ZATERDAG 11 NOVEMBER 1933
DE!"!DE BLAD PAG. IP
VERMINDERDE UITKEERINGEN
GEMEENTEFONDS
BELANGRIJKE WIJZIGINGEN
IN HET ONTWERP
Rijk laat anderhalf millioen vallen
Aan de memorie van antwoord aan de
Tweede Kamer inzake het wetsontwerp tot
steun aan noodlijdende gemeenten en tot
vermindering der uitkeering, bedoeld in art
3 onder b, der wet van lp Juli 1929 en wij
ziging der wet van 18 Maart 1932 is het vol
gende ontleend:
Met leedwezen vernamen de Ministers
van financiën en van binnenlandsche zaken
dat vele leden ernstig bezwaar hebben tegen
het wetsontwerp tot vermindering van de
uitkeering uit het gemeentefonds.
De werkloosheid is zeker een der belang
rijkste oorzaken, waaruit voor de gemeente
lijke budgetten groote moeilijkheden zijn
voortgekomen. Ook deze oorzaak werkt ech
ter allerminst voor de gemeenten alleen.
Het rijk zelf gaat in niet mindere mate ge
bukt onder haar gevolgen. Met een uitbrei
ding van het gemeentelijk belastinggebied
is dit probleem niet op te lossen.
De regeering zoekt daarom de oplossing
van het probleem der dekking van de crisis-
uitgaven in een andere richting.
De crisisuitgaven der gemeenten.
Al dadelijk mag hier niet onvermeld blij
ven, dat het rijk zich met betrekking tot de
onlangs voor het jaar 1933 tot stand geko
men subsidieregeling zeer omvangrijke of
fers getroost. Terwijl overol932 door het rijk
yoor dit doel circa f 48 millioen is uitgege
ven, zal de voor 1933 geldende regeling een
bedrag van rond f 75 millioen vorderen. De
budgetten voor 1933 van vele gemeenten zul
len door dit subsidie een belangrijke ver
lichting krijgen. Op de rijksbegrooting voor
1934 moest te dezer zake weer worden terug
gekeerd tot het peil vian 1932. Br is voor het
jaar 1934 beschikbaar een bedrag van
f 46 millioen.
De regeering is er intusschen geenszins
op uit een eenzijdige verlichting van't eigen
budget te verkrijgen. Integendeel. Hoewel
zij uitgaat van den voor haar zelf en voor
alle gemeenten geldenden eisch, dat alle
crisisuitgaven voor 1934 op den gewonen
dienst zullen worden gedekt, is het den ge
meenten toegestaan om nadat zij een zoo
groot mogelijk gedeelte van den aftrek van
de rijksbijdrage in de ten laste der gemeen
te blijvende crisisuitgaven hebben gedekt
het dan eventueel nog ongedekt blijvend be
drag uit hare begrooting te stooten en op te
geven aan de regeering.
Het rijk zal dan nader overwegen, welke
maatregelen zullen moeten worden getrof
fen om de crisisuitgaven in totaal te verla
gen, dan wel op welke wijze dekking van
het door de gemeenten niet te vinden be
drag zal kunnen plaats hebben. In den nood
der gemeenten zal dan op dit punt in be
langrijke mate zijn voorzien.
Per 1 Mei 1935 een nieuwe regeling.
Overigens is het systeem van het ontwerp
er op gericht, bij het bepalen van den om
vang der korting zoo goed mogelijk reke
ning te houden met de gemeentelijke draag
kracht. Daardoor zal voorkomen worden,
dat de gemeenten, die in de moeilijkste om
standigheden verkeeren, al te zwaar wor
den getroffen. De regeering hoopt het daar
heen te kunnen leiden, dat de nieuwe rege
ling met ingang van 1 Mei 1935 in werking
zal kunnen treden.
Gewijzigde berekening.
Overweging dei* verschillende, van onder
scheidene zijden tegen het wetsontwerp in
gebrachte bezwaren heeft den minister ertoe
geleid in de berekening der korting nog een
wijziging aan te brengen.
Volgenc het aanvankelijk in het wetsont
werp opgenomen stelsel wordt de korting
berekend over de uitkeering zooals deze in
1934/'35 zal worgen gedaan.
Het zou het meest juist zijn, indien de
korting van 't. wetsontwerp werd berekend
over de formule-uitkomst. Alle gemeenten
zouden dan behoudens de progressie der
korting tengevolge van de draagkracht der
gemeente op gelijke wijze worden behan
deld. Om voor de hand liggende redenen
kan er niet aan worden gedacht voor de ge
meenten, die moer ontvangen dan de for
mule-uitkomst dat zijn dus de garantie
gemeenten de korting te berekenen over
een lager bedrag dan de voor haar vastge
stelde garantie-uitkeering. Anders is het ge
steld met de gemeenten, welker uitkeering
minder is dan de formule-uitkomst: de ge
meenten, op welke de limietbepaling van
toepassing is. Aan het bezwaar, dat het niet
geheel rechtvaardig is te achten, gmeenten,
die reeds in hare uitkeering zijn gelimi
teerd, thans op dit gelimiteerde bedrag nog
een korting toe te passen, op gelijke wijze
berekend als voor de overige gemeenten,
kan beteekenis niet worden ontzegd.
