O KUHN P Schurft bij aardappelen POKOM AGENT WILT GIJ MELK, VOERT DAN PROTOS! NS PRAATUURTJE lat^t). fn tü1kb0dw \o. 216 wnf.ssrtan 7 ffpflari tm4 BEWEZEN!! Adverteeren in „LAND-EN TUINBOUW" heeft succes Een vraagstuk, dat de volle aandacht vraagt. Meer een cultuur- dan een ziektebestrijdings-aangelegenheid. Het is bekend, dat aardappelschurft, ook wel pok of roest genoemd, veel voorkomt Hoewel de handel bij aankoop en afname van partijen wel degelijk rekening houdt met de meedere of mindere mate van aan tasting door schurft, wordt door menig ver bouwer nog te weinig aandacht aan het schurftvraagstuk besteed. Men zorgt er wel voor pootgoed te nemen Van goede afstamming, bepaalt met zorg de lioeceelheid en de soort der kunstmeststof fan voor het verkrijgen van een maximalen oogst, men besteedt zorg aan de grondwer- king en verpleging van het gewas, maar de maatregelen, die genomen kunnen worden om de schurftaantasting binnen engere grenzen te brengen, waardoor partijen bij aflevering wegens te sterk schurftig zijn der knollen minder redenen tot aanmerkin gen behoeven te geven, vinden nog te wei nig toepassing. Het is gewenscht, dat aan het schurft vraagstuk volle aandacht wordt geschon ken niet alleen met het oog op de cultuur van poot- en consumptieaardappelen voor binnenlandsch gebruik maar zeker ook in yeroand met den export. Wat de cultuur /ar pootaardappelen be treft kan worden opgemerkt, dat het zeer zeker van buitengewoon belang is, dat daar bij streng op de aanwezigheid van virus ziekten, zooals bladrol, krinkel, mozaïek, stippel streep en nog enkele andere wordt gelet, want daardoor vooral zal het geteelde pootgoed bijzondere waarde krijgen en kun nen wij het Nederlandsche pootgoed een goeden naam verzekeren. De kooper let echter niet alleen op den inwendigen gezondheidstoestand van het product, maar ook op het uiterlijk; meer malen wordt het beste, geselecteerde poot goed niet als zoodanig gewaardeerd, als het schurftig is. Men vergete daarbij niet, dat wij niet aanwezig zijn op het oogenblik, dat het pootgoed bij den afnemer aankomt, zoo dat wij niet in de gelegenheid zijn te biv toogen. dat het geselecteerde pootgoed vooral zijn waarde ontleent aan de afwezig heid van uitsluitend inwendig voorkomen de onzichtbare ziektekiemen. Men acht het eenvoudig een tekortkoming van het gese lecteerde pootgoed, als dit uitwendig ziek teverschijnselen vertoont, zooals die van schurft. Daarom, als wij den uitvoer van pootgoed ten volle willen ontwikkelen, zullen wij ook aan deze, weliswaar niet bijzonder gevaar lijke, maar uitwendig duidelijk als ziekte waarneembare afwijking onze volle aan- 'dacht moeten schenken. Dat er landen zijn en daaronder voor den poterafzet zeer be langrijke, waar slechts een zeer geringe aantasting door schurft bij invoer wordt toegelaten, maakt dit voor een deel van het door ons land voortgebrachte pootgoed tot een beslisten eisch. Voor de consumptieaardappelen geldt het zelfde. Bij de uitvoer naar een aantal lan den speelt de schurftaantasting geen be langrijke rol, waarmede echter geenszins gezegd is, dat voor die landen op die aan tasting in het geheel niet gelet behoeft te worden. Maar voor den uitvoer naar andere is de schurftaantasting wel degelijk van be lang en soms zelfs van zeer veel belang en daarvoor kunnen alleen de in zeer geringe mate aangetaste partijen voor uitvoer in aanmerking komen. f 3- bfl de bloem- en i&ad- met srat 1. aanwijzing der >rging v. verschillend# planten IkPBenJi en. PoltonfaLr. N aar Jen Wij hebben in de laatste jaren ervaren, dat de eischen met betrekking tot de afwe zigheid van schurft bij in te voeren Dortijen aardappelen in verschillende landen ver scherpt zijn; wij zullen goed doen rekening te houden