ÏÏffll RATTENPP onderzoek in DUITSCHLAND DINSDAG 15 AUGUSTUS 1933 TWEEDE BLAD PAG. 5 Kerknieuws. CHR. GEREF. KERK Tweetal: Te Arnhem, W. Byleveld Haarlem (C.) en S. van der Molen te Rotter dam (C.). GEREF. KERKEN B edankt: Voor Ee (by Dokkum), Th. Boersma te Hij laar d. AFSCHEID, BEVESTIGING, INTREDE Men schryft ons: Cand. S. D. L a n k h u y z e n, van Kam- pen, deed Zondag j.l. bij de Geref. Kerk van Zoutkamp, die een jaar vacant is geweest, in trede als predikant, na bevestiging door een zijner leermeesters, Prof. Dr. A. G. Honig, van Kampen, die een predikatie hield over Ezech. 3 17. Des namiddags hield de beves tigde een intreepredikatie over Psalm 119 4—6, sprekende over „het bewaren 'b Heeren geboden" en wel: 1. bevolen, 2. af gebeden, en 3. gezegend. Ds. Lankhuyzen werd daarna verwelkomd in onderscheiden toe spraken, gehouden door den heer A. Stout- meyer als voorzitter van den Kerkeraad; door Ds. U. Elgersma, namens de Kerk Ulrum. door Ds. G. Lugtigheid, namens die van Leens; door Ds. IC. Holwerda, namens die I van Houwerzijl en de Classis Warffum; er door den heer B. Volbeda, namens het perso- i neel der Chr. School. Cand. A. J. Stol te, van Hummele, werd Zondagmorgen j.l. bevestigd aln predi kant der Geref. Kerk van Gameren door Ds. K. Bakker, van Lutten a. d. Dedemsvaart, en deed des namiddags intrede met een predika tie over Coll. 4:3 en 4, sprekende over: de roeping tot en de behoefte aan het gebed der Gemeente, den inhoud dier voorbede met be trekking tot: a. den prediker en b. de Gemeen te. Na de predikatie werd Ds. Stolte toege sproken door Ds. H. M. Ploeger, van Culem- borg, namens de Classis Tiel, en door oud. P. Janse Azn., namens den Kerkeraad. Op ver zoek van laatstgenoemde zong de Gemeente Psalm 126 2 toe. Ds. N. BIJDEMAST Naar wy vernemen, is Ds. N. Bydemast, predikant der Chr. Geref. Gemeente te Bos koop, die wegens ziekte al geruimen tijd niet voor zijn Gemeente heeft kunnen optreden, thans inzooverre hersteld, dat hij eenigen tijd met vacantie ie gegaan en gehoopt wordt, dat hy nadien zijn ambtswerk, hetzij geheel hetzy gedeeltelijk, zal kunnen hervatten. PREEKEN BUITEN KERKVERBAND Gemeld wordt, dat Prof. G. Wisse, van Apeldoorn, thans te Batavia vertoevend, daar niet alleen een tijdrede gehouden heeft, maar ook op een Zondag in de Gereformeerde Kerk in den dienst des Woords is voorgegaan. CONFLICT IN DE KERK Te O u d-B eyerland is, naar men ons 1 Schrijft, reeds sinds eenige weken de tusschen- komst van de burgerlijke Overheid ingeroe pen, om bij eventueele onordelijkheden tijdens een godsdienstoefening in te grijpen. Zater dag j.l. moesten de deuren van het gebouw opengebroken worden om het bestuur der Ge meente (niet Kerkeraad) gelegenheid te ge ven er binnen te gaan voor het houden van een vergadering. Het betreft hier de Gemeente van Ds. van der Garde, die 100 leden telt, waarvan er 26 stemgerechtigd zyn. Zij is feitelijk zonder leeraar gekomen, daar Ds. van der Garae. de eenige predikant in de aan hem verbonden Gemeenten, lichamelijk niet meer tot de pre- diking in staat is. De Gemeente heeft een Be6tuur van 5 leden, waarvan 2 diaken zijn en 1 ouderling is. Deze eenige ouderling is voorzitter van het bestuur. Hy gaat des Zondags voor in den dienst en vraagt dan een gewoon lid een preek voor te lezen. Dit is echter niet naar den zin van het Bestuur en het grootste deel der Gemeente. Ook wil de ouderling niet medewerken aan een Bestuursvoorstel om over te gaan tot het be roepen van een predikant. Een en ander heeft geleid tot een botsing, zoodat, toen een lid der Gemeente door den ouderling uitgenoodigd werd om op een dagmorgen een preek voor te lezen en hel stoelte wilde beklimmen, door een bestuurslid werd