Het is billijk te achten, dat deze gemeen
ten in zooverre op dezelfde wijze worden
behandeld als formule-gemeenten, dat de
korting wordt berekend over de formule-
uitkomst, terwijl dan op het uiteraard hoo-
gere bedrag dezer korting in mindering
wordt gebracht het verschil tusschen for-
mule-uitkeering en gelimiteerde uitkeering
van deze gemeenten. Indien en voor zoover
het bedrag der korting meer zou bedragen
dan het evengemeld verschil, dient dan de
korting achterwege te blijven. De ministers
hebben deze gedachte uitgewerkt in een
nieuwe bepaling, die zij als een aanvulling
van art. 1 in het desbetreffende wetsont
werp hebben opgenomen.
Uit enkele daarmee verband houdende
wijzigingen in de percentages van vermin
dering verwachten de ministers een verhoo
ging 'van het bedrag der korting met rond
f 500.000, waardoor teruggang van de uitga
ven van het gemeentefonds van f 2.200.000
wordt beperkt tot f 1.700.000.
Aangenomen mag worden, dat de uitga
ven van het gemeentefonds bij aanneming
van dit gewijzigd ontwerp worden vermin
derd met f 10.900.000, waardoor het rijks
budget 1934 uiteindelijk met twee-derde ge
deelte van dit bedrag of rond f 7.250.000 ver
licht, zijnde f 1.150.000 minder dan waarop
bij de samenstelling der rijksbegrooting
1934 was gerekend.
WIJZIGING AMBTENARENWET 1929
In de Memorie van Antwoord aan de Eerste
Kamer inz. het wetsontwerp tot wijziging der
Ambtenarenwet 1929, wijzen de ministers van bin
nenlandsche zaken en van financiën erop, dat het
doel der regeering slechts is, excessen te weren en
af te snijden, i.e. indien een door geenerlei omstan
digheid gemotiveerd of gerechtvaardigd onredelijk
verschil in de rechtspositie, meer in het bijzonder
ten aanzien van de salarieering van overheidsper
soneel, wordt aangetroffen.
Aangaande de opmerking van enkele leden, be
treffende het georganiseerd overleg, zooals dat te
Amsterdam is geregeld, moeten de ministers hun
oordeel nog voorbehouden.
DE PANDER-POSTJAGER
DE VOORLOOPIGE VERTREKDATUM
Het Comité „Snelpost" heeft als voorloopige
vertrekdatum van de Postjager 25 November vast
gesteld. De overneming van het toestel kan dan
18 November plaats hebben. Dit besluit is natuur
lijk gebaseerd op de hoop, dat zich geen strubbe
lingen zullen voordoen.
De overneming zal geschieden in de groote han
gar van Schiphol. Na de plechtigheid zal het toe
stel worden gedemonstreerd.
ARBEIDSVERDEELING
ONDERZOEK NAAR DEN ARBEID
IN CONFECTIEBEDRIJVEN
Na de rapporten betreffende het onderzoek
naar den arbeid in wasscherijen, in het
zilversmedenbedrijf te Schoonhoven en in
schoenfabrieken heeft diet Economisch
Instituut voor den Middenstand
thans een rapport uitgegeven, dat op soort
gelijke wijze het „Onderzoek naar den arbeid
in Confectiefabrieken" behandelt.
Ook hier blijkt weer duidelijk, dat door
beproeving van nieuwe werkwijzen, dikwijls
een heel ander licht valt op oestaande
methoden.
In vele gevallen is de leiding van meening
dat niets te verbeteren valt- Deze rapporter.
echter leveren maar al te duidelijk het
bewijs, dat de opvatting als zouden geen
verbeteringen mogelijk zijn, onjuist is. Als
de specialist op het gebied van arbeids-
studies de zaak objectief bekijkt, is hij door
zijn bekendheid met allerlei doelmatige
werkmethoden, die hij naar zijn inzicht zoo
effectief mogelijk kan toepassen, meestal m
de gelegenheid niet onbelangrijke bespa
ringen te behalen.
