:De goede belijdenis getrouw 2 WOENSDAG 17 JANUARI 1934 EERSTE BLAD PAG. 3 LAND- EN TUINBOUW DE SUIKERBIETENTEELT GROOTE CRSIISVERGADERING TE GOES DRIE VCILE ZALEN De crisiscommissie uit de Zeeuwsche land bouworganisaties heeft Dinsdagmiddag^ de Zeeuw- i scbe landbouwers in vergadering te Goes bijeen geroepen om te spreken over de dreigende gevaren .voor de suikerbietenteelt Er was voor deze bijeen komst zooveel belangstelling, dat drie zalen (twee het Schuttershof en het Grand Theater) noodig waren, om allen een plaats te geven. In totaal ren ongeveer 1400 personen aanwezig. Openingsrede AJl De voorzitter de heer M r. P. D i e 1 welkomde in het Lijzonder de Commissaris der Ko ningin en het bijna voltallige college van Gedep. IStaten. Burgemeesters. V 'ethouders. en Gemeente raadsleden uit verschillende plaatsen, vertegenwoor Idigers van Kamer, van Koophandel, suikerindus trie en tal van organisaties. De uitgenoodigde Ka derleden l.adden bericht van verhindering gezonden Naar aanleiding van het gevleugeld- woord: „In dien gij den vrede wilt, wapent U ten oorlog vees spr. er op, dat we moeten opkomen voor het iehoud van onze bedreigde suikerbietenteelt. We niet volstaan met een protest zonder meer, inden willen argumenten aanvoeren. Eerst wat geheimzinnig, laier wat meer positief 'hoorden we. dat van de zijde van het groot-kapi- j'taal, van de Java-producenten een aanslag werd ge pleegd op onze Nederlandsche bietsuikerindustri eil Eerste spreker was de heer C. P. Vogelaar (tye Krabbendijke, die er op wees, dat de prijzen 'av'»van de producten thans zoo laag zijn, dat er I alhi|na niets meer op het land geproduceerd kan wor- veer^en, dat zonder steun den producent ook maar een {redelijk bestaan geeft. Er is nog geen enkele reden om den steun te verlagen. Daarom heeft het den landbouw zoo verontrust, dat er geruchten loopen over inkrimping of ophef- ntJfing van den bietensteun. De bietenteelt is van *eer groote beteekenls voor het landbouwbedrijf, een ruggesteun voor den landbouwer. De biet kan :n na elke vrucht verbouwen en hoe de weersge- Jdheid ook is. altijd is er een goede oogst. De ibrengst is gelijkmatig, de biet leent zich uitste- nd voor wisselbouw ei. de koppen en bladeren :ijn geschikt voor veevoeder. De biet is onmisbaar foor den Zeeuwschen landbouwer. De opbrengsten i de biet vergoedden soms andere tegenvallers, suikerbietenteelt is de voornaamste pijler waar- het zieke bedrijf nog rust. I.fi De tweede spreker, de heer Mr. D. H. Stlg- '•®8er, administrateur van de Ned. Vereen, van lo- l°^caal- en tramwegen, te Amsterdam, sprak over „Bietencultuur en tramwegondernemingen" Er loopen nu geruchten over belangrijke inkrim- j, zelfs over opheffing van de bietencultuur in Ierland. Een van de factoren, die het vraagstuk de bietenbouwinkrimping of -opheffing bepa- is het vervoer, speciaal het railvervoer. den bietenbouw in deze streek is een zeven- intercommunale tramwegen betrokken. Tesamen iet de spoorwegen vervoerden zij in 1933 onge- eer 500.000 ton bieten op een totaal-productie van JJSgevee, 17.000.000 ton. In 1932 ontvingen deze tramlijnen aan vrachtenopbrengst voor de bie- l.ï 5$en f 343.215. en met het pulpvervoer erbij meer "'Gdan f 350.000. De opbrengst van het bietenver- 16^Voer neemt bij vele een zeer belangrijke plaats in iet totale goederenvervoer in. Dit vervoer, dat in drie maanden geschiedt,beteekent in sommi- gevallen de helft, in andere wel 60 pet. van de itale opbrengst aan goederenvervoer. Voor de •amwegen is het bletenvervoer een levensbelang, tnder welke het meerendeel der tramwegen zou •rdwijnen en het platteland zou weer tot zijn element terugvallen. ^0II Bij opheffing van de tramwegen zouden ook "'oote kapitalen verloren gaan. In de 7 boven- tdoelde tramwegen is ongeveer 18 millioen vast- ilegd. wat bij opheffing grootendeels verloren is. »Jok zou een groot verlies aan werkgelegenheid 'ontstaan en de werkloosheid toenemen. Indien in Iv*ca£eeuwsch-Vlaanderen de trams werden stilgelegd. vai\ou 175 man vast personeel die thans ruim drie ^ton per jaar verdienen ten laste van de overheid Jiomen. Spr. wekte ten slotte op tot een pal staan voor ^et algemeen belang. In aansluiting aan deze rede wees de voorzit- ^"Ter nog op de groote belangen die er voor de op het spel staan. Reeds «en inperking de bietenteelt met 25 pet zou voor de schip- Jei ineï Ook de spoorwegen en de vrachtrijders hebben groote belangen. En verder mogen we toch Dok wel denken aan de menschen, die aandeelen pf obligaties van tramwegen hebben. Dat zijn in den^eeuwsch-Vlaanderen meerendeels eenvoudige lenschen. Hierna