I NATIONALE BINNENLAND. Het derde jaar van het N.C.C. MAANDAG 2 OCTOBER 1933 TWEEDE BLAD PAG. 5 OFFICIEELE BERICHTEN I tot ridder In )rde van Oranje-Nassau. P. L a m o r e. I der openbare lagere school II te Ben- RIJKS VERZEKERINGSBANK Bü Kon. bealult Is n 11)34 aan J. W. A. op ztfn verzoek eervol Dsec-aat van NoutauUe italag verleend als In- er agenten der RUksverzekertngs- dankbetulglng voor de door hem lr. die betrekking bewezen diensten. NOTARIAAT notarissen te Zwolle C. H. Dieters, Inspecteur der registratie en domeinen te Zwolle. VERLENGING VAN ARBEIDSTIJD AMBTENAREN ZIJN IN DE REGEL OVERBELAST. Een paar lezers-ambtenaren hebben zich, naar hun zeggen, geërgerd over hetgeen wij schreven en citeerden over een eventueele .verlenging van de werktijd der ambtenaren. Daar was geen reden voor, omdat wijzelf het hatelijke, dat er in de ironische opmer kingen kón liggen, hebben weggenomen. Doch ook afgezien daarvan, mag er nu nooit eens een aardigheid gezegd worden en nog wel zoo een, welke in de kringen der ambtenaren zelf rondverteld werd? Een krant is toch vaak al zoo saai Intusschen maakt de heer A. Witzel te Utrecht enkele opmerkingen, welke we gaarne ter overweging doorgeven, zonder wat geschreven is te beoordeelen; uitwisse ling van gedachten is altijd goed. Deze inzender schrijft dan o. m.: „Ik ben ongeveer 17 jaar justitie-ambte- ïiaar en dus wel bevoegd tot oordeelen en dan kan ik U met een vrij geweten verkla ren, dat het in het algemeen hoogst onbil lijk zou zijn vooral na &1 de loonkortin- gen van de laatste jaren om den werk tijd te verlengen. Niet zelden toch wordt reeds thans het allermeeste gevergd van de ambtenaren en dat soms voor een salaris, waar U van op zoudt zien. Eén „geval" slechts. Ik ken een ambtenaar: 42 jaar oud, gehuwd, met drie kinderen, waarvan de oudste jongen M.U.L.O. onderwijs geniet. Met ambitie en veel ijver verricht deze ambtenaar zijn waarlijk vaak inspannenden arbeid. En dat tegen een salaris van 117.— per maand en met ingiang van 1 Januari a.s. gaat daarvan nog 5 afl Dit geval staat heusch niet op zich zelf! Op de parketten van de verschillende ge rechten (om slechts daarbij te blijven) is het werk in de laatste jaren zoo reusachtig toegenomen, dat men vaak blij is, als de dagtaak er opzit Een langere werktijd zou iwerkelijk te veel gevergd zijn. Overwerk '(dat nimmer extra betaald wordt) is geen zeldzaamheid. Arbeid op Zondag evenmin! 't Zou werkelijk niet kwaad zijn als daarnaar en naar den aard van het te verrichten werk eens een serieus onder- Eoek werd ingesteld." 1 NEDERLANDSCHE BOND VAN! I GEMEENTEAMBTENAREN Hr. F. A. HELMSTRIJD HOOFDREDAC- <Vii TEUR VAN HET WEEKBLAD .Tot hoofdredacteur van hel weekiblad voor Öen Ned. Bond van gem. ambtenaren is in dia vacature prof. Dr. G. A. van Poelje noemd de heer Mr. F. A. Helmstrijd, meente-secretaris te Boskoop. NEDERLANDSCHE GOEDEREN TRANSPORTEN NAAR DUITSCHLAND STOPGEZET. Gemeld wordt: De Bond van bedrijfsautohouders in Ne derland (B. B. N.) stelde de Ministers varr Buitenlandsche Zaken en van Waterstaat telegrafisch ermee in kennis, dat het Neder- landsche goederentransport naar Duitsch- land o. m. ook het meubeltransport door do Duitsche autoriteiten volkomen is stopgezet. Van Duitsche zijde beroept men zich daarbij op de nieuwe regeling welke 15 Augustus j.i. is gepubliceerd en welke