TWEEDE KAMER Jij moet altijd mee DE LAATSTE D ER TRIBUNEN VRIJDAG 21 JULI 1933 TWEEDE BTAD PAG. F Aanbieding van Splinternieuwe Amerikaansctie JA Auto's, zooals: WILLYS. AUBURN, PLYMOUTH, M\ B B H If CHRfSLER, STUDEBAKER e.a., model '33, uit voor- raad tegen ONGELOOFLIJK LAGE PRIJZEN !M C. v. Roon's Autobedrijf, Vlaardingen, Tel. 143 zeker niet ten onrechte. Van invloed daar op is ongetwijfeld ook geweest de groote bevoegdheid, welke de minister voor zich vroeg om in tal van gevallen niet naar ob jectieve wettelijke nonnen beslissingen te nemen, maar naar subjectief inzicht te oor- deelen. Daarin kunnen groote gevaren schuilen; met de wet in de hand kan als dan aan rechtvaardige aanspraken geweld worden aangedaan. De minister was aan de geopperde bezwa ren ten deele reeds tegemoet gekomen, zoo dat de toon in de Kamer vrij mild kon zijn. Toch is men ter rechterzijde nog niet geheel voldaan, getuige de gisteren gehou den redevoeringen en in ingediende amen dementen. We achten het niet onmogelijk, dat de minister, die druk confereerde met leden uit de rechtsche groepen, nog iets ver der tegemoet komt en dat het dan met ver eende krachten mogelijk zal zijn om een solutie te verkrijgen, die wel niet alle be zwaren wegneemt en bij allen in gelijke mate, maar die dan toch den weg opent om, ter wille van den nood tot bezuiniging, met eenstemmigheid het wetsontwerp te aanvaarden. De meeste instemming vond dit voorstel bij de soc-dem. en de liberalen. De heer Ketelaar bepaalde er zich toe te wijzen op de noodzaak van bezuiniging en op de wen- schelijkheid om de vereischte maatregelen met zoo groot mogelijke eenstemmigheid te nemen. De vroeger met zoo grooten harts tocht gevoerde schoolstrijd zou kunnen rus ten bij de overtuiging, dat geen onrecht geschiedt en dat het belang des lands in grijpen hoogst noodzakelijk maakt. Een uitzonderingspositie werd door den communist Schalker ingenomen. Hij deed minister Marchant als effectieve bezuini gingsmaatregel aan de hand het stopzetten van alle uitkeeringen aan het bijzondei onderwijs. Deze voorstander van vrijheid in naam wenschte dus den meest on- duldbaren geestelijken dwang: de verplichte Btaatsschool. Voor het grootste onrecht schrok hij niet terug. En dan had hij bo vendien den moed den maatregel des minis ters, die op dictatuur moesten uitloopen, als reactionair te bestempelen, omdat zij terug kwam op de bestaande regelingen. Erg slim was deze opmerking niet, gelijk de ministei hem nog even onder het oog bracht. Men is in Rusland permanent bezig met op allerlei maatregelen terug te komen. Reac tie is daar dus aan de orde van den dag en op veel grooter schaal en in veel ingrij pender zin dan ten onzent. Het debuut van dezen communist was niet zeer gelukkig, evenmin als dat van zijn partijgenoot Roe- stam Effendi, die bij de interpellatieaan- vraag van den heer Wijnkoop een alge- meene uiteenzetting van zijn standpunt wilde geven en niet begreep, dat zoo iets in geen enkel opzicht aan de orde kon zijn. De voorzitter moest hem dat enkele malen zeggen \oordat de heer Effendi begreep, dat hij zijn redenaarsdrang nog eenigen tijd aan banden had te leggen. Om tot het wetsontwerp-MaTchant terug te keeren, de minister was zeer verheugd «ver den toon, die, zoowel ter rechter- als ter linkerzijde in het debat te beluisteren was geweest. Hij maakte daarom naar beide zijden een elegante buiging vergezeld van een vergenoegden glimlach, die voor het resultaat van het nader overleg iets gunstigs mag doen verwachten. Heden zet de minister zijn rede voort. Na de Onderwijsbezuiniging staat nog de wijziging der Landbouw-crisiswet op ae agenda. Daarna volgt vacantie! VERSLAG Interpellatie Wijnkoop Aan de orde 1e het verzoek van den heer Wijnkoop, om verlof tot he.t richten van vragen aan de Regeering