I
NATIONALE
BINNENLAND.
Het derde jaar van het N.C.C.
MAANDAG 2 OCTOBER 1933
TWEEDE BLAD PAG. 5
OFFICIEELE BERICHTEN
I tot ridder In
)rde van Oranje-Nassau. P. L a m o r e.
I der openbare lagere school II te Ben-
RIJKS VERZEKERINGSBANK
Bü Kon. bealult Is n
11)34 aan J. W. A.
op ztfn verzoek eervol
Dsec-aat van NoutauUe
italag verleend als In-
er agenten der RUksverzekertngs-
dankbetulglng voor de door hem lr.
die betrekking bewezen diensten.
NOTARIAAT
notarissen te Zwolle C. H. Dieters, Inspecteur
der registratie en domeinen te Zwolle.
VERLENGING VAN ARBEIDSTIJD
AMBTENAREN ZIJN IN DE REGEL
OVERBELAST.
Een paar lezers-ambtenaren hebben zich,
naar hun zeggen, geërgerd over hetgeen wij
schreven en citeerden over een eventueele
.verlenging van de werktijd der ambtenaren.
Daar was geen reden voor, omdat wijzelf
het hatelijke, dat er in de ironische opmer
kingen kón liggen, hebben weggenomen.
Doch ook afgezien daarvan, mag er nu
nooit eens een aardigheid gezegd worden
en nog wel zoo een, welke in de kringen
der ambtenaren zelf rondverteld werd? Een
krant is toch vaak al zoo saai
Intusschen maakt de heer A. Witzel te
Utrecht enkele opmerkingen, welke we
gaarne ter overweging doorgeven, zonder
wat geschreven is te beoordeelen; uitwisse
ling van gedachten is altijd goed.
Deze inzender schrijft dan o. m.:
„Ik ben ongeveer 17 jaar justitie-ambte-
ïiaar en dus wel bevoegd tot oordeelen en
dan kan ik U met een vrij geweten verkla
ren, dat het in het algemeen hoogst onbil
lijk zou zijn vooral na &1 de loonkortin-
gen van de laatste jaren om den werk
tijd te verlengen. Niet zelden toch wordt
reeds thans het allermeeste gevergd van de
ambtenaren en dat soms voor een salaris,
waar U van op zoudt zien. Eén „geval"
slechts. Ik ken een ambtenaar: 42 jaar oud,
gehuwd, met drie kinderen, waarvan de
oudste jongen M.U.L.O. onderwijs geniet.
Met ambitie en veel ijver verricht deze
ambtenaar zijn waarlijk vaak inspannenden
arbeid. En dat tegen een salaris van
117.— per maand en met ingiang van 1
Januari a.s. gaat daarvan nog 5 afl
Dit geval staat heusch niet op zich zelf!
Op de parketten van de verschillende ge
rechten (om slechts daarbij te blijven) is
het werk in de laatste jaren zoo reusachtig
toegenomen, dat men vaak blij is, als de
dagtaak er opzit Een langere werktijd zou
iwerkelijk te veel gevergd zijn. Overwerk
'(dat nimmer extra betaald wordt) is geen
zeldzaamheid. Arbeid op Zondag
evenmin! 't Zou werkelijk niet kwaad
zijn als daarnaar en naar den aard van het
te verrichten werk eens een serieus onder-
Eoek werd ingesteld."
1 NEDERLANDSCHE BOND VAN!
I GEMEENTEAMBTENAREN
Hr. F. A. HELMSTRIJD HOOFDREDAC-
<Vii TEUR VAN HET WEEKBLAD
.Tot hoofdredacteur van hel weekiblad voor
Öen Ned. Bond van gem. ambtenaren is in
dia vacature prof. Dr. G. A. van Poelje
noemd de heer Mr. F. A. Helmstrijd,
meente-secretaris te Boskoop.
NEDERLANDSCHE GOEDEREN
TRANSPORTEN
NAAR DUITSCHLAND STOPGEZET.
Gemeld wordt:
De Bond van bedrijfsautohouders in Ne
derland (B. B. N.) stelde de Ministers varr
Buitenlandsche Zaken en van Waterstaat
telegrafisch ermee in kennis, dat het Neder-
landsche goederentransport naar Duitsch-
land o. m. ook het meubeltransport door do
Duitsche autoriteiten volkomen is stopgezet.