eerst in 1 Dec. in werking zou treden. In Nederlandschc expediteurskringen heerscht groote ontstem ming over deze belemmering van Neder- landsch transport naar Duitschland, temeer omdat de Nederlandsche regeering Duitsche transportondernemers geen enkele belem mering in den weg legt. Het geheele goede renvervoer komt hierdoor in handen van Duitsche expediteurs. De B. B. N. verzocht aan den Minister van Buitenlandsche Zaken onmiddellijk te willen ingrijpen eventueel terstond maat regelen te willen treffen, waardoor de Duit sche transportondernemingen in Nederland aan dezelfde beperkende bepalingen zullen worden onderworpen als waaraan de Ne derlandsche in Duitschland bloot staan. DE AMSTERDAMSCHE POLITIE EN DE 9e SEPTEMBER Circa 80 leden der afdeeling Amsterdam van den Alg. Bond van Politiepersoneel in Nederland hebben bedankt, omdat hij niet heeft deelgenomen aan het défilé voor de Koningin op 9 dezer. De Politiebode, welke dit mededeelt, ont hult tevens waarom deze bond onder om standigheden als nu, bij de opening der Staten-Generaal, niet kon meedoen. En wel omdat hier gold het parool: tegenover den „Rooden Dinsdag", den „Oranje-Dinsdag". Het was een politiek steekspel en daaraan mocht de politie niet deelnemen, omdat ze boven de politieke parijen staat! Een uitvlucht, welke even voos is als al les wat van bondszijde tot dusver is ge zegd. Want de Koningin staat in elk geval boven alle partijen en de hulde aan Haar wordt gebracht aan het hoofd van onzen Staat. GRAFISCHE TENTOONSTELLING De Federaitie dier Werkge versorganisatiies iln het Boekdrukikersbedrijf hoopt in Nov. vain het volgend jaar haar zilveren feest te gedeniken. Zij wenscht d'it onder meer te doen, door het organiseeren van een al- Grafische Tentoonstelling. De medewerking de belangstelling van verschillende zijden is reeds groot Het bestuur twijfelt dan ook niet aan het succes van deze expositie. Zij zal zaakkundig en artistiek worden opge zet en zal, wat kwaliteit van inzendingen en omvang betreft, verre alle vorige tentoonstel lingen overtreffen. De tentoonstelling zal ge houden worden te Utrecht in het Jaarbeurs gebouw. CRISISMAATREGELEN Afgekondigd zijn een besluit tot aanwij zing van sago, tapioca enz. als crisisproduc ten in den zin van art. I 105e Van de land- bouwcrisiswet 1933; en een besluit tot wijzi ging van de artt. 3, 5, 6, 7 en 8 en tot be paling van den dag van het in werking treden van de artL 1, 2, 5, 6. 8, 9 en 10 van het crisisgraanbesluit 1933. LEVENSVERZEKERING-BANK Rotterdam betaalt f 10.000 aan Uw erven' r indien gij Van Uw 30ste jaar af jaarlijks 167,stort ROFFELRIJMEN Het Geuzengesticht NIEUWE INZAMELINGSCAMPAGNE RADIO-AVOND EN LUISTERWEDSTRIJD Het Nationaal Crisis Comité zal zijn derde bestaansjaar aanvangen met een nationale inzameling. In verband hiermede wordt Dinsdagavond een speciale Radio-avond ge geven. Prinses Juliana zal om half tien het woord richten tot de luisteraars. Voorts zullen spreken de voorzitter Jhr. Van Citters, de ondervoorzitter, baron Van Heemstra en de penningmeester Mr. Men ten. Voorts is een groote „1 uisterwedstrijd'ge organiseerd. Koos Koen zal 10 personen voor de microfoon laten kocom, di£ hun va- HET. D00DELIJK ONGELUK TE TRICHT "De resten van de auto, 'die op 'den onbewaakten overweg door 'den trein werd gegrepen en ong. 100 meter werd meegesleurd. De