De opleiding der predikanten
Hoe kom ik van die hoofdpijn af?
AKKEfcOOETSi-AKKERTJEStfr
DINSDAG 7 NOVEMBER 1933
In verband met hun toekom
stige practische taak
BELANGRIJK REFERAAT
VAN Prof. Dr. A. M. BROUWER
De Centraal Bond voor Inwendige Zen
ding en Chr. Philantropische Inrichtingen,
hield gisteren zijn jaarvergadering in het
American Hotel te Amsterdam.
In de morgenvergadering werden, onder
leiding van den vice-voorzitter, D s J.
G r o e n e w e g, van Doetinchem, eenige
huishoudelijke zaken afgedaan, de jaarver
slagen goedgekeurd en de begrooting met
een geraamd tekort van f2310 vastgesteld.
De middagvergadering, onder leiding van
den voorzitter, minister dr J. R. Slote-
maker de Bruïne, was bestemd voor
de bespreking van het onderwerp:
De opleiding der predikanten in
verband met hun toekomstige
practische taak.
Prof. d r A. M. Brouwer, hoogleeraar
aan de Universiteit te Utrecht, had zich be
reid verklaard hierover een referaat te
leveren.
De voorzitter sprak een woord van wel
kom, inzonderheid tot het oud-bestuurslid,
den heer E. René, van Ouwenaller en gaf
een inleiding op het referaat
van den middag, waarvan spr. opmerkte,
dat het onderwerp niet door de Kerken aan
de orde is gesteld, maar door de kringen,
.vereenigd in den Centraal Bond. Dit feit
heeft tot de Kerken een zeer ernstig woord
te zeggen, nl. dit, dat zij. die arbeiden op
het breede terrein van het Koninkrijk Gods,
gaarne de hulp van de predikanten begeeren
en de handen naar de Kerken uitsteken;
spr. hoopt, dat de Kerken dit zullen ver
staan.
Wanneer nu uit deze kringen gevraagd
Wordt: help ons, dan beteekent dat niet, dat
fwij bereid zijn blind te aanvaarden de lei
ders, die de Kerken geven, ai of niet ge
schikt tot hun taak. De omstandigheden in
de Kerken zijn verschillend, maar vóór alles
moet het oog gericht zijn op ons arme volk,
dat door den arbeid der Kerken het licht
.des Evangelies moet ontvangen.
Nadat de voorzitter in gebed was voor
gegaan, kwam prof. Brouwer aan 't woord.
Referaat prof. Brouwer
Spr. begon met op te merken, dat het on-
'derwerp van dezen middag buitengewoon
actueel is en niet kan worden gezien los
van de toenemende onkerkelijkheid. Van
meer belang dan de vraag naar organisatie
en reorganisatie is de opleiding der predi
kanten. Spr. memoreert, dat blijkens de
resultaten van de laatste volkstelling, de
Ned. Herv. Kerk het meest aan zielental
heeft verloren en de R.K. Kerk het grootst
en het talrijkst is gebleken.
Prof. Brouwer merkte op, dat hij alleen
kon spreken vanuit het standpunt van de
Rijksuniversiteit en de Ned. Herv. Kerk. De
Hersteld Lutherschen, Doopsgezinden en de
buiten de Ned. Herv. Kerk georganiseerde
Gereformeerden staan er anders voor.
Aan de Rijksuniversiteiten is de opleiding
Zeer gecompliceerd en in verband daarmee
sprak de hoogleeraar achtereenvolgens over
de volgende punten:
1. Hoe is deze toestand ontstaan?
2. Welke wijzigingen worden voorgesteld?
3. De eischen der tegenwoordige praktijk
4. Wat kan word§n voorgesteld, om aan
die eischen te voldoen?
Ter toelichting van het eerste punt ging
spr. terug tot den tijd der Republiek, de
gouden eeuw, toen ons land vijf Universi
teiten telde, die voor het meerendeel waren
gesticht om te zorgen voor goed onderlegde
predikanten.
Over het algemeen bestond er in dien tijd
samenstemming hieromtrent tusschen Kerk
en Staat.
De Revolutie bracht hierin eenige veran
dering, maar toch van geen blijvende betee-
kenis. Ook in de vorige eeuw werden, even
als vóór 1795, de theologische hoogleeraren
door den Staat benoemd.