met de mogelijkheid, dat dit er in de eerst volgende jaren niet minder op zal worden. In vele gevallen komen nu slechts de betere, d.w.z. de meer schurftvrije partijen, straks misschien alleen de beste, voor uit voer in aanmerking: de rest zoowel de poot- als consumptieaardappelen zal al leen in het binnenland afgezet kunnen worden of slechts kunnen diennen voor vee voer. Het is van het hoogste belang, dat de landbouwers zich hiervan ten volle reken schap geven en dat zij dus bij de maatrege len, die zij nemen voor hun aardappelcul- tuur, welbewust streven naar de voortbren ging van een zooveel mogelijk schurft vrijen oogst De ervaring heeft geleerd, dat dit meer een cultuurvraagstuk is dan een van direc te ziektebestrijding; vandaar, dat elke land bouwer voor elk perceel, waarop hij aard appels wil telen, aan de hand van de alge- meene ervaring moet overwegen, welke maatregelen hij moet nemen. Getracht wordt door voortgezette toetsing van praktijkervaringen en door bijzonder onderzoek voldoende gegevens te verkrijgen om de praktijk vollediger dan tot nu toe mogelijk was voor te lichten over het vraag stuk, hoe de schurftziekte bij aardappels voorkomen kan worden. Daarvoor werken thans samen het Rijkslandbouwproefstation te Groningen, het Laboratorium voor Myco logie en Aardappelonderzoek, het Instituut voor Plantenveredeling, het Laboratorium voor Landbouwscheikunde, de Plantenziek tenkundige Dienst, de Regelingscommissie voor het Landbouwproefveldwezen en de Nederlandsche Algemeene Keuringsdienst (N.A.K.). De resultaten van dit gezamen lijk onderzoek zullen te zijner tijd bekend gemaakt worden. De aanwijzingen, die op dit oogenblik ge geven kunnen worden, sluiten zich in hoofd zaak aan bij de tot nu toe opgedane prak tische ervaring. Aan velen zullen zij reeds bekend zijn, maar het gaat er thans om. dat daarmede, meer dan tot nu toe het ge val was, rekening wordt gehouden bij de nardappelcultuur, opdat meer doelbewust gestreefd wordt naar de voortbrenging van zooveel mogelijk schurftvrije aardappelen. Bij de middelen, waarover we nu reeds beschikken, zal zeker succes hebben het verbouwen van minder vatbare rassen. Er zal wellicht geen ras te vinden zijn, dat be slist onvatbaar voor schurft is, maar er zijn toch wel groote verschillen waar te ne men. Van groot belang is 't daarom, dat de kweekers hun nieuwe rassen op schurftvat- baarheid laten onderzoeken. In alphabetische volgorde worden hier enkele rassen genoemd waaromtrent, wat betreft de vatbaarheid voor schurft, reeds iets meer bekend is. Bij het opmaken van het bouwplan houde de teler er reeds zoo veel mogelijk rekening mede. 1. Weinig en matig vatbaar zijn: Alpha. Atlas, Erdgold, King Edward VII en Sou venir. 2. Tamelijk vatbaar zijn: Bevelander, Con current, Friso. Furore, Industrie, Noorde ling, Roode Star, Thorbecke, Triumph. Zeeuwsche Blauwe en Zeeuwsche Bonte. 3. Sterk vatbaar zijn: Albion, Bintje. Eersteling, Eigenheimer en Ideaal. Is het bekend, dat er op een bepaald stuk land steeds schurftige aardappels geoogst worden, dan zal het verstandig zijn het eens te probeeren met een ras uit groep 1 Weet men, dat ergens weinig schurft voorkomt, dan is men vrijer in zijne keuze. Zoo behoeft men op zware klei niet voor schurft te vreezen. Ook op pas ontgonnen heide- of dalgrond zal men weinig of geen schurft aantreffen. Als regel zijn de eerste en de tweede vrucht mooi glad, daarna neemt de schurft gewoonlijk zeer sterk en snel toe. Op gescheurd grasland worden de aard "opelen in den regel zeer sterk schurftig ^it valt waar te nemen op alle grondsoor ten en het houdt vele jaren aan. Indien mogelijk moeten zulke perceelen van den aardappelbouw uitgesloten worden. Zoo ls het ook met alle perceelen, waar\an