Van Duitsche zijde beroept men zich daarbij
op de nieuwe regeling welke 15 Augustus
j.i. is gepubliceerd en welke eerst in 1 Dec.
in werking zou treden. In Nederlandschc
expediteurskringen heerscht groote ontstem
ming over deze belemmering van Neder-
landsch transport naar Duitschland, temeer
omdat de Nederlandsche regeering Duitsche
transportondernemers geen enkele belem
mering in den weg legt. Het geheele goede
renvervoer komt hierdoor in handen van
Duitsche expediteurs.
De B. B. N. verzocht aan den Minister
van Buitenlandsche Zaken onmiddellijk te
willen ingrijpen eventueel terstond maat
regelen te willen treffen, waardoor de Duit
sche transportondernemingen in Nederland
aan dezelfde beperkende bepalingen zullen
worden onderworpen als waaraan de Ne
derlandsche in Duitschland bloot staan.
DE AMSTERDAMSCHE POLITIE
EN DE 9e SEPTEMBER
Circa 80 leden der afdeeling Amsterdam
van den Alg. Bond van Politiepersoneel in
Nederland hebben bedankt, omdat hij niet
heeft deelgenomen aan het défilé voor de
Koningin op 9 dezer.
De Politiebode, welke dit mededeelt, ont
hult tevens waarom deze bond onder om
standigheden als nu, bij de opening der
Staten-Generaal, niet kon meedoen. En wel
omdat hier gold het parool: tegenover den
„Rooden Dinsdag", den „Oranje-Dinsdag".
Het was een politiek steekspel en daaraan
mocht de politie niet deelnemen, omdat ze
boven de politieke parijen staat!
Een uitvlucht, welke even voos is als al
les wat van bondszijde tot dusver is ge
zegd. Want de Koningin staat in elk geval
boven alle partijen en de hulde aan Haar
wordt gebracht aan het hoofd van onzen
Staat.
GRAFISCHE TENTOONSTELLING
De Federaitie dier Werkge versorganisatiies
iln het Boekdrukikersbedrijf hoopt in Nov.
vain het volgend jaar haar zilveren feest te
gedeniken. Zij wenscht d'it onder meer te
doen, door het organiseeren van een al-
Grafische Tentoonstelling. De medewerking
de belangstelling van verschillende zijden
is reeds groot Het bestuur twijfelt dan ook
niet aan het succes van deze expositie. Zij
zal zaakkundig en artistiek worden opge
zet en zal, wat kwaliteit van inzendingen en
omvang betreft, verre alle vorige tentoonstel
lingen overtreffen. De tentoonstelling zal ge
houden worden te Utrecht in het Jaarbeurs
gebouw.
CRISISMAATREGELEN
Afgekondigd zijn een besluit tot aanwij
zing van sago, tapioca enz. als crisisproduc
ten in den zin van art. I 105e Van de land-
bouwcrisiswet 1933; en een besluit tot wijzi
ging van de artt. 3, 5, 6, 7 en 8 en tot be
paling van den dag van het in werking
treden van de artL 1, 2, 5, 6. 8, 9 en 10 van
het crisisgraanbesluit 1933.
LEVENSVERZEKERING-BANK Rotterdam
betaalt f 10.000
aan Uw erven'
r indien gij Van Uw 30ste jaar
af jaarlijks 167,stort
ROFFELRIJMEN
Het Geuzengesticht
NIEUWE INZAMELINGSCAMPAGNE
RADIO-AVOND EN LUISTERWEDSTRIJD
Het Nationaal Crisis Comité zal zijn derde
bestaansjaar aanvangen met een nationale
inzameling. In verband hiermede wordt
Dinsdagavond een speciale Radio-avond ge
geven. Prinses Juliana zal om half tien het
woord richten tot de luisteraars.
Voorts zullen spreken de voorzitter Jhr.
Van Citters, de ondervoorzitter, baron
Van Heemstra en de penningmeester
Mr. Men ten.