bestuurder, de heer D. v. d. Water werd gedo pd, zijn zuster gewond. wordt deze distributies in den komenden winter te hervatten. Wat den steun aan de kleine boeren be treft, heetft het Comié gemeend, mede verband met de thans in werking getreden ïringsmaatregelen, zich van het verlee- nen van verderen rechtstreekschen steun aan den land- en tuinbouw te moeten onthouden. Met betrekking tot de extra-hulp aan 1 loozen kan worden medegedeeld dat 1934 door de Regeering, evenals de beide vorige jaren een bedrag van 750.000 is getrokken. De Crisisbriefkaarten Tot einde Dec. blijven op de postkanto ren en kiosken geïllustreerde briefkaarten van 3, 5 en cent verkrijgbaar, welke met een toeslag ten behoeve van het Nationaal Crisiscomité a 5 ct., 8 et en 11 cent worden verkocht. De kaarten blijven nog het geheele jaar 1934 geldig voor post verbruik, en kun nen ook bij die Plaatselijke Comité's of bij het Centraal Comité, Kneuterdijk 20 te Gravenhage worden aangevraagd. Voorts zullen volgend jaar crisispostzegels worden uitgegeven. Giften afkomstig van loterijen en spelen als Straperlo e.a. worden door het Comité niet geacceipteerd, omdat dit bij een groot gedeelte van het Nederlandsche volk erger nis zou verwekken. Reeds meermalen gaf Prinses Juliana blijk van haar warme sympathie voor Nationaal Crisis-Comité. Bovenstaande foto werd ge nomen tijdens haar rede voor 't N. C. C. op 23 November 1931. oantie vertellen. Het is nu de vraag de volg orde dezer personen juist op te geven en te vens te vermelden over welk vacantie-oord elke spreker (ster) het heeft gehad. Oplossin gen moeten worden ingezonden aan het Na tionaal Crisis Comité, uiterlijk tot 11 October middernacht, op orisisbriefkaarten. Op deze briefkaarten moet een minimum van 25 ets. postzegels worden geplakt Dat mini- kan echter liefst zoo ruim moge lijk worden overschreden, want de volle waarde van alle bijgeplakte postzegels wordt door het Hoofdbestuur der P.T.T. aan het Comité uitbetaald. De kringen van handel en indiustrie heb ben voor deze prijsvraag een groot aantal belangrijke prijzen beschikbaar gesteld. Arbeid in afgeloopen Jaren Tot 1 Sept jl. werd aan giften in geld rond 1.550.000 ontvangen, en uitgekeerd in geld 635-000, en in natura 300.000, terwijl nog 170.000 is vastgelegd. Als hoofdposten mogen voorts nog ver meld worden: steun aan beeldende kunste naars en toonkunstenaars 9. 495.schip- perssteun 26.478.53; steun voo>r kampwerk ten behoeve van jeugdige crisiswerkloozen 25.000.—. Een belangrijk deel van het Crisiswerk is de goederen distributie geweest. In het tijdvak Nov. 1932April 1933 werd door het Leger des Heils in samenwerking met het In- en Verkoopbureau van Tuinbouw producten te Alkmaar in de gemeenten Am sterdam, Rotterdam, 's Gravenhage, Gouda, Delft en tijdelijk Haarlem met steun van het Nationaal Crisis Comité en de betrokken plaatselijke afdeeiingen een distributie van onverkoopbare groenten ter hand genomen, waarmede gunstige resultaten zijn bereikt In het geheel werd een hoeveelheid van 744.450 Kg. of pl.m. 180 wagonladingen groen ten aan behoeftigen uitgereikt Voor het Na tionaal Crisis Comité brachten deze distribu ties uitgaven mede ten bedrage van 3.204.34, door de plaatselijke comité's -werd daarvoor 1.608.12 bijgedragen. Overwogen tusschen de mededeeling en ons stukje bestaat. Een