O
r „Si"
D
NS PRAATUURTJE
LAND. EN TUINBOUW No. 201
DON HERD AD 10 AUGUSTUS 1933
BEWEZEN!!
Adverteeren in „LAND- EN
TUINBOUW" heeft succes
WÊÊÊKÊÊÊÊÊÊÊKÊ
„Land- en Tuinbouw"
bereikt duizenden
boeren en tuinders
mmmëNNI
"Y^/anverhouding tusschen
productiekosten en productieopbrengsten
Het rapport van de Staatscommissie-Ebels
Naar aanleiding van het in Nov. 1927 in
de Tweede Kamer door nir dr L. N. Deckers
geopperde denkbeeld, werd bij Kon. besluit
van 15 Doe. 1927 een Staatscommissie be
noemd „tot het onderzoeken van de vraag
of en, zoo ja, in hoeverre en door welke oor-
zaken in den land- en tuinbouw een wan
verhouding bestaat tusschen de bodemprij
zen en productiekosten eenerzijds en de op
brengst der producten anderzijds".
Tot voorzitter dezer commissie werd be
noemd rnr dr L. N. Deckers, die in October
1929 aftrad wegens benoeming tot Minister
van Defensie en vervangen door den heer
F .E. H. Ebels, waarom deze commissie ge
noemd wordt de commissie-Ebels.
Door den toenmaligen Minister van Land
bouw, mr J. B. Kan, geïnstalleerd op 23 Dec.
1927 werd de installatierede, als gebruike
lijk is, door den voorzitter mr dr Deckers
beantwoord met een rede, waarin o.a. ge
zegd werd: „Ik zal mij niet wagen aan een
voorspelling omtrent het tijdstip, waarop
de Staatscommissie de Koningin- haar rap
port zal kunnen aanbieden. Wel wil ik ech
ter verzekeren, dat wij met voortvarendheid
zullen arbeiden, een voortvarendheid-, waar
van Uwe Excellentie ons een keer te meer
het uitnemende voorbeeld heeft gegeven
door te bevorderen, dat deze Staatscommis
sie haar werkzaamheden kan beginnen op
den dag af één maand, nadat ik de eer had
in de vergadering van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal haar instelling te be
pleiten".
Wij hebben een viertal woorden vet
laten drukken, omdat het ons voorkomt, dat
deze „voortvarendheid" meer een landbouw-
departementale voortvarendheid beteekend
heeft, dan een voortvarendheid, die de door
snee-particulier adhter deze woorden zou
hebben gezien.
Het verschijnen van het „Verslag over
den Landbouw" over 1931 op 14 Juli '33 was
ook een bewijs, dat door een departement
een andere verklaring aan 't woord „voort
varendheid" wordt gegeven als Van Dale
in het Woordenboek der Nederlandsche taal
er aan toeschrijft.
Over dat laatverschijnen van't Landbouw-
verslag hebben we iets gezegd in ons num
mer van 13 April 1.1. en in „OnS Praatuur
tje" van 28 Juli LI.
Dat dit rapport nu wordt uitgebracht, in
deze tijd, waarin we zoo goed als niets
meer hebben aan de rijf ere er in gegeven en
de conclusies er in getrokken, in verband
met de bedoeling, waarvoor deze commissie
werd ingesteld, is jammer voor het omvang
rijk werk, dat de commissieleden er voor
hebben gedaan en voor de ettelijke duizen
den guldens, die deze Staatscommissie en
de uitgave van dit omvangrijke rapport
!(ruim 300 pagina's) aan den Staat hebben
gekost
Toch is niet alles tevergeefs geweest Het
rapport bevat een rijke vereameling gege
vens, die op zidh zelf waardevol zijn al zijn
ze dan ook, zooals we reeds opmerkten, niet
meer van nut bij de beantwoording varr de
vraag, die de commissie kreeg te beantwoor
den, tenminste niet van de vraag: of, en
zoo ja, in hoeverre het mogelijk is in de ver
houdingen verbeteringen aan te brengen.
De Commissie heeft dat zelf ingezien en
ontheffing gevraagd van haar taak deze
vraag te beantwoorden, omdat de heerschen
de crisis zoo veelvuldige en sterk ingrijpen
de wijzigingen in de economische toestan
den medebrengt, waardoor een volkomenon
zekerheid omtrent de bestaans- en ontwik
kelingsmogelijkheden bij den landbouw ver
oorzaakt heeft
Bij Kon. besl. van 14 Nov. 1932 is deze out
heffing verleend.