Voorts is een groote „1 uisterwedstrijd'ge
organiseerd. Koos Koen zal 10 personen voor
de microfoon laten kocom, di£ hun va-
HET. D00DELIJK ONGELUK TE TRICHT
"De resten van de auto, 'die op 'den onbewaakten overweg door 'den trein werd gegrepen
en ong. 100 meter werd meegesleurd. De bestuurder, de heer D. v. d. Water werd gedo
pd, zijn zuster gewond.
wordt deze distributies in den komenden
winter te hervatten.
Wat den steun aan de kleine boeren be
treft, heetft het Comié gemeend, mede
verband met de thans in werking getreden
ïringsmaatregelen, zich van het verlee-
nen van verderen rechtstreekschen steun aan
den land- en tuinbouw te moeten onthouden.
Met betrekking tot de extra-hulp aan 1
loozen kan worden medegedeeld dat
1934 door de Regeering, evenals de beide
vorige jaren een bedrag van 750.000 is
getrokken.
De Crisisbriefkaarten
Tot einde Dec. blijven op de postkanto
ren en kiosken geïllustreerde briefkaarten
van 3, 5 en cent verkrijgbaar, welke met
een toeslag ten behoeve van het Nationaal
Crisiscomité a 5 ct., 8 et en 11 cent worden
verkocht. De kaarten blijven nog het geheele
jaar 1934 geldig voor post verbruik, en kun
nen ook bij die Plaatselijke Comité's of bij
het Centraal Comité, Kneuterdijk 20 te
Gravenhage worden aangevraagd.
Voorts zullen volgend jaar crisispostzegels
worden uitgegeven.
Giften afkomstig van loterijen en spelen
als Straperlo e.a. worden door het Comité
niet geacceipteerd, omdat dit bij een groot
gedeelte van het Nederlandsche volk erger
nis zou verwekken.
Reeds meermalen gaf Prinses Juliana blijk
van haar warme sympathie voor Nationaal
Crisis-Comité. Bovenstaande foto werd ge
nomen tijdens haar rede voor 't N. C. C. op
23 November 1931.
oantie vertellen. Het is nu de vraag de volg
orde dezer personen juist op te geven en te
vens te vermelden over welk vacantie-oord
elke spreker (ster) het heeft gehad. Oplossin
gen moeten worden ingezonden aan het Na
tionaal Crisis Comité, uiterlijk tot 11 October
middernacht, op orisisbriefkaarten. Op deze
briefkaarten moet een minimum van 25 ets.
postzegels worden geplakt Dat mini-
kan echter liefst zoo ruim moge
lijk worden overschreden, want de volle
waarde van alle bijgeplakte postzegels wordt
door het Hoofdbestuur der P.T.T. aan het
Comité uitbetaald.
De kringen van handel en indiustrie heb
ben voor deze prijsvraag een groot aantal
belangrijke prijzen beschikbaar gesteld.
Arbeid in afgeloopen Jaren
Tot 1 Sept jl. werd aan giften in geld
rond 1.550.000 ontvangen, en uitgekeerd in
geld 635-000, en in natura 300.000, terwijl
nog 170.000 is vastgelegd.
Als hoofdposten mogen voorts nog ver
meld worden: steun aan beeldende kunste
naars en toonkunstenaars 9. 495.schip-
perssteun 26.478.53; steun voo>r kampwerk
ten behoeve van jeugdige crisiswerkloozen
25.000.—.
Een belangrijk deel van het Crisiswerk is
de goederen distributie geweest.
In het tijdvak Nov. 1932April 1933 werd
door het Leger des Heils in samenwerking
met het In- en Verkoopbureau van Tuinbouw
producten te Alkmaar in de gemeenten Am
sterdam, Rotterdam, 's Gravenhage, Gouda,
Delft en tijdelijk Haarlem met steun van het
Nationaal Crisis Comité en de betrokken
plaatselijke afdeeiingen een distributie van
onverkoopbare groenten ter hand genomen,
waarmede gunstige resultaten zijn bereikt
In het geheel werd een hoeveelheid van
744.450 Kg. of pl.m. 180 wagonladingen groen
ten aan behoeftigen uitgereikt Voor het Na
tionaal Crisis Comité brachten deze distribu
ties uitgaven mede ten bedrage van
3.204.34, door de plaatselijke comité's -werd
daarvoor 1.608.12 bijgedragen. Overwogen
tusschen de mededeeling en ons stukje
bestaat. Een aansporing om „Simavi" te
steunen is heel wat anders dan propaganda
een politieke beweging van het soort
der Jongeren Vredesactie.