sprak de heer A. H. de M i 111 a n o te [Vaterlandkerkje over: De landbouw en de bietencultuur Er zijn maar twee mogelijkheden, zegt Spr.. te gaan met de steunmaatregelen of wel die top te zetten mee het gevolg dat het bodemkapl- wordt vernietigd en de plattelandsbevolking *4 pauperisme vervalt. Geen enkel cultuurgewas n thans zonder steun worden geteeld. Ook de luikerbiet niet Gelukkig zijn er Kamerleden rekenen met de belangen va.i het platteland en in dit verband brengt Sp.. hulde aan Minister Ver schuur, die niet alleen met woorden, maar ook met daden heeft getoond, dat bij hem de landbouw belangen in goede handen zijr De suikerbietenteelt heeft voor het platteland een periode van welvaart gebracht. In de jaren 1921 1930 was meer dan een vijfde van den grond in Zeeland met suikerbieten bezaaid. Vele arbeiders verdienen er een deel van hun loon aan. Van groot belang is ook de werkverschaffing die hierbij in het geding is. In het jaar 1931 kostte een H. A. wintergraan volgens gegevens der Z.L.M. aan totaal arbeidsloon met gebruik van stalmest en machinaal snijden maar zonder dor- schen en leveren f 100 en een H.A. suikerbieten f 140 a f 160, een verschil dus van f 50 per H.A. wat alleen voor Zeeland f 1.144.450 beteekent. Laten regeering en volksvertegenwoordiging zich deze cijfers voor oogen stellen voor zij besluiten tot beperking van den bietensteun. Bietencultuur en middenstand Dit onderwerp werd ingeleid door den heer N J. Harte, secretaris van de Kamer van Koop handel voor Zeeuwsch-Vlaanderen. Ook de middenstand heeft belang bij den bie- tensleun al zijn niet alle middenstanders daarvan doordrongen. Deze laatste hebben een te engeu gezichtskring. Toen tegen St. Nicolaas de z.g.n. Bijenkorftrein naar Rotterdam reed, stonden de Zeeuwsche middenstanders op hun achterste bee- nen. Toen ging het om 500 menschen, die mis schien f 10 per hoofd in Rotterdam hebben besteed. Nu gaat het over veel meer dan f 5000, over wel 4 millioen aan loon, dat in Zeeland voor het grootste deel wordt verdiend op een tijdstip dat er weinig ander werk is. Dit zegt toch wel iets voor de koopkracht. Groot is het beiang van den middenstand bl] den landbouw en dus ook bij een zoo voornaam onder deel als de bietenverbouw. Spr. wijst op timmer- i, metselaar, schilder, touwslager, wagenmaker, rancier en reparateur van werktuigen en ma chines .winkelier, handelaar in voerartikelen en kunstmest, enz. Hoe meer koopkracht, hoe meer De heer J. M. van Bommel van Vloten te Goes, lid van Gedep. Staten van Zeeland, sprak over: Het bestaansrecht van de Nederlandsche Spr. wees er op dat tijdens de werking van de Brusselsche conventie gebleken is, dat Nederland volkomen in staat is zijn suikerproductie in stand te houden. Maar na die conventie is gekomen de buitensporige bescherming door sommige landen. De toestand is nu veel ernstiger dan voor de Brusselsche conventie. Men denkt nu alleen maar nationaal. De kostprijs is geKeel uitgescha keld. Het gaat er alleen maar om de overproductie kwijt te raken. Het is geen strijd tusschen riet- en bietsuiker, aar tusschen de suikerproduceerende landen. De oorzaak van de ontwrichting is alleen de bescher ming. Spr. komt daarom krachtig op tegen de aan vallen van de Javasuiker-producenten op onze Nederlandsche suikerindustrie. Verontwaardigd is Spr. over de bewering dat de bietsuikerproductie ten doode is gedoemd. Onze verbouw van suiker- a en onze suikerproductie kan den toets met elk ander land doorstaan. Wij staan aan de spits. Spr. stelt tegenover elkander de voor- en nadee- len verbonden aan het staken van de Nederland sche productie en het invoeren van Javasuiker. De nadeelen (nadeel voor den landarbeider, aan minder loon. geen vervoer van bieten, pulp. enz., minder arbeidsloon in de fabrieken, kosten van stopzetten der faLrieken. steun aan andere gewas sen die de bieten vervangen, enz.) berekent Spr. op ruim 27 millioen per jaar. De voordeelen (iets goedkooDere suiker voor den consument, het weg vallen van het verlies voor den Javaproducent. het meerdere vervoer voor scheepvaartmaatschappijen, enz.) schat Spr. op f 18,7 millioen. zoodat er een nadeelig saldo overblijft van 8,3 millioen. Daarom staken van de Nederlandsche suikerproductie de grootste economische dwaasheid zijn, die zich denken laat. De Commissaris der Koningin Jhr. Mr. J. W. Quarles van tlfford sprak hierna de ver gadering toe en sprak zijn blijdschap uit over de waardige wijze waarop hier was gesproken. Ook het Prov. Bestuur is overtuigd, dat de bietenteelt n zeer groote beteekenis is voor deze provin- Toen Spr. dan