De pede belijdenis ptrouw - WrENcD/vG 31 JANUARI 1934 DERDE BLAD PAG. 9 Handelsbetrekkingen Nederland en Ned.-lndie Heroriënteering van onze handelspolitiek Ook bizondere aandacht voor Indische belangen i. 5 Sinds geruimen tijd reeds vormen de han delsbetrekkingen tusschen Nederland en Ned.-lndie een onderwerp van studie, zoo wel hier te lande als in de Indische regee- ringsbureaux. De verscherping van de eco nomische wereldcrisis en de door de onder scheiden landen gedreven egocentrische handelspolitiek hebben er in niet geringe mate toe bijgedragen om de vraag door ./elke economische maatregelen Nederland Indië en Indië Nederland van dienst kan zijn, in een zoodanig acuut stadium-te bren- Hgen, dat daden niet langer konden worden uitgesteld. De internationale economische verdwazing bleef aanhouden en anderen jrofiteerden steeds meer van onze open- Ideur-politiek in het Oosten en het tot het uiterste vasthouden aan de oude vrijhan delsgedachte in het Westen. De wereldfei ten hebben ons ten slotte gedwongen andere wegen te gaan ten einde onze economische positie en die van Indië zooveel als doenlijk is te beveiligen. Ons tegenwoordig econo misch beleid draagt daarvan de duidelijke kenmerken en ook Indië is in die richting niet achtergebleven en heeft zich mede do wapenen verschaft, die dienen kunnen om welvaart des lands tegen dreigende ge varen te beschermen. Veel -i-cïeïd en voor zichtigheid is daarbij noodig. Zooals gezegd dringt zich in dit complex in algemeene vraagstukken nog de bijzon dere vraag naar voren: wat kan Nederland ten bate van Indië doen en omgekeerd. Ten einde daarover het Nederlandsche volk op juiste wijze te kunnen inlichten, is j.l. Maandag een door den Regecringspers- dienst georganiseerde persconferentie gehou «en. Daarin heeft Prof. J. v. Gelderen een «verzicht gegeven van het vraagstuk, waar- |bij Moederland en Koloniën zoo nauw ver bonden zijn. "•"1 Prof. v. Gelderen was voorheen hoofd jflmhtpnnnr voor Economische Zaken bij hei Departement van Landbouw in Ned.-lndie. Bdat Ihans daar het departement van Econo- Zaken is. Gerepatrieerd is Prof. v. ter beschikking gesteld van den Iminister van Koloniën; hij dient thans Dr. Colijn als adviseur. Hij is omnium con- ieensu in die kwaliteit volkomen bevoegd 'door zijn bijzondere bekwaamheid en ken- !nis van de economische verhoudingen in In- gJdië en in het Oosten in het algemeen. Aan een voorlichting van zoo volkomen bevoegde zijde bestond inderdaad groote be- d hoefte. In den laatsten tijd zijn n.l. in de pers in om binnen- en buitenland allerlei berichten en L beschouwingen verschenen, die allerminst aanspraak konden maken op volle juist- heid en volledigheid. Te verwonderen was ;dat niet: de materie is omvangrijk en zeer Ingewikkeld. I Prof. v. Gelderen wenschte zijn behande ling van het vraagstuk, dat in nauw ver band staat met den huidigen crisistoestand en de handelspolitiek van andere landen, te beperken tot den actueelen vorm, waarin 1 hef zich thans voordoet. De omstandigheden zijn in dezen tijd zoo geworden, dat een zekere heroriënteering ook van onze handelspolitiek onvermijdelijk is 'geworden. Te onderscheiden valt gelijk we reeds met een enkel woord aangaven tusschen twee groepen van maatregelen. Er zijn: 1. maatregelen ter actieve ondersteuning van exporten naar het buitenland, die de beide deelen van het Koninkrijk raken, en 2. maatregelen ter ondersteuning van ex porten van de beide gebiedsdeelen naar elkaar. Allereerst valt aandacht te schenken aan e eerste categorie. De exporten naar het buitenland In ver- jand met handelspolitieke onderhandelingen door Nederland met vreemde landen *e voeren. De Nederlandsche Regeering stelt zich daarbij op het standpunt, dat bij be sprekingen in-zake handelsverdragen ook bij