Ilirumr $eï&sctf(
Hef Huldebefoon aan H.M. de Koningin
De duizenden en tienduizenden
defileeren in hef Stadion
Oranje en Nederland blijven één
LBONNEMENTi
?er kwartaal In Ijlden en In plaai
len waar n agentschap gevestigd Is ƒ2.35
Franco per post 2.35 portokosten
Per week 0.18
Voor het Buitenland bij wekelijk-
iche zending „4.50
Bu dagelijksche zending „5.50
Alles bi] vooruitbetaling
Losse nummers 5 cent
met Zondagsblad 7Vi cent
Zondagsblad niet afzonderlijk verkrijgbaar
Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor L eiden en Omstreken
Bureau: Breestriat 123 Telefoon 2710 (na 6 uur 3166) Postbox 20 Postgiro 58936
NO. 4066 MAANDAG 11 SEPTEMBER 1933
ADVERTENTIEN
Van 1 lot 6 regels...—....Li'
Elke regel meer..—0.2:
l'rgez. Mededeellngen
.Van 1—5 regels 2.3i
Elke regel meerO.t
BU contract belangrijke korting.
Voor het bevragen aan 't bureau
wordt berekend f n
14e Jaargang
Dit nummer bestaat uit TWEE bladen
EERSTE BLAD
Vorstin en Volk
De dag. van Zaterdag 9 September
van dit jaar zal voor velen onvergete
lijk zijn. Ondubbelzinnig is gebleken,
dat het Nederlandsche volk na vijf en
dertig jaren de regeering van Koningin
Wilhelmina niet moe is. De afspraé
vernieuwdhet verbond bevestigd.
Zonder eenige aarzeling, noch aan de
eene noch aan de andere zijde.
Wij achten ons gelukkig.de grootsche
huldiging in het Stadion te Amsterdam
te hebben mogen-bijwonen, en wij prij
zen de velen,van onze lezerz, die,..ge
zien de namen der organisatie^ welke
aan het défilé deelnamen, of die op de
tribunes een plaats mochten vinden, be
voorrecht. Maar ook, die in hun huizen
aan de radio, van uur tot uur met klim
mende verbazing het verloop volgden,
zijn evenmin misdeeld. Er is een golf
van dankbaarheid, saamhoorigheid, en
blijde hoop op de toekomst gegaan door
Nederland, en wij gevoelen zoo, dat
wij, naast elkaar staand, voorgegaan
door onze Oranjevorstin, liet oog op-
ne ff end naar Boven, in den donkersten
tijd moedig ons pad zullen loopen.
Een ieder heeft wel eens van die
oogenblikken en tijden meegemaakt,
waarin de moed wel niet ontzonk, maar
toch de twijfel aan invloed scheen te
winnen. Vorstin en volk, beiden had
den het noodig elkaar nu eens in den
wirwar der tijden to kunnen zeggen,
hoe voor den twijfel geen plaats is in
het verbond tusscheii Oranje en Neder
land. Duizenden oogen zijn vochtig ge
worden, toen het Koninklijk woord
helder-opklonk over het veld tot in de
huizen van stad en dorp, en toen daar
na het antwoord gegeven werd in het
Welhelmus, den krijgs- en den vredes-
en den klaagzang van onze vaderen,
wier erfdeel wij te bewaren hebben en
stra-ks over hebben te geven aan ons
nageslacht.
Tioee dingen troffen ons bijzonder.
Tn het buitenland hebben wij machtige
betoogingen aanschouwd, waarbij hon
derdduizenden, gekleed in bijna gelijke
uitrusting, voorzien van duizende een
dere vaandels, de straten der oude stad
deden weerklinken van den pas, en
waarbij uit elke beweging gelijkheid
sprak. In het Amsterdamsche Stadion
niets van dat uniforme. Het was Ne
derland in de uiting van zijn rijk ge
schakeerd volksleven en dus op zijn
mooist. Wat al variatie van volkstypen;
wat een afwisseling van mannen en
vrouwen,* ouden en jongen; wat een
verschil in kleed en costuum; wat een
mengeling van kleuren bij vaandels en
vlaggen; wat 'n onderscheiden mimiek
bij de optrekkende groepen, maar bij
dit alles, wat een uit het hart opwel
lende liefde tot de Vorstin, die bij de
gratie Gods nu vijf en dertig jaren
Nederland's Leidsvrouwe is.
