JMettttv £riïtód)f <£mtmt BINNENLAND. ELTnxV-666 uBONNEMERTt 5er kwartaal tn Ijlden en In plaat- ^n waar n agentschap pevestlcd Is f 2.35 Franco per post 2.35 portokosten. Per week ƒ0.18 Voor het Buitenland bij ^ikelijk- iche tending 4.50 Bu dageiijksche zending ,5.50 Alles bij vooruitbetaling Losse nummers 5 cent met Zondagsblad 7% cent Zondagsblad niet afzonderlijk verkrijgbaar Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken Bureau: Breestriat 123 Telefoon 2710 (na 6 uur 3166) Postbox 20 Postgiro 58936 No. 4075 DONDERDAG 21 SEPTEMBER 1933 ADVERTENTIEN Van 1 tot 5 regelsLITÏf ïlke regel meer Ir.gez. MededeelIngen ran 1—S regels Elke regel meer Bij contract belangrijke korting. Voor het bevragen aan t bureau wordt berekend 0.10 14e Jaargang Uit nummer bestaat uit DRIE bladen EERSTE BLAD OOK ZEGEN VERSPREID Er is geen enkele reden, dat het Neder- landsche volk zich zou kunnen verhoovaar- digen over de wijze, waarop het zijn taak in Indië heeft vervuld. Indien, we slechts oppervlakkig nagaan, wat er in de loop der eeuwen is geschied, dan hebben wij ons te schamen tegenover menschen en te verootmoedigen tegenover God. Want waarlijk, het Evangelie is er ge bracht en Westersche beschaving (ge- wenschte en ongewenschte!maar daar naast was er mammondienst en uitbuiting, gruwelijk eigenbelang en onrechtvaardige bejegening, verwaarloozing vaak van stoffe lijke en geestelijke belangen. Wie eerlijk oordeelt, zal dit alles erken nen en anders moet hij maar eens kennis nemen van hetgeen minister Keuchenis in dertijd in snerpende taal verkondigd heeft; en ook sinds het streven naar „batige slo ten" plaats maakte voor „ethische politiek" schoten we in velerlei opzichten in onze verplichtingen tekort. Men kan dit alles volkomen toegeven en beamen en nochtans zonder eenige overdrij ving het Nederlandsche regiem voor Indië een zegen achten. Onze sympathie gaat in 't algemeen niet uit naar de Vaderlandsche Club in Indië, omdat zij te vast zit in het materialisme; iets, wat sommigen onzer geestverwanten in Indië blijkbaar niet belet om deze bewe ging te steunen, wijl ze er veel goeds in zien. Echter, al deelen we hun opvatting niet, we namen nochtans met veel instemming kennis van belangrijke deelen uit de rede, welke de voorzitter der V. C., Mr. Fruin in dc Volksraad hield. Vóór de heer Fruin sprak had de afge vaardigde, de heer Thamrin, het Nederland sche bewind in-Indië met een zeer zwarte kool geteekend. De heer Fruin liet dit niet zonder meer passeeren en verstoutte zich te wijzen op de zegen, welke het Neder landsche bewind in Indië verspreidt. Hij wees er op, „dat alles, wat op het stuk van hygiëne, irrigatie, onderwijs en vooral op het gebied van inwendige rust en orde be staat was deze laatste er niet, dan zou den de talrijke bevolkingsgroepen van Ned.- Indië op het oogenblik vermoedelijk gewa pend tegenover elkander staan dat voorts alles, wat is op het stuk van rechtvaardig heid en een krachtige ontwikkeling, is te danken aan de Nederlandsche leiding. En wat betreft de politieke vrijheid, die de heer Thamrin aan banden gelegd acht, hot feit, dat de heer Thamrin kon spreken, zooals hij dat in de Raad heeft gedaan, heeft hij uitsluitend te danken aan hetzelfde Neder landsche bewind, dat hem heeft benoemd in de positie, waarin hij vrijelijk zoo spreken kan." Toegegeven moet worden, dat men in In dië nog betrekkelijk weinig welvaart vindt, doch wat er is, dankt men aan 't initiatief, het kapitaal en de leiding van buiten af. De heer Fruin durfde dan ook, zonder iemand iets te verwijten of zich als Neder lander op de borst te slaan den heer Tham rin te