BINNENLAND.
Radio Nieuws.
MAANDAG 14 AUGUSTUS 1933
Achter de Spittelmarkt
Een Hollander, die de eerste
Brandenburgsche admiraal was
TEN ONDERGANG GEDOEMDE
GEDEELTEN VAN OUD-BERLIJN
(Van onzen Duitschen correspondent.)
In de Oberwall strasse 6 liggen eenige ont
werpen tentoongesteld, welke door verschil
lende architecten zijn ingezonden voor de
uitbreidingsplannen der Duitsche Rijks
bank. Begin Augustus zal het directorium
definitief vaststellen, wiens voorstellen in
dezen voor doelmatig worden gehouden en
dan kan begonnen worden met het neer
halen van een huizencomplex, dat totdusvei
in de geschiedenis van Oud-Berlijn een voor
name plaats innam. Menigeen, die met zijn
hart is blijven hangen aan de geschiedenis
zijner stad onder deskundige leiding wor
den geregeld wandelingen door de vergeten
hoekjes der wereldstad ondernomen zal
nog gauw een laatste bezoek gaan brengen
aan Raules Hof en de Spandauer Citadel,
om niet zonder weemoed afscheid te nemen
van de slopjes en krotten, die volgens een
oude kroniek „viel Müh' und Aergerlichkeit
aan hen hebben bereid, die hier ruim twee
eeuwen geleden hebben gewoond.
Met het verdwijnen van Raule's Hol
wordt plotseling de naam van Benjamin
Raule weer actueel, een naam, die al even
vergeten was als' het smalle slop tusschen
de Oude Leipziger Strasse en de veelhoe
kige Adler Strasse. Benjamin Raule was de
eerste Keur-Brandenburgsche admiraal, een
origineele verschijning, half avonturier, half
eerzaam koopman, half piraat, half admi
raal maar niettemin tientallen jaren ach
tereen onderdaan en trouw vriend van den
Grooten Keurvorst.
Als vluchteling was Raule aan het Bran
denburgsche Hof verschenen, want door de
Staten-Generaal der Nederlanden werd hij
achtervolgd, daar hij Frederik Willem in
den strijd tegen Zweden had geholpen. Hij
was geboortig uit Middelburg, toen reeds de
hoofdstad van de welvarende provincie Zee
land. Hij hoorde vertellen van de moeilijke
situatie, waarin de Keurvorst zich bevond
en hij voelde zich geroepen, den man ter
zijde te staan, die Nederland in den strijd
tegen Frankrijk had geholpen. Door den
Brandenburgschen gezant deed Raule den
Keurvorst het voorstel, met twintig schepen
achter de Zweden aan te zeilen. De bezwa
ren, welke deze aanvankelijk tegen dit avon
tuurlijk voorstel koesterde, werden door den
ouden Derfflinger overwonnen en zoodoen
de hadden de handelsvloten van Frankrijk
en Zweden in de eerstvolgende maanden
heel wat last van den moedigen en onder-
nemenden Hollander Raule.
Op bevel van de toenmalige Nederland-
sche regeering werden Raule de door hem
gekaapte schepen weer ontnomen, zoodat hij
in moeilijkheden geraakte en zijn toevlucht
moest zoeken bij zijn lastgever. Deze gaf
hem uit erkentelijkheid voor bewezen dien
sten een aanwijzing op Nederlandsche sub
sidiegelden en benoemde hem uit erkente
lijkheid voor zijn goede kwaliteiten tot
Keurvorstelijken Raad. Nu waagde Raule
het, naar Middelburg als reeder terug te
keeren, maar hier werd hij gevangen gehou
den in zijn eigen woning, totdat de Keur
vorst hem bevrijdde en een nieuw verdrag
over drie jaar met hem afsloot. Onder den
Brandenburgschen rooden adelaar comman
deerde Raule een viertal volwaardige oor
logsschepen, welke men van de admiraliteit
te Amsterdam had overgenomen. Raule
wierf in Nederland een geschikte beman
ning aan en een tweede campagne werd be
gonnen. Meerdere mislukkingen met deze
vloot konden den vooruitstrevenden Keur
vorst niet weerhouden, zijn aanspraak op de
zeemacht door te zetten. Zelfs ernstige ver
dachtmakingen van den Brandenburgschen
gezant in de Nederlanden waren niet bij
machte, de vriendschappelijke verhouding
met Raule te schokken. Deze moest naar
Berlijn komen, om zich te rechtvaardigen en
dit lukte hem zoo uitstekend, dat hij als
welgesteld directeur der marine naar Hol
land terugkeerde.
