O
Ammonsalpeter „SI"
Internationale Productenruil
O
NS PRAATUURTJE
LAND- FN TU1NB0VW No. 206
DONDERDAG 21 SEPTEMBER 1933
BEWEZEN!!
Adverteeren in „LAND- EN
TUINBOUW" heeft succes
Land- en Tuinbouw"
bereikt duizenden
boeren en tuinders
iaaiiii»
GRAAN TEGEN VEE EN ZUIVEL
Tevens zal aan de bevordering van onzen uit
voer naast andere in die richting werkende middelen
onze invoer dienstbaar gemaakt moeten worden.
(Troonrede 1933)
Zooals men heeft kunnen lezen was Maan
dag de Rotterdamsche graanheurs in be
roering, omdat de Importeurs van buiten-
landsche granen te Rotterdam, bericht had
den ontvangen, dat geen Russische graan-
zendingen meer mochten worden ingeklaard.
Deze simpele mededeeling, zonder eenige
verklaring, heeft heel wat monden in be
weging gebracht en aanleiding gegeven tot
allerlei veronderstellingen.
Zooals men weet, komt er nog al wat
graan uit het buitenland ons land binnen en
thans begint, na de nieuwe oogst en vóór
het wintervoederseizoen, de invoer eerst
recht. Vooral Rusland zendt vrij veel graan
naar Nederland.
Men meent, zoo heeft men eveneens kun
nen lezen, dat er een regeling zal komen,
waardoor een soort ruilhandel ontstaat. Wij
zouden Rusland rundvee (en haring) leve
ren en daarvoor graan opnemen.
Het kan zijn en zou een oplossing kunnen
worden van de puzzle: waarheen met ons
overcompleet aan rundvee, dat in de laatste
jaren met een slordige 20 pet. is toegeno
men (ondanks slechte uitkomsten in de vee-
hou dersbedrij ven
Nu zijn hier wel eenigsoins tegenstrijdige
zaken in het spel. Het graan, dat wij in ruil
voor de koeien zouden ontvangen, dient
voor voeder van onzen grooten veestapel en
die gaan we juist inperken. Bovendien komt
door het inkrimpen van onzen veestapel
meer land vrij, dat, daar onze uitvoer wel
zoo belemmerd en aan banden gelegd is
door contingenteeringen, alleen zal kunnen
benut worden voor eigen gebruik, dus voor
den veebouw van veevoederproducten.
Hiermede komt dus de graaninvoer uit
het buitenland in gedrang en zal ngodwen-
digerwijze verminderd moeten worden.
Weert men onze producten in het buiten
land, dan is er geen ander middel, om de
bedrijven hier loopende te houden, dan door
zelf-consumptie, niet alleen van Neder-
landsch fabrikaat, doch ook van Nederland-
sohe bodem producten.
Door een meer extensief gebruik van den
bodem (bv. minder koeien per H.A. houden)
zou men de wijzers van de klok achteruit-
zetten. Dit past niet meer in dezen tijd en
zou geen voordeel brengen. Integendeel.
Het eenige middel zal dus zijn, zooveel
mogelijk ons onafhankelijk maken van bui
tenlandsche invoeren, waar dit buitenland
onze uitvoeren niet meer of hoe langer hoe
minder begeert.
Voor ons eigen veevoeder zorgen door uit
breiding van den veevoederverbouw. 't Zij
in den vorm van granen, 't zij door het
winnen van voedselrijk hooi en kuilvoeder.
Op dit laatste aambeeld hebben wij onder
het motto: „de boer moet zijn eigen kracht-
voederfabrikant zijn", gedurende de laatste
vier k vijf jaren meermalen gehamerd. En
de Nederiandsche veeboer heeft zich in de
laatste jaren meer in die richting bezig ge
houden, dan vroeger wel het geval was.
Natuurlijk zullen we niet dadelijk geheel
onafhankelijk van het buitenland zijn, en
zullen het ook wel nooit geheel worden.
Bovendien gelooven we niet, dat, al mogen
de natiën dan ook hoe langer hoe meer op
autarkische wegen gaan, en, zooals wij, er
op gedreven worden, het internationaal
handelsverkeer voor goed van de baan zal
zijn. Vroeger of later zal het zich herstellen,
als de waan der autarkie is opgehouden,
DAT IS GOEDKOOP
En dan nog wel met ,,POKON", de
oekende oplosbare kunstmest voor kamer
planten. Verkrijgbaar in flesschen van
40 cent, 1.75 en 3.— bij de bloem- en
saadwinkels, waar gratis kleurenfoto's
met behandeling van veel planten be
schikbaar zijn.
