ONZE GROOTE WINTERAANBIEDING Tl TERDAG 18 NOVEMBER 1933 F'-RSTE BLAD PAG. 3 TELEFUN KEN NOVITEITEN RADIO EN GRAMOFOON Wat fijn vernuft en doelbewust experimenteeren vermag Wij werden met andere persmenschen in deelen welke het gebruik van een meng de gelegenheid gesteld om kennis te maken hexode heeft ten opzichte van den vroeger j t de nieuwste nieuwigheden van de wel bakende Telefunkenproducten. Het fabrieks merk is over de geheele wereld bekend en ia een waai'borgteeken geworden van een mperieure kwaliteit ïooals de ingedreven leeuwenkop waar borg is, dat het goud 18 karaats is. Met belangstelling gin gen wij naar deze dio nog in de kinder schoenen stond (1912 1913) reeds zelf ex perimenteerde met honderden nieters draad voor de z.g. „draadlooze" en men heeft ja renlang de evolutie op dit gebied van zeer nabij meegemaakt, dan wordt de belang stelling, die de laatste jaren wat sluimerde, weer wakker, als men leest hoe de n .euwste Telefunkentoestellen wonderen van tech niek zijn en daarbij voor den leek zoo een voudig in het gebruik. Het ging bij ons als bij een oud legerpaard, dat weer en mili- ta.re marsch hoort. Door den heer Ir. O d i n o t e.i. werden wij welkom geheeten op deze conferentie. Hil wees ons op de bijzonderheden der nieuwe toestellen, de door Telefunken ge bezigde floodlight-afstemschaal, d.e volko men overzichtelijk is. Zendernamen zijn duidelijk leesbaar en de afstanden zijn voldoende, om het zoeken heel gemakkelijk te maken. Zoo goed als alle hoofdzendstA- tions (125) komen er op voor Als een klein bezwaar zou misschien genoemd worden, dat bij verandering verdeeling een nieuwe schaal moet worden ingezet Telefunken heeft hierin echtei voorzien, door zulks voor een luttel bedrag mogelijk te maken, zoodat dit kleine nadeel volkomen wegvalt tegen de groote voordee- len. welke de door Telefunken gebezigde 6chaal biedt Verder wijst spr. er op dat de zoozeer gewenschte selectiviteit nu de zenders zoo sterk worden, alleen mogelijk is bij gebruik making van het Superheterodyne-principe, omdat Superheterodynes in de toekomst bij nog verdere versterking der zenders een voldoende scheiding, -gepaard gaande met goede geluidskwaliteit, waarborgen. Wij weten wel, dat door anderen beweerd wordt dat de Super storend zou moeten fluiten (Mexicaansche hond) doch deze toonen slechts hiermede hun onbekendheid met de moderne schakelingen en geven blijk, de groote voordeelen van een geniale gedachte opgesloten in de nieuwe, door Telefunken uitgevonden hexodenlampen, nog niet te kennen. Door vele technische verbeteringen en nieuwe vindingen wijken deze nieuwe Su pers zóóveel van de toestellen van vóór eenige jaren af, dat ze daarmede totaal niet meer vergeleken kunnen worden. Na- deelen als dubbele ontvangst, hinderlijke stralen, enz. bestaan thans niet meer. De nieuwe toestellen zijn voorts voorzien van een aantal noviteiten, waaronder aller eerst de optische afstemming door middel van den orthoscoop de aandacht trekt en de pegel regelaar. Wat de gramofoonplaten betreft, deze zijn steeds gunstig beoordeeld. Alles wordt ge daan door Telefunken om de acoustische kwaliteit zoo hoog mogelijk op te voeren. De nieuwe luidsprekers van Telefunken, de z.g. effect-luidsprekers hebben een ge heele omwenteling in de luidsprekerstech niek veroorzaakt Na deze mededeelingen van Ir. Odinot, kreeg Ir. S c h a 1 k w ij k e.i. het woord over technische bijzonderheden der nieuwe toestellen. Dit ging wel wat boven ons be vattingsvermogen, wel wat heel veel soms. We waren er verbaasd over, dat zoo met woord en door bordteekeningen de moeilijk ste lampschema's geteekend werden. Als zulke kundige ingenieurs in hun laborato