Wat nu het rapport aangaat, merken we
het volgende op:
DAT IS GOEDKOOP
En dan nog wel met „POKON", de
bekende oplosbare kunstmest voor kamer
planten. Verkrijgbaar in flesschen van
40 cent, 1.75 en 3.— bij de bloem- en
taadwinkels, waar gratis kleurenfoto's
met behandeling van veel planten be-
jahiklbaar zijn.
H. P. BENDIEN
POKONFABRIEK NAARDEN
Na een inleiding behandelende het ont
staan en de werkwijze der commissie, geeft
het eerste hoofdstuk uitvoerige beschouwin
gen over indexcijfers. Het tweede hoofdstuk
bevat een vergelijking van de uitkomsten
van boekhoudingen van landbouwbedrijven
in de jaren 1910 tot en met 1913 en 1923 tot
en met 1926. Het volgende hoofdstuk bevat
gegevens van de Inspecteurs der directe be
lastingen met betrekking tot de financieele
resultaten van het landbouwbedrijf, terwijl
het vierde hoofdstuk gegevens daaromtrent
bevat van de bureaus voor landbouwboek
houding. Daarna volgt im het vijfde hoofd
stuk een berekening van de «aarde der
Nederlandsche landbouwproductie en van 't
agrarisch inkomen, waarin achtereenvol
gens zijn medegedeeld een berekening over
de jaren 1923-'2t tot en met 1930-'31 met be
trekking tot akkerbouwproducten, dierlijke
producten, toegevoegde grondstoffen en an
dere onkosten, berekeningen over de jaren
1909—1912 en over hri oogstjaar 1931/32, be
rekening van het agrarisch inkomen en
eindelijk een vergelijking tusschen de ge
gevens der centrale bureau's voor land
bouwboekhouding en de berekening van de
waarde der landbouwproductie. Het hoofd
stuk besluit met de beschouwingen over de
uitbreiding der landbouwproductie.
Het zesde hoofdstuk behandelt de bereke
ning van het aantal arbeidskrachten in het
landbouwbedrijf, het zevende hoofdstuk de
verdeeling van het agrarisch inkomen en
het laatste hoofdstuk bevat de slotbeschou
wingen van de Staatscommissie, waarin
zijn samengevat de uitkomsten »&n het on
derzoek naar de economische positie van
het landbouwbedrijf.
Een dertiental grafieken dienen naast
een groot aantal statistische gegevens ter
verduidelijking van de gegeven beschouwin
gen.
Conclusies.
Het resultaat, waartoe de commissie komt,
luidt:
Een wanverhouding tusschen de bodem
prijzen en productiekosten aan de eene zijde
en de opbrengst der producten aan de an
dere zijde kan niet, of althans niet in be
langrijke mate worden geconstateerd in de
jaren 1924/29, wanneer de goede en de min
der goede jaren van deze periode met el
kander worden verrekend, en evenmin in
de voor-oorlogsche jaren 1909/12.
Wel was de wanverhouding zeer duide
lijk aanwezig in het laatste jaar der eerste
na-oorlogsche crisis, het oogstjaar 1923/24.
Het ondernemersverlies bedroeg in dat jaar
55 millioen gulden of 27 per H.A.
Eveneens was de wanverhouding gemid
deld in de Nederlandsche bedrijven aan te
toonen in het crisisjaar 1929/'30, waarin ech
ter groote verschillen bestonden tusschen de
bedrijfsresultaten van akkerbouw en vee
houderij.
Bijzonder groot was de wanverhouding in
het oogstjaar 1930/'31, waarin het onderne
mersverlies 139 millioen gulden bedroeg of
67 per H.A
Nog sterker deed zij zich gevoelen in het
oogstjaar 1931/32. Niettegenstaande de da
ling der bruto-pachtsom met 80 millioen
gulden, de loonsverlaging van 11 pet en de
door de regeering ten opzichte van tarwe,
suikerbieten, vlas en aardappelmeel geno
men maatregelen, bedroeg het ondernemers
verlies 178 millioen gulden op f85 per ha.
Door de indexcijfers wordt in de maan
den Juli-December 1932 een verdere achter
uitgang van het agrarisch inkomen geregis
treerd.
De verliezen, geleden in de eerste na-oor
logsche crisis, konden wellicht in veel ge
vallen worden opgevangen door de in de
oorlogsjaren gemaakte winsten. In de jaren
1924/20 zijn echter zoodanige winsten zeker
niet verkregen, zoodat-hieruit geen reserve
beschikbaar is om de verliezen te bestrijden
door de tegenwoordige, zooveel diepere
crisis veroorzaakt
Oorzaken der wanverhouding.