be kend is, dat de schurft er bepaald hevig optreedt. Sterke schurftaantasting vindt men dik wijls ook op de landerijen, waar veel met kalk, compost en dergelijke ontzurende stoffen is bemest. In het algemeen neemt men waar, dat op tamelijk ontkalkte (basen-arme) zand- dal en veengronden de aardappelen weinig door schurft worden aangetast, ofschoon de weersomstandigheden daarbij soms een nog niet verklaarbare rol spelen. Een bepaalde grens is niet aan te geven; deze zal in vei- band met nog onbekende bodemomstandig heden varieeren. Globaal genomen is bet ge vaar voor schurftaantasting niet groot meei bij een kalktoestand van ongeveer - 1* Bij hooger kalktoestand werkt bekalking de schurft in de hand. Men gebruike dan geen alkalisch werkende meststoffen zooals thomasslakkenmeel, chilisalpeter of kalk salpeter, maar geve ammonsalpeter en su perfosfaat, of zwa\elzure ammoniak in ge vallen. waar er geen gevaar is dat de op brengst lijdt door het sterker ontkalkend effect van deze laatste meststof. Bij gron den met lager kalktoestand dan bovenge noemd kan het, om een goede opbrengst te verzekeren, gewenscht zijn een alkalisch» hemesting te geven, die daar weinig gevaar voor schurftaantasting geeft. Men late grondmonsters onderzoeken door het Be rt rij f&-laboratorium voor Grondonderzoek te Groningen, dat daarbij een bemest ngadvies geeft. De kosten daarvan zijn veel geringer dan de schade, die men bij verkeerde maat regelen ondervindt Een ander middled, dat dikwijls goede re sultaten geeft, is het gebruik van groenbe- mesting. Het is wel gebleken, dat verschil lende soorten van groembemesting voldoende helpen, mits de grond niet te sterk schiur'- tigp aardappels levert Men zaat vroeg in den herfst rogge of wintergerst ploegt zp onder in heit voorjaar. Dit eenvoudigr middel, gecombineerd met oen doelmatige hemesting, zal dikwijls in de goede rich ting werken. Op de zavelgronden in Friesland heeft men dezelfde goede resultaten opgemerkt van knollen, rapen, rammenas enz., waar van de resten in het voorjaar worden onder geploegd. Vooral daar waar de cultuur van die gewassen veelvuldig voorkomt, schijnt de schurft minder erg op te treden. In an dere zavelstreken meent men te hebben er varen, dat bieten een goede voorvrucht voor aardappelen zijn, hetgeen wellioht even eens is toe te schrijven aan de ondergeploeg de loof resten. Sommige partijen aardappelen zijn aan merkelijk te verbeteren door die sterk aange taste knollen emit le sorteeren. In ieder ge val moet diit bij handelspootgoed regel zijn Ook kan het voorkomen, dat bepaalde ge deelten van een stuk land sterker schurftige aardappelen leveren. In zoo'n geval is het ten zeerste aan te raden de aardappelen van he>t miinder goede gedeelte apart te houden, omdat ze andei's de heele partij voor den handhl minderwaardig kunnen maken. Zoowel in het belang van de verbouwers zelf ,als in dat van onzen binnen- en bui- tenlandschen afzet van consumptie- en poot aardappelen wordt hun ten zeerste aanbevo len met bovenstaande zooveel als maar mo gelijk is rekening te houden. EEN G0EDK00PE STIKSTOFMESTSTOF MET UITNEMENDE EIGENSCHAPPEN Inlichtingen worden verstrekt door het Landbouwkundig Bureau der Staatsmijnen te Lutterade (L.) CHILISALPETER is thans zoo voordeelig in pr\js, dat het laatste beletsel is weggenomen, om tot het gebruik van deze voor treffelijke stikstofmeststof terug te keeren. Neemt het zekere voor het onzekere en koopt BIJ ONS UW GLAS in de betere kwaliteit! 54 ruiten 51.5 x 38 c.M. 5.90 p. kist 1 36 59.5 x 48.5 5.90 75 43 x32.5 5.90 94 38 x 29.5 5.90 47 59.5 x 38 5.90 J73 24 x 24 5.- 21 141 x 73 17.25 glas Kisten gratis FRANCO ROTTERDAM v. d. BURGH's Glashandel Tel. 15 Maasland (Z.