over de mlehandeJiinigsaaak op Soembawa, over de ongelooflijke behandeling van een gestrafte aldaar door een officier en over het feit. dat deze aaak een zeer langen tijd geheim is gebleven. De VOORZITTER deelde mede. dat hst geval In Indiië in behandeling is bij den Krijgsraad, zoodat het beter Is niet tusschenbeido te ko men met een interpellatie. Voorgesteld werd daarom het gevraagde verlof niet te verleenen. De heer WIJNKOOP (comm.) vond dat niet nvool, de zaak hangt al zoo lang. De heer CRAMER (a.d.) zeide. dat men van meening- kan zijn, dat het gebeurde erg is, maar nu de zaak in handen van de Justitie is. kan hij zich met het voorstel van den voorzit- De heer ROÊSTAM EFFENDI (comm.) wilde zijn algemeene houding rechtvaardigen. De VOORZITTER. Dat gaat bij deze gele genheid ndet. De heer ROEST AM EFFENDI (comm.). Ik zal daartoe dan tocth binnenkort wel gelegen heid vinden en zie dan nu onder protest van Het voorstel van den VOORZITTER werd aangenomen met 75 tegen 4 stemmen. Te- Overtredlng van den eed De heer KNOTTENBELT (lib.) vroeg aan de Kamer verlof om den Minister van Justitie vra gen te njogen stellen over de wenschelijkheld van wettelijke bepalingen, strekkende om aan die leiden vam de Staten-Generaal, Proviciale Staten en Gemeenteraden. die den eed of de belofte van trouw aan de Gnondiwet hebben overtreden, het lidmaatschap dier lichamen en het actieve en passieve kiesrecht te ontzeggen. Op dit verzoek zal heden worden beslist. Aan de orde was daarna het opmaken van een voordracht in verband met de benoeming van een lid van den Hoogen Raad Uitgebracht werden 72 stemmen, waarvan op oud-minister Donner 62; op Dr v. d. Meulen. vice-president der Reahtbank te Utrecht 7 en blanco 3 stemmen. Mr. Donner werd dus no. 1 op de voordracht. No 2 werd Dr. v. d. Meulen met 44 stemmen, terwijl op de 3de plaats Mr. P. v. Regteren Al iens, raadsheer in het Hof te Amsterdam, werd gebracht met 49 stemmen. Verder moest een lid van de Gemengde Commissie voor de Stenografie (vac.-Maircha/nt) worden aangewezen. Gekozen werd de heer Ketelaar. Aan de orde was vervolgens de tijdelijke heffing van een Invoerrecht op benzine, wat ora.cti.sch is een mengverbod voor benzine met petroleum De heer WIJNKOOP (comm.) zag daarin be scherming van de groote maatschappijen en een schaden van de belangen der kleine men- schen, die bij het transportwezen betrokken De .MINISTER VAN FINANCIEN, Mr Oud. vond de geuite meening zeer wonderlijk. Het gaat alleen om een maatregel tegen ontdui king der benzinebelastLng doordat belaste ben zine gemengd wordt met een onbelaste minder waardige brandstof. Het mengsel wordt dan voor den vollen prijs verkocht. Het wetsontwerp werd. na replieken, goed gekeurd. De communisten waren er tegen. Een wijziging van de Invorderingswet van 's Rijks di recte belastingen brengep.de nadere bepalJ/ngen betreffende be spoediging van executie, uitstel van betaling en lijfsdwang, kwam vervolgens in behandelng. Van dit laatste inzonderheid wilde de heer WIJNKOOP (comm.) niet woten. Minister OUD begreep van die bezwaren niets. Lijfsdwang is hem toch niet onbekend. Onjuist is de meenlmg als zou daardoor in casu de kleine man worden getroffen. Z.h.a. werd het wetsontwerp aangeno men. Alleen do communisten waren tegen. Z.h.at. werd vervolgens aangeuorr.rn het wetsontwerp tot goedkeuring van de akte van Bern van 2 Sept. 1932 tot aanvulling van het Internationaal verdrag omtrent het goederenvervoer per spoorweg van 23 Ootober 1924. Retorsie-maatregelen Aan de orde is daarna het wetsontwerp tot verleening van enkele retorsiebevoegdheden. De heer WESTERMAN (Nat. Herstel) wees op he.t immer vijandelijke karakter der retor sie. Het preventief karakter moet niet over schat worden. Een onderhandelingstarief is ze ker niet ideaal, maar het