ria werken, dan moet Telefunken wel met nieuwigheden, met verbeteringen komen. Eerst werd aan de hand van de selectivi- teitskromme besproken hoe de eischen van groote selectiviteit, gecombineerd met goe de geluidskwaliteit, een selectiviteitskromme met zeer steile flanken noodzakelijk maken Omdat de selectiviteitskromme voor een goede kwaliteit een breeden top moet heb ben is de toepassing van bandfilters nood zakelijk, terwijl om de steilheid van de flanken te verkrijgen, minstens 4 zéér wei nig gedempte kringen noodig zijn. Speciaal werd hierbij de aandacht er op gevestigd dat bij den modernen Super- heterodyne de middenfrequent-ontvanger de eigenlijke ontvanger is, welke, doordat hij slechts voor één enkele golflengte gecon strueerd is en in de fabriek wordt ingesteld, aan veel hoogere eischen kan voldoen dan een ontvanger, welke een variabel golflengte bereik van 200-2000 Meter heeft. De golflengte van het station, hetwelk men ontvangen wil, wordt nu getransfor meerd tot de golflengte, welke past voor den idealen ontvanger. Verder werden besproken de groote voor- gebruikten eersten detector (additatieve menging). Ook de fadinghexoden werden besproken. Niet alleen, dat deze lampen op de vroegere varitetrodes voor hebben, dat thans met 10 V regelspanning een verster- k ngsverandering van 1 10.000 verkregen kan worden ten opzichte van 1 300 vroeger met 40 V regelspanning, doch bovendien is de karakteristiek van de fading-hexode rech ter en heeft deze bij gebruik in een Super- heterodyne nog het voordeel, dat zij twee persconferentie en I echermroosters heeft, waardoor tusschen ge- -demonstratie toe.nerator en antenne zich in den nieuwen Te- toen de ra- lefunken-Super drie schermroosters bevin- -i- i- z00(jat van stralen door de antenne geen sprake meer is. Zoo is een lamp ont staan, die, zooals spr. schertsend opmerkte behoort tot de orde der duizendpootigen, (een lamp met 7 pooten). Daarna werd besproken, hoe in het toe stel Telefunken 653 WL een automatische geluidsterkte en fadingregeling met een be reik van 1 300.000 verkregen zijn, terwijl bij behandeling van de diode verklaard werd, hoe de geluidlooze astemming werkt, beide zonder dat daarvoor één extra lamp noodig is. dat de gevoe ligheid van den grooten Su perheterodyne 10 micro-V. be draagt, terwijl de eindlamp in staat is 2 W muziek- energie aan luidspreker af te leveren. Bij zonder gemak kelijk voor de instelling van het apparaat is de daarin aangebrachte or thoscoop. Deze geeft door de breedte van een schaduwstreep direct aan, in welke mate de automatische geluidsterkteregel'ng werkt zoodat met behulp hiervan het toestel afge stemd kan worden, terwijl den luidspreker het zwijgen opgelegd is en bovendien waar genomen kan worden, of een zender sterk of zwak is, of er veel storingen zijn en of fading aanwezig is. Hierna werd kort het toestel Telefunken 346 behandeld. Dit komt overeen met den Tele funken 345 van verleden jaar, schil dat thans ook hier een automatische en fadingcompensatie in aangebracht is. Het wonderlijkste van alle toestellen is de Telefunken 330 WL een drielamps-Super heterodyne. De selectiviteit en geluidskwa liteit zijn beter dan, van menig 4- en meer- lamps- apparaat, Terwijl men 't tot nog toe voor onmogelijk bieid om een toestel te bouwen, waarvan de eerste lamp tegelijk hoogfre- quentversterlamp eerste detector en generatorlamp is, zonder dat dub bele ontvangst of hinderlijk stralen optreedt, toont Telefunken thans, dat dit probleem oplosbaar is. Door de wer king van het schermrooster in deze lamp en de wijze waarop de antenne ermede gekoppeld is, is de straling sterker onder drukt dan met een extra kring en