bedreigd, en door andere leden werd ge roepen dat hy het niet moest doen, om erger te voorkomen. Verschillende aanwezigen heb ben toen het gebouw verlaten. De ouderling heeft nu de twee diakenen eigenmachtig afgezet. Het Bestuur had nu een vergadering belegd om een huishoudelijk reglement saam te stellen teneinde verdere botsingen te vooi'komen. De ouderling-voorzitter heeft niet alleen gewei gerd deze vergadering by te wonen, maar ooi hield hij het gebouw gesloten, zoodat Zaterdag j.l. tegen den tijd van aanvang der vergade ring op last van het Bestuur en in bijzijn van de Gemeente-politie de deur opengebroken moest worden. Het resultaat der vergadering is nog met bekend. KERKGEBOUWEN Te Apeldoorn zal voor de Ned. Her vormde Gemeente een kerkgebouw van scheiden omvang met bijbehoorende vergader zalen gebouwd worden aan de Aseelschestraat. KERKELIJKE ADMINISTRATIE EN ZEGELRECHT In aansluiting aan een vorig bericht wordt nog meegedeeld, dat Kerkelijke kwitanties bo ven f 10.voor betaling van vrijwillige bij dragen aan de Kerk wel vrij van zegelrecht zijn, doch niet kwitanties (natuurlijk ook boven f 10.voor de inning van plaatsen- gelden. Kwitanties voor vrijwillige bijdragen zijn vrij van zegel, omdat door die bijdragen geen enkel recht wordt verkregen. Maar kwitanties voor plaatsengeld zijn niet vrij, omdat dit „plaatsengeld" recht geeft op één of meer zit plaatsen in het kerkgebouw. LUTHERACADEMIE TE SONDERSHAUSEN III (Slot) (Speciale correspondentie) In de afgeloopen week werden door de deelnemers aan deze conferentie verschil lende uitstapjes gemaakt, o.a. naar Erfurt en Eisenach, welke plaatsen beide een be langrijke rol hebben gespeeld in het leven van Luther. In Erfurt werd een bezoek ge bracht aan het Augustinerklooster, waarin Luther als jongeman werd opgenomen en waar hij zijn eerste yjis bediende. Het be zoek dat wij brachten aan Eisenach, met haar schitterend gelegen Wartburg, zal ook niet licht vergeten worden. De godsdienst oefening, die de deelnemers bijwoonden in de bekende Lutherkamer, de plaats waai de groote hervormer een aanvang maakte met zijn bijbelvertaling, maakte op allen een diepen indruk. Ook werden wij nog ontvangen op het slot van den vorst van Stolberg, schilder- tig gelegen in het zuidelijk deel van de Harz, welk bezoek voor de Nederlanders interessant was, daar verschillende dingen deden herinneren aan de verwantschap die bestaat tusschen het geslacht Stolberg en ons Vorstenhuis. De tweede week van de conferentie was voornamelijk gewijt aan de bestudeering van het Nieuwe Testament. Prof. Dr. Olaf Moe van Oslo sprak over „Vernunft und Geist im Neuen Testament". Spreker zette de tegengestelde begrippen „noes" en „pneuma" nader uiteen. De tegen stelling bestaat in de Goddelijke en men- schelijke geest. Bij de behandeling van het philologische verschil tusschen beide woor den blijkt dat het woord „noes" verschillen de beteekenissen kan hebben (algemeen ver mogen om te verstaan, logos, geweten), ter wijl bij „pneuma" veel meer dan bij „noes" sprake is van geest, in de eerste plaats Gods geest, dan mensclielijke geest. Deze „pneuma" is het aanknoopingspunt voor den Heiligen Geest. De Nieuw-Testa- mentische schrijvers gebruiken „pneuma" in de zin van Heiligen Geest en hoewel sommigen dit bestrijden meent spreker aan de hand van drie bewijzen daar toch aan te moeten vasthouden. Vervolgens komt spreker tot de pbaeno- menologische behandeling van de verhou ding verstandgeest. Hoewel in de oudstu Christelijke gemeente de geest vaak het ver stand schijnt te overheerschen moeten we naast de pneumatische phaenomena de noetische niet venvaarloozen. De Heilige Geest deelt zich mede aan zondige mensohen die dan een nieuw, hei