Het genoemde rapport behandelt drie
onderwerpen uit het confectiebedrijf. In de
eerste plaats het maken van knoopsgaten
en het aanzetten van knoopen. Hierbij is
gebleken, dat iedere arbeidster zich zelve
een methode aanleert, welke meestal aller
minst rationeel is. Het zal volgens het rap
port een groot voordeel meebrengen, im de
arbeidster gedurende den opleidingstijd een
tevoren vastgestelde methode te laten be
oefenen onder leiding van den afdeelings-
chef. De beste methode kan vooraf door
tijdstudie voor iedere afzonderlijke bewer
king worden bepaald.
Bij het werken met de machine blijkt, dat
de machine een groot deel van den tijd stil
staat, terwijl tijdens het werken met de
machine de arbeidster niet bezig is. Daar
om is het soms mogelijk, dat tijdens het
werken met de madhine weer voorbereidin
gen voor andere werkzaamheden worden
gemaakt, waarmee bereikt wordt, dat de
machinelooptijd wordt vergroot en de ver
loren tijd van de arbeidster verkleind het
nuttig effect van het arbeidsproces dus
toeneemt,
Dit, en ook het volgende, lijkt vpel op het
Tailor-systeem en intensiever dan arbeiden
aan de loopende bank of draaiende tafel
(zie verder)- Daarom is het jammer at niet
behandeld is de vraag, of de kleme arbeids-
looze en dus niet productieve rustpooz-en
niet noodig zijn om al te groote geestelijke
afmatting te voorkomen.
Voorts is een onderzoek ingesteld naar
het persen met het strijkijzer van overjassen,
jassen voor costuums, enz. Wanneer meer
dere arbeiders hiermede belast zijn, is het
mogelijk tot arbeidssplitsing over te gaan,
waarbij dus iedere arbeider een .leel van
het perswerk verzorgt. Het is nu van belang
dat de verdeeling over de verschillende
arbeiders zoo nauwkeurig mogelijk is, om
dat anders het proces onnoodig wordt ver
lengd. Dit deel stelt voor een nauwkeurige
arbeidssplitsing door te voeren, waarbij ge
bruik gemaakt kan worden van een draaien
de tafel, zoodat zeer weinig behoeft te
worden geloopen.
Tenslotte wordt het naaien met de naai
machine behandeld. Tot in onderdeden
wordt het aanbrengen van gevoerde zakken
en kleppen nagegaan-
Het rapport besluit met eeii interressante
beschouwing over de menschelijke factor bij -
den arbeid in het confectiebedrijf, waarmee
de leiders van confectiebedrijven hun voor
deel kunnen doen, wat trouwens van het
geheele rapport gezegd kan worden.
De prijs van het verslag, dat in den boek
handel verkrijgbaar is, alsook bij het Eco
nomisch Instituut voor den Middenstand te
's-Gravenhage, bedraagt 1.25 per exemplaar
eventueel vermeerderd met 0.14 porto
kosten.
HUISVADERS IN MILITAIRE
TEHUIZEN
JAARVERGADERING TE UTRECHT
De Vereen, van Huisvaders in Tehuizen
voor Militairen hield te Utrecht de jaarver
gadering onder leiding van de heer M e-
kenkamj van Harderwijk, die in zijn ope
ningswoord inzonderheid der heer Vegter
van Soerabaja welkom heette, en daarna
een kort overzicht gaf van het werk der
Vereen, in de 15 jaren - an haar bestaan.
De secretaris, de heer K.. 1de way van
Ede, 6prak den voorzitter namens de leden
toe, om hem geluk te wer.schen met de kon.
onderscheiding, hem verleeno bij gelegeheid
van het gouden jubilé van het Tehuis te
Harderwijk.
Na goedkeuring van de notulen en de jaar
verslagen kwam de heer Vegter aan het
woord, die in een keurige causerie een en
ander vertelde van zijn werk onder de Ma
rinemanen in Indië, en schetste op welke
wijze men er in gesiaagd is dezen aldaar
eer Tehuis aan te bieden, waar zij, naast de
noodige ontspanr'ng, ook geestelijke verzor
ging kunnen genieten.
Door tal van aanwezigen werden vragen ge
steld, wel1 alle tot genoeger door den spre
ker werden beantwoord.
De aftredende bestuursl len, de heeren
K a 1 d e w ay 4 u 1 d e r, werden herko
zen. Het lid van de Commissie voor het Hulp
fonds de heer Be g e m a n n van Utrecht,
zag ziin mand-.at vernieuwd.
Na de pauze waren ook de rteeenwoord-i
gers van enkele zustervereenigingen aanwe
zig, die in hartelijke w ^rden hun sympathie
voor de vereeniging uitspraken.
