheid was het mid
delpunt der landbouwbemoeiingen in een
wereldstad als Berlijn te ljouden. Daarom
maar naar Goslar. Een stad rijk aan sagen
en legenden. Enkele daarvan gaan over een
zekere persoon, die Kraft heette en vanaf
zijn geboorte de gave moet gehad hebben
geesten en menschen onder een ban, een
vloek te kunnen leggen. Bij mijn meerdere
bezoeken aan Goslar heb ik vele staaltjes
van hem gehoord. Gezien hebben we de geest
van deze Kraft niet Misschien doolt hij nog
rond en geeft den Rijksboerenleider zijn
kracht om menschen en geesten aan zijn wil
te onderwerpen. Dat zal, mits die Rijksboe-
ren-leider het goede wil, voor de land- en
tuinbouw een gelukkige tijd worden.
Of het voor onze boeren en tuinders een
gelukkige tijd zou worden als
HET POGEN OM DE STIKSTOF
MESTSTOFFEN TE CONTINGEN
TEEREN
met succes bekroond zou worden valt te be
twijfelen.
Er zijn namelijk Nederlandsche stikstof
producenten, die er op aandringen, dat de
invoer van stikstofmeststoffen uit het bui
tenland wat geremd zal worden. Men ver
zocht deze te willen contingenteeren. Dat
wil zeggen de concurrentie van het buiten
land te beperken, ietwat tegengaan.
Nu kunnen wij ons, wanneer we op he»
standpunt dezer fabrikanten staan, dit in
denken. De vrije concurrentie van uit het
buitenland drong de prijzen zeer naar om
laag. Dat was een voordeel voor de gebrui
kers, voor de boeren en tuinders. En daarom
kunnen wij niet voor die contingenteering
zijn. Dat bedoelt de prijzen wat hooger te
brengen. Dat moeten de boeren en tuinder»
betalen.
Eerst toetreden tot het Internationaal Stik
stofkartel, dat een fabriek, die goedkoop kan
leveren 2 3 millioen gulden geeft als ze
maar niet meer dan een derde deel van
haar capaciteit fabriceert. Dit geld moet na-
turlijk door de afnemers de boeren en tuin
ders betaald worden. En nu nog door con
tingenteering de verdere concurrentie rem
men, het is van hun standpunt uit gerekend
niet zoo kwaad, doch wel van ons standpunt.
Daar moeten boeren en boerenvrienden
zich tegen verzetten.
En toch hooren wij, dat het Centraal Bu
reau uit het Nederlandsch Landbouwcomité
•Juist
Sr
voor Beroeps-Tuinders.
maar ook voor Particulieren
(dat is niet het Koninklijk Nederlandsch
Landbouwcomité) zioh
Daarover gaat een inzender in de N. RotL
Ct. nog al heftie zich uiten. Hij schrijft om.:
„De oorspronkelijke opzet van Coöperatiei
(het C. B is een coöperatie. Pr.) inkoopen
is natuurlijk om zoo goedkoop mogelijk te
koopen.
Wanneer dus een instelling als het Cen
traal Bureau inDlaats van inkooporganisatie
voor een aantal landbouwvereenigingen,
haar neutraal standmint verlaat en verkoop
organisatie wordt van producenten, is het
duidelijk, dat men niet meer voor 100 pet.
voor het belang van de landbouwvereenigin
gen kan opkomen.
Dit blijkt ook thans waar het Centraal
Bureau zicli met eventueele contingtnteering
accoord verklaart en zulks met de weten
schap, dat de prijzen kunstmatig hoog ge-
houuen worden en niet bij het syndicaat
aangesloten producenten belangrijk lager
auunen verkoopen.
Dat contiugeuLeering lagere prijzen, die in
het belang van den boer zijn, tegenhoudt en
veeleer spoedig hoogere prijzen in de hana
zal werken, semjnt bijzaak te zijn.
Hooidzaak is uat door contingenteering de
goedkuopere stikstolmeststollen die via den
uandei den boer bereiken, van de markt ver
dwijnen zoodat men het rijk alleen krijgt.
Te laat zullen besturen van landbouw
vereenigingen inzien dat men verkeerd heeb
gedaan door slechts één ijzer in het vnur te
hebben en dat men, wil men werkelijk het
baiang van den boer dienen, moet inkoopen
waar men het goedkoopst kan koopen en
zooals vroeger algemeen gebruikelijk was en
door zeer vele lundbouwvereenigingen nog
geschiedt, door het houden van publieke
aanbestedingen, de zekerheid heeft, niet
goedkoopr te hebben kunnen koopen".
Maar in het laatste marktoverzicijt van
het C. B. acht dit bureau het voor den boer
een geluk, dat door concurrentie der hande
laren (strijdende producenten worden het
wel eens met eikaar, wordt gezegd) de stik
stof wat goedkooper is te krijgen waar geen
schaduw aanzit.
Wij gelooven, dat te ver doorgevoerde
coöperatie de boeren geen voordeel, doet»
meermalen schade doet. Misschien dat w*
daar nog nog wel eens wat over schrijven.
We moeten nu eens een ander praatje pra
ten.