lig leven beginnen. Nooit is er sprake van vergoddelijking van den mensch, maar de mensch ontvangt nieuwe, goddelijke krach ten. Zulk een mensch is „en theoe". Het enthousiasme is dan ook 't meer karakteris tieke van den apostolischen tijd. Toch is dit slechts één zijde want aan den anderen kant Is deze tijd vol bezonnenheid en nuchter heid. Tenslotte stelt spreker de vraag: „Kan de Heilige Geest zich ook in noetische phae nomena openbaren? Het feit, dat de evan- gelieschrijvers zoo vaak wijzen op de histo riciteit der gebeurtenissen, moet niet alleen als apologetisch hulpmiddel opgevat wor den: de schrijvers dragen zoowel een pneu matische als noetische aard in zich. De „noes" is echter onderhevig aan de „pneu ma". Het verstand wordt vaak met „logos" geindentificeerd omdat de geest het ver stand wil voorzien van een diepcren inhoud. Voor echter God sprak, „zweefde de geest Gods over de wateren". De geest is potentia, het woord is actus. De geest wil het ver stand van den mensch niet uitschakelen, maar autonomie tot theonomie maken. Een pneumaticus in den zin van het Nieu we Testament is geen dvveeper maar een mensch die intellectueel en moreel door drongen is van Gods Geest. Prof. Dr. J. d e Z w a a n sprak in een drie tal lezingen over: „Het persoonlijk geloof bij Paulus." Spr. wees erop. dat er verschillende ge- loofstypen in de Bijbel te vinden zijn. Pau lus behoort tot dat type voor hetwelk ge loof een practische aangelegenheid is. Bij haar gaan geloof en daad altijd samen. Zoo was het na zijn bekeering, maar zoo was het ook toen hij nog Christus' gemeente ver volgde. Hij bestreed de Christenen niet In theorieën, maar practisch. De Helleensche religie is nooit zendings religie geweest daar het practische geloofs- type onhelleensch is. Paulus is eenerzijds de leidende, heerschende figuur, terwijl anderzijds het offer in zijn leven een groote rol speelt. Tegenover Christus voelt hij zien als de slaaf. Toch bezit Paulus geen slaven- natuur maar zijn heerscherschap moest ver anderen in gebondenheid aan God. Aan de hand van teksten uit de Filippen- zenbrief liet Prof. de Zwaan ons zien de be- teekenis die Jezus voor het persoonlijke ge loof van Paulus had. In dezen brief spreekt Paulus het spontaanst. Voor hem is Gods eer niet gelegen in Zijn alwijsheid of in Zijn ongenaakbaarheid maar in Zijn openba ring dat Hij Jezus heeft doen zien als de Al- heerscher. Deze Jezus, die hem gegrepen heeft om Zijn getuige te zijn, is het eenige wat Paulus zijn bezit noemen kan. Dat Jezus opgestaan en hem verschenen is be- teekent voor Paulus de komst van die andere goddelijke wereld en zijn geloof staat onwankelbaar omdat hij weet dat Christus Zijn begonnen werk niet laat va ren. Prof DrWobbermiti uit Gdssingen, hield een voordracht met als onderwerp- „Die anthropologische Linie in der theologie Lu thers und Schleiermachers". Spreker stelde de vraag of Luther^ wan neer hij zegt: „Ein Gott haben ist nichts anderes als Ihn von Herzen glauben und trouen", niet voert tot de rand van het illus- sionisme van Feuerbach, die alle theologie als verkapte anthropologic beschouwt. Luther stelt echter de subjectieve zijde tot criterium der objectieve zijde der verhou ding tot God en omgekeerd. Het qua en quae creditur staan in corre late verhouding tot elkaar; het sola fide is alleen goed te verstaan door het sola gratia. Vervolgens wijst Prof. Wobbermin op de analogie die er bestaat tusschen Luther en Schleiermacher wat betreft hun opvattingen over fides quae en qua creditur. Spreker meent, in tegenstelling met de opvattingen die Troeltsch, Scheler, de dialectici en Bult maan over de verhouding Luther—Schleier macher hebben, te moeten vaststellen, dat de laatste Luthers