zondere aandacht zal worden gegeven aan de Indische belangen. Wanneer Nederland net eenig land onderhandelt over kwesties an in- en uitvoer zal daarbij zeer s p e- i a a 1 de positie van Indië in aanmerking komen. Nederlandsch-Duitsch Verdrag Het meest recente voorbeeld hiervan is het handelsverdrag met Duitschland. Om tech nische redenen was het bij de gevoerde on- lerhandelingen niet mogelijk de positie van e Indische exportproducten voldoende tot aar recht te doen komen. Daarom is in art. 7 van het slotprotocol bepaald, dat binnen "{niet te langen tijd de handelsbetrekkingen tusschen Indië en Duitschland, dat steeds een be langrijke afnemer was van Indische producten, aaa een afzonderlijke be schouwing zouden worden onderwor- '°h; do pen. Eind Februari, zoo deelde prof. Van Gelderen mede, zal deze kwestie reeds in behandeling ger.omen worden. Een spec ale delegatie zal dan belast worden met het voeren der besprekin gen, welke te Berlijn zullen plaats hebben. Ten opzichte van andere landen zal. een zelfde standpunt worden ingenomen. Bij het voeren van dergelijke onderhan delingen is natuurlijk in de eerste plaats noodig een nauw en snelwerkend contact tusschen de Nederl. en Indische Re-gceringen Maar niet minder noodzakelijk is een con tact met. d-e particul'eren en belanghebben den. In verband daarmede zal dezer dagen worden ingesteld een speciale com missie van contact voor Economische aangelegenheden. Deze commissie zal tot taak hebben het Departement van Koloniën in deze materie voor te lichten. Zij zal be staan uit voormannen der organisaties en prominente figuren uit verschillende onder- deelen van het bedrijfsleven, waar geen or ganisaties bestaan. Deze commissie zal duf. bevatten vertegenwoordigers van de cultu res, handel en transport. Ook Wegt-Indië zal in deze commissie vertegenwoordigd zijn. pe Minister van Koloniën is voornemens dez- contact-commissie op 5 Febr. a.s. te instai- leeren. Exporten binnen het Koninkrijk In de tweede plaats kan men het vraag stuk van de act'we ondersteuning der ex porten, dat vooral in dezen crisistijd van bijzonder belang is, beschouwen in verband met den in- en uitvoer tusschen Nederland en Indië; de exporten binnen het Konmkrijk dus. Nu moet dadelijk hierbij opgemerkt worden dat deze kwestie geheel, of althans veel meer dan de vorige, binnen de maent en' het bereik der Regeering valt Natuurlijk zal ook de regeering binnen het raam der economische mogelijkheid moeten blijven, maar in elk geval is hier geen sprake van het buitenland als partij. De vraag kan ook zóó gesteld worden: Is het mogelijk, dat beide gebiedsdeelen van het Koninkrijk meer dan tot dusverre afzet gebied voor eikaars producten worden? Het spreekt vanzelf, dat bij de beantwoording van deze vraag niet moet wórden gedacht aan een zuivere do-ut-dcs-politiek. Deze Zal niet mogelijk zijn en is ook niet n o o d i g. Zij zal gericht moeten zijn op eëiï weder zij dsche belangenbehartiging. Bij deze kwestie beschikt Nederland ovor ra^er wapens om Inddë te helpen, dan omgekeerd. Professor Van Gelderen wijdde eerst eenige beschouwingen aan de vraag: Wat kan Indië voor Nederland doen? Differentieëele rechten Er is vroeger veel gesproken over rentieele rechten. Ze zijn echter niet zeor belangrijk en kunnen slechts geringen in vloed hebben op de onderlinge verhóuding.. Men heeft wel eens beweerd, dat differen- tieele rechten in strijd zouden zijn met de meestbegunstigings-clausule. Dit is ,-niet hst geval, omdat de meestbegunstigings-clausule geldt voor het koninkrijk in zijn geheel. Rechten aan Indië verleend door het moe derland gaan daarom niet automatisch over op alle andere landen buiten het koninkrijk. Er zijn intusechen enkele verdragen, welke alleen op Indië betrekking hebben en welke de vrijheid