levert toch betere waarborgen voor succes. Beide maatregelen zijn echter tweesnijdende zwaarden. Het tegen woordige handelsverkeer is gebaseerd op de reciprociteitsgedachte en het is niet mogelijk, die gedachte voor ons la.nd af te wijzen. Men moet bij deskundigen en afgevaardigden niet alleen op kennis letten, maar ook op hun psy chologische eigenschappen onderhamdelings- kumst. Zoo Is Engeland het voorbeeld van een land. dat van de juiste personen gebruik weet te maken. De heer KORTENHORST noemde voorbeel den, waaruit blljkit, dat de retorsie niet iets n1Met3p'roieot ie"?'heaft ditontwerp Inderdaad niets te iftaken en daar kan dus in den ver volge in het debat over worden gezwegen. Het is niet waar. wat de Rogeering heeft ge zegd. dat deze maatregelen juist in den laat- sten tijd zoo urgent zijn geworden. Reeds in een advies van den Nijvenheidsraad van 1921 wordt op een dergelijke actieve handelspolitiek aangedrongen. Ook in de troonrede van 1927 wordt gezegd dat een aanvulling van onze outillage noodzakelijk was. Nog andere voor beelden werden genoemd. Daarom rust een groot gedeelte van de verantwoordelijkheid, dat onze uitvoer zoo geweldig is achteruitgegaan. wel degelijk op de regeering. Zij is wel wat laat met haar maatregelen, nu het kalf bijna verdron ken is. De onderhandelingen met Duiteehland in het komende najaar over het douanevendrag. zul len moeilijk zijn. Wanneer zo geen resultaat hebben, dun kan retorsie alleen worden toege past, als het verdrag eerst Is opgezegd. De vraag werd» gesteld of de Regeering wel ten volle beseft hoe erg de toestand is. We zijn op weg naar den ondergang, tenzij de Regeé- ring de vraagstukken in de kern aanvat. Willen we den gouden standaard behouden, dan zal het probleem der werkloosheid tot een oplossing moeten worden gebracht. Gebeurt dat niet. dan zullen de aanvallen op onzen gouden gulden ge weldig in kracht toenemen. De heer VLIEGEN (s.d.) wees op de slechte vruchten van protectie in allerlei andere lan den. Verlangd wordt naar den vrijhandel om het produotie-ap.paraat weer behoorlijk te kunnen doen functioneeren. Ons stelsel van verdediging tegen de ons door anderen veroorzaakte moeilijkheden is. zoo werd geklaagd, erg negatief. Het gaat voor al om werk, desnoods moet het gemaakt. Maar we voeren van allerlei in. dat we zelf zouden kunnen maken. Om dit laatste te bevorderen, zou er e<yi Induetriebank moeten komen. In. retorsie zit iets vijandigs; het Is echter de vraag wie het eerst begonnen is. Voor retorsie Is slechts aanleiding, indien we uitzonderlijk ongunstig behandeld zouden worden door een land. De hanteerang van het wetsontwerp moet dan ook beperkt worden tot de uiterste geval len. In den bestaanden noodtoestand zullen de soc.-dem. zich niet tegen het wetsontwerp ver zetten. Zij hopen, dat de maatregel preventief' De heer WIJNKOOP (comm.) zag in retorsie een economlsghen oorlogsmaatregel. Op dit punt refereerde hij zich aan het oordeel van den heer Weaterman (Gelaoh). De Regeering kan zoo agressief zijn als ze wil, echter zonder dat het succes vaststaat. De communisten zijn voor de non-agressie; de klein eboeren zullen de slacht offers worden van deze wet. De voorgestelde oorlogsmaatregel Is onaanvaardbaar. MINISTER VERSCHUUR erkende. dat de stemming in den lande slecht is. Er is ontevre denheid en een schuldige wordt gezocht voor de nationale gevolgen van een wereldversahijn- sel. Er zijn er. die maar ten onrechte de Nederlandsche Regeering de schuld gven. Ten aanzien van crisis en welvaart kan de Regeering slechts een zijdelingsche taak ver richten. De ReaVering moet verstandig-aotlef zijn. Zij is het ook door steunmaartegeien om het natio nale economische leven te helpen en te prikke len en aanpassing te doen vinden bij de toe komstige ontwikkeling. De voorgestelde maatregel beteekent geen zwenking in de handelspolitiek; bij de voor gestelde maatregelen wordt het betere niet uit net oog verloren. De meestbegunistlging kam zoo worden gede natureerd. dat zij uit handelspolitiek oogpunt alle waarde verliest. Het wetsontwerp kan geen gewone protectie beteekenen.