De opleiding der predikanten Hoe kom ik van die hoofdpijn af? AKKEfcOOETSi-AKKERTJEStfr DINSDAG 7 NOVEMBER 1933 In verband met hun toekom stige practische taak BELANGRIJK REFERAAT VAN Prof. Dr. A. M. BROUWER De Centraal Bond voor Inwendige Zen ding en Chr. Philantropische Inrichtingen, hield gisteren zijn jaarvergadering in het American Hotel te Amsterdam. In de morgenvergadering werden, onder leiding van den vice-voorzitter, D s J. G r o e n e w e g, van Doetinchem, eenige huishoudelijke zaken afgedaan, de jaarver slagen goedgekeurd en de begrooting met een geraamd tekort van f2310 vastgesteld. De middagvergadering, onder leiding van den voorzitter, minister dr J. R. Slote- maker de Bruïne, was bestemd voor de bespreking van het onderwerp: De opleiding der predikanten in verband met hun toekomstige practische taak. Prof. d r A. M. Brouwer, hoogleeraar aan de Universiteit te Utrecht, had zich be reid verklaard hierover een referaat te leveren. De voorzitter sprak een woord van wel kom, inzonderheid tot het oud-bestuurslid, den heer E. René, van Ouwenaller en gaf een inleiding op het referaat van den middag, waarvan spr. opmerkte, dat het onderwerp niet door de Kerken aan de orde is gesteld, maar door de kringen, .vereenigd in den Centraal Bond. Dit feit heeft tot de Kerken een zeer ernstig woord te zeggen, nl. dit, dat zij. die arbeiden op het breede terrein van het Koninkrijk Gods, gaarne de hulp van de predikanten begeeren en de handen naar de Kerken uitsteken; spr. hoopt, dat de Kerken dit zullen ver staan. Wanneer nu uit deze kringen gevraagd Wordt: help ons, dan beteekent dat niet, dat fwij bereid zijn blind te aanvaarden de lei ders, die de Kerken geven, ai of niet ge schikt tot hun taak. De omstandigheden in de Kerken zijn verschillend, maar vóór alles moet het oog gericht zijn op ons arme volk, dat door den arbeid der Kerken het licht .des Evangelies moet ontvangen. Nadat de voorzitter in gebed was voor gegaan, kwam prof. Brouwer aan 't woord. Referaat prof. Brouwer Spr. begon met op te merken, dat het on- 'derwerp van dezen middag buitengewoon actueel is en niet kan worden gezien los van de toenemende onkerkelijkheid. Van meer belang dan de vraag naar organisatie en reorganisatie is de opleiding der predi kanten. Spr. memoreert, dat blijkens de resultaten van de laatste volkstelling, de Ned. Herv. Kerk het meest aan zielental heeft verloren en de R.K. Kerk het grootst en het talrijkst is gebleken. Prof. Brouwer merkte op, dat hij alleen kon spreken vanuit het standpunt van de Rijksuniversiteit en de Ned. Herv. Kerk. De Hersteld Lutherschen, Doopsgezinden en de buiten de Ned. Herv. Kerk georganiseerde Gereformeerden staan er anders voor. Aan de Rijksuniversiteiten is de opleiding Zeer gecompliceerd en in verband daarmee sprak de hoogleeraar achtereenvolgens over de volgende punten: 1. Hoe is deze toestand ontstaan? 2. Welke wijzigingen worden voorgesteld? 3. De eischen der tegenwoordige praktijk 4. Wat kan word§n voorgesteld, om aan die eischen te voldoen? Ter toelichting van het eerste punt ging spr. terug tot den tijd der Republiek, de gouden eeuw, toen ons land vijf Universi teiten telde, die voor het meerendeel waren gesticht om te zorgen voor goed onderlegde predikanten. Over het algemeen bestond er in dien tijd samenstemming hieromtrent tusschen Kerk en Staat. De Revolutie bracht hierin eenige veran dering, maar toch van geen blijvende betee- kenis. Ook in de vorige eeuw werden, even als vóór 1795, de theologische hoogleeraren door den Staat benoemd. In de zestiger jaren, toen de neutraliteits- gedachte bij de liberalen zeer in trek was, kwam bij monde van Opzoomer een positi vistische strooming op, die de theologische faculteit van de Universiteiten wilde