In de zestiger jaren, toen de neutraliteits-
gedachte bij de liberalen zeer in trek was,
kwam bij monde van Opzoomer een positi
vistische strooming op, die de theologische
faculteit van de Universiteiten wilde ver
wijderen. Welk een verschil, aldus spr., met
den reformatietijd, toen de theologie een
©ereplaats aan de universiteiten innaml
De wet van 1876 bracht evenwel deze uit
sluiting niet De theologische faculteit bleef
gehandhaafd en men kreeg de onderschei
ding tusschen Staats- en Kerkelijke hoog
leeraren. Eerstgenoemden zouden de zgn.
neutrale vakken doceeren, de Kerkelijke
hoogleeraren konden dan zorgen voor de
leerstellige en practische godgeleerdheid.
Neutrale" theologie achtte spr. onbestaan
baar; zelfs wijsbegeerte, rechten en natuur
studie gaan niet buiten beginselen om.
Spr. releveerde nu eenige voorstellen, ver
betering in de opleiding beoogende, o.a. van
den overleden hoogleeraar prof. dr E. H.
.van Leeuwen, in „A.R. Staatkunde" en van
Prof. Dr. A. M. BROUWER
prof. dr L. Knappert, om daarna te komen tot
Die opleiding zij algemeen vormend. Thans
is het mogelijk, na Syz, hoogstens iVfc jaar
predikant te worden, hetwelk spr. bespotte
lijk noemde. Juist omdat het meuren ieel
der studenten niet aan de Universiteit komt
voor breede wetenschappelijke ontwikke
ling, maar om tot het predikambt te wor
den toegelaten, achtte spr. het candidaats-
examen alleen onvoldoende en oordeelde hij
het doctoraal examen onmisbaar. De prac
tische vorming is daarom van zoo groote
beteekenis, omdat de meeste predikanten
opgaan in het ambtelijk werk en weinig
aan de studie doen. Derhalve is noodzake
lijk een algemeene ontwikkeling. De voor
ganger moet zich rekenschap kunnen geven
van de eischen en de sfeer van den eere-
dienst. Op de catechisatie brenge hij de
leerlingen nader bij God; hij dient op de
hoogte te zijn met jeugdpsychologie en jeugd
organisatie. Als leider van den Kerkeraad
komt hij in aanraking met armenzorg. Het
is wel gemakkelijk, verworden toestanden te
aanvaarden als oude gebruiken, maar echte
Christelijke armenzorg, in verband met
sociale vragen, is gansch iets anders. Voort-s
mogen allerlei vraagstukken, zich bewegen
de om stad en platteland, kinderwetten,
boekhouding en administratie, niet blijver.
buiten zijn gezichtskring. Den Kerkeraad
geve hij geestelijke leiding en de gemeente
leden behoort hij aan den arbeid te zetten.
Zelf zij hij ook geestelijk raadsman en ziels
verzorger, die met liefde en tact, dóch ook
als man van beschaving zich in eiken kring
kan bewegen, Gewenscht zijn voorts eenig
medisch inzicht, karakterkunde en kennis
van sociale vragen.
Het is dus inderdaad voor den predikant
noodig een groote mate van algemeene ont
wikkeling te bezitten en in dit verband be
pleitte spr. de wenschelijkheid van een ver
blijf in het buitenland en studie aan een
buitenlandsche universiteit, al is 't maar
voor één semester.
Ten slotte betoogde spr. de noodzakelijk
heid van studie aan de Rijksuniversiteit;
de Kerk zorge door haar hoogleeraren voor
de kern van de theologische studie en de
practische opleiding. Om doelmatige vak-
verdeeling te verkrijgen en de practisclïe
vakken alsook de algemeene ontwikkeling
meer tot hun recht te doen komen, is een
derde Kerkelijke hoogleeraar noodig. Voorts
achtte spr. het gewenscht, dat doctorandi
in andere vakken tot het Kerkelijk voorbe
reidend examen kunnen worden toegelaten;
dat brengt er nieuw bloed in. Dan achtte
spr. noodig twee jaar studie na het candi
daats-examen, waarvan 4 of 6 maanden
verplicht hulppredikerschap, alsmede een
proponents-examen ten overstaan van een
vaste kerkelijke commissie.
Spr. achtte, wat hij vroeg, uitvoerbaar,
vooral met het oog op den grooten toevloed
van theologische studenten.
Discussie
Mr A. "de Graaf (Utrecht) gaf zijn
groote verbazing te kennen, dat in zijn 2S-
jarige praktijk ta.v. zedelijkheidsvragen,
kinderwetten, sociale en verwante vragen,
bijna nimmer een predikant om inlichtingen
vroeg. Aan de Utrechtsche Universiteit gaf
hij twee malen, telkens tien uren, college in
de vermelde vraagstukken en de belangstel
ling was buitengewoon groot. Spr. bemerkte
dat de studenten van de besproken zaken
niets wisten, groote belangstelling toonden,
met name de theologische studenten en uit
hun kring ontving spr. aangrijpende brie
ven. Spr. zou gaarne zien meer preventieve
medewerking in deze van onderwijzers en
predikanten.