vragen: wat hebben hij en de zijnen en hun voorgangers gedaan voor de econo mische ontwikkeling van de Inlandsche be volking. Over de zegen der zending, men verstaat het, sprak de heer Fruin niet; wel over het onderwijs en de algemeene ontwikkeling. Wij echter mogen wèl op de missie, wijzen en daarbij de medische zending niet vergeten; want groot is de zegen, welke daardoor verspreid is. Ja, als we iets die per afdalen, dan rijst de vraag of wellicht juist met het oog daarop God ons de deur voor Indië ontsloten heeft. En, wanneer we het zoo zien, dan is er onzerzijds meer reden voor schaamte dan voor zelfgenoegzaamheid en toch houden we vol: het Nederlandsch bewind heeft met al zijn gebreken toch ook zegen ver spreid in Indië; ja, geplaatst tegenover de revolutionaire leuze „Indië los van Hol land", spreken wij het uit: het Neder landsch bewind was en is een zegen! Mits wij maar verstaan, waartoe ons deze roeping verplicht. 'S LANDS WIJS, 'S LANDS WET Wanneer we lezen van het optreden der Indische regeering tegen misdrijven met mond en pen, tegen het revolutionaire woord en de venijnige journalistiek; dan vragen wij ons wel eens af, of daardoor de vrijheid der burgers niet in 't gedrang komt. Misschien zouden we ons minder ongerust maken over de „onderdrukking van hel vrije woord", wanneer we meer kennis na men van hetgeen de Indische pers de enkele goeden niet te na gesproken zich veroorlooft te schrijven. In „Ned.-Indië" vonden we een bloem lezing uit de artikelen, welke de Inlandsche pers aan het ministerie-Colijn „wijdde". Voor eën enkele maal moeten we daaruit toch eenige knipsels verzamelen om den geest te kunnen proeven, welke in die pers heerscht. Zoo verwacht de „Pewarta Deli", dat de heer Colijn „als een agent met een knup pel" tegenover de volksbeweging zal staan, terwijl de „Sin Tit Po" van meening is, dat „Indonesia nu geheel door de petroleum ge regeerd wordt". Oud-G. G. de Graeff, alhoe wel een beminnelijk man genoemd, heeft volgens dit blad toch het „Indonesisch Sibe rië" en de „persmuilkorf" doen ontstaan en deze Excellentie zal thans „met zijn gladde politiek" het buitenland hebben te overtui gen van de noodzaak der maatregelen die Colijn treffen zal". Volgens de „Djawa Barat" is „Colijn God niet en kan hij dus de loop van zon en maan niet wijzigen, of ya-n deze wereld een hemel maken"; maar hij kan wel veel kwaad doen. Het blad is er van overtuigd, dat nu „een nog intensiever gebruik van het bezui nigingsmes valt te verwachten". De „Sikap"-redactie noemt Colijn een „va der der kapitalisten" die bekend staat als iemand, die de revolutionnaire beweging haat De huidige minister van koloniën heeft volgens het blad gezegd, „dat de Indo nesiërs geen voldoende onderwijs behoeven te hebben, omdat wanneer zij knap worden, zij tegen de Regeering in verzet komen". Wat de beteekenis van den heer Colijn voor de Inheemsche beweging zal zijn, weet volgens Linea Recta in de „Soeara Oamoem" „alleen de God van Colijn. De vinger Gods van Colijn zooals Dr. Rivai placht te zeggen is lang genoeg". De „Pertja Selatan" verwacht ook al wei nig goeds van den petroleumkoning Colijn" en wijst er op dat het diens wensch is de landskinderen zoo wednig mogelijk onder wijs te geven. Men zal ons toegeven, dat de pers, die zulke dingen en op zulk een toon durft en mag schrijven, nog volstrekt niet gemuil korfd is. Wat moet er dus wel geschreven zijn, als de auteur naar Boven-Digoel of soortgelijke buitenplaats werd verbannen? Natuurlijk gaan we op deze grove be schuldigingen niet in; het zijii immers wei nig meer dan scheldpartijen. Slechts wen- schen we te ontkennen, dat