Met de N.C.R.V. naar de Fjorden DE VREDE VAN DANTZIG DE LAATSTE DER TRIBUNEN ZATERDAG 19 AUGUSTUS 1933 DERDE BLAD PAG. 9 VI (Slot). Donderdag 3 Aug.1933 a/b. En in Bergen regende het Aangenaam was he? piet, maar we hadden er haast op gerekend. Om halfnegen gaan we al aan wal. De auto's staan klaar en voeren ons door de hoofdstraten van de eerste Noorsche stad die we leerden kennen. Bergen maakt, on danks den regen, een goeden indruk. Er zijn nog heel wat houten huizen, doch de win kelstraten zien er vrij grootsteedsch uit. Dat het brandgevaar met al die houten huizen niet denkbeeldig is, zien we aan de groote brandweerkazerne die we passeeren. De menschen zijn geheel op den regen inge steld; wegwerkers en andere arbeiders, maar ook veel kinderen, zien we met zuidwester op, het neerstroomende regenwater trotsee- ren. De agenten dragen over hun hoofd deksel eveneens een leeren beschutting. Interessant is de vischmarkt. We zien er ook enkele matrozen van ons schip, die in onvervalscht Rotterdamsch een bod doen op een partij makreel! Zeer veel bekijks krijgt een onzer Javaantjes, die eveneens aan den wal is gekomen om inkoopen te doen. 't Gaat er levendig naar toe in deze oude Hanzestad. Trams, autobussen, auto's rijden af en aan naar het havengebied. De stad ligt aan de kleine Byfjord en is omgeven door een krans van heuvels, waartegen ze amphitheatersgewijze is opgebouwd. Vanaf onze schooljaren ligt het ons bij, dat Bergen een der voornaamste vischmarkten heeft van Noorwegen. Onwillekeurig hebben we daaraan verbonden de voorstelling, dat Ber gen het gewone voorkomen moet hebben van een visschersplaats. Dit blijkt niet het geval. We zien er mooie parken en buiten wijken met prachtige landhuizen. De stad schijnt ook aardig ingericht op toerisme. Hoeveel prospecti van restau rants en van magazijnen met souvenirs men ons wel in de hand heeft gedrukt, zou ik niet durven zeggen. Nergens elders zag ik zooveel activiteit op dit gebied. Als er zoo'n toeristenboot binnenkomt, wordt er heel wat verdiend in Bergen. Om te beginnen moeten we f 1000 aanleggeld betalen voor de Sibajak. Daar de plaatsjes aan de fjorden slechts kleine winkeltjes heb ben, bewaart ieder z'n kronen voor Bei-gen, om daar souvenirs te kunnen koopen. En onze Hollanders hebben hier hun kronen laten rollen. Er is veel gekocht. Bij navraag blijkt me, dat er een ruime keus was tegen matige prijzen. Wat erg duur geacht wordt, is de rondrit per auto, een tocht van 2 uur, waarvoor we f 5 moeten betalen. Het motief, dat het ma teriaal voor de excursies in Noorwegen, van heinde en ver moet worden weggehaald, geldt toCh zeker niet voor Bergen? Het is vandaag de verjaardag van den koning. Er worden saluutschoten gelost, doch verder merken we niets van een na tionale feestdag. We hebben op onze rond rit niet meer dan een tiental vlaggen ge- Zeer interessant was het bezoek aan de Fantoflkerk uit de 10e en 11e eeuw. Het is kenkerk uit de 10e en 11e eeuw. Het is merkwaardig, dat deze houten kerkjes het nog langer uithouden dan de steenen. De balken werden met een dikke teerlaag be dekt en zijn daardoor op den duur zoo hard als ijzer geworden, De stijl is eigenaardig. Als motief voor de dakversieringen, zijn de zelfde drakenkappen gebruikt, die oök voor komen op de oude Vikingerschepen. *t Ge heel lijkt wel wat op een pagode een Chi- neesche tempel. We hebben er samen het Lutherlied gezongen en de man, die ons van dit kerkje had verteld, zong in de Noor sche taal met ons mee. Het was hem aan te zien, dat ons gezang hem verraste! Er is nog een groot Duitsch toeristenschip binnengekomen, de Monte Rosa. Het is op weg naar Spitsbergen en van de mast waait de vlag met het hakenkruis. Zooals