Nu begon men echter bij de Staten-Gene
raal bezwaar te opperen tegen de zich steeds
meer uitbreidende zeemacht van Branden
burg. Men wilde den Keurvorst raken door
zijn besten medewerker, Raule, onschadelijk
te maken. Opnieuw gingen diens schuld-
eischers hem te lijf en Raule moest met
vrouw en dochter ons land hals over kop
verlaten, om in Kleef zijn toevlucht te zoe
ken. Onder zijn leiding liep de vloot van
den Keurvorst uit naar de Oostzee en met
begrijpelijken trots commandeerde Raule de
„Keurvorst van Brandenburg", „Cleve",
„Potsdam", „Berlin", „Koning van Spanje"
en ,/Bracke".
Met Raule's hulp wist de Keurvorst zijn
plannen door te zetten en 1678 beschikte hij
officieel over zijn eigen vloot. Zij lag in
Stralsund en in Kolberg, waar Raule als
Eerste Directeur der Brandenburgsche Ma
rine zich vestigde. Maar zoo'n vloot kost
heel wat geld en in Potsdam beraadslaagde
Raule herhaaldelijk met den Keurvorst,
\yaar men de benoodigde daalders vandaan
moest halen voor het onderhoud van sche
pen en bemanning. Als Hollandsche Han
seaat gingen zijn gedachten uit naar over
zee-handel. In Kolberg schonk de Keurvorst
hern een eigen huis en van hieruit liepen
weldra de draden zijner marine- en han
delspolitiek naar alle kanten.
Zijn vijanden lieten hem niet met rust en
telkens werd beproefd, zijn positie in Bran
denburg te schokken.
Om vooral in de nabijheid van den Keur
vorst te blijven en de uitgebreide plannen
van Frederik Willem te kunnen volgen, ver
huisde Raule met zijn gezin naar Berlijn.
Als eerste onderneming kwam een handels
expeditie naar Guinea aan de westelijke
kust van Afrika tot stand. Voor de eerste
maal waaide de Brandenburgsche Adelaar
op den oceaan; met drie negeraanvoerders
had men reeds een verdrag aan de goud
kust gesloten.
Twee speciale munten werden voor deze
eerste Afrikaansche expeditie geslagen. Zij
dragen als jaartal 1681. De eene munt toont
aan de voorkant het beeld van den Keur
vorst en aan de achterzijde de schepen in
volle vaart. De andere munt toont even
eens de schepen en een neger, die een met
goud gevulde schelp geknield aanbiedt. Het
volgende jaar vormde men de Afrikaan-
Handelscompagnie te Emden in Oost-Fries
land. Een volgende reis werd ondernomen
onder de leiding van majoor Otto Frederik
von der Groeben, die het fort Groot-Frede-
riksburcht te Guinea stichtte en met schat
ten huiswaarts keerde.
Raule had zichzelf inmiddels op een stuk
grond, dat hem door den Keurvorst was
aangewezen, te Berlijn een eigen huis la
ten bouwen en het is deze bezienswaardig
heid van Oud-Berlijn, Raule's Hof, welke
thans tegen den grond wordt gehaald. Bo
vendien bezat hij nog een goed te Rosen-
felde, thans Friedrichsfelde, in het oosten
van Berlijn en daar mocht hij menigmaal
den Keurvorst op bezoek verwachten. Toen
deze in 1688 stierf, was het met Raules
glanstijd gedaan.
Diens opvolger, Frederik III, later de
eerste koning van Pruisen, scheen aanvan
kelijk voor de koloniale politiek zijns va
ders wel iets te voelen, maar toen het door
hem verwachtte succes uitbleef, werd de
positie van Raule steeds slechter. Een bevel
tot hechtenis werd door hem onderteekend
en Raule werd naar Spandau getranspor
teerd, waar hij drie en een half jaar ver
bleef. Toen hij in vrijheid gelaten werd
was hij zonder vermogen en als gebroken
man vluchtte hij naar Emden, waar hij in
armoede leefde. Hij stierf in 1707 te Ham
burg als een vergeten man. Maar de ge
schiedenis heeft hem niet vergeten en als
de eerste Brandenburgsche admiraal leeft
deze Hollander in onze herinnering op, nu
men achter de Spittelmarkt Raule's Hof
gaat neerhalen.
Er zijn trouwens in dit ten ondergang ge
doemde gedeelte van Oud-Berlijn nog ande
re huizen, welke aan den toenmaligen Ne-
derlandschen architect Memhard herinne
ren, die op bevel van den Grooten Keur
vorst tot burgemeester werd benoemd. De
fraaie Hollandsche gevel in de Holzgarten
strasse 8 valt onder de later gebouwde sina
kelooze huizen op als een aangename uit
zondering; het dateert van 1669 en is op
een na het oudste burgerhuis van Berlijn.
Hier hamerde de hofgoudsmid Telga waar
devol werk voor de latere musea.