Dr. Colijn over het onderwijs ooit gezegd zou hebben, wat hem hier in de mond wordt gelegd. Wij weten wel, dat Dr. Colijn met ons be zwaar heeft tegen het .neutrale" openbaar onderwijs, dat de kinderen aftrekt van het voorvaderlijk bijgeloof zonder ze in aan raking te brengen met het Christendom; maar dat is iets geheel anders. De leer: houdt de menschen dom, dan blijven ze gedwee en onderworpen; vindt in Dr. Colijn geen verdediger. Die leer is on christelijk! INTERN. CONFERENTIE VERVOER BRANDBARE VLOEISTOFFEN Gistermtldag is te Den Haag in de Rid derzaal door den Minister van Sociale Za- Prof. Dr. J. R. Slotemaker de n e de Internationale Conferentie in zake het vervoer te water van brandbare vloeistoffen geopend Deze conferentie is no uitnoodiging van rle Nederlandsche Re geering bijeengeko men om de mogelijk heid te bestudeeren meer eenheid te ren in de voor schriften welke in de verschillende landen •relden met betrek king tot het vervoer te water van brand bare vloeistoffen, er conferentie zijn vertegenwoordigd: Nederland, België, Duitschland, Frankrijk en Zwitserland. De Duitsche gezant beantwoordde de openingsrede. Deze gaf zijn raedegedele- geerden den raad de waterwegen niet al leen aan de groene tafel te bestudeeren, maar het land in te gaan. Ten slotte stelde de gezant voor tot voor- zietter te benoemen Prof. Dr. Nauta. Prof. Slotemaker de Bruine dankte den gezant en feliciteerde de conferentie met het voorzitterschap van Prof. Nauta. De heer Nauta dankte de conferentie voor het in hem gestelde vertrouwen. HET CONCURRENTIEBEDING Het Verbond van Vakorganisaties vari Hoofdarbeiders is de meening toegedaan, dat een werkgever moreel het recht mist om, aan de hand van 'n concurrentiebeding, een werknemer te beletten in zijn beVjep het dagelijksche brood te verdienen en is van oordeel, dat, bij handhaving van het beding, een zoodanige werkgever den ont slagene voor broodsgebrek heeft te behoe den of hem van zijn verplichtingen dient te ontslaan. In een adres aan den Minister van Justi tie heeft dit Verbond daarom verzocht om maatregelen, die tot een zoodanige opvat ting zullen leiden. KONINKLIJKE DANKBETUIGING De Burgemeester van 's-Gravenhage mooht van H. M. de Koningin het volgende tele gram ontvangen: „Geheel onder den indruk van de warme en geestdriftige betooging van gister, zoo wel van de zijde der bevolking van de Re sidentie als van de talrijke scharen uit alle deelen des lands hier samen gekomen, ge voel ik mij gedrongen uiting te geven aan mijnen warmen dank voor de mij gister opnieuw bewezen aanhankelijkheid en trouw, zoowel alom op mijne tochten door de gemeente als bij de treffende en spon tane zanghulde der kinderen en bij den wel geslaagden en van zpoveel geestdrift getui- genden fakkeloptocht der jongeren. WILHELMINA". AMSTERDAMSCHE WETHOUDERSCRISIS De zesde zetel bezet door Dr Vos (lib.) De gemeenteraad van Amsterdam heeft gister vergaderd ter verkiezing van een zesde wethouder. Bij eerste stemming werden uitgebracht 44 stemmen; daarvan verkregen de heeren dr. Vos (lib.) 17, de Miranda (s.d.) 15, See- gers (c.p.h.) 5 en Bruinsma (midid.) 