O Ammonsalpeter „SI" Internationale Productenruil O NS PRAATUURTJE LAND- FN TU1NB0VW No. 206 DONDERDAG 21 SEPTEMBER 1933 BEWEZEN!! Adverteeren in „LAND- EN TUINBOUW" heeft succes Land- en Tuinbouw" bereikt duizenden boeren en tuinders iaaiiii» GRAAN TEGEN VEE EN ZUIVEL Tevens zal aan de bevordering van onzen uit voer naast andere in die richting werkende middelen onze invoer dienstbaar gemaakt moeten worden. (Troonrede 1933) Zooals men heeft kunnen lezen was Maan dag de Rotterdamsche graanheurs in be roering, omdat de Importeurs van buiten- landsche granen te Rotterdam, bericht had den ontvangen, dat geen Russische graan- zendingen meer mochten worden ingeklaard. Deze simpele mededeeling, zonder eenige verklaring, heeft heel wat monden in be weging gebracht en aanleiding gegeven tot allerlei veronderstellingen. Zooals men weet, komt er nog al wat graan uit het buitenland ons land binnen en thans begint, na de nieuwe oogst en vóór het wintervoederseizoen, de invoer eerst recht. Vooral Rusland zendt vrij veel graan naar Nederland. Men meent, zoo heeft men eveneens kun nen lezen, dat er een regeling zal komen, waardoor een soort ruilhandel ontstaat. Wij zouden Rusland rundvee (en haring) leve ren en daarvoor graan opnemen. Het kan zijn en zou een oplossing kunnen worden van de puzzle: waarheen met ons overcompleet aan rundvee, dat in de laatste jaren met een slordige 20 pet. is toegeno men (ondanks slechte uitkomsten in de vee- hou dersbedrij ven Nu zijn hier wel eenigsoins tegenstrijdige zaken in het spel. Het graan, dat wij in ruil voor de koeien zouden ontvangen, dient voor voeder van onzen grooten veestapel en die gaan we juist inperken. Bovendien komt door het inkrimpen van onzen veestapel meer land vrij, dat, daar onze uitvoer wel zoo belemmerd en aan banden gelegd is door contingenteeringen, alleen zal kunnen benut worden voor eigen gebruik, dus voor den veebouw van veevoederproducten. Hiermede komt dus de graaninvoer uit het buitenland in gedrang en zal ngodwen- digerwijze verminderd moeten worden. Weert men onze producten in het buiten land, dan is er geen ander middel, om de bedrijven hier loopende te houden, dan door zelf-consumptie, niet alleen van Neder- landsch fabrikaat, doch ook van Nederland- sohe bodem producten. Door een meer extensief gebruik van den bodem (bv. minder koeien per H.A. houden) zou men de wijzers van de klok achteruit- zetten. Dit past niet meer in dezen tijd en zou geen voordeel brengen. Integendeel. Het eenige middel zal dus zijn, zooveel mogelijk ons onafhankelijk maken van bui tenlandsche invoeren, waar dit buitenland onze uitvoeren niet meer of hoe langer hoe minder begeert. Voor ons eigen veevoeder zorgen door uit breiding van den veevoederverbouw. 't Zij in den vorm van granen, 't zij door het winnen van voedselrijk hooi en kuilvoeder. Op dit laatste aambeeld hebben wij onder het motto: „de boer moet zijn eigen kracht- voederfabrikant zijn", gedurende de laatste vier k vijf jaren meermalen gehamerd. En de Nederiandsche veeboer heeft zich in de laatste jaren meer in die richting bezig ge houden, dan vroeger wel het geval was. Natuurlijk zullen we niet dadelijk geheel onafhankelijk van het buitenland zijn, en zullen het ook wel nooit geheel worden. Bovendien gelooven we niet, dat, al mogen de natiën dan ook hoe langer hoe meer op autarkische wegen gaan, en, zooals wij, er op gedreven worden, het internationaal handelsverkeer voor goed van de baan zal zijn. Vroeger of later zal het zich herstellen, als de waan der autarkie is opgehouden, DAT IS GOEDKOOP En dan nog wel met ,,POKON", de oekende oplosbare kunstmest voor kamer planten. Verkrijgbaar in flesschen van 40 cent, 1.75 en 3.