gebruikelijk is gaan de passagiers van toe ristenschepen, die tegelijk in de haven lig gen, eens bij elkaar buren. Bij de Duit- schers is zichtbare verbazing over de in richting en de menu's van ons Hollandsche boot. De Hollanders, die op de Monta Rosa de groote slaapzalen zien prijzen zich geluk kig ingeschreven te staan op de passagiers lijst van de Sibajak. Het blijft regenen! We hebben dus één van de 300 regendagen, die Bergen telt per jaar. Maar we laten ons daardoor niet ter neerslaan. Onze reis kan niet meer mis lukken, daarvoor hebben we t e v e e 1 ge noten! Precies 8 uur wordt het anker gelicht Aan de wal staan vele toeschouwers het vertrek van de Sibajak gade te slaan. Ons wordt medegedeeld, dat het onder bedrei ging met hooge boete verboden is geld of sigaretten naar de wal te werpen voor bede lende toeschouwers. Het eert de Noren, dat zij zulk een schaamtelooze bedelarij krach tig bestrijden. De touwen worden losge gooid. Daar valt het Sibajak-koor in met ons volkslied. De Noren ontblooten het hoofd en luisteren aandachtig toe. Wie schetst echter hun verbazing, als onmiddel- slot richt Dr. Stegenga zich tot allen met een ernstig woord. Het genot dat wij pp deze reis hebben gesmaakt, mag niet zóó zonder meer aan ons voorbij gaan. Het heeft ons wat te zeggen. Wij hebben het uit Gods hand ontvangen, en het brengt ens de bede op de lippen: „Blijf bij ons. Heer", ook in het vaak moeilijke leven, dat ons weer wacht Als we boven komen speelt het zilveren maanlicht op de golfjes en tintelen de ster ren. 't Is of we niet naar bed kunnen ko men die nacht. Daar ligt Tessel en flitsen de lichten van Den Helder en van het licht schip de Noorder-Haaks. De zomernacht op zee, zooals we die hier aanschouwen, zui len we. nooit vergeten. Een der hoofdstraten van Bergen met landhuizen op den achtergrond lijk daarna ons koor invalt met het Noor sche volkslied! Deze attentie wordt op hooge prijs gesteld en met luid applaus be- De thuisreis is begonnen. We gevoelen het allen, met weemoed. Dan wacht ons nog een schoone avond. Dr. Stegenga houdt een interessante cause rie over de Noorsche literatuur en de Noor sche muziek, terwijl de scheepskapel het besprokene ten gehoore brengt en onze meergenoemde .zangeres schoone liederen vertolkt. Ook ons zangkoor zingt voortreffe lijk onderscheidene liederen. Jammer dat het evén goed merkbaar wordt dat we weer zijn gekomen op „ongewisse baren van d' Oceaan"! Menigeen waggelt naar zijn hut... Doch de groote meerderheid van onze pas sagiers blijkt, zeevast te zijn en na de An- dacht, die iederen avond aan boord gehou den wordt, blijft men nog lang aan dek of in de recreatiezalen bijeen. Vrijdag 4 Aug. 1933 op zee. Het ontbijt wordt wat later genuttigd dan gewoonlijk: we hebben vandaag de tijcl! Zoo'n ontbijt aan boord van de Sibajak is een behoorlijk programma-punt van de dag. De N.C.R.V.-ers, die gewoon zijn naar Zwitserland te reizen en daar 's morgens enkele broodjes met jam vóór zich vinden, weten niet hoe ze het hebben, als hier een keuze kan worden gemaakt uit twintig ge rechten. Er zijn heel wat spiegeleitjes ver werkt. Als we aan dek komen begroet ons heer lijke stralende zonneschijn en voor het laatst vlijen we ons met welgevallen in onze dekstoelen om te genieten van het uit zicht op de wijde, mooie zee. Om elf uur komen de Javaansche jon gens, als gewoonlijk, ons een geurig kopje koffie offreeren. Is dat geen vacantieweel- de, zoo te kunnen reizen? De uren vliegen om. We zouden ze willen vasthouden. Dan komt de afscheidsavond, waarin we allen bijeen zijn. De kapitein is in ons midden en de heer Breebaart vertolkt onder daverend applaus onze gevoelens van oprechten dank aan