H. P. BENDIEN
POKONFABRIEK NAARDEN
en men weer normaal gaat denken.
Maar thans moet gerekend worden met
de omstandigheden van thans en met de
ideeën van thans. En deze zijn geheel ge
richt op „selfhelp", zoo veel mogelijk pit
eigen land gebruiken; zoo weinig mogelijk
van vreemden koopen.
dat niet altijd mogelijk en daarom
begint in den laatsten tijd bij den interna
tionalen handej e^n toestand te heerschen,
die terug doet denken aan eenige eeuwen
geleden.
We bedoelen den ruilhandel.
En voor ruilhandel is onze behoefte aan
granen voor veevoeder, een heel nuttig
object
Wij hadden in 1931 (de cijfers over 1932
zullen wij, gezien de bekende traagheid ten
Departemente, die de cijfers over 1931 pas
in Juli 1933 publiceert, misschien wel eens
eind 1934 of in 1935 kunnen geven) nog
invoer van 1623 millioen kg. granen
(tarwe, rogge, gerst en haver), meer dan
we uitvoerden, waarvan alleen aan tanve
750 millioen kg. en aan gerst 540 millioen
kg. Aan tarwemeel voerden we nog 110 mill,
kg. meer in dan we uitvoerden. En alleen
aan mais had Nederland uit het buitenland
noodig 1560 millioen kg. Deze 3Vi millioen
kg. aan granen en meel kunnen we niet
zoo spoedig en niet zoo gemakkelijk ver
vangen door Nederlandsch product.
Het is dus zeer begrijpelijk, dat onze af-
ame in het buitenland van deze granen
door ons als inzet gebruik wordt bij het
bespreken met andere landen, die de pro
ducten welke wij over hebben kunnen ge
bruiken.
Onze nieuw-samengesteld regeering, na en
kele maanden zich „ingewerkt" te hebben,
toont, snel te kunnen en te willen handelen
en krachtig te willen optreden.
De passage in de troonrede *evens
zal aan de bevordering van onzen uitvoer
naast andere in die richting werkende
middelen onze invoer dienstbaar moeten
worden gemaakt", laat aan duidelijkheid in
dezen niets te wenschen óver.
Dat de inklaring van Russisch graan in
verband moet worden gebracht met de bo-
aangehaalde zinsnede uit de troonrede
ligt wei voor de hand.
Rusland heeft, naar men zegt en er is
geen reden om er aan te twijfelen, rundvee
noodig, wij hebben gezien onzen afzet van
zuivelproducten, vee te veel. Rusland kan
graan missen, althans verkoopt graan naar
het buitenland hoewel er geruchten gaan,
dat op meerdere plaatsen in dat groote land
hongersnood heerscht wij hebben graan
noodig, voorloopig ook nog wel als een paar
honderd duizend koeien minder de stallen
bevolken.
Is het vreemd, dat in deze omstandighe
den over ruilen gesproken wordt?
Maar niet alleen Rusland, ook andere lan
den hebben nog veel producten over, die
wij gebruiken en omgekeerd behoefte aan
zaken, die door ons gewoonlijk geëxporteerd
worden.
Wij denken hierbij o.a. aan Frankrijk.
Hoewel Frankrijk de boterinvoer gaat con
tingenteeren, kan het toch nog een bedui
dend quantum gebruiken. Hoeveel het uit
andere landen betrekt weten we niet, doch
uit ons land kreeg het in 1932*) i
3.370.000 kg., terwijl het in 1931 maar
2.700 000 kg. was en in 1930 slechts 569.000
kg. Hier zitten dus wel eenige perspectieven
voor afzet van onze zuivelproducten.
Misschien zouden de Fransohe wijnen, die
ondanks de malaise toch nog in niet 5
gering kwantum hier binnenkomen tegen
boter en kaas uitgeruild kunnen wor
den boterinvoer in Frankrijk.
Frankrijk heeft namelijk plannen om de
tot dusver geldende contingenten boter niet
maar klakkeloos te bestendigen. Ze willen
er eens over spreken met de invoerders.
Men wil dat het contingent op 75 pet. van
het tot dusver geldende zal verminderen en
dat er voor de resteerende 25 pet. „nog wel
vyat te doen is" zooals dat in zakenknngen
gezegd wordt, als men kan loven en bieden.