ver wijderen. Welk een verschil, aldus spr., met den reformatietijd, toen de theologie een ©ereplaats aan de universiteiten innaml De wet van 1876 bracht evenwel deze uit sluiting niet De theologische faculteit bleef gehandhaafd en men kreeg de onderschei ding tusschen Staats- en Kerkelijke hoog leeraren. Eerstgenoemden zouden de zgn. neutrale vakken doceeren, de Kerkelijke hoogleeraren konden dan zorgen voor de leerstellige en practische godgeleerdheid. Neutrale" theologie achtte spr. onbestaan baar; zelfs wijsbegeerte, rechten en natuur studie gaan niet buiten beginselen om. Spr. releveerde nu eenige voorstellen, ver betering in de opleiding beoogende, o.a. van den overleden hoogleeraar prof. dr E. H. .van Leeuwen, in „A.R. Staatkunde" en van Prof. Dr. A. M. BROUWER prof. dr L. Knappert, om daarna te komen tot Die opleiding zij algemeen vormend. Thans is het mogelijk, na Syz, hoogstens iVfc jaar predikant te worden, hetwelk spr. bespotte lijk noemde. Juist omdat het meuren ieel der studenten niet aan de Universiteit komt voor breede wetenschappelijke ontwikke ling, maar om tot het predikambt te wor den toegelaten, achtte spr. het candidaats- examen alleen onvoldoende en oordeelde hij het doctoraal examen onmisbaar. De prac tische vorming is daarom van zoo groote beteekenis, omdat de meeste predikanten opgaan in het ambtelijk werk en weinig aan de studie doen. Derhalve is noodzake lijk een algemeene ontwikkeling. De voor ganger moet zich rekenschap kunnen geven van de eischen en de sfeer van den eere- dienst. Op de catechisatie brenge hij de leerlingen nader bij God; hij dient op de hoogte te zijn met jeugdpsychologie en jeugd organisatie. Als leider van den Kerkeraad komt hij in aanraking met armenzorg. Het is wel gemakkelijk, verworden toestanden te aanvaarden als oude gebruiken, maar echte Christelijke armenzorg, in verband met sociale vragen, is gansch iets anders. Voort-s mogen allerlei vraagstukken, zich bewegen de om stad en platteland, kinderwetten, boekhouding en administratie, niet blijver. buiten zijn gezichtskring. Den Kerkeraad geve hij geestelijke leiding en de gemeente leden behoort hij aan den arbeid te zetten. Zelf zij hij ook geestelijk raadsman en ziels verzorger, die met liefde en tact, dóch ook als man van beschaving zich in eiken kring kan bewegen, Gewenscht zijn voorts eenig medisch inzicht, karakterkunde en kennis van sociale vragen. Het is dus inderdaad voor den predikant noodig een groote mate van algemeene ont wikkeling te bezitten en in dit verband be pleitte spr. de wenschelijkheid van een ver blijf in het buitenland en studie aan een buitenlandsche universiteit, al is 't maar voor één semester. Ten slotte betoogde spr. de noodzakelijk heid van studie aan de Rijksuniversiteit; de Kerk zorge door haar hoogleeraren voor de kern van de theologische studie en de practische opleiding. Om doelmatige vak- verdeeling te verkrijgen en de practisclïe vakken alsook de algemeene ontwikkeling meer tot hun recht te doen komen, is een derde Kerkelijke hoogleeraar noodig. Voorts achtte spr. het gewenscht, dat doctorandi in andere vakken tot het Kerkelijk voorbe reidend examen kunnen worden toegelaten; dat brengt er nieuw bloed in. Dan achtte spr. noodig twee jaar studie na het candi daats-examen, waarvan 4 of 6 maanden verplicht hulppredikerschap, alsmede een proponents-examen ten overstaan van een vaste kerkelijke commissie. Spr. achtte, wat hij vroeg, uitvoerbaar, vooral met het oog op den grooten toevloed van theologische studenten. Discussie Mr A. "de Graaf (Utrecht) gaf zijn groote verbazing te kennen, dat in zijn 2S- jarige praktijk ta.v. zedelijkheidsvragen, kinderwetten, sociale en verwante vragen, bijna nimmer een predikant om inlichtingen vroeg. Aan