kapitein Slof en z'n wakkere staf. Spontaan zingen we den gezagvoerder toe, die ontroerd de hem gebrachte hulde be antwoord. Het is de eerste keer, dat de Rot- terdamsche Lloyd in zee gaat met een ge sloten gezelschap, als dat der N.C.R.V. De kapitein spreekt met groote waardeering over leiders en deelnemers, en roept hun een „tot weerziens" toe. Onder zang, voordracht en muziek wordt onze afscheidsavond doorgebracht. Aan het Typisch Noorsch kerkje uit de* 13de eeuw Zaterdag 5 Aug. 1933. Op zee. We zijn voor de Nieuwe Waterweg. Er hangt wat mist en heel langzaam varen we naar binnen. Onze koffers staan reeds in de gangen. Met weemoed nemen we af scheid van ons schip, waar we zulke onver getelijke dagen hebben doorgebracht. De N.C.R.V. moge voortgaan op deze we£. Va ren en genieten onder onze eigen nationale kleuren, dat zij ook voor 1934 het parool! Voor het laatst dreunt de sirene, enw;e liggen voor de Lloydkade. Van het sport- dek klinkt gezang; de baby-club zet in, en we zongen allen mee: de Sibajak, die gaat nooit verloren. Nog een laatste handdruk van Vrienden en bekenden, en daar tippe len we reeds de loopplank af. Een mooie, welgeslaagde reis ligt achter ons. Onze dank stijgt op tot Hem, van Wieri wij ook onze dagen van ontspanning moch ten ontvangen, en Die ons nieuwe kracht wilde schenken voor de levenstaak, die ons weer wacht. J. C. R. HET VERGELIJK MET POLEN (Van onze Duritedhe correspondent) H Kan vebkeeren: twee maanden geloden volgden wij ter plaatse de stormachtige ■enkiezangen voor den Dantziger voUkfidag. ontdekten wij in de moderne haven vam Gdiingen een Pooüsche vloot in mindatuuT n toonde mea ons ze'lr, tn de haven dei rijstad een Poolech oorlogsschip, stonden dus Warschau en Dantzig met elkander op voet van oorlog. Sedertdien hehben ook hier de nationaal socialisten de meerderheid behaald, we>rd Dr Rausohning tot president van den se naat benoemd en legde de nieuwe re gea ring van den vrijstaat Dantzig een officieel bezoek af te Warschau. Men noemt bet ver drag, dat tussdhen bedde partijen in alle stilte werd afgesloten „een verdrag van goeden willle", dat wil zeggen: deze veèlom- vattende overeenkomst kan het begin wor den van een definitieve regeling, welke de vraagstukken tot een oplossing brengt, die ons nog kort geleden onoplosbaar toesche- Ook al geloof ik niet, dat men in dezen wederzijdsche liefde kan spreken, tocb moet het begroet worden wanneer poli tieke tegenstanders ernaar streven, elkan der te benaderen en te respecteeren. Het rampzalige verdrag van Versailles was ook hier de voortdurende casu6 belli: het bepaalde de relatieve zelfstandigheid van den vrijstaat Dantzig, erkende de nood zakelijkheid van den Pool ache n corridor, stond aan Polen een vrije zóne toe in de haven van Dantzig, liet het de havenwer ken benutten, gaf het medezeggenschap in het beheer van de Weichsel en van den spoorweg en zorgde voor exterritoriaal ge bied in de vrijstaat ten gunste van Polen. Deze hardie bepalingen werden door de Vol'kenhondsöta.tuten van 1920 vastgelegd en iedere onbevooroordeelde bezoeker kan voetstellen, hoezeer de eens zoo machtige Hanzestad onder deze onverdiende diruk heeft geleden. Als scheidsrechter fungeert een door den Volkenbond benoemde com missaris, in tweede instantie de Volken bond zelf en alls deze de aanhangige kwes tie niet tot een bevredigende oplossing kan brengen, moet bet Internationaal Gerechts hof in Den Haag praan te pas komen. Het is begrijpelijk, dat deze bepalingen voortdurend tot differenties hebben geleid want Polen is een staat, welke over een sterk leger beschikt en te Warschau voelde men weinig voor de politieke zelfstandig heid van Dantzig. Toen men er in de eerste