De pede belijdenis ptrouw
- WrENcD/vG 31 JANUARI 1934
DERDE BLAD PAG. 9
Handelsbetrekkingen
Nederland en Ned.-lndie
Heroriënteering van onze handelspolitiek Ook
bizondere aandacht voor Indische belangen
i.
5 Sinds geruimen tijd reeds vormen de han
delsbetrekkingen tusschen Nederland en
Ned.-lndie een onderwerp van studie, zoo
wel hier te lande als in de Indische regee-
ringsbureaux. De verscherping van de eco
nomische wereldcrisis en de door de onder
scheiden landen gedreven egocentrische
handelspolitiek hebben er in niet geringe
mate toe bijgedragen om de vraag door
./elke economische maatregelen Nederland
Indië en Indië Nederland van dienst kan
zijn, in een zoodanig acuut stadium-te bren-
Hgen, dat daden niet langer konden worden
uitgesteld. De internationale economische
verdwazing bleef aanhouden en anderen
jrofiteerden steeds meer van onze open-
Ideur-politiek in het Oosten en het tot het
uiterste vasthouden aan de oude vrijhan
delsgedachte in het Westen. De wereldfei
ten hebben ons ten slotte gedwongen andere
wegen te gaan ten einde onze economische
positie en die van Indië zooveel als doenlijk
is te beveiligen. Ons tegenwoordig econo
misch beleid draagt daarvan de duidelijke
kenmerken en ook Indië is in die richting
niet achtergebleven en heeft zich mede do
wapenen verschaft, die dienen kunnen om
welvaart des lands tegen dreigende ge
varen te beschermen. Veel -i-cïeïd en voor
zichtigheid is daarbij noodig.
Zooals gezegd dringt zich in dit complex
in algemeene vraagstukken nog de bijzon
dere vraag naar voren: wat kan Nederland
ten bate van Indië doen en omgekeerd.
Ten einde daarover het Nederlandsche
volk op juiste wijze te kunnen inlichten, is
j.l. Maandag een door den Regecringspers-
dienst georganiseerde persconferentie gehou
«en. Daarin heeft Prof. J. v. Gelderen een
«verzicht gegeven van het vraagstuk, waar-
|bij Moederland en Koloniën zoo nauw ver
bonden zijn.
"•"1 Prof. v. Gelderen was voorheen hoofd
jflmhtpnnnr voor Economische Zaken bij hei
Departement van Landbouw in Ned.-lndie.
Bdat Ihans daar het departement van Econo-
Zaken is. Gerepatrieerd is Prof. v.
ter beschikking gesteld van den
Iminister van Koloniën; hij dient thans Dr.
Colijn als adviseur. Hij is omnium con-
ieensu in die kwaliteit volkomen bevoegd
'door zijn bijzondere bekwaamheid en ken-
!nis van de economische verhoudingen in In-
gJdië en in het Oosten in het algemeen.
Aan een voorlichting van zoo volkomen
bevoegde zijde bestond inderdaad groote be-
d hoefte.
In den laatsten tijd zijn n.l. in de pers in
om binnen- en buitenland allerlei berichten en
L beschouwingen verschenen, die allerminst
aanspraak konden maken op volle juist-
heid en volledigheid. Te verwonderen was
;dat niet: de materie is omvangrijk en zeer
Ingewikkeld.
I
Prof. v. Gelderen wenschte zijn behande
ling van het vraagstuk, dat in nauw ver
band staat met den huidigen crisistoestand
en de handelspolitiek van andere landen, te
beperken tot den actueelen vorm, waarin
1 hef zich thans voordoet.
De omstandigheden zijn in dezen tijd zoo
geworden, dat een zekere heroriënteering
ook van onze handelspolitiek onvermijdelijk
is 'geworden.
Te onderscheiden valt gelijk we reeds
met een enkel woord aangaven tusschen
twee groepen van maatregelen. Er zijn:
1. maatregelen ter actieve ondersteuning
van exporten naar het buitenland, die de
beide deelen van het Koninkrijk raken, en
2. maatregelen ter ondersteuning van ex
porten van de beide gebiedsdeelen naar
elkaar.
Allereerst valt aandacht te schenken aan
e eerste categorie.
De exporten naar het buitenland In ver-
jand met handelspolitieke onderhandelingen
door Nederland met vreemde landen *e
voeren. De Nederlandsche Regeering stelt
zich daarbij op het standpunt, dat bij be
sprekingen in-zake handelsverdragen ook bij
zondere aandacht zal worden gegeven aan
de Indische belangen. Wanneer Nederland
net eenig land onderhandelt over kwesties
an in- en uitvoer zal daarbij zeer s p e-
i a a 1 de positie van Indië in aanmerking
komen.