Dr F. A. Cru 11 (Rotterdam) beluisterde
in zijn ambtelijk werk als predikant als
grootste klacht: er komt nooit een dominé!
Spr. illustreerde zijn betoog met de weer
gave van herderlijke ervaringen en conclu
deerde: wetenschappelijke jopge mannen
moeten er op uit!
Ds J. Groene weg (Doetinchem) oor
deelde specialisatie bij den aanvang der
studie wenschelijk en meende, dat de uit
voerbaarheid van het hulppredikerschap
DE S.D.A.P. EN DE NATIONALE
GEDACHTE
„REVOLUTIONAIRE PROPAGANDA
GEVAARLIJK SPEL"
DUS: HET ROER NAAR DEN WIND!
De commissie van advies omtrent de vraag
of het program en de taktiek der S.D.A.P.
moeten worden gewijzigd, heeft naar „Het
Volk" mededeelt haar verslag ingediend bij
het partijbestuur. Het zal zoo spoedig mo
gelijk ter perse gaan. Ir. J. YV. Albarda
deelt omtrent den inhoud van dit rapport
in de Arbeiderspers reeds het een en ander
mede.
Bij haar bespreking van liet vraagstuk der
democratie, zoo zegt hij, is de commis
sie uitgegaan van artikel III van de statuten
der Partij, waarin is vastgesteld, dat de
S.D.A.P. haar doel tracht te bereiken „langs
wettigen weg" en met de in dat artikel ge
noemde legale middelen. Een poging tot ge
welddadige actie zou slechts leiden tot een
verpletterende nederlaag, „tengevolge waar
van niet alleen de organisaties der arbeiders
klasse, maar ook haar rechten en vrijheden
en zelfs haar moed en vertrouwen voor
langen tijd verloren zouden gaan".
Waar de zaken zoo staan is een zoogenaam
de revolutionnaire propaganda, die de ver
wachtingen van een gewelddadige omwen
teling wil wekken, een gevaarlijk spel met
levens en belangen. Zoodanige propaganda
is niet bevorderlijk voor den groei der Partij.
Zij jaagt duizenden in de armen der tegen
standers en zij doet de Partij slinken tot
een machtelooze secte. Zaj bevordert slechts
de kansen van het fascisme.
Koningschap en nationale gedachte.
In het hoofdstuk ovpr „Koningschap en
nationale gedachte" maakt de commissie
vooreerst duidelijk, waarom de S.D.A.P.
evenmin als haar zusterpartijen in de Scan
dinavische landen, België en Engeland, een
actie tegen het Koningschap behoeft te voe
ren. „Evenals in andere landen, waar het
Koningschap de volksrechten niet aantast
en de ontplooiing der democratie niet be
lemmert, kan ook in Nederland de sociaal-
democratie de monarchie erkennen als den
grondwettigen staatsvonn, steunend op de
gezindheid van de meerderheid des volks."
„Ook de sociaal-democi-aat gevoelt zich
deel van het volk, dat in den loop der ge
schiedenis tot een geheel is geworden en dat
in het heden, ondanks zijn inwendige tegen
stellingen, een lotsgemeenschap is." Zijn
deel van de internationale taak der sociaal
democratie heeft de Nederlandsche sociaal
democraat in de eerste plaats in zijn volk,
met zijn volk en voor zijn volk té vervullen.
„Hij rekent zich tot de volksgemeenschap
en hij wil niet door anderen worden gestoo-
ten uit die gemeenschap, waarin hij ook voor
zijn beginselen en zijn idealen vrijheid en
plaats mag eischen."
Kiezer en gekozene
De commissie stelt, wat de verhouding
tusschen kiezers en gekozenen betreft, vast,
dat laatstgenoemden uiteraard gebonden zijn
aan de programs hunner partij. Zij mogen
daarvan niet afwijken zonder machtiging
der partij. Dit is een eisch van goede trouw
tegenover de partij en tegenover de kiezers
en dus een eisch van democratie.
Gekozenen zijn ook verantwoording schul
dig aan hun partij. De partij, als organisatie
der kiezers, mag over het beleid der geko
zenen haar oordeel uitspreken en zelfs, als
zij meent dat een gekozene in een gewich
tige aangelegenheid verkerd heeft gehandeld
hem uitnoodigen zijn mandaat neer te
leggen.