der Indische regeering tegeii- over het moederland sterk beperken. Dit is het Londensohe tractaat van 1824 en het Sumatra-tractaat van 1871. Het Londensche Tractaat bepaalt, dat Ën- gelsche goederen nooit meer belast mógen worden dan met het dubbele tarief vóór Ne derlandsche producten. Voor goederen uit Nederland, die vrijgesteld zijn, zal Engeland nooit meer dan 6 behoeven te betalen. Dit Tractaat, in verband met de meestbegunsti- ging van andere landen, reduceert de waar de van differentieele rechten voor 'móeder- landsohe producten sterk. Echter zouden wij toch nog altijd met dit tractaat een voorsprong hebben. Deze wordt echter opgeheven door het Sumatra-Tractaat Dit verdrag geldt alleen voor Midden- en Noord-Sumatra en bepaalt, dat de Engelsche goederen bij invoer in die gebieden een ge lijke behandeling zullen ondervinden als de Nederlandsche. Wil men dus het tarief dif ferentieeren, dan zou men het Indische tol- gebied eigenlijk in twee stukken moeten knippen. Dit is practisoh gesproken onmogelijk. Dat van differentieele rechten dus weinig to verwachten is spreekt vanzelf. Dit is echter niet zoo ernstig. De tijd, dat men op die wijze iets kon bereiken, is toch voorbij In het handelsverkeer tusschen de verschil lende landen zijn methodes en machtsmid delen naar voren gekomen, die veel krasser zijn dan deze rechten. Hier valt te denken aan het Geen reden iot ongerustheid; KWATTA's SOLDAATJES blijven hun waarde altijd houden stelsel der contingenteeringen, waardoor de invoer van bepaalde artikelen kon worden beperkt. Indië beschikt voor dit doel over de Cris s-invoer-ordonnantie. Deze ordonnantie is in groote trekken' lo vergelijken met de crisis-invoerwet in Ne derland. Een van de meest essentieele ver schilpunten echter is, dat men in Indië twee soorten contingenteer ngen kent In de eerste plaats heeft men de zooge naamde vrije contingenteering, welke uit sluitend ten doel heeft overmatige importen te weren. Hierbij wordt alleen hef. totaal van den töegesfanen invoer vastgesteld zon der té specificeeren uit wélk land deze! in voer zal kunnen komen. Daarnaast bestaat echter de mogelijkheid een landen-cont ngenteering vast te stéllen Daarbij zal dan worden aangegeven hoevee: de invoer uit een bepaald land zal m.v gen bedragen. Juist deze landen-contingen- teering is voor .Indië van bijzondere bétee- kenis. Ook Nederland zal, als een dèt* laiv den van herkomst, van deze bepalingen kunnen profiteeren. De beteekenis van dit stelsel voor Indië ligt h erin, dat het mogelijk wordt om op de herkomst der artikelen invloed uit. U oefenen. Die herkomsten warón, vooral in de laatste jaren, sterk aan het verschuiven- leder voelt, dat dit middel met het ons daarop van vérstrekkende beteekenis kam zijn. De contingenteeringen krachtens de.be doelde ordonnantie, welke pas van midden 1933 dateert, hebben ten doel de rechtstreek- sche bescherm ng van in Indië gevestigde bedrijven. Prof. Van Gelderen lichtte dit met. eenige voorbeelden toe. Zoo is de Indische regéering' er eenigen- tijd geleden toe overgegaan den invoer van ce ment te contingenteeren, om op deze wijze aan de Padangsche cementfabrieken, die tol voor kort de helft van alle cement produ ceerden, een bestaansmogelijkheid te laten De positie van Japan op de cementrna.rkt was. mede ook ten gevolge van het kosteu- vraagstuk, geheel overheerschend geworden. Japan begreep, dat de Ind sche Regeering in het belang der eigen bedrijven maatrege len moest nemen en deze contingenteering door Japan zelf redelijk geacht is dan ook met volle medewerk'ng van Japansche zijde tot stand gekomen. Een andere conlim génteering pit den laatsten tijd is die van bier op fless.cben. Ook hier wordt de invoer naar de landen van herkomst gestabil seerd. Daardoor wordt de