Nederlandsch-Duitsch Verdrag
Het meest recente voorbeeld hiervan is het
handelsverdrag met Duitschland. Om tech
nische redenen was het bij de gevoerde on-
lerhandelingen niet mogelijk de positie van
e Indische exportproducten voldoende tot
aar recht te doen komen. Daarom is in art.
7 van het slotprotocol bepaald, dat binnen
"{niet te langen tijd
de handelsbetrekkingen tusschen Indië
en Duitschland, dat steeds een be
langrijke afnemer was van Indische
producten, aaa een afzonderlijke be
schouwing zouden worden onderwor-
'°h;
do
pen. Eind Februari, zoo deelde prof.
Van Gelderen mede, zal deze kwestie
reeds in behandeling ger.omen worden.
Een spec ale delegatie zal dan belast
worden met het voeren der besprekin
gen, welke te Berlijn zullen plaats
hebben.
Ten opzichte van andere landen zal. een
zelfde standpunt worden ingenomen.
Bij het voeren van dergelijke onderhan
delingen is natuurlijk in de eerste plaats
noodig een nauw en snelwerkend contact
tusschen de Nederl. en Indische Re-gceringen
Maar niet minder noodzakelijk is een con
tact met. d-e particul'eren en belanghebben
den. In verband daarmede zal dezer dagen
worden ingesteld een speciale com
missie van contact voor Economische
aangelegenheden. Deze commissie zal tot
taak hebben het Departement van Koloniën
in deze materie voor te lichten. Zij zal be
staan uit voormannen der organisaties en
prominente figuren uit verschillende onder-
deelen van het bedrijfsleven, waar geen or
ganisaties bestaan. Deze commissie zal duf.
bevatten vertegenwoordigers van de cultu
res, handel en transport. Ook Wegt-Indië zal
in deze commissie vertegenwoordigd zijn. pe
Minister van Koloniën is voornemens dez-
contact-commissie op 5 Febr. a.s. te instai-
leeren.
Exporten binnen het Koninkrijk
In de tweede plaats kan men het vraag
stuk van de act'we ondersteuning der ex
porten, dat vooral in dezen crisistijd van
bijzonder belang is, beschouwen in verband
met den in- en uitvoer tusschen Nederland
en Indië; de exporten binnen het Konmkrijk
dus. Nu moet dadelijk hierbij opgemerkt
worden dat deze kwestie geheel, of althans
veel meer dan de vorige, binnen de maent
en' het bereik der Regeering valt Natuurlijk
zal ook de regeering binnen het raam der
economische mogelijkheid moeten blijven,
maar in elk geval is hier geen sprake van
het buitenland als partij.
De vraag kan ook zóó gesteld worden: Is
het mogelijk, dat beide gebiedsdeelen van
het Koninkrijk meer dan tot dusverre afzet
gebied voor eikaars producten worden? Het
spreekt vanzelf, dat bij de beantwoording
van deze vraag niet moet wórden gedacht
aan een zuivere do-ut-dcs-politiek. Deze Zal
niet mogelijk zijn en is ook niet n o o d i g.
Zij zal gericht moeten zijn op eëiï weder
zij dsche belangenbehartiging.
Bij deze kwestie beschikt Nederland
ovor ra^er wapens om Inddë te helpen, dan
omgekeerd.
Professor Van Gelderen wijdde eerst
eenige beschouwingen aan de vraag: Wat
kan Indië voor Nederland doen?
Differentieëele rechten
Er is vroeger veel gesproken over
rentieele rechten. Ze zijn echter niet zeor
belangrijk en kunnen slechts geringen in
vloed hebben op de onderlinge verhóuding..
Men heeft wel eens beweerd, dat differen-
tieele rechten in strijd zouden zijn met de
meestbegunstigings-clausule. Dit is ,-niet hst
geval, omdat de meestbegunstigings-clausule
geldt voor het koninkrijk in zijn geheel.
Rechten aan Indië verleend door het moe
derland gaan daarom niet automatisch over
op alle andere landen buiten het koninkrijk.
Er zijn intusechen enkele verdragen, welke
alleen op Indië betrekking hebben en welke
de vrijheid der Indische regeering tegeii-
over het moederland sterk beperken. Dit is
het Londensohe tractaat van 1824 en het
Sumatra-tractaat van 1871.
Het Londensche Tractaat bepaalt, dat Ën-
gelsche goederen nooit meer belast mógen
worden dan met het dubbele tarief vóór Ne
derlandsche producten. Voor goederen uit
Nederland, die vrijgesteld zijn, zal Engeland
nooit meer dan 6 behoeven te betalen. Dit
Tractaat, in verband met de meestbegunsti-
ging van andere landen, reduceert de waar
de van differentieele rechten voor 'móeder-
landsohe producten sterk.
