Met de N.C.R.V. naar de Fjorden
DE VREDE VAN DANTZIG
DE LAATSTE DER TRIBUNEN
ZATERDAG 19 AUGUSTUS 1933
DERDE BLAD PAG. 9
VI (Slot).
Donderdag 3 Aug.1933 a/b.
En in Bergen regende het Aangenaam
was he? piet, maar we hadden er haast op
gerekend.
Om halfnegen gaan we al aan wal. De
auto's staan klaar en voeren ons door de
hoofdstraten van de eerste Noorsche stad
die we leerden kennen. Bergen maakt, on
danks den regen, een goeden indruk. Er zijn
nog heel wat houten huizen, doch de win
kelstraten zien er vrij grootsteedsch uit. Dat
het brandgevaar met al die houten huizen
niet denkbeeldig is, zien we aan de groote
brandweerkazerne die we passeeren. De
menschen zijn geheel op den regen inge
steld; wegwerkers en andere arbeiders, maar
ook veel kinderen, zien we met zuidwester
op, het neerstroomende regenwater trotsee-
ren. De agenten dragen over hun hoofd
deksel eveneens een leeren beschutting.
Interessant is de vischmarkt. We zien er
ook enkele matrozen van ons schip, die
in onvervalscht Rotterdamsch een bod doen
op een partij makreel! Zeer veel bekijks
krijgt een onzer Javaantjes, die eveneens
aan den wal is gekomen om inkoopen te
doen.
't Gaat er levendig naar toe in deze oude
Hanzestad. Trams, autobussen, auto's rijden
af en aan naar het havengebied. De stad
ligt aan de kleine Byfjord en is omgeven
door een krans van heuvels, waartegen ze
amphitheatersgewijze is opgebouwd. Vanaf
onze schooljaren ligt het ons bij, dat Bergen
een der voornaamste vischmarkten heeft
van Noorwegen. Onwillekeurig hebben we
daaraan verbonden de voorstelling, dat Ber
gen het gewone voorkomen moet hebben
van een visschersplaats. Dit blijkt niet het
geval. We zien er mooie parken en buiten
wijken met prachtige landhuizen.
De stad schijnt ook aardig ingericht op
toerisme. Hoeveel prospecti van restau
rants en van magazijnen met souvenirs men
ons wel in de hand heeft gedrukt, zou ik
niet durven zeggen. Nergens elders zag ik
zooveel activiteit op dit gebied.
Als er zoo'n toeristenboot binnenkomt,
wordt er heel wat verdiend in Bergen. Om
te beginnen moeten we f 1000 aanleggeld
betalen voor de Sibajak. Daar de plaatsjes
aan de fjorden slechts kleine winkeltjes heb
ben, bewaart ieder z'n kronen voor Bei-gen,
om daar souvenirs te kunnen koopen. En
onze Hollanders hebben hier hun kronen
laten rollen. Er is veel gekocht. Bij navraag
blijkt me, dat er een ruime keus was tegen
matige prijzen.
Wat erg duur geacht wordt, is de rondrit
per auto, een tocht van 2 uur, waarvoor we
f 5 moeten betalen. Het motief, dat het ma
teriaal voor de excursies in Noorwegen, van
heinde en ver moet worden weggehaald,
geldt toCh zeker niet voor Bergen?
Het is vandaag de verjaardag van den
koning. Er worden saluutschoten gelost,
doch verder merken we niets van een na
tionale feestdag. We hebben op onze rond
rit niet meer dan een tiental vlaggen ge-
Zeer interessant was het bezoek aan de
Fantoflkerk uit de 10e en 11e eeuw. Het is
kenkerk uit de 10e en 11e eeuw. Het is
merkwaardig, dat deze houten kerkjes het
nog langer uithouden dan de steenen. De
balken werden met een dikke teerlaag be
dekt en zijn daardoor op den duur zoo hard
als ijzer geworden, De stijl is eigenaardig.
Als motief voor de dakversieringen, zijn de
zelfde drakenkappen gebruikt, die oök voor
komen op de oude Vikingerschepen. *t Ge
heel lijkt wel wat op een pagode een Chi-
neesche tempel. We hebben er samen het
Lutherlied gezongen en de man, die ons
van dit kerkje had verteld, zong in de Noor
sche taal met ons mee. Het was hem aan
te zien, dat ons gezang hem verraste!