De mededeeling van „Simavi" moge op
zich zelf beteekenis hebben; zij had het niet
in verband met onze opmerking.
RESTAURATIE NIEUWE KERK
TE DELFT
FONDS GESTEGEN TOT f 40.000.
De restauratiecommissie voor de Nieuwt
Kerk te Delft deelt ons mede, dat hel fonds
voor de restauratie in de maand September
gestegen is van f 28.000 tot f 40.000. Dit re
sultaat werd bereikt door den Nationalen
speldjesdag op 31 Augustus, die c.a. f 6.000
opleverde en den bazar, die dezer dagen te-
Delft werd gehouden.
DE A.V.R.O.
EN DE JONGEREN VREDESACTIE.
Een lezer, de heer W. D. G. stelt ons de
vraag, waarom de N. C. R. V. geweigerd
heeft het bericht van „Simavi" uit te zen-
Wij moeten daarop het antwoord schuldig
blijven. Van de weigering wisten we niets,
voor „Simavi" het ons schreef; naar de re
den hebben wij niet geïnformeerd.
De geachte inzender schrijft ons verder:
„Wat betreft de laatste alinea van uw
bericht in het blad van 28 dezer, trof het
mij ten zeerste onaangenaam, dat U Uw
bericht in Uw blad van 25 dezer niet ten
volle terugnam, doch dit met een scham
pere opmerking ter zijde stelde."
Wij moeten hem beleefd opmerken, dat
deze „schampere opmerking" niet door ons.
maar door „Simavi" gemaakt is; uit de aan-
halingsteekens bleek voldoende, dat wij aan
het ingezonden bericht geen zin, geen woQrd
en geen letter hebben toegevoegd.
Wij lieten dat opzettelijk na, omdat wij
tot heden nog niet begrijpen, welk verband
HET FRIESCH IN DE
RECHTSZAAL
EEN ONVERWACHTE WENDING, DIE
TEGEN DE HUIDIGE PRAKTIJK
INDRUISCHT
Wie do zaak-Piebenga met belangstelling
heeeft gevolgd en met spanning de beslissing
van het Hof tegemoet zag, moet wel
schrijft de Leeuw. Ct tot de conclusie
komen, dat de kwestie van het Friesch
de rechtszaal zooal niet een dramatische
dan toch een onverwachte wending heeft
genomen.
Was het tot nog toe communis opinio,
dat zij, die zich niet voldoende in het Ne-
derlandsch konden uiten zich in de recht
zaal van het Friesch konden bedienen, een
standpunt, dat blijkens het antwoord op
de vragen van den heer Van Houten door
den minister werd gedeeld, thans blijkt
het, dat de vice-president mr. J. A. Stoop en
nF.ar men uit diens repliek op het pleidooi
van mr. van der Schaaf mag afleiden, ook
de procureur-generaal mr. Sluis, een ande
re zienswijze zijn toegedaan.
Beiden wezen op het Wetboek van Straf
vordering, dat het gebruik van tolken, in
dien verdachten en getuigen de Nederland
sche taai niet machtig zijn, imperatief
voorschrijft Hieruit zou dan volgen, dat de
wetgever van de veronderstelling uitgaat,
dat in de Nederlandsche rechtszalen de
Nederlandsche taal moet worden gebruikt
en dat het Friesch, althans zonder tegen
woordigheid van een tolk, er dus niet toe
gelaten kan worden.
Een standpunt, dat o.i. juridisch zeer
sterk staat, doch dat indruischt tegen de
heerschende practijk in Friesland. Want
tot nu toe werd justitiabelen, die het Neder-
landsch niet voldoende machtig waren,
steeds toegestaan Friesch te spreken. Ja
zelfs wist de hoofdredacteur van „De Stim
'Sticht .Wilhelmus
Ik schrijf met genoegen
een roffelgedicht
Gewijd aan den Briel
en z'n Geuzengesticht.