Daarop hield de Huisvader uit den Hane
de heer Hrgeweg. een ,-eieraat over „Te
huis en jeugdbeweging". Hij trachtte daarbij
drie vragen te beantwoorden: wat is Jeugd
beweging, hoe >penbaart zij zich, en in hoe
verre zijn n ïze Tehuizen bij deze beweging
geïnteresseerd. In zijn betoog kregen de ver
schillende stroomingen, zooals zij zich in de
jeugd van heden openbaren, een fiksche
beurt. De Huisvaders werden opgewekt om
studie te maken van d>ze zaken, opdat zij
tegenover de bezoekers goed gewapend zul
len zijn. Van de leiding hangt hier alles af.
Bij de bespreking, welke een zeer levendig
karakter droeg, werden vele onderwerpen,
met het besprokene verband houdende, aan
gesneden De inleider diende op meesterlijke
wijze van antwoord. Het was een zeer leer
zame ure.
Bij de rondvraag kwamen nog enkele in
terne aangelegenheden ter sprake, waarna de
samenkomst, onder dankzegging aan de inlei
ders, gesloten werd; de heer Hogeweg ging in
dankgebed voor.
DE KONINGIN-MOEDER
GEEN AUDIËNTIES IN HET WINTER
SEIZOEN
De hofdame en de waarnemende groot
meester van H.M. de Koningin-Moeder ma
ken bekend, dat H.M. gedurende het winter
seizoen bij het verleenen van audiënties zich
zal moeten beperken en in deze omstandig
heden niet venvachten, dat aanvragen om
eerbiedige opwachting te maken zullen wor
den ingediend. Instede hiervan kunnen da
mes en heeren zich inschrijven in het daar
voor bestemde boek ten Paleize Voorhout
DE NIEUWE COMMISSARIS DER
KONINGIN IN GRONINGEN
De Koningin heeft gisteren ten paleize Het Loo
ontvangen dr. J. P. Fockema Andrea, burgemeester
van Utrecht, benoemd commissaris der Koningin
in Groningen, ter beëediging als zoodanig.
BOND VAN M.V. OP G.G.
IN NEDERLAND
PROVINCIALE VERGADERING NOORD
HOLLAND.
In de groote zaal van 't Tolhuis, over het
IJ te Amsterdam werd de Provinciale ver
gadering gehouden van den Bond van M.V.
op G.G. in Nederland, onder presidium van
mej. Tr. Schuitemaker.
De zaal was geheel bezet.
In de morgenvergadering werd gezongen
Ps. 81 1 en 2. De presidente ging voor in
gebed, en las Joh. 15 117. In haar ope
ningswoord sprak zij den wensch uit, dat
deze vergadering aan haar doel mag be
antwoorden. We moeten elkander helpen,
opdat we een éénheid vormen, waardoor we
andere stroomingen kunnen weerstaan.
Een. woord van welkom werd gericht tot
Mevr. J. de Wilde-de Bruyn, oud Bonds-
bestuurslid en Mej. de Vries, het nieuwe
Bondsbestuurslid.
De notulen van de vorige prov. vergade
ring werden vastgesteld. Het voorstel „De
„prov. verg. in de vacantie te houden" werd
verworpen. Uit de verslagen der 3 prop. le
den bleek dat er een gestadige groei is, zoo
wel in als uitwendig.
Vier nieuwe vereen, werden opgericht o.a.
te Slootdorp.
Om half één werd de morgenvergadering,
die uitsluitend een huishoudelijk karakter
droeg, gesloten.
Na een gezellige koffietafel, werd de verga
dering om kwart voor twee heropend met
het zingen van het Bondslied. Verschillende
opgegeven moeilijkheden werden door mej.
A. Admiraal van Enkhuizen toegelicht. Een
vlotte bespreking volgde.
Mej. T. Heil erna van Zaandam
leidde daarop in het onderwerp:
„Geref. M. V. tegenover Graal
en Driehoeksbeweging".
N doel en arbeid der beide organisatie»
te hebben geschetst, zegt spr. dat tegenover
deze organisaties staat de M. V., met haar
eigen doel en karakter. Wij openbaren ons
niet door uniformkleeding, maar werken
meer naar binnen. Ons doel is beginselstu
die om daardoor te vormen een groote groep
Geref. meisjes, welke pal staan voor haar
belijdenis.
Ook op deze inleiding volgde bespreking.
Het slotwoord werd gesproken door Dr. B.
A. Knoppers, voorzitter Geref. Jeugdraad
te Amsterdam. Zijn onderwerp was:
„Het tinnen gewicht"
De presidente sprak een woord van dank.
Na het zingen van Ps. 89 1, werd deze ge
animeerde vergadering door Dr. Knoppers,
met dankgebed gesloten.
