ZATERDAG 11 NOVEMBER 1933 DE!"!DE BLAD PAG. IP VERMINDERDE UITKEERINGEN GEMEENTEFONDS BELANGRIJKE WIJZIGINGEN IN HET ONTWERP Rijk laat anderhalf millioen vallen Aan de memorie van antwoord aan de Tweede Kamer inzake het wetsontwerp tot steun aan noodlijdende gemeenten en tot vermindering der uitkeering, bedoeld in art 3 onder b, der wet van lp Juli 1929 en wij ziging der wet van 18 Maart 1932 is het vol gende ontleend: Met leedwezen vernamen de Ministers van financiën en van binnenlandsche zaken dat vele leden ernstig bezwaar hebben tegen het wetsontwerp tot vermindering van de uitkeering uit het gemeentefonds. De werkloosheid is zeker een der belang rijkste oorzaken, waaruit voor de gemeente lijke budgetten groote moeilijkheden zijn voortgekomen. Ook deze oorzaak werkt ech ter allerminst voor de gemeenten alleen. Het rijk zelf gaat in niet mindere mate ge bukt onder haar gevolgen. Met een uitbrei ding van het gemeentelijk belastinggebied is dit probleem niet op te lossen. De regeering zoekt daarom de oplossing van het probleem der dekking van de crisis- uitgaven in een andere richting. De crisisuitgaven der gemeenten. Al dadelijk mag hier niet onvermeld blij ven, dat het rijk zich met betrekking tot de onlangs voor het jaar 1933 tot stand geko men subsidieregeling zeer omvangrijke of fers getroost. Terwijl overol932 door het rijk yoor dit doel circa f 48 millioen is uitgege ven, zal de voor 1933 geldende regeling een bedrag van rond f 75 millioen vorderen. De budgetten voor 1933 van vele gemeenten zul len door dit subsidie een belangrijke ver lichting krijgen. Op de rijksbegrooting voor 1934 moest te dezer zake weer worden terug gekeerd tot het peil vian 1932. Br is voor het jaar 1934 beschikbaar een bedrag van f 46 millioen. De regeering is er intusschen geenszins op uit een eenzijdige verlichting van't eigen budget te verkrijgen. Integendeel. Hoewel zij uitgaat van den voor haar zelf en voor alle gemeenten geldenden eisch, dat alle crisisuitgaven voor 1934 op den gewonen dienst zullen worden gedekt, is het den ge meenten toegestaan om nadat zij een zoo groot mogelijk gedeelte van den aftrek van de rijksbijdrage in de ten laste der gemeen te blijvende crisisuitgaven hebben gedekt het dan eventueel nog ongedekt blijvend be drag uit hare begrooting te stooten en op te geven aan de regeering. Het rijk zal dan nader overwegen, welke maatregelen zullen moeten worden getrof fen om de crisisuitgaven in totaal te verla gen, dan wel op welke wijze dekking van het door de gemeenten niet te vinden be drag zal kunnen plaats hebben. In den nood der gemeenten zal dan op dit punt in be langrijke mate zijn voorzien. Per 1 Mei 1935 een nieuwe regeling. Overigens is het systeem van het ontwerp er op gericht, bij het bepalen van den om vang der korting zoo goed mogelijk reke ning te houden met de gemeentelijke draag kracht. Daardoor zal voorkomen worden, dat de gemeenten, die in de moeilijkste om standigheden verkeeren, al te zwaar wor den getroffen. De regeering hoopt het daar heen te kunnen leiden, dat de nieuwe rege ling met ingang van 1 Mei 1935 in werking zal kunnen treden. Gewijzigde berekening. Overweging dei* verschillende, van onder scheidene zijden tegen het wetsontwerp in gebrachte bezwaren heeft den minister ertoe geleid in de berekening der korting nog een wijziging aan te brengen. Volgenc het aanvankelijk in het wetsont werp opgenomen stelsel wordt de korting berekend over de uitkeering zooals deze in 1934/'35 zal worgen gedaan. Het zou het meest juist zijn, indien de korting van 't. wetsontwerp werd berekend over de formule-uitkomst. Alle gemeenten zouden dan behoudens de progressie der korting tengevolge van de draagkracht der gemeente op gelijke wijze worden behan deld. Om voor de hand liggende redenen kan er niet aan worden gedacht voor de ge meenten, die moer ontvangen dan de for mule-uitkomst dat zijn dus de garantie gemeenten de korting te berekenen over een lager bedrag dan de voor haar vastge stelde garantie-uitkeering. Anders is het ge steld