scherm- roosterversterkerlamp bere.kt wordt Door dat dit een Superheterodyne is (de midden- frequent voor één vaste golf geconstrueerd), was het mogelijk een vaste terugkoppeling aan te brengen, welke er voor zorgt, dal de werking van het middenfrequentbandfilter uiterst effectief is. Bovendien is deze terug koppeling, welke nooit bediend behoeft te worden, zóó ingericht, dat zij automatisch minder wordt, als een zender sterker binnen komt, zoodat het toestel voor zwakke zen ders uiterst selectief is en bij sterkere ont vangst automatisch een betere kwaliteit geeft. Ook dit kleine toestel heeft een 6 W penthode-eindlanmp en een electrodynami- schen luidspreker! Na deze uiteenzetting hebben we de toestel len van naderbij leeren kennen, en gehoord hoe schoon het geluid was, gezien hoe ideaal de behandeling is en we geraakten onder den indruk van het machtig kunnen van Tele funken. Zelfs in een tijd van onbegrensde moge lijkheden hebben we niet kunnen vermoeden dat de radiotechniek het zóó ver zou bren gen. En we dachten bij het naar huis gaan: wat wonder zal het volgend Telefunken- wonder zijn? Daar wachten we nu maar weer op. KUNST EN LETTEREN Theod. H. Polman THEOD. H. POLMAN thans te Noord- wijk aan Zee, zijn muzikale loop baan begon. Theo Polman is 26 Nov. 1873 te Nijmegen geboren en kreeg daar reeds heel jong muzieklessen van den onderwijzer Hendriks en ver volgens dagelijks van den organist Gerritsen. Van Nijmegen vertrok de opgloeiende knaap naar een gymnasium er gens in Limburg om na 't volbrengen dezer algemeen ontwikkelende studies zich meer op de muziek te werpen. Daarvoor vestigde hij zich te Brugge. Voor een muzikaal en algemeen kunstzinnig jongmensch had men bezwaarlijk beter plaats kunnen vinden. Echter, zeer lang kon het verblijf te Brugge niet duren. Door het overlijden van zijn vader werd hij huiswaarts geroepen. Met zijn moeder, zijn goede engel, die hij zeer lief had en die hij slechts enkele jaren later met roerende trouw in haar ziekte ver zorgde, en ten slotte toch moest missen, trok hij naar Amsterdam, teneinde zich daar een positie te veroveren. Men weet hoe moeilijk dit is voor ongefortuneerde jongelieden, die in den levensstrijd op zichzelf zijn aangewe zen. Hij had het geluk een betrekking als pianist te vinden bij Schiller op het Damrak. De kelder van Schiller was de geliefde stam kroeg voor vele artisten. Hij maakte er ken nis met Orelio, Urlus, Kor Kuiler, den Wag- nerzanger Hans Keiler en allerlei andere vocale en instrumentale beroemdheden. Voor velen van dezen was Wagner de man wiens roem de 19de eeuw overstraalde. Daar leer de hij door gesprekken en studie en samen musiceeren den Bayreuther meester door en door kennen. Daar kreeg hij, zooals hij zelf zegt, de schok, die zijn kracht deed ontwa ken. Van Kor Kuiler, den huidigen leider van het Groningsch Orkest, kreeg hij wat com positieles en trachtte verder door zelfstudie allerlei muziektechnische problemen te winnen. Uit dien Amsterdamschen tijd, in de twintig, dagteekenen zijn eerste com posities, meestal ontstaan na aanvurende gesprekken met groote kunstbroeders, b.v. een „Ave Maria", liederen en klavier werken. Óp den duur bleef hij ook niet in den kelder van Schiller. Hij speelde met orkesten mee; verluchtte met zijn spel achter de coulissen Royaards' Gij9brecht-vertolkin- gen, bespeelde het spinet bij de voorstellin gen van „Sara Burgerhart', trok met het gezelschap overal heen, van Amsterdam naar Maastricht, Van Leeuwarden naar Mid delburg. Doch Amsterdam bleef zijn pied A terre, waar hij steeds meer deerlingen kreeg. In zijn leerlinge Mej. Annie Lefèvre heeft de musicus zijn trouwe levensgezellin gevon