JUBILEUM OP „DENNENOORD"
25 JAAR HOOFD DER CENTRALE KEUKEN
Mej. Tj. Korvinus herdacht Donderdag
den dag datzij vóór 25 jaar als hoofd van
de Central Kzuken aan Stichting Den
nenoord te Zuid Laren in dienst trad. De
geneesheer-directeur Dr. J. Wetter sprak de
jubilaresse toe en sprak daarbij zijn waar
deering uit voor de wijze waarop door haar
deze veelomvattende en belangrijke arbeid
gedurende 25 jaar is verricht. Haar werd
de gebruikelijke enveloppe overhandigd.
's Middags van 35 was er in de kerkzaal
gelegenheid om de jubilaresse te compli
menteeren, waarvan door ongeveer 200 per
sonen gebruik werd gemaakt Van de hoof
den der verschillende paviljoenen, van de
technische afdeelingen, van de zusters ont
ving zij verschillende cadeaus, alsmede van
het andere personeel, 's Avonds was men
nog geruimen tijd in intieme kring bijeen
om dit jubileum te vieren.
ROFFELRIJMEN,
Klare laai
Zoo -worden thans de stalletjes van
„De Dageraad". „De Roode Tent" de
„Vredcstent" en ..het stalletje van
by1 het" v^rkrgen van een stand
plaatsvergunning. De stalletjes van
„Het Zoeklicht" en „Het Vischnef'
daarentegen blijven ln volle glorie
Deze maatregel van Burgemeester
demonstreert weer eens ouidelCfc,
hoezeer de kerkelüke hee; en hun
onverdraagzaamheid Jegens anders
denkenden botvieren, zootlra ze daar
voor den wind maar gunstig achten.
Wil je dit eens lezen, lezer
Is dit nou geen klare taal?
Is dat nou niet fijn gevonden
Is dat nou niet geniaal?
Het is kersversch uit de Voorwaarts,
Uit het vriendelijke blad
Dat altijd een zwakke plek voor
„De religie" heeft gehad.
Snap je? 't Zoeklicht en het Vischnet
Zijn natuurlijk krek gelijk
Aan de vieze, vunze blaadjes
Stammend uit het roode rijk!
Ziet ti, onze „rechtsche heeren
Slaan in „onverdraagzaamheid"
Hier in „klein gemier" de handen
Aan een stuk beschavingsstrijd!
Ziet u, ze zijn overmoedig,
Want het gaat ze voor de wind;
Daarom trappen ze de menschen
Die ze bitter zijn gezind!
Wat geluk dat „p.g. Donker
Lichtend lid van Maasstads Raad,
Klare vragen heeft gevonden
Die hij aanstonds stellen gaat!
Wat een angstig oogenblikje
Zal dat zijn voor B. en W.
Als ze 't striemen voelen van de
Zweep van de S.D.A.P.H
Wie in ernst nog wil beweren
Dat bij Rood heusch heilig is
Wat de mensch die God ivil dienen
Kostbaar, dierbaar, heilig is,
Kan hier weer een Keer ervaren
Dat zoodra het spannen gaat
't Socialisme zich moet uiten
In de puurste Godsdiensthaat.
(Nadruk verboden.) LEO LENS.
DIERENBESCHERMING
En de beperking van den veestapel
Het Hoofdbestuur der Ned. Vereeniging tot
Bescherming van Dieren deelt ons, naar aan
leiding van den stroom van klachten over
het afslachten van drachtige runderen en
misstanden daarbij, mede, dat het zich van
stonde af aan, tot de autoriteiten met de
uitvoering daarvan belast en enkele dagen
geleden tot den betrokken Minister heeft
gewend.
BELANGRIJKE GIFTEN VAN DE
KONINGIN
H.M. de Koningin heeft belangrijke gif
ten geschonken an het comité tot het bij
eenbrengen van een geldgeschenk aan het
Apeldoornsche Vrijwillige Brandweercorps
bij zijn 50-jarig jubileum en aan de Alg.
Ned. Doofstommen vereeniging Guïot bij
zijn 50-jarig bestaan.
XL1X
Slotbeschouwing' (5)
Corporatieve ordening van het
maatschappelijk leven.
Meer dan bij het zoeken naar den meest volmaakten
Staat, kan men bij het verlangen om toch eindelijk eens een
rechtvaardige Maatschappij te zien verschijnen, gaan
denken aan het verloren Paradijs, hetwelk de mensch zich
onwaardig heeft gemaakt.
In tijden, waarin de horen van de welvaart in staat is rechts
en links goede dingen over de menschheid uit te storten, zou
- men er toe kunnen komen zich steeds dichter in de nabijheid
yan een nieuw Paradijs te wanen. Totdat de oogen geopend
worden, en de erkenning volgt, dat met hetzelfde menschen-
materiaal, hetwelk nu al zooveel eeuwen door denzelfden drang
wordt beheerscht, de gelukssamenleving nooit zal worden
bereikt. Wanneer de.hoogste top van eer en van welvaart bereikt
is, stort de menschheid, welke hier het Paradijs niet waardig
is, neer, en toch zal de tocht omhoog straks opnieuw worden
aangevangen, met een soort wetmatigheid zelfs.