-H.) posforzuurbemesfing van grasland Ons trof het, dat in het Marktoverzicht vp-> „de Boerderij" van 17 dezer de opmerk'ig werd gemaakt, dat met de aankomst van de onderweg zijnde ladingen slakkenmeel het .seizoen van slakkenmeel praktisch ook af- geloopen" zou zijn. In het vorig Praatuurtje heeft men hierover iets kunnen lezen. Nu was in een vorig nummer van genoemd blad een artikel verschenen over de vraag: wanneer super zaaien op grasland? Dit was onze aandacht ontgaan, maar een onzer le zers wijst ons daarop en vindt het zoo eigenaardg, dat heelemaal niet gewezen wordt op het feit, dat als men slakkenmeel op grasland strooit men geen last heeft van het verbanden van het gras, al geeft men ook nog zulke groote hoeveelheden. Ja, dat vinden wij ook wel eigenaardig, maar och, ieder blad heeft zoo zijn eigen aardigheden. Wij houden het met de nog al tijd algemeen gehuldigde leer, dat voor wei- er hooilanden slakkenmeel de aangewezen fosforzuurmeststof is, en dat deze niet te laat gegeven moet worden, maar, dat het toch neelemaal geen bezwaar heeft om nog tot eind Maart slakkenmeel op wei- en hooiland te geven. Dat het seizoen nog lang niet practisch afgeloopen is, zooals ook reeds ioihet vorig Praatuurtje gezegd werd, bewijst ook wel het Marktoverzicht van het Centraal Bureau uit dezelfde week als waarin het gewraakte marktoverzicht van „de Boerderij" ver scheen, waarin gezegd wordt: „Gelukkig loopt het seizoen (voor Slakkenmeel) tot einde Maart". Het lijkt ons dan ook toe dat het beter ware geweest, dat het blad inplaats van op vroegtijdig aanwendien (in den voorwinter) van super voor grasland te dringen, nu de voorwinter al lang voorbij is, erop gewezen had, dat slakkenmeel de door hem geaoetn- de groote bezwaren van super voor gras niet heeft. Want inderdaad, het is zooals gezegd wordt: als direct na het strooien van super op gras een klein buitje regen valt dan kan het (de schade van het verbranden) zelfs zoo erg zijn, dat de klaver en het onkruid (maar het gras ook. Red.) bijna geheel ver dwijnen en zelfs in den herfst het klaver gehalte nog niet weer normaal geworden is. En daarom in den voorwinter, maar ook dan doet men goed om over droog land te strooien. Aldus bedoeld blad. Met dit bang maken voor super, en ver zwijgen van slakkenmeel als d 0 fosforzuur meststof voor grasland, heeft men noch de super, noch het slakkenmeel, noch de hou ders van grasland een dienst gedaan. Ef ie meer óan Nederlandsch veredelingsbedrijf voor I 19 11 laai Cell de suikerbiet, dat van de Koninklijke Beetwortelzaad-Cultuur KUHN Co., N.Vn te Naarden, welk bedrijf hier al 45 jaar bestaat en welks beteekenis vooral in de oorlogsjaren bleek, toen 't er voor kon zorgen, dat er voldoende zaad was voor den verbouw van de onmisbare suikerbieten. Er IQ lYlSflT ppn suikerbiet, welke is veredeld en vermeerderd fc-l 19 II ld.€U CCII onder en voor de Nederlandsche toestanden van bodem, klimaat en cultuur, daardoor biedende voor diezelfde omstandigheden, dus voor verbouw in eigen land, de beste kansen op het beste resultaat. Er is maar één suikerbiet, die daarom en met volle recht kan worden genoemd een, beter gezegd de 100 Nederlandsche suikerbiet. Ef IS |T133r ppn keuze dan °°k> wanneer een Nederlandsch L_l 19 lliactl cell suikerbieten verbouwer het zaad aanvraagt voor den verbouw van met door Nederlanders opgebrachte geldmiddelen gesteunde suikerbieten: de éénige 100% Nederlandsche suikerbiet de suikerbiet van en voor onzen eigen bodem! AFRASTERING VAN WEIDEN EN TERREINEN! Voor de organisatie van den verkoop in elke provincie, ZeelandZuid-Holland— Noord-Holland, van de gepatenteerde afrastering „HANSA" Staaldraad-Hekwerk, S waarvan reeds honderdduizenden Meters zijn geplaatst, wordt gezocht, die het district moet