den, die ideëel aan 't ontstaan zijner werken en aan zijn geheele werkzaamheid evenveel aandeel heeft als hijzelf, een uitnemende echtgenoot en moeder. Tijdens den oorlog verloor Polman al zijn lessen. Dank zij het ingrijpen van de beeld- houweres Mevr. Hovius Green kwamen eenigen tijd verschillende oud-leerlingen terug. Tevens opende de mobilisatie, bij alle narigheden ervan, hem de mogelijkheid te spelen bij de ontspanningsavonden voor mi litairen. Na den oorlog vestigde Polman zich te Leiden, waar hij o.a. het koor „Amicitia" leidde en kleine instrumentale ensembles van leerlingen vormde. Thans heeft hij nog Leidsche leerlingen, doch de laatste 8 jaren woont hij te Noordwijk. Gedurende een 19-tal jaren bekleedde hij de functie van organist aan 't Groene Kerkje, waarbij hij evenwel klein orgel tot zijn beschikking had. Het is jammer dat Polman zijn krachten niet mag wijden aan een groot orgel, want dat hij dat instrument kent, blijkt wel uit het feit, dat hij in vroeger jaren herhaalde lijk het groote concertorgel in het Paleis voor Volksvlijt moest bespelen. Zijn liefde gaat evenwel uit naar de statige, klare schoonheid van het kerkorgel. Ook schreef hij verschillende composities voor het orgel, zooals laatstelijk nog de „Marcia Festiva". Een groote menigte com posities heeft Polman geschreven, die vooi 't grootste gedeelte nog in portefeuille liggen, aangezien de tijdsomstandigheden de uitge- gers noodzaken de grootste mogelijke reserve te betrachten. Dat is zeer te betreuren. We hoorden en zagen een aantal alleraardigste kinderliederen op woorden van Mej. Bru- nings. Een Kerstalbum is uitgegeven. Doch er liggen een drietal kerstcantaties, waarvan we één „Blijde Boodschap" hoprden, een CD U/APHT fiEnWAiTUT f Inderdaad, er wordt door velen al weer gewacht op onze groote Winter- tK WUrSU I UtWAUllT aanbieding! De eene reeks koopjes volgt de andere op. Onze vorige aanbieding was één Succes. Zelfs groote voorraden raakten uitgeput. Maar wat thans wordt aangeboden sP^nt_a® rfaerde Talrijke titels, nog nooit in prijs verlaagd, gaan thans voor een schuifje weg. Voor St. Nxc. en Kerstmisi is er een zeer gevarieerde keuze. Wie zich de moeite geeft deze lijst met aandacht door te zien zal aanstonds naar de pen grijpen. G zij houden altijd waarde. Bestel spoedig. Talrijke uitzonderingsprijzen! erh. 236 bl. f 0.55 klge menschen. Jim en Sklmpie. rUk geb. f 1.85. Wereldberoemd! nC Prachtboeken van Penning, ut die nu volgen, zün spotgoed koop. GROOTE UITGAAF! Pracht platen! 5. PENNING. De Held van Spion kop. SIS bl. f 0.90, rtk geb. f 1.50. 6. PENNING. De Kolonist van Zuid-Afrika, 102 bl. f 0.90, rijk geb. gekl. chromoplaten, fr. 7. PENNING. ^De^ rt)k geb. f 1 170 bl. 0.90. 8. PENNING. lacht, 102 bl. f 0.90. - 50. I. PENNING. bl. £0.90, rtJk geb i' 1-50. 10. PENNING. Tjnnrt van de Mcr- ffc, 102 bl. 0.90. Hik geb. f 1.50. 11. LOUWERSE. VllssInger Ml- chlel. De Ruyter'P leven. Ruk geïll. 230 bl. f 1.75. n,u f 0-75- 12. douwerse. BestevnOr Tromp Een groot zeeheld. Ruk geïll. -00 bl. 1-75. nu 0.75. s Sï gein. 218 bl. f 1.75. nu f 0.75. 14. LOUWERSE. 1 Irik. Rölt i I 0.75. 15. LOUVVERSE. On.k ten. Uit het jaar 1572. RU* 228 bl. f 1.75. nu «f 0.75. IC. POLDERMANS. Fün hist rijk geïll. 1-75. Bnnnell. ijk geïll. f i iserle no 11- 'ulm 1400 bl. vol platen. 17 TOMKïNS. ■achtig! 200 t i f 0.75 40. VAN SUYLESTEIN. Lledei in een Vinder. Füne. teed. poëzie, fr. geb. f 3.50, nu 0. "oopje! 41. JO BRANS. In 't Ivllmopht Prachtvernnal voor kinderen v -10 Jaar, 102 bl. met 25 pl. r f 1.45. 2. O. RUTJSCH. Conflicten. D bl. fr. geb. f 3.50. nu f 1. 