Den Briel, zoo je iveet,
is ik weet niet hoe oud
Daar is 't eerste bolwerk
der vrijheid gebouwd;
Maar dat niet alleen:
in het stadje van Been
Herleeft de historie
in ijzer en steen:,
Daar lééft de historie
in kerk en stadhuis,
Daar vóél je de vrijheid,
daar voel je je thuis
Daar staat, zestig jaar nu,
het Geuzengesticht,
Dat trouw er een ■prachtige
taak heeft verricht:
De wees van den zeeman, j
verivaarloosd voorheen,
Bij afslag „besteed",
als een blok aan het beert
Der armen „verzorging"
dier dagen beschouwd
Werd daar aan de zorgen
van ouders vertrouwd
Daar werd aan de weezen
de vreugde bereid
Van Christlijke liefde
en hartelijkheid;
Daar leefde de liefde
zich uit in de daad,
Daar rijpte de vrucht
•van het geestelijk zaad
Daar brandde het offer, J
het levende licht;.,, j
Dat is de verdienste
van 't Geuzengesticht!
In 't stadje der Geuzen
én 't Utrechtsch tehuis,
Droeg ouderen schouder
der kinderen kruis
Komt, brengen wij hulde
het kloeke BestuurI
Komt, brengen w' een offer:
de tijden zijn duur!
Komt, laat onze gift dan
een feestgave zijn:
Wij volgen toch graag
de historische lijn?!
(Nadruk verboden.)
LEO LENS
fen Fryslèn" vier gevallen te noemen, daC
personen, van wie de rechter op redelijken
grond kon aannemen, dat zij het Neder»
landsch voldoende beheerschten, toege»
staan werd zich van dit Friesch te be«
dienen.
Legt het Hof de meeninig van den pro-
sident en van den procureur-generaal in
zijn arrest vast en blijkt het, dat de Hooge
Raad deze zienswijze deelt, dan zal het
Friesch, tpnzij bij aanwezigheid van eetf
tolk, in het vervolg in de rechtszalen con
trabande zijn.
HET TWENTE-
RIJNKANAAL
Ter verwijdering van
grondwater in den sluis-
put van het Twenle-
Rijnkanaal nabij Hen
gelo is een groot aantal
pompen in werking.
FEUILLETON
WAT EEN KIND VERMAG
Naar het Engelsch
yan FLORENCE MONTGOMERY
(15
Dezelfde gedeelten, die hij zoo vervelend,
Eoo doodsch had gevonden, waren in de
oogen van het kind vol betoovering.
Dat ellendige plantsoentje, die donkere en
Vuile hooizolder, die sombere moestuin, zij
leefden allen door zijn eigen scheppingen.
De dingen, dit begon oom Jolhn nu in te
Zien, zijn, zooals zij, die er naar kijken ze
maken.
Het ligt niet zoozeer aan de voorworpen
zelf maar aan de wijze, waarop men ze
nadert. Het kind schiep niet alleen zijn
eigen wereld: het bevolkte haar ook.
En dit deed het niet door verbeeldings
kracht. Er werkte hier een andere kracht,
die John Ramsay een raadsel was-
Het kind bezat het vermogen, om tot onder
het uiterlijke door te dringen, een vermogen
waarvan hij geheel ontbloot was.
Het zag lieflhebbende harten en mensche
lijke gevoelens, waar hij slechts dienstboden
zag; het zag een wezen met vrees en hoop
bezield, waar hij slechts een, stijven, jongen
huisknecht aanschouwde. Het deed meer.
Het drong door een weinig belangwekkend
en alledaagsch uiterlijk, en vond daar de
Weerkaatsing van zijn eigen liefde en sym
pathie; het wekte bij anderen op, wat het
zelf sdhonk. Ja zeker, het kind veranderde
als 't ware alles in goud, dacht John Ram
say; niet op de droge prozaïsche manier,
waarop hij het gedaan had, niet in koud,
onbevredigend metaal, zooals bij de aan
raking van zijn vingers geschiedde, maar
op geheel andere wijze.