De voornaamste oorzaak der wanverhou
ding moet, naar de meening der commissie,
worden gezocht in het bijna voortdurend da
lende prijspeil der landbouwproducten op
de wereldmarkt en dientengevolge ook
op de binnenlandsche markt waarbij de
verlaging van verschillende belangrijke be-
drijfsuitgaven ver ten achter is gebleven.
Bij deze daling van het prijsniveau zijn
de akkerbouwproducten steeds voorgegaan.
Waarna de veeteeltproducten volgden na
ongeveer een tot anderhalf jaar.
De daling na 1920 valt in het algemeen
samen met productie-uitbreiding.
Sedert. 1911 is de wereldproductie, van
tarwe sterker toegenomen dan de bevolking.
Met aardappelen, suiker, vleesch, is dit in
Europa eveneens het geval.
De prijsstijging veler productiekosten
werkt mede aan de wanverhouding.
In de eerste plaats
de arbeidsloonen.
In de eerste jaren na 1914 bleef het index
cijfer van het arbeidsloon wel iets achter bij
dat van de prijzen der landbouwproducten,
doch het was slechts weinig. De prijzen dei-
landbouwproducten bereikten een maximum
in 1919, het arbeidsloon in 1920. In de daarop
volgende jaren zijn de prijzen der landbouw
producten veel sterker gedaald dan de loo-
"öe
bodemprijzen
zijn in de jaren van stijgende prijzen zeer
snel mede omhoog gegaan. Zij waren ech
ter omstreeks 1927 nog niet noemenswaard
teruggeloopen, ondanks de sterke daling,
welke de prijzen der landbouw-producten
sinds 1919 ondergingen. Wel is na 1929 een
sterkere daling ingetreden, doch waarschijn
lijk kwamen hiermede de bodemprijzen, ge
middeld voor geheel Nederland in het oogst
jaar 1931/32, nog niet benoden het peil van
vóór den oorlog, hoewel de prijzen der land
bouwproducten in het genoemde oogstjaar
daar omstreeks 15 pCt. beneden lagen.
De commissie komt zoodoende tot de ge
volgtrekking, dat in verscheidene jaren, en
in het bijzonder in de laatste jaren, een
wanverhouding in het landbouwbedrijf is
ontstaan, doordat het prijspeil der produc
ten bijna voortdurend dalende was, terwijl
de productiekosten met uitzondering van
de groothandelsprijzen der veevoedermidde
len en kunstmeststoffen benevens de bo
demprijzen niet in overeenstemming met de
prijzen der producten teruggingen.
De prijs van het Verslag, dat 338 bladz.
groot-octavo formaat beslaat, bedraagt f2.50
per exemplaar, franco thuis.
Bij voorkeur bestelle men door overschrij
ving der kosten op postrekening 39500 van
den Dienst der Ned. Staatscourant (Rijks
uitgeverij).
BERICHTEN VAN DEN P. D.
Jnvoer van planten
in Amerika
In eenige bladen is de aandacht gevestigd
op een redevoering van mr Strong, chef
van het Bureau of Plant Quarantine te
Washington, gehouden op een bijeenkomst
van boomkweekers te Chicago, waarin deze
blijk gaf van opvattingen omtrent de toe
passing van het bekende invoerverbod in
Amerika van planten en bloembollen, die
op verschillende punten van de thans gel
dende afwijken.
Deze mededeelingen zullen vooral bij de
belanghebbende boomkweekere in ons land
de hoop gewekt hebben, dat onze eertijds
zoo belangrijke uitvoer van planten naar
Amerika, ten deele althans, hersteld zou
kunnen worden.
Aan deze mogelijkheid, die voor ons land
van beteekenis kan zijn, wordt door de be
langhebbende instanties alle aandacht ge
wijd.
Tegen het koesteren van bepaalde ver
wachtingen meen ik op dit oogenblik echter
ernstig te moeten waarschuwen, daar amb
telijke aanwijzingen voor het in voorberei
ding zijn van wijzigingen der betreffende
invoerbepalingen ten eenen male nog ont
breken.
Tevens meen ik ernstig te moeten aan
raden, dat door de boomkweekere indivi
dueel geen enkele stap, die als een voorbe
reiding van uitvoer beschouwd zou kunnen
EEN G0EDK00PE STIKSTOFMESTSTOF
MET UITNEMENDE EIGENSCHAPPEN
Inlichtingen worden verstrekt door
het Landbouwkundig Bureau der
Staatsmijnen te Lutterade (L.).
worden, ondernomen wordt, daar hierdoor
de totstandkoming van een regeling, als
daarvan, te zijner tijd sprake zal zijn, ten
zeerste belemmerd zou worden.