met de gemeenten, welker uitkeering minder is dan de formule-uitkomst: de ge meenten, op welke de limietbepaling van toepassing is. Aan het bezwaar, dat het niet geheel rechtvaardig is te achten, gmeenten, die reeds in hare uitkeering zijn gelimi teerd, thans op dit gelimiteerde bedrag nog een korting toe te passen, op gelijke wijze berekend als voor de overige gemeenten, kan beteekenis niet worden ontzegd. Het is billijk te achten, dat deze gemeen ten in zooverre op dezelfde wijze worden behandeld als formule-gemeenten, dat de korting wordt berekend over de formule- uitkomst, terwijl dan op het uiteraard hoo- gere bedrag dezer korting in mindering wordt gebracht het verschil tusschen for- mule-uitkeering en gelimiteerde uitkeering van deze gemeenten. Indien en voor zoover het bedrag der korting meer zou bedragen dan het evengemeld verschil, dient dan de korting achterwege te blijven. De ministers hebben deze gedachte uitgewerkt in een nieuwe bepaling, die zij als een aanvulling van art. 1 in het desbetreffende wetsont werp hebben opgenomen. Uit enkele daarmee verband houdende wijzigingen in de percentages van vermin dering verwachten de ministers een verhoo ging 'van het bedrag der korting met rond f 500.000, waardoor teruggang van de uitga ven van het gemeentefonds van f 2.200.000 wordt beperkt tot f 1.700.000. Aangenomen mag worden, dat de uitga ven van het gemeentefonds bij aanneming van dit gewijzigd ontwerp worden vermin derd met f 10.900.000, waardoor het rijks budget 1934 uiteindelijk met twee-derde ge deelte van dit bedrag of rond f 7.250.000 ver licht, zijnde f 1.150.000 minder dan waarop bij de samenstelling der rijksbegrooting 1934 was gerekend. WIJZIGING AMBTENARENWET 1929 In de Memorie van Antwoord aan de Eerste Kamer inz. het wetsontwerp tot wijziging der Ambtenarenwet 1929, wijzen de ministers van bin nenlandsche zaken en van financiën erop, dat het doel der regeering slechts is, excessen te weren en af te snijden, i.e. indien een door geenerlei omstan digheid gemotiveerd of gerechtvaardigd onredelijk verschil in de rechtspositie, meer in het bijzonder ten aanzien van de salarieering van overheidsper soneel, wordt aangetroffen. Aangaande de opmerking van enkele leden, be treffende het georganiseerd overleg, zooals dat te Amsterdam is geregeld, moeten de ministers hun oordeel nog voorbehouden. DE PANDER-POSTJAGER DE VOORLOOPIGE VERTREKDATUM Het Comité „Snelpost" heeft als voorloopige vertrekdatum van de Postjager 25 November vast gesteld. De overneming van het toestel kan dan 18 November plaats hebben. Dit besluit is natuur lijk gebaseerd op de hoop, dat zich geen strubbe lingen zullen voordoen. De overneming zal geschieden in de groote han gar van Schiphol. Na de plechtigheid zal het toe stel worden gedemonstreerd. ARBEIDSVERDEELING ONDERZOEK NAAR DEN ARBEID IN CONFECTIEBEDRIJVEN Na de rapporten betreffende het onderzoek naar den arbeid in wasscherijen, in het zilversmedenbedrijf te Schoonhoven en in schoenfabrieken heeft diet Economisch Instituut voor den Middenstand thans een rapport uitgegeven, dat op soort gelijke wijze het „Onderzoek naar den arbeid in Confectiefabrieken" behandelt. Ook hier blijkt weer duidelijk, dat door beproeving van nieuwe werkwijzen, dikwijls een heel ander licht valt op oestaande methoden. In vele gevallen is de leiding van meening dat niets te verbeteren valt- Deze rapporter. echter leveren maar al te duidelijk het bewijs, dat de opvatting als zouden geen verbeteringen mogelijk zijn, onjuist is. Als de specialist op het gebied van arbeids- studies de zaak objectief bekijkt, is hij door zijn bekendheid met allerlei doelmatige werkmethoden, die hij naar zijn inzicht zoo effectief mogelijk kan toepassen, meestal m de gelegenheid niet onbelangrijke bespa ringen te behalen. Het genoemde rapport behandelt drie onderwerpen uit het confectiebedrijf. In de eerste plaats het maken van knoopsgaten en het aanzetten van knoopen. Hierbij is gebleken, dat iedere arbeidster zich zelve een methode aanleert, welke meestal