aansporing om „Simavi" te steunen is heel wat anders dan propaganda een politieke beweging van het soort der Jongeren Vredesactie. De mededeeling van „Simavi" moge op zich zelf beteekenis hebben; zij had het niet in verband met onze opmerking. RESTAURATIE NIEUWE KERK TE DELFT FONDS GESTEGEN TOT f 40.000. De restauratiecommissie voor de Nieuwt Kerk te Delft deelt ons mede, dat hel fonds voor de restauratie in de maand September gestegen is van f 28.000 tot f 40.000. Dit re sultaat werd bereikt door den Nationalen speldjesdag op 31 Augustus, die c.a. f 6.000 opleverde en den bazar, die dezer dagen te- Delft werd gehouden. DE A.V.R.O. EN DE JONGEREN VREDESACTIE. Een lezer, de heer W. D. G. stelt ons de vraag, waarom de N. C. R. V. geweigerd heeft het bericht van „Simavi" uit te zen- Wij moeten daarop het antwoord schuldig blijven. Van de weigering wisten we niets, voor „Simavi" het ons schreef; naar de re den hebben wij niet geïnformeerd. De geachte inzender schrijft ons verder: „Wat betreft de laatste alinea van uw bericht in het blad van 28 dezer, trof het mij ten zeerste onaangenaam, dat U Uw bericht in Uw blad van 25 dezer niet ten volle terugnam, doch dit met een scham pere opmerking ter zijde stelde." Wij moeten hem beleefd opmerken, dat deze „schampere opmerking" niet door ons. maar door „Simavi" gemaakt is; uit de aan- halingsteekens bleek voldoende, dat wij aan het ingezonden bericht geen zin, geen woQrd en geen letter hebben toegevoegd. Wij lieten dat opzettelijk na, omdat wij tot heden nog niet begrijpen, welk verband HET FRIESCH IN DE RECHTSZAAL EEN ONVERWACHTE WENDING, DIE TEGEN DE HUIDIGE PRAKTIJK INDRUISCHT Wie do zaak-Piebenga met belangstelling heeeft gevolgd en met spanning de beslissing van het Hof tegemoet zag, moet wel schrijft de Leeuw. Ct tot de conclusie komen, dat de kwestie van het Friesch de rechtszaal zooal niet een dramatische dan toch een onverwachte wending heeft genomen. Was het tot nog toe communis opinio, dat zij, die zich niet voldoende in het Ne- derlandsch konden uiten zich in de recht zaal van het Friesch konden bedienen, een standpunt, dat blijkens het antwoord op de vragen van den heer Van Houten door den minister werd gedeeld, thans blijkt het, dat de vice-president mr. J. A. Stoop en nF.ar men uit diens repliek op het pleidooi van mr. van der Schaaf mag afleiden, ook de procureur-generaal mr. Sluis, een ande re zienswijze zijn toegedaan. Beiden wezen op het Wetboek van Straf vordering, dat het gebruik van tolken, in dien verdachten en getuigen de Nederland sche taai niet machtig zijn, imperatief voorschrijft Hieruit zou dan volgen, dat de wetgever van de veronderstelling uitgaat, dat in de Nederlandsche rechtszalen de Nederlandsche taal moet worden gebruikt en dat het Friesch, althans zonder tegen woordigheid van een tolk, er dus niet toe gelaten kan worden. Een standpunt, dat o.i. juridisch zeer sterk staat, doch dat indruischt tegen de heerschende practijk in Friesland. Want tot nu toe werd justitiabelen, die het Neder- landsch niet voldoende machtig waren, steeds toegestaan Friesch te spreken. Ja zelfs wist de hoofdredacteur van „De Stim 'Sticht .Wilhelmus Ik schrijf met genoegen een roffelgedicht Gewijd aan den Briel en z'n Geuzengesticht. Den Briel, zoo je iveet, is ik weet niet hoe oud Daar is 't eerste bolwerk der vrijheid