De inspecteur, hoofd van den
Plantenziektekundigen Dienst,
N. VAN POETEREN.
e graanoogst
Omtrent de graanoogst deelt het Interna
tionaal Lan-dbouwinstituut te Rome aan de
Directie van de Landbouw mede, dat gege
vens over de vooruitzichten van den graan
oogst in Sovjet-Rusland ontbreken. Noch
tans kan worden opgemerkt, dat de weers
omstandigheden over het geheel genomen
dit jaar gunstiger schijnen te zijn geweest
dan verleden jaar, in het bijzonder in de
zuidelijke gebieden. Hoewel over den oogst
van zomertanve geen zekerheid verkregen
is en ofschoon de inheemsche toestand met
betrekking tot de voedingsmiddelen tot voor
zichtigheid noopt in zake den uitvoer van
graan, doet de goede stand van het gewas
toch verwachten .dat in de komende cam
pagne 1933'34 meer zal kunnen worden
geexporteerd dan in de thans ten einde loo-
pende het geval is geweest
In Noord-Amerika is do opbrengst door
droogte, en zeer warm weer sterk vermin-
dedr. De achteruitgang werd in vergelijking
met verleden jaar op 8,7 millioen ton tarwe
geschat voor de Vereen. Staten en Canada
tezamen. Djt cijfer wordt 13.4 millioen ton
hij vergelijking met de gemiddelde op
brengst in de jaren 1927—'31. Ook de pro
ductie van rogge, gerst en haver is belang
rijk verminderd.
In de meeste productielanden van Azië is
de tarweoogst beter dan verleden jaar. In
Britsch-Indië, Japan en Turkije vertoonen
de schattingscijfere belangrijke toenemin
gen. In Syrië, Palestina en Libanon wordt
daarentegen een achteruitgang verwacht
De over China verkregen inlichtingen geven
den indruk, dat de oogst daar te lande veel
overvloediger zal zijn dan de geringe pro
ductie van 1932.
In Noord-Afrika is de tarwe-opbrengst
achteruit gegaan, zoowel in Egypte als in
Marokko, Algerië en Tunis. Vooral in laatst
genoemd land is de productie verminderd,
ook de gerstproductie is vrij gering. De goede
resultaten in Marokko te dien aanzien
wegen niet op tegen den achteruitgang in
Egypte en vooral in Tunis.
Op het zuidelijk halfrond is de ontwikke
ling der gewassen bevredigend geweest, zoo
wel in Argentinië als in Australië. In laatst
genoemd land hebben de door droogte be
zochte gebieden kort geleden voldoende
regen ontvangen.
WAt de graanoogst in Europa aangaat,
wordt d.d. 22 Juli LI. gepubliceerd, dat de
tot dusver ontvangen inlichtingen ter zake
den indruk geven, dat, indien de weersge
steldheid bij voortduring gunstig blijft, de
tarwe-oogst in Europa, Sovjet-Rusland bui
ten beschouwing gelaten, niet alleen den
zelfden omvang zal kunnen bereiken als in
1932, in welk jaar de productie grooter was
dan ooit werd opgeteekend, maar dien zelfs
zal kunnen overtreffen. Ook ten aanzien
van de hoedanigheid schijnt het mogelijk,
dat het product dat van verleden jaar over
het geheel genomen te boven zal gaan
Men verwacht, dat de oogst van rogge en
gerst vrijwel gelijk zal zijn aan dien van
1932. Toen was de totale opbrengst van die
gewassen overvloedig en vrij belangrijk
boven het gemiddelde. Daarentegen belooft
de haver een productie, welke een weinig
beneden die van verleden jaar en ook be
neden het gemiddelde blijft.
Proeven met aardbeien
In den proeftuin te Naaldwijk worden de
laatste jaren onder leiding van Ir. J. M.
Riemers proeven met neonbelichting op
verschillende gewassen genomen. In het af-
geloopen seizoen werden aardbeien behan
deld, terwijl tegelijkertijd de invloed van
voorkoelen en koolzuurbehandeling nage
gaan werd.
Wat dit laatste aangaat, werd om het
koolzuurgehalte van de lucht in de kas te
verhoögen eenige malen per dag een hoe
veelheid spiritus verbrand en het koolzuur
gehalte daardoor opgevoerd van 0.033 pet.
normaal tot hoogstens 0.25 pet
Natuurlijk was het koolzuurgehalte niet
permanent van die sterkte daar door het
openen van de deuren en door het noodza
kelijk luchten steeds weer koolzuur ont-
Wat het voorkoelen betreft, dit geschiedde
gedurende 18 dagen en wel tot een tempera
tuur van 0.1 gr. C. Hierdoor werd, zooals
dfëie proeven leerden, de ontwikkeling der
planten versneld en de bloei zeer vervroegd.