Wat verderop, Adler strasse 7, woonde
Duhan de Jandun, de boven allen beminde
leeraar van Frederik den Groote en hier
kwam de koning na den Silezischen oorlog
voorgereden, om aan het sterfbed van zijn
vriend te vertoeven. Alte Leipziger Strasse
1 woonde Lessing, die door de bevolking
van Berlijn gehaat en veracht werd. Un
terwasser strasse 7 woonde Jahn, die als
eerste de sport inleidde ter bevordering van
de lichamelijke ontwikkeling en gezond
heid. Hier rees een eeuw geleden de eerste
reclame-zuil uit den grond op initiatief
van den drukkerij bezitter Litfass en welke
Berlijner weet thans nog, waarom men
eigenlijk altijd over „Litfasszuilen" spreekt?
Al deze historische huizen, de meeste al
leegstaand, wachten op hun beul en de
Duitsche Rijksbank schijnt te voelen, dat
hier nog wat gedaan moet worden, om al
thans de historische herinnering te hand
haven: Peter Paul Müller, een bekend
beeldhouwer uit Pankow, moet op haar
initiatief een plastiek van dit stadsgedeelte
vervaardigen, zoodat latere geslachten kun
nen ervaren, hoe 't eenmaal achter de Spitr
telmarkt is toegegaan!
Nationaal Huldigingsdefile
te Amsterdam
EEN UITVOERIG PROGRAMMA
Werkt allen mee aan het welslagen
van dezen veelbelovenden dag!
Ten vervolge op on®e mededeelringen in
het blad van Zaterdag wlen wij nog eerui
ge besdhiouwrimgen wijden aan hetgeen op
Zaterdag 9 September dn de hoofd&tad zal
Wie worden verwacht?
Alle Oranjegezinde Nederlanders, drie dien
(jag maar even kunnen vrijmaken! De Za
terdag is gekozen omdat düe voor verreweg
de meeste landgenooten het meest geschikt
is; ook komt een drukke Zaterdagavond
met laat sluitingsuur van winkels den mid
denstand ten goede. Intusschen zal worden
zong gedragen, dat ieder deelnemer dien
dag tijdig zijn woonplaats kan bereiken en
de Zondag alzoo ongerept blijft.
In de eerste plaats worden voor het défilé
verwacht iedlen van alle Oranjegezinde or
ganisaties en corporaties. Men kan evenwel
ook groepen vormen voor deze gelegenheid i
met een bepaald correspondentieadres. Dit
laatste i6 dus de gelegenheid voor de enkele
personen. Geen deputaties dus, maar een
zoo groot mogelijk aantal leden.
Voorts is er die tweede groep van perso
nen, drie in Ihet Stadion het défilé wiüllen
gadeslaan. Uirtteraerd staat de geilegenlheid
hiertoe voor ieder open. De prijzen der
plaatsen zijn zeer billijk gesteld, zoodat
nagenoeg ieder zich van plaatsen zal kun
nen voorzien.
In overleg met de Commissie van Advies
en het Uitvoerend Comité is besloten, dat
geen enkele politieke portij als zoodanig,
met uniformen, vaandels ei vlaggen aan
het défilé zal kunnen mededoen; aangeslo
tenen bij politieke partijen zijn natuurlijk
hartelijk welkom, mits als onderdeel van
een of andere organisatie, welke met poli
tiek niets uitstaande heeft.
Kosten van deelname
Deze zijn per persoon 35 cents, welke
bijdrage dient ter bestrijding ran de groote
koeten, aa.n het défilé verbonden. Men ont
vangt echter hiervoor een tekstboekje en
een blijvende herinnering. De prijs blijft
gehandhaafd om daardoor de belangstel
ling te verdiepen.
Het tekstboekje
In het tekstboekje wordt alles betreffende
het défilé medegedeeld (samenstelling enz.)
Het défilé zal zooveel mogelijk provincies-
gewijs worden ingedeeld, met dien verstan
de, dat de vereenrigingen uit de provincies
Groningen, Friesland, Limburg en Zeeland
een duedandgen tijd beschikbaar krijgen,
om rustig en gemakkelijk op te stellen en
ook wedier tijdig te vertrekken. Verder zul
len alle vereenigingen, welke mededoen, in
het tekstboekje alle gegeven kunnen vinden
omtrent plaats van opstelling en tijd, waar
op zij opgesteld moeten zijn. Dit laatste is
buitengewoon belangrijk; bij vorige défillé's
is nl. gebleken, dat men som6 urenlang
moest wachten, voordat men aan de beurt
was om te défileeren. Dit is natuurlijk
onaangenaam, en zal dan ook deze keer
worden vermeden. Daartoe zal in bet tekst
boekje alles zoo duidelijk mogelijk worden
aangegeven; b.v. de vereeniging A uit de
plaats X in Gelderland weracht te weten
wanneer en waar zij opgesteld moet zijn.