En dan beginnen we eens over de groote
tegenstellingen, die er zijn in de wereld
Daar is
Dit geeft heftige contrasten in de groote we
reldmaatsohappij, wat wel blijkt uit de cij
fers, die het Bostonsch hulpcomité tot leni
ging van den wereldnood over 1933 publi
ceerL In deze publicaties lezen we, dat in de
geheele wereld in 1933 door honger stierven
2.4 millioen menschen, door zelfmoord (uit
nood) 1.2 millioen menschen. Veinietigu
werden, om de goederen op prijs te houden
2.5 millioen K.G. suiker, 400.000 wagons
graan, 144.000 wagons rijst, 267.000 zakken
koffie, 1.4 millioen K.G. vleesch. Het comité
verklaart, dat de vernietigde levensmiddelei.
voldoende zouden zijn geweest om tweedei
de gedeelte van de verhongerden te redden.
In dit licht bezien is het vernietigen van
voedsel vreeselijk. En toch hoe die honger
lijdende bevolkingen daar ergens in midden
Azië hetgeen hier doordraait op de veilin
gen te bezorgen? Wie het weet, die mag hei
zeggen. Maar, let wel, met alles, wat gezega
wordt kan niet gerekend worden.
Zoo werden b.v.
KOELHUISEIEREN VERKOCHT ALS
VERSCHE EIEREN.
Het mogen dan eieren geweest zijn, die
versch uit het koelhuis kwamen onder ver-
sche eieren verstaat men iets anders. Dat
oordeelde de Arnhemsche rechtbank ook,
want daarvoor heeft een koopman terecht
gestaan, die 3000 eieren als „versche eieren"
op de markt te Arnhem voorhanden had,
terwijl het bij schouwing en in\vendig onder
zoek door den keuringsdienst koelhuiseieren
bleken te zijn. De eieren waren kennelijk
aanvankelijk gestempeld geweest, maar men
was er in geslaagd om het merk vrij grondig
te verwijderen.
De koopman beweerde zelf bedrogen te
zijn; hij zou de eeron als versc.h hébben
gekocht voor 5y2 cenit per stuk. De kanton
rechter vereen igde zich met de opmerking
van den ambtenaar van het O.M., dat vooral
in deze tijden van crisis tegen bedrog met
levensmidideJen streng moet worden opge
treden. Rekening houdend met het feit, dat
het verlies der eieren reeds een ernstig fi-
nancieele straf voor verdachte beteekent.
veroordeelde de kantonrechter hem tot 20
boete met verbeurdverklaring der eeren
De eisch was 100 met verbeurdverklaring.
Op deze wijze heb je gauw een voldoende
afzet van je waren gekregen. Maar de eier-
koopman zal zoo'n gedwongen afzet wel
niet op prijs stellen. De bloembollentrekkers
houden (maar niet op deze wijze) wel van
een geforceerdien afzet, Zdj zajn dait forcee-
ren wal gewend. En hebben daarmee een
naam in binnen en buitenland verworven.
IN ENGELAND HEBBEN DE
KOOPERS LIEVER HOLLAND
SCHE WAAR
Dat bleek me weer eens toen ik inzage kreeg
van een paar brieven, die Engelsche bloe-
menhandalaars aan de Nederlandsche bol-
lentrekker zonden. Wij willen een paar zin
nen uit deze brieven weergeven. Ze waren
in het Hollandsoh, d.w.z. wat een Engelsohe
(die zoo moeilijk talen leert en vooral met
de Hollandsche taal groote moeite heeft)
voor Hollandsch laat doorgaan. De eene
schreef o.a. dat „Het Engelsohe publiek de
Copland-fcuJipen moede wordt, vooral de En
gelsche, daar de meeste bloemen bedekt zijn
door de bladeren, wat een groote fout blijkt
te zijn bij de Engelsche kweaker. YVij zou
den, schrijft hij, best een kolonie Hollanders
in dit land kunnen gebruiken om tulpen te
leeren broeien, doch ook om ze te verpak-
pon. Elke zending, die we van Uw kant ont
vangen is een genoegen te verkoopen, daar
de klanten, die ze eens gekocht hebben zo
altijd weer willen koopen".
De tweede brief was niet minder mooi
wat de inhoud betreft, al was het Hol
landses wel iets gebrekkiger. Die schreef
o.a.: „het weer is mooie en wanneer het
mooie blijft geloof ik dat het handiel mis
schien iets béter zullen zijner is hier
veel Engelsche tulpen. Maar Engelsche tulpen
zijn niet zoo mooie en n et zoo goed als het
Hollandsche. En de koopers liever hebben
het Hollandsche, De tulpen van Uw ader
zijn mooie en ik hoop, dat hij kunnen veel
van hen verdienen".
Zie )e, zulke brieven geven je weer eens
een prettige stemming.
Ook het bericht, dat in Rijnsburg aan de
Veiling „Flora" in Januari geveild werd
voor 209.850 en in Januari van het vorig
jaar 135.837. Dus dit jaar voor 74,000 gul
den meer.
Met zulke prettige zaken, die ?k hoorde,
zag en las, dacht ik mijn praatje voor deze
week maar weer te moeten beëindigen.
Tot de volcende week.
PRAATJESMAKER