Het tweede, wat ons trof, is het aan
deel der jongeren in deze huldiging.
Wij hadden vóóraf enkele malen kennis
gemaakt met een paar der initiatief
nemers. Jongelui, niet uit de deftige
wereld der hun doel bereikt hebbenden
voortgekomen, doch door louter sponta
niteit gedreven tot hun daad. De roep
der jongeren uit onzen tijd, welke uit
gaat naar gezag, en welke de toekomst
van ons volk wil verbinden aan het
rijke verleden van ons voorgeslacht,
spreekt tot ons van de eigen taak van
dezen tijd. Wie denkt nog niet aan de
slappe periode van vóór vijftien of
twintig jaar, toen het erop geleek of
het jonge geslacht mee zou gaan met
de tot verbrokkeling voerende ideeën
van marxisme en klassenstrijd? Dat is
verleden, en moge dit verleden blijven.
De jongeren rondom den troon! Men-
schelij kei-wij ze gesproken, de beste be
veiliging
Zoo spreken deze dagen van een ge
zond nationalisme, van een zoeken der
eenheid waar mogelijk, van een schra
gen van het gezag, van een terugdrin
gen der valsche vrijheid, van een on-
bluschbare liefde tot het Oranjehuis!
Deze vijf-en-dertigjarige periode der
regeering van Koningin Wilhelmina
wordt afgesloten in grooten dank aan
God, en met de bede, dat het drievou
dig snoer steeds meer bevestigd moge
worden.
EEN ONGEKENDE NATIONALE
HULDIGING
DE DUIZENDEN VERDUBBELD
Als 't even kan
Rookt „EDELMAN"
Onze Amsterdamsche redacteur schrijft ons:
De huldiging van H. M. de Koningin te
Amsterdam heeft Zaterdag de stoutste ver
wachtingen overtroffen. Zij, die op de hoog-;
te waren van hetgeen gebéuren zou, wisten,
dat het aantal deelnemers aan het 'défilé
overweldigend groot zou zijn, en'dat; het
Stadion een week van te voren eigenlijk
eeds uitverkocht was. Donderdagmorgen
hadden aan het Secretariaat van het Comi
té zich 45.000 personen opgegeven, en waren
60.000 aanvragen voor het Stadion binnen
gekomen, en nog steeds stroomden de opga-
en: per brief, telegrafisch, per telefoon of
mondeling aan het kantoor. Hoe meer de
groote dag naderde, hoe meer men naar
adjectieven moest zoeken om den omvang
dezer nationale beweging eenigermate te
karakteriseeren. Elk uur steeg het aantal
deelnemers; van Zaterdagmorgen vroeg al
stroomden de feestgangers, met tallooze
treinen en autobussen aangevoerd, de stad
binnen, ongerekend, de tienduizenden defi-
leerders uit de hoofdstad zelf. Heel den dag
was Amsterdam vervuld met fee6tgedruisch
hoe dichter men naderde het beleven,
de grootsche momenten van den dag,
hoe warmer en inniger de stemming werd,
hoe enthousiaster de geestdrift, hoe rijker
de nationale volksgeest zich uitte.
Een schoone, ongekende dag heeft Am
sterdam beleefd zooals er maar weinige zijn
in de historie van ons volk, en het is dan
ook volstrekt ondoenlijk het wonderlijk be
leefde van Zaterdag in enkele korte woor
den samen te vatten.
De zegetocht naar het Stadion.
Wie meemaakte den tocht van de Ko
ninklijke Familie van het Paleis naar het
Stadion, van 2 uuir tot over half 3, geraakte
reeds diep onder den indruk van dit groot
sche gebeuren: een juichend volk overal
langs de propvolle wegen, dat niet ophield
zijn beminde Vorstin toe te juichen en
welks jubelkreten bij wijlen het dof ge
brom der periodieke saluutschoten en het
gestadig beieren der klokken van alle Am
sterdamsche torens overstemden.