jaren niet in slaagde, de sympathie der overwegend Duitsche bevolking voor Polen te winnen, begon men een half uur eporens verder, te Gdiingen, met den aanleg van een nieuw haven en hoopte men, hierdoor OVER SPREEUWEN. De spreeuw is niet een inlandsche vogel; hij is veeleer cosmopoliet, een geboren zwerver. Dat rustelooze scherpt zijn ver stand, altijd weer moet hij zich aan andere omstandigheden vlug aanpassen. Hij is een snelle vlieger en houdt bijzonder van gezel ligheid. Door die vlugheid van beweging weten deze vogels elkander gauw te vinden en ontdekken zij gauw geschikte verzamel plaatsen. Een natuurliefhebber vertelt, hoe bij een dorpje in het Munstersche land in twee kleine dennenboschjes eiken avond niet duizenden, maar honderdduizenden spreeuwen kwamen overnachten; op eiken boom zaten er wel een paar duizend. Voor zij ter rust gingen, hielden zij een half uur lang een soort vliegoefeningen; het was een reienvlucht, van beneden gezien leek het een kaleidoscoop, een reuzenwolk van telkens wisselende donkerte, 's Morgens gingen zij in kleine groepen er op uit naar alle kanten om voedsel te zoeken; 's avonds kwamen zij weer terug. Dat duurde een hèele maand; op een goeden dag was de bende in eens tot den laatsten spreeuw ver dwenen. Door zijn zwerfleven is de spreeuw een vogel van opgewekt temperament, een vu rige driftkop. Wel eens al te snel en te vu rig. Dr. Ribbeek zqg, hoe een sperwer zich op een troep spreeuwen stortte in de kroon van een boom. In hun overhaaste vlucht vlogen ze tegen een muur op; de waar nemer vond aan den voet van den muur 45 doodelijk verwonde spreeuwen. Maar dit is volgens hem, een uitzonderingsgeval. Want het zijn slimmerds. In Bulgarije had den zij een wijde kring gevormd om het stukje land, dat het dichtst met sprink haanlarven bedekt was. Met bestendig pik ken dreven zij de insekten naar het mid den; maar weinige ontsprongen den dan9. in Turkestan worden zij daardoor vaak de redders van een bedreigden oogst. Trouwe echtvrienden zijn de spreeuwen niet; daar door zijn er vaak onder hen twisten en 'vechterijen. De wijfjes zijn in zoo'n geval nog ongemakkelijker dan de mannetjes; laatstgenoemde worden vaak kort en goed de deur uitgezet. Het wijfje heeft dan alleen de zorg voor de huishouding, het voederen van de jongen, en dat doet zij dan vaak met zoo'n haast en drift, dat zij alles, wat uit de buurt komt aangetippeld, mee laat deelen van de hapjes. Ook de spreeuw in onze streken is een losbol; hij gaat wel eens op bezoek bij de buren met minder nobel doel; maar in den regel wijzen de wijfjes, die van strenger levensopvatting zijn, hem de deur. Komt dan de wettige echtgenoot ook nog op het tooneel, dan is de vrede heelemaal weg en krijgt de indringer het noodige. Maar dat wettige mannetje is ook nog niet altijd ge lukkig. Een spreeuw had een klein manke ment opgeloopen aan een van zijn vleugels, die daardoor wat sleeptë; bij het binnen komen had hij wat aan het nest bescha digd. Het wijfje nam dat hoog op en pikte haar gemaal het nest uit; hij hoefde niet meer terug te komen. De kinderschaar ii het nest, nu enkel aan de zorgen van mama overgelaten, leed honger. Om erger te voor komen, haalde men het grimmige wijfje uit het nest. De trouwe vader nam, zoodra hij dat merkte, het werk over. Hij deed meer. Op een dag bracht hij een nieuw moedertje mee, die nu voor haar stiefkinderen net zoo trouw zorgde, als waren het haar eigene. De lezer ziet: er zijn ook spreeuwen romans. De beruchte driehoekjes-verhouding is mogelijk wel van de spreeuwen afgeke ken; men had beter gedaan, ze daar maar tie laten, daar is ze al erg genoeg. Zoover is het echter niet gekomen. De Volkenbond bleef een relatieve