Echter zouden wij toch nog altijd met dit
tractaat een voorsprong hebben. Deze wordt
echter opgeheven door het Sumatra-Tractaat
Dit verdrag geldt alleen voor Midden- en
Noord-Sumatra en bepaalt, dat de Engelsche
goederen bij invoer in die gebieden een ge
lijke behandeling zullen ondervinden als de
Nederlandsche. Wil men dus het tarief dif
ferentieeren, dan zou men het Indische tol-
gebied eigenlijk in twee stukken moeten
knippen.
Dit is practisoh gesproken onmogelijk.
Dat van differentieele rechten dus weinig
to verwachten is spreekt vanzelf. Dit is
echter niet zoo ernstig. De tijd, dat men op
die wijze iets kon bereiken, is toch voorbij
In het handelsverkeer tusschen de verschil
lende landen zijn methodes en machtsmid
delen naar voren gekomen, die veel krasser
zijn dan deze rechten.
Hier valt te denken aan het
Geen reden iot ongerustheid;
KWATTA's SOLDAATJES
blijven hun waarde altijd houden
stelsel der contingenteeringen,
waardoor de invoer van bepaalde artikelen
kon worden beperkt. Indië beschikt voor dit
doel over de Cris s-invoer-ordonnantie.
Deze ordonnantie is in groote trekken' lo
vergelijken met de crisis-invoerwet in Ne
derland. Een van de meest essentieele ver
schilpunten echter is, dat men in Indië twee
soorten contingenteer ngen kent
In de eerste plaats heeft men de zooge
naamde vrije contingenteering, welke uit
sluitend ten doel heeft overmatige importen
te weren. Hierbij wordt alleen hef. totaal
van den töegesfanen invoer vastgesteld zon
der té specificeeren uit wélk land deze! in
voer zal kunnen komen.
Daarnaast bestaat echter de mogelijkheid
een landen-cont ngenteering vast te stéllen
Daarbij zal dan worden aangegeven hoevee:
de invoer uit een bepaald land zal m.v
gen bedragen. Juist deze landen-contingen-
teering is voor .Indië van bijzondere bétee-
kenis. Ook Nederland zal, als een dèt* laiv
den van herkomst, van deze bepalingen
kunnen profiteeren.
De beteekenis van dit stelsel voor Indië
ligt h erin, dat het mogelijk wordt om op
de herkomst der artikelen invloed uit. U
oefenen. Die herkomsten warón, vooral in
de laatste jaren, sterk aan het verschuiven-
leder voelt, dat dit middel met het ons
daarop van vérstrekkende beteekenis kam
zijn.
De contingenteeringen krachtens de.be
doelde ordonnantie, welke pas van midden
1933 dateert, hebben ten doel de rechtstreek-
sche bescherm ng van in Indië gevestigde
bedrijven. Prof. Van Gelderen lichtte dit
met. eenige voorbeelden toe.
Zoo is de Indische regéering' er eenigen- tijd
geleden toe overgegaan den invoer van ce
ment te contingenteeren, om op deze wijze
aan de Padangsche cementfabrieken, die tol
voor kort de helft van alle cement produ
ceerden, een bestaansmogelijkheid te laten
De positie van Japan op de cementrna.rkt
was. mede ook ten gevolge van het kosteu-
vraagstuk, geheel overheerschend geworden.
Japan begreep, dat de Ind sche Regeering
in het belang der eigen bedrijven maatrege
len moest nemen en deze contingenteering
door Japan zelf redelijk geacht is dan
ook met volle medewerk'ng van Japansche
zijde tot stand gekomen. Een andere conlim
génteering pit den laatsten tijd is die van
bier op fless.cben. Ook hier wordt de invoer
naar de landen van herkomst gestabil seerd.
Daardoor wordt de productie der fabrieken
te. Soerabaja en Batavia beschermd tegen
Japansche .concurrentie. Ieder land kreeg
een portie op de basis van 1932.
Vervolgens deelde prof. Van Gelderet)
mede, dat een derde contingenteering zich
in een stadium van voorbereiding bevindt,
namëlijk die van katoenen en kunstzijden sa
rongs en weefstoffen.
De belangrijke inlandsche industrie onder
vindt daarvan een sterke concurrentie van
de uiterst goedkoope Japansehe importen.
Bij de te'treffen contingentefringsmaatrege-
len zal de totale hoeveelheid, welke .mag
worden ingevoerd, worden beperkt ten bate
van de bestaande Indische bedrijven, terwijl
ook Nederland zijn aandéel in den invoer
i ^aLsbehoiji den.ii - -
Gebleekte katoen.
Wat de contingenteering van gebleekte;
katoen betreft, stelt de Regeering zich op
het standpunt, dat men dè feiten geen ge
weld mag aandoen.
Het gaat niet aan 't groote aandeel, dat Ja
pan heeft als producent v. goedkoope stoffen
waaraan Indië in dezen tijd meer dan ;oo:t
behoefte heeft, zonder meer te negeererj.