Wij zeggen dit zoo met het oog op het heden. A11 ij d is er
gezocht naar meer rechtvaardigheid en meer geluk in het leven,
maar men moet heel ver teruggaan in de geschiedenis, om een
periode te kunnen aanwijzen, welke wat betreft de algemeene
instorting valt te vergelijken met onzen tijd. Eén der kenmerken
yan de moderne samenleving is de na een zeker aantal jaren
optredende crisis. Het oogenblik is dan gekomen om even adem
te scheppen, rustig orde op zaken te stellen, de uitwassen af te
snijden, en daarna gaat het weer verder met de maatschappelijke
ontwikkeling. Nu is er geen sprake van zulk een gewone crisis,
doch de geheele wereld ploft, om het zoo uit te drukken, naar
beneden, en zal op het vlak terechtkomen, hetwelk zij vóór
vijf-en-twintig en misschien méér jaren, innam. De openbare
lichamen, om slechts dit ééne voorbeeld te noemen, gooien
ineens de franje over boord, waaraan al die jaren is gewerkt
geliefhebberd past hier niet te zeggen en vertoonen op die
manier een symptoom van het zich verkillend leven.
Daar moet een bijzondere oorzaak voor zijn. Van een zekere
wetmatigheid als bij de crises, waarvoor verstandige, daarvoor
in de gelegenheid zijnde menschen en bedrijven, zich door
reserveering vrijwel kunnen dekken, is hier geen sprake.
Zóó is het dan ook. De vloek van den grooten
oorlog werkt nog na. Aan den tot dusver hoogsten top
van welvaart gekomen, splitsten de toonaangevende volken zich
in twee groepen, en vernietigden tezamen onder het uitstooten
van allerlei verontschuldigingen en beloften, de gemeenschap
pelijke welvaart.
De roep om een nieuwe maatschappij klinkt daarom thans
yeel luider, dan in welken anderen tijd. Vroeger, toen de
welvaart zich steeds meer .verspreidde, zochten in de eerste plaats
de voormannen naar betere ordening, en het volk
wilde wel luisteren. Waarom ook niet? Het leven zou er slechts
door veraangenaamd kunnen worden. N u, als het ware
gedreven door het instinct om het leven te redden, komt uit het
volk zelf de roep om wat anders, wat dan ook, want zoo
kan het niet blijven.
In Duitschland hebben de nationaal-socialisiten dezen roep
opgevangen, het individualisme van liberale strekking den dood
verklaard, en de corporatieve samenleving in het vaandel
geschreven. De Staat kreeg hier de opdracht voor
de Maatschappij een model van zulke ordening
te scheppen. Gelijk Italië ook reeds deed.
Ook in ons land wordt deze klank, welke iets vertolkt wat
hier reeds vóór lang in beginsel gepredikt werd, dagelijks méér
vernomen. De corporatieve Staat noemden wij een
leuze, tegenover de corporatieve Maatschappij staan
wij anders. Ofschoon niemand denken moet, dat in een korte
spanne tijds de maatschappij hierdoor kan inhalen, wat ver
loren is.
De menschheid zorgt immers zelf wel, dat de poort van het
Paradijs zich niet opent De gevolgen van den oorlog zullen,
blijft er vrede, nog lange jaren zichtbaar blijven. Als een paar
Zuid-Amerikaansche republieken een krijgsoperette opvoeren, zal
men er elders niet veel last van hebben. Maar nd den in
Europa's leven diep ingrijpenden Dertig-jarigen oorlog, heerschte
in Midden-Europa vijftig jaar een diepe armoede. Dertig jaar
nadat Napoleon op St. Helena uit dit leven scheidde, zuchtte het
vasteland van Europa nog onder de gevolgen van zijn oorlogen.
Zóó is het ook nu en zóó zal het nog lang blijven, ondanks
de schijnwelvaart, welke een poos zorgde voor oogenverblinding.
De kortzichtigheid der wereldgrooten is wel heel sterk aan den
dag getreden. Hoe kan men dan ooit onder menschelijke leiding
het geluksland zelfs benaderen?
In 1919 bij de Vrede van Versailles waarschuwde een enkele
econoom, als bijvoorbeeld Cassel reeds, dat het absoluut vast
moest loopen met de betaling der tot vele tientallen milliarden
opgedreven oorlogs- en herstelschulden, waardoor een ontzaglijk
goudtekort zou ontstaan en het geldstelsel totaal ontwricht zou
worden. Deze profetie is bevestigd. De in den oorlog en na
den oorlog snelle verspreiding van de industrie over de geheele
wereld, tot waanzinnige productie opgevoerd door rationalisatie,
deed de ramp volkomen zijn.