be scherming, ook al wiet Polen zidh te Ge- nève een vaste en invloedrijke plaate te veroveren. Met den moed der wanhoop zet te Dantzig zijn strijd om een aannemelijk bestaan voort en judet, toen het zich geheel aan zijn lot overgelaten waande, achtte de naeuwe regeering het oogenblik voor di recte onderhandelingen gekomen. Het zou onjuist en onbillijk zijn, Dr Rauschning alleen de eer van deze doortas tendheid toe te kennen: ook de vroegere regeering heeft beproefd, tot een vergelijk te komen. Een Poolsche premier kwam n>j.ar Dantzig, men hield vriendschappe lijke redevoeringen, dronk met elkander een stevig glas wijn, ging als beste maatjes uiteenmaar tot daden is men nooit gekomen en alles bleef bij het oude. Dr Raudhnimg moest weliswaar toegf it men dat verdrag in politieke kringen als een tegemoetkoming van Dantzig ten opr.lchite van Warschau beschouwt, maar hij verklaarde tevens, dat zulk een pact van historische beteekenis kan blijken voor de politieke verhouding tusscihen den vrijstaat De atmosfeer van wantrouwen was beteekende ook een groot nadeed voor andere staten, welke eertijds met deze venstad in oommeroieele relatie stonden. He nieuwe senaat hdedd het daarom vooi; haar eerste plidht, een betere verhouding tot stand te brengen en daar men zich na de verkiezingen niet meer belemmerd voel de door het parlement, koos men den di- recten weg naar Waeohau. Binnen enkele weken 'cwaan men tot eer. bevredigend resu/ltaat, kon men onder meer omtrent de exploitatie van de Dantziger haven tot een vengedijk komen. De Poolsdhe regeering heeft zich bereid verklaard, a Lie maatregelen te treffen, een achteruitgang van het ha ven verkeer, voorzoover het om in- en uitvoer gaat, te verhinderen. Zij zal voortaan Dantzig de zelfde reobben toekennen als Gdiingen. Dant alg heeft Polen enkele toezeggingen gedaan ui Ihet edhoodweeen: de Poolsche minder heid in Dantzig heeft volle vrijheid, parti- cudiere scholen in te richten, maar deze echoden staan onder toezicht ven senaat. De strijd over het geibruiik maken van de Dantziger haven was op initiatief van den vrijstaat terr behandeling voorgelegd aan het internationaal gerechtshof in Den Haag Wanneer men thans afstand doet ^n de verdere behandeling, dan vadt hieruit af te leiiden, dat de niieuwe regeering rekening houdt met een vriendschappelijke regeling van de aanhangige kwestie. Zonder zijn haven kan Dantzig niet voort bestaan en een persoonlijk bezoek aai haven van Gdingen maakte mij duidelijk, welk een gevaar hier van Poolsche zijde dreigde. Deze steatshaven werd door de regeeriing te Warschau met aüe middelen eener eubventiepolitiiek productief gemaakt ten nadeele van het vlakbij liggende Dant zig. Het gervodg was, dat het aandeel van Dantzig in <Jen hernial van Polen steeds meer achteruit ging. Het laatste jaar be droeg het aandeel van Dantzig nog Éf nn' het aandeed ven Gdiingen stee Aan deze concurrentie hotjpt men thans door het verdrag een edhde te maken. Berlijn, 17 Aiugusbus 1933 51.3% i TEGEN COLIJN AANGEKONDIGDE STRIJD Over het kort aangebonden antwoord van de Regeering op de onbeschaamde vragen van den heer Roestam Effendi is >rDe Tri bune" over stuur: ,j0.p de meest onbenullige vraagjes van burgerlijke kamerleden wordt uitvoerig en volkomen naar den vorm geantwoord, aan een vertegenwoordiger van 5b millioen men schen, die zuchten onder het juk van het Hollandsche imperialisme acht Colijn het niet eens noodig een antwoord te geven". Géén antwoord? Wèl een antwoord; zegt d e T ij d. Het was bondig en ondubbelzinnig Op de vraag, of de regeering niet vindt, dat door het beperken der vergaderreehten en de arrestatie van Soekarno „de vrije mee- nings-uiting nog meer onderdrukt wordt" luidde het antwoord: néén. Op de vraag „of de Regeering bereid is, de maatregelen der Indische heerschers ongedaan te maken Er is dus een antwoord en het is stellig. Peyieckciandsche1and{iasta 1 DOOS 20 CT.