Echter spreekt het vanzelf, dat men wil
trachten voor katoenen manufacturen, die
niet. dienen tot kleeding van de armsten,
de textielmarkt te -behouden. Hiermede
wordt de' moedeiiandsche export gebaat
Zeer spoed'g is dan ook de invoering van
dezen maatregel te vernachten.
Voorloopig zal het een tijdelijke contingen
teering zijn voor maximum tien maanden.
Indië heeft reeds een uitgewerkt voorstel
gèdaan en binnen weinige dagen zal de R1?-
geering haar definitief oordeel er over ge-
Véfvolgens behandelde prof. Van Gelderen
de vraag: Wat kan Nederland doen, voor fie,
export van Indische Producten?.
Daarover echter morgen nog eon en ander
HET WETHOUDERSCONFLICT
TE ZANDVOORT
DE SUBSIDIEKWESTIE
Maandagavond heeft de Zandvoortsche
gemeenteraad een spoedeischende vergade
ring gehouden op verzoek van een door den
Raad ingestelde commissie om een bespre
king uit te lokken over de niet toekenning
van rijkssubsidie voor werkloozensteun over
een tijdvak van tien maanden. De belang
stelling voor het raad'hiuiis was zeer groot.
De voorzitter der commissie, ds. Padt, gaf
een uitvoerige uiteenzetting van de verrich
tingen der commissie .zoowel te Zandvoort
als te Den Haag, waar op het departement
besprekingen zijn gevoerd. De heer Padt liet
uitkomen, dat men eerst met de commissie
ROFFELRIJMEN.
Dal wreede Leiden.'
I Eek bt) de behan.
post Volksfeesten o
an het Wilhelmus 1
3 d. raadsleden
van feestelükne
lodigd, dan bes
Kijk, daar komt het roode aapje
Weer eens uit de roode mouw,
Ondanks dikke roode woorden
Van oprechte roode trouw
Aan de Nederlandsche natie,
In de roode krant gedrukt,
Soms met wonderlijke feiten
Overdreven opgesmukt!
Dat schandalig ivreede Leiden,
Dat het lijden zoo verzwaart -
Van het volksdeel d zoo gaarne
't Geitje en het kooltje spacurt!
't Volksdeel, dat het toch zoo druk heeft
Om het noodige te doen
Om de plooien weg te strijken
Uit zijn politiek fatsoen!
Het' fatsoen, dat één beschouiving
'Als de juiste tolereert:
Het Wilhelmus is een strijdlied,
Rechtstreeks tegen ons gekeerd!
Ons, hier rueder uitgestooten
Uit het nationaal verband
Dat wij sinds een blauwe Maandag
Voorstaan, en: met hand en tand!
Dat schandalig wreede Leiden!
Dat het ziek toch niet ontziet
Zoo de tiveespalt aan te hitsen
Door het nationale lied!
Dat schandalig wreede Leiden
Doet opzettelijk lueer pijn
Al die trouwe roode zielen
Die van goeden iville zijnI
Waarom heeft de Burgemeester
Niet de roode hand aanvaard
Die zich zoo van ganscher harte
Voor verzoening had verklaard
(Nadruk verboden,)
LEO LENS.
niets te maken wilde hebben, omdat Zand
voort toch altijd liet slabakken. Men sprak
zelfs over sabotage van den wethouder van
sociale zaken en onderwijs.
Nadat de commissie nogmaals haar zaken
bepleit had, was zij aanvankelijk van mee
ning, dat alles nog voor Zandvoort terecht
zop komen.
De heer Padt hoopte, dat wethouder Mole
naar zijn wethouderszetel ter beschikking
zaA stellen. Daarom stelde hij ook een motie
voor, waarin dit verzoek gedaan werd.
De. heer Molenaar en verder bijna alle an
dere raadsleden gaven hun meening over
deze zaak te kc nen.^Eclitèr wilden versch.l-
lende raadslëwo-de zaak eerst geheel on
derzocht hebbén.
Dé commissie trok daarop haar motie voor
loop ig in.
Na drje uur debatteeren sloot de voorzit
ter de vergadering.