Eindelijk verklaart de commissie, dat zij
geen oordeel wil uitspreken over de vraag,
of de partij-organisaties, die in den laatsten
tijd adviezen over gemeenteraadszaken heb
ben uitgebracht, alleszins wijze raadgevingen
aan de gekozenen hebben verstrekt. Even
min heeft zij willen zeggen dat de organisa
ties, die raadsleden tot aftreding hebben ge
dwongen, daarmede goed hebben gehandeld.
Over deze vragen liepen ook in de commis
sie de antwoorden uiteen.
van de zijde der gemeente moeilijkheden
oplevert.
Ds Boeke (Haarlem) wees op de Gere
formeerde predikanten, die zoo degelijk op
de praktijk zijn ingesteld, hun studie bij
houden en toch niet aan de Rijksuniversi
teiten geweest zijn.
Nadat nog eenige andere sprekers aan de
gedachtenwisseling hadden deelgenomen,
beantwoordde de referent de gemaakte op
merkingen en werd de vergadering met
dankzegging gesloten.
ODOL-tandpasta
- dagelijks gebruikt -
voorkomt het leelijke verkleuren der
tanden en een onwelriekenden adem*
Inqezonden Mededeelinu
Wanneer Uw hoofdpijn (migraine) U overvalt bij het op
staan, vóór of na den maaltijd, loop dan even bij Uw drogist
of apotheker binnen en vraag een doosje "AKKERTJES".
Deze nieuwe vinding van Apotheker Dumonl wordt overal
en door iederen gebruiker geroemd om haar wonderlijke
resultaten bij Hoofdpijn, Migraine, Kiespijn, Zenuwpijn,
Influenza, Spierpijn, Neuralgische pijnen, Rheumalische pijnen.
Het is niet noodig U te laten plagen door Uw pijn. Want bijna on- K.
middellijk zullen AKKER-CACHETS U helpen en Uw pijnen snel mmm
tot bedaren brengen. Ook Gij zult opgetogen zijn over de resultaten.
Volgens recept van Apotheker Dumont. Slechts 50 cent per 12 stuks
VERDRONKEN
Nabij de Oude Tolbrug te Voorburg is door een
schipper het lijkje ongehaaid van het 2-jarig zoontje
van den heer W., dat vermist werd.
OVERTREDING VAN HET UNIFORM-
VERBOD
De gemeentepolitie van Kerkrade heeft proces
verbaal opgemaakt tegen een inwoner van Eijgels-
hoven, die een hakenkruis-dasspeld droeg. Het
corpus delicti is in beslag genomen.
BRANDEN
Te 's-Heerenber g (Gld.) is de woning van
J. Vredegoör afgebrand. Het vuur is ontstaan uit
een schoorsteenbrand. Een en ander was laag ver-
Te Usselo(Ov.) is de boerderij, bewoond
door H. Bos, afgebrand. De belendende schuur
bleef behouden. Huis en Inboedel waren verzekerd.
De oorzaak van den brand is een lek in den
schoorsteen.
ARBEIDSONGEVALLEN
Te Groningen werd de arbeider T. D. uit Zuid
broek bij de stroocartonfabriek van de N.V. Hooi-
tes en Beukelaar door een as van een machine
gegrepen en rondgeslingerd. Met zware verwondin
gen is de man in levensgevaarlijken toestand naar
het Academisch Ziekenhuis te Groningen overge
bracht
Te Nieuwer-Amstel viel de schippersknecht
L. M. uit Vlaardingen in het ruim van een in den
Amstel liggende boot doordat een collega een luik
had vergeten te sluiten. De man brak beide beenen
1 liep een lichte hersenschudding op.
DE „LIGGING" VAN COMMUNISTEN
Te Alkmaar weigerden steuntrekkende werkloo-
:n den verlaagden steun in ontvangst te nemen.
De politie wist de weigerdenden te verwijderen,
doch eenige communisten gingen op den grond llg-
waarna de politie ze naar een binnenplaats
overbracht, waar zij gingen staan, zoodra de politie
zich had verwijderd, om weer te gaan liggen, zoo-
dra de politie verscheen.
commissaris van politie toonde aan, dat deze
ing" onredelijk was, omdat de ambtenaren de
nieuwe regeling hadden uit te voeren en geen hoo-
gere steun kon uitgekeerd dan de minister had
goedgekeurd.
Hoewel men de juistheid daarvan erkende, ble-
:n de communisten bij hun „ligging", waarop zij-
ïar het politiebureau werden overgebracht Daar
werd na verhoor proces-verbaal opgemaakt we
gens huisvredebreuk in een lokaal voor den open
baren dienst bestemd.
Schaakrubriek.