aller minst rationeel is. Het zal volgens het rap port een groot voordeel meebrengen, im de arbeidster gedurende den opleidingstijd een tevoren vastgestelde methode te laten be oefenen onder leiding van den afdeelings- chef. De beste methode kan vooraf door tijdstudie voor iedere afzonderlijke bewer king worden bepaald. Bij het werken met de machine blijkt, dat de machine een groot deel van den tijd stil staat, terwijl tijdens het werken met de machine de arbeidster niet bezig is. Daar om is het soms mogelijk, dat tijdens het werken met de madhine weer voorbereidin gen voor andere werkzaamheden worden gemaakt, waarmee bereikt wordt, dat de machinelooptijd wordt vergroot en de ver loren tijd van de arbeidster verkleind het nuttig effect van het arbeidsproces dus toeneemt, Dit, en ook het volgende, lijkt vpel op het Tailor-systeem en intensiever dan arbeiden aan de loopende bank of draaiende tafel (zie verder)- Daarom is het jammer at niet behandeld is de vraag, of de kleme arbeids- looze en dus niet productieve rustpooz-en niet noodig zijn om al te groote geestelijke afmatting te voorkomen. Voorts is een onderzoek ingesteld naar het persen met het strijkijzer van overjassen, jassen voor costuums, enz. Wanneer meer dere arbeiders hiermede belast zijn, is het mogelijk tot arbeidssplitsing over te gaan, waarbij dus iedere arbeider een .leel van het perswerk verzorgt. Het is nu van belang dat de verdeeling over de verschillende arbeiders zoo nauwkeurig mogelijk is, om dat anders het proces onnoodig wordt ver lengd. Dit deel stelt voor een nauwkeurige arbeidssplitsing door te voeren, waarbij ge bruik gemaakt kan worden van een draaien de tafel, zoodat zeer weinig behoeft te worden geloopen. Tenslotte wordt het naaien met de naai machine behandeld. Tot in onderdeden wordt het aanbrengen van gevoerde zakken en kleppen nagegaan- Het rapport besluit met eeii interressante beschouwing over de menschelijke factor bij - den arbeid in het confectiebedrijf, waarmee de leiders van confectiebedrijven hun voor deel kunnen doen, wat trouwens van het geheele rapport gezegd kan worden. De prijs van het verslag, dat in den boek handel verkrijgbaar is, alsook bij het Eco nomisch Instituut voor den Middenstand te 's-Gravenhage, bedraagt 1.25 per exemplaar eventueel vermeerderd met 0.14 porto kosten. HUISVADERS IN MILITAIRE TEHUIZEN JAARVERGADERING TE UTRECHT De Vereen, van Huisvaders in Tehuizen voor Militairen hield te Utrecht de jaarver gadering onder leiding van de heer M e- kenkamj van Harderwijk, die in zijn ope ningswoord inzonderheid der heer Vegter van Soerabaja welkom heette, en daarna een kort overzicht gaf van het werk der Vereen, in de 15 jaren - an haar bestaan. De secretaris, de heer K.. 1de way van Ede, 6prak den voorzitter namens de leden toe, om hem geluk te wer.schen met de kon. onderscheiding, hem verleeno bij gelegeheid van het gouden jubilé van het Tehuis te Harderwijk. Na goedkeuring van de notulen en de jaar verslagen kwam de heer Vegter aan het woord, die in een keurige causerie een en ander vertelde van zijn werk onder de Ma rinemanen in Indië, en schetste op welke wijze men er in gesiaagd is dezen aldaar eer Tehuis aan te bieden, waar zij, naast de noodige ontspanr'ng, ook geestelijke verzor ging kunnen genieten. Door tal van aanwezigen werden vragen ge steld, wel1 alle tot genoeger door den spre ker werden beantwoord. De aftredende bestuursl len, de heeren K a 1 d e w ay 4 u 1 d e r, werden herko zen. Het lid van de Commissie voor het Hulp fonds de heer Be g e m a n n van Utrecht, zag ziin mand-.at vernieuwd. Na de pauze waren ook de rteeenwoord-i gers van enkele zustervereenigingen aanwe zig, die in hartelijke w ^rden hun sympathie voor de vereeniging uitspraken. Daarop hield de Huisvader uit den Hane de heer Hrgeweg. een ,-eieraat over „Te huis en jeugdbeweging". Hij trachtte daarbij drie vragen te beantwoorden: wat is Jeugd beweging, hoe >penbaart zij zich, en in hoe verre zijn n ïze Tehuizen bij deze beweging geïnteresseerd. In zijn betoog