de Utrechtsche Universiteit gaf hij twee malen, telkens tien uren, college in de vermelde vraagstukken en de belangstel ling was buitengewoon groot. Spr. bemerkte dat de studenten van de besproken zaken niets wisten, groote belangstelling toonden, met name de theologische studenten en uit hun kring ontving spr. aangrijpende brie ven. Spr. zou gaarne zien meer preventieve medewerking in deze van onderwijzers en predikanten. Dr F. A. Cru 11 (Rotterdam) beluisterde in zijn ambtelijk werk als predikant als grootste klacht: er komt nooit een dominé! Spr. illustreerde zijn betoog met de weer gave van herderlijke ervaringen en conclu deerde: wetenschappelijke jopge mannen moeten er op uit! Ds J. Groene weg (Doetinchem) oor deelde specialisatie bij den aanvang der studie wenschelijk en meende, dat de uit voerbaarheid van het hulppredikerschap DE S.D.A.P. EN DE NATIONALE GEDACHTE „REVOLUTIONAIRE PROPAGANDA GEVAARLIJK SPEL" DUS: HET ROER NAAR DEN WIND! De commissie van advies omtrent de vraag of het program en de taktiek der S.D.A.P. moeten worden gewijzigd, heeft naar „Het Volk" mededeelt haar verslag ingediend bij het partijbestuur. Het zal zoo spoedig mo gelijk ter perse gaan. Ir. J. YV. Albarda deelt omtrent den inhoud van dit rapport in de Arbeiderspers reeds het een en ander mede. Bij haar bespreking van liet vraagstuk der democratie, zoo zegt hij, is de commis sie uitgegaan van artikel III van de statuten der Partij, waarin is vastgesteld, dat de S.D.A.P. haar doel tracht te bereiken „langs wettigen weg" en met de in dat artikel ge noemde legale middelen. Een poging tot ge welddadige actie zou slechts leiden tot een verpletterende nederlaag, „tengevolge waar van niet alleen de organisaties der arbeiders klasse, maar ook haar rechten en vrijheden en zelfs haar moed en vertrouwen voor langen tijd verloren zouden gaan". Waar de zaken zoo staan is een zoogenaam de revolutionnaire propaganda, die de ver wachtingen van een gewelddadige omwen teling wil wekken, een gevaarlijk spel met levens en belangen. Zoodanige propaganda is niet bevorderlijk voor den groei der Partij. Zij jaagt duizenden in de armen der tegen standers en zij doet de Partij slinken tot een machtelooze secte. Zaj bevordert slechts de kansen van het fascisme. Koningschap en nationale gedachte. In het hoofdstuk ovpr „Koningschap en nationale gedachte" maakt de commissie vooreerst duidelijk, waarom de S.D.A.P. evenmin als haar zusterpartijen in de Scan dinavische landen, België en Engeland, een actie tegen het Koningschap behoeft te voe ren. „Evenals in andere landen, waar het Koningschap de volksrechten niet aantast en de ontplooiing der democratie niet be lemmert, kan ook in Nederland de sociaal- democratie de monarchie erkennen als den grondwettigen staatsvonn, steunend op de gezindheid van de meerderheid des volks." „Ook de sociaal-democi-aat gevoelt zich deel van het volk, dat in den loop der ge schiedenis tot een geheel is geworden en dat in het heden, ondanks zijn inwendige tegen stellingen, een lotsgemeenschap is." Zijn deel van de internationale taak der sociaal democratie heeft de Nederlandsche sociaal democraat in de eerste plaats in zijn volk, met zijn volk en voor zijn volk té vervullen. „Hij rekent zich tot de volksgemeenschap en hij wil niet door anderen worden gestoo- ten uit die gemeenschap, waarin hij ook voor zijn beginselen en zijn idealen vrijheid en plaats mag eischen." Kiezer en gekozene De commissie stelt, wat de verhouding tusschen kiezers en gekozenen betreft, vast, dat laatstgenoemden uiteraard gebonden zijn aan de programs hunner partij. Zij mogen daarvan niet afwijken zonder machtiging der partij. Dit is een eisch van goede trouw tegenover de partij en tegenover de kiezers en dus een