Oök de koolzuurbehandeling vervroegde de
SMEERKIT
ideaal dekmiddel voor oude en lekke
kassen, kan met kwast koud worden
verwerkt
DORDRECHT
bloemvorming, doch had weinig of geen in
vloed op den groei.
Zoowel de voorkoeling, als de „begassing"
en ook de neonbelichting hadden een zéér
gunstigen invloed op de z.g. „nieten", dat
zijn de bloemen die het niet tot vruchtzet
ting brengen. Als voorbeeld moge dienen,
dat bij de niet behandelde planten 113 „nie
ten" voorkwamen en bij evenveel „voorge-
koeldc" planten slechts 58. Ook het begas-
sen en het belichten hadden ieder voor zich
merkbaar gunstige resultaten op de „nieten"
De opbrengstvermeerdering door bovenge
noemde invloeden was groot, terwijl de
reeds genoemde vervroeging ook van veel
beteekenis is wat de financieele opbrengst
betreft. Alleen koelen gaf een oogstvermeer-
dering van ongeveer 20 pet. En als alle drie
middelen toegepast werden kon de produc
tie met 73 pet toenemen.
Het oordeel van den Rijkstuihbouwconsu-
lent Ir. Riemens luidt dan ook: De aardbei
is een plant, die zich wel leent voor verder
onderzoek.
Betonkuipen voor inkuilen
Op de laatst gehouden bestuursvergade
ring van de Geld. Overijs. Mij. v. Landb.
was van het Instituut voor Landbouwwerk
tuigen en gebouwen te Wageningen een
teekening met beschrijving ontvangen voor
het maken van betonkuipen voor het inkui
len van groenvoer. Bij het inkuilen volgens
de Virtanen-methode luidt het voorschrift
dat men speciaal ronde betonnen kuipen
moet maken zonder bodem.
Voornoemd Instituut acht het niet nood
zakelijk, en wenscht aan deze kuipen niet
den cylindervorm te geven maar den vorm
van een veelhoek van een voldoend aantal
zijden om geen gevaar te loopen van een
minder goede uittreding van de lucht. De
veelhoek kan worden samengesteld uit
vlakke betonplaten, die de boer zelf kan
maken, hetgeen een enorme besparing aan
kosten geeft
Het bestuur raadt belangstellenden, die
voornemens zijn een inrichting voor het in
kuilen van groenvoer te laten maken, ten
sterkste aan, eerst studie te maken van bo
venbedoelde betonkuipen, waarvan teeke
ning met toelichting bij het Instituut voor
Landbouwwerktuigen is te verkrijgen.
Ontvangen geschriften
Landbouw-nitvoerwet-1929 door Mr.
H. J. J. Schol tens. Uitgave van
N. Samsom, N.V. te Alphen a. d.
Rijn.
Bij al de rompslomp van bepalingen en
voorschriften, die de laatste jaren ons het
leven veronaangenamen is wel een gids
noodig om er de juiste weg in te vinden.
Zoo'n gids heeft men in dit handig zak
boekje. Het bevat alle wetten, Kon. beslui
ten, uitvoerbepaliogen welke verband hou
den met de landbouwuitvoerwet
Voor alle Rijksambtenaren, die betrokken
zijn bij den binnen- en buitenlandschen land
bouwvoorRchtingsdienst alle bestuurders
van land-, tuinbouw, veeteelt, zuivelorgani-
satie enz., is het een onmisbaar boekje, dat
103 bij 147 m.M. groot, zoo heel geschikt is,
om steeds bij zich te dragen. De naam van
den bewerker is borg, dat met de uiterste
zorgvuldigheid is tewerk gegaan. De uitvoe
ring is, zooals we dat van Samsom gewoon
zijn; onverbeterlijk: een inhoudsopgave, een
alphabetisch register, langs de kant der bla
den aanteekeningen om het zoeken te ver
gemakkelijken- een duidelijke druk, een so
lide inbinding.
Floralia's Orchideeën-nummer, uit
gave van Joh. Enschedé en Zonen,
Haarlem.
Het welbekende weekblad Floralia, dat
meermalen met welverzorgde extra-num
mers komt, heeft thans twee weken aaneen
zijn kolommen gewijd aan de aristocrate
onder de bloemen, de Orchidee.
En alweer, hoe kan het anders bij dit
weekblad, is het iets moois geworden. Ech
ter vinden wij ditmaal minder geslaagd de
kleurplaat. Deze geeft een o.i. stijf beeld
van Cyprepedium, welke toch zoo schoon,
zoo elegant in werkelijkheid is.