productie der fabrieken te. Soerabaja en Batavia beschermd tegen Japansche .concurrentie. Ieder land kreeg een portie op de basis van 1932. Vervolgens deelde prof. Van Gelderet) mede, dat een derde contingenteering zich in een stadium van voorbereiding bevindt, namëlijk die van katoenen en kunstzijden sa rongs en weefstoffen. De belangrijke inlandsche industrie onder vindt daarvan een sterke concurrentie van de uiterst goedkoope Japansehe importen. Bij de te'treffen contingentefringsmaatrege- len zal de totale hoeveelheid, welke .mag worden ingevoerd, worden beperkt ten bate van de bestaande Indische bedrijven, terwijl ook Nederland zijn aandéel in den invoer i ^aLsbehoiji den.ii - - Gebleekte katoen. Wat de contingenteering van gebleekte; katoen betreft, stelt de Regeering zich op het standpunt, dat men dè feiten geen ge weld mag aandoen. Het gaat niet aan 't groote aandeel, dat Ja pan heeft als producent v. goedkoope stoffen waaraan Indië in dezen tijd meer dan ;oo:t behoefte heeft, zonder meer te negeererj. Echter spreekt het vanzelf, dat men wil trachten voor katoenen manufacturen, die niet. dienen tot kleeding van de armsten, de textielmarkt te -behouden. Hiermede wordt de' moedeiiandsche export gebaat Zeer spoed'g is dan ook de invoering van dezen maatregel te vernachten. Voorloopig zal het een tijdelijke contingen teering zijn voor maximum tien maanden. Indië heeft reeds een uitgewerkt voorstel gèdaan en binnen weinige dagen zal de R1?- geering haar definitief oordeel er over ge- Véfvolgens behandelde prof. Van Gelderen de vraag: Wat kan Nederland doen, voor fie, export van Indische Producten?. Daarover echter morgen nog eon en ander HET WETHOUDERSCONFLICT TE ZANDVOORT DE SUBSIDIEKWESTIE Maandagavond heeft de Zandvoortsche gemeenteraad een spoedeischende vergade ring gehouden op verzoek van een door den Raad ingestelde commissie om een bespre king uit te lokken over de niet toekenning van rijkssubsidie voor werkloozensteun over een tijdvak van tien maanden. De belang stelling voor het raad'hiuiis was zeer groot. De voorzitter der commissie, ds. Padt, gaf een uitvoerige uiteenzetting van de verrich tingen der commissie .zoowel te Zandvoort als te Den Haag, waar op het departement besprekingen zijn gevoerd. De heer Padt liet uitkomen, dat men eerst met de commissie ROFFELRIJMEN. Dal wreede Leiden.' I Eek bt) de behan. post Volksfeesten o an het Wilhelmus 1 3 d. raadsleden van feestelükne lodigd, dan bes Kijk, daar komt het roode aapje Weer eens uit de roode mouw, Ondanks dikke roode woorden Van oprechte roode trouw Aan de Nederlandsche natie, In de roode krant gedrukt, Soms met wonderlijke feiten Overdreven opgesmukt! Dat schandalig ivreede Leiden, Dat het lijden zoo verzwaart - Van het volksdeel d zoo gaarne 't Geitje en het kooltje spacurt! 't Volksdeel, dat het toch zoo druk heeft Om het noodige te doen Om de plooien weg te strijken Uit zijn politiek fatsoen! Het' fatsoen, dat één beschouiving 'Als de juiste tolereert: Het Wilhelmus is een strijdlied, Rechtstreeks tegen ons gekeerd! Ons, hier rueder uitgestooten Uit het nationaal verband Dat wij sinds een blauwe Maandag Voorstaan, en: met hand en tand! Dat schandalig wreede Leiden! Dat het ziek toch niet ontziet Zoo de tiveespalt aan te hitsen Door het nationale lied! Dat schandalig wreede Leiden Doet opzettelijk lueer pijn Al die trouwe roode zielen Die van goeden iville zijnI Waarom heeft de Burgemeester Niet de roode hand aanvaard Die zich zoo van ganscher harte Voor verzoening had verklaard (Nadruk verboden,) LEO LENS. niets te maken wilde hebben, omdat Zand voort toch altijd liet slabakken. Men sprak zelfs over sabotage van den wethouder van sociale zaken en onderwijs. Nadat de commissie nogmaals haar zaken bepleit had, was zij aanvankelijk van mee ning, dat alles nog voor Zandvoort terecht zop komen. De heer Padt hoopte, dat wethouder Mole naar zijn wethouderszetel ter beschikking zaA stellen. Daarom stelde hij ook een motie voor, waarin dit verzoek gedaan werd. De. heer Molenaar en verder bijna alle an dere raadsleden gaven hun meening over deze zaak te kc nen.