AMSTERDAM
INBREKERS AAN HET WERK
Maandagmorgen omstreeks vier Uur werd een
nachtwaker van de A.G.P.N.V. In de Rustenbur
ger-straat opgeschikt door hulpgeroep, van eer
"ambtenaar van de Ned. Spoorwegen, die een drie
tal mensdien achtervolgde. De waker ging even
eens de mannen achterna, die echter in een auto
wisten te ontkomen. -
Bij onderzoek bleek, dat de drie vluchtelingen
inbrekers waren, die via een leegstaand perceel,
in de Rustenburgerstraat 420 binnen waren ge
drongen in perceel 422, waar een garage is ge
vestigd. Een der personen heeft in de haast zijn
overjas achtergelaten. Deze overjas kan de politie
op een spoor brengen, daar zich In dit kleeding-
stuk een ontslagbrief bevond van den directeur
van de strafgevangenis. Er wordt niets v
VIJFTIG JAAR IN GEMEENTEDIENST
De heer J. N. D. Blaauw, hoofdopzichter der
Publieke Werken, die Zaterdag den dag herdacht,
waarop hij vóór 50 jaar in gemeentedienst trad,
is dien dag bij den burgemeester ontboden, die
hem de gouden eere-medaiï'le der Orde van Oranje
Nassau ter hand heeft gesteld. De Wethouder
voor de Publieke Werken heeft den jubilaris
daarna de zilveren medaille der gemeente Am
sterdam overhandigd.
ANTT-DUITSCHE DEMONSTRATIES
Op het Stadionterrein is het circus Sarrasa
geplaatst, dat een bijzondere aantrekkingskracht
schijnt te bezitten voor politieke groepen, die
Hitler kunnen luchten noch zien. De politie
spreidde tal van demonstranten.
RUBRIE^
DONDERDAG 1 FEBRUARI
HUIZEN 301.5 M.
K.R.O.
8.00—9.15 Morgenconcert.
11.00—11.30 Gramofoonmuziek.
11.30—12.00 Godsdienstig halfuurtje door
kapelaan J. H. A. Hendriks.
12.00 Tijdsein.
12.01 12.15 n.m. Politieberichten.
12.152.00 n.m. Lunchconcert door orkest
ó.l.v. Marinus van 't Woud.
NED. CHR. RADIO-VEREENIGING
10.00—10.15 Gramofoonmuziek.
10.15—10.45 Morgendienst door Ds. J. v. d.
Woude.
10.45—11.00 Leger des Heils-kwartiertje.
(Gramofconmuziek)
2.003.00 n.m. Cursus fraaie handwerken
door mej. G. Ablij.
3.00—3.30 n.m. Bizet-programma. (Gramo
foonmuziek).
3.30—4.00 n.m. Verzorging zender.
4.00—5.00 n.m. Bijbellezing door Ds. J. H.
F. Remme. Zang: J. H. Smit Duyzentkunst.
Orgel: H. Smit Duyzentkunst.
5.00—5.30 n.m. Cursus handenarbeid voor
onze jeugd, door H. Stelnvoort: ..Een
wandbakje van dun karton",
5.30— 6.30 n.m. Bespeling van het Studio
orgel door Mac Crafford.
6.30—7.00 n.m. Populaire gramofoonmuziek.
7.007.15 n.m. Politieberichten.
7.15—7.30 n.m. Enkrateia-kwartiertje. Evert
Loerakker Jr.: .Me brandende lampen".
7.30—8.00 n.m. Weekoverzicht: „Wat er op
de wereld gebeurt", door Corn A. Crayé.
8.00—9.00 n.m. Dè Prot. Chr. Muziekver.
„Jubal". te Nijm^en. Dir. Frits lakma.
9.00—930 n.m. Ouderuurtje. A. J. Drewes:
„Kind en Zending".
930—1030 nun. Concert door het Waleson-
kwartet.
1030—11.30 n.m. Gramofoonmuziek.
HILVERSUM 1875 M.
A.V.R.O.
8.01 10.00 Gramofoonmuziek.
10.01 10.15 Morgenwijding.
11.00—11.45 Knipcursus kinderkleeding door
mevr. Ida de Leeuw van Rees. Ie les. (Deze
les wordt herhaald).
11.45—12.00 Gramofoonmuziek.
12.01—2.15 nun. Lunchconcert door het
Omroeporkest o.l.v. Nico Gerh3rz.
12.451.00 n.m Tusschenspel van gramo
foonmuziek. Omroeporkest.
2.15—2.45 n.m. Halfuur voor de vrouw
(namens de Nederlandsche Vereeniging van
Huisvrouwen). H. van Aken Jr.. dierenarts:
„Huisdieren, in verband met gevaren voor
kleine kinderen".
2.45—3.00 n.m. Gramofoonmuziek.
3.00—3.45 n.m. Vervolg-knipcursus door
mevr. Ida dc Leeuw vai. Rees. 13e les.
"3.45—4.00 n.m. Overschakeling naar den
zender Kootwijk.
4*.00—4.30 n.m. Mevr. Antoinette van Dijk
spreekt voo. zieken en ouden van dagen.
4.305.00 n.m. Gramofoonmuziek.
5.00—530 n.m. Radio-tooneel voor kinderen.
Studio-opvoering van „Hoe het Tifernand
verder ging".
5.30—630 n.m. Dinerconcert door het Om
roeporkest o.I.v. Nico Treep.