't Moet, lezen we, Paphiopedulum zijn,
doch dat zullen we voorloopig maar voor
kennisgeving aannemen; de naam Cypre
pedium is nu eenmaal ingeburgerd voor
het fraaie Venusschoentje, zooals we ge
woonlijk zoggen, en de wetenschap is heel
belangrijk, daar niet van, doch om, nu de
naam Cyprepedium eenmaal goed gang
baar is geworden, ons weer met een andere
en veel lastiger uit te spreken naam, Pa
phiopedulum, aan te komen is wat veel g&
vergd.
En dat nu juist de orchideeën populaii
worden.
Tot dit populair worden werken deze
twee nummers krachtig mee.
Vlot geschreven interessante artikelen en
heel fraaie folo's, waarvan weer meerdere
in rotogravure waarbij vooral planten en
bloemen zoo mooi uitkomen.
Met belangstelling lazen we het artikel
van G. v. Blankensteyn -ver: Orchideeën in
de huiskamer. Het motto van dit artikel is:
Niemand behoeft orchideeën te missen! Ze
groeien in de huiskamer.
De andere artikelen zijn eveneens heelj
MARKTOVERZICHT
(Medegedeeld door het Centraal Bureau)'.;
VOERARTIKELEN.
De prijs van de mais is de laatste week
geleidelijk omlaag gegaan, tengevolge van
het ruim aanbod en daartegenover staande
geringe vraag. Op aflading blijft men nogj
steeds een premie vragen.
Gerst zoowel Laplata als Donau is even-i
eens lager in prijs.
Het aanbod van rogge en tarwe blijft
ruim, zoodat daarvan de prijzen eveneens
teruggegaan zijn.
MESTSTOFFEN.
Stikstofmeststoffen. Nog steeds
laten de nieuwe prijzen op zich wachten]
We zien nog wat vraag vooral in de zand4
streken voor de knollenbemesting en in do
weidestreken vooj de tweede snede, maar da
groote pluk is geweest.
Onze noteeringen blijven nog vrijwel on«
veranderd: Zwavelzure ammoniak 201/» peti
bd/sp. vr. overslagplaatsen f 4.75, Ammon*
salpeter S. M. 20% pet. idem f 6.05, KalksaH
peter 15% pet. idem f 6.45, Chilisalpete»
151/2 pet. gemalen idem invoerhavens f 6.60j
Thomasmeel. Terwijl de markt van
thomasmeel in het buitenland nog steeds
vaster loopt, is de kooplust hier te lande
aanmerkelijk verminderd. Tweedehands
aanbied-'ngen zijn er in België bijna niet
en de eerste hand vraagt zeer hooge prij
zen. De laagste prijs op het oogenblik is
11 3/4 cent op Luik, hetgeen op plm. 132
cent spoorvrij IJsel uitkomt. De binnenland^
sche prijzen hebben zich echter niet zoo
snel kunnen aanpassen. Is in het thans loo
pende jaar een grooter verbruik te ver
wachten dan in het vorige jaar? En zullen
de werken in staat zijn zijn de tegenwooi>
dige prijzen te handhaven of zal er na de
rogge in Nederland in de eerste maanden
weer veel minder gekocht worden, waar-1
door wellicht de prijzen zouden kunnen in-i
zakken? Duitschland heeft vanaf 1 Januari1
nog niets uitgevoerd en zal ook wel als le-!
verancier niet meer op de markt verschij-j
nen. De toestand is daardoor wel wat over
zichtelijker geworden.
Aan het eind der week bedroegen de prij
zen:
Disponibel te Groningen 13.8 ct te Rotter
dam 13,3 ct.
Uit aanvoerschip tramvrij Doesburg:;
Augustus 12,8, September 12,9, October en
Dec. 13, Dec. 13,1, spoor/tramvrij Zutphen/,
Deventer b.v. Hasselt: resp. 12,9, 13, 13,
13,2, 13,3; op auto Wageningen: resp. 13,
13,1, 13,2, 13,3; op auto Amersfoort: resp.
13,1, 13,2, 13,3, 13,4, en auto/brd. vr. Alkmaar
13.4.
Augustus-levering boordvrij Groningenl
13.8 ct. September idem 13.9.
Superfosfaat. De markt is vast maar
stil. Grootere zaken gebeuren er weinig,
meer. De prijzen waren: Nederlandsche
(Ultra-super) bd/sp/op auto fabr. Groningenl
14 pet. f I.671/0, 17 pet. I.971/0, 18 pctf2,07%J
19i/o pet. f 2.221/» en bd/vr. fabr. Kral. Veer/i
Pernis resp. f 1,57%, f 1,87%. f 1.87%]
f l.P7i/2 en f 2.121/0. I
Er zijn toch rare menschen op de wereld.