3 stem men, terwijl 4 stemmen in blanco waren. Doordat er geen volstrekte meerderheid was, was een tweede vrije stemming noo- dig. Toen kreeg dr. Vos 18 stemmen, de Mi randa 3, Seiegers 5, terwijl 17 stemmen blanco waren. Dr. Vos was dus gekozen. Hij verklaarde de benoeming aan te nemen, omdat hij meende onder de gegeven, om standigheden niet te mogen weigeren. De burgemeester bracht na deze benoe ming dank aan de scheidende wethouders. Hij had groote waardoening voor de groote werkkracht van de heeren De Miranda en Polak, die aan de gemeentê gedurende 12 en 8 jaar hun beste krachten hekben gege ven. Ook uit naam van den Raad dankt spr. deze heeren voor hetgeen zij voor de ge meente hebben gedaan. Vervolgens brengt spr. een woord van dsjik aan den heer Boekman, die geduren de twee jaar voortreffelijk zijn taak heeft vervuld. Ook den heer Douwes, die drie jaar de gemeente met grooten ijver en nauwgezetheid heeft gediend, dankt spr. hartelijk voor zijn arbeid. Er zijn nog wel eens menschen, die niet begrijpen, dat de buirgemeester hulde brengt aan politieke tegenstanders. De samen werking met de afgetreden wethouders stelt spreker echter op hoogen prijs (applaus). Ook de nauwe leden heet de burgemees ter hartelijk welkom. De omstandigheden, waaronder de nieuwe wethouders zijn ge kozen, zijn moeilijk. Toch hoopt spr., dat het college erin zal slagen door goede sa menwerking, de stad goed te besturen. Spr. doet daarbij een beroep op den Raad, want het gaat tenslotte toch om het belang van onze goede stad. Verdeeling der functies Na afloop van de Raadsvergadering heeft het nieuwgekozen College van B. en W. de functies als volgt verdeeld: E. J. Abrahams: financiën (behalve de gemeentelijke inspectie, die bij den burge meester blijft), belastingen, handelsinrich tingen en onderwijs. G. Baas Kzn.: Maatschappelijk Steun, Bevolkingsregis>r en Burgerlijke Stand. Walrave Boiseevain: Publieke Werken, Volkshuisvesting en Kunstzaken. Mr. G. C. J. D. Kropm#n: Arbeidszaken, Levensmiddelen, met inbegrip van de wasch-, schoonmaak-, bad- en zweminrich tnigen en statistiek. Jacq. Rustiige: Gemeentebedrijven en Brandweer. Dr. I. H. J. Vos: Openbare Gezondheid en Ziekenhuiswezen. Als waarnemend burgemeester zal optre den Mr. G. C. J. D. Kropman. DE CENTRALE RIJNVAART COMMISSIE De redactie van het Dagblad van Noordbrabant kreeg eenigen tijd ge leden het ontwerp eener nieuwe Rijnvaart- acte in handen, dat in de Novemberzitting 1932 der Centrale Commissie voor de Rijn vaart in eerste lezing werd vastgesteld; na dien kwam dezelfde redactie in het bezit van het protocol dier zitting in 1932, met bijlagen, en van andere belangrijke proto collen uit vroegere jaren. De redactie kon er natuurlijk niet aan denken, deze stuk ken in haar blad in extenso te publiceeren, en bepaalde zich tot bekendmaking en be spreking van de hoofdzaken. Doch het zou naar onze meening te be treuren zijn, indien hiermede moest wor den volstaan. Zoowel voor hen die zich in het bijzonder met deze materie bezig hou den, als om algemeene politieke redeneu, hebben deze documenten groote waarde. Daarom juichen we het ten zeerste toe, dat zij vergezeld van gegeven beschou wingen thans in boekformaat zijn ver schenen en daardoor blijvende belangstel ling kunnen trekken Vroeg of laat staat deze kwestie weer in 't midden der publieke belpngstelürg. DE RAAD VAN ALMELO BUIGT De Zuiderzeewerken Voorstel tot plaatsing in de tweede klasse aangenomen In de gister gehouden vergadering van den Almeloschen Raad kwam opnieuw in behandeling het voorstel van B. en W. tot plaatsing der gemeente in de tweede klas se voor de gemeentefondsbelasting. De Voorzitter deed voorlezing van het telegram van Ged. Staten van Over- ijsel, waarin dit oCllege mededeelt den eisch: plaatsing in de tweede klasse te handhaven vóór de goedkeuring der be grooting voor 1933. Nadat enkele leden hun standpunt Dog even hebben verdedigd en verklaren dat zij noodgedwongen zullen voorstem men. wordt tot stemming overgegaan. Het voorstel wordt daarop aangeno men met 19 tegen 2 stemmen. (Afwezig de heeren Schotveld (s.da.p.), terwijl de heer Cohen (alg. belang) zich voor de stemming verwijderde). Vóór: 6 S.D.A.P., 4 R.K., 3 V.B., 2 A.R., 2 CH- 2 C.D.U. Tegen: 1 Alg. Belang (Tyhof). 