En geruchten gaan (officieel vonden wij
ze nog niet bevestigd), dat Nederland boven
het vastgestelde contingent boter, nog 1
millioen K.G. boter (dat is nog meer dan
de resteerende 25 pet. van het contingent)
naar Frankrijk mag leveren tegen 20 mil
lioen K.G. tarwe, eventueel te vervangen
door 15 millioen K.G. tarwemeel. Dit is nog
maar een klein deel van onze tarwebehoefto.
Maar ook over kaasuitvoer van ons naar
Frankrijk wordt onderhandeld. Onze kaas-
uitvoer naar dat land liep sterk achteruit
in de laatste paar jaren en bedroeg in
1932*) nog 9.574.000 kg. tegen 13784000 kg. in
1931, een teruggang dus'van ruim 30 pet.
Wij hebben nog boter en kaas genoeg en
kunnen ook met een belangrijk ingekrom
pen veestapel nog wel wat buitenlandsche
renen eebruiken.
Inderdaad een internationale goederenruil
onder de huidige omstandigheden een be
tere zaak dan elkander te treffen met ta
rief verhoogingen en invoerverboden. Het
leidt ontegenzeggelijk tot een betere ver
standhouding en zai, mits voor beide zijden
met tact gehandeld wordt, mede kunnen
werken tot het spoediger terug komen van
het vrije handelsverkeer.
den.
uit
Misschien ook kunnen we tarwe
Frankrijk betrekken. Dit is zelfs vrij zeker.
En we vermoeden, dat het verbod van
klaren voor Russische tarwe, dat, zooals
in den aanvang van dit artikel schreven, de
graanbeurs te Rotterdam zoo zeer beroerde,
ook wel eenigszins in verband staan zal met
de onderhandelingen die thans tusschen
onze Regeering en die van Frankrijk ge
voerd worden over de contingenteering van
JV4 gram op 1 Liter water. In plaats van
iy2 uur worden de aardappelen, ook na
eerst te zijn afgewasschen, 20 minuten on
dergedompeld. Men kan er dus sneller mede
werken, en ook kan A re tan meerdere malen
achtereen, tot zes maal toe, aangewend
worden. Men kan, daar Aretan ijzer niet
aantast, hiervoor ook bakken van dit ma
teriaal gebruiken. Zink wordt echter wel
aangetast
Na de behandeling dienen de ontsmette
aardappelen, vóórdat ze opgeborgen wor-
den, g^'i gedroogd te worden.
Daar, zoowel sublimaat als Aretan, giftige
stoffen (maaggiften) zijn betrachte men de
noodige voorzichtigheid!
Nadere inlichtingen worden gratis ver
schaft door den P1 ante neiek te nk und i gen
Dienst te Wagen ingen en door de bij dezen
Dienst werkzame ambtenaren, zoomede door
de heeren Rijksland- en Tuinbouwconsulen-
ten.
Deze cijfers zijn natuurlijk niet uit het
officieel verslap over den landbouw over
1932, dat nog wel een jaar uit zal blijven,
doch ontleend aan de Mededeelingen van 't
Centraal Bureau voor de Statistiek.
BERICHTEN VAN BEN P. D.
ntsmetting van pootaard-
appelen tegen Rhizoctonia
Ter bestrijding van de Rbizoctoniaziekte
in aardappelen wordt ontsmetting van dat
pootgoed, waarop de bruine of zwartachtige
korstjes van deze schimmel (zoogen. sclero
tieën) in eenige mate voorkomen, ten zeer
ste aangeraden. Een onderzoek, of inder
daad op de aardappelen sclerotieën voorko
men, kan het best geschieden door een flink
monster in water schoon te wasschen. De
bruin of zwart gekleurde sclerotieën worden
dan goed zichtbaar.
Ontsmetting in het najaar verdient aanbe
veling boven die in het voorjaar. Laat in
het voorjaar ontsmetten moet worden af
geraden. Raadzaam is het ook, de aardappe
len eerst eenigen tijd na het rooien te be
handelen, opdat de huM goed is afgehard;
Anders bestaat er eenige kans op bescha
diging. Voordat tot ontsmetting wordt over
gegaan, moeten de aardappelen ontdaan
worden van grond, door ze te wasschen in
gewoon water. Wordt dit nagelaten, dan
kan de ontsmettingsstof niet voldoende tot
de sclerotieën doordringen. Ook verliest zij
bij de aanwezigheid van grond spoediger
haar werking.