Wat was dat domme gelaat van dien
wezenloozen ouden boer niet opgehelderd,
toen het kind naderde! Wat werd al het
verborgen goud van zijn natuur in zijn ge
laat te voorschijn geroepen!
Wat zag het kind overal veel, waarvoor
zijne, Jolhn Ramsay's oogen, gesloten waren!
„Gezegend" zeide hij bijna onwillekeurig
tot zich zelf, ,gijn de oogen, die de dingen
zien, welke gij ziet de ooren, die de din
gen hooren, welke gij hoort Hunne ooren"
hier gevoelde hij plotseling de groote
tegenstelling „kunnen niet meer hooren
en hun oogen hebben zij gesloten".
Voor het ziende oog en het liefhebbend
hart verrijst een sclhoone wereld uit de
alledaagsche wereld rondom ons.
Maar aan verblinde oogen en een verhard
hart wordt zulk een visioen niet gegund.
En toen John Ramsay de dingen in dit licht
bekeek, dacht hij, hoeveel meer er misschien
in dit leven te zien was zoo hij het slechts
kon zien, hoeveel meer er misschien van
zijn diepen grondtoon zou te hooren zijn, zoo
hij het slechts hooren kon! Hoeveel meer er
was in de wereld buiten hem en in zijn
naaste omgeving, dan hij tot nu toe had
kunnen ontdekken1 want
De wereld breidt zich verder uit
Dan ons verstand kan vatten;
Ons oor verneemt niet elk geluid,
Ons oog kan 't al niet e:Latten.
Het was een nieuwe, diepe gedachte voo?
iemand, die zijn geheele leven slechts wei
nig nagedadht had.
Zijn blik werd er door verruimd*
Hij dacht er lang over na.
Toen de heer Ramsay dien avond naar
bed ging, opende hij met een belangstelling
die hij in jaren niet bij zich had voelen op
komen, den bijbel, dien zijn moeder hem
gegeven had, toen hij naar school ging en
na veel zoeken want ongelukkig las hij
er bijna nooit in, en kon hij dus niet ter
stond vinden, wat hij wensertjte, vond hij
twee plaatsen, die hij aanteekende en waar
bij hij den datum van dien dag zette.
En toen hij het boek sloot, peinsde hij
over de woorden op die plaatsen, woorden,
waaraan hij tot op dit oogenblik in lange,
lange jaren niet gedacht had.
„Tenzij dat iemand wederom geboren
worde, hij kan het Koninkrijk Gods niet
zien" en „Zoo wie het Koninkrijk Gods niet
ontvangt, gelijk een kindeken, die zal in
hetzelve geenszins ingaan".
HOOFDSTUK X.
Een vreemd paar.
Het plan, voor één dag gevormd, scheen
kans te hebben leefregel te worden, want de
volgende en de daaropvolgende dag zagen
dit vreemde paar het grootste gedeelte van
hun tijd samen doorbrengen.
John Ramsay kreeg zijn belooning; want
toen hij in het heerlijke zomerweer hand in
hand met zijn kinderlijken gids ronddwaal
de, werd hij dagelijks meer ingewijd in de
.heerlijkheden, die het oude „Manor House",
in de oogen van zijn neefje tot een paradijs
maakten.
Het kind zag overal iets schoons. Elke
hoek vloeide over van verrassingen. Dat, wat
anders weinig belangwekkend zou gesche
nen hebben, werd onder de leiding van het
kind een bron van vreugde.
Alles wat kleine Gillie naderde, scheen,
zoo kwam het zijn oom voor, te verhelde
ren. Alles waarop zijn blik rustte, scheen te
stralen.
Elk plekje, hoe weinig belangwekkend ook
te voren, scheen, wanneer het ventje er bij
kwam, eensklaps te schitteren, alsof de
zonnestralen er op vielen.
Hoe meer John Ramsav in den kinder
geest doordrong, zooveel te meer zag hij in
alles wat hem omringde, en des te meei
werd hij doordrongen van de tegenstelling,
die er bestond tusschen het kind en hem
zelf.