Er is nog een groot Duitsch toeristenschip
binnengekomen, de Monte Rosa. Het is op
weg naar Spitsbergen en van de mast
waait de vlag met het hakenkruis. Zooals
gebruikelijk is gaan de passagiers van toe
ristenschepen, die tegelijk in de haven lig
gen, eens bij elkaar buren. Bij de Duit-
schers is zichtbare verbazing over de in
richting en de menu's van ons Hollandsche
boot. De Hollanders, die op de Monta Rosa
de groote slaapzalen zien prijzen zich geluk
kig ingeschreven te staan op de passagiers
lijst van de Sibajak.
Het blijft regenen! We hebben dus één
van de 300 regendagen, die Bergen telt per
jaar. Maar we laten ons daardoor niet ter
neerslaan. Onze reis kan niet meer mis
lukken, daarvoor hebben we t e v e e 1 ge
noten!
Precies 8 uur wordt het anker gelicht
Aan de wal staan vele toeschouwers het
vertrek van de Sibajak gade te slaan. Ons
wordt medegedeeld, dat het onder bedrei
ging met hooge boete verboden is geld of
sigaretten naar de wal te werpen voor bede
lende toeschouwers. Het eert de Noren, dat
zij zulk een schaamtelooze bedelarij krach
tig bestrijden. De touwen worden losge
gooid. Daar valt het Sibajak-koor in met
ons volkslied. De Noren ontblooten het
hoofd en luisteren aandachtig toe. Wie
schetst echter hun verbazing, als onmiddel-
slot richt Dr. Stegenga zich tot allen met
een ernstig woord. Het genot dat wij pp
deze reis hebben gesmaakt, mag niet zóó
zonder meer aan ons voorbij gaan. Het heeft
ons wat te zeggen. Wij hebben het uit Gods
hand ontvangen, en het brengt ens de bede
op de lippen: „Blijf bij ons. Heer", ook in
het vaak moeilijke leven, dat ons weer
wacht
Als we boven komen speelt het zilveren
maanlicht op de golfjes en tintelen de ster
ren. 't Is of we niet naar bed kunnen ko
men die nacht. Daar ligt Tessel en flitsen
de lichten van Den Helder en van het licht
schip de Noorder-Haaks. De zomernacht op
zee, zooals we die hier aanschouwen, zui
len we. nooit vergeten.
Een der hoofdstraten van Bergen met landhuizen op den achtergrond
lijk daarna ons koor invalt met het Noor
sche volkslied! Deze attentie wordt op
hooge prijs gesteld en met luid applaus be-
De thuisreis is begonnen. We gevoelen
het allen, met weemoed.
Dan wacht ons nog een schoone avond.
Dr. Stegenga houdt een interessante cause
rie over de Noorsche literatuur en de Noor
sche muziek, terwijl de scheepskapel het
besprokene ten gehoore brengt en onze
meergenoemde .zangeres schoone liederen
vertolkt. Ook ons zangkoor zingt voortreffe
lijk onderscheidene liederen. Jammer dat
het evén goed merkbaar wordt dat we
weer zijn gekomen op „ongewisse baren
van d' Oceaan"! Menigeen waggelt naar zijn
hut...
Doch de groote meerderheid van onze pas
sagiers blijkt, zeevast te zijn en na de An-
dacht, die iederen avond aan boord gehou
den wordt, blijft men nog lang aan dek of
in de recreatiezalen bijeen.
Vrijdag 4 Aug. 1933 op zee.
Het ontbijt wordt wat later genuttigd
dan gewoonlijk: we hebben vandaag de tijcl!
Zoo'n ontbijt aan boord van de Sibajak
is een behoorlijk programma-punt van de
dag. De N.C.R.V.-ers, die gewoon zijn naar
Zwitserland te reizen en daar 's morgens
enkele broodjes met jam vóór zich vinden,
weten niet hoe ze het hebben, als hier een
keuze kan worden gemaakt uit twintig ge
rechten. Er zijn heel wat spiegeleitjes ver
werkt.
Als we aan dek komen begroet ons heer
lijke stralende zonneschijn en voor het
laatst vlijen we ons met welgevallen in
onze dekstoelen om te genieten van het uit
zicht op de wijde, mooie zee.
Om elf uur komen de Javaansche jon
gens, als gewoonlijk, ons een geurig kopje
koffie offreeren. Is dat geen vacantieweel-
de, zoo te kunnen reizen? De uren vliegen
om. We zouden ze willen vasthouden. Dan
komt de afscheidsavond, waarin we allen
bijeen zijn. De kapitein is in ons midden en
de heer Breebaart vertolkt onder daverend
applaus onze gevoelens van oprechten dank
aan kapitein Slof en z'n wakkere staf.