ook onlangs hoorde van de dreigende gevaren, is Spr. ten spoedigste op audiëntie gegaan bij Minister Verschuur en heeft hem gevraagd geen beslissing te nemen voor Gedep. Staten in de gelegenheid waren geweest hun advies te dezer zake uit te brengen. De minis- 'er heeft toegezegd, aan dat advies ernstige aan dacht te zullen schenken. Gedep. Staten hebben toen een uitvoerig rapport uitgebracht en aan den Ministerraad toegezonden. Aan Gedep. Staten van Noord-Brabant is ver- ocht daaraan adhaesle te betuigen. Aangedron gen is op behoud van den tegenwoordigen toe stand. Spr. erkent dat de regeering voor een moeilijke beslissing staat. Spr. hoopt dat ze na wijs beleid n besluit moge nemen, dat tot heil strekt van is vaderland en ook van Zeeland. De heer Siemons, voorzitter van den Ned. Chr. Landarbeidersbond, zegde de volle medewerking van de arbeidersorganisaties toe, maar vroeg van de landbouwers meer overleg bij de vaststelling loonen, enz. voorzitter ondersteunde dit laatste en las daarna een resolutie voor. die onder applaus werd aangenomen en vastgesteld. In deze resolutie werd op gronden van wat spre kers hadden aangevoerd als meening der vergade ring uitgesproken, dat de invoer van Javasuiker. waardoor de inlandsche suikerproductie zou moe ten worden beperkt, noodlottig zou zijn voor de DE BEGRAFENIS VAN MARINUS VAN DER LUBBE EEN OBJECTIEF RELAAS De directeur van de Eerste Leidsche Be grafenisonderneming, de heer H. Lain- b o o y H.Pzn., is gistermorgen met de gebrs. Peute uit Duitschland in Leiden te ruggekeerd. Er zijn over het verloop van de reis naar Duitschland, over het verblijf al daar en over de begrafenis van Marinus van der Lubbe veel tegenstrijdige berichten gelanceerd en daarom hebben wij den heer Lainbooy eens opgezocht om de juiste toe dracht van de zaak te vernemen. De heer Lambooy vertelde in de eerste plaats het een en ander over de heenreis. Te half twaalf is men met een lijkauto uit Leiden vertrokken. In deze auto reden mee, behalve de heer Lambooy, zijn bedien de en de chauffeur, twee halfbroers van v. d. Lubbe, nml. Peute uit Breezand en Peute uit Voorhout Sjardijn is dus niet meegegaan, heeft in 't geheel geen voet in Duitschland gezet. Bij de grens heeft men een oponthoud ge had van een half uur, waarin de grensbe ambten zich waarschijnlijk bij hoogere in stanties hebben op de hoogte gesteld of zij de auto mochten laten passeeren. Toen de auto verder kon gaan, heeft de heer Lam booy den naasten weg naar Leipzig ge vraagd. Men heeft hem toen een weg ge wezen, die beteekende. Wij verbinden daaraan geen commentaar, maar noteeren slechts het feit De inlichting is niet gegeven door een douane-ambtenaar maar door een chauf feur, die van het doel van den tocht echter wel op de hoogte was. In de omgeving van Hameien kreeg men te kampen met een slechte weg. waardoor men slechts langzaam en voorzichtig verder kon rijden. Bijzondere wederwaardigheden deden zich verder niet voor. Alleen werd steeds duidelijker dat men niet meer op tijd (12 uur 's middags) in Leipzig zou kunnen arriveeren en toen men even voor Halle het malheur van een lekke band kreeg bestaansmogelijkheid van landbouw, binnenland- schen handel en kleinere nijverheid, ambachten, winkelstand en verkeersondernemingen en dies van den arbeidersstand in het gewest en dientengevolge weder van de provincie en de daarin gelegen ge meenten; Verzoekt de regeering ten dringendste geen maatregel te treffen of toe te leten, waardoor de 'egenwoordige bietencultuur en inlandsche suiker productie wordt benadeeld, integendeel te bevor deren gelijk tot heden is geschied, dat. zij het in den beperkten omvang van het heden, deze cul tuur en productie onverzwakt zal kunnen blijven standhouden; En besluit deze motie ter kennis te brengen waar zulks naar de meening der Commissie be hoort, maar in ieder geval aan den Ministerraad, aan den President-Minister, tevens Minister van Koloniën, den Minister van Economische Zaken, de Staten-Generaal en de Pers. CRISISSTEUN VOOR DE AARDAPPELEN. Waarvoor de heffing enz. dient. Men heeft als consument wel eens een verkeerde kijk op dingen, terwijl men meent en dit met feiten en cijfers bewijzen kan, dal men een heel juiste kjjk heeft. Dit bleek ons dezer dagen, toen we in het „Handelsblad" een ingezonden stuk lazen van „Een consument"- die daar zijn bevin dingen bij aardappelaankoop in Zeeland mede deelt. Nominaal krijgt de boer 3 cent, doch moet laten voor de aardappelcentrale. En dan gaat hij rekenen: 175 K G. h. 3 cent is f 5.25 af M deel voor de aardappelcentrale f 1.31, blijft dus voor de boer f 