bereizen ter controle der plaatselijke agenten. Uitvoerige brieven te richten aan „HANSA", Blerick/Limburg. Postbus 75. VEEHOUDERS geeft Uw Vee „PROTOS", de Hollandsche Suikerpulp met 3035 suikergehalte. Vraagt prijsopgave aan: Ridderkerk-Tel. 4- G. GEEN „PROTOS" - Groenenboom GEEN MELK DE BEPERKING VAN DE PLUIM VEETEELT Naar aanleiding van de door de regeering ge- urnen maatregelen Inzake de beperking van de uimveeteelt, hebben de AJara-fabrleken te NoordwUkerhout aan Min. Verschuur een tele- am gezonden, waarin er op gewezen wordt, t door de-ze maatregelen de afzet van broed- tchines. in 't binnenland 13 uitgeschakeld. »<-r 1 ------ ------- ging der fabriek i CHR. BOEREN- EN TUINDERSBOND De kring Westland vam den Chr. Boeren- en Tuinders bond zal Vrijdaf.ro ididag te Naaldwijk een buitengewone vergadering houden, waar allerlei zaken den land- en tuinbouw betreffen de. besproken zullen worden. In deze bergadering zullen nl. als sprekers optreden de heeren Chr. v. d. Heuvel, lid van de Tweede Kamer; T. Borat uit Veur. hoofdb*- Md van den Bond. en M. van Berkel uit orden beantwoord, De diverse vragen d e gesteld zullen door deze spreker wordi voorzoover dit mogelijk ls. Wat men doet moet men goed doen. Dat leerde mijn vader mij in mijn jeugd. Niet met woorden alléén, daar was hij zéér karig mee maar door de daden. Wat men doet moet men goed doen. Dat leeren ook de Duitschers ons. Met woorden, waarmee ze niet zoo karig zijn als mijn vader was, maar ook met daden. En men mag over de Duitschers denken zoo men wil, dat ze krachtig optreden en in één bepaalde richting gaan. zai ieder toegeven Men ziet daar daden, die ons dan wel eens wat kras toelijken, maar die toch niet nalaten indruk te maken. Daar hebt ge nu .de laatste verordening d.w.z. de laatste mij bekende, toen ik dit sohreef; er zullen er later nog wel andere verordeningen afgekondigd zijn. De laatste verordening van 15 Januari bedoel ik, waar bij voorgeschreven is, dat ook DE LANDBOUWCOÖPERATIES ON DERGEBRACHT MOETEN WOR DEN BIJ DE RIJKSY'OEDSELVOQR ZIENING, <lat is bij het departement van landbouw, zouden wij zeggen. Maar, T is waar ook. een departement van landbouw hebben wij niet meer. Enfin, ge begrijpt met wel. Zoo zijn dan, evenals de economisch-poli- tieke landbouworganisatie^ en landbouwka- mers ook de landbouwcoöperaties onder den Rijksbocren-leider gekomen. Zooals ge weet (of misschien ook niet weet. doch dan weet ge het nu) wordt hp« land bouwdepartement van Duitschland over gebracht naar Goslar, omdat men meende, dat het een tegenstrijdigheid was het mid delpunt der landbouwbemoeiingen in een wereldstad als Berlijn te ljouden. Daarom maar naar Goslar. Een stad rijk aan sagen en legenden. Enkele daarvan gaan over een zekere persoon, die Kraft heette en vanaf zijn geboorte de gave moet gehad hebben geesten en menschen onder een ban, een vloek te kunnen leggen. Bij mijn meerdere bezoeken aan Goslar heb ik vele staaltjes van hem gehoord. Gezien hebben we de geest van deze Kraft niet Misschien doolt hij nog rond en geeft den Rijksboerenleider zijn kracht om menschen en geesten aan zijn wil te onderwerpen. Dat zal, mits die Rijksboe- ren-leider het goede wil, voor de land- en tuinbouw een gelukkige tijd worden. Of het voor onze boeren en tuinders een gelukkige tijd zou worden als HET POGEN OM DE STIKSTOF MESTSTOFFEN TE CONTINGEN TEEREN met succes bekroond zou worden valt te be twijfelen. Er zijn namelijk Nederlandsche stikstof producenten, die er op aandringen, dat de invoer van stikstofmeststoffen uit het bui tenland wat geremd zal worden. Men ver zocht deze te willen contingenteeren. Dat wil zeggen de concurrentie van het buiten land te beperken, ietwat tegengaan. Nu kunnen wij ons, wanneer we op