Ontvangst in het Stadion
ïn hef overvolle Stadion verbeidden in-
tusschen de tienduizenden in gespannen
verwachting de komst der jubileerendc
Koningin. Nog werd bij het binnenkomen
aan de nauwelijks te bedwingen geestdrift
beperking opgelegd, omdat tijdens den rit
de Marathanpoort naar de Eeretribune
niet werd geapplaudiseerd of gejuicht. Ter
nauwernood was men verzadigd van den
prettigen aanblik der alleen met vlaggetjes,
zakdoeken of hoeden wuivende menigten oi
een hoogopgaande jubel barstte los, toen
H. M. Haar rijtuig verliet en zich begai
naar de Koninklijke loge. Maar in de verte
klonk reeds in zuivere tonen het Kronings
lied van 1898, gevoelvol en krachtig ver
tolkt door de keurbende van Amsterdams
Oratoriumzangeressen tn -zangers. Op
nieuw klaterden applaus en gejuich van
alle zijden, hetwelk eerst verstomde toen
ds. Van Hoogenhuyse zijn schoon en diep
gevoeld welkomstwoord tot de jubileerende
Landsvrouwe richtte.
Het Koninklijk woord.
Daarna even een plechtige stilte, wanl
terwijl het ontzaglijk aantip bezoekers eer
biedig zich van zijn zetels verhief, was
het moment van den dag daar: H. M.
richtte Zich in een bekoorlijke en welspre
kende rede tot Haar volk, niet alleen tot de
massa in het Stadion, maar ook tot allen
die, hetzij in Nederland of in de Indien
haar radiografisch konden beluisteren.
Onvergetelijk waren deze kostbare oogen
blikken, aandoenlijk was de aandacht
waarmee het Vorstelijk woord werd beluis
terd. Wie in de gelegenheid was H. M. bij
het uitspreken Harer rede van nabij gaat
te slaan, gemakte diep onder den indruk
en beleefde ten volle do emotie er van,
vooral als de Koninklijke spreekster nu en
dan eenige moeite had Zichzelf meester te
blijven. Het gemeenschappelijk gevoelen
van Vorstin en volk, daarna verklankt in
hc-t aloude Wilhelmus, was een passend be
sluit van de alom met geestdriftige bijvals
betuigingen bezegelde rede van Neêrlands
Koningin.
Een boeiend tafereel
Wat was nu verder het meest indruk
wekkende van den middag? Het is moei
lijk te zegen. Een veelheid van gecompli
ceerde indrukken drong zich op bij het
aanschouwen van alles vat zich in rijke
variatie en toch treffende harmonie aan de
voeten van de jubileerendc Vorstin af
speelde.
Uren aaneen, tot kwart voor negen toe,
trok schier onafgebroken het enthousiaste
volk langs,de Koninklijke- zitplaats. Wat
vroeg het meest de aandacht van de tal
rijke toeschouwers, van de zwaar bevrachte
Sere-tribunes- met de eersten uit h'et land.
.van- H.' M. ,ep Haar naaste .verwanten -met
name .ook van de :grijze Koningin-Moedei,
die. met bewonderenswaardige vitaliteit al
het gebeurde volgde? Waren het de fiere
ruiters, de kloeke politiemannen en de
forsche Rijksveldwachters, de kleurrijke
groepen der jeugdorganisaties, de onberis
pelijke formaties van land- en zeemacht,.of
de "vertrouwelijke, hartelijke groeten van
het eenvoudige volk; de meer bedacht
zame hulde van de plattelanders of dc
schier uitbundige toejuichingen van de-
m'enschen uit de groote steden? De lezei
probeere hierop zelf het antwoord te geven.
Het oog werd niet verzadigd van zien en
het oor niet van hooren. H. M. zelve had
den wensch te kennen gegeven, dat alles
rustig zou verloopen, niemand mocht
den teleurgesteld; het kwam er niet op aan
op welk uur de huldiging zou worden be
ëindigd.
100.000 deelnemer».
En het wérd laat, zeer laat zelfs. Maai
onvermoeid wuifde de Koningin Haar ju
belend volk toe. De stralende middagzon
bescheen aanvankelijk onverpoosd het
boeiende nationale tafereel, en toen de
avondschaduwen vielen en het allengs
donker werd, zat daar nog steeds de dank
bare Vorstin, die maar niet ophield de jui
chende volksscharen te groeten. Slechts
onderbroken door het fijn-artistieke spel
van de bloem van Amsterdamsche gratie
en bevalligheid, duurde het défilé uur na
uur voort. Eerst de provinciën, later de
steden, en al hadden de menschen ook uren
aaneen op hun beurt moeten wachten, in
het Stadion bemerkte men er niets van.
want frank en fier defileerde men onder
voortdurende muzikale begeleiding voorbij
totdat tegen negenen het aantal hulde-
betoogers de 10Ö.000 dicht naderde.