Het verschil tusschen hen lag in werke
lijkiheid hierin:
De een keek door een doorschijnend glas
en zag Gods wereld helder en liefelijk: do
ander had het kwikzilver van zijn eigen
zelfzucht achter het glas geplaatst, dat daar
door niets dan zijn eigen ontevreden gelaat
terug kaatste zijn eigen onvoldaan en
onbevredigend bestaan en zijn mislukte
poging om gelukkig te worden, ofschoon hij
zijn leven besteed bad om daartoe te gera
ken. Alsof iets ooit geluk kon aanbrengen
aan iemand, die uitsluitend aan zich zelf
denkt!
Maar hij leerde reeds iets, leerde meor,
dan hij verwacht had, toen hij deze zonder
linge vriendschap pas aanknoopte, leerde
iets van de goddelijke les yan onbaatzuch
tigheid en van alles, wat zij met zich brengt.
De derde dag was een Zondag. Het was,
zooals wij weten, John Ramsay's gewoonte
niet om uit de kerk thuis te blijven. Maar
de kerk, waar zijn broeder preekte, was,
zoo hoorde hij van juffrouw Pryor, gesloten
en het dichtst bij was die in het landstadje
negen mijlen van het buiten- Daar hij meen
de, de vermoeienis van een langen rit niet
te kunnen verdragen, besloot hij thuis te
blijven.
Als hij gedacht had, dat zijn gedrag niet
opgemerkt zou worden, dan werd hij spoedig
uit den waan geholpen.
Gillie kwam vroeg de bibliotheek binneD
op zijn Zondags uitgedost, met een buiten
gewoon groot gebedenboek onder zijn arm.
en naar zijn oom toegaande, verzocht hij
dezen om een half velletje papier. De heer
Ramsay voorzag er hem terstond van en
vraagde hem, toen hij het hem overreikte,
waar het voor dienen moest
„Ik ga het in reepjes scheuren, er leestee-
kens van maken en dan mijn teksten op
zoeken", antwoordde Gillie. „Het is wat laat
en bet zal gauw tijd zijn om naar de kerk
te gaan".
„Ik ga niet naar de kerk", zeide de heer
Ramsay aarzelend.
Gillie bleef stil staan in het midden van
de kamer met zijn gebedenboek in de eene
en het velletje papier in do andere hand.
„Niet naar de kerk?" riep hij uit
„Neen, vandaag niet", antwoordde de heer
Ramsay-
„Maar oom John", zeide Gillie, „het is
Zondag".
„Ik weet het wel, kind, ik weet het wel",
en toen hield hij op. Er yolgde een oogenblik
eenigszinj
van stilte; daarna zeide
verschrikt stemmetje:
„Oom John, is u een heiden?**
„Neen, neen ventje, hoe kunt ge daf
denken?"
Gillie slaakte een zucht van verlichting*
„O, wat ben ik blij! U deed mij zoo schrik
ken; ik dacht, weet u, dat, daar u zoolang
in heidensche landen geweest is, u er mis
schien ook een geworden was, ziet u. O!
zou het niet vreeselijk geweest zijn, als u
afgoden had aangebeden?"
„Hunne afgoden zijn goud en zilver. IK
ben niet zeker, dat ik het niet doe", mom
pelde John Ramsav tot zich zelf. ,.En waar»
in ligt eigenlijk het onderscheid?"
„Oom John", gipg Gillie voort, hem op»
lettend aanziende, ,u is toch niet Roomsch,
wel?"
„Roomsch? Neen. Waarom?"
„Ik dacht, dat u het misschien was, om
dat u niet naar de kerk gaat. Er logeerde
eens een dame bij ons, die nooit naar de
kerk ging en daarom vroeg ik Paatje waar
om, en hij zeide, dat zij Roomsch was en
naar haar eigen kerk ging, maar er was er
geen in den omtrek. Maar ik ben toch blij",
voegde bij er met een zucht van verlichting
bij, „dat u niet Roomsoh is- Het zijn wreede
menschen, vind ik".
„Wreed, waarom?"
„Onze kindermeid zegt, dat zij insecten in
rle kerk verbranden en ik vind dat erg wreed,
vind u ook niet! Maar oom John, daar wij
niet naar de kerk gaan, zal u zeker hier ge
beden lezen. Zal ik de etensbel gaan luiden!'*
IWordt vervolgd.)- A