Zij slaat daartoe on: Provincie Gelderland,
zoekt op de plaats en de vereenriging A en
vindt dan daarachter vermeld het uur van
opstelen en klaarmaken van haar groep
voor het défilé; laat ons zeggen, dat dit zal
zijn om half vier, terwijl het eigenlijke dér
filé reeds een uur geleden begonnen is. Ver
der staat daa het terrein aangegeven, en de
plaats op drit terrein, waar de vereeniging
zidh zal moeten opstellen.
Niet op den Dam
Ditmaal is niet het historische Damplein
gekozen, aangezien hier betrekkelijk vved-
niig toeschouwers een plaats kunnen vrinden
het défilé hrier in de drukke binnenstad
te overhaast zou moeten geschieden. Daar
om gaat Oranjehovend Nederland diien dag
het Stadion,
in Amstei dam-Zuid, waar ruimte in over
vloed is, de toegangswegen zich voor deze
massale volksbetoogiing zeer goed leenen en
31.000 toeschouweis het défilé kunnen
Als terreinen van opstelling zijn
het Amsterdamsohe IJsolub-terrein
terreinen bij het Olympiaplein. Deze terrei
nen bieden het vo^rderi, dat zij voor de
deelnemers gemakkelijk zijn te bereiken.
Met de politie worden besprekingen ge
voerd over de walgende mule: IJsclubter-
rein. Van Baerlestraat, Ndc. Maesstraat, J.
J. Viottastraat, Jan var Goyenkade, Pi-eter
Lastmankade, Ametelveeneoheweg, Stadion.
De mute terug is nog niiiet vastgesteld. De
aangegeven mute biedt het groote voordeel,
dat de stoet slechts één tramk raising heeft
be passeeren, zoodat het défilé bijna ndet
onderbroken wordt.
De huldiging zelf
zal ongeveer te half drie aanvangen.
Het ligt :n de bedoeling, bij den
vang 2000 postduiven op te laten. Dan volgt
een défilé van alle Landelijke R uilter-
vereenigingen; de va and eels ran deze ver-
eenagingen blijven op het terrein achter
Hierna zal de militaire politie ooider com
mando van luitenant Ihlcke een demon
stratie geven en tenslotte défileeren in draf
en in galop. Vervolgens zal het défilé dat
op het oogenblik geschat wordt op plm.
30.000 personen, een aanvang nemen. Het
comité hoopt, dat alle vereenigingen en cor
poraties uit alle deelen van het land zoo
veel mogelijk in hun eigen kleed-erdracht
costumes zullen willen komen, en tevens
dat zij hun eigen vaandels, vlaggen en ba
nieren medenemen. Het défilé zal gesplitst
worden in twee gedeelten, want als onder
breking komt een dansgroep; deze bestaat
uiit dames, gekleed in te nationale kleuren,
rood, wit, blauw en oranje; deze dames trek
ken een onder bloemen bedolven zegewa
gen; hiertoe zal ervoor -ore gedragen wor
den, dat het middengedeelte van het Sta
dion opengelaten word' en dus niet ge
bruikt zal worden voor de deelnemers die
met hun vlaggen en andels achterblijven.
De dans zal worden uitgevoerd door dames-
leden van verschillende Amsterdamsohe
Gymnastiekvereenigingen; 't geheel
onder leiding van mej. Lull Green.
Na den dans volgt de rest van het défilé:
alle vaandels, vlaggen en banieren hebben
zich dan in bet midden van het veld opge
steld, zoodat het veld één vlaggenzee is
geworden.
Bij de Marathonpoort staan dan een 1000-
tal zangeressen en zangers opgesteld; deze
zetten nu in het Kroningslied van 1898.
„Wee6 begroet met jubeltoonen". Daarna
wordt door de gemengde koren gezongen:
„Gelukkig is het land" ei „Helpt nu uzelf,
so help' u God", twee liederen van Valerius.
Tenslotte zal het „Wilhelmus" gezongen
worden; tegelijkertijd wordt de vaandel-
groet gebracht, terwijl alle aanwezigen
spontaan medezingen.
A-llle défiil eerenden, die door de Marathon-
poort zijn binnengekomen, loouen via de
Sintel-baan langs de Koninklijke Loge (on
der begeleiding van muziek van de Marine
kapel uit Den Helder e- van de Amers-
foortsche ctvallerie), verlaten bet Stadion
weer, en vormen dan een grooten onafge
broken haag vanaf net Sta-dian naar bet
Koninklijk Paleis op den Dam. De voorste
rijen langs den gebeelen weg worden voor
hen gereserveerd en op deze wijze ontvan
gen de deelnemers ten tweeden male de
gelegenheid de Koningin bij Haar terug
tocht naar het Paleis te begroeten.