Het schoone slot
Maar ook aan dit heerlijk gebeuren kwam
een einde. En dit was hartverheffend
schoon. \Vant indrukwekkend was het de-
filé der vaandels, die het enorme grasveld
omtooverden tot een zee van kleur en
gloed met oranje als hoofdtoon; fijn en
teeder klonk de schoone zang van het eere
koor in den vredigen avond, innig de ze
genbede van Ps. 134, aanvankelijk ingezet
door de vaandel- en banierdragers, latei
bij het vertrek der Koningin kunstvoller
herhaald door het koor. En tusschen deze
zeer passende, zangnummers weerklonk nog
eenmaal het machtig gejuich en gejubel
der compacte schare, die de langzaam
voortrijdende Vorstin uitgeleidde.
Ternauwernood was de Koningin buiten
het Stadion gekomen of uit de ontzagge
lijke menigte steeg' weer één der schoone
zangen Israels op, nu de zegenbede uit
Psalm 121.
De glorieuze terugtocht
Daarna door de stampvolle, feestelijk rijk
bevlagde avondlijke stad de glorieuse terug
tocht. Waar men keek. ontwaarde men
menschen, tot op de daken toe. Slechts
langzaam kon de Koninklijke stoet zich
-•oortbewegen door de schier geblokkeerde
straten, opophoudelijk met groot en warm
enthousiasme toegejuicht door de alom sa
mengestroomde bevolking, die drie tot vier
uur onverpoosd had gewacht.
Op den Dam, waar een compacte menigte
tot in de verre uithoeken de terugkeer van
de Koningin verbeidde, brak een onbe
schrijfelijke geestdrift los, toen H. M. het
historische plein opreed. Er kwam ook hier
geen einde aan de ovatie, de Vorstelijke Ju-
bilaresse gebracht. Eerst toen de Koningin
Zich in het Paleis tenslotte terugtrok om
daar eenige rust en verfrissching te genie
ten na den zeer ingespannen dag, kalmeer
de de stemming eenigermate, die opnieuw
zich in geestdrift baan brak toen te half
elf H. M. en de Prinses den terugtocht per
auto naar Den Haag begonnen, ook nu we
derom door de feeslende bevolking, die de
Koninklijke bezoeksters bij het afscheid
alom waar zij slechts langzaam konden
passeeren, toejuichte.
HET EINDEL00ZE DEFILE
ONVERZWAKTE GEESTDRIFT-
TOT HET EINDE
Het relaas over het geweldig gebeuren te
Amsterdam, dat wij in onze laatste edities
van Zaterdag nog konden plaatsen, ver-
eischt slechts een korte nabetrachting en
enkele aanvullende medcdeelingen.
Wellicht nimmer heeft Amsterdam na 't
kroningsjaar 1898, en mèt Amsterdam ge
heel Nederland, op zulk een g"~ 'driftige
wijze uiting gegeven aan zijn .'i knorht-
heid aan het Huis van Oranje in het alge
meen en aan het Hoofd van den Staat in
Het was een heerlijk moment, toen H. M. de Koningin bij de grootsche huldiging Haar gebracht, het woord richtte
tot jong Nederland. Het volk wordt steeds het meest gegrepen door het gesproken woord, en zoo ook was het, nu de
radio de afstanden deed vervallen, of ieder zich persoonlijk voelde toegesproken.
het bijzonder, als Zaterdag in de uren, lig
gende tusschen twee uur 's middags en
halftien 's avonds, geschied is.
De lichten in het Stadion waren reeds
ontstoken en ook de Marathontoren was i:
een lichtzuil herschapen, toen nog steeds
duizenden en nog eens duizenden defileer
den langs de Koninklijke LogeToonee-
len van onbeschrijfelijk enthousiasme, wel
ke in hun spontaniteit als een plotselin
ge geweldige uitbarsting zonder eenige
terughouding openbaarden wat er leeft aan
toewijding en aanhankelijkheid in de har
ten van het overgroote deel van het Neder
landsche volk ten aanzien van ons Vor
stenhuis, hebben zich, telkenmale opnieuw,
afgespeeld binnen de muren van het Olym
pisch bolwerk en, toen de avond reeds en
kele uren oud was, bij den terugkeer van
het Koninklijk Gezin naar het Paleis op
den Dam.