TOURNOOI TE PARIJS
Voordat de laatste ronde aanving, werden
de hangpartijen uitgespeeld. Cukieiman
speelde gelijk tegen Lilienthal, doch verloor
van Baratz.
Aangezien Aljeohin reeds zeker was van
den eersten prijs, spande hij zich tegen
Lilienthal niet bijzonder in en nam na 17
zette met ï-emiso genoegen.
De partij Baratz-Tartakower, welke nog
van belang was voor de 2de plaats werd
eveneens remise.
SnoskoBorofski speelde een uitmuntende
partij tegen Frentz en won overtuigend.
De partijen GromerCukierman en La-
zardRaizraan werden remise.
De eindstand luidt: 1. Aljechin 8 punt;
2. Tartakower 6; 3 en 4. Bax-atz en Lilien
thal 5%; 5. Snosko-Borofski 5. Daarop volg
den Cukieiman 4, Raizman Zx/z> Frentz 3,
Gromer 2y2 en Lazard 2.
In dit tournooi heeft Aljechin bewezen,
nog steeds tot de superklasse te behooren.
Weliswaar telde deze wedstrijd niet uitslui
tend grootmeesters onder zijn deelnemers,
doch desniettemin bieden de resultaten wel
eenig houvast.
Wij zouden de spelers in drie groepen kun
nen verdeelcn. De groepen 1 en 2 worden
respectievelijk door Aljechin en Tarta
kower gevormde, de derde groep is de rest.
Wij verwachten nu van een wereldkam
pioen, dat hij zich tegen de spelers van
de in speelsterkte onmiddellijk bij hem aan
sluitende groep tenminste staande houdt,
meer wint dan verliest. Komen we bij een
iets zwakkere categorie terecht, dan ver-
wachten wij een geprononceerd overwicht
van den wereldkampioen. Aan deze ver
wachtingen heeft Aljechin volkomen beant
woord; dat hij tegen Tartakower remise
speelde is van beide zijden een volkomen
normaal resultaat en dat hij in de laat
ste ronde (reeds zeker van den eersten prijs)
tegen Lilienthal met remise genoegen nam,
doet daaraan niets af.
Tartakower daarentegen, heeft tegen de
zwakkere categorie 2YZ punt verspeeld: hij
verloor van LilienthaJ en kon tegen Raiz
man, Baratz en Lazard niet winnen. Daarin
juist onderscheidt zich Aljechin van de
overige grootmeesters. Tegen zulke spelers
Radio Nieuws.
WOENSDAG S NOVEMBER
Huizen (1875 M.) N.C.R.V. 8.00 Schriftlezing
-- 10.30 Morgendienst door Ds.
Haastrecht 11.00
J. F. W. Erdm
2.00 Grs
zegelvi
j 12.15 GI-e
3 3.00 Coi
6.00 1
Spr. dhr. A. J. Herwig te Bussum 7.15
Nod. Chr. Persbur. 7.30 Gruinofoon 8 00
Grumofoon 8.15 Orkest 9.00 Gramofoon
9.20 Orkest 10.05 Vaz Dias 10.15 Gramo
Hilversum (296 M.) V.A.R.A. 8.01 Gramo"
foon 10.15 Voor de arbeiders in de Conti
nubedrijven 12.01 Orkest 2.15 Gramofoon
3.00 Voor de kinderen 5.30 Concert 7.20
Orkest 8.15 Orkest 9.00 Kadio-tooneel
9.40 Orkest 10.30 Vaz Dias 10.30 Concert
11.00 Gramofoon
V.P.RO. 10.00 Morgenwijding.
R.V.U. Spr. Dr. C D J Brandt to Utrecht.
r u s s
foon -
(FrTm
mofoon
(1554 4 M.) 12.20 Orgel.
1.50 Gramofoo-
5 05 Concert
8.35 Concert 9.35 Concert
)eutschland
Concert 11,21
- 5.25
r (1634.9 M.) 6.00
foon 1.05 Gramofoon
•gel 6.20 Concert
[alundborg (1153.8 M) 11.20 Concert
1.20 Concert 2.20 Gramofoon 2.50 Orkest
7.35 Concert
1 12.55 Orkest 7.30 Orkest
Nat (261.3 M.); 12.20 Orgelconcert
6.50 Concert 9.3
'ar Us x Radio Pa. Us) (1724.1 M.) 8.05 Gramo
foon 12.35 Gramofoon 1250 Orgel 7.4Ö
Gramofoon 9 05 Concert
Varschau (1411,8 M.) 4.16 Gramofoon
4.25 Viool 5.40 Concert 7.35 Orkest
laat hij zelden of nooit een steek vallen. De
andere grootmeesters echter struikelen veel
eerder tegen zulke relatief zwakkere spelers,
ALJECHINS TOURNEE IN NEDERLAND
Aljechin heeft bij zijn simultaanseances
alweer geweldige scores gemaakt. Alleen te
Bussem moest hij menige veer laten. Hier
onder volgen de resultaten van de eerste vijl
seances.