3.94. Dan goat hy voort en noemt als „onkosten van de Centrale" 't volgende: ^4 van f 5.25: f 1.31, crisisheffing 1 cent, f 1.75 (hy schryft abusievelijk f 1.80), administratie 25 cent per 100 K.G.: 45 cent totaal f 3.51. Dus, zegt hy, de Centrale kry'gt byna evenveel als de boer en de steun genietende trekt niet dat voordeel, dat het publiek denkt. Wy zouden dit ingezonden stuk gelaten hebben voor wat het is; dwaasheid, wat wel eens meer met ingezonden stukken het geval is, als we niet wisten, dat er meerderen zijn die zoo denken, omdat ze niet weten. Niet weten, dat de „crisisheffing" van 1 cent niet voor de aardappelcentrale is, even min als de afgehouden f 1.31 (het vierde gedeelte van de minimumprijs). De 1 cent heffing dient om de aardappelen die niet als consumptie-aardappelen verbouwd worden te steunen, en is dus ook steun voor de boeren. De 25 van de minimumprijs die ingehouden wordt, is ook voor de boeren. Ze krijgen deze terug, als de heffing van 1 cent voldoende blijkt, om straks het restant der consumptie-aardappelen op te koopen voor van den minimumprijs. Is deze niet voldoende dan wordt deze 25 geheel of ten deele als aanvulling gebruikt. Behalve de administratiekosten van 25 cent °s "O" den boer. En het publiek betaalt een heel dragelijke prijs. Ongeveer 3 gulden per H.L. voor de allerbeste aardappelen (voor Eigenheimers, de meest gevraagde- nog 70 cent minder). heeft de oudste van de Peute's de gastvrij heid ingeroepen van een automobilist en is vooruit naar Leipzig gegaan, naar den Nederlandschen consul. Te halfzes arri veerde ook de rest van het gezelschap voor het consulaat. Er is daarna nog veel onder handeld en veel in orde gemaakt. Het bleek al spoedig dat er geen sprake meer van zou kunnen zijn om het stoffelijk overschot naar Leiden vervoerd te krijgen. Het resul taat van de besprekingen en onderhande lingen was dat men zich 's Zondags te 12 uur aan het Anatomisch Instiuut moest vervoegen. Daar hebben de oudste Peute en de heer Lambooy 't eerst't lijk gezien, de eer- stc om de verklaring af te kunnen leggen, dat het stoffelijk overschot ongeschonden was. Uiterlijk was het lijk ook inderdaad gaaf en ongeschonden. Ook de jongste Peute heeft daarna even gelegenheid gekregen om zijn halfbroer voor het laatst te zien. Het stoffelijk overschot is daarna overge bracht in de kist, die uit Holland was mee gebracht en in den lijkwagen geplaatst Op de binnenplaats van het Instituut waren onder al deze bedrijven een flink aantal politiemannen aanwezig. Voorafgegaan door een auto met de heide Peutes en gevolgd door een auto met politie is daarna de lijkauto naar het Zuiderkprk- hof gereden, waarde kist is opgebaard en een kamertje van de begrafeniskapel. De teraardebestelling Den volgenden morgen te halfnegen had de teraardebestelling plaats. In de wacht kamer troffen de familieleden twee jour nalisten aan, ondanks het strenge verbod om de pers bij de begrafenis toe te laten. De kist werd op het bepaalde uur op een kerkhnfwagentje geplaatst, zooals gebrui kelijk is en overdekt met een zwarte doek met zilveren galon. Een tweetal kransen, door de Peutes gekocht, werden daar op gelegd. De heer Lambooy vernam dat h°t leggen van een krans door den Nederland schen consul in naam van de Nederland sche Regeering niet werd toegestaan Op het kerkhof wemelde het van politie. In elke laan die men passeerde bevond zich een rechercheur. De bediende van den heer Lambooy had 'n fototoestel bij zich. Dit werd hem afgenomen. Zoo ging de kleine stoet vooraan de fa milieleden, daarachter de heer Lambooy en zijn bediende, alsmede de chauffeur en ten slotte de consul er- zijn seceretaris en nog enkele andere personen over de slijke- rige wegen naar de laatste rustplaats van den doode. Om de groeve waren dennetak- ken gespreid. Bij het graf mocht niet wor den gesproken. Toch heeft de oudste Peute enkele woorden vart afscheid gezegd, heel kort maar. De directeur van de begraaf plaats werd onrustig en beduidde den con sul nogmaals dat er niets mocht worden gezegd. Inmiddels was Peute reeds uitge sproken. Vervolgens werden bloemen in de groeve gestrooid en de plechtigheid was voorbij. Ordeloos ging men het modderige pad terug. De bediende van den heer Lambooy heeft later zijn fototoestel, nadat men gecontro leerd had of er foto's waren genomen, terug ontvangen op het politiebureau. Het was rerds verzegeld en dit zegel is er eerst zorg vuldig afgekrabd. 