15 W. LORSTEN. Als jeelt onder de vissersbevolking i Oost-Friesland, tijdens een gi tn stormvloed, 208 hl. f 3.50, 1.45. Tets he 46. ER WIN ultg. 1 l pl. 270 bl. "f 1.20. Wereldberoemd! 19. PROF. SLOTEMAKER DE BRUINE e.a. Zib joek. Uit- texten van Genesis tot ng. Spotkoopje, 416 bl. DE JONG. Vnderlnn. bl. f 5.75. nu f 1.25. hi II volgen 10 prachtige Zuid NU Afrika-verhalen van D'Arbe: (J. F. v. Oordt). Vroeger f 2;25. nc pl. fr. geb. 0.95. Bronkhorst en ztJn ströd, 206 bl. m pl. fr. geb. 0.95. 25. Onder de Vlerkl, jrhaal Jai pl. fr slag b(j met pl. 27. D< bewogen tü geb f 0.95. 28. Tumci op leven en dood, 100 bL Uit fel pl. fr. geb. f 0.95. Berg en Zee. Strtld eb~ f 0.957 w29' Z irht i pl. fr. geb. f en^ Recht. De 31. STAMPERTUS. Vier i 33. TRU1DA KOK. Frccrkje Meer erk, f 0.79. 34. TRUIDA KOK. Rudl. Fün ïeisjesb., 0.79. 35. v. d. KLEI. 36. HOUBOLT. erh. overoude tüdei 37. VEBNENDAAL. ICVF *7 prachtigs Vroolük meisj 63. MEVR. in Uldionu 12 bl. fr. gel 65. P. KEUNING. at"„Oostloorn" evei oorbüstreeft 250 bl 66. P. KEURING. I i f 5.— geb. f 9.90, linnphcrder. GROS. Snien sven vol gev jonge vrouw, eindigend ^o;bËrT^nge:.A!^.u-tfieV5- Helvlg. •'•s strüd n, Run dln., 544 bl. leesterwerk! 2 rachtband _f_7.j OverweldiÊ rend Helvi; :oeking' BROUWER, art, 100 bl. 0. ugde liefd. I. P. BROUWER, lovlngs- en h bl f 0.' jeïll. uitgaaf. 176 Lend en vermakelijk! 51. SCHIPPERS, t nlentjes verloving f|j Jjn verteld. 144 De Slulk< 160 bl. fr. geb 53. BREEVOORT. HtrUd. Rotterdam! Prachtverhaal o.a.: leed. De kwaadspreeksl f 0.73. srdrukking, 258 bl. geb. n gelukkig. •haal huwe- •eh. 0.78. BROUWER. Moeiten de vens. In de strikken dc rlgheld. Fijn verhaal. 2 f 0.73. 56. DEKKER. Uit de Straf*. genl". (Scht 54. LE FEUVRE. E< liJksleven. 260 bl. te- geldgie- bl. geb. an: Een Tndiseh font ulvel te slim. Een kind ed en tranen. Wtlntje en 'Ier boerenjongens, enz. eb. £0.73. 57.SHELDON ■effend Aanrrfln. 'oord-Amerika. 284 bl. i ichtultgnnf. fr. -eldeband i bl. f 0.9 ree. 120 bl. Vol pl. aardig gel 0.46. 62. MEJ. BAUER. Vriendlnnetl. JONKVR. SCHMIDT, der Küsenle Zon. JA1 Volk, Godsdienst, Huw enz. Kunstdruk. 80 p 256 bl. gr. ultg. gec. f 4.90 nu 69. BREEVOORT. Wolf. helder en verklarend.'III totgoedkoop! Deze prachtb »bben de eeuwen verduurd. 72. P. NIEUWSTRATEN. Heilig uwclijk. Dr. Gunning in „P „Menige lezeres zal nieew. Huisje bü het bosch. CARLA. Va TE MER WE 99. BONT GEZELSCHAP. SO klei 'Too! "kapt. MAr'rYAT. .'letJe 103. GERDES 200 bl. fr. geb Met diepe 71. RUNA. Stcmmei itroering leest elk di 218 bl fr. geb. f 0.75. 75. RUNA Eenxvlghe fün boek. 2v4 bl. fr. 76. SCHIPPERS. Ooa 78. SCHIPPERS. De Pl Tg MEJ^KUïPER. Ml in lucht van een heidenmcls llngsverhaal. Treffend, 8C. MALTZAHN. Zonn 82. MALTHZAHN. Aan Ri Bronnen. Vlammend d. 200 bl. f 1.10, gec. f 1. 83. MALTZAHN. Slcchta 'n an de tragiek der zonde liefde Gods, 240 bl. f 1 10. gi MALTZAHN. E. Het meesterwerk van de Schrüf- ster. 400 bl. f 1.1C, gec. f 1.40. 86. GORDEAU. Dirk Stockman. Schitterend jongensboek. 260 bl. rük geb. f 2 90. nu f 1.45. 86. BOSCHMA. Blank en Bruin Treffend verhaal uit Indië, ISO bl rük geb. f 2.90, nu f 1.45. 87. BERKHOUT. Jan Springers Jongensjnren. Vraoltjk boek. 246 b) rük geb. f 2.90. nu f 1 45. 88. SILVANUS. W(| en ons ezel tje, Vermakelüke historie met een n, 242 bl, fr. geb f 2.90, 5. GORDEAU. Twee Jonge boek om mee te Jubelen, 240 KljiDERVBRTEUIN V in 4 deelen: Eerlük duu: langst Dokter Goudhaar. V tren diamant Eindelijk thuis. 110. Ds. Js. v. d. LINDEN. De Heere is mUn Herder Ps. 23, 96 bl f 0.29. 111. Dr. J. TH. DE VISSER. Kerk tutvat." TooT enz. 100 bl. De Zenuwachtige Voordrager derling geval. Liefdesmart Erik, de slaaf, enz. 100 bl. f 0 39. 118. BUNDEL VI o.a.: Het Raads lid. Tante Jet Soldatenlist enz 10» blz. f 0.39. 