Tienduizenden, die uren en nog eens uren
gewacht hadden, zonder morren of klagen,
hebben langs de wegen, welke door den
stoet gevolgd werden, hun gejuich tot in
verren omtrek doen klinken; het enthou
siasme van de duizenden, die op den Dam
stonden, kende schier geen grenzen, toen
de prachtige calèche, waax-in de Koningin
met Gemaal en Dochter gezeten was, voor
het Paleis stilhield. Wuivend en buigend
naar alle kanten betraden de Vorstelijke
Personen, terwijl de mariniers de eerbewij
zen brachten en nadat zij het spontaan aan
geheven „Wilhelmus" aangehoord hadden,
het Paleis, om zich niet meer te vertoonen;
ook al klonk buiten het „Wilhelmus" tel
kens opnieuw. Maar niemand zal het de
Landsvrouwe, voor wie dezen middag, ook
al zal hij onvergetelijk voor Haar blijven,
wel buitengewoon zwaar is geweest, euvel
geduid hebben, dat hetgeen zij zoo vurig
wenschten, niet in vervulling ls gegaan.
In de stad heerschte nog tot laat in den
avond een gezellige drukte; talloos velen,
die uit ver afgelegen plaatsen naar Amster
dam waren gekomen, hebben daar den
nacht doorgebracht.
Vertrek naar de Ruige Hoek
Te ongeveer kwart voor elf Zaterdag
avond zijn de Koningin en de Prinses zon
der ceremonieel per auto van 't Koninklijk
Paleis naar de „Ruige Hoek" vertrokken.
De menschenmenigte, die Haar op den Dam
zulk een overweldige ovatie gebracht had,
was blijven wachten om Koningin en Prin
ses voor de laatste maal hartelijk toe te
juichen. De Koningin-Moeder was omstreeks
9 uur, dus na het eind van het défilé, per
auto van het Stadion naar Soestdijk ver
trokken; de Prins bleef in de hoofdstad om
deel te nemen aan het diner, dat het Hul
digingscomité gaf in het hotel de 1' Europe.
HET DINER VAN HET COMITÉ
EEN MINDER GELUKKIGE TOESPRAAK.
Het uitvoerend comité van het Nationaal
Huldigingsdéfilé had een aantal gasten ge-
noodigd aan een diner in Hotel de 1' Europe.
Onder deze gasten behoorden Prins Hen
drik, Jhr. Dr A Roëll, comm. van de Ko
ningin in Noord-Holland en Dr. W. de
Vlugt, burgemeester van Amsterdam.
Bij het begin van den maaltijd het was
reeds een vergevorderd uur. van den avond
stelde Ds. A. G. H. van Hoogenhuy-
z e, die tafelpresident was, een dronk in op
de Koningin, waarna staande het Wilhel
mus werd gezongen. Tegen het einde van
den maaltijd sprak Ds. van Hoogenhuyze
zijn dankbaarheid uit voor het slagen van
dezen dag. Jonge menschen hebben dat ge
daan. Het is een symptoom van het toene
mend enthousiasme, van de stijgende vader
landsliefde en oranjeliefde, van het steeds
grooter wordend nationaal gevoel, dat zich
van Neerlands jeugd gaat meester maken.
In de jeugd ligt de toekomst van het volk.
Als Neerlands jeugd zich schaart om Ha-
Majesteits troon dan is dat een hecht
stevig bolwerk tegen de ontbindende
machten die troon en altaar willen omver
werpen, Kerk en Staat willen sloopen.
„Nooit zullen wij -dat toelaten" zegt de
jeugd en meegesleept door hun enthousias-
zeggen de ouderen het de jongeren na.
„Hulde aan Neerlands jeugd" roept spr. uit.
Deze dag heeft het bewezen, zoo vervolgt
spr. zijn tafelrede, dat i 'ep in de ziel van
het Nederlandsche volk liefde woont voor
ons Oranjehuis, voor onze geliefde Koningin
in het bijzonder. Uit de verste hoeken van
ons land is men opgetrokken naar Amster
dam, alleen om door het voorbijtrekken
H. M. te toonen, door den blik hunner oogen
en het gewuif hunner handen, hoe lief zij
onze Koningin hebben.