gebouwd; Maar dat niet alleen: in het stadje van Been Herleeft de historie in ijzer en steen:, Daar lééft de historie in kerk en stadhuis, Daar vóél je de vrijheid, daar voel je je thuis Daar staat, zestig jaar nu, het Geuzengesticht, Dat trouw er een ■prachtige taak heeft verricht: De wees van den zeeman, j verivaarloosd voorheen, Bij afslag „besteed", als een blok aan het beert Der armen „verzorging" dier dagen beschouwd Werd daar aan de zorgen van ouders vertrouwd Daar werd aan de weezen de vreugde bereid Van Christlijke liefde en hartelijkheid; Daar leefde de liefde zich uit in de daad, Daar rijpte de vrucht •van het geestelijk zaad Daar brandde het offer, J het levende licht;.,, j Dat is de verdienste van 't Geuzengesticht! In 't stadje der Geuzen én 't Utrechtsch tehuis, Droeg ouderen schouder der kinderen kruis Komt, brengen wij hulde het kloeke BestuurI Komt, brengen w' een offer: de tijden zijn duur! Komt, laat onze gift dan een feestgave zijn: Wij volgen toch graag de historische lijn?! (Nadruk verboden.) LEO LENS fen Fryslèn" vier gevallen te noemen, daC personen, van wie de rechter op redelijken grond kon aannemen, dat zij het Neder» landsch voldoende beheerschten, toege» staan werd zich van dit Friesch te be« dienen. Legt het Hof de meeninig van den pro- sident en van den procureur-generaal in zijn arrest vast en blijkt het, dat de Hooge Raad deze zienswijze deelt, dan zal het Friesch, tpnzij bij aanwezigheid van eetf tolk, in het vervolg in de rechtszalen con trabande zijn. HET TWENTE- RIJNKANAAL Ter verwijdering van grondwater in den sluis- put van het Twenle- Rijnkanaal nabij Hen gelo is een groot aantal pompen in werking. FEUILLETON WAT EEN KIND VERMAG Naar het Engelsch yan FLORENCE MONTGOMERY (15 Dezelfde gedeelten, die hij zoo vervelend, Eoo doodsch had gevonden, waren in de oogen van het kind vol betoovering. Dat ellendige plantsoentje, die donkere en Vuile hooizolder, die sombere moestuin, zij leefden allen door zijn eigen scheppingen. De dingen, dit begon oom Jolhn nu in te Zien, zijn, zooals zij, die er naar kijken ze maken. Het ligt niet zoozeer aan de voorworpen zelf maar aan de wijze, waarop men ze nadert. Het kind schiep niet alleen zijn eigen wereld: het bevolkte haar ook. En dit deed het niet door verbeeldings kracht. Er werkte hier een andere kracht, die John Ramsay een raadsel was- Het kind bezat het vermogen, om tot onder het uiterlijke door te dringen, een vermogen waarvan hij geheel ontbloot was. Het zag lieflhebbende harten en mensche lijke gevoelens, waar hij slechts dienstboden zag; het zag een wezen met vrees en hoop bezield, waar hij slechts een, stijven, jongen huisknecht aanschouwde. Het deed meer. Het drong door een weinig belangwekkend en alledaagsch uiterlijk, en vond daar de Weerkaatsing van zijn eigen liefde en sym pathie; het wekte bij anderen op, wat het zelf sdhonk. Ja zeker, het kind veranderde als 't ware alles in goud, dacht John Ram say; niet op de droge prozaïsche manier, waarop hij het gedaan had, niet in koud, onbevredigend metaal, zooals bij de aan raking van zijn vingers geschiedde, maar op geheel andere wijze. Wat was dat domme gelaat van dien wezenloozen ouden boer niet opgehelderd, toen het kind naderde! Wat werd al het verborgen goud van zijn natuur in zijn ge laat te voorschijn geroepen! Wat zag het kind overal