's Middags is men den terugtocht begon nen langs een zelfgekozen weg. Tot de grens reed men thans 1SV2 uur, heen 29V2 uur, een verschil van elf uren. Dit Is het onopgesmukte relaas van den heer Lambooy, wiens objectiviteit boven verdenking staat en die, dit mög hier nu ook wel eens gezegd worden, zich zeer veel moeite heeft gegeven, zeer veel werk heeft verzet om de familie behulpzaam te zijn. De heer Lambooy roemde de hulpvaardig heid van de N-derlandsche autoriteiten zoowel in Holland als in Duitschland. Men heeft alles in het werk gesteld om de fami lie te steunen in haar pogen om de laatste eer aan haar Joode zoo goed mogelijk te bewijzen. ECONOMIE EN FINANCIEN DE RUSSISCHE RUBBERPRODUCTIE Producten van bedenkelijke kwaliteit In Handelsberichten van 11 Januari troffen wij een artikel aan. dat cijfers brengt over de vervaardiging van rubber in Rusland. Het zijn de officleele sovjet-cijfers. die in het officieele orgaan van ons ministerie van handel en nijver held worden overgenomen. Mogelijkerwijze ver oorlooft de positie van bet Nederlandsohe re- irlngsorgaan niet om op <ïle cijfers eenig te geven. indacht erop te moe- officieele cijfers der voorzichtigheid WIJ meenen echter ten vestigen, dat m' Sovjet-Unie beschouwen. Zij zijn Juist, maar zij geven in ieder geval niet de ge- heele waarheid weer. Jn dit verband hebben wij speciaal het oog op de gegevens omtrent een viertal fabrieken voor kunstmatige rubber- Zooals men van de Sovjets gewoon is krijgen we de meest optimistische cijfers voorgezet. Uit spiritus en carbid wordt niet alleen rubber geproduceerd, maar bovendien nog een heele serie waardevolle bijproducten zooals etsnatron voor de zeepfabricage, gebluschte kalk, autolak en nog meer producten. Wat echter niet daar bij verteld wordt is het feit. dat de aldus ge fabriceerde kunstmatige rubber een kostprijs heeft van 3050 maal de prijs van natuurlijke rubber. Dit zal wel afdoende verklaring zijn van het feit, dat men dezen „vooruitgang der techniek" aan de sovjets overlaat, maar zich in andere landen niet daarmede bezig houdt. RUBRIEK DONDERDAG 18 JANUARI HUIZEN 301.5 M. NED. CHR. RADIO-VEREEN1GING 10.00—10.15 Gramofoonmuziek. 10.1510.45 Morgendienst door Ds. P. Neideck. 10.45—11.00 Gramofoonmuziek. K.R.O. 11.00—11.30 Gramofoonmuziek. 11.30—12.00 Godsdienstig halfuurtje door Pastoor L. H. Perquin. 12.00-12.15 n.m. Politieberichten. 12.15-2.00 n.m. Het K-R.O.-Orkest o.l.v. Marinus van 't Woud NED. CHR. RADIO VEREENIGING 2.00—3.00 n.m. Cursus fraaie handwerken door mej. G. Ablij. 3.00—3.30 n.m. Gramofoonmuziek. Po pulaire orgelmuziek. 3.30—4.00 n.m. Verzorging zender. 4.00—5.00 n.m. Bijbellezing door Ds. J. L. G. Gregory. Zang: J. H. Smit Duyzentkunst Orgel: H. Smit Duyzentkunst. Gezongen wordt: Gez. 16 1, 3, 4 en 10. Gez. 68 1, 2 en 7. Psalm 86 3 en 6. Schriftlezing: Philllpp. 2 1 13. Onderwerp: „Uw wil ?sschiedc" (Matth. 6 10b). 00—530 n.m. Cursus handenarbeid voor onze jeugd door H. J. Steinvoort. „Een boe kensteun". 530—6.30 n.m. Christelijk liederenuurtje door Johannes de Heer, m.m.v. W. Verver, viool. 6.30—7.00 n.m. Gramofoonmuziek. Sym phonic no. 4 L. A gr. t. (Italiaansche). Men delssohn. Hallé-orkest, o.l.v. Sir Hamilton Harty. 7.007.15 n.m. Politieberichten. 7.15—730 n.m. Gramofoonmuziek. 730—8.00 n.m. Weekoverzicht: „Wat er op de wereld gebeurt", door Corn. A. Crayé. 8.00-11.00 n-m. N.CJLV. Klein-orkest. HILVERSUM 1875 M. A.V.R.O. 8.00 Tijdsein. 8.01 10.00 Gramofoonmuziek. 10.00 Tijdsein. 10.01—10.15 Morgenwijding. Lezen: Matth. 17 14—23. Zingen: Gezang 193 1. Psalm 107 11. 10.15—1130 Gramofoonmuziek. 1030—11.00 Pianorecital door P. W. J. de Kleer. 11.00—1130 Tul1? de Gruyter draagt voor: „Moeke van Dorp". 11.30—2.15 n.m. Concert door het Omroep orkest o.l.v. Nico Treep. 2.15—2.45 n.m. Halfuur voor de vrouw (na mens de Ned. Vereen, van Hulsvrouwen). Zsr. F. Meyboom spreekt over „Wenken in een ziekenkamer". 2.453.00 n.m. Gramofoonmuziek. 3.003.45 njn. Vervolg-knipcursus door mevr. Ida de Leeuw—Van Rees. 11e les 3.45—4.00 n.m. Overschakeling naar den zender Kootwijk. 4.004.30 n.m. Mevr. Antoinette van Dijk spreekt voor zieken en ouden van dagen. 430—5.00 n.m. Concert door Ilja Livscha- koff en zijn orkest. 5.00—5.30 n.m. Halfuur voor grootere kin deren. I. Radio-tooneel. „Hoe het Tifernand verder ging" (La Colonie) hoorspel in 6 tafereelen door Charles Vildrac en Cor Her- mus. Spelleiding: Kommer Kleljn. 2. Groote veranderingen. II. Gelukwenschen vogr jarige Luistervinkjes (boven 8 jaar). 530—6.30 n.m. Ilja Livschakoff en zijn orkest 630—6.45 n.m. Sportpraatje door H. Hollan der. 6.45—7.00 mm. H. Hakkenberg van Gaas beek. „Sportvliegen". 7.00—7.20 njn. Causerie door Prof. Dr. H. J. M. Weve. ,Prof. Donders en zijn werk ten bate van minvermogende en behoeftige oog lijders". 