Voegen wij hieraan nog toe, dat de 1000
zangeressen en zangers gevormd worden
door de leden van vkr Amsterdamsohe
Oratorium vereenrigingen: de Kon. Oratorium
vereen., de R.K. Oratiroumvereen., de Kon.
Chr. Oratoriumvereen. en de Chr. Oratorium
vereen. „Exceflsior". De zangersgroep 6taat
onder leidiing van den heer Theo van der
Bijl.
Het Comité zal er prijs op stellen, dat
onderscheidene organisaties, groepen van
deelnemens of afzonderlijke deelnemers
willen medewerken aan de bloem versiering
van de Koninklijke loge in het Stadion.
Een beperkte bijdrage (ten hoogste f5) is
daartoe voldoende.
De schoolkinderen
De Amsterdameche schooljeugd vormt
een afzonderlijke groep in het défilé. Op
versierde fietsen komen de oudste leerlin
gen van bijzondere en openbare soholen
binnen en brengen op aparte wijze hun
groet. Medewerking hiertoe zal worden ge
vraagd aan a.lle Amsterdameche school
hoofden, terwijl tal ran prijzen beschikbaar
zullen zijn.
Goedkoop vervoer
De Ned. Spoorwegen verleenen volle me
dewerking. Vooreerst door op alle stations
een artistieke reolameplaat aan te brengen
met vermeldiing van de voor dezen dag
sterk verlaagde reiskosten. Aan elk station
kan men dus lezen voor welk bedrag men
een dageretour naar Amsterdam kan ver
krijgen. Telkens wanneer bij het Comité
een opgave van deelnemers binnenkomt,
wordt deze doorgezonden naar de betrok
ken admini6tnatieafdeeliing der spoorwegen,
die dan aan de betreffende groep mede
deelriirug doet van de koeten, aan de trein
reis verbonden.
Voorts kan ieder drie als bezoeker in het
Stadion het défilé will gadeelaan, hiervan
opgave doen aan den stationschef ter plaat
se. Aan de loketten zijn bestelbriefjes voor
Stadrionplaatsen beschikbaar Tot 26 Augus
tus kan men zioh aan elk station voor een
en ander opgeven.
De Gemeentetram te Amsterdam heeft
toegezegd de deelnemers en de bezoekers
van het Stadion den geheelen dag te ver
voeren op alle lijnen voor 25 cents per
persoon.
Plaatselijke Comité's
In velschillende plaatsen zijn de onder
scheidene vereenigingen reeds door den
burgemeester tot deelname uritgenoodigd en
heeft, men plaatselijke comité's gevormd.
In plaatsen waar zulks nog niet geschied
de, zij mij paraat en gelieve men zich hier
toe onderling te verstaan.
Een onvergetelijke dag
Alles te zaïmen genomen mag een dag
verwacht worden, die in de herinnering
zal blijven voortleven. Onn-oodig te zeggen,
dat wij drit vaderlandslievend streven van
harte toejuiohen en ied r aanraden aan
deze grootechj huldiging van onze Vore tin
van harte mede te werken.
Alle correspondentie richte men tot het
secretariaat van bet „Nationaal Huldigings-
défilé Stadion 9 September 1933", Koningin
neweg 7, Amsterdam-Zuid.
Men geve zioh zoo spoedig mogelijk op
en vergemakkolijke op deze wijze den ge
weldigen arbeid, drie het Comité op ziöh
nam.
BEZOEK VAN FRANSCHE
ONDERZEEBOOTEN
De Fransche onderzeebooten Diane, Mé-
duse, Eurydice en Danaé zullen van 20 tot
25 Augustus een niet-officieel bezoek aan
Amsterdam brengen.
AUGUSTUS
296 M.) K.R.O. 8 00 Morgenconcm
mofoon 12.15 Gramofoon 2.0
2 20 Zang 2.40 Cello-aoli -
i 3.15 Zang 3.35 Cello e>o:
6.00 Gramofoon 6.15 Orkes
t 9.00 Hoo
2.55 Gramofoi
5.10 Orkest -
7.15 Gramofoon 8.00 O
spul 10.00 Orkest 10.40 Vaz Dlas
Orkest 11.4
H.I.R.O. 4 00 Grt
- 4.35 Gramofoc
foon 10.30 Concert 11.00 Gramofoon
11.30 Concert 12.30 Orgel 2.00 G
É|f nofoon 4.30 Zang -
Voor kleinere
Giramofoon
9.00 Zang 9
11.00 Vaz Dlaj
.30 Orkest 1
8.01 Vaz Dlas S.05 Orkest
'.20 Concert 10.00 Gramofi
(Fransch) (509.3 M.) 12.20 Gramofoon 12.40
Cello recital 6.35 Orgel 8.20 Orkest
3.20 Conceit 11.20 Orkest
laven try (1554.4 M.) 12.20 Orgel 1.05
O-kest 1.50 Orkest 2.35 Concert 3.20
Gramofoon 4.35 Orkest 6.50 Orkest
8.20 Cello-recital 10.20 Orgel 10.55 Or-
Jcutschla
Gramofoon
5.40 Zang -
Ca 1u nd b o
3.20 Orkest
7.20 Concert
ids en der (1634.9 M.) 12.20
- 2 05 Gramofoon 4.20 Concert
6.00 Piano 8.35 Gramofoon
g (1153.8 M.), 12.20 Concert t
10-aO Mensch und Welt 12.