1 Comm. De Raad heeft dus eieren voor zijn geld De moeilijkheden blijven er nog groot ge noeg met 1934 in 't zicht MINISTERIEEL BEZOEK AAN ROTTERDAM Het bezoek, dat drie ministers, waar onder de minister-president, gelijk tijdig aan Rotterdam hebben gebracht, heeft uiteraard in breede kringen de belangstelling gewekt. Het Ministerieel bezoek is in verband gebracht met «en voorgenomen tunnelbouw, de uitvoe ring der tunnelplannen en met nog en kele andere zaken. De Minister-president, de Minister van Waterstaat en de Burgemeester verlaten het stadhuis. Zijn wij wel ingelicht, dan heeft het bezoek der Ministers niet de bespreking van één bepaald onderwerp ten doel gehad. Rotterdam had er belang bij over tal van factoren betreffende de crisis omstandigheden en de toekomstmoge lijkheden van de tweede stad des Rijks met de regeering te overleggen. Op uit noodiging van het dagelijksch bestuur der gemeente aan de Regeering gedaan hebben de drie ministers hun bezoek aan Rotterdam gebracht. Ten stadhuize zijn belangrijke be sprekingen gehouden over economi sche en financieele vraagstukken, vooi Rotterdam van belang. Eerst te om streeks drie uur hebben de Ministers de stad weer verlaten. Hoewel uiteraard de uitwerking dei besprekingen nog moet worden afge wacht, lijkt het niet onwaarschijnlijk, dat van een belangrijke dag voor Rot terdam kan worden gesproken. TWEEDE KAMER Bij Kon. besluit is benoemd tot voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal voor het tijdvak der tegenwoordige zitting- Jhr. Mr. Ch. J. M. Ruys de Beerenbrouck, minister van Staat, lid van die Kamer. AANBESTEDING Vanwege de directie der Zuiderzeewerken is aanbesteed het Iqveren en stellen van de metalen bovenbouwen benevens bewegings inrichtingen van drie ophaalbruggen nabij Middenmeer (Wieringermeer). Raming f 51.000. Het laagst werd ingeschreven door de N.V. F. -I loos Zoon te Kinderdijk met ge bruikmaken van Nederlandsch materiaal voor f 41.982 met buitenlandsch materiaal voor f 41.782. BEGROOTING ZUIDERZEEFONDS Ingediend is bij de Tweede Kamer het wetsontwerp tot vaststelling van de begroo ting van inkomsten en uitgaven van het Zuiderzeefonds voor het dienstjaar 1934. Uit de Memorie van Toelichting blijkt-, dat de Regeering indijking van de N. O. polder wenschelijk acht Op dit oogenblik is er wel geen vraag naar cultuurland, maar wordt met dien ar beid begonnen, dan ligt het voor de hand, dat het cultuv land niet 1'delijk, doch eerst na vele jaren ter beschikking is, het geen wel in het oog dient te worden gehou- Blijven de economische vooruitzichten even onzeker als op dit oogenblik, dan zal de Nederlandsche landbouw meer aandacht moeten gaan besteden aan de teelt zijner gewassen voor binnenlandsche consumptie en daai.nee noodgedwongen terugkeeren op I eenm: verlaten pad. Waneer dit nood zakelijk zal zijn voor ons zelfstandige volks bestaan en v.ok voor het behoud van een gunstige handelsbalans, zullen de cultuur landen, welke door de verdere indijkingen in het IJselmeer beschikbaar komen voor de teelt, juist van de gewenschte producten een zeer begeerlijk en gezien den te ge ringen omvang van de bestaande voor die teelt geschikte oude cultuurlanden bijna niet te missen bezit blijken te zijn. Bovendien kan ook het bezit van de ge noemde cultuurlanden in bepaalde tijden van onschatbare waarde zijn voor de ge meenschap, zooals de distributie in oorlogs jaren duidelijk heeft aangetoond. Ziet men de toekomst evenwel niet zoo donker in, dan zal de opbloei van den land bouw dc vraag naar grond in versterkte mate herleven. Werkverroiming Voornaamste Nieuws* (blz. 1) In de verschenen begrooting van het Zui derzeefonds wordt voorgesteld de droogma king van de N.O.