119. BUNDEL VII o.a: De Biech teling. 'n Grap van Jan Steen. Als Bioode irkje. Nonnte. Roj e. I Uit nboek. ianien f 0.99. 94. KERSTPAKKETt B. Wat Emma 1 L. VIII bl. f 0. J IX o^a. 22. BUNDEL X o.a: Hoe Jaap blauwtje liep. De Oorring. In Smidse, enz. 100 bl. f0,39 Slke bundel bevat pl.m. 25 Voor- L W A A R D E I voldoende- de Ilnkcr- f girobiljet schrijven. Dat nbod is tijdelijk. Uitgeverij BOEIJENGA kleinzand 89 - sneek alle r werk dat we allen leiders van kinderkoren aanbevelen; zoowel om de melodieuze, vlot geschreven zangstemmen als om de sugges tieve begeleiding met haar mooie vondsten. Dit werk zal door Mej. Tilly Leening dezen winter te Leiden worden uitgevoerd. De aller laatste compositie was de toonzetting van twee roerend-eenvoudige versjes van een blind meisje. Zulk werk doet Polman con amore, zonder materieele bijgedachten, enkel omdat hij zijn beste gevoelens nu eenmaal uit moet spreken in de taal der tonen. Een bizonderheid is, dat al zijn composities ge- senreven zijn alsof het drukwerk is. Of neen, veel mooier. Want drukwerk is ten slotte mechanisch tot stand gekomen, terwijl dit werk van de levende menschenhand de gloed en de beweeglijkheid van het leven in zich Ook grootere werken heeft Polman gecom poneerd: een „Spaansche Suite" in vijf dee len voor groot orkest, een „Hollandsche Suite" voor kleinorkest, verder stukken voor mandolineorkest en orgelwerken. Wanneer zullen we van dat alles iets hooren? Doch deze overweging belemmert den kunstenaar niet in zijn werklust Onvermoeid en met jonge frischheid van geest blijft hij door gaan, wat er in hem leeft, in de sprake der muziek te verklanken. En nu willen zijn leerlingen en vrienden hem op 24 Nov. een feest bereiden. Wat er precies gebeuren zal weten we niet Doch 't zal mooi zijn! Wij vei Teugen ons voor hem in dien vreugdedag en wenschen hem van harte toe, dat hij nog lang in staat moge zijn, zich zelf en anderen te „oen genieten van de talenten hem geschonken. RICHARD TAUBER, H. F. DE GRIJS, f Op 67-jarigen leeftijd is te Almelo over leden de bekende kunstschilder H. F. de Grijs. DE SPAANSCHE CAVALIER Door B. WARSTADT HOOFDSTUK VII. Buiten en binnen. Eenigen tijd nadat Lucius deze plaats had Verlaten, kwam een andere ruiter langs denzelfden weg naar Sevilla. Deze cavalier was rijkelijk bekleed met goud en groen, *n breede, scharlakenroode sjerp was losjes om hem heen geslagen en het rijk versierde einde er van hing losjes over zijn schoudpr. De voeten, die in hooge laarzen waren ge stoken, rustten in zeldzaam fraai gevormde stijgbeugels, die door hun sterkte cn grootte den ridder als beenhescherming dienden. In de hand hield hij een scherpe speer. Deze ruiter was Alcala de Aguilera, in volle picadorenkleeding, op weg naar de arena. Behalve de kleeding had de jonge Span Jaard met de stierenvechters van beroep niets gemeen. Zoowel Alcala's gestalte als zijn gelaat vormden een scherpe tegenstel ling met de helden van het coliseo. Zijn figuur was l'ang en slank en maakte niet den indruk van groote lichamelijke sterkte. Het bleeke, geestvolle gelaat met de fijne trekken herinnerde eerder aan een geleerde of aan een ':"ihter dan aan een moedigen 6tiervechter, die voor vrees even onvatbaar is als voor zachtheid. De trekken van den Alcala wist, dat hij zich aan een groote dwaasheid schuldig maakte. Hij had alles op het spel gezet, do zielsrust van zijn zustor, het geluk zijner familie, zijn eigen leven cn dat alles voor niets, letterlijk voer niets. Alcala was niet iemand, die om de gunst der menigte iets gaf, neen, zijn trotseh terughoudend wezen verzette er ziiöh on willekeurig tegen bij de gedachte, dat hij zich voor zoovele