^Eclitèr wilden versch.l- lende raadslëwo-de zaak eerst geheel on derzocht hebbén. Dé commissie trok daarop haar motie voor loop ig in. Na drje uur debatteeren sloot de voorzit ter de vergadering. AMSTERDAM INBREKERS AAN HET WERK Maandagmorgen omstreeks vier Uur werd een nachtwaker van de A.G.P.N.V. In de Rustenbur ger-straat opgeschikt door hulpgeroep, van eer "ambtenaar van de Ned. Spoorwegen, die een drie tal mensdien achtervolgde. De waker ging even eens de mannen achterna, die echter in een auto wisten te ontkomen. - Bij onderzoek bleek, dat de drie vluchtelingen inbrekers waren, die via een leegstaand perceel, in de Rustenburgerstraat 420 binnen waren ge drongen in perceel 422, waar een garage is ge vestigd. Een der personen heeft in de haast zijn overjas achtergelaten. Deze overjas kan de politie op een spoor brengen, daar zich In dit kleeding- stuk een ontslagbrief bevond van den directeur van de strafgevangenis. Er wordt niets v VIJFTIG JAAR IN GEMEENTEDIENST De heer J. N. D. Blaauw, hoofdopzichter der Publieke Werken, die Zaterdag den dag herdacht, waarop hij vóór 50 jaar in gemeentedienst trad, is dien dag bij den burgemeester ontboden, die hem de gouden eere-medaiï'le der Orde van Oranje Nassau ter hand heeft gesteld. De Wethouder voor de Publieke Werken heeft den jubilaris daarna de zilveren medaille der gemeente Am sterdam overhandigd. ANTT-DUITSCHE DEMONSTRATIES Op het Stadionterrein is het circus Sarrasa geplaatst, dat een bijzondere aantrekkingskracht schijnt te bezitten voor politieke groepen, die Hitler kunnen luchten noch zien. De politie spreidde tal van demonstranten. RUBRIE^ DONDERDAG 1 FEBRUARI HUIZEN 301.5 M. K.R.O. 8.00—9.15 Morgenconcert. 11.00—11.30 Gramofoonmuziek. 11.30—12.00 Godsdienstig halfuurtje door kapelaan J. H. A. Hendriks. 12.00 Tijdsein. 12.01 12.15 n.m. Politieberichten. 12.152.00 n.m. Lunchconcert door orkest ó.l.v. Marinus van 't Woud. NED. CHR. RADIO-VEREENIGING 10.00—10.15 Gramofoonmuziek. 10.15—10.45 Morgendienst door Ds. J. v. d. Woude. 10.45—11.00 Leger des Heils-kwartiertje. (Gramofconmuziek) 2.003.00 n.m. Cursus fraaie handwerken door mej. G. Ablij. 3.00—3.30 n.m. Bizet-programma. (Gramo foonmuziek). 3.30—4.00 n.m. Verzorging zender. 4.00—5.00 n.m. Bijbellezing door Ds. J. H. F. Remme. Zang: J. H. Smit Duyzentkunst. Orgel: H. Smit Duyzentkunst. 5.00—5.30 n.m. Cursus handenarbeid voor onze jeugd, door H. Stelnvoort: ..Een wandbakje van dun karton", 5.30— 6.30 n.m. Bespeling van het Studio orgel door Mac Crafford. 6.30—7.00 n.m. Populaire gramofoonmuziek. 7.007.15 n.m. Politieberichten. 7.15—7.30 n.m. Enkrateia-kwartiertje. Evert Loerakker Jr.: .Me brandende lampen". 7.30—8.00 n.m. Weekoverzicht: „Wat er op de wereld gebeurt", door Corn A. Crayé. 8.00—9.00 n.m. Dè Prot. Chr. Muziekver. „Jubal". te Nijm^en. Dir. Frits lakma. 9.00—930 n.m. Ouderuurtje. A. J. Drewes: „Kind en Zending". 930—1030 nun. Concert door het Waleson- kwartet. 1030—11.30 n.m. Gramofoonmuziek. HILVERSUM 1875 M. A.V.R.O. 8.01 10.00 Gramofoonmuziek. 10.01 10.15 Morgenwijding. 11.00—11.45 Knipcursus kinderkleeding door mevr. Ida de Leeuw van Rees. Ie les. (Deze les wordt herhaald). 11.45—12.00 Gramofoonmuziek. 12.01—2.15 nun. Lunchconcert door het Omroeporkest o.l.v. Nico Gerh3rz. 12.451.00 n.m Tusschenspel van gramo foonmuziek. Omroeporkest. 2.15—2.45 n.m. Halfuur voor de vrouw (namens de Nederlandsche Vereeniging van Huisvrouwen). H. van Aken Jr.. dierenarts: „Huisdieren, in verband met gevaren voor kleine kinderen". 