kregen de ver schillende stroomingen, zooals zij zich in de jeugd van heden openbaren, een fiksche beurt. De Huisvaders werden opgewekt om studie te maken van d>ze zaken, opdat zij tegenover de bezoekers goed gewapend zul len zijn. Van de leiding hangt hier alles af. Bij de bespreking, welke een zeer levendig karakter droeg, werden vele onderwerpen, met het besprokene verband houdende, aan gesneden De inleider diende op meesterlijke wijze van antwoord. Het was een zeer leer zame ure. Bij de rondvraag kwamen nog enkele in terne aangelegenheden ter sprake, waarna de samenkomst, onder dankzegging aan de inlei ders, gesloten werd; de heer Hogeweg ging in dankgebed voor. DE KONINGIN-MOEDER GEEN AUDIËNTIES IN HET WINTER SEIZOEN De hofdame en de waarnemende groot meester van H.M. de Koningin-Moeder ma ken bekend, dat H.M. gedurende het winter seizoen bij het verleenen van audiënties zich zal moeten beperken en in deze omstandig heden niet venvachten, dat aanvragen om eerbiedige opwachting te maken zullen wor den ingediend. Instede hiervan kunnen da mes en heeren zich inschrijven in het daar voor bestemde boek ten Paleize Voorhout DE NIEUWE COMMISSARIS DER KONINGIN IN GRONINGEN De Koningin heeft gisteren ten paleize Het Loo ontvangen dr. J. P. Fockema Andrea, burgemeester van Utrecht, benoemd commissaris der Koningin in Groningen, ter beëediging als zoodanig. BOND VAN M.V. OP G.G. IN NEDERLAND PROVINCIALE VERGADERING NOORD HOLLAND. In de groote zaal van 't Tolhuis, over het IJ te Amsterdam werd de Provinciale ver gadering gehouden van den Bond van M.V. op G.G. in Nederland, onder presidium van mej. Tr. Schuitemaker. De zaal was geheel bezet. In de morgenvergadering werd gezongen Ps. 81 1 en 2. De presidente ging voor in gebed, en las Joh. 15 117. In haar ope ningswoord sprak zij den wensch uit, dat deze vergadering aan haar doel mag be antwoorden. We moeten elkander helpen, opdat we een éénheid vormen, waardoor we andere stroomingen kunnen weerstaan. Een. woord van welkom werd gericht tot Mevr. J. de Wilde-de Bruyn, oud Bonds- bestuurslid en Mej. de Vries, het nieuwe Bondsbestuurslid. De notulen van de vorige prov. vergade ring werden vastgesteld. Het voorstel „De „prov. verg. in de vacantie te houden" werd verworpen. Uit de verslagen der 3 prop. le den bleek dat er een gestadige groei is, zoo wel in als uitwendig. Vier nieuwe vereen, werden opgericht o.a. te Slootdorp. Om half één werd de morgenvergadering, die uitsluitend een huishoudelijk karakter droeg, gesloten. Na een gezellige koffietafel, werd de verga dering om kwart voor twee heropend met het zingen van het Bondslied. Verschillende opgegeven moeilijkheden werden door mej. A. Admiraal van Enkhuizen toegelicht. Een vlotte bespreking volgde. Mej. T. Heil erna van Zaandam leidde daarop in het onderwerp: „Geref. M. V. tegenover Graal en Driehoeksbeweging". N doel en arbeid der beide organisatie» te hebben geschetst, zegt spr. dat tegenover deze organisaties staat de M. V., met haar eigen doel en karakter. Wij openbaren ons niet door uniformkleeding, maar werken meer naar binnen. Ons doel is beginselstu die om daardoor te vormen een groote groep Geref. meisjes, welke pal staan voor haar belijdenis. Ook op deze inleiding volgde bespreking. Het slotwoord werd gesproken door Dr. B. A. Knoppers, voorzitter Geref. Jeugdraad te Amsterdam. Zijn onderwerp was: „Het tinnen gewicht" De presidente sprak een woord van dank. Na het zingen van Ps. 89 1, werd deze ge animeerde vergadering door Dr. Knoppers, met dankgebed gesloten. JUBILEUM OP „DENNENOORD" 25 JAAR HOOFD DER CENTRALE KEUKEN Mej. Tj. Korvinus herdacht Donderdag den dag datzij vóór 25 jaar als hoofd van de Central Kzuken aan Stichting Den nenoord te Zuid Laren in dienst trad. De geneesheer-directeur Dr. J. Wetter sprak de jubilaresse toe en sprak daarbij zijn waar deering uit voor de wijze waarop door haar deze veelomvattende en belangrijke arbeid gedurende 25 jaar is verricht. Haar werd de gebruikelijke enveloppe overhandigd. 