Heerlen: gewonnen 29 (w.a 2 blind), re<
mise 1, verloren 1.
Maastricht: gewonnen 28, remise 1, verlo
ren 0.
Heemstede: gewonnen 35, remise 5, ver
loren 0.
Bussem: gewonnen 30, remise 5, verlo
ren 4.
Amstelveen: gewonnen 48, remise 2, ver
loren 0.
ALJECHIN VOOR DE RADIO
Dezer dagen is de wereldkampioen voor
de microfoon door Dr. Euwe geïnterviewd.
Enkele van zijn mededcelingen volgen
hieronder.
1. Bogoljuboff heeft Aljecihin voorgesteld
hun match om het wereldkampioenschap
op 1 Maart 1934 te doen aanvangen, met
welk voorstel Aljechin zich volkomen kan
vereenigen.
2. De spelers der jongere generatie ver
deelt Aljechin in twee groepen.
Tot de eerste groep rekent hij de spelers,
die zich reeds op grond van hun prestaties
onder de sterkste spelers ter wereld ge
schaard hebben. Onder hen telt Aljechin
o.a. Euwe, Flohr en Kashdan.
Tot de tweede groep rekent hij hen, die
weliswaar de hoogste treden van de ladddr
nog niet bereikt hebben, doch van wie men
dit in de toekomst zeker kan verwachten.
Als voorbeeld van deze categorie noemde
hij Fine (Ver. Staten), Botwinnik (Rus
land) en Eliskases (Oostenrijk).
3. Omtrent zijn z.g.n. consultatiepartijen
tegen Tartakower in het schaak-„café de la
Régence" te Parijs, waarover wij onzen le
zers reeds berichtten, heeft Aljechin een
boekje opengedaan, dat een geheel anderen
kijk op de zaak geeft
Aljechin zei, dat er over die partijen heel
wat in de pers is te doen geweest „maar",
vervolgde hij, „een paar dingen zijn blijk
baar niet gepubliceerd: lo. dat het geen
(kleine) match was; 2o. dat het geen con
sultatie partijen waren; 3o. dat Jiet zelfs
geen ernstige partijen waren; 4o. dat de
partijen niet waren opgeteekend. noch voor
publicatie bestemd; behoudens deze kleine
correcties is alles waar".
Natuurlijk kan na deze verklaring aan!
den uitslag der bedoelde partijen niet do
minste waarde meer worden gehecht Het
is, zooals Aljechin het zelf noemde, „een
schaak-café-succesje", meer niet
4. In Chicago lieeft Aljechin 32 partijen
gelijktijdig bljnd gespeeld. Hij meent, dat
hij dit aantal nog wel tot 35 zal kunnen op
voeren. De inspanning was zeker niet groo-
ter geweest, dan hij toen enkele jaren gele
den tegen een geringer aantal spelers blind
speelde.
FEUILLETON
DE SPAANSCHE CAVALIER
Door B. WAESTADT
HOOFDSTUK L
Op het kantoor.
„Is hij vandaag niet op het kantoor ge-
iweest?" riep de heer Paszmore, de tech
nische directeur van een ijzerfabriek in
Sevilla, uit. ,A's de hooggeboren heer Alcala
de Aguilera het beneden zijn waardigneid
acht ie zijn, zijn woord te houden tegenover
zijn patroon door zijn dienst te doen, dan
kan ik in plaats van hem wel een ander
krijgen, die het doet. De jonge mijnheer kan
voor mijn part zijn sigaren rooken of zijn
middagdutje doen, al naar het hem belieft,
ik zal hem niet storen, al zou zijn slaap ook
duren tot den terugkeer der Moeren". De
heer Paszmore wreef zich het verhitte ge
zicht met een bonten zakdoek af, tenvijl hij
dit zeide; want de brandende Andalusische
zon was nog niet ondergegaan en de kleine
werkkamer, die met de fabriek in verbin
ding stond, gloeide formeel van de hitte.
„De Aguilera voelde zich niet lekker en
Js daardoor misschien verhinderd te komen"
antwoordde Lucius Lepine, een jonge Engel-
sche kantoorbediende, die ook bij denzelfden
fabrikant in dienst was. „Hij zag er gisteren
erg slecht uit, toen hij den brief uit Madrid
hertaalde."