2.45—3.00 n.m. Gramofoonmuziek. 3.00—3.45 n.m. Vervolg-knipcursus door mevr. Ida dc Leeuw vai. Rees. 13e les. "3.45—4.00 n.m. Overschakeling naar den zender Kootwijk. 4*.00—4.30 n.m. Mevr. Antoinette van Dijk spreekt voo. zieken en ouden van dagen. 4.305.00 n.m. Gramofoonmuziek. 5.00—530 n.m. Radio-tooneel voor kinderen. Studio-opvoering van „Hoe het Tifernand verder ging". 5.30—630 n.m. Dinerconcert door het Om roeporkest o.I.v. Nico Treep. 630—7.00 n.m. Sportpraatje door H. Hol- 7.00—7.30 n.m. Kovacs Lajos en zijn orkest. 7.30—8 00 n.m. Engelsche les door Fred Fry. 13e les. 8.00 n.m. Tijdsein. 8-01—8.05 mm. Nieuwsberichten van Vaz Dias 8.058.15 n.m. Gramofoonmuziek. 8.15—1030 n.m. Aansluiting met het Con certgebouw te Amsterdam. Caecilia-concert door het Concertgebouw-orkest o.l.v. Eduard van Beinum. m.m.v. Paul Huf. declamatie en Re Koster, sopraan. Beethoven-programma. 1030—11.00 n.m. Kovacs Lajos en zijn or kest. 11.00—11.10 nun. Nieuwsberichten van Vaz Dias. 11.10 n.m.—1200 Kovacs Lajos. 12.00 Tijdsein. Sluiting. HEILSBERG 291 M. 5.45 mm. Het Elly Ney-trio spéélt. BOEKAREST 212.6 M. 6.05 n.m. Opera-uitzending. DEUTSCHLANDSENDER 1571 M. 6.20 mm. Ingebruikneming van den kortegolf- zender voor Afrika. WEENEN 506.8 M. 6.45 n.m. Symphonie-concert, mun.v. Emi! ROME 420.8 M 8.05 n.m. Symphonie-concert o.l.v. Arrigo Serato. LONDEN REG. 342.1 M. 8.20 nun. „The king's tryall". Luisterspel, LANGENBERG, DLD., 455.9 M. 8.20 njn. „Die Weise von Liebè und Tod des Cornets Rllkc". Luisterspel naar het boek van Rainer Maria Rilke. PARIJS (RADIO) 1796 M. 8.20 mm. „Der fliegende Hollander". Opera van Wagner. STRAATSBURG 349,2 M. 850 n.m. Mozart-concert. PRAAG EN BRATISLAVA 470.2 M. 9.45 n.m. Smetana-concert DAVENTRY 1500 M. 9.55 run. Kamermuziek. (Weckerlin- Dvorak-Prokofieff Eind December 1933 bedroeg het aantal aan gegeven radio-ontvanginrichtiDgen 328.201. Het aantal aangeslotenen aan radio-distributiecen trales bedroeg 320.074, hetgeen in totaal neer komt op 78 luisteraars per 1000 inwoners. DE WERELDREIS VAN PIETJE PLUIS EN JANTJE JOPPE door G. Th. ROTMAN 25. Met een plotselingen schok stopte de trein, zoodat de boer, die juist gebukt stond, flink z'n hoofd stootte en nu nog woedender werd. Toen de conducteur kwam kijken, wat er aan de hand was, gaven de twee tegenstanders elkaar natuurlijk de schuld; de boer brulde, dat zijn o\erbuui hem in z'n slaap had willen vergiftigen, terwijl het heertje zijn reisgenoot van een roofoverval beschuldigde. „Dan maar allebei er uit!" zei rle conducteur. 26. Daar evenwel de twee vechtersbazen daar weinig lust toe gevoelden, riep de con ducteur z'n collega's alsmede den machinist en den stoker te hulp, waarop de twee bin nen een minimum van tijd in het gras langs den spoordijk lagen te rollen. „En hier heb je je bagage!" riep de conducteur; dit zeggende, pakte hij één voor één de „pakken", waarin Pietje en Jantje verbor gen zaten, en smeet ze eveneens den trein uit! (Wordt Vrijdag vervolgd.)' FEUILLETON Een verhaal uit bange dagen Door AGNES GIBEENE (tb „Gij zult groeien, gij zult groeien!" zei de Sir Reginald, hartelijk lachende. „Maar gij zijt alvast een flinke jongen, page, en gij zult zonder twijfel eenmaal uw sporen ver dienen. Hoe heet gij? Thomas Brooke? O van de Brookes van County Somerset. En hoe oud? Dertien? Nu, gij zijt groot voor uw leeftijd. Kunt gij mij iets vertellen van mijn zuster de Damoiselle Margaret?" „Sir Reginald, Lady Margaret en Lady Githa gaan als zusters met elkander om zeide Thomas Brooke. Opnieuw een hartelijke lach. „Dan vol^: daaruit, dat Lady Githa en ik als broe ler en zuster met elkander zullen moeten om- jJgaan- Maar nu groet ik u, Thomas Brooke. 