De ontsmetting wordt uitgevoerd door de
aardappelen gedurende 1% uur onder te
dompelen in een oplossing van sublimaat
ter sterkte van 1/10% (dus 1 op duizend).
Per liter water dus wordt dus 1 gram su
blimaat opgelost. Het gemakkelijkst zijn
hiervoor te gebruiken sublimaatpastilles k
1 gram Deze wegen 1% gram, maar bevat
ten 1 gram sublimaat
Er zijn nl.ook pastilles in den handel, die
slechts gram sublimaat bevatten. Bij den
aanschaf houde men hiermede rekening.
Ter ontsmetting van hectoliter aardappe
len van pl.m. 70 Kg. is vijftig Liter oplossing
voldoende. Dezelfde oplossing kan driemaal
achtereen gebruikt worden. Men lette er
SMËbËEll
Ideaal dekmiddeJ voor oude en lekke
kassen, kan met kwast koud worden
verwerkt
VRIES VAN DER LEEDEN DORDRECHT
Lange Breestraal 37—39, Telefoon 3218
val niet zijn. Daar sublimaat metalen
tast, mag de ontsmetting slechts uitgevoerd
worden in houten of steenen vaatwerk.
Op verschillende plaatsen zijn in het vo
rige jaar, en o.a door meerdere rijksland-
bouwconsulenten, ook dit jaar proeven ge
nomen met een nieuw middel:
Aretan
Een eindoordeel over de waarde van dit
middel kan nog niet gegeven worden. De
resultaten zijn echter van dien aard, dat
proefnemingen op ruime schaal kunnen
worden aanbevolen. Aretan wordt aange
wend in een oplossing van IV2 op duizend,
J-Jorzeline tegen schurft en
de runderhorzellarve
Twee plagen, waarvan de veestapel jaar
lijks veel te lijden heeft. Schurft openbaart
zich al spoedig na het opstallen en kenmerkt
zich door groote jeukte, schuren, korstvor-
ming op de huid, haarverlies en kale plek
ken, vooral aan den Lop om de oogen en
achter de ooren, aan den hals, rug, achter
vlakte der dijen boven den uier en omge
ving staartwortel. Onder het melken drin
gen die dieren hinderlijk vanwege de hevige
ieulkte, vermageren en geven minder melk.
Zoo deelde een melkveehouder 'mij in dit
voorjaar mede, dat hij er van den winter
zoo'n last van gehad heeft, dat hij er niet
tegenop kon voeren en minder melk kre»c.
Na flink inwrijven met horzeline werden de
dieren rustig, begonnen weldra te groeien
en na on, eveer een maand kwamen
weer goed in het haar.
Vroegtijdig behandelen is zoowel bij
schurft ais bij worm bul ten van groot be
lang; dan kan veel schade en ongemak voor
komen worden. Doet men dit niet, dan is
binnen korten'tijd al het vee in den stal
besmet en gaat deze huidziekte ook meer
malen op de melkers over.
Worden de wormbulten nriet tijdig behan
deld, dan zijn het binnen eenige weken
groote knobbels, die koms in verzweering
overgaan, waardoor de huid sterk bescha
digd wordt en de diieren er onder
lijden-
Van eenige veehouders ontving ik bericht,
dat na het inwrijven met horzeline de huid
wel eens wat sterk geprikkeld werd en de
haren aaneenkleefden, Hierin heb ik aanlei
ding gevonden om de samenstelling zóó
danig te wijzigen ,dat prikkeling der huid
achterwege blijft en het resultaat bovendien
beter is.
Vooraf omschudden en fldnlk inwrijven der
horzeline met de vlakke hand is echter noo
dig om de vloeistof goed te laten inwerken.
Dit gelukt nog beter, wanneer ze met een
kleinen harden borstel ter waarde van vijf
cent over de huid gestreken wordt, om re
den op deze wijze de korsten worden ver
wijderd en de vloeistof vlugger indringt.
Dr. T HOEN.
Proeftuin te Aalsmeer
Verslag over 1932.