eisch van democratie. Gekozenen zijn ook verantwoording schul dig aan hun partij. De partij, als organisatie der kiezers, mag over het beleid der geko zenen haar oordeel uitspreken en zelfs, als zij meent dat een gekozene in een gewich tige aangelegenheid verkerd heeft gehandeld hem uitnoodigen zijn mandaat neer te leggen. Eindelijk verklaart de commissie, dat zij geen oordeel wil uitspreken over de vraag, of de partij-organisaties, die in den laatsten tijd adviezen over gemeenteraadszaken heb ben uitgebracht, alleszins wijze raadgevingen aan de gekozenen hebben verstrekt. Even min heeft zij willen zeggen dat de organisa ties, die raadsleden tot aftreding hebben ge dwongen, daarmede goed hebben gehandeld. Over deze vragen liepen ook in de commis sie de antwoorden uiteen. van de zijde der gemeente moeilijkheden oplevert. Ds Boeke (Haarlem) wees op de Gere formeerde predikanten, die zoo degelijk op de praktijk zijn ingesteld, hun studie bij houden en toch niet aan de Rijksuniversi teiten geweest zijn. Nadat nog eenige andere sprekers aan de gedachtenwisseling hadden deelgenomen, beantwoordde de referent de gemaakte op merkingen en werd de vergadering met dankzegging gesloten. ODOL-tandpasta - dagelijks gebruikt - voorkomt het leelijke verkleuren der tanden en een onwelriekenden adem* Inqezonden Mededeelinu Wanneer Uw hoofdpijn (migraine) U overvalt bij het op staan, vóór of na den maaltijd, loop dan even bij Uw drogist of apotheker binnen en vraag een doosje "AKKERTJES". Deze nieuwe vinding van Apotheker Dumonl wordt overal en door iederen gebruiker geroemd om haar wonderlijke resultaten bij Hoofdpijn, Migraine, Kiespijn, Zenuwpijn, Influenza, Spierpijn, Neuralgische pijnen, Rheumalische pijnen. Het is niet noodig U te laten plagen door Uw pijn. Want bijna on- K. middellijk zullen AKKER-CACHETS U helpen en Uw pijnen snel mmm tot bedaren brengen. Ook Gij zult opgetogen zijn over de resultaten. Volgens recept van Apotheker Dumont. Slechts 50 cent per 12 stuks VERDRONKEN Nabij de Oude Tolbrug te Voorburg is door een schipper het lijkje ongehaaid van het 2-jarig zoontje van den heer W., dat vermist werd. OVERTREDING VAN HET UNIFORM- VERBOD De gemeentepolitie van Kerkrade heeft proces verbaal opgemaakt tegen een inwoner van Eijgels- hoven, die een hakenkruis-dasspeld droeg. Het corpus delicti is in beslag genomen. BRANDEN Te 's-Heerenber g (Gld.) is de woning van J. Vredegoör afgebrand. Het vuur is ontstaan uit een schoorsteenbrand. Een en ander was laag ver- Te Usselo(Ov.) is de boerderij, bewoond door H. Bos, afgebrand. De belendende schuur bleef behouden. Huis en Inboedel waren verzekerd. De oorzaak van den brand is een lek in den schoorsteen. ARBEIDSONGEVALLEN Te Groningen werd de arbeider T. D. uit Zuid broek bij de stroocartonfabriek van de N.V. Hooi- tes en Beukelaar door een as van een machine gegrepen en rondgeslingerd. Met zware verwondin gen is de man in levensgevaarlijken toestand naar het Academisch Ziekenhuis te Groningen overge bracht Te Nieuwer-Amstel viel de schippersknecht L. M. uit Vlaardingen in het ruim van een in den Amstel liggende boot doordat een collega een luik had vergeten te sluiten. De man brak beide beenen 1 liep een lichte hersenschudding op. DE „LIGGING" VAN COMMUNISTEN Te Alkmaar weigerden steuntrekkende werkloo- :n den verlaagden steun in ontvangst te nemen. De politie wist de weigerdenden te verwijderen, doch eenige communisten gingen op den grond llg- waarna de politie ze naar een binnenplaats overbracht, waar zij gingen staan, zoodra de politie zich had verwijderd, om weer te gaan liggen, zoo- dra de politie verscheen. commissaris van politie toonde aan, dat deze ing" onredelijk was, omdat de ambtenaren de nieuwe regeling hadden uit te