-polder op te schorten. De Raad van Almelo heeft het voorstel tot plaatsing der gemeente in de tweede klasse Te Den Haag is gister de Intern. Confe rentie voor het vervoer van brandbare vloei stoffen te water, d ir minister Slotemaker de Bruine geopend. De Raad van Amsterdam heeft Dr Vos (lib.) gekozen in de zesde wethouders vacature. (blz. 2) De „uitspraak" van het contra-proces te Londen. Heden begon het eigenlijke Rijks dagbrand-proces te teipzig. Mr. Stomps mag niet voor Van der Lubbe pleiten. Reorganisatie van de Dollfuss-regeering. Het conflict tusschen Oostenrijks leiders. Fel manifest van Starhemberg. Amerikanen op Cuba vluchten op oorlogs schepen. De verdachten van de roofoverval te Wa teringen zijn tot acht jaar veroordeeld. De Kon. Ned. Middenstandsbond heeft in den Haag een demonstratieve vergadering gehouden. (blz. 3) Centrale Diaconale Conferentie der Geref. Kerken te Amersfoort. blz. 5Ï De grondwet van de Duitsche Evangelische Kerk en de Duitsche Gereformeerden III, (slot), door F. Dresselhuis. y/ss/j ming in de toekomst als eenmaal de polders tot economische rijpheid zijn gekomen. De Regeeri'Hg wil met den inpolderingsarbeid dc rgaan, althans wanneer deze arbeid gel delijk binnen practiscbe mogelijkheden ligt, maar er zal zoo goed als uitsluitend gelet ukelijk is mogelijk te houden. Doorzetting van de indijking beteekent, dat 4000 man aan productieven economi- schen arbeid kunnen worden te werk ge steld. Men mag onder die omstandigheden den kostprijs van den poldergrond bereke nen door dezen steun in mindering te bren gen van de aanlegkostcn. De vraag is thans of met aftrek van dezen steun het practisch t-jgelijk om de productiekosten van 1 hectar cultuurland terug te brengen tot een bedrag, dat niet hooger ligt dan 2500. Het risico, dat nog aan dit bedrag vast zit, is niet zoo groot, dat het niet verant woord zou zijn, om dat risco ten laste van de geheele gemeenschap te nemen. De kos ten der werken aan den Noord-Oost polder zijn te ramen op 110 millioen. Reorganisatie der diensten Nu echter, meer dan voorheen het land- bon w-economisch en kolonisatieelement op dien voorgrond gaat treden, terwijl de eigen lijke civiel-ingenieurswerkzaamheden niet meer overheerschend zijn, acht de minister een reorganisatie van de diensten, aan welke tot dusver het Zuiderzeewerk is opgedragen wenschelijk en stelt hij zich voor, die té be reiken door instelling van een enkelen „dienst voor de staatsinpolderingen in het IJsseLmeer". Aan dezen dienst zullen dan worden opgedragen: a. Alle werken in den Wieringermeerpolder; b. de voorbereiding en uitvoering der plannen voor de overige pol ders; c. alle landbouwkundig onderzoekings werk, inclusief de proefpolder, terwijl voorts aan dezen dienst zal worden opgedragen nader studie te maken van de omzetting van dezen dienst in den vorm van een be- Goen voorstel tot nitvo6ring Uit vorenstaande overwegingen is de regee ring van meening, dat thans nog niet van b ar kan worden erwacht, dat zij voorstel ira tot uitvoering van bepaalde werken voor de Noord Oostelijke inpoldering aan de goedkeuring van de volksvertegenwoordiging onderwerp/I. Zij heeft daarom in deze begroo ting t.er zake een memoriepost uitgetrokken ten einde, zoodra in het begrootingsjaar 1934 d. tijd daartoe rijp is, bij suppletoire be grooting de noodige fondsen aan te vragen. W aterschapsbeheer Inzake het waterschapsbeheer