Uit het Jaarverslag van den Proeftuin te
Aalsmeer blijkt dat in 1932 weer vele proe
ven zijn genomen inzake nieuwe soorten
planten voor de bloemisterij, proeven met
meststoffen, met bestrijdingsmiddelen en
cultuurproeven. Het afgeloopen jaar was wat
de opbrengsten aangaat zeer ongunstig. De
opbrengst der producten uit den proeftuin
levert anders een belangrijke bron van in
komsten, doch daalden dit jaar reeds tot een
derde van voor vier jaar. Doch door een
drachtig samenwerken kon de Proeftuin blij
ven zoo hij was.
Aan de verbetering van het bedrijf werd
rustig doorgewerkt. Op het gbied van de
rozen heeft deze Proeftuin voorheen wel eens
meer gedaan dan in 1932; men is door de
ervaring in dit opzicht meer selectief ge
worden. De roos „President Hoover" bleek
voor onze cultuur ongeschikt te zijn, terwijl
in het voorjaar de Julien Potin werd opge
ruimd. Verder wordt in het verslag gespro
ken over de fraaie collectie nieuwe chrysan
ten en een belangwekkende collectie dah
lia's. Stedds wordt doorgegaan met omtrent
lathyrus en violieren de nieuwste gegevens
te verkrijgen en het aankweeken van een
LANDBOUWKALK 80°/0
Op keur Rijkslandbouwproefstation (80 CJH2,90 °/c
Verpakking in sterke papieren zakken
kleine collectie nieuwe seringen.
Vermeld worden verder de resultaten van
de keuringen in 1932 van het rozenproefveld
van Jos Jungunt Rosae, de Kon. Ned. Mij.
voor Tuinbouw en Plantkunde en den
Proeftuin; rozenproeven (nieuwere kassoor-
ten en onderstammen); bestrijdingsmiddelen
en apparaten; chaboud-anjers; lathyrus;
freesia; pyrethrum; seringen (een 11-tal
soorten); nieuwe chrysanten (een 26-tal);
een sortiment van meer dan 40 nieuwere
dahlia's, opgeplant door de leden cfcer Nederl.
Dahlia-vereeniging, fa. Topsvoort en K.
Maarse Dzn. Jr.; delphinium; selectieproeven
met violieren; bemestingsproeven. De selec
tieproeven met violieren hebben reeds het
resultaat opgeleverd, dat 70 pet. gevuld-
bloemige werd verkregen. Bemestingsproe
ven met chrysanten hadden tot resultaat,
dat stalmest betere uitkomst gaf, dan ver
schillende kunstmeststoffen en cacao-afval-
producten (welke laatste producten den
bloemisten met klem wordt afgeraden te
gebruiken). Op stalmest bleef het blad veel
groener in het natte najaar, de groei was
beduidend beter en de planten hielden veel
beter kluit (noodig voor het overbrengen
het veld naar de kas).
Fokcentrale
Van deze Fokcentrale ontvingen wij het
jaarverslag over 1932—1933, waaruit blijkt
dat deze centrale, die uit 10 afzonderlijke
fok- of controlevereenigingen is samenge
steld, goed werk verricht en het motto waar
onder dit verslag verscheen: „geregelde
controle beteekent geregelde vooruitgang;
geen controle geen winst", is ook
geen fraselogie.
Gedurende de 15 jaren dat deze centrale
werkt, is het gemiddelde cijfer van boter-
vetopbrengst beduidend gestegen en thans
geklommen tot 194 K.G. En dit gemiddelde
wordt nog sterk beinvloed door enkele lage
EEN G0EDK00PE STIKSTOFMESTSTOF
MET UITNEMENDE EIGENSCHAPPEN
Inlichtingen worden verstrekt door
het Landbouwkundig Bureau der
Staatsmijnen te Lutterade (L.)
cijfers. De uitersten zijn 345 K.G. boter in
317 dagen en daarnaast 115 K.G. boter of
precies het derde deel.
Door geregelde controle weet men wat
men aan zijn koeien heeft. Door doelmatig
fokken kan men zorgen superieur vee te
krijgen.
Dat toont het werk van deze Fokcentrale.
De Iepziekte
Het Comité inzake bestudeering en
bestrijding van de Iepziekte zond ons twee
Mededeelingen de No.s 12 en 13.
Het eerste bevat naast het Jaarverslag
rer 1932 een kort verslag over het Iepen-
ziekteonderzoek, verricht te Wageningen en
te Baarn (labor. Willie Commelin Scholten)
en het Staatsboschhehcer.
Mededeelingen No. 13 bevatten o.m. zeer
interessante verslagen van Christine Buis
man over het onderzoek omtrent de Iepen-
riekte, de Waterverdamping bij bladeren
van verschillende Iepsoorten. De heer .T. J.