— bij de bloem- en saadwinkels, waar gratis kleurenfoto's met behandeling van veel planten be schikbaar zijn. H. P. BENDIEN POKONFABRIEK NAARDEN en men weer normaal gaat denken. Maar thans moet gerekend worden met de omstandigheden van thans en met de ideeën van thans. En deze zijn geheel ge richt op „selfhelp", zoo veel mogelijk pit eigen land gebruiken; zoo weinig mogelijk van vreemden koopen. dat niet altijd mogelijk en daarom begint in den laatsten tijd bij den interna tionalen handej e^n toestand te heerschen, die terug doet denken aan eenige eeuwen geleden. We bedoelen den ruilhandel. En voor ruilhandel is onze behoefte aan granen voor veevoeder, een heel nuttig object Wij hadden in 1931 (de cijfers over 1932 zullen wij, gezien de bekende traagheid ten Departemente, die de cijfers over 1931 pas in Juli 1933 publiceert, misschien wel eens eind 1934 of in 1935 kunnen geven) nog invoer van 1623 millioen kg. granen (tarwe, rogge, gerst en haver), meer dan we uitvoerden, waarvan alleen aan tanve 750 millioen kg. en aan gerst 540 millioen kg. Aan tarwemeel voerden we nog 110 mill, kg. meer in dan we uitvoerden. En alleen aan mais had Nederland uit het buitenland noodig 1560 millioen kg. Deze 3Vi millioen kg. aan granen en meel kunnen we niet zoo spoedig en niet zoo gemakkelijk ver vangen door Nederlandsch product. Het is dus zeer begrijpelijk, dat onze af- ame in het buitenland van deze granen door ons als inzet gebruik wordt bij het bespreken met andere landen, die de pro ducten welke wij over hebben kunnen ge bruiken. Onze nieuw-samengesteld regeering, na en kele maanden zich „ingewerkt" te hebben, toont, snel te kunnen en te willen handelen en krachtig te willen optreden. De passage in de troonrede *evens zal aan de bevordering van onzen uitvoer naast andere in die richting werkende middelen onze invoer dienstbaar moeten worden gemaakt", laat aan duidelijkheid in dezen niets te wenschen óver. Dat de inklaring van Russisch graan in verband moet worden gebracht met de bo- aangehaalde zinsnede uit de troonrede ligt wei voor de hand. Rusland heeft, naar men zegt en er is geen reden om er aan te twijfelen, rundvee noodig, wij hebben gezien onzen afzet van zuivelproducten, vee te veel. Rusland kan graan missen, althans verkoopt graan naar het buitenland hoewel er geruchten gaan, dat op meerdere plaatsen in dat groote land hongersnood heerscht wij hebben graan noodig, voorloopig ook nog wel als een paar honderd duizend koeien minder de stallen bevolken. Is het vreemd, dat in deze omstandighe den over ruilen gesproken wordt? Maar niet alleen Rusland, ook andere lan den hebben nog veel producten over, die wij gebruiken en omgekeerd behoefte aan zaken, die door ons gewoonlijk geëxporteerd worden. Wij denken hierbij o.a. aan Frankrijk. Hoewel Frankrijk de boterinvoer gaat con tingenteeren, kan het toch nog een bedui dend quantum gebruiken. Hoeveel het uit andere landen betrekt weten we niet, doch uit ons land kreeg het in 1932*) i 3.370.000 kg., terwijl het in 1931 maar 2.700 000 kg. was en in 1930 slechts 569.000 kg. Hier zitten dus wel eenige perspectieven voor afzet van onze zuivelproducten. Misschien zouden de Fransohe wijnen, die ondanks de malaise toch nog in niet 5 gering kwantum hier binnenkomen tegen boter en kaas uitgeruild kunnen wor den boterinvoer in Frankrijk. Frankrijk heeft namelijk plannen om de tot dusver geldende contingenten boter niet maar klakkeloos te bestendigen. Ze willen er eens over spreken met de invoerders. Men wil dat het contingent op 75 pet. van