7 20—730 n.m. Gramofoonmuziek. 730—8.00 njn. Engelsche les voor beginners door Fred Fry. lie les. 8.01—8.05 n.m. Nieuwsberichten van Vas Dias. 8.05—8.15 n.m. Praatje door mevr. Ida de Leeuw—Van Rees over de a.s. kinderknip- 8.15—10.30 n.m. Aansluiting met het Con certgebouw te Amsterdam. Het Concertge- bouw-klein-orkest o.l.v. Eduard van Beinum. Solisten: Henriëtte Bosmans, piano en Fran cis Koene, viool. Programma: 1. Couperin- suite, Rich. Strauss. 2. Kammerkonzert. voor piano, viool en 13 blaasinstrumenten, Afban Berg. Solisten: Henriëtte Bosmans en Francis Koene, eerste uitvoering. 9.20 n.m. Pauze: Aansluiting met de Doelenzaal te Rotter dam. Uitvoering van „Gesang der Geister ueber den Wassern". Schubert, door de Kon. Zangvereeniging „Rotïe's Mannenkoor", met begeleiding van het Nederlandsch Ka merorkest. 's-Gravenhage: het geheel o.Lv. Bernard Diamanf Voortzetting klein- orkest-concerL 3. Notturno. Mozart. 4. Con cert pour petit orchestre, Albert Roussel. Eer ste uitvoering. 10.30—11.00 n.m. Gramofoonmuziek. 11.00—11.10 njn. Nieuwsberichten van Vaz Dias. 11.10—11.30 njn. Aansluiting met hotel café-restaurant „Centraal" Den Haag. Alma Rosée en haar 12 Wiener Walzermadels, Dansmuziek. 11.30 n.m.—12.00 Aansluiting met „The House of Lords", te Den Haag. Het ensem ble Lennartz. DEUTSCHLANDSENDER 1571 M. LEIPZIG 382.2 M. 6.20 nm „Wallensteins Lager" van Friedrich von Schiller. 10.15 njn. Prof. Gustav Havemann speelt vioolsonates van Beethoven. BOEKAREST 212.6 M. 6.55 njn. Opera-uitzending. BEROMüNSTER 539.6 M. 7.20 njn. Symphonie-concert, m.m.v. Ria KALUNDBORG 1261 M. 730 njii. Symphonie-concert o.l.v. Fritz Busch. mjn.v. Adolf Busch, viool. (Mo zart-Mendelssohn-Bach-Beethoven) NORTH REG. 449.1 M. 7.50 n.m. Symphonie-concert o.l.v. Pierre Monteux, m.m.v. Lilly Krauss, piano. Ojn. Debussy en Dukas. PARIJS (RADIO) 1796 M. 8.20 n.m. „Der Freischütz". Opera van We ber. m.m.v. Georges Jouatte en Germaine Martinelli. Ook heeift men in de Sovjet-Unie diverse rabberhoadende wilde grassoorten ontdekt, die thans in het groot worden aange kweekt om voor rubberproductie te dienen. Ook hierbij kan men fantastische gegevens vinden omtrent bet groote percentage aan rubber, dat deze grassen bevatten, en omtrent de schitte rende vooruitzichten van de productie. Maar. zoo vraagt misschien een nuchter tnensch zich af, waarom gaat men dan ook nog kunstmatige rubber fabriceeren tot een prijs van vele tien- malen de wereldmarktprijs. oudlg gras vil? iveel rubber maal niet worden, van onkruid iworden vrijgehouden, het moet worden gemaald en dan machinaal ver werkt in een zeer dure instal'atie. Stel daar tegenover de productie van rubber uit de hevea boom. De boom wordt geplant, de tuinen ver- eischen, volgens de nieuwste ervaring, nago- noeg geen onderhoud en na 6 Jaar kan men in de maker tex vloeit, dat ie ongeveer 10 pCt. rubber. Men behoeft geen technicus te zijn om in te zien. dat de kosten van rubber uit gris enorm veel hooger zijn dan die van hevea rubber. Daarbij kom tnog het vraagstuk van de kwa liteit. Volgens de officieele sovjet-gegevens staat de grasrubber in niets bij de plantage- rubber ten achter. Kan dat? Hebben dan alle rubberonderzoekingsstations, die vele tientallen Jaren wetenschappelijk werk hebben verricht ter vervolmaking van deze cultuur niets bereikt zoodat het grasproduct evengoed is als het pro duct van boomen die door nauwkeurige selectie zijn gekweokt? Wij wagen het te betwijfelen. En wat de synthetische rubber betreft hebben we de wetenschap omtrent het product, dat Dultsche knappe chemici in den oorlog hebben weten te vervaardigen. Dit oorlogsproduct Is terstond verdwenen, toen na de vrede de plan tagerubber weer toegang kreeg tot Duitsch land Dat zegt genoeg. Wij weten natuurlijk, dat de Sovjet-Unie zich zooveel mogelijk onafhankelijk van het buitenland tracht te maken, omdat het nie<t In staat is ge noeg uit te voeren om den den Invoer te kunnen betalen. Dat neemt evenwel niet weg. dat er grenzen zijn, die men niet kan overschrijden op straffe van zich grooter schade te berok kenen dan men zou ondervinden Indien men in bultenlandsche valufc. ingevoerde rubber moest betalen. Wij mogen wel op een correspoïdentie in de Engelsche Economist van deze week uit Moskou wijzen, die het heeft over de exbarme- 'ijke kwaliteit van Mvex.se Sovjet-producten- Het blad schrijft: „Sloten, die niet sluiten, lucifers, die niet aangestoken kunnen worden, schoenen die na twee weken kapot zijn, slecht ge verfde weefsels, vensterglazen, dde geen lioht doorlaten, glaaen, die springen bij