Fransen schreef over de kleine Iepenspint-
kever en J. Westenberg handelde over de
historie van de Graphiumziekte.
Alles is met mooie foto's op kunstdruk
papier verlucht.
Uitgevers zijn H. Yeenman en Zonen te
Wageningen.
MARKTOVERZICHT
VOERARTIKELEN. 1
Medegedeeld door het Centraal-Bureau
In den veevoederhandel beleven wij den
laatsten tijd verrassingen. Kwam midden
vorige week de mededeeling, dat buiten
landsche rogge niet meer gedenatureerd zou
worden, Zaterdagmorgen kwam het bericht
dat buitenlandsche gerst gedenatureerd
moest worden en heden was er de tijding,
dat Russische granen niet meer ingeklaard
zouden worden. Dat er door al deze maat
regelen een onrustige stemming heerscht,
laat zich begrijpen.
Mais is vaster gestemd. Ook gerst wordt
hooger genoteerd, vooral partijen die nog
ongekleurd zijn. De handel in buitenland
sche rogge ligt door de bovengenoemde
maatregel vrijwel stil, daar men nu niet
anders kan invoeren of men moet een mo
nopoliewinst van f 4 per 100 kg betalen.
Voor de nog aanwezige gedenatureerde
partijtjes zijn de prijzen hooger. Tanve en
haver weinig in prijs VQj-anderd.
Amerik. lijnkoeken bleven bij regelmctigen
omzet kalm gestemd. Cocos- cn grondnoten-
koeken eveneens zeer rustig gestemd met
weinig vraag. Geëxtraheerd Soyaschroot
blijft in verschillende buitenlandsche soorten
goedkoop aangeboden. Onder clen druk
hiervan heeft ook Zwijndrecht de prijzen
verlaagd.
Uitgaan 13 wel eens goed voor den
mensch.
Al is het dan maar, dat hij daardoor soms
eens tot het gevoel van zijn eigenwaarde
terugkeert. Dat je dan vergeet je „momlbak-
kes" goed voor te doen. Och, ge weet wel,
zoo'n ding hebben wij allen. Of laat ik jul
lie nu niet beleedigen, zoo'n ding hebben we
allen, op één na (en ieder voor zich mag
dan op de vraag: wie is die ééne? volmon
dig antwoorden: ik!). En zoo'n ding, dat we
allen één (gij) uitgezonderd bij ons
dragen, zetten we wel eens op. Wij laten
ons wel eens anders zien dan we zijn.
Tjonge, tjonge zult ge zeggen, waar moet
dat heen, met zoo'n zwaar op-de-handsche
Och, nergens heen,! 'k Wilde eens over
mijzelf praten en Tc moet toch een aanlei
ding hebben, al is het dan alleen maar voor
hen, die van mijn praatje alleen maar 't be
gin en 't slot volgen. (Dat gebeurt met een
preek ook wel en dan kunnen ze er over oor
deelen, weet ge).
Maar nu daal ik wéér af.
Ik liep dan 'k wil het immers over mij
zelf hebben met mijn mombakkes voor
ergens in ons lieve vaderland, gedachtig
aan den dringenden raad: breng uw vacan-
tie door in eigen land.
Ergensdat was op een plaats, waar
men mij niet in mijn kwaliteit kende. Dat
was wat fijn een paar weken daar als ver
geten mensch; niet als praatjesmaker, doch
als zwijger, te vertoeven.
-v-Wfcs*.
Maar je loopt gauw in de gaten. Ik stond
daar naar een land met aardappelen te kij
ken, waar de aardappelrooimachine, de
blanke goudkleurige aardappelen uit de
aarde wroette.
In eens hoorde ik me door iemand, die mij
onmerkbaar genaderd was, toevoegen: „hed-
de gij ze ok zeu schoone op oei landf'. Ik
keerde mij om. „Op mijn land?" vroeg ik
verbaasd. „Joa, gij zijde toch ok een boer,
cwaer?".
Nu dacht is heusdh, dat ik zou doorgaan
voor een heer of tenminste meende ik, om in
de termen te blijven, een „als heer gekleede
persoon" te zijn. Enfin, mijn mombakkes
was bij het aardappelland zeker scheef ge
zakt.