veel, waarvoor zijne, Jolhn Ramsay's oogen, gesloten waren! „Gezegend" zeide hij bijna onwillekeurig tot zich zelf, ,gijn de oogen, die de dingen zien, welke gij ziet de ooren, die de din gen hooren, welke gij hoort Hunne ooren" hier gevoelde hij plotseling de groote tegenstelling „kunnen niet meer hooren en hun oogen hebben zij gesloten". Voor het ziende oog en het liefhebbend hart verrijst een sclhoone wereld uit de alledaagsche wereld rondom ons. Maar aan verblinde oogen en een verhard hart wordt zulk een visioen niet gegund. En toen John Ramsay de dingen in dit licht bekeek, dacht hij, hoeveel meer er misschien in dit leven te zien was zoo hij het slechts kon zien, hoeveel meer er misschien van zijn diepen grondtoon zou te hooren zijn, zoo hij het slechts hooren kon! Hoeveel meer er was in de wereld buiten hem en in zijn naaste omgeving, dan hij tot nu toe had kunnen ontdekken1 want De wereld breidt zich verder uit Dan ons verstand kan vatten; Ons oor verneemt niet elk geluid, Ons oog kan 't al niet e:Latten. Het was een nieuwe, diepe gedachte voo? iemand, die zijn geheele leven slechts wei nig nagedadht had. Zijn blik werd er door verruimd* Hij dacht er lang over na. Toen de heer Ramsay dien avond naar bed ging, opende hij met een belangstelling die hij in jaren niet bij zich had voelen op komen, den bijbel, dien zijn moeder hem gegeven had, toen hij naar school ging en na veel zoeken want ongelukkig las hij er bijna nooit in, en kon hij dus niet ter stond vinden, wat hij wensertjte, vond hij twee plaatsen, die hij aanteekende en waar bij hij den datum van dien dag zette. En toen hij het boek sloot, peinsde hij over de woorden op die plaatsen, woorden, waaraan hij tot op dit oogenblik in lange, lange jaren niet gedacht had. „Tenzij dat iemand wederom geboren worde, hij kan het Koninkrijk Gods niet zien" en „Zoo wie het Koninkrijk Gods niet ontvangt, gelijk een kindeken, die zal in hetzelve geenszins ingaan". HOOFDSTUK X. Een vreemd paar. Het plan, voor één dag gevormd, scheen kans te hebben leefregel te worden, want de volgende en de daaropvolgende dag zagen dit vreemde paar het grootste gedeelte van hun tijd samen doorbrengen. John Ramsay kreeg zijn belooning; want toen hij in het heerlijke zomerweer hand in hand met zijn kinderlijken gids ronddwaal de, werd hij dagelijks meer ingewijd in de .heerlijkheden, die het oude „Manor House", in de oogen van zijn neefje tot een paradijs maakten. Het kind zag overal iets schoons. Elke hoek vloeide over van verrassingen. Dat, wat anders weinig belangwekkend zou gesche nen hebben, werd onder de leiding van het kind een bron van vreugde. Alles wat kleine Gillie naderde, scheen, zoo kwam het zijn oom voor, te verhelde ren. Alles waarop zijn blik rustte, scheen te stralen. Elk plekje, hoe weinig belangwekkend ook te voren, scheen, wanneer het ventje er bij kwam, eensklaps te schitteren, alsof de zonnestralen er op vielen. Hoe meer John Ramsav in den kinder geest doordrong, zooveel te meer zag hij in alles wat hem omringde, en des te meei werd hij doordrongen van de tegenstelling, die er bestond tusschen het kind en hem zelf. Het verschil tusschen hen lag in werke lijkiheid hierin: De een keek door een doorschijnend glas en zag Gods wereld helder en liefelijk: do ander had het kwikzilver van zijn eigen zelfzucht achter het glas