's Middags van 35 was er in de kerkzaal gelegenheid om de jubilaresse te compli menteeren, waarvan door ongeveer 200 per sonen gebruik werd gemaakt Van de hoof den der verschillende paviljoenen, van de technische afdeelingen, van de zusters ont ving zij verschillende cadeaus, alsmede van het andere personeel, 's Avonds was men nog geruimen tijd in intieme kring bijeen om dit jubileum te vieren. ROFFELRIJMEN, Klare laai Zoo -worden thans de stalletjes van „De Dageraad". „De Roode Tent" de „Vredcstent" en ..het stalletje van by1 het" v^rkrgen van een stand plaatsvergunning. De stalletjes van „Het Zoeklicht" en „Het Vischnef' daarentegen blijven ln volle glorie Deze maatregel van Burgemeester demonstreert weer eens ouidelCfc, hoezeer de kerkelüke hee; en hun onverdraagzaamheid Jegens anders denkenden botvieren, zootlra ze daar voor den wind maar gunstig achten. Wil je dit eens lezen, lezer Is dit nou geen klare taal? Is dat nou niet fijn gevonden Is dat nou niet geniaal? Het is kersversch uit de Voorwaarts, Uit het vriendelijke blad Dat altijd een zwakke plek voor „De religie" heeft gehad. Snap je? 't Zoeklicht en het Vischnet Zijn natuurlijk krek gelijk Aan de vieze, vunze blaadjes Stammend uit het roode rijk! Ziet ti, onze „rechtsche heeren Slaan in „onverdraagzaamheid" Hier in „klein gemier" de handen Aan een stuk beschavingsstrijd! Ziet u, ze zijn overmoedig, Want het gaat ze voor de wind; Daarom trappen ze de menschen Die ze bitter zijn gezind! Wat geluk dat „p.g. Donker Lichtend lid van Maasstads Raad, Klare vragen heeft gevonden Die hij aanstonds stellen gaat! Wat een angstig oogenblikje Zal dat zijn voor B. en W. Als ze 't striemen voelen van de Zweep van de S.D.A.P.H Wie in ernst nog wil beweren Dat bij Rood heusch heilig is Wat de mensch die God ivil dienen Kostbaar, dierbaar, heilig is, Kan hier weer een Keer ervaren Dat zoodra het spannen gaat 't Socialisme zich moet uiten In de puurste Godsdiensthaat. (Nadruk verboden.) LEO LENS. DIERENBESCHERMING En de beperking van den veestapel Het Hoofdbestuur der Ned. Vereeniging tot Bescherming van Dieren deelt ons, naar aan leiding van den stroom van klachten over het afslachten van drachtige runderen en misstanden daarbij, mede, dat het zich van stonde af aan, tot de autoriteiten met de uitvoering daarvan belast en enkele dagen geleden tot den betrokken Minister heeft gewend. BELANGRIJKE GIFTEN VAN DE KONINGIN H.M. de Koningin heeft belangrijke gif ten geschonken an het comité tot het bij eenbrengen van een geldgeschenk aan het Apeldoornsche Vrijwillige Brandweercorps bij zijn 50-jarig jubileum en aan de Alg. Ned. Doofstommen vereeniging Guïot bij zijn 50-jarig bestaan. XL1X Slotbeschouwing' (5) Corporatieve ordening van het maatschappelijk leven. Meer dan bij het zoeken naar den meest volmaakten Staat, kan men bij het verlangen om toch eindelijk eens een rechtvaardige Maatschappij te zien verschijnen, gaan denken aan het verloren Paradijs, hetwelk de mensch zich onwaardig heeft gemaakt. In tijden, waarin de horen van de welvaart in staat is rechts en links goede dingen over de menschheid uit te storten, zou - men er toe kunnen komen zich steeds dichter in de nabijheid yan een nieuw Paradijs te wanen. Totdat de oogen geopend worden, en de erkenning volgt, dat met hetzelfde menschen- materiaal, hetwelk nu al zooveel eeuwen door denzelfden drang wordt beheerscht, de gelukssamenleving nooit zal worden bereikt. Wanneer de.hoogste top van eer en van welvaart bereikt is, stort de menschheid, welke hier het Paradijs niet waardig is, neer, en toch zal de tocht omhoog straks opnieuw worden aangevangen, met een soort wetmatigheid zelfs. Wij zeggen dit zoo met het oog op het heden. A11 ij d is er gezocht naar meer rechtvaardigheid en meer geluk in het leven, maar men moet heel ver teruggaan in de geschiedenis, om een periode te kunnen aanwijzen, welke wat betreft de algemeene instorting valt te vergelijken met onzen tijd. Eén der kenmerken yan de moderne samenleving is de na een zeker aantal jaren optredende crisis. Het oogenblik is dan