overtuiging voor het eerst in practijk heeft gebracht. Vervolgens wijst spr. er op dat het volslagen afhanke lijkheidsgevoel bij Schleiermacher van het gedeeltelijke afhankelijkheidsgevoel princi pieel qualitatief verschilt. Genade en geloof zijn correlaat-begrip pen, die in belangrijkheid alle andere vra gen van dogmatischen aard overtreffen. Deze zeer geslaagde conferentie werd Zaterdag gesloten met een godsdienstoefe ning in de Trinitatio-kirche, geleid door Prof. Dr. Pröhle van Budapest. Schoolnieuws. ONDERWIJZERSBENOEMINGEN Capelle o. d. IJssel (IJsselmondsche- laan, hoofd G. de Kruyk), G. van Linschoten te Rotterdam. Als kw. met akte. RUIME KEUZE Te Vriescheloo (Gr.) hebben voor de betrekking van kweekeling met akte (met kans op vaste aanstelling) aan de Chr. Nat. School aldaar 64 sollicitanten zich aange- OPHEFFING VAN OPENBARE SOHOLEN. Te Almelo werd in den Gemeenteraad het voorstel tot opheffing van de Openbare School aan den Rondweg door mevr. Leen- dertsz-Ladenius (soc.-dem.) bestreden, doch daarna aangenomen met 13 tegen 10 stem- In Dantumadeel heeft de Gemeen teraad zich bereid verklaard tot opheffing van de Openbare School te Noodkerk, wanneer omtrent de leerlingen een regeling met de gemeente Tietjerksteradeel is getrof fen. Voor opheffing van de Openbare School te Drieisum, werd een commissie van onder zoek benoemd. EXAMENS-NOTARIAAT DEN HAAG. 14 Aug. Gesl. voor deel II: de heer G W Frijling te Den Haag. STAATSEX.-TOELATING UNIVERSITEIT AMERSFOORT. 14 Aug. Gesl. voor dlpl. A: de dames E Herbert en H J Speek, en de hee ren J H Jongkees en A Stephan. Geal. voor dipl. B: de heer A M E Th Engers. EXAMENS-NIJVERHEIDSONDERWIJS DEN HAAG, 14 Aug. Akte NIV (aanteelce- ning): geëx. en afgewezen 1 cand. De exam jus zijn afgeloopen. EX.-LICHAMELIJKE OEFENING UTRECHT. 14 Aug. Akte M.O. Geëx. 8 cand. Teruggetrokken 1 cand. Ges^ mej. G B Rorije Haag. De EXAMENS-HOOGDUITSCHE TAAL. DEN HAAG. 14 Aug. Akte M.O. A. Gesl. mej. P. Teekens te Rotterdam. Afgewezen 3 cand. De examens zijn afgeloopen. ames J. Rossing te Rolde en A. Rijks te GroJ- DEN HAAG. 14 Aug. Geëx. 7 cand. Gesl. mej L M J Ruygrok te Leiden en de heeren H J M Irouwer, P W J Dijkmans. beiden te den Haag n P L A v d Zon te Stompwijk. Vernietig dit vie^e ongedierte met „UNIVERSAL". Het zekerste en beste middel. Universal is niet giftig voor huisdieren. Riskeer geen gevaar en weiger vergiftigde ratten- middelen. VOOR MUIZEN bö de fa. A W. v. d. BÓNGERS. UianjeVs H. TEN HERKEL. Hilvi HAARI-iEM, 14 Aug. Geëx. J. Ko. nan te Zaandam en de heeren J. v E^sen te Vestzaan en J. Stelling tc Wormerveer. ROERMOND. 14 Aug. Geëx. 8 cand. Gesl. de lames JAB Gooasens te Roermond. M J Hen- Iriks te Helden-Panningen. L M Hermans te H_C Ververgaert te Tegelen, cn de M Hoenselaar te Schiedam. L de terdam en J W P v Sohaardenburi berg ROTTERDAM. 14 Aug. Commi- 8 cand. Gesl. mej. J M Vroom te de heer J L Verhoeff te Alblasse UTRECHT. 14 Aug. Gesl. de dal preau te Amersfoort en G W Utrecht. De examens zijn afgeloopen. Va didaten hebben 11 zich teruggetn n: geëxi vie 50.81 pet. slaagde. ZWOLLE. 14 Aug^ Gesl. d Kooy te Deven' EXAMENS-FRANSCHE TAAL UTRECHT. Akte L.O. De examens zijn afge loopen. Ingeschreven waren 825 cand. Vóór het schriftelijk examen trokken zich terug 89 ca,nd 282 i 38 pot. EXAMENS-ENGELSCHE TAAL UTRECHT, 14 Aug. Akte LO. Gesl. de da- nes M E Bosman te Oudenbosch en J v d Mey- len te Rotterdam, en de heeren F B J Alink te Snschedé. O T Bergaoker te Asch (Gld.). J A - Bruggen te Oldenzaal. H J Bruns te Haar- J Gruppelas Leeuwarden. J E 1 fold te Amsterdam, J v Eijk te ijsselst C H v d Grint te Brt»da, M G Houben te rade E E Mom' •■■--- Nijmegen. J^C ^Belsenhex Boer te Zwijndrecht, C de (Z W Grol' - Vlaardingen. K E Könlg Meuleman te Deventer. J J M Schm tard en L. Spoon te Bellen BruinZete'" Kapell« iborg. J H Kern t< Gemengd Nieuws LANGS DEN TREIN De chocolade-jongen kwam langs den trein, 'n Heer vraagt een sinaasappel, weigert een appel en wyst een anderen a*n. Meneer geeft den gevraagden prijs, 'n dub beltje. Onder het dichtslaan van de deur hoort men den jongen zeggen: „Veel praatjes, maar geen fooitje". Dat was hij kan het misschien nog lee- ren geen goede verkooper en dat bleek hem zelf reeds minuut later, toen 'n andere heer in dezelfde coupé naar 'n reep chocolade vroeg. Toen kreeg hij ook geen fooitje, alleen om wat minuut gepasseerd was. Dan was die andere jongen er beter achter. Die antwoordde direct op de vraag of h(j goede sinaasappelen had: „Meneer, komt u hier meer langs? Neemt u er dan gerust een zonder te betalen. Morgen krijg ik dan ROFFELRIJMEN. Zet je petj'e Als ik naar de meisjes kijk, ('k Mag soms wel es even!) En ik zie haar mutsjes op Hare haren zweven, Denk ik altijd aan het lied Dat 'k als kleine jongen Met vervroegde mannenmoed Dikwijls heb gezongen: Zet je petje maar op één oor! 't Zeemansleven heeft veel voor! Als ik naar de schoenen kijk Die de meisjes dragen En de afgezakte kous Waar ze het mee wagen, Denk ik altijd aan het lied Dat 'k als kleine jongen Met vervroegde mannenmoed Dikwijls heb gezongen: Zet je petje maar op één oor! 't Zeemansleven heeft veel voor Als ik naar de kleeding kijk: Alles bloot of blooter, En ik zie het sproetenveld Groeien, al maar grooter, Denk ik altijd aan het lied -)-• Dat 'k als kleine jongen Met vervroegde mannenmoed Dikwijls heb gezongen: Zet je petje maar op één oor! 't Zeemansleven heeft veel voor! Als ik op het taaltje let Dat de meisjes spreken En ik hoor de knallende Knoopen niet ontbreken, Denk ik altijd aan het lied Dat 'k als kleine jongen Met vervroegde mannenmoed Dikwijls heb gezongen: Zet je petje maar op één oor! 't Zeemansleven heeft veel voor! (Nadruk verbodenLEO LEN het geld wel met een compliment vo»r de raad geving". Die jongen verkocht, kreeg geld en een De derde was nog slimmer. De meneer vroeg 'n sinaasappel en de jongen, net doende of hy niet gehoord had, gaf er twee aan, met de opmerking: „Hebt u er werkelyk genoeg, meneer? ze zyn buitengewoon". De meneer nam er twee. dfo- - De Roomsch-katholieken in het nieuwe Duitschland XXV '(H.D.) Wanneer wij thans een blik gaan werpen op de Kerkelijke vraagstukken, waarvoor Duitschland zich geplaatst ziet, mogen wij beginnen met de positie der roomsch-katholieken. Uit den aard der zaak zal dit minder ruimte vragen, dan voor de beschouwing der protestantsche aangelegenheid vereischt is. Duitschland telt ongeveer twintig milliocn roomsch-katholiek ingeschrevenen tegen twee en veertig millioen protestanten van onderscheiden schakeering. Iets minder dan zeshonderdduizend joden en twaalfhonderdduizend zonder godsdienst. Dit laatste cijfer is zeer klein, vergeleken met Nederland. In Amsterdam belijdt 35 dus ruim één derde der bevolking, geen enkelen godsdienst. De groote stad is helaas vaak het graf yoor Kerk en godsdienst. In Duitschland is dit cijfer zoo laag, omdat bijna ieder, geloovig of niet, bij een Kerk staat ingeschre ven. Zóó is het ook te verklaren, dat zoo ontzaglijk veel kerk leden slechts op papier „aan godsdienst doen". De politieke invloed der katholieken is gedurende een periode ha den oorlog zeer sterk geweest, doch deze is sterk gedaald, cn tegelijk is de invloedssfeer van de Kerk als zoodanig ook ingeschrompeld. Ofschoon het Centrum, de politieke partij 'der katholieken, zich niet een kerkelijke partij noemde, was het verband tusschen beide toch altijd zeer innig. Vaak hadden