het tot dusver geldende zal verminderen en dat er voor de resteerende 25 pet. „nog wel vyat te doen is" zooals dat in zakenknngen gezegd wordt, als men kan loven en bieden. En geruchten gaan (officieel vonden wij ze nog niet bevestigd), dat Nederland boven het vastgestelde contingent boter, nog 1 millioen K.G. boter (dat is nog meer dan de resteerende 25 pet. van het contingent) naar Frankrijk mag leveren tegen 20 mil lioen K.G. tarwe, eventueel te vervangen door 15 millioen K.G. tarwemeel. Dit is nog maar een klein deel van onze tarwebehoefto. Maar ook over kaasuitvoer van ons naar Frankrijk wordt onderhandeld. Onze kaas- uitvoer naar dat land liep sterk achteruit in de laatste paar jaren en bedroeg in 1932*) nog 9.574.000 kg. tegen 13784000 kg. in 1931, een teruggang dus'van ruim 30 pet. Wij hebben nog boter en kaas genoeg en kunnen ook met een belangrijk ingekrom pen veestapel nog wel wat buitenlandsche renen eebruiken. Inderdaad een internationale goederenruil onder de huidige omstandigheden een be tere zaak dan elkander te treffen met ta rief verhoogingen en invoerverboden. Het leidt ontegenzeggelijk tot een betere ver standhouding en zai, mits voor beide zijden met tact gehandeld wordt, mede kunnen werken tot het spoediger terug komen van het vrije handelsverkeer. den. uit Misschien ook kunnen we tarwe Frankrijk betrekken. Dit is zelfs vrij zeker. En we vermoeden, dat het verbod van klaren voor Russische tarwe, dat, zooals in den aanvang van dit artikel schreven, de graanbeurs te Rotterdam zoo zeer beroerde, ook wel eenigszins in verband staan zal met de onderhandelingen die thans tusschen onze Regeering en die van Frankrijk ge voerd worden over de contingenteering van JV4 gram op 1 Liter water. In plaats van iy2 uur worden de aardappelen, ook na eerst te zijn afgewasschen, 20 minuten on dergedompeld. Men kan er dus sneller mede werken, en ook kan A re tan meerdere malen achtereen, tot zes maal toe, aangewend worden. Men kan, daar Aretan ijzer niet aantast, hiervoor ook bakken van dit ma teriaal gebruiken. Zink wordt echter wel aangetast Na de behandeling dienen de ontsmette aardappelen, vóórdat ze opgeborgen wor- den, g^'i gedroogd te worden. Daar, zoowel sublimaat als Aretan, giftige stoffen (maaggiften) zijn betrachte men de noodige voorzichtigheid! Nadere inlichtingen worden gratis ver schaft door den P1 ante neiek te nk und i gen Dienst te Wagen ingen en door de bij dezen Dienst werkzame ambtenaren, zoomede door de heeren Rijksland- en Tuinbouwconsulen- ten. Deze cijfers zijn natuurlijk niet uit het officieel verslap over den landbouw over 1932, dat nog wel een jaar uit zal blijven, doch ontleend aan de Mededeelingen van 't Centraal Bureau voor de Statistiek. BERICHTEN VAN BEN P. D. ntsmetting van pootaard- appelen tegen Rhizoctonia Ter bestrijding van de Rbizoctoniaziekte in aardappelen wordt ontsmetting van dat pootgoed, waarop de bruine of zwartachtige korstjes van deze schimmel (zoogen. sclero tieën) in eenige mate voorkomen, ten zeer ste aangeraden. Een onderzoek, of inder daad op de aardappelen sclerotieën voorko men, kan het best geschieden door een flink monster in water schoon te wasschen. De bruin of zwart gekleurde sclerotieën worden dan goed zichtbaar. Ontsmetting in het najaar verdient aanbe veling boven die in het voorjaar. Laat in het voorjaar ontsmetten moet worden af geraden. Raadzaam is het ook, de aardappe len eerst eenigen tijd na het rooien te be handelen, opdat de huM goed is afgehard; Anders bestaat er eenige kans op bescha diging. Voordat tot ontsmetting wordt over gegaan, moeten de aardappelen ontdaan