Spontaan zingen we den gezagvoerder toe,
die ontroerd de hem gebrachte hulde be
antwoord. Het is de eerste keer, dat de Rot-
terdamsche Lloyd in zee gaat met een ge
sloten gezelschap, als dat der N.C.R.V. De
kapitein spreekt met groote waardeering
over leiders en deelnemers, en roept hun
een „tot weerziens" toe.
Onder zang, voordracht en muziek wordt
onze afscheidsavond doorgebracht. Aan het
Typisch Noorsch kerkje uit de* 13de eeuw
Zaterdag 5 Aug. 1933. Op zee.
We zijn voor de Nieuwe Waterweg. Er
hangt wat mist en heel langzaam varen we
naar binnen. Onze koffers staan reeds in
de gangen. Met weemoed nemen we af
scheid van ons schip, waar we zulke onver
getelijke dagen hebben doorgebracht. De
N.C.R.V. moge voortgaan op deze we£. Va
ren en genieten onder onze eigen nationale
kleuren, dat zij ook voor 1934 het parool!
Voor het laatst dreunt de sirene, enw;e
liggen voor de Lloydkade. Van het sport-
dek klinkt gezang; de baby-club zet in, en
we zongen allen mee: de Sibajak, die gaat
nooit verloren. Nog een laatste handdruk
van Vrienden en bekenden, en daar tippe
len we reeds de loopplank af.
Een mooie, welgeslaagde reis ligt achter
ons. Onze dank stijgt op tot Hem, van Wieri
wij ook onze dagen van ontspanning moch
ten ontvangen, en Die ons nieuwe kracht
wilde schenken voor de levenstaak, die ons
weer wacht.
J. C. R.
HET VERGELIJK MET POLEN
(Van onze Duritedhe correspondent)
H Kan vebkeeren: twee maanden geloden
volgden wij ter plaatse de stormachtige
■enkiezangen voor den Dantziger voUkfidag.
ontdekten wij in de moderne haven vam
Gdiingen een Pooüsche vloot in mindatuuT
n toonde mea ons ze'lr, tn de haven dei
rijstad een Poolech oorlogsschip, stonden
dus Warschau en Dantzig met elkander op
voet van oorlog.
Sedertdien hehben ook hier de nationaal
socialisten de meerderheid behaald, we>rd
Dr Rausohning tot president van den se
naat benoemd en legde de nieuwe re gea
ring van den vrijstaat Dantzig een officieel
bezoek af te Warschau. Men noemt bet ver
drag, dat tussdhen bedde partijen in alle
stilte werd afgesloten „een verdrag van
goeden willle", dat wil zeggen: deze veèlom-
vattende overeenkomst kan het begin wor
den van een definitieve regeling, welke de
vraagstukken tot een oplossing brengt, die
ons nog kort geleden onoplosbaar toesche-
Ook al geloof ik niet, dat men in dezen
wederzijdsche liefde kan spreken, tocb
moet het begroet worden wanneer poli
tieke tegenstanders ernaar streven, elkan
der te benaderen en te respecteeren.
Het rampzalige verdrag van Versailles
was ook hier de voortdurende casu6 belli:
het bepaalde de relatieve zelfstandigheid
van den vrijstaat Dantzig, erkende de nood
zakelijkheid van den Pool ache n corridor,
stond aan Polen een vrije zóne toe in de
haven van Dantzig, liet het de havenwer
ken benutten, gaf het medezeggenschap in
het beheer van de Weichsel en van den
spoorweg en zorgde voor exterritoriaal ge
bied in de vrijstaat ten gunste van Polen.
Deze hardie bepalingen werden door de
Vol'kenhondsöta.tuten van 1920 vastgelegd
en iedere onbevooroordeelde bezoeker kan
voetstellen, hoezeer de eens zoo machtige
Hanzestad onder deze onverdiende diruk
heeft geleden. Als scheidsrechter fungeert
een door den Volkenbond benoemde com
missaris, in tweede instantie de Volken
bond zelf en alls deze de aanhangige kwes
tie niet tot een bevredigende oplossing kan
brengen, moet bet Internationaal Gerechts
hof in Den Haag praan te pas komen.
Het is begrijpelijk, dat deze bepalingen
voortdurend tot differenties hebben geleid
want Polen is een staat, welke over een
sterk leger beschikt en te Warschau voelde
men weinig voor de politieke zelfstandig
heid van Dantzig.
Toen men er in de eerste jaren niet in
slaagde, de sympathie der overwegend
Duitsche bevolking voor Polen te winnen,
begon men een half uur eporens verder, te
Gdiingen, met den aanleg van een nieuw
haven en hoopte men, hierdoor
OVER SPREEUWEN.