-TUBE 55 EN 60 CT. Radio Nieuws. ZONDAG 20 AUGUSTUS Wildervanki Theol. Cand. Geref. Kerken. 1. Zingen Ps. 84 vs 1 en 6; 2. Gebed: 3. Schriftlezing Lu kas 19 vs. 110; 4. Zingen Ps 26 vs 1 tn 8: Voorlezing van don tekst Lukas IS vs. 5 slot. 6. Lerste ged. der toespraak; 7. Zingen Ps. 31 vs 1 en 19; 8. Tweede ged. der toespraak; 9. Gebed; 10. Zingen Ps. 130 vs. 3 en 4. lUdenis; 5. Zingen Gez. 1 vs. 4; 6. Geoed; 7. Zingen Gez. 4 vs 1 en 8; 8 achru'Vaing Jon. 6 is. 67—G9; 9. Voorlezing van den tekst; 10. Ie ged. der prediking; 11. Zingen Ps 119 vs Daarna tot 7.46 u. GewtJde muziek, raven try (1554.4 M.) 8.20 nm. Korte dierst (1634.9 M.) 3.?0 ondon Reg. (355.9 M.) 8 20 nm. Kerkdleret uit de St. John's Wood Presbyteriaansche MAANDAG 21 AUGUSTUS Hulzen (296 M.) N.C.R.V. 8.00 Schriftlezing 8.15 Morgenconcert 10.30 Morgendienst dcor Ds. A. C. Diederiks te Hilversum 11.00 Le zen van Chr. lectuur 11.30 Viool 12.15 Gramofoon 12.30 Orgel 2.00 Zang 2.35 Spr. dhr. A. J. Herwig te Bussum 3.15 Gramofoon 4.00 Bijbellezing door Ds. H. Th. van Munster, te Drachten 6.00 Zang 6.15 Concert 6.30 Vragenuurtje 7.15 Ned Chr. Persbur. 7.30 Vragenuurtje 800 Zang 9.00 Spr. Dr. G. K. Schoep, te Den Haag 9.30 Orgel 10.30 Vaz Diaz 10.40 ver sum (1875 M.) V.A.RA. 8 01 Urimo- foon 10.15 Voordracht 10.30 Concert 11.45 Voordracht 12.01 Orkest 1.45 Gra mofoon 2.00 Orgel 2.30 Zang 3.00 Oon eert 4.00 Gramofoon 4.30 Voor de kin doren 6.00 Orkest 6.45 Voordracht 6.00 Orkest 8.02 Vaz Dias 8.20 Concert 9 50 V.P.R.O. 10.00 Morgenwijding kest 8.20 Gramofoon 9.20 Concert (Fransch) (509.3 M.) 12.20 'Concert 1.20 Gramofoon 6.35 Zang 7.05 Gramofoon 8.20 Zang 8.35 Gramofoon 9.20 Concert ia ven try (1554.4 M.) 13.20 Orgel LOS Orkest 2.05 Gramofoon S.20 Concert 4.05 Orkest 5.05 Gramofoon 6.50 Orgel 7.20 Orkest 8 20 Concert 10.40 Gramo- ihlandsender (1634.9 M.) 6.40 t 12.20 Gramofoon 2.20 Gramofoon .angenberg f472.4 M.) 6.20 Concert 7.20 Concert 10.50 Mensch unvl Welt 12.20 ondon Reg. (355.0 M.) 12.20 Concert 1.30 1.20 Gramofoon 2.20 Orkest 8.20 Viool 10.20 Gramofoon 'arös (Radio Paris) (1724 M.) 8.05 Gramo foon 12.20 Gramofoon 7 30 Gramofoon 8.20 Opera. Duidelijker en heelemaal niet dubbelzinnig zooals de antwoorden, welke regeering van Moskou pleegt te geven, die zegt den wereld vrede na te streven en de wereld-revolutie voorbereidt; die in Genève ontwapeningsvoor stellen indient en het grootste leger ter we reld onderhoudt; die grootscheepsche resul taten van het vijf-jarenplan publiceert en de menschen honger laat lijden. „Geeft Colijn een klinkend wederwoord*' roept de woedende redactie op „De Tribune", en kondigt weer eindelooss vergaderingen aan tegen „de nieuwe terreurgolf in Indone sië" en „den vertegenwoordiger der petro- leum-belangen Colijn, een echten oud-zee officier en koloniaal!" Ze kunnen van dien „koloniaal" nog ple zier beleven! DAMES! WAAROM nog langer loopen met snor en baard. Mevr. L. C. GIMBER heeft mij geheel van mijn OVERTOLLIG HAAR afgeholpen en dank ik haar hiervoor hartelijk. w.g. Mevr. Wed. ENTIUS, Verlengde Vijzelstraat 3, Hoorn INRICHTING TOT VERWIJDERING VAN OVERTOLLIG HAAR MET GARANTIE VAN NOOIT MEER TERUGKOMEN. Ook verwijdering van rimpels, wratten, puisten, lidteekens, enz. Vele aanbevelingen van H.H. Doktoren en behandelde Dames. 