1.10 Orkest 5.20 Gramofoon
6.20 Concert 8.25 Concert12.20 Conct
.ondon Na
8.20 Gramofoon
■i 9.05 Gramofoon
'schau (1411.8 M.) 4.50 Gramofoon
5 Orkest 6.20 Viool 8.20 Orkest
WERKLOOSHEIDSVERZEKERING
EN ARBEIDSBEMIDDELING
De directeur van den Rijksdienst der
Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbemid
deling deelt mede, dat de werkloosheid on
der de 606.000 leden van ingevolge 't Werk
loosheidsbesluit 1917 gesubsidieerde vereeni
gingen in de week van 24—29 Juli j.l. heeft be
dragen 24.3 pet., terwijl zij in de week van
3S Juli 24.2 pet. bedroeg
Het werkloosheidspercentage was op: 30
Jan. 1932 29.2 pet.; 30 Juli 1932 27.1 pet.; 28
Jan. 1933 39.7 pet.; 29 Juli 1933 24.3 pet.
Over het eerste halfjaar 1933 is bij een ge
middeld ledental van 606.000 in totaal door
de werltloozenkassen uitgekeerd een bedrag
van pl.m. f 14.950.000. Over het eerste half
jaar 1932 was dit bij een gemiddeld ledental
van 554.000 pl.m. f 15.390.000.
Het aantal verzekerden, dat in de week
van 38 Mei 1933 bijna 608.500 bedroeg, was
in de week van 24^-29 Juli 1.1. 606.000, zoo
dat er een geringe daling in het aantal ver
zekerden merkbaar is.
Bij 1060 organen der openbare arbeidsbe
middeling stonden op 20 Juli 1.1. in totaal
302.993 werkzoekenden ingeschreven. Hier
van waren er 276.740 werkloos. Op 8 Juli
waren deze getallen resp. 302.407 en 275.925,
zoodat het aantal ingeschrevenen gestegen'
is met 586 en het aantal werkloozen daar
van met 815.
DE GEBROEDERS KNOOPENSCHAAR
Door G. TH. ROTMAN
23. Tenslotte pakte Joris, om de kroon
op zijn werk te zetten, Jodocus bij allebei
z'n armen en slingerde hem zoo, ten aan-
sehouwe van het publiek, dat op 'n veiligen
afstand bleef, in de rondte. Tien minuten
later werd de arme Jodocus, gekraakt en
gekneusd, door medelijdende omstanders
thuisgebracht
24. Pieter verbond hem, zoo goed en zoö
kwaad het hij kon en zette hem in een rust
stoel. Maar onderin den zak ligt de reke
ning: al spoedig verscheen de deurnaarder,
die de rekening presenteerde voor den hand
wagen, het winkelraam en alle verdere aan
gerichte schade. Zuchtend keerde Pieter zijn
spaarpotje om
(Wordt Woensdag a.s. vervolgd).
DE LAATSTE DER TRIBUNEN
Cola di Rienzi, de groote Senator van
Rome in de 14e eeuw
Door Edw. BULWER LYTTON
(96
Een jonge man in een mantel gewikkeld,
dien men eerst niet gezien had, tikte den
smid op den schouder.
„Wanneer overmorgen bij het aanbreken
van den dag het Kapitool mocht bestormd
worden", fluisterde hij, „zal de wacht af
wezig zijn!"
Hij was weg, eer de smid naar hem kon
omkijken.
Des avonds zeide Rienzi, eer hij zich ter
ruste begaf, tot Angelo Villani: „Het is een
harde, maar noodzakelijke maatregel! Hoe
neemt het volk de zaak op?"
„Er wordt een beetje geprutteld, maar de
menschen schijnen de noodzakelijkheid in
te zien. Cecco del Vecchio was eerst de
luidste schreeuwer, doch nu behoort hij tot
de grootste voorstanders."