-Er is zelfs ala aanvulling een on derhandelingstarief gevraagd, maar de mi nister meent, dat hij met de voorgestelde retor sie verder kan komen, omdat hij daarin een schaal van middelen ter besohlkking krijgt. De retorsie beoogt anderen van ongunstige maat regelen te onzen aanzien af te houden of af te brengen. Het ligt niet in de bedoeling, dat wij met vechten beginnen; retorsie moet vooraf preventief werken, net als een leger. Bij toepas Geen communistische interpellatie Eeden-schendende volksvertegenwoor digers Oud-minister Donner naar den Hoogen Raad Benzinebelasting Invordering van belastingen Verleening van retorsiebevoegdheden Uitvoer van uien en invoer van gort Beperking van L.O.-uitgaven Vergadering van 20 Juli 1933. Er wachtte der Tweede Kamer nog eenig werk. Zij is voornemens het met eenigen spoed af te doen. Men kan dat in de tegen woordige omstandigheden prijzen. Het begin was goed. Afgewezen werd een communistische interpellatie over een aan gelegenheid, die bij de Indische justitie in behandeling is. De Kamer pleegt in derge lijke gevallen het verloop der procedure af te wachten. Een goede gewoonte, ook in het oog der soc.-dem., die zich dan ook tegen des- heeren Wijnkoop's interpellatieverzoek kantten met de overige niet-communistische leden dei' Kamer. De aanvraag van den agent van Moskou werd op voorstel van den voorzitter afgewezen en wel met 75 tegen 4 stemmen. De heer Knottonbeflt zorgde voor een nieuwe interpellatie, maar van heel ande ren aard. Ilij wenschte den minister van Justitie vragen te stellen over de wensche- lijkheid van wettelijke bepalingen om het mogelijk te maken ,dat leden der Staten- Generaal, Provinciale Staten en gemeente raden, die de eeden of beloften ingevolge de Grondwet schenden, kuruien worden ont zet van het actief en passief kiesrecht en .van het lidmaatschap van hun college ver- .valilen worden verklaard. De bedoeling is duidelijk. Heden wordt over dit verzoek heslist. De Kamer had vervolgens een voordracht op te maken ter vervulling van een vaca ture in den Hoogen Iiaad. Met 62 van de Uitgebrachte 72 stemmen werd oud-minister Donner op de eerste plaats gebracht. Deze daad eert de Kamer, gelijk zij ook eervol is voor den afgetreden bewindsman, die zoozeer de sympathie van het Parlement gich heeft weten te verwerven, vooral om der wille van zijn arbeid. Van harte zij den minister deze eervolle benoeming gegund; ons hoogste rechtscollege zal van zijn groots gaven kunnen profiteeren. Heimelijk koes teren we echter den wensch, dat Mr. Don ner niet voor goed in den tempel .van Justitia op het Plein zal verblijven. Zonder moeite haalde minister Oud enkele wetsontwerpjes binnen. Een er van strekte tot 't tegengaan van ontduiking der lienzinebelasting, een tweede beoogde het binnenkomen der directe belastingen te be vorderen waarbij als strafmaatregel de mogelijkheid van lijfsdwang werd aan vaard, terwijl het derde de strekking had te voorkomen het ontgaan van registratie recht van overdracht van onroerend goed, daarin bestaande, dat men in plaats van het goed zelf, overdraagt aandeelen in een uaamilooze vennootschap, die eigenares van het goed is. Wonderlijk genoeg waren het alleen de communisten, die tegen deze maatregelen zoodanige bezwaren hadden, dat ze hun stem er aan onthielden. Iets langer moest de Kamer verwijlen bij het toekennen van retorsiebevoegdheden aan de Regeering. De bedoeling is der re geering middelen in handen te geven, waar mee een staat, die Nederland ongunstiger