„Nu den brief is het daarnaar ook ver
gaan", zoide de hoor Paszmore op verdrie-
tigen toon, maar niettemin was hij niet m
6taat een lach te onderdi-ukken. „De gedach
ten van den genadigen heer zijn zeker in de
arena gewee st, anders ware hij niet op het
idee gekomen can de firma Tasco en Co. op
te geven ons 20 dozijn stieren in plaats van
messen te stui'en".
„De Aguilera maakt anders nooit derge
lijke vergissingen", merkte Lucius Lepine
op, die reeds om deze reden zich tot zijn
kameraad voelde aangetrokken, omdat zij
beiden onder bijna dezelfde verhoudingen
leefden, daar de Spanjaard evenals Lucius
door rflen nood was gedwongen te arbeiden
bij iémand die door geboorte en opvoeding
veel lager stond dan hij. „Het scheen mij
toe, dat De Aguilera inderdaad erg ziek
was", voegde Lepine er aan toe.
„Ziek Ja, hij ziet er altijd ziek uit, net
alsof hij zich voedt met rozijnen en kastan
jes", viel de heer Paszmore heim in de rede
„net alsof hij in zijn leven nog nooit een
hartig stuk rundvleesch heeft gegeten. Ik
veronderstel, dat velen van de jammerende
bedelaars, die het ons lastig maken, een
beter leven hebben dan deze voorname
mijnheer De Aguilera. En niettegenstaande
dat alles zegt men, dat hij er een paard op
na houdt het zal wel een erg mager
exemplaar zijn en zich zoo trotsch voordoet
als ware hij minstens staatssecretaris van
koningin Elisabeth. Ik geloof ook, dat Zijne
Hoogheid zich niet laat zien, omdat ik hem
gister eenvoudig „Aguilera" heb genoemd
zonder al die fijne bijnamen aan een op
zichzelf reeds veel te langen naam toe te
voegen".
De heer Paszmore klapte met de hem
eigen vlugheid en met zichtbaar welbehagen
in de handen en liet een schaterlach hooren
Lucius was in 't geheel niet gestemd om
aan deze vroolijkheid mee te doen.
„Luister eens, Lepine", zei plotseling de
fabrikant, „wil je morgen niet eens naar
het circus? In dat geval kun je wel een
plaats van me krijgen. Ik heb ook wel zin
om die aardigheid eens te zien, want daar
de voorstellingen altijd op Zondag zijn, ver
liest men er ook geen tijd mee voor zijn
zaken".
De jonge Engelschman kreeg een gevoel
van dankbaarheid, niettegenstaande den
ruwen beschermenden toon, waarop het
aanbod gedaan werd. Maar Lepine's mee
ning over do heiliging van den rustdag
kwam in geenerlei opzicht overeen met de
vreeselijke voorstelling in de arena; daarom
antwoordde hij ook op ietwat koelen Joon:
„Ik dank u, maar ik gevoel geen verlangen
om een stierengevecht mee te maken".
„Ik ook niet, ik ook niet; maar men moet
er toch eens een keer naar tóe", merkte d
heer Paszmore op, terwijl hij het groothoek
sloot, waarin hij zoo juist eenige aanteeke-
ningen had gemaakt. „Het is een barbaar-
sche voorstelling, vernederend voor een
beschaafd volk, maar geheel en al in over
eenstemming met den Spaanschen volks
aard. Voor een of twee eeuwen de heer
Paszimore was bij het opgeven van den tijd
minder nauwkeurig dan bij berekeningen
had dit volk nog zijn ketterverbrandingen.
In het jaar 1868 kreeg het de loestemmir
tot zijn stierengevechten. Vuur of blu°d,
bloed of vuur, zijn de eenige middelen om
het uit zijn traagheid op te schuddon en het
zoo nog voor eenige uren te houden". Peter
Paszmore, zel£ een degelijk zaken- en han
delsman, beschouwde lichtzinnigheid als de
grootste zonde.
„Het stierengevecht vordert het offer van
menschenlevensbegon Lucius, maar
zijn patroon viel hem direct in de rede.
„Daar vroeg ik heelemaal nxet naar",
verklaarde Paszrutye. „Wanneer het den een
of anderen dwaas belieft een paar stier
horens tusschen de ribben te krijgen, dan
moet men hem dat genoegen maar gunnen.