wordt mede gedeeld, dat het overleg met de provincie 1' i Holland is geopend, teneinde tot het inzicht te komen omtrent de werken, enz. welke aan de provincie, as- nconten of aan bestaande dan wel in 1 leven te roe pen waterschappen behoor en te worden over Zuiderzeesteunwet Bij de toelichting op de begrooting van het Zuiderzeefonds voor het loopende dienst |aar werd reeds opgemerkt, dat nu de af sluiting van de Zuiderzee een feit is gewor den de uitgaven ingevolge de Zuiderzeesteun wet zeer zijn toegenomen. Ook voor 1934 moet nog worden gerekend op een groot bedrag. Intusschen zijn reeds thans maatregelen om te komen tot liquidatie van d°n Zuider zeesteun in uitvoering en in voorbereiding waardoor de uitgaven geleidelijk zullen ver minderen. Reeds voor 1934 kan hierop wor den gerakend en in de ontwernhegrooting {blz. 9) In de thans verschenen begrooting a an Justitie wordt rekening gehouden met de opheffing van verscheidene kantongerech ten en rechtbanken. (ot -*iq) Te Utrecht is de jaarvergadering gehou den van het Verband van Antirev. Propa- gandaclubs. kamt dit ook tot uiting door een lagere ra ming zoowel van de personeelsuitgaven als van de materieel© uitgaven. Wat deze laatsten betreft, is do post voor tegemoetkoming wegens waardeverminde ring vooral de oorzaak van de verlaging in verband met de vermindering van het be drag, waarop in 1933 was gerekend voor uit betaling van de contante waarde van de waardevermindering. Het laat zich nl. aan zien. dat met een lager bedrag kan worden volstaan, omdat de hier bedoelde wijze van vereffening slechts in bijzondere gevallen wordt toegepast. Dat in 1933 eeni zooveel hooger bedrag noodig was, vond zijn oorzaak in de voorgeschreven compensatie van de tegemoetkoming wegens ..aarde vermin de ring met de schulden van de C re dóet vereen i ging voor 'e Zuiderzee. Deze compensatie zal echter in 1933 wel grootendeels haar be slag krijgen. De uitkeering van de contant© waarde zal daarna dus beperkt kunnen blij ven tot de bovengenoemd» bijzondere geval- Voor zoover verwacht, is daartoe een post 50.000) opgenor- en in hoofdstuk VII B der rijksbegrooting. OPBRENGST WELDADIGHEIDSPOSTZEGELS f 135.000 UITGEDEELD. Na verkregen goedkeuring van den Mi nister van Binnenlandsche Zaken heeft de Centrale Propaganda-commissie de uitkee- ringen uit de opbrengst der weldadigheids postzegels en prentbriefkaarten „Voor het Kind" 19321933 doen toekomen aan de vereenigingen die daarvoor in aanmerking komen. Uitgedeeld werd aan 21 instellingen voor achterlijke kinderen tezamen f 11.121.55, aan S3 instellingen voor zieke en zwakke kin deren tezamen f 28.241.21; aan 239 instellin gen voor. verwaarloosde kinderen tezamen f 88.900.55, aan 11 instellingen voor doof stomme en gebrekkige kinderen tezamen f 6.796.37; in totaal f 135.059,6S. Verleden jaar bedroeg het totaal der uitkeeringen f 146.939.07. HET UNIFORMVERBOD be Minister van Justitie heeft een aan schrijving betreffende het uniformverbod gericht tot de procureurs-generaal bij de ge rechtshoven. De Minister zegt daarin, dat hij meent goed te doen voor wat de eerste toepassing van deze wet betreft, onder de aandacht te brengen, dat deze wet verbiedt het „in het openbaar dragen of voeren \an kleedingstukken. of opzichtige onder scheidingsteekenen, welke uitdrukking ?ijn van een bepaald staatkundig streven". Voor wat de afzonderlijke elementen van deze omschrijving betreft, bevat de aanschrijving aan de hand mede van de parlementaire be handeling van de wet onderscheidene gege vens van hetgeen onder het verbod valt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1933 | | pagina 1