dan andere staten behandelt of op een wijze, die in strijd te achten is met de le vensbelangen des lands, ernstig rekening zou moeten houden. Hierdoor zou onze han delspolitieke positie in gevallen, waarin een handelsverdrag niet bestaat, dan wed op zegging vain de zijde der tegenpartij dreigt of opzegging onzerzijds in aanmerking zou dienen te komen, sterker komen te staan. Het middel sluit gevaren in zich en dient met omzichtigheid te worden gehan teerd. Dat is trouwens met alle strijdmid delen het geval. Maar de Regeering hoop te, dat het toekennen van de gevraagde bevoegdheden preventieven invloed zou hebben en dus slechts zelden en liever nooit van de nieuwe machtiging gebruik zou behoeven te worden gemaakt. De Kamer voelde de bezwaren, maar be greep tevens, dat in de bestaande omstan digheden moeilijk kon worden geweigerd hetgeen de Regeering vroeg. Minister Ver schuur, die natuurlijk een beleidvolle toe passing beloofde, had dan ook weinig moeite om het wetsontwerp te verdedigen. Het is een noodmaatregel, waaraan be zwaarlijk te ontkomen valt, nu wij van alle zijden handelspolitieke aanvallen hebben te doorstaan. Alleen de communisten wis ten het ook in dit geval beter. Een begin werd daarna gemaakt met het wetsontwerp Beperking van uitgaven, welke voor de openbare kassen voort vloeien uit de uitvoering der Lager Onder wijswet 1920. De inhoud van dit voorstel, dat voor een belangrijk deel bedoelt het stichten van nieuwe scholen te voorkomen door distributie van beschikbare school ruimte, heeft buiten de Kamer veel en scherp verzet gevonden- Voor een deel EEN FABRIEK IN WORDING De Duivendrechtschekade te 'Amsterdam is den laatsten tijd het tooneel van een groote bedrijvigheid. Daar belooft een hypermoderne behangselfabriek van Rath en Doodeheef- ver tot stand te komen, wat een beteekenisvolle gebeurtenis voor alle Nederlanders is, wier aandacht zich tegenwoordig meer en meer concentreert op het Nederlandsch Fa- bricaat. Tegenover het actueele streven van overheidsinstanties naar meer bedrijvigheid ter verbetering der huidige omstandigheden kan deze nieuwbouw tevens aangemerkt worden als een verblijdend teeken van het zoozeer gepropageerde particulier initiatief. Bovenstaande foto is „Luchtopname K. L. M." waarheen ik ook gal Met jou bij mij, wordl nooil een aag bedorven door hoofdpijn, kiespijn, of onlekker zijn I Zi°?rn "Akkertje" verdrijft dadelijk ai i W klachlen. Onmisbaar op reis. Akker-Cachels koslen slechis 50 cl. per 12 sluks. Overal verkrijgbaar! VERDWIJNEND OUD-SCHEVENINGEN De kleine huisjes en smalle achteraf-straatjes van oud-Scheveningen verdwijnen ondett sloopershanden, Cola di Rierizi, de groote Senator van Rome in de 14e eeuw Door Edw. BULWER LYTTON X85 HOOFDSTUK XLVIÏI De Positie van den Senator. Men kan zich Rienzi's verontwaardiging Voorstellen, toen zijn heraut verminkt en onteerd terugkwam. Zijn karakter, van na ture reeds stroef, werd nog meer verhard door de herinnering aan het hem aangedane on- reclht; en de uitslag van zijn pogingen tot verzoening met Stefanello kwetste hem diep Tien minuten na den terugkeer van den heraut riep de klok van het Kapitool het volk te wapen. De groote Gonfalon van Rome werd uit den hoogsten toren gestoken; en denzelfden avond van Adriano's gevangen neming was Rienzi's leger, door hem per- soonlijk aangevoerd, reeds op weg naar Palestrina. Do ruiters der baronnen hadden hun strooptochten uitgestrekt tot Tivoli, naar imen meende met goedvinden d?c be woners; en op die schoone plek hield Rienzi stil orn vrijwilligers aan te werven en de verdachten den eed van trouw af te nemen, terwijl zijn soldaten onder Arimbaldo en Brettone de stroopers vervolgden. Laat in den avond keerden Montreal's broeders Sveor, met het bericht, .dat de ruiters vani de baronnen zich in