he» standpunt dezer fabrikanten staan, dit in denken. De vrije concurrentie van uit het buitenland drong de prijzen zeer naar om laag. Dat was een voordeel voor de gebrui kers, voor de boeren en tuinders. En daarom kunnen wij niet voor die contingenteering zijn. Dat bedoelt de prijzen wat hooger te brengen. Dat moeten de boeren en tuinder» betalen. Eerst toetreden tot het Internationaal Stik stofkartel, dat een fabriek, die goedkoop kan leveren 2 3 millioen gulden geeft als ze maar niet meer dan een derde deel van haar capaciteit fabriceert. Dit geld moet na- turlijk door de afnemers de boeren en tuin ders betaald worden. En nu nog door con tingenteering de verdere concurrentie rem men, het is van hun standpunt uit gerekend niet zoo kwaad, doch wel van ons standpunt. Daar moeten boeren en boerenvrienden zich tegen verzetten. En toch hooren wij, dat het Centraal Bu reau uit het Nederlandsch Landbouwcomité •Juist Sr voor Beroeps-Tuinders. maar ook voor Particulieren (dat is niet het Koninklijk Nederlandsch Landbouwcomité) zioh Daarover gaat een inzender in de N. RotL Ct. nog al heftie zich uiten. Hij schrijft om.: „De oorspronkelijke opzet van Coöperatiei (het C. B is een coöperatie. Pr.) inkoopen is natuurlijk om zoo goedkoop mogelijk te koopen. Wanneer dus een instelling als het Cen traal Bureau inDlaats van inkooporganisatie voor een aantal landbouwvereenigingen, haar neutraal standmint verlaat en verkoop organisatie wordt van producenten, is het duidelijk, dat men niet meer voor 100 pet. voor het belang van de landbouwvereenigin gen kan opkomen. Dit blijkt ook thans waar het Centraal Bureau zicli met eventueele contingtnteering accoord verklaart en zulks met de weten schap, dat de prijzen kunstmatig hoog ge- houuen worden en niet bij het syndicaat aangesloten producenten belangrijk lager auunen verkoopen. Dat contiugeuLeering lagere prijzen, die in het belang van den boer zijn, tegenhoudt en veeleer spoedig hoogere prijzen in de hana zal werken, semjnt bijzaak te zijn. Hooidzaak is uat door contingenteering de goedkuopere stikstolmeststollen die via den uandei den boer bereiken, van de markt ver dwijnen zoodat men het rijk alleen krijgt. Te laat zullen besturen van landbouw vereenigingen inzien dat men verkeerd heeb gedaan door slechts één ijzer in het vnur te hebben en dat men, wil men werkelijk het baiang van den boer dienen, moet inkoopen waar men het goedkoopst kan koopen en zooals vroeger algemeen gebruikelijk was en door zeer vele lundbouwvereenigingen nog geschiedt, door het houden van publieke aanbestedingen, de zekerheid heeft, niet goedkoopr te hebben kunnen koopen". Maar in het laatste marktoverzicijt van het C. B. acht dit bureau het voor den boer een geluk, dat door concurrentie der hande laren (strijdende producenten worden het wel eens met eikaar, wordt gezegd) de stik stof wat goedkooper is te krijgen waar geen schaduw aanzit. Wij gelooven, dat te ver doorgevoerde coöperatie de boeren geen voordeel, doet» meermalen schade doet. Misschien dat w* daar nog nog wel eens wat over schrijven. We moeten nu eens een ander praatje pra ten. En dan beginnen we eens over de groote tegenstellingen, die er zijn in de wereld Daar is Dit geeft heftige contrasten in de groote we reldmaatsohappij, wat wel blijkt uit de cij fers, die het Bostonsch hulpcomité tot leni ging van den wereldnood over 1933 publi ceerL In deze publicaties lezen we, dat in de geheele wereld in 1933 door honger stierven 2.4 millioen menschen, door zelfmoord (uit nood) 1.2 millioen menschen. Veinietigu werden, om de goederen op prijs te houden 2.5 millioen K.G. suiker, 400.000 wagons graan, 144.000 wagons rijst, 267.000 zakken koffie, 1.4 millioen K.G. vleesch. Het comité verklaart, dat de