Het heeft Nederland goed gedaan, zegt
spr. met verheffing van stem, Oranje in zijn
midden te hebben en het zal onze Koningin
hebben goed gedaan, temidden van haar
juichend volk te verkeeren.
En dat dit hier in Amsterdam heeft kun
nen plaats hebben, verheugt ons uitermate
Amsterdam toch had wat goed te maken
had den smaad uit te wisschen een paar
jaar geleden Hare Majesteit aangedaan.
Dat moet uit zijn; heeft Amsterdam van
1933 gezegd. Wij moeten het toonen dat Am
sterdam niet rood is, al werkt hier ook
openlijk en ondergronds allerlei revolutio
naire propaganda.
Een nationaal reveil, een nationale ont
waking en opleving moet van deze huldi
ging het gevolg zijn. Een nieuw Amsterdam
moet geboren worden. Geen roode wethou
ders meer in ons stadsbestuur. Een nieuw
Nederland moet geboren worden. Geen re
volutionairen meer in de Kamer. Revolu
tionaire partijen hooren niet in Nederland,
allerminst in de volksvertegenwoordiging.
Schreit het niet ten hemel, roept spr. uit,
dat als 19 September de Staten-Generaal
worden geopend men dien dag aankondigt
als de „Roode Dinsdag" en Rood Nederlahd
naar Den Haag durft roepen om te de-
monstreeren en het de'Koningin en de orde
lievende partijen onaangenaam te maken.
Dat mag Oranje-Nederland niet dulden. En
gelijk vandaag op 9 September, Oranje-Ne
derland naar Amsterdam is gekomen, zoo
moet het op 19 September naar Den Haag,
zoodat ook dan H. M. door een juichend
volk rijdt
Vanaf deze plaats wil ik, zegt spr., een
oproep door ons land laten weerklinken om
op 19 September Hare Majesteit in Den
Haag toe te juichen. Deze dag heeft het ge
tuigenis gegeven dat een nieuwe geest in
ons land gaat ontwaken. Jongeren en oude
ren beide. In ons land zijn onder Gods be
stel Koningshuis en Vaderland nauw ver
bonden, hecht en stevig. Geve God, dat dat
in lengte van dagen zoo moge blijven. Ik
drink, zoo besloot Ds. van Hoogenhuyze, op
den eeuwenouden band, die er bestaat tus
schen Nederland en Oranje.
De commissaris van de Koningin, Mr. Dr.
A. R e 11, die vervolgens 't woord nam,
noemt deze dag een „Vaderlandsche dag'.
Hij is diep onder den indruk gekomen van
de woorden door H. M. de Koningin gericht
tot Haar volk.
Daarentegen heeft het woord van den ta
felpresident hem verbijsterd. De wethouders
van Amsterdam toch waren genoodigd tot
deze disch. Gesteld dat zij waren gekomen,
dan zouden de woorden van Ds. van Hoo
genhuyze een onaangenamen indruk heb
ben gemaakt. Spr. weet dat Ds. van Hoo
genhuyze een warm vaderlander is en de
woorden 's middags door hem gesproken
waren spr. dan ook uit het hart gegrepen.
Spr. wijdt daarop een dronk op de vader
lander van Hoogenhuyze.
Verder zegt spr. dat hij nog een taak heeft
te vervullen en een verzuim van het Uit
voerend Comité goed te maken. Het défilé
heeft langer geduurd dan men verwacht
had en het comité had den beer Theo v. d.
Bijl als dirigent van het groote koor een
krans willen aanbieden. De aanbieding is
aan het slot van den zang in het Stadion
het gedrang gekomen en daarom wordt
verzuim thans goedgemaakt (aan den
heer Theo van der Bijl wordt thans de
krans geschonken, waarvoor deze met eeni
ge vriendelijke woorden dank zegt).
De Burgemeester. Dr. W. de Vlugt,zegt,
evenals de heer Rfiell. grrv-' waardeering
te hebben voor het woerd van Ds. van
Hoogenhuyze in het Stadion gcspeoMn. Ds.
van Hoogenhuyze stond toen heel dicht bij
de Kroon en men zegt, hoe dichter bij de
Kroon, hoe minder partijman.