„Hij is een ruw man. Het is hem en den
Romeinen duur te staan gekomen, dat rij
mij verlieten en ik vertrouw, dat zij door
ervaring wel zullen geleerd hebben, eerlijk
te zijn. Als met deze belasting alles rustig
afloopt, dan is Rome binnen twee jaar op
nieuw de koningin van Italië; het leger vol
tallig, de Republi.ek gevestigd; en dan
dan
„Wat dan, Senator?"
„Wel, beste Angelo, dan mag Cola di Rien
zi in vrede sterven! Er is een behoefte, die
een dieper ervaring van macht en praal ons
eindelijk doet gevoelen een behoefte, kna
gend als de honger, afmattend als de ne-
hoefte aan slaap! Angelo, dat is het ver
langen naar rust!"
„Heer", riep Villani ernstig, „ik zou er
mijn rechterhand voor willen geven, als ik
u boorde zeggen dat gij aan het leven ge
hecht waart!"
„Gij zijt een goede knaap, Angelo!" zeide
Rienzi, terwijl hij zich naar Nina's kamer
begaf, waar haar glimlach en haar zorg
zame teederheid hem voor een wijle deden
vergeten dat hij een groot man was!
HOOFDSTUK LVI.
De stilte voor den storm.
Den volgenden morgen verleende de Sena
tor van Rome groote audiëntie in het
Kapitool. Uit Florence, uit Padua, uit Pisa,
zelfs uii Milaan, uit Genua, uit Napels]
kwamen gezanten, om hem geluk te wen-
schen met zijn terugkeer, of bem te danken
dat hij Italië verlost had van den vrijbuiter
de Montreal. Alleen Venetië, de stad die op
het oogenblik de Groote Bende in haar
dienst had, was niet vertegenwoordigd-
Nooit had Rienzi voorspoediger of mach
tiger geschenen en nooit was zijn houding
rustiger of majestueuzer geweest.
Nauwelijks was het gehoor afgeloopen,
toen er een bode uit Palestrina aankwam.'
De stad had c-idh overgegeven. Colonna was
afgetrokken en Rienzi's standaard wapper
de van die wallen der laatste vasMn^, ,te
oproerige baronnen nog in hun macht had
den. Rome mocht zich eindelijk als een
vrije stad beschouwen en geen enkele vijand
scheen de rust van den Senator te be
dreigen.
De gezanten vertrokken. Stralend
blijdschap begaf de Senator zich naar zijn
eigen vertrekken. Villani kwam hem tege
moet, somiber als altijd.
„Vandaag moogi gij geen droevig gelaat
vertoonen, Angelo", zeide de Senator vroo-
lijk. „Palestrina is ons!"
„Het verheugt mij deze tijding te ver
nemen en mijn heer zoo opgeruimd te zien
antwoordde Angelo.
Het feestmaal was schitterend en druk be
zocht; het kostte Rienzi dien dag geen
moeite, een hoffelijk gastheer te zijn.
De gezanten wedijverden met elkander,
rie een glimlach van den machtigen Sena
tor zou opvangen. Zij waren gul met beleefd
heden en beloften van hulp. Geen vorst in
geheel Italië scheen vaster op zijn troon te
zitten.
De maaltijd was vroeg afgeloopen, even
als de meeste staatsplechtigheden. Rienzi
ondernam alleen een wandeling buiten het
Kapitool. Zijn schreden naar het Palatinus
richtend, zag hij de vale op sluiers gelij
kende nevelen, die na zonsondergang op
komen, voortkruipen over het hooge gras,
dat op de puinhoopen van het paleis der
Caesars groeide. Met gekruiste armen bleef
hij staan op een heuvel van puin, van zui
len en bogen peinzend en voor zich uit
starend. In de verte lagen de sombere
graven der Campagna omringd door heuve
len, wier purperkleur ras verbleekte voor
het licht der mwn, Op en bnoit.jp htMVfwx?
donkere cipressen en pijnboomen. Er was
iets ontzagwekkends in de stilte omhoog, die
de verwoeste grootheid der aarde in slaap
wiegde. Allerlei gedachten kwamen Rienzi
voor den geest. De herinnering dreef haar
spel met hem. Hoe vaak had hij in zijn
jeugd deze pleik betreden!, welke droomen
had hij gedroomd!, welke verwachtingen
gekoesterd! In het gewoel van zijn later
leven had hij weinig tijd gehad voor zijn
herinneringen; doch in deze uren hernamen
zij haar heerschappij met een macht die
profetisch scheen. Hij zag zich als knaap
met zijn broeder hand in hand dwalen
langs de rivier; weer zag hij een bleek ge
laat en een bloedige wonde en weer uitte
hij zijn wraakzuchtige vervloeking. Zijn
eerste overwinningen, zdjn heimelijke liefde,
zijn roem, zijn raadht, zijn tegenspoed, de
kluizenaarshut van Maiella, de gevangenis
te Avignon, de triomfantelijke terugkomst te
Rome alles ging hem voorbij, zoo duide
lijk alsof hij die tooneelen opnieuw ba-
leefde. En nu? hij deinsde terug voor het
heden en daalde, den heuvel af. De maan
stond reeds hoog en wierp haar schijnsel
over het Forum. Bij den tempel van Jupiter
ontdekte hij opeens twee gestalten; het
maanlicht viel op hun gelaat en Rienzi her
kende Cecco del Vecchio en Angelo Villani.