nieuwsgierigen moest ver- toonen. De grootste overwinning in een openbaar circus was voor hem eerder een schande dan een eere. Hij kon er zich niet door verheffen, maar wei vernederen, dat hij evenals de andere picadoren om de gunst des volks kampte. Een liefdesavontuur was het evenmin, dat hem op dezen gevaarlijken weg voort dreef. Zijn bewondering voor de dochter van den gouverneur was maar een voorbij gaande roes geweest, alleen een hulde asn haar schoonheid. De ontdekking van An- tonia's harteloosheid en haar zelfzuchtige trots had zijn bewondering schier in ver achting doen veranderen. Alcala ging ver gelijken tusschen Antonia en Inez tusschen deze zelfzuchtige schoonheid en het lieve onzelfzuchtige meisje en had daarbij onge veer hetzelfde gevoel als een ridder uit den ouden tijd, die voor de voeten van zijn dame verachtelijk den handschoen wierp, die hij uit de arena had gehaald, te midden der vechtende dieren vandaan. ,Als mij de hand van Antonia de Rivadeo geboden werd", dacht Alcala, „dan zou ik die nu niet meer aannemen, al kreeg zij ook heel Andalusië als bruidschat mee." Onder deze omstandigheden was er dus voor den jongen Spanjaard niets verleide lijks in de overwinning. Hij had nauwelijks de geringste hoop op den goeden afloop dei zaak, en was reeds de helderste kant dor geschiedenis tamelijk donker, de andere zijde was nog zwarter. Alcala had de stie rengevechten maar zelden bijgewoond, wijl deze sport niet naar zijn smaak was, al was bet dan ook niet precies een gevoel van afschuw, dat Lucius vervulde, zooals ieder die in andere landen is opgevoed. Al had men dezen cavalier slechts weinig in Ho arena gezien, zoo was hij toch vaak genoog getuige geweest van deze voorstellingen om te weten, welk gevaar er verbonden was aan den strijd met de wilde dieren en hoe beslist noodzakelijk het voor een stiervedhter was, dat hij zijn wapen vast in de hand had. Vaardigheid kon clleen door oefening verkregen worden en tot nog toe had AlcaL nimmer een speer gehanteerd. Die was te zwaar voor de hand van don iongen cavalier hij was er niot aan gewend. Als hij speer gebruikte, had hij even weinig kans op een goeden uitslag als iemand zou heb ben, die zonder vooraf zidh geoefend te hebben, bij een zwaren storm In de mast van een schip zou willen klimmen. Toen Alcala nog jong was, had zijn moe der zich door een oude zigeunerevrou» d'? beroemd was om haar waarzeggerij, de toe komst van haar zoon doen voorspellen. Het kind vergat nooit weer liet onheilspellend wezen der oude heks, noch den inhoui harer woorden: „Hij zal in zijn jeugd een gewelddadigen dood sterven en vele, oogen zullen getuigen van zijn dood zijn." Deze waarschuwing stond Alcala tlhans weer duidelijk voor oogen, thans nu het scheen alsof do vervulling der voorspelling nabij was. Al stond Alcala wat zijn ontwikkeling betrof, ook hooger dan zijn landslieden, zoo was hij toch niet vrij van bijgeioovighei 1, en de woorden der zigeunervrouw speelden hem weer door het hoofd, zooda. hij va^t geloofde, dat hij heden zijn ondergang tege moet reed. Als men daar nu ook nog bij rek ent de gedachte aan de govolnon, die zijn dood voor zijn familie mee moest brengen, zoo kon hef geen verwondering wekken, dat Alcala's hart bijna barstte van vertwijfeling. Wat moest er van zijn oude grootmoeder worden, de van haar verstand beroofde weduwe? Wat moest er van zijn lieftallige zuster wor den, als haar eenige steun haar ontnomen werd? Zij hadden toch reeds alle rijkdom men van hun grootvader moeten benutton om in hun onderhoud te voorzien, zij hadder geen stukje roeer over van de landerijen, die de Aguilera's eenmaal tot bunno be zittingen rekenden. Hun