voeren en geen hoo- gere steun kon uitgekeerd dan de minister had goedgekeurd. Hoewel men de juistheid daarvan erkende, ble- :n de communisten bij hun „ligging", waarop zij- ïar het politiebureau werden overgebracht Daar werd na verhoor proces-verbaal opgemaakt we gens huisvredebreuk in een lokaal voor den open baren dienst bestemd. Schaakrubriek. TOURNOOI TE PARIJS Voordat de laatste ronde aanving, werden de hangpartijen uitgespeeld. Cukieiman speelde gelijk tegen Lilienthal, doch verloor van Baratz. Aangezien Aljeohin reeds zeker was van den eersten prijs, spande hij zich tegen Lilienthal niet bijzonder in en nam na 17 zette met ï-emiso genoegen. De partij Baratz-Tartakower, welke nog van belang was voor de 2de plaats werd eveneens remise. SnoskoBorofski speelde een uitmuntende partij tegen Frentz en won overtuigend. De partijen GromerCukierman en La- zardRaizraan werden remise. De eindstand luidt: 1. Aljechin 8 punt; 2. Tartakower 6; 3 en 4. Bax-atz en Lilien thal 5%; 5. Snosko-Borofski 5. Daarop volg den Cukieiman 4, Raizman Zx/z> Frentz 3, Gromer 2y2 en Lazard 2. In dit tournooi heeft Aljechin bewezen, nog steeds tot de superklasse te behooren. Weliswaar telde deze wedstrijd niet uitslui tend grootmeesters onder zijn deelnemers, doch desniettemin bieden de resultaten wel eenig houvast. Wij zouden de spelers in drie groepen kun nen verdeelcn. De groepen 1 en 2 worden respectievelijk door Aljechin en Tarta kower gevormde, de derde groep is de rest. Wij verwachten nu van een wereldkam pioen, dat hij zich tegen de spelers van de in speelsterkte onmiddellijk bij hem aan sluitende groep tenminste staande houdt, meer wint dan verliest. Komen we bij een iets zwakkere categorie terecht, dan ver- wachten wij een geprononceerd overwicht van den wereldkampioen. Aan deze ver wachtingen heeft Aljechin volkomen beant woord; dat hij tegen Tartakower remise speelde is van beide zijden een volkomen normaal resultaat en dat hij in de laat ste ronde (reeds zeker van den eersten prijs) tegen Lilienthal met remise genoegen nam, doet daaraan niets af. Tartakower daarentegen, heeft tegen de zwakkere categorie 2YZ punt verspeeld: hij verloor van LilienthaJ en kon tegen Raiz man, Baratz en Lazard niet winnen. Daarin juist onderscheidt zich Aljechin van de overige grootmeesters. Tegen zulke spelers Radio Nieuws. WOENSDAG S NOVEMBER Huizen (1875 M.) N.C.R.V. 8.00 Schriftlezing -- 10.30 Morgendienst door Ds. Haastrecht 11.00 J. F. W. Erdm 2.00 Grs zegelvi j 12.15 GI-e 3 3.00 Coi 6.00 1 Spr. dhr. A. J. Herwig te Bussum 7.15 Nod. Chr. Persbur. 7.30 Gruinofoon 8 00 Grumofoon 8.15 Orkest 9.00 Gramofoon 9.20 Orkest 10.05 Vaz Dias 10.15 Gramo Hilversum (296 M.) V.A.R.A. 8.01 Gramo" foon 10.15 Voor de arbeiders in de Conti nubedrijven 12.01 Orkest 2.15 Gramofoon 3.00 Voor de kinderen 5.30 Concert 7.20 Orkest 8.15 Orkest 9.00 Kadio-tooneel 9.40 Orkest 10.30 Vaz Dias 10.30 Concert 11.00 Gramofoon V.P.RO. 10.00 Morgenwijding. R.V.U. Spr. Dr. C D J Brandt to Utrecht. r u s s foon - (FrTm mofoon (1554 4 M.) 12.20 Orgel. 1.50 Gramofoo- 5 05 Concert 8.35 Concert 9.35 Concert )eutschland Concert 11,21 - 5.25 r (1634.9 M.) 6.00 foon 1.05 Gramofoon •gel 6.20 Concert [alundborg (1153.8 M) 11.20 Concert 1.20 Concert 2.20 Gramofoon 2.50 Orkest 7.35 Concert 1 12.55 Orkest 7.30 Orkest Nat (261.3 M.); 12.20 Orgelconcert 6.50 Concert 9.3 'ar Us x Radio Pa. Us) (1724.1 M.) 8.05 Gramo foon 12.35 Gramofoon 1250 Orgel 7.4Ö Gramofoon 9 05 Concert Varschau (1411,8 M.) 4.16 Gramofoon 4.25 Viool 5.40 Concert 7.35 Orkest laat hij zelden of nooit een steek vallen. De andere grootmeesters echter struikelen veel eerder tegen zulke relatief zwakkere spelers, ALJECHINS TOURNEE IN NEDERLAND Aljechin heeft bij zijn simultaanseances alweer geweldige scores gemaakt. Alleen te Bussem moest hij menige veer laten. Hier onder volgen de resultaten van de eerste vijl seances. Heerlen: gewonnen 29 (w.a 2 blind), re< mise 1, verloren 1. Maastricht: gewonnen 28, remise 1, verlo ren 0. Heemstede: gewonnen 35, remise 5, ver loren 0. Bussem: gewonnen 30, remise 5, verlo ren 4. Amstelveen: gewonnen 48, remise 2, ver loren 0. ALJECHIN VOOR DE RADIO Dezer dagen is de wereldkampioen voor de microfoon door Dr. Euwe geïnterviewd. Enkele van zijn mededcelingen volgen hieronder. 