'Ik wil nij ee.is met eigen oogen van •1 bekoorlijkheden der jonge dames gaan oy tuigen. Sir Roger, gaat u mede?' Sir Roger Acton knikte flauw toestem mend, maar hij maakte geen haast, had klaarblijkelijk een ander plan Hij bleef -Weldra achter bij Sir Reginald, en teen deze in het huis verdween, stond Sir Roger stil en zag om zich heen. Toen schudde hij het hoofd als in antwoord op zijn eigen ge dachten, en liep weder eenige schreden voort Daarop stond hij ten tweede ma'le stil ar. zag onderzoekend in het rond. Juist op dit oogenblik verscheen Alfgar uit een poortje, op korten afstand en Sir Roger haastte zicli naar hem toe- „Ha! gij zijt het, dien ik wensch te zien Jonker Cheyne, wacht even tot ik u kan inhalen." Alfgar keerde zich onmiddellijk om. „Zochi u mij, Sir Roger?" „Ja, kan ik eenige oogenblikk'en met u spreken?" „Lord Cobham heeft 'lij niet noodig en het zal nog wel eenigen tijd duren, eer wij tot den avondmaaltijd worden geroepen Heeft u mij iets te zeggen, dat anderen nin boor en mogen?" voegde Alfgar er bij, daar Sir Roger spiedend om zich heen zag- ,JDat heb ik. Gij kunt goed raden, jonke: Cheyne. Wilt gij met mij op le*^ uitkijk toren klimmen? Mij dunkt, .dat wij daar boven geheèl ongestoord zullen kunnen spreken." Alfgar stemde dadelijk toe, zich verwon derd afvragend, wat Sir Roger hem kon te zeggen hebben- Zij beklommen dus i-1 nauwe wenteltrap, die slechts zeer flauv verlicht werd door kleine openi igeri, die zich hier en daar in de muren bevonden, tot zij eindelijk den top hadden bereikt ev nederzagen op de muren, de torens en het levendig tooneel op de binnenplaats. ,,'t Is een verbazend sterk gebouw, dü kasteel van Sir Joh'.i". mprkte. Hr log-v Acton op, plotseling de stilte verbrekende „Toch is het, dunkt mij, met te sterk" antwoordde Alfgar. „Sir John gal het altijd voor een goede zaak gebruiken, dat weet ik zeker." „'t Kan zijn! 't Kan zij-a! Gij zijt jong, jonker Cheyne-" „Sir Roger, ik kwam niet hier om het gedrag van Sir John te hooren afkeuren", zeide Alfgar beslist „Ook heb ik u niet voor dit doel tot tnij geroepen. Afkeuren! ik denk er niet aan Denkt gij, dat niemand Sir John kent dan gij zelf? Ik weet zeer goed, dat een edeler man dan Lord Cobham deze aarde zelden heeft betreden voldoet u dat?" Alfgars grijze oogen zagen den ridder een oogenblik onderzoekend aan, en toen zeide hij eenvoudig: „Het is mij genoeg! Ik wacht uw bevelen af, Sir Roger." „Daar kunt gij dan op blijven wachteh Ik heb u geen bevelen te geven, anders had ik ze eenvoudig uitgesproken zonder meer Ik verlangde alleen maar wat met u te praten. Gij bezit het vertrouwen van Sir John, meer dan iemand anders." Een teeken, dat hij verstaan was, was het eenig antwoord, dat hij ontving „Gij zijt verbazend voorzichtig voor iemand van uw leeftijd. Wilt gij hooren, wat ik t<- zeggen heb of niet, lonker Chevre? Ik ver lang u niets toe te vertrouwen als gij liever niet hoort alleen voel ik mij ver plicht tot u te spreken in het belang v n> Lord Cobham." „Ik ben altijd bereid iets te hooren of te doen in het belanc van Lord Cobham' zeide Mfgar dadelijk. ..Zoo, maar gij weel niet of pit met n 'ook het gevn! is." „Ik zie niet in, dat ik geroepen ben hier over een oordeel uit te spreken", zeide Alfgar kalm. „Ik ben slechts een schild knaap en gij zijt een ridder. Ik weet zeei goed, dat ik Sir John liefheb." „Nu spreekt gij ten minste een meening Uit" zeide Sir Roger glimlachend. „Maar nu jonker want wij kunnen ieder ogenblik van hier geroepen worden hoe denkt gij over den tegen woord igen politieken toe stand?" „Ik denk, dat zij, die dezelfde meeviingen zij toegedaan als wij, Sir Roger, niet lam meer zoo kalm zullen, voortleven als wij d- laatste jaren gedaan hebben", zeide Alfgar „IJw gehoor is scherp genoeg om het ge luid van den naderenden