630—7.00 n.m. Sportpraatje door H. Hol-
7.00—7.30 n.m. Kovacs Lajos en zijn orkest.
7.30—8 00 n.m. Engelsche les door Fred
Fry. 13e les.
8.00 n.m. Tijdsein.
8-01—8.05 mm. Nieuwsberichten van Vaz
Dias
8.058.15 n.m. Gramofoonmuziek.
8.15—1030 n.m. Aansluiting met het Con
certgebouw te Amsterdam. Caecilia-concert
door het Concertgebouw-orkest o.l.v. Eduard
van Beinum. m.m.v. Paul Huf. declamatie en
Re Koster, sopraan. Beethoven-programma.
1030—11.00 n.m. Kovacs Lajos en zijn or
kest.
11.00—11.10 nun. Nieuwsberichten van Vaz
Dias.
11.10 n.m.—1200 Kovacs Lajos.
12.00 Tijdsein. Sluiting.
HEILSBERG 291 M.
5.45 mm. Het Elly Ney-trio spéélt.
BOEKAREST 212.6 M.
6.05 n.m. Opera-uitzending.
DEUTSCHLANDSENDER 1571 M.
6.20 mm. Ingebruikneming van den kortegolf-
zender voor Afrika.
WEENEN 506.8 M.
6.45 n.m. Symphonie-concert, mun.v. Emi!
ROME 420.8 M
8.05 n.m. Symphonie-concert o.l.v. Arrigo
Serato.
LONDEN REG. 342.1 M.
8.20 nun. „The king's tryall". Luisterspel,
LANGENBERG, DLD., 455.9 M.
8.20 njn. „Die Weise von Liebè und Tod
des Cornets Rllkc". Luisterspel naar het
boek van Rainer Maria Rilke.
PARIJS (RADIO) 1796 M.
8.20 mm. „Der fliegende Hollander". Opera
van Wagner.
STRAATSBURG 349,2 M.
850 n.m. Mozart-concert.
PRAAG EN BRATISLAVA 470.2 M.
9.45 n.m. Smetana-concert
DAVENTRY 1500 M.
9.55 run. Kamermuziek. (Weckerlin-
Dvorak-Prokofieff
Eind December 1933 bedroeg het aantal aan
gegeven radio-ontvanginrichtiDgen 328.201. Het
aantal aangeslotenen aan radio-distributiecen
trales bedroeg 320.074, hetgeen in totaal neer
komt op 78 luisteraars per 1000 inwoners.
DE WERELDREIS VAN PIETJE PLUIS EN JANTJE JOPPE
door G. Th. ROTMAN
25. Met een plotselingen schok stopte de
trein, zoodat de boer, die juist gebukt stond,
flink z'n hoofd stootte en nu nog woedender
werd. Toen de conducteur kwam kijken,
wat er aan de hand was, gaven de twee
tegenstanders elkaar natuurlijk de schuld;
de boer brulde, dat zijn o\erbuui hem in z'n
slaap had willen vergiftigen, terwijl het
heertje zijn reisgenoot van een roofoverval
beschuldigde. „Dan maar allebei er uit!" zei
rle conducteur.
26. Daar evenwel de twee vechtersbazen
daar weinig lust toe gevoelden, riep de con
ducteur z'n collega's alsmede den machinist
en den stoker te hulp, waarop de twee bin
nen een minimum van tijd in het gras
langs den spoordijk lagen te rollen. „En
hier heb je je bagage!" riep de conducteur;
dit zeggende, pakte hij één voor één de
„pakken", waarin Pietje en Jantje verbor
gen zaten, en smeet ze eveneens den trein
uit!
(Wordt Vrijdag vervolgd.)'
FEUILLETON
Een verhaal uit bange dagen
Door AGNES GIBEENE
(tb
„Gij zult groeien, gij zult groeien!" zei de
Sir Reginald, hartelijk lachende. „Maar gij
zijt alvast een flinke jongen, page, en gij
zult zonder twijfel eenmaal uw sporen ver
dienen. Hoe heet gij? Thomas Brooke? O
van de Brookes van County Somerset. En
hoe oud? Dertien? Nu, gij zijt groot voor uw
leeftijd. Kunt gij mij iets vertellen van mijn
zuster de Damoiselle Margaret?"
„Sir Reginald, Lady Margaret en Lady
Githa gaan als zusters met elkander om
zeide Thomas Brooke.
Opnieuw een hartelijke lach. „Dan vol^:
daaruit, dat Lady Githa en ik als broe ler
en zuster met elkander zullen moeten om-
jJgaan- Maar nu groet ik u, Thomas Brooke.
'Ik wil nij ee.is met eigen oogen van
•1 bekoorlijkheden der jonge dames gaan oy
tuigen. Sir Roger, gaat u mede?'