Als hij gedood wordt, dan is er weer een
dwaas minder in de wereld. Ha, ha, ha! Het
verlies van het paardcvleesch valt meer te
betreuren. Doch dat moet men maar aan de
Spanjaarden overlaten, zij hebben er ver
stand van alles op de zuinigste wijze in te
richten. Zij sturen er alleen zulke armelijke
beesten heen, als toch nergens meer :oe
deugen, zij doen hen in de arena een doek
voor de oogen en de stier verricht den
arbeid van den paardenslager, dat is alles".
Over het open gezicht van Lucius Lepine
gleed een uitdrukking van afschuw. Hij
werd ongelukkig en had het liefst het kan
toor verlaten, maar daar hij verplicht was
de kamer te sluiten, moest hij wachten tot
zijn patroon was heengegaan. De heer
Paszmore was heden bijzonder mededeel
zaam gestemd, en tenvijl zijn kleine, korte
vingers langzaam een paar bundels papier
bijeen bonden, zette hij het gesprek voort
zonder te letten op de drukkende hitte in
het vertrek of op de ongeduldige blikken
van zijn toehoorder.
„Spanje zal wel nooit een bijzonder be-
teekenend land worden", verklaarde hi.i,
„als het volk niet leert voor zi.iizelf en zijn
eigen zaken te zorgen, zijn eigen goederen
te vervaardigen en zijn eigen velden te be
bouwen, inplaats van allen nuttigen arbeid
aan buitenlanders over te laten. De
name heeren laten zelfs het bereiden der
spijzen aan anderen over en denken, dat
het al nederhuigend genoeg is, zoo ze hun
mond opendoen om de spijzen op te eten.
Ha, ha, ha! De lichtzinnigheid is het ver
gift van dit land."
„Ja, het bijgeloof, zooals u zeer juist op
merkt Het land wordt te gronde gericht
door een zwerm luie priesters en monniken
die hun rozenkransen bidden, inplaats van
hun krachten te gebruiken en die iederei
werkdag tot feestdag maken, omdat ze zoc
verschrikkelijk lui zijn. Als ik hier het heft
in handen had, dan had ik ze allemaal op
geruimd, de kloosters in armenhuizen ver
anderd en alle bedelaars daarheen getrans
porteerd. Wat noodig is om Spanje te ver
anderen in 'n land, dat kan worden ver
geleken met de andere landen van Europa
dat is een betere regeering, een waakzame
politie, meer arbeidslust en", hier zweeg
de fabrikant alsof het hem aan de nooiige
woorden ontbrak, om zijn schoone rede te
besluiten, en Lucius viel in „een gezonder
godsdienst".
„Ja, dat is weer een van uw ideeën",
foeterde de heer Paszmore, het met een
rood koord saamgeknoopte bundeltje pa
pieren op de tafel werpend, „jullie jonge
heethoofden zijt altijd klaar jullie
spannen ideeën toe te passen op zaken, die
jullie niet begrijpt".
Hierbij zij opgemerkt, dat de jonge Lepine
zelden een dozijn woorden op eenmaal ge-
bruikte*. wanneer zijn patroon aanwezig
was; want de fabrikant was, vermoedelijk
omdat hij alleen wilde spreken, steeds ge
neigd ieder die met hem praatte, van ver
kwisting te beschuldigen.
„Hoor eens, jongmensch", vervolgde het
opperhoofd der firma, op vaderlijken toon,
„ik raad u, dat u in den tijd, dien u in
Sevilla zult doorbrengen, uw onpractische
droomerijen even zeker en veilig opbergt
als uw boek met rekeningen. Madrid is
Londen niet, en evenmin is Isabella onze
goede koningin Victoria. De inquisitie vangt
cn pijnigt haar slachtoffers weliswaar niet
meer in letterlijken zin, zooals vroeger,
maar de slang is slechts verdoofd en niet
dood. De monniken worden direct roerig, al
zijn ze overigens nog zoo lui, wanneer ze
bemerken, dat iemand hen wil beletten hun
bedrijf uit te oefenen. Speel nu niet voor
Don Quichotte door hier te gaan vechten
tegen wat u bijgeloof noemt. Het is niet
alleen in de arena, dat een dwaas met een
rood vlaggetje in de hand een vijand tegen
kan gaan, die veel te sterk voor hem is en
die zich door twee horens laat spiesen. Ge
zoudt uzelf licht in het ongeluk kunnen
storten", vervolgde de verstandige heer
Paszimore, „en ik heb geen trek mijn geld
weg te werpen om een kantoorbediende los
to koopen uit de gevangenis, waarin nij
door zijn eigen dwaasheid is gekomen. Ik
heb u vriendelijk gewaarschuwd, waarde
heer".
Na het einde van deze rede greep de heer
Paszmore zijn hoed en verliet de kamer.
(Wordt vervolgd)