geestelijken, als Dr. Brüning en Msgr. Kaas de leiding in den Rijksdag. Wij gelooven, dat de gang der politiek, het daadwerkelijk deelnemen van katholieken aan de regeering, en het spelen van een zeer sterke rol in de politiek, de positie der Kerk in het volksleven niet heeft versterkt. Het is zoo vaak voorgesteld in onze bladen, als zou het Centrum in Duitschland tot het laatst toe zijn sterke machts positie hebben ingenomen. Men vergeleek de cijfers der laatste paar verkiezingen, en kwam dan tot deze conclusie. Ook dan zelfs was het niet juist, want elke percent daling kwam toch reeds overeen met een verlies van vele tienduizenden kiezers. Om goede vergelijking te treffen moet men een langeren tijdsduur nemen. In 1890, bij het einde van Bismarck's kuituur- kamp tegen het roomsch-katholicisme verkreeg het Centrum bij de verkiezing voor den Rijksdag 110 van de 397 zetels, of bijna 28 der stemmen. Dit is het hoogtepunt geweest. Het bleef niet zoo heel ver af van het percentage der katholieken in het geheele Rijk. Men zou hier de les uit kunnen trekken, dat Verdrukking van de Kerk soms voor het beginsel de beste vruchten I oplevert Is de Kerk tot macht en tot aanzien gekomen, dan gaat dit vaak gepaard met verwijdering van het volk. In 1919, de eerste verkiezing na de vrede te Versailles, haalde het Centrum, samen met de zusterpartij in Beieren, 20 der I uitgebrachte stemmen. De eerste groote inzinking vertoonde zich. Hierbij mag niet vergeten worden, dat de gedeelten van |het Rijk, welke Duitschland moest afstaan aan Frankrijk en [Polen veel katholieke bewoners telde. Doch vooral begon de sociaal-democratie groote getallen katholieke arbeiders los to Weeken van het Centrum. De inzinking zou nog veel verder voort gaan. Bij de laatste verkiezing, in Maart 1933, kwam 13.9 der kiezers op voor de katholieke partij-formatie. En waarschijnlijk behoorden hiertoe nog vele liberalen, die in den wirwar der laatste maanden alléén in Dr. Brüning nog vertrouwen meenden te kunnen stellen. Ook heel wat joden moeten het Centrum om deze reden gesteund hebben. De cijfers toonen aan, dat vèèl minder dan de helft der Duitsche katholieken het nog hadden opgenomen voor een eigen partij. Hoe is dit nu zoo geloopen en zit hier voor de Roomsch- katholieke Kerk eenige leering in? Naar onze meening heeft het jarenlang samen werken met de sociaal-democraten en met ds vrij zinnige groepen voor een niet gering deel geleid tot de inzinking der eigen part ij en tot de overwinning van Hitier. Wat in ons land als de uiterste noodzaak wordt voorgesteld, verkreeg in Duitschland burgerrecht. Zelfs een bekwaam politicus als Brüning kon den snellen afloop niet .verhinderen. De Roomsche geestelijkheid en ook de Roomsche publicisten hadden jaar en dag het marxisme voorgesteld als een schepping uit anti-christelijken geest. Het samengaan in de Regeering van Roomsch en Rood hebben vele katholieken toen nooit goed kunnen vatten. Is het nu de Kerk te doen om politiek gewin of om de beginselen, werd gevraagd. Millioenen in naam katholieke arbeiders zijn om deze reden overgeloopen naar sociaal-democratie en naar communisme. En niet-arbeiders ver kozen andere politieke partijen. Ook de Christelijke vakbeweging, welke voor meer dan Vier vijfde deel uit katholieken bestond, heeft ingeboet aan innerlijke kracht door dit samengaan. De klassenstrijd moet inderdaad bekampt worden, óf hij is onder bepaalde omstandigheden aan vaardbaar, redeneerden velen, en yoor zich trokken zij dan consequent de lijnen door. Op een onbarmhartige wijze heeft Hitier dit samengaan gewraakt. Men zegt wel eens, dat de levensloop van Hitier en die van Mussolini wat den aanvang van hun optreden betreft, veel met elkaar gemeen hebben. Dit is niet zoo. Mussolini is sociaal-democraat geweest, en is daarna omgekeerd op zijn weg. Hitler is van jongs af tegenstander geweest van het marxisme en van de klassenstrijdleer, welke hij wilde uitroeien uit het Duitsche Rijk. 