gekomen om even adem te scheppen, rustig orde op zaken te stellen, de uitwassen af te snijden, en daarna gaat het weer verder met de maatschappelijke ontwikkeling. Nu is er geen sprake van zulk een gewone crisis, doch de geheele wereld ploft, om het zoo uit te drukken, naar beneden, en zal op het vlak terechtkomen, hetwelk zij vóór vijf-en-twintig en misschien méér jaren, innam. De openbare lichamen, om slechts dit ééne voorbeeld te noemen, gooien ineens de franje over boord, waaraan al die jaren is gewerkt geliefhebberd past hier niet te zeggen en vertoonen op die manier een symptoom van het zich verkillend leven. Daar moet een bijzondere oorzaak voor zijn. Van een zekere wetmatigheid als bij de crises, waarvoor verstandige, daarvoor in de gelegenheid zijnde menschen en bedrijven, zich door reserveering vrijwel kunnen dekken, is hier geen sprake. Zóó is het dan ook. De vloek van den grooten oorlog werkt nog na. Aan den tot dusver hoogsten top van welvaart gekomen, splitsten de toonaangevende volken zich in twee groepen, en vernietigden tezamen onder het uitstooten van allerlei verontschuldigingen en beloften, de gemeenschap pelijke welvaart. De roep om een nieuwe maatschappij klinkt daarom thans yeel luider, dan in welken anderen tijd. Vroeger, toen de welvaart zich steeds meer .verspreidde, zochten in de eerste plaats de voormannen naar betere ordening, en het volk wilde wel luisteren. Waarom ook niet? Het leven zou er slechts door veraangenaamd kunnen worden. N u, als het ware gedreven door het instinct om het leven te redden, komt uit het volk zelf de roep om wat anders, wat dan ook, want zoo kan het niet blijven. In Duitschland hebben de nationaal-socialisiten dezen roep opgevangen, het individualisme van liberale strekking den dood verklaard, en de corporatieve samenleving in het vaandel geschreven. De Staat kreeg hier de opdracht voor de Maatschappij een model van zulke ordening te scheppen. Gelijk Italië ook reeds deed. Ook in ons land wordt deze klank, welke iets vertolkt wat hier reeds vóór lang in beginsel gepredikt werd, dagelijks méér vernomen. De corporatieve Staat noemden wij een leuze, tegenover de corporatieve Maatschappij staan wij anders. Ofschoon niemand denken moet, dat in een korte spanne tijds de maatschappij hierdoor kan inhalen, wat ver loren is. De menschheid zorgt immers zelf wel, dat de poort van het Paradijs zich niet opent De gevolgen van den oorlog zullen, blijft er vrede, nog lange jaren zichtbaar blijven. Als een paar Zuid-Amerikaansche republieken een krijgsoperette opvoeren, zal men er elders niet veel last van hebben. Maar nd den in Europa's leven diep ingrijpenden Dertig-jarigen oorlog, heerschte in Midden-Europa vijftig jaar een diepe armoede. Dertig jaar nadat Napoleon op St. Helena uit dit leven scheidde, zuchtte het vasteland van Europa nog onder de gevolgen van zijn oorlogen. Zóó is het ook nu en zóó zal het nog lang blijven, ondanks de schijnwelvaart, welke een poos zorgde voor oogenverblinding. De kortzichtigheid der wereldgrooten is wel heel sterk aan den dag getreden. Hoe kan men dan ooit onder menschelijke leiding het geluksland zelfs benaderen? In 1919 bij de Vrede van Versailles waarschuwde een enkele econoom, als bijvoorbeeld Cassel reeds, dat het absoluut vast moest loopen met de betaling der tot vele tientallen milliarden opgedreven oorlogs- en herstelschulden, waardoor een ontzaglijk goudtekort zou ontstaan en het geldstelsel totaal ontwricht zou worden. Deze profetie is bevestigd. De in den oorlog en na den oorlog snelle verspreiding van de industrie over de geheele wereld, tot waanzinnige productie opgevoerd door rationalisatie, deed de ramp volkomen zijn. In de meeste landen, er zijn al heel weinig uitzonderingen, speelt zich nu hetzelfde drama af. Het vermogen, zoowel als het maatschappelijk inkomen dalen snel. Uit het laatste moet de geheele bevolking leven, terwijl zeer sterke teruggang van het volksvermogen gevaarlijk kan worden met het oog op de doorgaande stijging van het bevolkingscijfer, waarvoor