De spreeuw is niet een inlandsche vogel;
hij is veeleer cosmopoliet, een geboren
zwerver. Dat rustelooze scherpt zijn ver
stand, altijd weer moet hij zich aan andere
omstandigheden vlug aanpassen. Hij is een
snelle vlieger en houdt bijzonder van gezel
ligheid. Door die vlugheid van beweging
weten deze vogels elkander gauw te vinden
en ontdekken zij gauw geschikte verzamel
plaatsen. Een natuurliefhebber vertelt, hoe
bij een dorpje in het Munstersche land in
twee kleine dennenboschjes eiken avond
niet duizenden, maar honderdduizenden
spreeuwen kwamen overnachten; op eiken
boom zaten er wel een paar duizend. Voor
zij ter rust gingen, hielden zij een half uur
lang een soort vliegoefeningen; het was
een reienvlucht, van beneden gezien leek
het een kaleidoscoop, een reuzenwolk van
telkens wisselende donkerte, 's Morgens
gingen zij in kleine groepen er op uit naar
alle kanten om voedsel te zoeken; 's avonds
kwamen zij weer terug. Dat duurde een
hèele maand; op een goeden dag was de
bende in eens tot den laatsten spreeuw ver
dwenen.
Door zijn zwerfleven is de spreeuw een
vogel van opgewekt temperament, een vu
rige driftkop. Wel eens al te snel en te vu
rig. Dr. Ribbeek zqg, hoe een sperwer zich
op een troep spreeuwen stortte in de kroon
van een boom. In hun overhaaste vlucht
vlogen ze tegen een muur op; de waar
nemer vond aan den voet van den muur
45 doodelijk verwonde spreeuwen. Maar dit
is volgens hem, een uitzonderingsgeval.
Want het zijn slimmerds. In Bulgarije had
den zij een wijde kring gevormd om het
stukje land, dat het dichtst met sprink
haanlarven bedekt was. Met bestendig pik
ken dreven zij de insekten naar het mid
den; maar weinige ontsprongen den dan9.
in Turkestan worden zij daardoor vaak de
redders van een bedreigden oogst. Trouwe
echtvrienden zijn de spreeuwen niet; daar
door zijn er vaak onder hen twisten en
'vechterijen. De wijfjes zijn in zoo'n geval
nog ongemakkelijker dan de mannetjes;
laatstgenoemde worden vaak kort en goed
de deur uitgezet. Het wijfje heeft dan alleen
de zorg voor de huishouding, het voederen
van de jongen, en dat doet zij dan vaak
met zoo'n haast en drift, dat zij alles, wat
uit de buurt komt aangetippeld, mee laat
deelen van de hapjes.
Ook de spreeuw in onze streken is een
losbol; hij gaat wel eens op bezoek bij de
buren met minder nobel doel; maar in den
regel wijzen de wijfjes, die van strenger
levensopvatting zijn, hem de deur. Komt
dan de wettige echtgenoot ook nog op het
tooneel, dan is de vrede heelemaal weg en
krijgt de indringer het noodige. Maar dat
wettige mannetje is ook nog niet altijd ge
lukkig. Een spreeuw had een klein manke
ment opgeloopen aan een van zijn vleugels,
die daardoor wat sleeptë; bij het binnen
komen had hij wat aan het nest bescha
digd. Het wijfje nam dat hoog op en pikte
haar gemaal het nest uit; hij hoefde niet
meer terug te komen. De kinderschaar ii
het nest, nu enkel aan de zorgen van mama
overgelaten, leed honger. Om erger te voor
komen, haalde men het grimmige wijfje uit
het nest. De trouwe vader nam, zoodra hij
dat merkte, het werk over. Hij deed meer.
Op een dag bracht hij een nieuw moedertje
mee, die nu voor haar stiefkinderen net zoo
trouw zorgde, als waren het haar eigene.
De lezer ziet: er zijn ook spreeuwen
romans. De beruchte driehoekjes-verhouding
is mogelijk wel van de spreeuwen afgeke
ken; men had beter gedaan, ze daar maar
tie laten, daar is ze al erg genoeg.
Zoover is het echter niet gekomen.
De Volkenbond bleef een relatieve be
scherming, ook al wiet Polen zidh te Ge-
nève een vaste en invloedrijke plaate te
veroveren. Met den moed der wanhoop zet
te Dantzig zijn strijd om een aannemelijk
bestaan voort en judet, toen het zich geheel
aan zijn lot overgelaten waande, achtte de
naeuwe regeering het oogenblik voor di
recte onderhandelingen gekomen.