worden van grond, door ze te wasschen in gewoon water. Wordt dit nagelaten, dan kan de ontsmettingsstof niet voldoende tot de sclerotieën doordringen. Ook verliest zij bij de aanwezigheid van grond spoediger haar werking. De ontsmetting wordt uitgevoerd door de aardappelen gedurende 1% uur onder te dompelen in een oplossing van sublimaat ter sterkte van 1/10% (dus 1 op duizend). Per liter water dus wordt dus 1 gram su blimaat opgelost. Het gemakkelijkst zijn hiervoor te gebruiken sublimaatpastilles k 1 gram Deze wegen 1% gram, maar bevat ten 1 gram sublimaat Er zijn nl.ook pastilles in den handel, die slechts gram sublimaat bevatten. Bij den aanschaf houde men hiermede rekening. Ter ontsmetting van hectoliter aardappe len van pl.m. 70 Kg. is vijftig Liter oplossing voldoende. Dezelfde oplossing kan driemaal achtereen gebruikt worden. Men lette er SMËbËEll Ideaal dekmiddeJ voor oude en lekke kassen, kan met kwast koud worden verwerkt VRIES VAN DER LEEDEN DORDRECHT Lange Breestraal 37—39, Telefoon 3218 val niet zijn. Daar sublimaat metalen tast, mag de ontsmetting slechts uitgevoerd worden in houten of steenen vaatwerk. Op verschillende plaatsen zijn in het vo rige jaar, en o.a door meerdere rijksland- bouwconsulenten, ook dit jaar proeven ge nomen met een nieuw middel: Aretan Een eindoordeel over de waarde van dit middel kan nog niet gegeven worden. De resultaten zijn echter van dien aard, dat proefnemingen op ruime schaal kunnen worden aanbevolen. Aretan wordt aange wend in een oplossing van IV2 op duizend, J-Jorzeline tegen schurft en de runderhorzellarve Twee plagen, waarvan de veestapel jaar lijks veel te lijden heeft. Schurft openbaart zich al spoedig na het opstallen en kenmerkt zich door groote jeukte, schuren, korstvor- ming op de huid, haarverlies en kale plek ken, vooral aan den Lop om de oogen en achter de ooren, aan den hals, rug, achter vlakte der dijen boven den uier en omge ving staartwortel. Onder het melken drin gen die dieren hinderlijk vanwege de hevige ieulkte, vermageren en geven minder melk. Zoo deelde een melkveehouder 'mij in dit voorjaar mede, dat hij er van den winter zoo'n last van gehad heeft, dat hij er niet tegenop kon voeren en minder melk kre»c. Na flink inwrijven met horzeline werden de dieren rustig, begonnen weldra te groeien en na on, eveer een maand kwamen weer goed in het haar. Vroegtijdig behandelen is zoowel bij schurft ais bij worm bul ten van groot be lang; dan kan veel schade en ongemak voor komen worden. Doet men dit niet, dan is binnen korten'tijd al het vee in den stal besmet en gaat deze huidziekte ook meer malen op de melkers over. Worden de wormbulten nriet tijdig behan deld, dan zijn het binnen eenige weken groote knobbels, die koms in verzweering overgaan, waardoor de huid sterk bescha digd wordt en de diieren er onder lijden- Van eenige veehouders ontving ik bericht, dat na het inwrijven met horzeline de huid wel eens wat sterk geprikkeld werd en de haren aaneenkleefden, Hierin heb ik aanlei ding gevonden om de samenstelling zóó danig te wijzigen ,dat prikkeling der huid achterwege blijft en het resultaat bovendien beter is. Vooraf omschudden en fldnlk inwrijven der horzeline met de vlakke hand is echter noo dig om de vloeistof goed te laten inwerken. Dit gelukt nog beter, wanneer ze met een kleinen harden borstel ter waarde van vijf cent over de huid gestreken wordt, om re den op deze wijze de korsten worden ver wijderd en de vloeistof vlugger indringt. Dr. T HOEN. Proeftuin te Aalsmeer Verslag over 1932. Uit het Jaarverslag van den Proeftuin te Aalsmeer blijkt dat in 1932 weer vele proe ven