kapitaal moet gespaard worden. Deze ontwrichting vertoont haar ellendigste zijde in het groote getal werkloozen, waarvan zeer velen helaas voor altijd uit het productie-proces zullen zijn gedrongen. Al zijn er ook in den sleclitsten tijd, en zoo ook thans, altijd enkele bedrijven en hun beoefenaars, welke niets lijden, al zijn er plaatsen, waar men als in een oase leeft, het groote gros der bevolking wordt meer of minder snel naar het komend lage vlak gedrongen. Het grootste gevaar zit hierin, dat een gedeelte van het volk op weg is naar pauperisme, wanneer niet, öf spoedig economische ken tering intreedt, öf het overschot van het maatschappelijk inkomen naar de grootst mogelijke billijkheid kan worden verdeeld. In totaal zal er de eerste jaren toch reeds veel minder te verdeelen zijn. Wanneer permanente werkeloosheid dezel'de gezinnen gedurende meerdere jaren teistert, is er geen staats- en geen gemeentekas in staat het terugvallen tot pauperisme te verhinderen, met de geestelijke ellende, hieraan verbonden. En talrijke middenstanders, en ook die op de vrije of intellec- tueele beroepen zijn aangewezen, komen in moeilijke omstandig heden te verkeeren, welke hier weinig van afwijken. En hier heeft men mijns inziens de verklaring van het als bij intuïtie roepen door talloozen, die er geenszins allen de beteekenis van vatten, om de corporatieve maatschappij. De individualistisch opgebouwde samenleving is ingestort, althans voor de groote massa, de corporatieve kan misschien langs den weg <van het solidarisme een maatschappelijke herschepping tot stand brengen. Dat is één, maar als twee kan men hiernaast plaatsen hetzelfde verlangen naar rust en orde in de maat schappij, als opgemerkt werd bij het streven naar den corporatieven staat met zijn topleiding van één of meer sterke mannen. Het verlengstuk van het individualisme, zich open barend in de leer en de practijk van den klassenstrijd, schenkt geen bevrediging. De zoo vaak herhaalde profetie van de nu dan toch vast spoedig komende klassenlooze maatschappij bleef voorspelling, en het gaat tegen het beste van den mensch in, geslacht na geslacht in haat en afgunst te zien opvoeden. De voortdurende strijd tusschen werkgevers en arbeiders kan niet in het belang van land en volk zijn. Maar, waarom dan, van de eene eeuw in de andere, den strijd verheerlijkt, terwijl toch reeds duidelijk blijkt, dat menigeen geestelijk instort door deze leer, de bitterste consequenties voor zijn rekening neemt, en het communisme, zoowel als de totale ontkenning aanvaardt? Als derde reden moet dan nog gewezen worden op het groeiend besef, dat het parlement steeds meer blijk geeft alle economische kwesties niet deskundig te kunnen behandelen. De corporatieve gedachte vond aldus in land na land een geschikten voedingsbodem. Bij de fascisten, bij de christelijke groepen, en ook bij een aantal vrijzinnigen, die door de geschiedenis geleerd, het economisch liberalisme onhoudbaar begonnen te vinden. Langs gansch onderscheiden beginselen benaderde men dit punt; op ver schillende manier zal men beproeven aanslui ting te zoeken bij het historisch gegroeide. Italië en Duitschland riepen den machtsstaat te hulp om in een kort 'oogenblik de verandering tot stand te brengen. De vrije vakbeweging werd omgezet in een staatsapparaat. De democratische gedachte werd eruit verwijderd en de leidersidee ervoor in de plaats gesteld. Staking en uitsluiting werden ver- boden en de loonkwestie werd van bovenaf geregeld. Deze weg is voor ons niet aannemelijk, aJ staat men er ook verbaasd over, met hoeveel optimisme in deze groote landen de bevolking zich overgeeft aan dit stelsel. De corporatieve gedachte, welke in haar diepste wezen steunt op het chrisielijk solidariteitsbeginsel moet van onderen op groeien, al moet dit groeien bevorderd worden door de Overheid. In dit opkomen uit de maatschappij-zelf spreekt de groot-antirevolutionaire opvat ting van souvereiniteit in eigen kring. In het weidsche woord bedrijfsorganisatie wordt het geheele