Sir Roger Acton knikte flauw toestem
mend, maar hij maakte geen haast, had
klaarblijkelijk een ander plan Hij bleef
-Weldra achter bij Sir Reginald, en teen deze
in het huis verdween, stond Sir Roger stil
en zag om zich heen. Toen schudde hij het
hoofd als in antwoord op zijn eigen ge
dachten, en liep weder eenige schreden voort
Daarop stond hij ten tweede ma'le stil ar.
zag onderzoekend in het rond. Juist op dit
oogenblik verscheen Alfgar uit een poortje,
op korten afstand en Sir Roger haastte zicli
naar hem toe-
„Ha! gij zijt het, dien ik wensch te zien
Jonker Cheyne, wacht even tot ik u kan
inhalen."
Alfgar keerde zich onmiddellijk om. „Zochi
u mij, Sir Roger?"
„Ja, kan ik eenige oogenblikk'en met u
spreken?"
„Lord Cobham heeft 'lij niet noodig en
het zal nog wel eenigen tijd duren, eer wij
tot den avondmaaltijd worden geroepen
Heeft u mij iets te zeggen, dat anderen nin
boor en mogen?" voegde Alfgar er bij, daar
Sir Roger spiedend om zich heen zag-
,JDat heb ik. Gij kunt goed raden, jonke:
Cheyne. Wilt gij met mij op le*^ uitkijk
toren klimmen? Mij dunkt, .dat wij daar
boven geheèl ongestoord zullen kunnen
spreken."
Alfgar stemde dadelijk toe, zich verwon
derd afvragend, wat Sir Roger hem kon te
zeggen hebben- Zij beklommen dus i-1
nauwe wenteltrap, die slechts zeer flauv
verlicht werd door kleine openi igeri, die
zich hier en daar in de muren bevonden,
tot zij eindelijk den top hadden bereikt ev
nederzagen op de muren, de torens en het
levendig tooneel op de binnenplaats.
,,'t Is een verbazend sterk gebouw, dü
kasteel van Sir Joh'.i". mprkte. Hr log-v
Acton op, plotseling de stilte verbrekende
„Toch is het, dunkt mij, met te sterk"
antwoordde Alfgar. „Sir John gal het altijd
voor een goede zaak gebruiken, dat weet ik
zeker."
„'t Kan zijn! 't Kan zij-a! Gij zijt jong,
jonker Cheyne-"
„Sir Roger, ik kwam niet hier om het
gedrag van Sir John te hooren afkeuren",
zeide Alfgar beslist
„Ook heb ik u niet voor dit doel tot tnij
geroepen. Afkeuren! ik denk er niet aan
Denkt gij, dat niemand Sir John kent dan
gij zelf? Ik weet zeer goed, dat een edeler
man dan Lord Cobham deze aarde zelden
heeft betreden voldoet u dat?"
Alfgars grijze oogen zagen den ridder een
oogenblik onderzoekend aan, en toen zeide
hij eenvoudig:
„Het is mij genoeg! Ik wacht uw bevelen
af, Sir Roger."
„Daar kunt gij dan op blijven wachteh
Ik heb u geen bevelen te geven, anders had
ik ze eenvoudig uitgesproken zonder meer
Ik verlangde alleen maar wat met u te
praten. Gij bezit het vertrouwen van Sir
John, meer dan iemand anders."
Een teeken, dat hij verstaan was, was het
eenig antwoord, dat hij ontving
„Gij zijt verbazend voorzichtig voor iemand
van uw leeftijd. Wilt gij hooren, wat ik t<-
zeggen heb of niet, lonker Chevre? Ik ver
lang u niets toe te vertrouwen als gij
liever niet hoort alleen voel ik mij ver
plicht tot u te spreken in het belang v n>
Lord Cobham."
„Ik ben altijd bereid iets te hooren of te
doen in het belanc van Lord Cobham'
zeide Mfgar dadelijk.
..Zoo, maar gij weel niet of pit met n
'ook het gevn! is."
„Ik zie niet in, dat ik geroepen ben hier
over een oordeel uit te spreken", zeide
Alfgar kalm. „Ik ben slechts een schild
knaap en gij zijt een ridder. Ik weet zeei
goed, dat ik Sir John liefheb."
„Nu spreekt gij ten minste een meening
Uit" zeide Sir Roger glimlachend. „Maar nu
jonker want wij kunnen ieder ogenblik
van hier geroepen worden hoe denkt gij
over den tegen woord igen politieken toe
stand?"
„Ik denk, dat zij, die dezelfde meeviingen
zij toegedaan als wij, Sir Roger, niet lam
meer zoo kalm zullen, voortleven als wij d-
laatste jaren gedaan hebben", zeide Alfgar
„IJw gehoor is scherp genoeg om het ge
luid van den naderenden storm te ond^r
scheiden, die weldra boven oyize hoofden zal
losbarsten En dat is gelukkig voor u. F.r
zijn er velen, die noch zien, noch hooren.