Daar leeft me 6edert -eenigen tijd een boer
in den top van een der hoogste boomen van
het dorp Tchubra. Zijn kleeresi zijn geheel
gerafeld en zijn haren hangen op zijn schou
ders. De inwoners van het dorp reiken hem
voedsel toe, dat zij aan lange palen vastma
ken. Hij neemt hun giften in ontvangst doen
zegt geen woord.
Deze zonderling was een welgestelde boer
die gelukkig met vrouw en kinderen leefde.
Op zekeren dag verdween hij en werd eenige
dagen later boven in den boom ontdekt, waar
hij sinds dien gebleven is.
De eenige worden die de zonderling tot
du^yer gesproken heeft zijn:
„IK HAAT DE AARDE".
De autoriteiten hebben totdusver geen
stappen gedaan om den man uit den boom
te verwijderen.
Laat hem maar gerust zitten. Hij is toch
nog niet los van de aarde en houdt toch
ook nog wel van de producten der aarde,
zooals blijkt Maar waarom ze zooveel moei
te doen om hem voedsel toe te reiken, be
grijp ik niet. Hij zal zonder die moeite zelf
het wel komen halen. Zoo'n man verdient
nog minder de aandacht dan de
In Zuid-Servië hebben nl. de ooi
land bevrijd van een sprinkhanenplaag.
De sprinkhanen waren in zulke groote
zwermen komen opzetten, dat zij dreigden
den geheelen oogst te zullen verwoesten. De
Joegoslavische regeering had, in verband
hiermede, reeds maatregelen genomen en een
aantal mannen, bewapend met vuurwerpers
en chemische spuiten naar het bedreigde
district gezonden. Docih, voordat deze met
hun werk begonnen, hadden de ooievaars
reeds zulk een opruiming onder de sprink
hanen gehouden, dat de mannen voorloopig
niet behoefden in te grijpen.
Ook
IN ONS LAND KOMEN SPRINKHA
NENPLAGEN VOOR.
Toen nl. verleden week arbeiders te Bare-
veld bij Wildervank aardappels wilden
rooien, werden zij daarin op niet alledaag-
6che wijze gestoord. Er daalde nl. te plm. 3
uur een zwerm sprinkhanen neer in zoo
groot aantal, dat de arbeiders niet verder
konden werken.
Na ongeveer 10 minuten steeg de troep
weer op en verdween in zuidelijke richting.
Een der achterblijvers werd gevangen. Het
beestje is groen van kleur en heeft een leng
te van ongeveer 4 5 c.M.
Nu komen de sprinkhanen van 4 A 5 c.M.
wel meer in ons land voor, zij het dan niet
in zoo'n gro<?tesi getale, dat zg den arbeid
belemmeren noch in den regel veel schade
aanrichten.
Niet zooveel schade als de walvisch onze
veeboeren aandoet. Maar dat doet dit dier
nu niet met opzet; integendeel, de walvisch
Ibijft ook liever leven. Maar het walvisch vet
is tegenwoordig in de smaak, 'k Zou anders
zeggen, laten ze
en hier het roombotergebruik maar weer
bevorderen. Misschien is daar kans op nu
men in Sovjet-Rusland het walvischv|.eescti
tot een stapel-voedingsmiddel maken wil en
de sovjet-regeering besloten heeft onverwijld
i*i de noordelijke havens fabrieken op te
richten voor het conserveeren niet alleen
van walvischvleeseh, doch ook van zeehon
den- en walrussen vleesch. De sovjetpers
geeft groote publiciteit aan het plan eri
roemt de smaak en voedingswaarde van dit
voedsel.
Geef mij maar een biefstukje in roomboter
gebakken. In de restaurants krijgt men het
vermoed ik meestal in margarine gebakken.
Het margarinebordje bij restaurants en ban
ketbakkers zou toch wel wat uithalen ge
loof ik.
Meer dan het idee van den Russischen
ingenieur, die een groot plan heeft ontwor
pen, om door het aftakken van een warmen
oceaanstroom, de onbewoonde kale wilder
nissen van het door ijs ingesloten
gen.
Het houdt tevens in, om WladiwostocK,
dat thans drie maanden van het jaar door
het ijs is ingesloten, het geheel e jaar door
voor schepen toelaatbaar te maken. Lang»
het eiland Sachalin loopt een warme stroom,
bekend als de Tsuchima-stroom en van te
gengestelde richting een koude stroom.
De ingenieur is nu voornemens een dam
op te werpen tusschen het eiland Sachalin
en de kust van Siberië, teneinde zoodoende
den loop van den kouden stroom af te lei
den, en den wannen stroom te voeren langs
de met sneeuw bedekte kusten van Siberië.