Het zou onjuist en onbillijk zijn, Dr
Rauschning alleen de eer van deze doortas
tendheid toe te kennen: ook de vroegere
regeering heeft beproefd, tot een vergelijk
te komen. Een Poolsche premier kwam
n>j.ar Dantzig, men hield vriendschappe
lijke redevoeringen, dronk met elkander
een stevig glas wijn, ging als beste maatjes
uiteenmaar tot daden is men nooit
gekomen en alles bleef bij het oude.
Dr Raudhnimg moest weliswaar toegf
it men dat verdrag in politieke kringen
als een tegemoetkoming van Dantzig ten
opr.lchite van Warschau beschouwt, maar
hij verklaarde tevens, dat zulk een pact van
historische beteekenis kan blijken voor de
politieke verhouding tusscihen den vrijstaat
De atmosfeer van wantrouwen was
beteekende ook een groot nadeed voor
andere staten, welke eertijds met deze
venstad in oommeroieele relatie stonden.
He nieuwe senaat hdedd het daarom vooi;
haar eerste plidht, een betere verhouding
tot stand te brengen en daar men zich na
de verkiezingen niet meer belemmerd voel
de door het parlement, koos men den di-
recten weg naar Waeohau.
Binnen enkele weken 'cwaan men tot eer.
bevredigend resu/ltaat, kon men onder meer
omtrent de exploitatie van de Dantziger
haven tot een vengedijk komen.
De Poolsdhe regeering heeft zich bereid
verklaard, a Lie maatregelen te treffen,
een achteruitgang van het ha ven verkeer,
voorzoover het om in- en uitvoer gaat, te
verhinderen. Zij zal voortaan Dantzig de
zelfde reobben toekennen als Gdiingen. Dant
alg heeft Polen enkele toezeggingen gedaan
ui Ihet edhoodweeen: de Poolsche minder
heid in Dantzig heeft volle vrijheid, parti-
cudiere scholen in te richten, maar deze
echoden staan onder toezicht ven
senaat.
De strijd over het geibruiik maken van de
Dantziger haven was op initiatief van den
vrijstaat terr behandeling voorgelegd aan
het internationaal gerechtshof in Den Haag
Wanneer men thans afstand doet ^n de
verdere behandeling, dan vadt hieruit af te
leiiden, dat de niieuwe regeering rekening
houdt met een vriendschappelijke regeling
van de aanhangige kwestie.
Zonder zijn haven kan Dantzig niet voort
bestaan en een persoonlijk bezoek aai
haven van Gdingen maakte mij duidelijk,
welk een gevaar hier van Poolsche zijde
dreigde. Deze steatshaven werd door de
regeeriing te Warschau met aüe middelen
eener eubventiepolitiiek productief gemaakt
ten nadeele van het vlakbij liggende Dant
zig. Het gervodg was, dat het aandeel van
Dantzig in <Jen hernial van Polen steeds
meer achteruit ging. Het laatste jaar be
droeg het aandeel van Dantzig nog
Éf nn' het aandeed ven Gdiingen stee
Aan deze concurrentie hotjpt men thans
door het verdrag een edhde te maken.
Berlijn, 17 Aiugusbus 1933
51.3% i
TEGEN COLIJN
AANGEKONDIGDE STRIJD
Over het kort aangebonden antwoord van
de Regeering op de onbeschaamde vragen
van den heer Roestam Effendi is >rDe Tri
bune" over stuur:
,j0.p de meest onbenullige vraagjes van
burgerlijke kamerleden wordt uitvoerig en
volkomen naar den vorm geantwoord, aan
een vertegenwoordiger van 5b millioen men
schen, die zuchten onder het juk van het
Hollandsche imperialisme acht Colijn het
niet eens noodig een antwoord te geven".
Géén antwoord? Wèl een antwoord; zegt
d e T ij d. Het was bondig en ondubbelzinnig
Op de vraag, of de regeering niet vindt, dat
door het beperken der vergaderreehten en
de arrestatie van Soekarno „de vrije mee-
nings-uiting nog meer onderdrukt wordt"
luidde het antwoord: néén. Op de vraag „of
de Regeering bereid is, de maatregelen der
Indische heerschers ongedaan te maken
Er is dus een antwoord en het is stellig.
Peyieckciandsche1and{iasta
1 DOOS 20 CT.-TUBE 55 EN 60 CT.
Radio Nieuws.
ZONDAG 20 AUGUSTUS
Wildervanki
Theol. Cand. Geref. Kerken. 1. Zingen Ps. 84
vs 1 en 6; 2. Gebed: 3. Schriftlezing Lu kas
19 vs. 110; 4. Zingen Ps 26 vs 1 tn 8:
Voorlezing van don tekst Lukas IS vs. 5 slot.