zijn genomen inzake nieuwe soorten planten voor de bloemisterij, proeven met meststoffen, met bestrijdingsmiddelen en cultuurproeven. Het afgeloopen jaar was wat de opbrengsten aangaat zeer ongunstig. De opbrengst der producten uit den proeftuin levert anders een belangrijke bron van in komsten, doch daalden dit jaar reeds tot een derde van voor vier jaar. Doch door een drachtig samenwerken kon de Proeftuin blij ven zoo hij was. Aan de verbetering van het bedrijf werd rustig doorgewerkt. Op het gbied van de rozen heeft deze Proeftuin voorheen wel eens meer gedaan dan in 1932; men is door de ervaring in dit opzicht meer selectief ge worden. De roos „President Hoover" bleek voor onze cultuur ongeschikt te zijn, terwijl in het voorjaar de Julien Potin werd opge ruimd. Verder wordt in het verslag gespro ken over de fraaie collectie nieuwe chrysan ten en een belangwekkende collectie dah lia's. Stedds wordt doorgegaan met omtrent lathyrus en violieren de nieuwste gegevens te verkrijgen en het aankweeken van een LANDBOUWKALK 80°/0 Op keur Rijkslandbouwproefstation (80 CJH2,90 °/c Verpakking in sterke papieren zakken kleine collectie nieuwe seringen. Vermeld worden verder de resultaten van de keuringen in 1932 van het rozenproefveld van Jos Jungunt Rosae, de Kon. Ned. Mij. voor Tuinbouw en Plantkunde en den Proeftuin; rozenproeven (nieuwere kassoor- ten en onderstammen); bestrijdingsmiddelen en apparaten; chaboud-anjers; lathyrus; freesia; pyrethrum; seringen (een 11-tal soorten); nieuwe chrysanten (een 26-tal); een sortiment van meer dan 40 nieuwere dahlia's, opgeplant door de leden cfcer Nederl. Dahlia-vereeniging, fa. Topsvoort en K. Maarse Dzn. Jr.; delphinium; selectieproeven met violieren; bemestingsproeven. De selec tieproeven met violieren hebben reeds het resultaat opgeleverd, dat 70 pet. gevuld- bloemige werd verkregen. Bemestingsproe ven met chrysanten hadden tot resultaat, dat stalmest betere uitkomst gaf, dan ver schillende kunstmeststoffen en cacao-afval- producten (welke laatste producten den bloemisten met klem wordt afgeraden te gebruiken). Op stalmest bleef het blad veel groener in het natte najaar, de groei was beduidend beter en de planten hielden veel beter kluit (noodig voor het overbrengen het veld naar de kas). Fokcentrale Van deze Fokcentrale ontvingen wij het jaarverslag over 1932—1933, waaruit blijkt dat deze centrale, die uit 10 afzonderlijke fok- of controlevereenigingen is samenge steld, goed werk verricht en het motto waar onder dit verslag verscheen: „geregelde controle beteekent geregelde vooruitgang; geen controle geen winst", is ook geen fraselogie. Gedurende de 15 jaren dat deze centrale werkt, is het gemiddelde cijfer van boter- vetopbrengst beduidend gestegen en thans geklommen tot 194 K.G. En dit gemiddelde wordt nog sterk beinvloed door enkele lage EEN G0EDK00PE STIKSTOFMESTSTOF MET UITNEMENDE EIGENSCHAPPEN Inlichtingen worden verstrekt door het Landbouwkundig Bureau der Staatsmijnen te Lutterade (L.) cijfers. De uitersten zijn 345 K.G. boter in 317 dagen en daarnaast 115 K.G. boter of precies het derde deel. Door geregelde controle weet men wat men aan zijn koeien heeft. Door doelmatig fokken kan men zorgen superieur vee te krijgen. Dat toont het werk van deze Fokcentrale. De Iepziekte Het Comité inzake bestudeering en bestrijding van de Iepziekte zond ons twee Mededeelingen de No.s 12 en 13. Het eerste bevat naast het Jaarverslag rer 1932 een kort verslag over het Iepen- ziekteonderzoek, verricht te Wageningen en te Baarn (labor. Willie Commelin Scholten) en het Staatsboschhehcer. Mededeelingen No. 13 bevatten o.m. zeer interessante verslagen van Christine Buis man over het onderzoek omtrent de Iepen- riekte, de Waterverdamping bij bladeren van verschillende Iepsoorten. De heer .T. J. Fransen schreef over de kleine Iepenspint- kever en J. Westenberg handelde over de historie van de Graphiumziekte. Alles is met mooie foto's op kunstdruk papier verlucht. Uitgevers zijn H. Yeenman en Zonen te Wageningen. MARKTOVERZICHT VOERARTIKELEN. 