Wij raakten aan de praat. Zetten ons in
het gras van den berm (waarom niet, mijn
mombakkes was toch waardeloos gebleken)
en ik onderging den eersten aanval van een
kruisvuur van vragen. Na deze vuurproef op
mij toegepast te hebben, oordeelde hij zeker,
dat ik weinig spraakzaam was (mijn moirn
bleef voor mijn mond zoodat hij niet zag,
hoe groot ik die op kon zetten, noch bemer
ken kon, dat ik wel eens praatjes maak).
Hij hield zooveel te meer van praten, was
een van dorpsnijveren, zooals hij mij al
gauw toevertrouwde en kwam dus veel met
ander volk in'aanraking.
De boeren hebben het zoo kwaad niet,
was zijn oordeel. Zij krijgen steun voor de
tanve, voor het vlas, voor de bieten, voor do
aardappelen, voor de... weet ik veel, en
Overal nemen ze machines voor. En werk
volk hebben ze maar heel weinig noodig.
Ja, dat bleek mij ook. Er waren heel wat
machines daar in de buurt aan het werk en
ik had mij daar ook al over verbaasd. Wij
meenden, dat de verschillende steunmaatre
gelen die de Regeering voor de boeren treft,
ook beoogen om de landarbeiders werk te
geven en niet naar de steun te laten gaan
of na noodzakelijken arbeid maar zoo gauw
mogelijk weer te ontslaan, 'k Weet wel, er
zijn gunstige uitzonderingen, doch er zijn
ook heel wat die ijskoud de steun opstrijken
en anderen op een houtje laten bijten. Daar
tegen valt te toornen. En velen maken daar
door, dat de steunmaatregelen door het pu
bliek niet onverdeeld gunstig beoordeeld wor
den. Maar naar enkele uitzonderingen (op
sommige plaatsen veel uitzonderingen) moet
geen algemeene conclusie getrokken wor
den.
Er zijn helaas overal lui, die door hun
handelwijze, die in het oog loopt, een blaam
op zich werpen, die, onverdiend, ook ande>-
ren treft.
De verhouding tusschen landbouwer en
landarbeider is er niet beter op geworden en
dat is niet alleen de schuld van de landar
beiders. Maar, in verband met een brief die
ik ontving, wil ik als mijn oordeel wel zeg
gen, dat ik steeds het afkondigen van een
werkstaking tijdens de oogst, als de be
hoefte aan werkvolk het grootst is, niet goed
keur. Weer en groeiverschijnselen gedoo-
gen niet, dat de oogst vertraagd wordt.
Daarmede ontzeg ik den landarbeiders niet
het recht van ook door staking voor hun be
langen op te komen. In geenen deele.
Maar wel betreur ik, dat hier en daar do
verhoudingen zoo gespannen zijn geworden.
Met de bloembollen telers en -handelaars
betreuren we eveneens de
NIEUWE MAATREGELEN VAN
ZWITSERLAND TEGEN TE GROO
TEN BLOEMBOLLENINVOER.
Welke dezie maatregelen zullen zijn weten
we nog niet, doch wel weten we, dat onze
regeering een missive van de Zwitsersche
regeering ontving, waarin medegedeeld
wordt, dat de Zwitsersche Bondsraad over
weegt een te grooten invoer tegen te gaan.
Deze aankondiging is echter niet nader om
schreven. Er is geen enkel cijfer in genoemd
terwijl evenmin de aard van den maatregel,
de wijze waarop men den invoer heeft be
perkt, is aangegeven. De hoofdzaak, waar
het om gaat, het streven naar beheersching
van den invoer, is evenwel een feit
Zulke groote hoeveelheden neemt Zwit
serland wel niet, doch het is tooh nog wel
de moeite waard, vooral nu van alle kanten
beperkingen komen. Alle beetjes helpen,
niet waar? In 1932 zonden wij naar Zwitser-
Land 570.000 K.G. tot een bedrag van ruim
236.000 gulden en onze geheele uitvoer was
47V£ millioen K.G. En er is zoo we weten al
een groot overcompleet.
Zooals er ook veel te veel druiven zijn.
Niet alleen in ons land, ook inhetwijnland,
Frankrijk. Daar maakt men
RECLAME VOOR DRUIVENKUREN
VAN MINSTENS VIER POND
DAAGS.