6. Lerste ged. der toespraak; 7. Zingen Ps. 31
vs 1 en 19; 8. Tweede ged. der toespraak; 9.
Gebed; 10. Zingen Ps. 130 vs. 3 en 4.
lUdenis; 5. Zingen Gez. 1 vs. 4; 6. Geoed; 7.
Zingen Gez. 4 vs 1 en 8; 8 achru'Vaing Jon.
6 is. 67—G9; 9. Voorlezing van den tekst; 10.
Ie ged. der prediking; 11. Zingen Ps 119 vs
Daarna tot 7.46 u. GewtJde muziek,
raven try (1554.4 M.) 8.20 nm. Korte dierst
(1634.9 M.) 3.?0
ondon Reg. (355.9 M.) 8 20 nm. Kerkdleret
uit de St. John's Wood Presbyteriaansche
MAANDAG 21 AUGUSTUS
Hulzen (296 M.) N.C.R.V. 8.00 Schriftlezing
8.15 Morgenconcert 10.30 Morgendienst dcor
Ds. A. C. Diederiks te Hilversum 11.00 Le
zen van Chr. lectuur 11.30 Viool 12.15
Gramofoon 12.30 Orgel 2.00 Zang
2.35 Spr. dhr. A. J. Herwig te Bussum 3.15
Gramofoon 4.00 Bijbellezing door Ds. H.
Th. van Munster, te Drachten 6.00 Zang
6.15 Concert 6.30 Vragenuurtje 7.15 Ned
Chr. Persbur. 7.30 Vragenuurtje 800
Zang 9.00 Spr. Dr. G. K. Schoep, te Den
Haag 9.30 Orgel 10.30 Vaz Diaz 10.40
ver sum (1875 M.) V.A.RA. 8 01 Urimo-
foon 10.15 Voordracht 10.30 Concert
11.45 Voordracht 12.01 Orkest 1.45 Gra
mofoon 2.00 Orgel 2.30 Zang 3.00 Oon
eert 4.00 Gramofoon 4.30 Voor de kin
doren 6.00 Orkest 6.45 Voordracht 6.00
Orkest 8.02 Vaz Dias 8.20 Concert 9 50
V.P.R.O. 10.00 Morgenwijding
kest 8.20 Gramofoon 9.20 Concert
(Fransch) (509.3 M.) 12.20 'Concert 1.20
Gramofoon 6.35 Zang 7.05 Gramofoon
8.20 Zang 8.35 Gramofoon 9.20 Concert
ia ven try (1554.4 M.) 13.20 Orgel LOS
Orkest 2.05 Gramofoon S.20 Concert
4.05 Orkest 5.05 Gramofoon 6.50 Orgel
7.20 Orkest 8 20 Concert 10.40 Gramo-
ihlandsender (1634.9 M.) 6.40
t 12.20 Gramofoon 2.20 Gramofoon
.angenberg f472.4 M.) 6.20 Concert
7.20 Concert 10.50 Mensch unvl Welt 12.20
ondon Reg. (355.0 M.) 12.20 Concert 1.30
1.20 Gramofoon 2.20 Orkest 8.20 Viool
10.20 Gramofoon
'arös (Radio Paris) (1724 M.) 8.05 Gramo
foon 12.20 Gramofoon 7 30 Gramofoon
8.20 Opera.
Duidelijker en heelemaal niet dubbelzinnig
zooals de antwoorden, welke regeering van
Moskou pleegt te geven, die zegt den wereld
vrede na te streven en de wereld-revolutie
voorbereidt; die in Genève ontwapeningsvoor
stellen indient en het grootste leger ter we
reld onderhoudt; die grootscheepsche resul
taten van het vijf-jarenplan publiceert en
de menschen honger laat lijden.
„Geeft Colijn een klinkend wederwoord*'
roept de woedende redactie op „De Tribune",
en kondigt weer eindelooss vergaderingen
aan tegen „de nieuwe terreurgolf in Indone
sië" en „den vertegenwoordiger der petro-
leum-belangen Colijn, een echten oud-zee
officier en koloniaal!"
Ze kunnen van dien „koloniaal" nog ple
zier beleven!
DAMES! WAAROM
nog langer loopen met snor en baard. Mevr. L. C. GIMBER heeft mij geheel
van mijn OVERTOLLIG HAAR afgeholpen en dank ik haar hiervoor hartelijk.
w.g. Mevr. Wed. ENTIUS, Verlengde Vijzelstraat 3, Hoorn
INRICHTING TOT VERWIJDERING VAN OVERTOLLIG HAAR MET
GARANTIE VAN NOOIT MEER TERUGKOMEN. Ook verwijdering van
rimpels, wratten, puisten, lidteekens, enz. Vele aanbevelingen van H.H. Doktoren
en behandelde Dames. 156 LAAN VAN MEERDERVOORT 156, Telefoon
No. 331841, DEN HAAG. Maison van vertrouwen, reeds 28 jaar gevestigd.