vernietigde levensmiddelei. voldoende zouden zijn geweest om tweedei de gedeelte van de verhongerden te redden. In dit licht bezien is het vernietigen van voedsel vreeselijk. En toch hoe die honger lijdende bevolkingen daar ergens in midden Azië hetgeen hier doordraait op de veilin gen te bezorgen? Wie het weet, die mag hei zeggen. Maar, let wel, met alles, wat gezega wordt kan niet gerekend worden. Zoo werden b.v. KOELHUISEIEREN VERKOCHT ALS VERSCHE EIEREN. Het mogen dan eieren geweest zijn, die versch uit het koelhuis kwamen onder ver- sche eieren verstaat men iets anders. Dat oordeelde de Arnhemsche rechtbank ook, want daarvoor heeft een koopman terecht gestaan, die 3000 eieren als „versche eieren" op de markt te Arnhem voorhanden had, terwijl het bij schouwing en in\vendig onder zoek door den keuringsdienst koelhuiseieren bleken te zijn. De eieren waren kennelijk aanvankelijk gestempeld geweest, maar men was er in geslaagd om het merk vrij grondig te verwijderen. De koopman beweerde zelf bedrogen te zijn; hij zou de eeron als versc.h hébben gekocht voor 5y2 cenit per stuk. De kanton rechter vereen igde zich met de opmerking van den ambtenaar van het O.M., dat vooral in deze tijden van crisis tegen bedrog met levensmidideJen streng moet worden opge treden. Rekening houdend met het feit, dat het verlies der eieren reeds een ernstig fi- nancieele straf voor verdachte beteekent. veroordeelde de kantonrechter hem tot 20 boete met verbeurdverklaring der eeren De eisch was 100 met verbeurdverklaring. Op deze wijze heb je gauw een voldoende afzet van je waren gekregen. Maar de eier- koopman zal zoo'n gedwongen afzet wel niet op prijs stellen. De bloembollentrekkers houden (maar niet op deze wijze) wel van een geforceerdien afzet, Zdj zajn dait forcee- ren wal gewend. En hebben daarmee een naam in binnen en buitenland verworven. IN ENGELAND HEBBEN DE KOOPERS LIEVER HOLLAND SCHE WAAR Dat bleek me weer eens toen ik inzage kreeg van een paar brieven, die Engelsche bloe- menhandalaars aan de Nederlandsche bol- lentrekker zonden. Wij willen een paar zin nen uit deze brieven weergeven. Ze waren in het Hollandsoh, d.w.z. wat een Engelsohe (die zoo moeilijk talen leert en vooral met de Hollandsche taal groote moeite heeft) voor Hollandsch laat doorgaan. De eene schreef o.a. dat „Het Engelsohe publiek de Copland-fcuJipen moede wordt, vooral de En gelsche, daar de meeste bloemen bedekt zijn door de bladeren, wat een groote fout blijkt te zijn bij de Engelsche kweaker. YVij zou den, schrijft hij, best een kolonie Hollanders in dit land kunnen gebruiken om tulpen te leeren broeien, doch ook om ze te verpak- pon. Elke zending, die we van Uw kant ont vangen is een genoegen te verkoopen, daar de klanten, die ze eens gekocht hebben zo altijd weer willen koopen". De tweede brief was niet minder mooi wat de inhoud betreft, al was het Hol landses wel iets gebrekkiger. Die schreef o.a.: „het weer is mooie en wanneer het mooie blijft geloof ik dat het handiel mis schien iets béter zullen zijner is hier veel Engelsche tulpen. Maar Engelsche tulpen zijn niet zoo mooie en n et zoo goed als het Hollandsche. En de koopers liever hebben het Hollandsche, De tulpen van Uw ader zijn mooie en ik hoop, dat hij kunnen veel van hen verdienen". Zie )e, zulke brieven geven je weer eens een prettige stemming. Ook het bericht, dat in Rijnsburg aan de Veiling „Flora" in Januari geveild werd voor 209.850 en in Januari van het vorig jaar 135.837. Dus dit jaar voor 74,000 gul den meer. Met zulke prettige zaken, die ?k hoorde, zag en las, dacht ik mijn praatje voor deze week maar weer te moeten beëindigen. Tot de volcende week. PRAATJESMAKER

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1934 | | pagina 8