156 LAAN VAN MEERDERVOORT 156, Telefoon No. 331841, DEN HAAG. Maison van vertrouwen, reeds 28 jaar gevestigd. VERLAAGD TariefI Catalogus No. 36 gra tis en franco. Modernste, vlugge methode. Cola di Rienzi, de groote Senator van Rome in de 14e eeuw Door Edw. BULWER LYTTON (101 Het hagelde steenen op het harnas van 'den Senator, doch hij bleef nistig staan Geen trek van zijn gelaat verried vrees. Hij was zoo overtuigd van zijn wonderbare wel sprekendheid, dat hij nog hoopte te overwin nen, als men maar naar hem wilde luiste ren; doch juist die bewustheid was nu zijn ongeluk. De krijgslieden van de baronnen stonden hier en daar tusschen het volk, en hielpen met hun wapens, doodelijkcr dan steenen; werpspiesen en pijlen verduisterden lucht, en nu'hoorde men een stern roepen: „Ruimte voor de toortsen!" Rood in het zon licht vlogen de toortsen over de hoofden der menigte, als had de bol haar duivelen tus schen het grauw losgelaten! En inderdaad, welke duivelen kunnen erger zijn dan het racende grauw? St.roo en hout en d raagt a- !ren werden haastig opgestapeld tegen de groote deuren-van het Kapitool, en spoedig kronkelde de rook omhoog en dreef de aan vallers terug. Men zag Rienzi niet meer; een pijl had zijn hand doorboord, de rechterhand die de vlag van Rome droeg de rechterhand, die aan de Republiek een grondwet had gege ven. Hij ontweek den storm in do ledige Hij zette zich neder. Tranen van krijgsman, wanneer zijn eigen manschappen hem" verlaten van een vriend des vader lands, wanneer zijn landgenooten hun on dergang tegemoet snellen van een vader, als zijn kinderen tegen zijn liefde in opstand komen zulke tranen sprongen hem uit de oogen. Zij gaven hem verlichting, doch brachten tevens een ommekeer te weeg in zijn hart! „Genoeg, genoeg," zeide hij, opeens oprij zend en vol minaohtig de tranen wegve gend; „ik heb genoeg gedaan, gewaagd en gewerkt voor dit lafhartig en ontaard ge slacht. Ik zal hum boosaardigheid nog teleur stellen ik doe afstand van de gedachte die zij zoo onwaardig zijn!" 1-Iij trolc zijn schitterende wapenrusting uit; hij herwon zijn behendigheid, zijn vlug heid, zijn sluwheid. Hij overlegde de moge lijkheid van een vermomming van de vlucht hij vei liet de zaal en begaf zich naar de vertrekken .voor dienaren en onder- i geschikien bestemd Daar vond hij een grof werkpak en trok het aan; snel pakte hij een en ander van de meubelen in een gor dijn, en nam dit pak op zijn hoofd, alsof hij ermede op de vlucht wilde gaan. „Wanneer alle andere vrienden mij ver laten, mag ik mijzelf ook wel begeven," zei hij. Imtussohen sloegen de vlammen hoog op; de buitenste deur was reeds verteerd; uit het vertrek dat hij verlaten had barstten wolken rook het hout knetterde het lood smolt met een slag vielen de open slaande deuren de toegang was geopend voor de menigte het trotsche Kapitool der Caesars neigde ten val! Nu was het oogenblik gekomen! hij stapte door de vlammende deur, over den drempel, on gedeerd kwam hij de buitendeuren uit hij bevond zich te midden van den volks hoop. „Daarbinnen is overvloed van buit!" zeide hij tot de omstanders in den romein- schen tongval, terwijl de vracht op zijn hoofd zijn gelaat verborg. Het gepeupel stormde hein voorbij hij stapte door hij bereikte de trappen die hem op straat zouden brengen hij was bij de laatste poort vrijheid en leven lachten hem toe. Een soldaat (een van zijn eigen man schappen) hield hem tegen. „Hier mag niemand door! Waar wilt gij „Pas op, dat de Senator niet vermomd de vlucht neemt!" riep een stem achter hem. Het was Villani. De beschuttende vracht werd hem van het hoofd gerukt. Daar stond Rienzi voor iedereen zichtbaar. „Ik ben de Senator", zei hij met luider stem. „Wie durft den Vertegenwoordiger Van het Volk aanranden?" In een oogenblik was hij door het gepeu pel omsingeld. Meer geduwd en gesleept dan geleid, werd de Senator naar het Plein van ucn