In de meeste landen, er zijn al heel weinig uitzonderingen,
speelt zich nu hetzelfde drama af. Het vermogen, zoowel als
het maatschappelijk inkomen dalen snel. Uit het laatste
moet de geheele bevolking leven, terwijl zeer sterke teruggang
van het volksvermogen gevaarlijk kan worden met het oog
op de doorgaande stijging van het bevolkingscijfer, waarvoor
kapitaal moet gespaard worden. Deze ontwrichting vertoont
haar ellendigste zijde in het groote getal werkloozen, waarvan
zeer velen helaas voor altijd uit het productie-proces zullen zijn
gedrongen. Al zijn er ook in den sleclitsten tijd, en zoo ook
thans, altijd enkele bedrijven en hun beoefenaars, welke niets
lijden, al zijn er plaatsen, waar men als in een oase leeft,
het groote gros der bevolking wordt meer of minder snel
naar het komend lage vlak gedrongen. Het grootste gevaar
zit hierin, dat een gedeelte van het volk op weg is naar
pauperisme, wanneer niet, öf spoedig economische ken
tering intreedt, öf het overschot van het maatschappelijk
inkomen naar de grootst mogelijke billijkheid kan worden
verdeeld. In totaal zal er de eerste jaren toch reeds veel minder
te verdeelen zijn. Wanneer permanente werkeloosheid dezel'de
gezinnen gedurende meerdere jaren teistert, is er geen staats-
en geen gemeentekas in staat het terugvallen tot pauperisme te
verhinderen, met de geestelijke ellende, hieraan verbonden.
En talrijke middenstanders, en ook die op de vrije of intellec-
tueele beroepen zijn aangewezen, komen in moeilijke omstandig
heden te verkeeren, welke hier weinig van afwijken.
En hier heeft men mijns inziens de verklaring van het als
bij intuïtie roepen door talloozen, die er geenszins allen de
beteekenis van vatten, om de corporatieve maatschappij.
De individualistisch opgebouwde samenleving
is ingestort, althans voor de groote massa, de
corporatieve kan misschien langs den weg
<van het solidarisme een maatschappelijke
herschepping tot stand brengen.
Dat is één, maar als twee kan men hiernaast plaatsen
hetzelfde verlangen naar rust en orde in de maat
schappij, als opgemerkt werd bij het streven naar den
corporatieven staat met zijn topleiding van één of meer sterke
mannen. Het verlengstuk van het individualisme, zich open
barend in de leer en de practijk van den klassenstrijd, schenkt
geen bevrediging. De zoo vaak herhaalde profetie van de nu
dan toch vast spoedig komende klassenlooze maatschappij
bleef voorspelling, en het gaat tegen het beste van den mensch
in, geslacht na geslacht in haat en afgunst te zien opvoeden.
De voortdurende strijd tusschen werkgevers en arbeiders kan
niet in het belang van land en volk zijn. Maar, waarom dan,
van de eene eeuw in de andere, den strijd verheerlijkt, terwijl
toch reeds duidelijk blijkt, dat menigeen geestelijk instort door
deze leer, de bitterste consequenties voor zijn rekening neemt,
en het communisme, zoowel als de totale ontkenning aanvaardt?
Als derde reden moet dan nog gewezen worden op het
groeiend besef, dat het parlement steeds meer blijk geeft alle
economische kwesties niet deskundig te kunnen behandelen.
De corporatieve gedachte vond aldus in land na land een
geschikten voedingsbodem. Bij de fascisten, bij de christelijke
groepen, en ook bij een aantal vrijzinnigen, die door de
geschiedenis geleerd, het economisch liberalisme onhoudbaar
begonnen te vinden. Langs gansch onderscheiden
beginselen benaderde men dit punt; op ver
schillende manier zal men beproeven aanslui
ting te zoeken bij het historisch gegroeide.
Italië en Duitschland riepen den machtsstaat te hulp
om in een kort 'oogenblik de verandering tot stand te brengen.
De vrije vakbeweging werd omgezet in een staatsapparaat. De
democratische gedachte werd eruit verwijderd en de leidersidee
ervoor in de plaats gesteld. Staking en uitsluiting werden ver-
boden en de loonkwestie werd van bovenaf geregeld.