1. Bogoljuboff heeft Aljecihin voorgesteld hun match om het wereldkampioenschap op 1 Maart 1934 te doen aanvangen, met welk voorstel Aljechin zich volkomen kan vereenigen. 2. De spelers der jongere generatie ver deelt Aljechin in twee groepen. Tot de eerste groep rekent hij de spelers, die zich reeds op grond van hun prestaties onder de sterkste spelers ter wereld ge schaard hebben. Onder hen telt Aljechin o.a. Euwe, Flohr en Kashdan. Tot de tweede groep rekent hij hen, die weliswaar de hoogste treden van de ladddr nog niet bereikt hebben, doch van wie men dit in de toekomst zeker kan verwachten. Als voorbeeld van deze categorie noemde hij Fine (Ver. Staten), Botwinnik (Rus land) en Eliskases (Oostenrijk). 3. Omtrent zijn z.g.n. consultatiepartijen tegen Tartakower in het schaak-„café de la Régence" te Parijs, waarover wij onzen le zers reeds berichtten, heeft Aljechin een boekje opengedaan, dat een geheel anderen kijk op de zaak geeft Aljechin zei, dat er over die partijen heel wat in de pers is te doen geweest „maar", vervolgde hij, „een paar dingen zijn blijk baar niet gepubliceerd: lo. dat het geen (kleine) match was; 2o. dat het geen con sultatie partijen waren; 3o. dat Jiet zelfs geen ernstige partijen waren; 4o. dat de partijen niet waren opgeteekend. noch voor publicatie bestemd; behoudens deze kleine correcties is alles waar". Natuurlijk kan na deze verklaring aan! den uitslag der bedoelde partijen niet do minste waarde meer worden gehecht Het is, zooals Aljechin het zelf noemde, „een schaak-café-succesje", meer niet 4. In Chicago lieeft Aljechin 32 partijen gelijktijdig bljnd gespeeld. Hij meent, dat hij dit aantal nog wel tot 35 zal kunnen op voeren. De inspanning was zeker niet groo- ter geweest, dan hij toen enkele jaren gele den tegen een geringer aantal spelers blind speelde. FEUILLETON DE SPAANSCHE CAVALIER Door B. WAESTADT HOOFDSTUK L Op het kantoor. „Is hij vandaag niet op het kantoor ge- iweest?" riep de heer Paszmore, de tech nische directeur van een ijzerfabriek in Sevilla, uit. ,A's de hooggeboren heer Alcala de Aguilera het beneden zijn waardigneid acht ie zijn, zijn woord te houden tegenover zijn patroon door zijn dienst te doen, dan kan ik in plaats van hem wel een ander krijgen, die het doet. De jonge mijnheer kan voor mijn part zijn sigaren rooken of zijn middagdutje doen, al naar het hem belieft, ik zal hem niet storen, al zou zijn slaap ook duren tot den terugkeer der Moeren". De heer Paszmore wreef zich het verhitte ge zicht met een bonten zakdoek af, tenvijl hij dit zeide; want de brandende Andalusische zon was nog niet ondergegaan en de kleine werkkamer, die met de fabriek in verbin ding stond, gloeide formeel van de hitte. „De Aguilera voelde zich niet lekker en Js daardoor misschien verhinderd te komen" antwoordde Lucius Lepine, een jonge Engel- sche kantoorbediende, die ook bij denzelfden fabrikant in dienst was. „Hij zag er gisteren erg slecht uit, toen hij den brief uit Madrid hertaalde." „Nu den brief is het daarnaar ook ver gaan", zoide de hoor Paszmore op verdrie- tigen toon, maar niettemin was hij niet m 6taat een lach te onderdi-ukken. „De gedach ten van den genadigen heer zijn zeker in de arena gewee