1 Medegedeeld door het Centraal-Bureau In den veevoederhandel beleven wij den laatsten tijd verrassingen. Kwam midden vorige week de mededeeling, dat buiten landsche rogge niet meer gedenatureerd zou worden, Zaterdagmorgen kwam het bericht dat buitenlandsche gerst gedenatureerd moest worden en heden was er de tijding, dat Russische granen niet meer ingeklaard zouden worden. Dat er door al deze maat regelen een onrustige stemming heerscht, laat zich begrijpen. Mais is vaster gestemd. Ook gerst wordt hooger genoteerd, vooral partijen die nog ongekleurd zijn. De handel in buitenland sche rogge ligt door de bovengenoemde maatregel vrijwel stil, daar men nu niet anders kan invoeren of men moet een mo nopoliewinst van f 4 per 100 kg betalen. Voor de nog aanwezige gedenatureerde partijtjes zijn de prijzen hooger. Tanve en haver weinig in prijs VQj-anderd. Amerik. lijnkoeken bleven bij regelmctigen omzet kalm gestemd. Cocos- cn grondnoten- koeken eveneens zeer rustig gestemd met weinig vraag. Geëxtraheerd Soyaschroot blijft in verschillende buitenlandsche soorten goedkoop aangeboden. Onder clen druk hiervan heeft ook Zwijndrecht de prijzen verlaagd. Uitgaan 13 wel eens goed voor den mensch. Al is het dan maar, dat hij daardoor soms eens tot het gevoel van zijn eigenwaarde terugkeert. Dat je dan vergeet je „momlbak- kes" goed voor te doen. Och, ge weet wel, zoo'n ding hebben wij allen. Of laat ik jul lie nu niet beleedigen, zoo'n ding hebben we allen, op één na (en ieder voor zich mag dan op de vraag: wie is die ééne? volmon dig antwoorden: ik!). En zoo'n ding, dat we allen één (gij) uitgezonderd bij ons dragen, zetten we wel eens op. Wij laten ons wel eens anders zien dan we zijn. Tjonge, tjonge zult ge zeggen, waar moet dat heen, met zoo'n zwaar op-de-handsche Och, nergens heen,! 'k Wilde eens over mijzelf praten en Tc moet toch een aanlei ding hebben, al is het dan alleen maar voor hen, die van mijn praatje alleen maar 't be gin en 't slot volgen. (Dat gebeurt met een preek ook wel en dan kunnen ze er over oor deelen, weet ge). Maar nu daal ik wéér af. Ik liep dan 'k wil het immers over mij zelf hebben met mijn mombakkes voor ergens in ons lieve vaderland, gedachtig aan den dringenden raad: breng uw vacan- tie door in eigen land. Ergensdat was op een plaats, waar men mij niet in mijn kwaliteit kende. Dat was wat fijn een paar weken daar als ver geten mensch; niet als praatjesmaker, doch als zwijger, te vertoeven. -v-Wfcs*. Maar je loopt gauw in de gaten. Ik stond daar naar een land met aardappelen te kij ken, waar de aardappelrooimachine, de blanke goudkleurige aardappelen uit de aarde wroette. In eens hoorde ik me door iemand, die mij onmerkbaar genaderd was, toevoegen: „hed- de gij ze ok zeu schoone op oei landf'. Ik keerde mij om. „Op mijn land?" vroeg ik verbaasd. „Joa, gij zijde toch ok een boer, cwaer?". Nu dacht is heusdh, dat ik zou doorgaan voor een heer of tenminste meende ik, om in de termen te blijven, een „als heer gekleede persoon" te zijn. Enfin, mijn mombakkes was bij het aardappelland zeker scheef ge zakt. Wij raakten aan de praat. Zetten ons in het gras van den berm (waarom niet, mijn mombakkes was toch