Zij zagen hem niet en verdwenen druk
pratend door den Boog van Trajanus.
„Villani! altijd is hij even ijverig!" dacht
de Senator; „misschien was ik vanmorgen
wel wat barseh tegen hem dat was niet
aardig van mijl"
Hij betrad opnieuw het plein van het
Kapitool bij de trap den Leeuw bleef hij
stnan; er was een roode vlek op de steenen
die sinds Montreals terechtstelling niet
uitgewischt was, en met een innerlijke hui
vering wendde de Senator zich af. Kwam
het door het akelige, spookachtige maan
licht, of zag het gelaat van het Egyptische
monster eruit als levend? De blik der stee
nen oogen scheen kwaadaardig op hem te
rusten; en toen hij voorbijging en omkeek,
was het alsof die blik hem op bovennatuur
lijke wijze volgde. Hij wist niet waarom een
koude rilling hem trof. Hij spoedde zich
naar zijn paleis. De schildwachten lieten
hem voorbijgaan.
„Senator", vroeg een hunner aarzelend,
„Messere Angelo Villani is onze nieuwe
hoofdman moeten wij zijn bevelen ge
hoorzamen?"
„Zeker", antwoordde cle Senator en liep
door. De man scheen onrustig alsof hij nog
iets zeggen wilde, doch Rienzi sloeg er geen
acht op. In zijn kamer vond hij Nina en
trene die op hem wachtten. Zijn hart ver
langde naar zijn vrouw. Zorgen en arbeid
hadden hem den laatste tijd belet, aan haar
te denken, en hij gevoelde het niet zonder
wroeging, terwijl hij haar edel gelaat aan
schouwde, verzacht cloor haar onvermoeide
liefdevolle bezorgdheid.
„Liefste", zeide hij, teeder zijn armen om
haar heen slaande, „uw mond verwijt mij
nimmer iets, maar uw oogen soms wel! Wij
zijn te lang gescheiden geweest Schooneie
dagen wachten ons en dan zal ik tijd hebben
om u voor al uw liefde te danken En gij,
mijn lieve zuster, gij glimlacht. Gij hebt
zeker gehoord dat Adriano door de overgave
van Palestrina uit den kerker bevrijd is en
dat gij hem morgenochtend zult zien. On
danks al mijn zorgen van heden bah ik.
aan u gedacht Irene, en heb ik een koerier
gezonden, die den blos zal wederbrengen op
die bleeke wangen, Kom, kom, wij zullen
opnieuw gelukkig zijn!"
En met de vaderlijke teederheid, die hem
eigen was wanneer geen ernstiger gedach
ten die verdreven, nam hij plaaits tusschen
de twee vrouwen, die hem het dierbaarste
op aarde waren.
„Hoe gelukkig, als wij veel zulke uren
mochten genieten!" fluisterde Nina, haar
hoofd aan zijn borst latende rusten. „Toch
wensch ik soms
„En ik ook" viel Rienzi haar in de rede;
„want ik doorgrond uwe gedaahte ook ik
wensch soms, dat het lot ons in de lagere
valleien van het leven geplaatst had! Doch
misschien komt nu 't geluk voor ons! Irenè
met Adriano gehuwd Rome innig ver
bonden met de vrijheid en dan, Nina, zou
den gij en ik misschien een rustig toe
vluchtsoord kunnen zoeken, waar wij 'over
vroegere schouwspelen en triomfen kunnen
praten, als over den droom van een zomer
nacht Liefste, geef mij een kus! Zoudt gij
afstand kunnen doen van al die praal?"
„Voor een woestijn met u, Cola, gaarne!"
„Laat mij een bedenken", hernam Rienzi;
„is het vandaag niet de zevende October?
Ja! op den zevende, vergeet het niet, bezwe
ken mijn vijanden voor mijn macht! Zeven!
het getal, dat zoo vaak invloed ha-d op mijn
lot, hetzij ten goede of ten kwade! Zeven
maanden heerscate ik als Tribuun zeven
jaren zwierf ik rond als balling; morgen,
als ik geen enkelen vijand meer hebben zal
zijn er zeven weken voorbijgegaan sinds
mijn terugkomst!"
•'(Wordt vervolgd.)