bouwwerk samengevat, gelijk het éénmaal zou kunnen verrijzen. Éénmaal, zeggen wij met opzet. Want wie een dertig of veertig jaar nauwkeurig het sociale vraagstuk heeft gevolgd, weet wel, hoe langzaam hier de molens malen. Jong zijnd, denkt men al te vaak aan den vooravond te staan van den dag, waarop het groote schrijnende in de samenleving zal verdwenen zijn. En na tal van jaren is men aangeland in een periode, waarin de zware hand van het leed bijna alles temeerdrukt, en de Christen slechts, wanneer hij den profeet Habakuk nazegt „nochtans zal ik mij verheugen in den God mijns heils", opnieuw beproeft aan zijn ideaal meerder vorm te geven. Toen wij, vlak na den oorlog, in en sociale studie den mogelijken groei der bedrijfsorganisatie uiteenzetten, hoopten wij, dat de oorlog de menschheid gelouterd had, waardoor ook onze stemming misschien wat geestdriftig uitviel. En toch kan het beginsel gehandhaafd worden. En, gelukkig, e e n i g e vorm is toch reeds te ontdekken in wat opgroeide. Uit de vakbeweging van patroons en arbeidere groeide het vredesinstituut van het collectief contract, en uit dit product van geslaagd overleg kwamen verder allerlei bepalin gen voort in het belang der bedrijfsgenooten. De Bedrijfsraden zullen aan dit uit het leven zelf jpgekomen werk straks steun bieden, en waarschijnlijk stimuleeren tot nieuwe dingen. De Overheid zal een oog in 't zeil moeten houden bij de ontwik keling der bedrijfsorganisatie, opdat niet de verbruiker, wat ieder op zijn beurt is, ten offer valt aan bepaalde afspraken. Het individualisme, hetwelk men verlaten wil, mag niet verwisseld worden voor groepsegoïsme. Bij het behartigen van het eigenbelang wordt de grens van het algemeen belang zoo licht overschreden. Zet de bedrijfsorganisatie haar tocht voort, dan kan het moge- lijk zijn te geraken tot corporatieve ordening van bepaalde takken van industrie, waarbij elke geleding in het verband dient te worden opgenomen. Ook kan dan gedacht worden aan een organische vertegenwoordiging bij de Overheid. De aller grootste moeilijkheid zit voor ons land in de gesplitste vak beweging volgens levensbeschouwing. De geestelijke verscheiden heid is samengeweven met de historie van ons land. Wanneer de vakbeweging, welke den klassenstrijd als grondslag meent te moeten aanvaarden, zich verzet tegen dezen zeer sterk aan den dag tredenden wensch naar corporatieve ordening, geloovcn wij, dat dit de fascistische neigingen elders zeer zal versterken. Klasse-opvattingen kunnen niet meer zoo openlijk verdedigd worden, als in de pas af gesloten periode het geval was. Dit is gelukkig, het heeft slechts gestrekt tot nadeel van land en volk. Tegenover de corporatieve maatschappij-ordening, al moet niemand zich voorstellen, dat nu snel een net van corporatieve verbanden het land zal gaan bedekken het leven is daarvoor veel te gecompliceerd staan wij dus absoluut niet afwijzend. Heeft de gedachte nieuw leven ontvangen door de overwinning van het fascisme in Duitschland en Italië, zoo kan daarvan gebruik gemaakt worden. De geschiedenis der menschheid geeft menig voorbeeld aan, dat er iets bereikt is langs een weg, welken wij nooit zouden hebben verkozen. De uit de maatschappij opgekomen organisa tie zal, wil zij waarlijk ordenend optreden, zich straks zeker ook gelegen moeten laten liggen aan het groote probleem der werkloosheid. De nationaal-socialisten gebruiken het gan- sche gewicht van hun totaal-Staat om invloed uit. te oefenen op de maatschappij, opdat deze de werkloozen in zich opneme. Wat nu ons land aangaat, er zal gedurende de eerst komende jaren veel minder te verdeelen zijn. Zoo velen, als maar eenigszins mogelijk is, hebben echter recht mede t a deelen door eigen arbeid. Wij hopen, dat de corporatieve ordening hiertoe mag medewerken. (Slot volgt Deze artikelenreeks zal over eenigen tijd in boekformaat, bijgewerkt mar gelang van sommige gebeurtenissen, verschijnen bij den Uitgever J. H. Kok te Kampen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1933 | | pagina 9