VERLAAGD TariefI Catalogus No. 36 gra tis en franco. Modernste, vlugge methode.
Cola di Rienzi, de groote Senator van
Rome in de 14e eeuw
Door Edw. BULWER LYTTON
(101
Het hagelde steenen op het harnas van
'den Senator, doch hij bleef nistig staan
Geen trek van zijn gelaat verried vrees. Hij
was zoo overtuigd van zijn wonderbare wel
sprekendheid, dat hij nog hoopte te overwin
nen, als men maar naar hem wilde luiste
ren; doch juist die bewustheid was nu zijn
ongeluk.
De krijgslieden van de baronnen stonden
hier en daar tusschen het volk, en hielpen
met hun wapens, doodelijkcr dan steenen;
werpspiesen en pijlen verduisterden
lucht, en nu'hoorde men een stern roepen:
„Ruimte voor de toortsen!" Rood in het zon
licht vlogen de toortsen over de hoofden der
menigte, als had de bol haar duivelen tus
schen het grauw losgelaten! En inderdaad,
welke duivelen kunnen erger zijn dan het
racende grauw? St.roo en hout en d raagt a-
!ren werden haastig opgestapeld tegen de
groote deuren-van het Kapitool, en spoedig
kronkelde de rook omhoog en dreef de aan
vallers terug.
Men zag Rienzi niet meer; een pijl had
zijn hand doorboord, de rechterhand die de
vlag van Rome droeg de rechterhand, die
aan de Republiek een grondwet had gege
ven. Hij ontweek den storm in do ledige
Hij zette zich neder. Tranen van
krijgsman, wanneer zijn eigen manschappen
hem" verlaten van een vriend des vader
lands, wanneer zijn landgenooten hun on
dergang tegemoet snellen van een vader,
als zijn kinderen tegen zijn liefde in opstand
komen zulke tranen sprongen hem uit de
oogen. Zij gaven hem verlichting, doch
brachten tevens een ommekeer te weeg in
zijn hart!
„Genoeg, genoeg," zeide hij, opeens oprij
zend en vol minaohtig de tranen wegve
gend; „ik heb genoeg gedaan, gewaagd en
gewerkt voor dit lafhartig en ontaard ge
slacht. Ik zal hum boosaardigheid nog teleur
stellen ik doe afstand van de gedachte
die zij zoo onwaardig zijn!"
1-Iij trolc zijn schitterende wapenrusting
uit; hij herwon zijn behendigheid, zijn vlug
heid, zijn sluwheid. Hij overlegde de moge
lijkheid van een vermomming van de
vlucht hij vei liet de zaal en begaf zich
naar de vertrekken .voor dienaren en onder-
i geschikien bestemd Daar vond hij een grof
werkpak en trok het aan; snel pakte hij
een en ander van de meubelen in een gor
dijn, en nam dit pak op zijn hoofd, alsof hij
ermede op de vlucht wilde gaan.
„Wanneer alle andere vrienden mij ver
laten, mag ik mijzelf ook wel begeven," zei
hij.
Imtussohen sloegen de vlammen hoog op;
de buitenste deur was reeds verteerd; uit
het vertrek dat hij verlaten had barstten
wolken rook het hout knetterde het
lood smolt met een slag vielen de open
slaande deuren de toegang was geopend
voor de menigte het trotsche Kapitool
der Caesars neigde ten val! Nu was het
oogenblik gekomen! hij stapte door de
vlammende deur, over den drempel, on
gedeerd kwam hij de buitendeuren uit
hij bevond zich te midden van den volks
hoop. „Daarbinnen is overvloed van buit!"
zeide hij tot de omstanders in den romein-
schen tongval, terwijl de vracht op zijn
hoofd zijn gelaat verborg. Het gepeupel
stormde hein voorbij hij stapte door
hij bereikte de trappen die hem op straat
zouden brengen hij was bij de laatste
poort vrijheid en leven lachten hem toe.
Een soldaat (een van zijn eigen man
schappen) hield hem tegen.
„Hier mag niemand door! Waar wilt gij
„Pas op, dat de Senator niet vermomd de
vlucht neemt!" riep een stem achter hem.
Het was Villani. De beschuttende vracht
werd hem van het hoofd gerukt. Daar stond
Rienzi voor iedereen zichtbaar.