st, anders ware hij niet op het idee gekomen can de firma Tasco en Co. op te geven ons 20 dozijn stieren in plaats van messen te stui'en". „De Aguilera maakt anders nooit derge lijke vergissingen", merkte Lucius Lepine op, die reeds om deze reden zich tot zijn kameraad voelde aangetrokken, omdat zij beiden onder bijna dezelfde verhoudingen leefden, daar de Spanjaard evenals Lucius door rflen nood was gedwongen te arbeiden bij iémand die door geboorte en opvoeding veel lager stond dan hij. „Het scheen mij toe, dat De Aguilera inderdaad erg ziek was", voegde Lepine er aan toe. „Ziek Ja, hij ziet er altijd ziek uit, net alsof hij zich voedt met rozijnen en kastan jes", viel de heer Paszmore heim in de rede „net alsof hij in zijn leven nog nooit een hartig stuk rundvleesch heeft gegeten. Ik veronderstel, dat velen van de jammerende bedelaars, die het ons lastig maken, een beter leven hebben dan deze voorname mijnheer De Aguilera. En niettegenstaande dat alles zegt men, dat hij er een paard op na houdt het zal wel een erg mager exemplaar zijn en zich zoo trotsch voordoet als ware hij minstens staatssecretaris van koningin Elisabeth. Ik geloof ook, dat Zijne Hoogheid zich niet laat zien, omdat ik hem gister eenvoudig „Aguilera" heb genoemd zonder al die fijne bijnamen aan een op zichzelf reeds veel te langen naam toe te voegen". De heer Paszmore klapte met de hem eigen vlugheid en met zichtbaar welbehagen in de handen en liet een schaterlach hooren Lucius was in 't geheel niet gestemd om aan deze vroolijkheid mee te doen. „Luister eens, Lepine", zei plotseling de fabrikant, „wil je morgen niet eens naar het circus? In dat geval kun je wel een plaats van me krijgen. Ik heb ook wel zin om die aardigheid eens te zien, want daar de voorstellingen altijd op Zondag zijn, ver liest men er ook geen tijd mee voor zijn zaken". De jonge Engelschman kreeg een gevoel van dankbaarheid, niettegenstaande den ruwen beschermenden toon, waarop het aanbod gedaan werd. Maar Lepine's mee ning over do heiliging van den rustdag kwam in geenerlei opzicht overeen met de vreeselijke voorstelling in de arena; daarom antwoordde hij ook op ietwat koelen Joon: „Ik dank u, maar ik gevoel geen verlangen om een stierengevecht mee te maken". „Ik ook niet, ik ook niet; maar men moet er toch eens een keer naar tóe", merkte d heer Paszmore op, terwijl hij het groothoek sloot, waarin hij zoo juist eenige aanteeke- ningen had gemaakt. „Het is een barbaar- sche voorstelling, vernederend voor een beschaafd volk, maar geheel en al in over eenstemming met den Spaanschen volks aard. Voor een of twee eeuwen de heer Paszimore was bij het opgeven van den tijd minder nauwkeurig dan bij berekeningen had dit volk nog zijn ketterverbrandingen. In het jaar 1868 kreeg het de loestemmir tot zijn stierengevechten. Vuur of blu°d, bloed of vuur, zijn de eenige middelen om het uit zijn traagheid op te schuddon en het zoo nog voor eenige uren te houden". Peter Paszmore, zel£ een degelijk zaken- en han delsman, beschouwde lichtzinnigheid als de grootste zonde. „Het stierengevecht vordert het offer van menschenlevensbegon Lucius, maar zijn patroon viel hem direct in de rede. „Daar vroeg ik heelemaal nxet naar", verklaarde Paszrutye. „Wanneer het den een of anderen dwaas belieft een paar stier horens tusschen de ribben te krijgen, dan moet men hem dat genoegen maar gunnen. Als hij gedood wordt, dan is er weer een dwaas minder in de wereld. Ha, ha, ha! Het verlies van het paardcvleesch valt meer te betreuren. Doch dat moet men maar aan de Spanjaarden overlaten, zij hebben er ver stand van alles op de zuinigste wijze in te richten. Zij sturen er alleen zulke armelijke beesten heen, als toch nergens meer :oe deugen, zij doen hen in de arena een