Deze weg is voor ons niet aannemelijk, aJ staat men er ook
verbaasd over, met hoeveel optimisme in deze groote landen
de bevolking zich overgeeft aan dit stelsel. De corporatieve
gedachte, welke in haar diepste wezen steunt op het chrisielijk
solidariteitsbeginsel moet van onderen op groeien, al moet dit
groeien bevorderd worden door de Overheid. In dit opkomen uit
de maatschappij-zelf spreekt de groot-antirevolutionaire opvat
ting van souvereiniteit in eigen kring. In het weidsche woord
bedrijfsorganisatie wordt het geheele bouwwerk samengevat,
gelijk het éénmaal zou kunnen verrijzen. Éénmaal, zeggen wij
met opzet. Want wie een dertig of veertig jaar nauwkeurig het
sociale vraagstuk heeft gevolgd, weet wel, hoe langzaam hier
de molens malen. Jong zijnd, denkt men al te vaak aan den
vooravond te staan van den dag, waarop het groote schrijnende
in de samenleving zal verdwenen zijn. En na tal van jaren is
men aangeland in een periode, waarin de zware hand van het
leed bijna alles temeerdrukt, en de Christen slechts, wanneer
hij den profeet Habakuk nazegt „nochtans zal ik mij verheugen
in den God mijns heils", opnieuw beproeft aan zijn ideaal
meerder vorm te geven. Toen wij, vlak na den oorlog, in en
sociale studie den mogelijken groei der bedrijfsorganisatie
uiteenzetten, hoopten wij, dat de oorlog de menschheid gelouterd
had, waardoor ook onze stemming misschien wat geestdriftig
uitviel. En toch kan het beginsel gehandhaafd worden.
En, gelukkig, e e n i g e vorm is toch reeds te ontdekken in
wat opgroeide. Uit de vakbeweging van patroons en arbeidere
groeide het vredesinstituut van het collectief contract, en uit dit
product van geslaagd overleg kwamen verder allerlei bepalin
gen voort in het belang der bedrijfsgenooten. De Bedrijfsraden
zullen aan dit uit het leven zelf jpgekomen werk straks steun
bieden, en waarschijnlijk stimuleeren tot nieuwe dingen. De
Overheid zal een oog in 't zeil moeten houden bij de ontwik
keling der bedrijfsorganisatie, opdat niet de verbruiker, wat
ieder op zijn beurt is, ten offer valt aan bepaalde afspraken.
Het individualisme, hetwelk men verlaten wil, mag niet
verwisseld worden voor groepsegoïsme. Bij het behartigen
van het eigenbelang wordt de grens van het algemeen belang
zoo licht overschreden.
Zet de bedrijfsorganisatie haar tocht voort, dan kan het moge-
lijk zijn te geraken tot corporatieve ordening van bepaalde
takken van industrie, waarbij elke geleding in het verband
dient te worden opgenomen. Ook kan dan gedacht worden aan
een organische vertegenwoordiging bij de Overheid. De aller
grootste moeilijkheid zit voor ons land in de gesplitste vak
beweging volgens levensbeschouwing. De geestelijke verscheiden
heid is samengeweven met de historie van ons land. Wanneer
de vakbeweging, welke den klassenstrijd als grondslag meent te
moeten aanvaarden, zich verzet tegen dezen zeer sterk aan den
dag tredenden wensch naar corporatieve ordening, geloovcn wij,
dat dit de fascistische neigingen elders zeer zal versterken.
Klasse-opvattingen kunnen niet meer zoo
openlijk verdedigd worden, als in de pas af
gesloten periode het geval was. Dit is gelukkig,
het heeft slechts gestrekt tot nadeel van land en volk.
Tegenover de corporatieve maatschappij-ordening, al moet
niemand zich voorstellen, dat nu snel een net van corporatieve
verbanden het land zal gaan bedekken het leven is daarvoor
veel te gecompliceerd staan wij dus absoluut niet afwijzend.
Heeft de gedachte nieuw leven ontvangen door de overwinning
van het fascisme in Duitschland en Italië, zoo kan daarvan
gebruik gemaakt worden. De geschiedenis der menschheid geeft
menig voorbeeld aan, dat er iets bereikt is langs een weg,
welken wij nooit zouden hebben verkozen.
De uit de maatschappij opgekomen organisa
tie zal, wil zij waarlijk ordenend optreden, zich
straks zeker ook gelegen moeten laten liggen
aan het groote probleem der werkloosheid.
De nationaal-socialisten gebruiken het gan-
sche gewicht van hun totaal-Staat om invloed
uit. te oefenen op de maatschappij, opdat deze
de werkloozen in zich opneme. Wat nu ons
land aangaat, er zal gedurende de eerst
komende jaren veel minder te verdeelen zijn.
Zoo velen, als maar eenigszins mogelijk is,
hebben echter recht mede t a deelen door eigen
arbeid. Wij hopen, dat de corporatieve ordening
hiertoe mag medewerken.
(Slot volgt
Deze artikelenreeks zal over eenigen tijd in boekformaat,
bijgewerkt mar gelang van sommige gebeurtenissen,
verschijnen bij den Uitgever J. H. Kok te Kampen.