„Ik ben de Senator", zei hij met luider
stem. „Wie durft den Vertegenwoordiger
Van het Volk aanranden?"
In een oogenblik was hij door het gepeu
pel omsingeld. Meer geduwd en gesleept
dan geleid, werd de Senator naar het Plein
van ucn Leeuw gebracht. De felle gloed der
vlammen wierp een spookachtig licht op
het grijze gedenkteeken, en deed liet gloeien,
alsof het zelf vuur W(is geweest!
Toen maakte het volk ruimte, ontzet door
de grootheid van het slachtoffer. Zwijgend
stond hij daar en keek om zich heen; noch
zijn armoedige kleeding, noch de angst van
het oogenblik, noch het grievende, dat hij
herkend was, kon de majesteit van zijn
houding verminderen, of den moed aanwak
keren der duizenden die zich om hem ver
drongen en hem aanstaarden. Het geheele
Kapitool was één vuurmassa, en wierp een
afschuwelijk schijnsel over de opeengepakte
menigte. Tot ver in de lange straten strekte
zich het vurige licht en het gedrang der
menschen uit, tot aan de glinsterende stan
daards der Colonna's der Orsini's der
Savelli's! De echte tirannen tro Rome
weer binnen!
Het geluid van hun hoorns en trompetten
saheen het gepeupel moed te geven. Rienzi
maakte zich gereed om to spreken, doch zijn
eerste woord was het teeken tot zijn dood.
„Sterf, tiran!" riep Cecco del Vecchio, den
Senator zijn dolk in de borst stootend.
„Sterf, beul van Montreal!" mompelde
Villani: „thans is mijn taak volbracht!" en
van zijn hand kwam de tweede stoot.
Toen hij zich oprichtte, en zag hoe een
werkman, in de dronkenschap van zijn
hartstocht, zijn muts in de hoogte wierp,
luide kreten uitte eu den gevallen leeuw
schopte, toen staarde de jonge man hem-vol
bittere verachting aan en zeide, den dolk
weer in de scheede bergende, en zich lang
zaam omkeerende om heen te gaan:
„Dwaas, ellendige dwaas, gij en al de
anderen hadt toch geen bloed van nabe
staanden te wreken!"
Zij sloegen geen acht op zijn woorden
zij zagen niet, dat hij zich verwijderde;
want toen Rienzi, zonder een enkel woord,
zonder een zuoht, ter aarde viel, toen dc
golven der menigte zich over hem sloten
toen klonk een gil, schel, scherp en wild
boven al het rumoer uit Voor een raam
van het paleis, het raam van haar bruids
vertrek, stond Nina! Slechts haar gelaat en
haar uitgestrekte armen waren zichtbaar
in de vlammen die haar omringden. Eer de
naklank van dien ontzettenden gil was weg
gestorven, stortte met donderend gekraak
de geheele vleugel van het Kapitool ineen,
en bleef er slechts een zwarte, smeulende
Op dat uur zag men een boot snel den
Tiber afdrijven. Rome lag in het verschiet,
maar de afschuwelijke gloed van den brand
wierp zijn weerschijn op de kalme, heldere
rivier. Onbeschrijfelijk schoon was 1 land
schap, schooner dan schilder of dichter het
konden maken, m< - het zonlicht dut trilde
op het najaarsgroen en de golfjes verguld-
Adriamo's blik was gericht op de torens
van het Kapitool, die hij door de vlammen
kon onderscheiden van de kerktorens en
koepeldaken eromheen; Irene lag bewuste
loos iu de armen van haar redder, en ont
waarde gelukkig niets van de gruwelen die
er plaats hadden.
„Zij durven het niet zij durven geen
haar van dat hoofd krenken", zeide de dap-
I>ere Colonna. .Als Rienzi valt, valt Rome's
vrijheid met hem. Evenals die torens, de
trots en het sieraad van Rome, boven de
vlammen uitsteken, zoo zal Rienzi zich ver
heffen boven de gevaren van dit oogenblik.
liet Kapitool zelf, dat daar ongedeerd staat
te midden van het verwoestende element, is
zijn zinnebeeld!"
Nauwelijks had hij deze woorden geuit,
of een dikke rookwolk verduisterde de
vlammen in de verte, een dof.e slag, door
den afstand .verflauwd, trof zijn oor, en het
volgende oogenblik waren de torens waar
naar hij staarde, verdwenen; een plotselin
ge, geweldige gloed scheen de geheele lucht
in vuur te zetten Rome zelf ten brand
stapel makend van den Laatsten der Ro-
meinsche Tribunen!