't Is te begrijpen, hoe Hitier, zelf katholiek zijnde, de samenwerking van Roomsch en Rood heeft gegeeseld. Groote ge tallen katholieken slo ten zich aan bij de nationaal-socialisten. De Katholieke Kerk, welke haar houding tegenover 't marxisme had vastgesteld, moest bespeuren hoe door het politiek optrekken van Centrum met sociaal democraten, deze uit spraak voor menigeen haar kracht had ver loren. De Kerk kon het nationaal-socialisme ook niet onopgemerkt voorbijgaan. In het nieuwe program en vooral in de schrift uren der vooraan staande leiders kwamen uitspraken voor, welke getoetst moesten worden aan de leer der Kerk. In Februari 1931 kwamen de acht bisschoppen uit Beieren tot een veroordeeling van het nationaal-socialisme. In deze verklaring heette het, dat de nieuwe beweging dwalingen verkondigde, leerpunten van het katholieke geloof afwees, en in de plaats van het Christelija geloof een nieuwe wereldbeschouwing wilde plaatsen. Toen kon het niet anders, of nog iets anders moest volgen. De verantwoordelijke leiders der partij mochten niet meer toe gelaten worden tot de Sacramenten en kerkelijke begrafenis zou hun geweigerd moeten worden. Deze uitspraak sloeg dan vooral op punt 24 van Hitiers program, waarin de vrijheid wordt gewaarborgd van alle gods dienstige belijdenissen, zoover zij het bestaan van den Staat niet in gevaar brengen of niet in strijd komen met het zedelijk heids- en moraalgevoel van het Germaansche ras. De bisschop pen meenden, dat de christelijke leer nooit getoetst mocht worden aan rasvragen. Van de zijde der katholieke natiJnaal-socialisten werd met kracht opgekomen tegen deze bisschoppelijke uitspraak. Het nationaal-socialisme laat het katholieke geloof onaangetast, het wil zelfs zijn bodem stevigen. Geeft deze ééne zin uit punt 24 aanleiding tot twijfel, dan hadden de bisschoppen toch de tweede zin van dit punt in aanmerking moeten nemen. Deze zin luidt: „De partij als zoodanig staat op het standpunt van het positief christendom, zonder zich vast te leggen aan een bepaalde belijdenis". Dus, zoo redeneeren Prof. Stark en Edgar von Schmidt-Pauli, deze laatste schrijver vertegenwoordigde pas Duitschland op het P. E. N.-congres te Duvornik, en verliet toen onder protest de vergadering dan volgt hier logisch uit, dat de eerste zin niet kan slaan op het christendom, maar op andere religies. Hitier zelf heeft toen als volgt verklaard: „Voor den Leider zijn godsdienstige leeringen en regelen altijd onaantastbaar; anders zou hij niet politicus zijn geworden, doch reformator, wanneer hij hiervoor de gaven had". Den katholieken geestelijken werd verboden samen te werken met de Hitler-beweging. De tegenstelling spitste zich steeds meer toe. De aanhang van Hitier uit katholieke kringen werd steeds grooter, en tegelijk vergrootte de kloof zich tusschen deze nationaal-socialisten en hun geestelijken. Na 1930 volgden de verkiezingen elkaar in snel tempo op, waarbij ieder maal een nieuwe bres werd geslagen in het Centrum. Begin 1933 bracht Hitier aan de regeering. Bij de laatste verkiezing bleek het, dat de katholieken vanaf 191'j, het begin van het Tweede Rijk, met ruim 30 waren achteruitgegaan. Bij het nauwe verband tusschen Kerk en politieke partij beteekent dit een geweldige verzwakking van de posiitie der Kerk. In de groote Rijksdagrede van 23 Maart 1933 zeide Hitier namens de nieuwe regeering, dat deze in de beide Christelijke godsdiensten belangrijke factoren ziet voor het behoud van het