geplaatst, dat daar door niets dan zijn eigen ontevreden gelaat terug kaatste zijn eigen onvoldaan en onbevredigend bestaan en zijn mislukte poging om gelukkig te worden, ofschoon hij zijn leven besteed bad om daartoe te gera ken. Alsof iets ooit geluk kon aanbrengen aan iemand, die uitsluitend aan zich zelf denkt! Maar hij leerde reeds iets, leerde meor, dan hij verwacht had, toen hij deze zonder linge vriendschap pas aanknoopte, leerde iets van de goddelijke les yan onbaatzuch tigheid en van alles, wat zij met zich brengt. De derde dag was een Zondag. Het was, zooals wij weten, John Ramsay's gewoonte niet om uit de kerk thuis te blijven. Maar de kerk, waar zijn broeder preekte, was, zoo hoorde hij van juffrouw Pryor, gesloten en het dichtst bij was die in het landstadje negen mijlen van het buiten- Daar hij meen de, de vermoeienis van een langen rit niet te kunnen verdragen, besloot hij thuis te blijven. Als hij gedacht had, dat zijn gedrag niet opgemerkt zou worden, dan werd hij spoedig uit den waan geholpen. Gillie kwam vroeg de bibliotheek binneD op zijn Zondags uitgedost, met een buiten gewoon groot gebedenboek onder zijn arm. en naar zijn oom toegaande, verzocht hij dezen om een half velletje papier. De heer Ramsay voorzag er hem terstond van en vraagde hem, toen hij het hem overreikte, waar het voor dienen moest „Ik ga het in reepjes scheuren, er leestee- kens van maken en dan mijn teksten op zoeken", antwoordde Gillie. „Het is wat laat en bet zal gauw tijd zijn om naar de kerk te gaan". „Ik ga niet naar de kerk", zeide de heer Ramsay aarzelend. Gillie bleef stil staan in het midden van de kamer met zijn gebedenboek in de eene en het velletje papier in do andere hand. „Niet naar de kerk?" riep hij uit „Neen, vandaag niet", antwoordde de heer Ramsay- „Maar oom John", zeide Gillie, „het is Zondag". „Ik weet het wel, kind, ik weet het wel", en toen hield hij op. Er yolgde een oogenblik eenigszinj van stilte; daarna zeide verschrikt stemmetje: „Oom John, is u een heiden?** „Neen, neen ventje, hoe kunt ge daf denken?" Gillie slaakte een zucht van verlichting* „O, wat ben ik blij! U deed mij zoo schrik ken; ik dacht, weet u, dat, daar u zoolang in heidensche landen geweest is, u er mis schien ook een geworden was, ziet u. O! zou het niet vreeselijk geweest zijn, als u afgoden had aangebeden?" „Hunne afgoden zijn goud en zilver. IK ben niet zeker, dat ik het niet doe", mom pelde John Ramsav tot zich zelf. ,.En waar» in ligt eigenlijk het onderscheid?" „Oom John", gipg Gillie voort, hem op» lettend aanziende, ,u is toch niet Roomsch, wel?" „Roomsch? Neen. Waarom?" „Ik dacht, dat u het misschien was, om dat u niet naar de kerk gaat. Er logeerde eens een dame bij ons, die nooit naar de kerk ging en daarom vroeg ik Paatje waar om, en hij zeide, dat zij Roomsch was en naar haar eigen kerk ging, maar er was er geen in den omtrek. Maar ik ben toch blij", voegde bij er met een zucht van verlichting bij, „dat u niet Roomsoh is- Het zijn wreede menschen, vind ik". „Wreed, waarom?" „Onze kindermeid zegt, dat zij insecten in rle kerk verbranden en ik vind dat erg wreed, vind u ook niet! Maar oom John, daar wij niet naar de kerk gaan, zal u zeker hier ge beden lezen. Zal ik de etensbel gaan luiden!'* IWordt vervolgd.)- A

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1933 | | pagina 5