Men wil, zooals men dat in Italië doet, en
ook in het Westland met zijn druivenrestau-
raties werkt men in die richting, de men-
schen veel druiven en ook druivensap lee
ren consumeeren. Overal hoort men de leus:
eet meer druiven, eet ze versch. Drink het
frisch-geperste sap, dat de artsen voor zie
ken en gezonden om strijd loven! Veroor
zaakt de rijke Fransohe keuken leverbezwa-
ren? Is de spijsvertering slecht? Hebt ge
gewrichtsontsteking? Eet druiven, hoe meer
hoe beter, minstens vier pond daags, of
drink druivensap.
Stel je voor: vier pond druiven per dag.
eJ zou er tegen komen. Maar in Frankrijk
wordt met energie gewerkt voor deze bewe
ging. Op de perrons van een Parijsch station
staan bij een druivenkiosk manden met
druiven opgestapeld, die uitgeperst worden
en door meisjes aan de reizigers worden
aangeboden voor 1 y2 franc (15 cent) per
glas. En er wordt gebruik van gemaakt,
hoor!
Zooals ik vermoed, dat
DE BOER DIE EEN BOERDERIJ
MET 50 H.A. LAND CADEAU
KREEG
ook wel van zijn cadeautje gebruik zal ma
ken.
Dit is een melkboer te Grass-Luebars ln
Saksen, die van Hitler deze boerderij kreeg,
daar hij aain Hitier een foto had gezonden
van zichzelf en negen zijner zoons, allen ge
kleed in het Nazi-uniform.
De melkboer was sedert begin 1931 lid van
de N.S.D.A.P. De boerderij was door dei»
eigenaar ter beschikking van Hitier gesteld,
met verzoek haar aan een oud partijlid te
schenken.
Hier zal men nog wel een poosje op zoo'n
cadeautje kunnen wachten. Men kan nu
misschien een stelletje zwarthemden voor
een zacht prijsje krijgen.
En aangezien
DE KALI THANS OOK VOOR EEN
ZACHT PRIJSJE TE KRIJGEN IS,
zou ik wel willen adviseeren haal de achter
stand der laatste jaren in. Kaligebrek is net
als een blinde darmontsteking, zoo verrader
lijk, je merkt het zoo direct niet en dan
opeensnaar het ziekenhuis. Voorkomen
is beter en nu is de kali heel goedkoop. Ge
lukkig, en ik heb zoo'n vermoeden, dat ze
duurder worden zal. In een artikel ove»
wintertarweproeven schreef de Rijksland
bouw-consulent. voor Noord-Groningen o.m.:
„Er moet zorg worden gedragen, dat vol
doende voedingsstoffen aanwezig zijn. Op
lichte zavelgronden moet extra aandacht
aan de thans goedkoope kali worden ge
schonken.
Ook op andere gronden zal het goed zijn
hier op te letten, gelooven we. De kali is
thans goedkoop. Ik zag dezer dagen een
koopbrief, waarop kali-zout-20 genoteerd
stond voor f 1.25 boordspoor-vrij en kalizout-
40 voor f 3.05. Dit was syndikaatkali (al
thans ze kwam van het Centraal Bureau).
Wat de Spaansohe kali kost, weet ik niet,
doch dè prijs zal niet zooveel verschillen
werd me gezegd.
Nu het nog zoo vroeg in de herfst is kan
de boer hiermede zijn voordeel doen door
kalizout-20 te koopen. Een gift van 300 K.G.
kalizout-40, dus 120 K„ O kian ook gegeven
worden met 600 kalizout-20. In het eerste
geval kost de kalibemosting f 9.15, in het
tweede f 7.50. Een verschil van f 1.60. Maar
de uitstrooikosten zijn wat meer natuurlijk.
Denk er eens over.
Het indexcijfer voor kali staat thans op
61, basis 1910/14, of 65, basis 1924/29. Enkele
maanden geleden was het nog 100 en 106.
Het kan verkeeren zoo men ziet.
Dat ziet men ook met de mode om
Daar hebben we ons nooit meer kunnen
vereenigen, 't Was wreed, vonden wij, de
dieren hun beschermingsmiddel tegen
vliegen te ontnemen.
Nu wordt er door den heer Lysen in „De
Boerderij" op aangedrongen om deze mis
daad den paarden aangedaan te straffen,
door deze gecoupeerde d.w.z. verminkte
paarden niet meer voor primeering in aan
merking te laten komen. De redactie van
de Boerderij sluit zich gaarne bij dat betoog
aan. Wij doen het natuurlijk ook,
We zullen afwachten, wat er nu gedaan:
wordt.
Tot de volgende week.
PRAATJESMAKER*