volk. Wat de verhouding tot den Paus betreft, wilde de regee- nng groote waarde hechten aan een vriendschappelijke ver houding met den Heiligen Stoel. i Het was duidelijk, dat nu een nieuwe verklaring van de bisschoppen viel te vernachten. Op de 28 Maart gehouden Fuldauer-conferentie werden de verbodsbepalingen tegen de katholieke nationaal-socialisten ingetrokken. De bezwaren uit godsdienstig oogpunt tegen het program van Hitier bleven natuurlijk bestaan. Spoedig zou blijken, dat Hitier, althans wat betreft de ver- steviging zijner positie in Duitschland zelf, over groote politieke gaven beschikt. Bismarck heeft jarenlang in strijd geleefd met de Katholieke Kerk en haar juist daardoor in kracht doen toenemen, en tegelijk zijn eigen positie verzwakt. Hitier heeft met de snelheid, welke al zijne daden tot dusver kenmerkt, VON PAPEN. Hoewel roomsch- katholiek, qinq hij niet accoord met de politiek van het Centrum. De komst van Hitler i* voor een deel door hem bewerkt het katholieke Vraag stuk opgelost, althans voor den eersten tijd. De vice-kanselier Von Papen, wien de vroe gere katholieke politici alles behalve dankbaar zijn voor zijn weg bereiding ten behoeve van Hitier, werd naar Rome gezonden voor de afsluiting van een concordaat met den Paus. Dit is gelukt. De bepalingen van het :oncordaat wekken over het algemeen de bevre diging op der katholie ken. Tegemoet is geko men aan eenige wen- schen der Duitsche regeering om de Duit sche nationaliteit van kerkelijke hoogwaar digheidsbekleders vast te stellen, maar het kenmerk van Nati onale Kerk van Duitsch land te zijn, is niet verplichtend gesteld. Maar wel weer, dat' gees tel ij ken niet aan poli tiek mogen doen. Zij behooren zich aan de geestelijke taak te wijden. Dit concordaat nu heeft de positie van Hitier onder de katholieken ongemeen versterkt. En in t algemeen do fascisti sche neigingen bij katholieken, ook over de Duitsche grens voedsel geschonken. Eerst is Mussolini erin geslaagd den jaren- langen twist tusschen het officieele Italië en den Paus tot een goed eind te brengen. En thans volgt het nationaal-socialistischq Duitschland met een aanvaardbaar concordaat. Dat de geestelijken niet meer aan politiek mogen doen, vindf men, gezien de ontwikkeling der dingen in Duitschland, onder katholieken zelf, zoo bleek ons, lang niet slecht Natuurlijk zijn er, die met heimwee terugzien op de periode van den knappen Brüning, waarbij de katholieken zulk een groote rol speelden, en dan qua katholieken. Maar in 't algemeen schijnt wel de opvatting te heerschen, dat de Kerk te veel in het brandpunt van de politiek heeft gestaan, en daardoor van haar geestelijke kracht heeft ingeboet. Sociaal-democraten en communisten hebben mil- lioenen weggehaald uit de sfeer der Kerk. Vooral niet minder dan de Protestantsche Kerk trok de Katholieke nog in meerder heid vrouwen, en was het contingent meelevende mannen kleiner geworden. Er is nog veel onwennigheid. Maar toch is de hoop levendig, zoo blijkt uit de katholieke wereldlijke en kerkelijke pers, dat de Kerk weer aan invloed op het volk zal winnen. De Kerk zal nu haar dienaren niet meer aan de politiek mogen doen, welke het Duitsche volk de laatste jaren zoo gruwelijk heeft verdeeld beter kannen letten op verschijnselen, welke ingaan tegen dó diepste levensopvattingen, en welke soort verschijnselen in een wereld van mensehen altijd voorkomen, cn zeker ook, misschien juist daar zoo gemakkelijk, in een machtsstaat, Intusschen is, wat de katholieken in Duitschland de laatste vijftien jaar meemaakten, en dan nu bedoeld als leden der Katholieke Kerk, van groote leering ook voor niet-katholieken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1933 | | pagina 5