het bosch van Pantanu hadden teruggetrokken. Op Rienzi's voorhoofd vertoonde zich een roode vlek. Scherp zag ihij Brettone aan, die hem de tijding bracht en een natuurlijke achterdocht rees bij hem op. „Ontsnapt!" zeide hij. „Hoe is dat moge lijk? Genoeg van die ij dele schermutselingen met zulke adellijke roovers. Zal het uur dan nooit aanbreken, dat ik tegenover hen zal staan? Brettone" en de broeder van Mon treal voelde, Bioe Rienzi's blik tot in zijn zf;l doordrong: „Bretone!" zeide hij eensklaps op geheel anderen toon, „zijn uw manschap pen te vertrouwen? Bestaat er geen hei melijke overeenkomst met de baronnen?" „Wat nu?" zeide Brettone norsch, maar toch min of meer verlegen. „Geen praatjes!" riep de Senator driftig „Ik weet, dat gij een dapper hoofdman van dappere soldaten zijt Gij en uw broeder Arimbaldo hebt mij goed gediend, en ik heb u goed beloond! Is dit niet zoo? Spreek op!" „Senator" zoo nam nu Arimibaldo het woord, „gij hebt uw belofte aan ons ge houden. Gij hebt ons verheven tot dien hoog- sten rang, waarover gij te beschikken had, en hiermede «zdjn onze geringe diensten voldoende beloond." „Het doet mij genoegen, dat gij dit ten minste erkent", zeide de Tribuun. „Ik vertrouw, heer" ging Arimbaldo een weinig meer uit de hoogte voort, „dat g niet aan onze eerlijkheid- twijfelt?" „Arimbaldo", hernam Rienzi met diepe, slecht bedwongen ontroering; „gij zijt een geletterd man en schijnt te deelen in mijn plannen tot verheffing van Rome! Gij moogt mij zeker niet verraden. Tusschen cms be staat een band. Maar doe mij geen verwijten ik iben omringd door verraad en de lucht die ik inadem schijnt mij soms vergif toe." Er was een zeker pathos in Rienzi's woor den, dat den zachtaardiger broeder van Montreal trof. Zwijgend boog hij voor Rien zi, die hem gadesloeg en zuchtte. Snel ver anderde deze echter van onderwerp; hij sprak over het voorgenomen beleg van Palestrina en ging kort daarop ter ruste. Toen de beide broeders alleen waren zagen zij elkander eenige oogenblikken zwijgend aan. „Brettone", zeide Arimbaldo eindelijk fluisterend, „de moed ontzinkt mij. Walter's eerzuchtige plannen bevallen mij niet.Tegen onze eigen landslieden zijn wij eerlijk en oprecht, waarom behandelen wij dezen edelen Romein zoo verraderlijk?" „Stil!" zeide Brettone. .„Alleen de ijzeren hand van onzen broeder kan dit oproerige volk beheerschen; als wij Rienzi verraden met zijn vijanden, de baronnen, handelen wij evenzoo. Laat ons hierover niet verder spreken! Ik heb berichten van Walter. Over een paar dagen komt hij naar Rome." „En dan?" „Rienzi verzwakt door de baronnen want hij mag de overwinning niet behalen de baronnen verzwakt door Rienzi onze Normandiërs meester van het Kapitool, en de soldaten die nu door geheel Italië ver spreid zijn, allen vereenigd onder de vanen van den Grooten Hoofdmandan moet Montreal eerst Podesta en daarna koning van Rome worden." Arimbaldo scfhoof onrustig heen en weer op zijn stoel, en de broeders zetten het ge sprek over hun plannen niet verder voort. Rienzi's positie was juist geschikt om ook het zachtste karakter hard en wreed te maken. Bedeeld met een verstand, in staat om de verhevendste plannen ten uitvoer te brengen., met een hart, vatbaar voor de edel ste aandoeningen, tot het tappunt van mac!, verheven en omringd door luidruchtige vleiers, kende hij niemand op wien hij staat durfde maken. Hij was als iemand, die een steile helling beklimt, waarvan de grond onder zijn voeten wegbrokkelt, terwijl elke tak, waaraan hij zich vastgrijpt, verrot schijnt te zijn. Hij vond het volk meer dan ooit ten zijnen gunste gestemd, doch hoe luid er gejubeld werd als hij voorbij kwam. toch was niemand tot een offer te bewegen! Nooit kan één persoon een staat vrij maken daartoe moet het volk, of altihans een door