waardeloos gebleken) en ik onderging den eersten aanval van een kruisvuur van vragen. Na deze vuurproef op mij toegepast te hebben, oordeelde hij zeker, dat ik weinig spraakzaam was (mijn moirn bleef voor mijn mond zoodat hij niet zag, hoe groot ik die op kon zetten, noch bemer ken kon, dat ik wel eens praatjes maak). Hij hield zooveel te meer van praten, was een van dorpsnijveren, zooals hij mij al gauw toevertrouwde en kwam dus veel met ander volk in'aanraking. De boeren hebben het zoo kwaad niet, was zijn oordeel. Zij krijgen steun voor de tanve, voor het vlas, voor de bieten, voor do aardappelen, voor de... weet ik veel, en Overal nemen ze machines voor. En werk volk hebben ze maar heel weinig noodig. Ja, dat bleek mij ook. Er waren heel wat machines daar in de buurt aan het werk en ik had mij daar ook al over verbaasd. Wij meenden, dat de verschillende steunmaatre gelen die de Regeering voor de boeren treft, ook beoogen om de landarbeiders werk te geven en niet naar de steun te laten gaan of na noodzakelijken arbeid maar zoo gauw mogelijk weer te ontslaan, 'k Weet wel, er zijn gunstige uitzonderingen, doch er zijn ook heel wat die ijskoud de steun opstrijken en anderen op een houtje laten bijten. Daar tegen valt te toornen. En velen maken daar door, dat de steunmaatregelen door het pu bliek niet onverdeeld gunstig beoordeeld wor den. Maar naar enkele uitzonderingen (op sommige plaatsen veel uitzonderingen) moet geen algemeene conclusie getrokken wor den. Er zijn helaas overal lui, die door hun handelwijze, die in het oog loopt, een blaam op zich werpen, die, onverdiend, ook ande>- ren treft. De verhouding tusschen landbouwer en landarbeider is er niet beter op geworden en dat is niet alleen de schuld van de landar beiders. Maar, in verband met een brief die ik ontving, wil ik als mijn oordeel wel zeg gen, dat ik steeds het afkondigen van een werkstaking tijdens de oogst, als de be hoefte aan werkvolk het grootst is, niet goed keur. Weer en groeiverschijnselen gedoo- gen niet, dat de oogst vertraagd wordt. Daarmede ontzeg ik den landarbeiders niet het recht van ook door staking voor hun be langen op te komen. In geenen deele. Maar wel betreur ik, dat hier en daar do verhoudingen zoo gespannen zijn geworden. Met de bloembollen telers en -handelaars betreuren we eveneens de NIEUWE MAATREGELEN VAN ZWITSERLAND TEGEN TE GROO TEN BLOEMBOLLENINVOER. Welke dezie maatregelen zullen zijn weten we nog niet, doch wel weten we, dat onze regeering een missive van de Zwitsersche regeering ontving, waarin medegedeeld wordt, dat de Zwitsersche Bondsraad over weegt een te grooten invoer tegen te gaan. Deze aankondiging is echter niet nader om schreven. Er is geen enkel cijfer in genoemd terwijl evenmin de aard van den maatregel, de wijze waarop men den invoer heeft be perkt, is aangegeven. De hoofdzaak, waar het om gaat, het streven naar beheersching van den invoer, is evenwel een feit Zulke groote hoeveelheden neemt Zwit serland wel niet, doch het is tooh nog wel de moeite waard, vooral nu van alle kanten beperkingen komen. Alle beetjes helpen, niet waar? In 1932 zonden wij naar Zwitser- Land 570.000 K.G. tot een bedrag van ruim 236.000 gulden en onze geheele uitvoer was 47V£ millioen K.G. En er is zoo we weten al een groot overcompleet. Zooals er ook veel te veel druiven zijn. Niet alleen in ons land, ook inhetwijnland, Frankrijk. Daar maakt men RECLAME VOOR DRUIVENKUREN VAN MINSTENS VIER POND DAAGS. Men wil, zooals men dat in Italië doet, en ook in het Westland met zijn druivenrestau- raties werkt men in die richting, de men- schen veel druiven en ook