de eerste aanraking met. hoogere temperatuur, messen, die niet snijden: die diigen zijn reeds lang het lot van den sovjet-verbrui ker". Dat zijn allemaal producten, waarvan de fa bricage reeds lang tot In alle onderdeelen be kend is. Desondanks gelukt het niet iets te vervaardigen, dat ook maar ecnigszlns op een Westersoh normaal product lijkt. Hoe zal het met de nieuwe synthetische of grasrubber zijn.' „Autobanden, zoo hard als roggebrooden" kan ian misschien aan het bovenvermelde lijstje worden toegevoegd. FEUILLETON Een verhaal uit bange dagen Door AGNES GIBERNE (5 Gedurende eenigen tijd later werd zij thans aan zichzelve overgelaten gedeel telijk misschien uit vriendelijkheid, gedee' telijk omdat het niet de gewoonte was veel te spreken gedurende het eerste deel vat den maaltijd. Aan het boveneinde van 1° tafel hadden de ridderknapen, aan het lagere einde de dienstknechten, de planken toet witte tafelkleeden bedekt, en daar eerst het meest belangrijke voorwerp, het massif tilveren zoutvat, op geplaatst, en daarna looveel schotels als er in huis aanwezig waren. Verder kreeg iedere gas» een bekek en een snede brood, welke laatste als bord dienst deed, en een mes, zoo i:ij dit niet reeds in zijn gordel bij zich droeg. Vervolgens werden een kom, kan en gellhanddoek door de zaal rondgedragen, ^(glnnende met hen, die aan de noofdtafe! ten, opdat allen hun handen konden ionden wasschen geen onbelangrijke daar de handen in dien tijd de plaats vornnaraen va'J de vorken in onzen tijd. jke. T°en deze voorbereidende maatregelen afge waren, werd het middagmaal voorge diend, kuikens en vleesch ge' -aden aan het spit, gestoofd vleesch op schotel3, en allerlei zoetigheden volgden elkander op af gewisseld door het rondschenken van wijn. Indien het feestmaal in eenig ander huis houden dan in dat van een Lollard had plaats gehad, zou het zonder twijfei ge volgd zijn door een drinkgelag, verkleed partijen en misschien door dansen. Thans werden dergelijke vermaken echter niet toegestaan, hoewel, naarmate het maal zijn einde naderde, het gesprek luider werd en menige geestigheid van mond tot mi nd ging. Indien er geen vermakelijkheden ver wacht werden, sprak het vanzelf, dat nier zich na het feestmaal dadelijk Ier ruste te- gaf. Dadelijk na een maaltijd, die om vijf uur begon! maar men zat lang aan tafel, en in die meer eenvoudige dagen stonden de menschen gewoonlijk met den dageraad op en gingen zij met de zon naar bed. Sir William Cheyne had echter niet ver zuimd te zorgen, dat zijn gasten eerst nog een kleine uitspanning genoten. Een oude. blinde harpspeler werd in de zaal geleid en gaf verschillende welluidende melodieën voor zijn dankbare toehoorders ten beste. Ten laatste kwam de oproeping, die een arm, droevig hartje reeds met angst had tegemoet gezien. „Githa, Lord Cobham zou u gaarne hooren zingen." Githa's lippen fluisterden een smeekend* „moeder! madame! ik smeek u!" - maar niemand verstond haar. Zij durfde niet luid tegenspreken. En het was Alfgar zelf, die haar harp te voorschijn haalde en er haar heen bracht, terwijl hij haar toe fluisterde: i „Houd u goed, lief zusje; gij zijt moediger dan vroeger, durf ik wedden. Wat zult gij voor ons zingen, Githa?" Githa zette zich neder zonder te spreken, met gebogen hoofd en bevende lipoen, ter wijl haar vingers zacht over de snaren gleden, een geluid te voorschijn brengende, als het klagen van een gewond dier. Ma9r bij de eerste tonen van die zachte jammer klacht hief zij haar hoofd op en was zij alles om zich heen vergeten. Er heerschto een ademlooze stilte, de oude, blinde harp speler boog zich naar voren, om te luisteren en Sir John fluisterde Lady Cheyne toe: „Haar gansche ziel gaat op in de muziek!" Nog een zachte, lange klaagtoon en een paar treurige akkoorden, en toen weerklonk een hartstochtelijke, klagende melodie, ter wijl de prachtige, grijze oogen van het meisje, die gewoonlijk zoo zacht en kalm waren, thans glinsterden met bovennatuur- lijken glans en zich herhaaldelijk met tranen vulden. Eensklaps brak zij haar spel met een zachten klaagtoon af, en hief toen net lied aa.i, waarom zij haar hadden gevraagd. In dat alles was niets van comediespel te bespeuren, alleen waar gevoel en enthou siasme. Haar ongedwongen houding, dc bevalligheid van elke beweging, alles sprak van zelfvergetelheid. Eïi het lied dat volgde, maakte een ont zaglijken indruk op ieder, die het hi ie Het was slechts een eenvoudig gezang der l-ollards; maar de rijke, buigzame stem van het meisje vulde de geheele zaal cn bracht groote ontroering teweeg in de harten van hen, die haar