Vanavond is de tafelpresident echter te
veel partijman geweest, want, vraagt spr.,
wat wordt nu mijn positie, als u zoo kon
spreken over het dagelij ksch bestuur van 1
Amsterdam? Met de wethouders van de
verschillende partijen heeft spr. in het waar
achtig belang van de gemeente goed samen
gewerkt. 1-Iet is voor spr. niet aangenaam te
hooren' dat het beleid van het dagelijksch
bestuur zoo wordt gediskwalificeerd.
Voortgaande brengt spr. hulde aan het
inititatief van de jongeren en wel in hoofd
zaak aan de technische leiding. Spr. geeft
toe, dat de eerste aanraking in deze zaak
eenigszins koel was, maar men zal niet
ontkennen dat spr. zijn vertrouwen heeft
geschonken. Voor eigen verantwoordelijk
heid heeft de burgemeester den eisch ge
steld. dat een commissie van advies zal
worden benoemd om geregeld overleg te
plegen. Het verheugde spr. dat Ds. van
Hoogenhuyze aanstonds bereid was als voor
zitter op te treden. Spr. wijdt daarop een
dronk op de commissie van advies.
Generaal S n ij d e r s brengt vervolgens
hulde aan het uitvoerend comité voor de
zoo goed geslaagde betooging cn in het bij
zonder aan den heer Tholen.
Tenslotte dankt de heer Lotgering
de beide eeré-voorzitters Jhr. Dr. A. Röell en
Dr. W. de Vlugt voor hun hartelijke mede-
Hulde in bloemen en goud.
Bij de aankomst in het Stadion werden
aan de. Koninklijke Gasten bloemen aangc-
eeboden en wel door mej. A. Lotgering aan
de Koningin, door mej. Schouten aan de
Prinses en donr mevr. .Toosten-Luyck aan
de Koningin-Moeder.
De Hooge Gasten ontvingen voorts ieder
een insigne in goud, ter herinnering aan de
viering van het 35-jarig regeeringsiubileum.
De Koningin ontving de penning uit de
handen van mei. L. W. C. E. van Hoogen
huyze, de Prinses van mej. E. van Poel-
wiick, de Koningin-Moeder van mej. Lotge
ring. en de Prins van mej. Rood.
De bloemenschat goed bewaard.
Na het vertrek van H. M. de Koningin
uit Amsterdam werden alle bloemen en
planten, welke de Koningin tijdens Haar
bezoek ten geschenke heeft ontvangen,
door den chef-hloemist met zorg gesorteerd.
De p'anten zullen worden verdeeld over de
tuinen van Het Li o en het Paleis te Den
Haag; alle uitgezochte bloemen gaan naar
de Ruige Hoek; ook het prnchtige bloem
stuk, dat opgesteld stond in de Koninklijke
loge In het Olympisch Stadion.
Ook de rede goed bewaard.
De firma L. van Wouw, Heiligenweg.
Amsterdam, heeft do rede. welke H. M .de
Koningin heeft uitgesproken, op speciale
onvergankelijke gramofoonplaten opgeno
men.
De plalon zijn aan H. M. de Koningin
tof gezonden
Naar wij vernemen is de rede ook ;n
Indie g' f-d overgekomen.
De drukte tijdens dc feesten
Hoe groot de drukte wel geweest is blijkt
./el uit het feit. 'at 15 e mm (toer de
drukte zijn flauwgevallen en door Mi GGD
moesten worden behandeld.
Dankbetuiging van H. M. de Koningin
Bij Haar vertrek uit het Stadion, na af
loop van het Huldigingsdéfilé heeft TIare
Majesteit de Koningin aan Ds. A. G. H. van
Hoogenhuyze verzocht ITaar zeer bijzonde
ren dank over te brengen aan bet Neder
landsche volk voor deze indrukwekkende
onvergetelijke hulde.
Een sprekende lilm
De filmfabriek Profelti te Den Haag be-
richt ons. dat tijdens de nationale hulde-
betooging door haar een sprekende film is
vervaardigd. Deze opname, welke van he
den af in de voornaamste theaters van Ne
derland wordt vertoond, is ook aan Indic
/erkocht