storm te ond^r scheiden, die weldra boven oyize hoofden zal losbarsten En dat is gelukkig voor u. F.r zijn er velen, die noch zien, noch hooren. „Bisschop Arundel haat Lord Cobham maar toch geloof ik niet, dat hij hem veel kan doen, zoolang Koning Henry Sir John blijft beschermen." „Vertrouw daar niet te veel op. Deze ker keüjke heeren hebben zeer veel macht in hun handen en zij oefenen die maar al te gaarne uit-" „Denkt u, dat er gevaar voor Sir John in aantocht is?" vroeg AIf<?ar. „Zeker denk ik dat! Gevaar! Ik zeg u. jonker Cheyne, eer vele maanden voorbij zijn, zullen de I^ollards van dit land in grool gevaar verkorren, behalve „Rehalve?" zeide Alfgar op vragenden toon, daar Sir Roger zweeg. „Gij zijl jong. maar toch zijt ^ij beschei den". /ei-Ie Sir Roger Acton pein/'md. „Kun! ■jij een geheim bewaren als het noodig in. jonker Cheyne?" „Als ik het met mijn geweten kan overeon brengen, en met mijn plicht tegenover Lo;d Cobham." „Ik geloof u gaarne- Gij moogt u geen woord aangaande dit geheim laten ontvallen jonker Cheyne." „Sir Roger, ik vraag u niet het geheim te hooren, maar als het noodig Ss, kan ik zeer goed zwijgen." „Het is niets, het is niets slechts oen gedachte", zeide Sir Roger snol. „Hebt gij gehoord van de plakkaten, die tego.nvvoor-'ig aan de kerkdeuren van Londen bevestigd worden?" „Mijn eigen oogen zagen er een, d-it heette afkomstig te zijn van een Lol'.ard- D» schrij ver wees er op, dat dit land meer Jan honderd duizend getrouwe Lollards bevatU én dat zij slechts één woord van be el noodig hadden, om als een eenie man tnger. hun Koning en hun landgenooten op te trekken. Mijn oogen lazen de woorden er. mijn wangen bloosden over de slechte raad gevingen, die aan onze partij geen goed zui len doen." „Gij vergist u! gij vergist uf" zeide Sir Roger Acton op ongeduldigcn roon. „Hel wordt tijd, dat men eens hoort, -Int wij geen kudde weerlooze schapen zijn. die zich kalm zullen laten slachten, zonder een woord te spreken, of een zwaard te hunner verdedi ging op te heffen „Ik geloof, dat Wickliff heel anders z m gesproken hebben dan u, Sir Roger", zei.;e Alfgar ernstig. „Wat denkt u dat hij zou gezegd hebben van het plakkaat, waarvan ik spreek?" „Wirkliff was een wijs en godzalig ma-.i. maar toch zou ik. op deze puiuen zijn moe ning niet gedeeld hebben." „Wat dunkt u, Sir Roger, van het voor beeld van Christus onzen Heere?" vroeg; Alfgar na eenig stilzwijgen. „Hij zeide tot ons: „leert van Mij, dat Ik zachtmoed-' ben en nederig van harte-" Toen Judas, de veri rader, tot Hem kwam met zijn bedriegelijkm kus, sprak Hij hem met zachtheid toe. en toen Petrus wilde vechten om rijn Meester te verdedigen, zeide Christus tot l.»'in: „Steek uw ".waard in de scheede, want allen, die het zwaard nemen, zullen door het zwaard vergaan." „Ik zeg u dit, jonker Cheyne- het was noch voor Petrus, een apostel, noch voor Wicklif, een dienstknecht van onzen I-Icere gepast, dat zij een zwaard droetren, or. lor welk voorwendsel dan ook; maar voor krijgs knechten voor ridders als Sir John Oui. cast Ie en ik zelf is hot een geheel andere zaak." „Ik geef u toe dat er verschil is", zei ld Alfgar. „Toch dunkt mij „Maar wat zegt gij dau van deze woorden van Christus: „Ik ben niet gekomen ora vrede te brengen, maar het zwaard" „Die woorden zijn rerds dikwijls bewaar heid geworden", zeide Alfgar. .Maar to.-h zou ik er niet gaar.ie een bevel tot -ule Christenen uit opmaken, om tegen mensriirn voor Christus te strijden: noch yoor onder danen om tegen hun koning op te staan." Sir Roger zweeg eenige minuten en sprak toen „Hel geeft, geloof ik niets, ot ik langer met u spreek. Toch zou :k gaarne wil' -n dat gij uwe invloed in mijn voo- 1. ei deed gelden" (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1934 | | pagina 7