„Bisschop Arundel haat Lord Cobham
maar toch geloof ik niet, dat hij hem veel
kan doen, zoolang Koning Henry Sir John
blijft beschermen."
„Vertrouw daar niet te veel op. Deze ker
keüjke heeren hebben zeer veel macht in
hun handen en zij oefenen die maar al te
gaarne uit-"
„Denkt u, dat er gevaar voor Sir John in
aantocht is?" vroeg AIf<?ar.
„Zeker denk ik dat! Gevaar! Ik zeg u.
jonker Cheyne, eer vele maanden voorbij
zijn, zullen de I^ollards van dit land in grool
gevaar verkorren, behalve
„Rehalve?" zeide Alfgar op vragenden
toon, daar Sir Roger zweeg.
„Gij zijl jong. maar toch zijt ^ij beschei
den". /ei-Ie Sir Roger Acton pein/'md. „Kun!
■jij een geheim bewaren als het noodig in.
jonker Cheyne?"
„Als ik het met mijn geweten kan overeon
brengen, en met mijn plicht tegenover Lo;d
Cobham."
„Ik geloof u gaarne- Gij moogt u geen
woord aangaande dit geheim laten ontvallen
jonker Cheyne."
„Sir Roger, ik vraag u niet het geheim te
hooren, maar als het noodig Ss, kan ik zeer
goed zwijgen."
„Het is niets, het is niets slechts oen
gedachte", zeide Sir Roger snol. „Hebt gij
gehoord van de plakkaten, die tego.nvvoor-'ig
aan de kerkdeuren van Londen bevestigd
worden?"
„Mijn eigen oogen zagen er een, d-it heette
afkomstig te zijn van een Lol'.ard- D» schrij
ver wees er op, dat dit land meer Jan
honderd duizend getrouwe Lollards bevatU
én dat zij slechts één woord van be el
noodig hadden, om als een eenie man tnger.
hun Koning en hun landgenooten op te
trekken. Mijn oogen lazen de woorden er.
mijn wangen bloosden over de slechte raad
gevingen, die aan onze partij geen goed zui
len doen."
„Gij vergist u! gij vergist uf" zeide Sir
Roger Acton op ongeduldigcn roon. „Hel
wordt tijd, dat men eens hoort, -Int wij geen
kudde weerlooze schapen zijn. die zich kalm
zullen laten slachten, zonder een woord te
spreken, of een zwaard te hunner verdedi
ging op te heffen
„Ik geloof, dat Wickliff heel anders z m
gesproken hebben dan u, Sir Roger", zei.;e
Alfgar ernstig. „Wat denkt u dat hij zou
gezegd hebben van het plakkaat, waarvan ik
spreek?"
„Wirkliff was een wijs en godzalig ma-.i.
maar toch zou ik. op deze puiuen zijn moe
ning niet gedeeld hebben."
„Wat dunkt u, Sir Roger, van het voor
beeld van Christus onzen Heere?" vroeg;
Alfgar na eenig stilzwijgen. „Hij zeide tot
ons: „leert van Mij, dat Ik zachtmoed-' ben
en nederig van harte-" Toen Judas, de veri
rader, tot Hem kwam met zijn bedriegelijkm
kus, sprak Hij hem met zachtheid toe. en
toen Petrus wilde vechten om rijn Meester
te verdedigen, zeide Christus tot l.»'in: „Steek
uw ".waard in de scheede, want allen, die
het zwaard nemen, zullen door het zwaard
vergaan."
„Ik zeg u dit, jonker Cheyne- het was
noch voor Petrus, een apostel, noch voor
Wicklif, een dienstknecht van onzen I-Icere
gepast, dat zij een zwaard droetren, or. lor
welk voorwendsel dan ook; maar voor krijgs
knechten voor ridders als Sir John Oui.
cast Ie en ik zelf is hot een geheel andere
zaak."
„Ik geef u toe dat er verschil is", zei ld
Alfgar. „Toch dunkt mij
„Maar wat zegt gij dau van deze woorden
van Christus: „Ik ben niet gekomen ora
vrede te brengen, maar het zwaard"
„Die woorden zijn rerds dikwijls bewaar
heid geworden", zeide Alfgar. .Maar to.-h
zou ik er niet gaar.ie een bevel tot -ule
Christenen uit opmaken, om tegen mensriirn
voor Christus te strijden: noch yoor onder
danen om tegen hun koning op te staan."
Sir Roger zweeg eenige minuten en sprak
toen
„Hel geeft, geloof ik niets, ot ik langer
met u spreek. Toch zou :k gaarne wil' -n
dat gij uwe invloed in mijn voo- 1. ei deed
gelden"
(Wordt vervolgd)