vierigen ijver bezielde minderheid daar van, met hem samenwerken. Rome eischtc offers van allen, die Rom^ herstel ver langden offers van tijd, gemak, geld. Het volk liep achter den stoet van den Senator mede, doch geen enkele Romein wijdde, an ders dan tegen betaling, zijn leven aan de grootsche taak. De machtigste en stoutste baronnen van geheel Italië stonden tegen over Rienzi; elk hunner kon op eigen kosten een klein leger van geoefende krijgslieden onderhouden. Aan zijn zijde stonden hand werkslieden en winkeliers, die bereid waren 1 de vruchten der vrijheid te genieten, doch i zonder vooraf den grond te bewerken: d» j voor hun holle toejuichingen vrede en rijk- dom eischien en die .verwachtten dat éénl enkel man in één dag zou bewerken, wat' nauwelijks verkregen kon worden door de uiterste inspanning van een geheel geslacht. Al wat zij verlangden van een hervormden staat was, dat zij niet zouden worden dood geslagen door cle baronnen en geen belasting zouden moeten betalen aan ihrun bestuurders. Rome gaf aan zijn Senator uit vrijen wil geen soldaat en geen florijn. Rienzi zag zeer goed in, welk gevaar den heerscher dreigt, die zijn staat moet verdedigen met hulp van vreemde krijgslieden; het was zdjn liefste wensch, zijn toekomstdroom om, in de eerste blijdschap over zijn terugkeer onder de Romeinen een vrijwillige, goed georganiseerde legermacht op te richten; die door hem -te beschermen, het volk zou b-*- schermen: niet, zooals vroeger, tijdens zijn eerste regeering, een heir, in naam twin tigduizend man tellend die ieder oogenm'.k konden bezwijken voor honderd vijftig ge oefende manschappen; maai een geregeld, goed gedisciplineerd, vertrouwbaar leRer, talrijk genoeg om een aanval te weerstaan en niet zoo talrijk, dat het zelf aanvaller kon worden. Tot dusverre hadden al zijn pogingen en openlijke aanmaningen schipbreuk geleden: het volk luisterde juichte zag hem i'e stad uittrekken om de tirannen te gaan be strijden; en het keerde terug, ieder naar zi n ai'beid om met verrukking te zeggen: „Welk een groot man!" Wendde de Senator ziijn blik van het volk af, dan zag hij zijn ruwe, woeste troepen, gewoon aan de losbandigheid van de leger plaats eens tirans, die hij evenmin kon ver trouwen als hij hun openlijk blijken van wantrouwen ton geven; het een waa al, even gevaarlijk als het ander. Aan alia kanten in het nauw gébracht, werd hij da gelijks meer rusteloos, waakzaam en stroef; en terwijl hij steeds het welzijn van zijn vaderland in het oog hield, werd hij gevloekt als een tiran. De veerkracht der jeugd had den Tribuun verlaten. Zijn lichaam, dat zooveel schokken had doorstaan, was sinds zijn verblijf in den kerker te Avignon ten prooi aan een pijn lijke kwaal zijn geestkracht hield hem staande, doch zijn zenuwen bezweken. Licht kwamen hem de tranen in de oogen en vaak werd hij beschuldigd van huichelarij, wan neer hij in werkelijkheid schreide van over prikkelde gemoedsaandoening. Was hij vroeger bizonder matig geweest, nu zocht hij in den wijn afleiding voor zijn kwellende gedachten. Hij dronk veel, ofschoon de ge volgen slechts merkbaar waren door een vrijere, woestere stemming en door een toegeven aan den eigenaardigen, half vroo- lijken, half bitteren humor, die hem reeds in zijn jeugd hadden gekenmerkt Nu was de vroolijkheid luidruchtigei, de bitterheid scherper geworden. Zóó was Rienzi na het herstel van zija macht en dagelijks traden die eigenschap pen meer op den voorgrond. Hij had Nina nog steeds even lief, maar nu de gloed en de frischheid der zegevierende eerzucht ver dwenen waren had hun omgang niet meet» de oude bekoring. Voorheen spraken zij voortdurend over de toekomst over dg blijde dagen die hen wachtten. (Wordt iirïoigdï ij

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1933 | | pagina 5