woning was niet waard om nog meer te worden verbouwd en bovendien was zij gelegen in *:en stads gedeelte, dat niet meer modern was. Zoo de familie genoodzaakt zou zijn het huis te verkoopen, zoo zou het bedrag niet eens toereikend zijn om hen uit hun nood te helpen Smartelijk was nok de gedachte aan Iheresia, die niettegenstaande haar vele gebreken, zich steeds een liefdevolle en trouwe dienares had betoond. En nu zou in zijn dood voor haar de zekerheid zijn ge legen, dat zij wellicht haar langen diensttijd als bedelares in Sevilla zou mooten be- sluiten. En dit alles was de schuld van zijn dwaasheid! Hij offerde gewetenloos, allen die hem liefhadden op, allen, die hij lief had, aan zijne igen trots. Telkens en telkens vatte Alcala het besluit op, door deze ge dachten gekweld, om zijn ongelukkige be lofte te breken en de een of andere ver ontschuldiging te zoeken voor zijn wegblij ven. Maar het was zwaarder voor hera den hoon zijner bekenden te weerstaan, dan den kwaadaardigen stier. Alcala bezat niet zoo veel zedelijken moed, dat hij zich oan dezen hoon durfde blootstellen. Hij kon met langei verdragen als de bediende van een vreem de gesmaad te worden, als iemand, die mof de bezittingen van zijn voorvaderen ook den moed van dezen had verloren Er was slechts een zaak, die hem zou Tobben kun nen bewegen zijn trots te buigen en met voeten te treden, dat ware gewees* het ge loof en de dwingende kracht der lief le, maar juist dat eene ontbrak den ridder. Erger dan de gedachte aan de gevaren voor zijn familie, erger dan het voorgevoel van een gewelddadigen dood, die hem te wachten stond, was de schrikkelijke duis ternis, waarin voor Alcala het toekomen Je leven was gehuld. Sterven was >mor hern hetzelfde als zich ir. een chaos te storten. Alcala stond, als reeds gezegd, op een hoo gere trap van geestelijke ontwikkeling dan de meeste Spanjaarden, hij had zich een voldoende voorraad menschelijke kennis bijeenvergaard; maar van het klare, heldoie licht des hemels wist hij niets. Hij had ee noeg gelezen, om van het leege bijgeloof, waarin hij was opgevoed, niets meer t- willen weten, maar toch nog niet genoeg om in plaats daarvan e«n andere en betere hoop te verkrijgen. Deze Spanjaard geloofde niet dat een priester in staat zou zijn hem van zijn zonden te ontheffen; daarom voelde hij, dat ze hem niet waren vergeven. Hij kon zijn geweten niet verlichten door het op- zeggen van Latijnsche gebeden of door het bidden van psalmen, daarom voelde hij zich voortdurend gedrukt. De cavaimr geloofde niet aan de voorgeschreven boetedoening of aan de met geld gekochte missen of aan do biecht, als middel om genade te verkrijg m van hem, die in waarheid voor hem „de onbekende God" was. Hoe zou hij dan vrede kunnen krijgen? Hoe zou hij dan de zeker heid hebben kunnen krijgen, dat hij, zoo hij heden zijn leven in het circus liet, ni*t dezen doodsstrijd moest verwisselen voor een veel bitterder vreeselijker smart, wijl die met den dood niet ophield? In zijn zielsangst richtten zijn gedachten zich voortdurend op Lucius Lepine. Do Spanjaard wist ongetwijfeld, dat zijn En- gelsche vriend godsdienstig was >n dat zijn leer van die der Roomsohe Kerk hemels breed verschilde. Reeds lang had Alcala heimelijk gc- wenscht de leer der Protestanten tp kennpii en thans werd deze wensch tol een bran dend verlangen, thans, nu het helaas ta Iaat was er aan te voldoen. Atealn zag in zijn Engelschen vriend den besten, edelst denkenden man. dien hij ooit onunoet had, en hij was scherpzinnig genoeg om dce edele inborst van hoogmoed te kuni.en on derscheiden. (Wordt vervolgdj

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1933 | | pagina 3