Leeuw gebracht. De felle gloed der vlammen wierp een spookachtig licht op het grijze gedenkteeken, en deed liet gloeien, alsof het zelf vuur W(is geweest! Toen maakte het volk ruimte, ontzet door de grootheid van het slachtoffer. Zwijgend stond hij daar en keek om zich heen; noch zijn armoedige kleeding, noch de angst van het oogenblik, noch het grievende, dat hij herkend was, kon de majesteit van zijn houding verminderen, of den moed aanwak keren der duizenden die zich om hem ver drongen en hem aanstaarden. Het geheele Kapitool was één vuurmassa, en wierp een afschuwelijk schijnsel over de opeengepakte menigte. Tot ver in de lange straten strekte zich het vurige licht en het gedrang der menschen uit, tot aan de glinsterende stan daards der Colonna's der Orsini's der Savelli's! De echte tirannen tro Rome weer binnen! Het geluid van hun hoorns en trompetten saheen het gepeupel moed te geven. Rienzi maakte zich gereed om to spreken, doch zijn eerste woord was het teeken tot zijn dood. „Sterf, tiran!" riep Cecco del Vecchio, den Senator zijn dolk in de borst stootend. „Sterf, beul van Montreal!" mompelde Villani: „thans is mijn taak volbracht!" en van zijn hand kwam de tweede stoot. Toen hij zich oprichtte, en zag hoe een werkman, in de dronkenschap van zijn hartstocht, zijn muts in de hoogte wierp, luide kreten uitte eu den gevallen leeuw schopte, toen staarde de jonge man hem-vol bittere verachting aan en zeide, den dolk weer in de scheede bergende, en zich lang zaam omkeerende om heen te gaan: „Dwaas, ellendige dwaas, gij en al de anderen hadt toch geen bloed van nabe staanden te wreken!" Zij sloegen geen acht op zijn woorden zij zagen niet, dat hij zich verwijderde; want toen Rienzi, zonder een enkel woord, zonder een zuoht, ter aarde viel, toen dc golven der menigte zich over hem sloten toen klonk een gil, schel, scherp en wild boven al het rumoer uit Voor een raam van het paleis, het raam van haar bruids vertrek, stond Nina! Slechts haar gelaat en haar uitgestrekte armen waren zichtbaar in de vlammen die haar omringden. Eer de naklank van dien ontzettenden gil was weg gestorven, stortte met donderend gekraak de geheele vleugel van het Kapitool ineen, en bleef er slechts een zwarte, smeulende Op dat uur zag men een boot snel den Tiber afdrijven. Rome lag in het verschiet, maar de afschuwelijke gloed van den brand wierp zijn weerschijn op de kalme, heldere rivier. Onbeschrijfelijk schoon was 1 land schap, schooner dan schilder of dichter het konden maken, m< - het zonlicht dut trilde op het najaarsgroen en de golfjes verguld- Adriamo's blik was gericht op de torens van het Kapitool, die hij door de vlammen kon onderscheiden van de kerktorens en koepeldaken eromheen; Irene lag bewuste loos iu de armen van haar redder, en ont waarde gelukkig niets van de gruwelen die er plaats hadden. „Zij durven het niet zij durven geen haar van dat hoofd krenken", zeide de dap- I>ere Colonna. .Als Rienzi valt, valt Rome's vrijheid met hem. Evenals die torens, de trots en het sieraad van Rome, boven de vlammen uitsteken, zoo zal Rienzi zich ver heffen boven de gevaren van dit oogenblik. liet Kapitool zelf, dat daar ongedeerd staat te midden van het verwoestende element, is zijn zinnebeeld!" Nauwelijks had hij deze woorden geuit, of een dikke rookwolk verduisterde de vlammen in de verte, een dof.e slag, door den afstand .verflauwd, trof zijn oor, en het volgende oogenblik waren de torens waar naar hij staarde, verdwenen; een plotselin ge, geweldige gloed scheen de geheele lucht in vuur te zetten Rome zelf ten brand stapel makend van den Laatsten der Ro- meinsche Tribunen!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1933 | | pagina 9