doek voor de oogen en de stier verricht den arbeid van den paardenslager, dat is alles". Over het open gezicht van Lucius Lepine gleed een uitdrukking van afschuw. Hij werd ongelukkig en had het liefst het kan toor verlaten, maar daar hij verplicht was de kamer te sluiten, moest hij wachten tot zijn patroon was heengegaan. De heer Paszmore was heden bijzonder mededeel zaam gestemd, en tenvijl zijn kleine, korte vingers langzaam een paar bundels papier bijeen bonden, zette hij het gesprek voort zonder te letten op de drukkende hitte in het vertrek of op de ongeduldige blikken van zijn toehoorder. „Spanje zal wel nooit een bijzonder be- teekenend land worden", verklaarde hi.i, „als het volk niet leert voor zi.iizelf en zijn eigen zaken te zorgen, zijn eigen goederen te vervaardigen en zijn eigen velden te be bouwen, inplaats van allen nuttigen arbeid aan buitenlanders over te laten. De name heeren laten zelfs het bereiden der spijzen aan anderen over en denken, dat het al nederhuigend genoeg is, zoo ze hun mond opendoen om de spijzen op te eten. Ha, ha, ha! De lichtzinnigheid is het ver gift van dit land." „Ja, het bijgeloof, zooals u zeer juist op merkt Het land wordt te gronde gericht door een zwerm luie priesters en monniken die hun rozenkransen bidden, inplaats van hun krachten te gebruiken en die iederei werkdag tot feestdag maken, omdat ze zoc verschrikkelijk lui zijn. Als ik hier het heft in handen had, dan had ik ze allemaal op geruimd, de kloosters in armenhuizen ver anderd en alle bedelaars daarheen getrans porteerd. Wat noodig is om Spanje te ver anderen in 'n land, dat kan worden ver geleken met de andere landen van Europa dat is een betere regeering, een waakzame politie, meer arbeidslust en", hier zweeg de fabrikant alsof het hem aan de nooiige woorden ontbrak, om zijn schoone rede te besluiten, en Lucius viel in „een gezonder godsdienst". „Ja, dat is weer een van uw ideeën", foeterde de heer Paszmore, het met een rood koord saamgeknoopte bundeltje pa pieren op de tafel werpend, „jullie jonge heethoofden zijt altijd klaar jullie spannen ideeën toe te passen op zaken, die jullie niet begrijpt". Hierbij zij opgemerkt, dat de jonge Lepine zelden een dozijn woorden op eenmaal ge- bruikte*. wanneer zijn patroon aanwezig was; want de fabrikant was, vermoedelijk omdat hij alleen wilde spreken, steeds ge neigd ieder die met hem praatte, van ver kwisting te beschuldigen. „Hoor eens, jongmensch", vervolgde het opperhoofd der firma, op vaderlijken toon, „ik raad u, dat u in den tijd, dien u in Sevilla zult doorbrengen, uw onpractische droomerijen even zeker en veilig opbergt als uw boek met rekeningen. Madrid is Londen niet, en evenmin is Isabella onze goede koningin Victoria. De inquisitie vangt cn pijnigt haar slachtoffers weliswaar niet meer in letterlijken zin, zooals vroeger, maar de slang is slechts verdoofd en niet dood. De monniken worden direct roerig, al zijn ze overigens nog zoo lui, wanneer ze bemerken, dat iemand hen wil beletten hun bedrijf uit te oefenen. Speel nu niet voor Don Quichotte door hier te gaan vechten tegen wat u bijgeloof noemt. Het is niet alleen in de arena, dat een dwaas met een rood vlaggetje in de hand een vijand tegen kan gaan, die veel te sterk voor hem is en die zich door twee horens laat spiesen. Ge zoudt uzelf licht in het ongeluk kunnen storten", vervolgde de verstandige heer Paszimore, „en ik heb geen trek mijn geld weg te werpen om een kantoorbediende los to koopen uit de gevangenis, waarin nij door zijn eigen dwaasheid is gekomen. Ik heb u vriendelijk gewaarschuwd, waarde heer". Na het einde van deze rede greep de heer Paszmore zijn hoed en verliet de kamer. (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1933 | | pagina 8