We hebben momenteel genoeg, mis
schien veel te veel productief land op de
wereld, daarom laat dit plan met Siberië mij
Siberisch koud en gun ik graag dezen inge
nieur zijn fantastische idealen.
Meer uitvoerbaar lijkt mij het plan dat ze
in Duitschland hebben met het invoeren van
EEN NEGENDE LEERJAAR ALS
„LANDJAAR".
Onze Rijikslandbouwconsulent in Berlijn
schrijft daarover, dat om de stadsj'eugc
een beter inzicht in het leven ten platten-
lande te doen verkrijgen en tevens om meer
lust voor de landbouwkolonisatie bij hen op
te wekken, in 1934 voor de volksscholen in
steden met meer van 25.000 inwoners een
9e schooljaar als z.g. landjaar zal worden
ingevoerd.
Maar nog beter is het voor de landjeugd.
Daarom moeten de hoeren en tuinders er
eens goed over denken om, als de gelegen
heid er voor is hun
te zenden. De tijden zijn thans zóó, dat meer
dan ooit alles moet gedaan worden om het
bedrijf zoo goed mogelijk te voeren. Daar
voor is practische kennis noodig, doch daar
voor is ook noodig een theoretisch inzicht
iai de eenvoudigste en meer samengestelde
zaken van ons bedrijfsleven. Men moet meer
dan vroeger weten het hoe en waarom dei-
dingen, om bij voorkomende moeilijkheden
de juiste weg te kiezen. Neen, boeren en
tuinen wil men ze op deze scholen niet
leeren. Dat is dwaasheid van hen, die dit
wel eens spottend als een argument tegen
deze scholen aanvoeren. Maar wel zal de
jongen, als hij goed van aannemen is er
heel wat opsteken, waardoor hem later in
het bedrijf heel wat dingen duidelijker wor
den en gemakkelijker afgaan. Het verruimt
het inzicht in het boeren- en tuinderswerk.
Dat hebben we noodig.
De tuinders hebben ook
MEER DAN 5 MILLIOEN GULDEN
STEUN
noodig.
't Was niet goed om als uiterste grens bij
deze vijf millioen gulden te blijven. Geluk
kig heeft minister Verschuur dit blijkbaar
ook wel ingezien en daarom dooi- den gees
telijken adviseur vam den R.K. Diocesanen
Land- en Tuinbouwbond, rector Kok op een
boeteprocessie naar Heilo laten mededeelen
dat hij er van overtuigd w-as, dat vijf mil
lioen gulden als steun voor den tuinbouw
onvoldoende is en dat de minister maat
regelen zal zoeken, om tot verhooging van
dit bedrag te komen.
Met deze verklaring van den minister zijn
we voor de tuinders heel blij, doch waarom
dit via den geestelijken adviseur aan de
R.K. tuinders het eerst moest medegedeeld I
worden, is ons een raadsel. 1
Onzes inziens is dit geen aanbevelens-.
waardige wijze van publiceeren van. berich
ten, waarop heel de tuinbouw met spanning;
wacht. Dat had wel langs een andere weg 1
aan alle tuinders kenbaar kunnen worden' 1
gemaakt.
Misschien heeft de minister gedacht dat
het via de land- en tuinbouwpers niet zoo 1
veel effect zou hebben. Misschien had Z.Exo, 1
daarin wel gelijk, want die is in ons land;
dat zoo'n goede naam heeft op land- en'
tuinbouwgebied, niet bepaald schitterend tel
noemen. We hebben een hoop vereenigingsl
organen, die nu niet bepaald uitblinken als 1
journalistieke lichten, noch veel voor de 1
boeren en tuinders beteekenep. 't Is totaal
versnipperd. Wat al energie, wat al een
geld gaat door deze versnippering verloren
na het overlijden van de Veldbode.
Dat is heel jammer. Er is behoefte aan.
We moeten ook op lamdbouw-technisch ge-I
bied bij blijven. Vooral thans hebben wij het!
noodig. En we hebben niets, maar dan ook
niets van eenige beteekenis. In Duitschland!
is dat anders. En daar gaan ze verschillen-!
de kleine bladen opnemen in één grooter,!
maar dan ook betcekenisvol blad. Dus heel
wat anders als met de Veldbode geschiedde
Wij zouden het zeer toejuichen als er een
flink landbouwblad kwam. En ongetwijfeld
vele boeren met ons.
Maar 't al weer zoo laat Voor een paar
weken doe ik er het zwijgen toe.
Tot de volgendekeer.
PRAATJESMAKER