hoorden. Toen zij zweeg, werd een gemompel van bewondering vernomen. Margaret Cobham was luid in haar lof; maar niet voordat Sir John Oldcastle haar aansprak, hief Githa het gebogen hoofd op. „Wilt gij nog een lied voor ons zingen, lief meisje? Uw stem is zeer liefelijk om aan te hooreia." „En zult u dan niet meer van mij vragen?" zeidr Githa. „Gij zijt vermoeid. Neen, dan zal het vol gende lied het laatste zijn." Wederom klon ken de tonen vavi de harp zacht en trillend door de zaal, minder hartstochtelijk, maar weemoediger dan de vorige maal. En toen. met een duidelijke, doch droevige .tem zong zij haar tehuis een vaarwel toe. Ieder woord, dat uit de diepste diepte van haar hart scheen voort te komen, was verstaan baar, en de zachte, teedere stem beefde niet, vioch stokte, terwijl couplet op couplet volgde; wel beschouwd had haar ontboe zeming misschien weinig dichterlijke waar de, maar het diepe gevoel en de groote smart, die in haar stem weerklonken, ont lokten een traan aan menig oog. De laatste, zachte, lang aangehouden noot van den laatsten regel: „Vaarwel aan ui vaarwel mijn moeder!" stierf zaehtkens, zachtkens weg, en toen was alles stil. Githa stond kalm op, wenkte Alfgar, dat hij haar harp 7X)u wegnemen, liep naar haar mopder, knielde, en kuste haar de havtden; toen verliet zij zwijgend de zaal en werd niet meer gezien. Githa's gedrag was volstrekt ni^t volgons do vormen, maar zelfs Lady Cheyne met haar streng gevoel van moederlijken plicht, kon het niet over zich verkrijgen haar dien avond een berisping te geven. De gas!on gingen uiteen en begaven zich ter ruste. Margaret Cobham cn haar jonkvrouwen naar. de bovenkamer met Githa en de dienst meisjes; Sir John Oldcastle met zijn ridder knapen naar de benedenkamer, ter.vijl de knechts en de gewapende manschappen zich rondom het haardvuur een plaats uit zochten. Toen brak de morgen aan. Maar het eigen lijke afscheidnemen was voorbij. In do drukte en beweging van dat vroege vertrok was er weinig tijd om zich aan zijn gevoel over te geven. Gjtha was zeer bleek en kalm, en Margaret Cobham wierp menigen blik op dat fraaie, kinderlijke gelaal er die nie tige oogen, zich afvragende of d'M werkelijk de hartstochtelijke zangeres van den vorigen avond zijn kon. HOOFDSTUK III. Het oude Londen. Op Dinsdagmiddag, den vierden Maart, van datzelfde voorjaar, had men een menigte reizigers door de straten van Londen hun lange weg kunnen zien vervolgen. Het was hun aan te zien, dat zij het einde na derden van een lange, moeitevolle reis. Aan het hoofd reed een geharnaste ridder van statige grootte evt met een edel voor komen: zijn eenvoudige kleeding en ziin stemmige, hoewel kostbare mantel, onder scheidde hem van de rijk en opzichtig gc- kleede heeren van dien tijd. Aan weerszijden van hem reed een edele jonkvrouw op haar ros de fraaie kleeren van de eene en de eenvoudige dracht der andere waren beide evenzeer met modder bespat. Achter hen kwamen drie of vier ridderknapen; ten hun ner wedijverde met den ridder in eenvoud van kleeding, terwijl de anderen over hun wapenrusting mantels van de meest schit terende kleuren droegen. Naast de riddet- kiiapen reden twee of drie jonkvrouwen ?n daarachter het goed geoefende naardenvolk van Lord Cobham terwijl d<> optocht werd besloten door verscheidene reizigers, die zich op den weg tusschen Herefordshire en Londen bij het gezelschap hadden aan gesloten. In die dagevt, toen het reizen vela gevaren opleverde, was een veilig geleide niet te versmaden en werd zelden of n"oit geweigerd. De mensehen wachtten dikwijls op zulk een gelegenheid, eer zij hun tcht durfde ondernemen. „En dit is Londen!" zeide Githa verwon derd, nadat zij eenigen tijd zwijgend had voortgereden. „Dit!" en zij tap om zi-h heen met iets als afschuw van de nauwe straat en den ntodderigen, o.tgclijken weg, waarop de paarden slechts met moeite en mot de grootste voorzichtigheid loopen konden. „Het schijnt mij toe, dat de inwoners van Londen weinig geven om het hebt van de zon. Als de huizen nog iets hooger waren, zouden zij van boven elkander raken, en ons geheel in de duisternis laten." ••Zij zorgen wel. dat dit niet gebeurt", zeide Sir John, glimlachend. „Gij hebt Londen nog niet leeren liefheb, ben, zooals de inwoners dit doen, maar wacht slechts een weinig, schoone Githa, totdat gij de schoonheden van dit Londen gezien zult hebben", zeide Margaret Cobham „Dr schoonheden!" herhaalde Githa. „He wist niet, dat er in de groote stad eenigo schoonheid te bewonderen was." (Wordt vervolgd.);

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1934 | | pagina 3