druivensap lee ren consumeeren. Overal hoort men de leus: eet meer druiven, eet ze versch. Drink het frisch-geperste sap, dat de artsen voor zie ken en gezonden om strijd loven! Veroor zaakt de rijke Fransohe keuken leverbezwa- ren? Is de spijsvertering slecht? Hebt ge gewrichtsontsteking? Eet druiven, hoe meer hoe beter, minstens vier pond daags, of drink druivensap. Stel je voor: vier pond druiven per dag. eJ zou er tegen komen. Maar in Frankrijk wordt met energie gewerkt voor deze bewe ging. Op de perrons van een Parijsch station staan bij een druivenkiosk manden met druiven opgestapeld, die uitgeperst worden en door meisjes aan de reizigers worden aangeboden voor 1 y2 franc (15 cent) per glas. En er wordt gebruik van gemaakt, hoor! Zooals ik vermoed, dat DE BOER DIE EEN BOERDERIJ MET 50 H.A. LAND CADEAU KREEG ook wel van zijn cadeautje gebruik zal ma ken. Dit is een melkboer te Grass-Luebars ln Saksen, die van Hitler deze boerderij kreeg, daar hij aain Hitier een foto had gezonden van zichzelf en negen zijner zoons, allen ge kleed in het Nazi-uniform. De melkboer was sedert begin 1931 lid van de N.S.D.A.P. De boerderij was door dei» eigenaar ter beschikking van Hitier gesteld, met verzoek haar aan een oud partijlid te schenken. Hier zal men nog wel een poosje op zoo'n cadeautje kunnen wachten. Men kan nu misschien een stelletje zwarthemden voor een zacht prijsje krijgen. En aangezien DE KALI THANS OOK VOOR EEN ZACHT PRIJSJE TE KRIJGEN IS, zou ik wel willen adviseeren haal de achter stand der laatste jaren in. Kaligebrek is net als een blinde darmontsteking, zoo verrader lijk, je merkt het zoo direct niet en dan opeensnaar het ziekenhuis. Voorkomen is beter en nu is de kali heel goedkoop. Ge lukkig, en ik heb zoo'n vermoeden, dat ze duurder worden zal. In een artikel ove» wintertarweproeven schreef de Rijksland bouw-consulent. voor Noord-Groningen o.m.: „Er moet zorg worden gedragen, dat vol doende voedingsstoffen aanwezig zijn. Op lichte zavelgronden moet extra aandacht aan de thans goedkoope kali worden ge schonken. Ook op andere gronden zal het goed zijn hier op te letten, gelooven we. De kali is thans goedkoop. Ik zag dezer dagen een koopbrief, waarop kali-zout-20 genoteerd stond voor f 1.25 boordspoor-vrij en kalizout- 40 voor f 3.05. Dit was syndikaatkali (al thans ze kwam van het Centraal Bureau). Wat de Spaansohe kali kost, weet ik niet, doch dè prijs zal niet zooveel verschillen werd me gezegd. Nu het nog zoo vroeg in de herfst is kan de boer hiermede zijn voordeel doen door kalizout-20 te koopen. Een gift van 300 K.G. kalizout-40, dus 120 K„ O kian ook gegeven worden met 600 kalizout-20. In het eerste geval kost de kalibemosting f 9.15, in het tweede f 7.50. Een verschil van f 1.60. Maar de uitstrooikosten zijn wat meer natuurlijk. Denk er eens over. Het indexcijfer voor kali staat thans op 61, basis 1910/14, of 65, basis 1924/29. Enkele maanden geleden was het nog 100 en 106. Het kan verkeeren zoo men ziet. Dat ziet men ook met de mode om Daar hebben we ons nooit meer kunnen vereenigen, 't Was wreed, vonden wij, de dieren hun beschermingsmiddel tegen vliegen te ontnemen. Nu wordt er door den heer Lysen in „De Boerderij" op aangedrongen om deze mis daad den paarden aangedaan te straffen, door deze gecoupeerde d.w.z. verminkte paarden niet meer voor primeering in aan merking te laten komen. De redactie van de Boerderij sluit zich gaarne bij dat betoog aan. Wij doen het natuurlijk ook, We zullen afwachten, wat er nu gedaan: wordt. Tot de volgende week. PRAATJESMAKER*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1933 | | pagina 8