TWEEDE KAMER
Jij moet
altijd mee
DE LAATSTE D
ER TRIBUNEN
VRIJDAG 21 JULI 1933
TWEEDE BTAD PAG. F
Aanbieding van Splinternieuwe Amerikaansctie
JA Auto's, zooals: WILLYS. AUBURN, PLYMOUTH,
M\ B B H If CHRfSLER, STUDEBAKER e.a., model '33, uit voor-
raad tegen ONGELOOFLIJK LAGE PRIJZEN !M
C. v. Roon's Autobedrijf, Vlaardingen, Tel. 143
zeker niet ten onrechte. Van invloed daar
op is ongetwijfeld ook geweest de groote
bevoegdheid, welke de minister voor zich
vroeg om in tal van gevallen niet naar ob
jectieve wettelijke nonnen beslissingen te
nemen, maar naar subjectief inzicht te oor-
deelen. Daarin kunnen groote gevaren
schuilen; met de wet in de hand kan als
dan aan rechtvaardige aanspraken geweld
worden aangedaan.
De minister was aan de geopperde bezwa
ren ten deele reeds tegemoet gekomen, zoo
dat de toon in de Kamer vrij mild kon zijn.
Toch is men ter rechterzijde nog niet
geheel voldaan, getuige de gisteren gehou
den redevoeringen en in ingediende amen
dementen. We achten het niet onmogelijk,
dat de minister, die druk confereerde met
leden uit de rechtsche groepen, nog iets ver
der tegemoet komt en dat het dan met ver
eende krachten mogelijk zal zijn om een
solutie te verkrijgen, die wel niet alle be
zwaren wegneemt en bij allen in gelijke
mate, maar die dan toch den weg opent
om, ter wille van den nood tot bezuiniging,
met eenstemmigheid het wetsontwerp te
aanvaarden.
De meeste instemming vond dit voorstel
bij de soc-dem. en de liberalen. De heer
Ketelaar bepaalde er zich toe te wijzen op
de noodzaak van bezuiniging en op de wen-
schelijkheid om de vereischte maatregelen
met zoo groot mogelijke eenstemmigheid te
nemen. De vroeger met zoo grooten harts
tocht gevoerde schoolstrijd zou kunnen rus
ten bij de overtuiging, dat geen onrecht
geschiedt en dat het belang des lands in
grijpen hoogst noodzakelijk maakt.
Een uitzonderingspositie werd door den
communist Schalker ingenomen. Hij deed
minister Marchant als effectieve bezuini
gingsmaatregel aan de hand het stopzetten
van alle uitkeeringen aan het bijzondei
onderwijs. Deze voorstander van vrijheid
in naam wenschte dus den meest on-
duldbaren geestelijken dwang: de verplichte
Btaatsschool. Voor het grootste onrecht
schrok hij niet terug. En dan had hij bo
vendien den moed den maatregel des minis
ters, die op dictatuur moesten uitloopen, als
reactionair te bestempelen, omdat zij terug
kwam op de bestaande regelingen. Erg slim
was deze opmerking niet, gelijk de ministei
hem nog even onder het oog bracht. Men
is in Rusland permanent bezig met op
allerlei maatregelen terug te komen. Reac
tie is daar dus aan de orde van den dag
en op veel grooter schaal en in veel ingrij
pender zin dan ten onzent. Het debuut van
dezen communist was niet zeer gelukkig,
evenmin als dat van zijn partijgenoot Roe-
stam Effendi, die bij de interpellatieaan-
vraag van den heer Wijnkoop een alge-
meene uiteenzetting van zijn standpunt
wilde geven en niet begreep, dat zoo iets
in geen enkel opzicht aan de orde kon zijn.
De voorzitter moest hem dat enkele malen
zeggen \oordat de heer Effendi begreep,
dat hij zijn redenaarsdrang nog eenigen tijd
aan banden had te leggen.
Om tot het wetsontwerp-MaTchant terug
te keeren, de minister was zeer verheugd
«ver den toon, die, zoowel ter rechter- als
ter linkerzijde in het debat te beluisteren
was geweest. Hij maakte daarom naar
beide zijden een elegante buiging vergezeld
van een vergenoegden glimlach, die voor
het resultaat van het nader overleg iets
gunstigs mag doen verwachten. Heden zet
de minister zijn rede voort.
Na de Onderwijsbezuiniging staat nog de
wijziging der Landbouw-crisiswet op ae
agenda. Daarna volgt vacantie!
VERSLAG
Interpellatie Wijnkoop
Aan de orde 1e het verzoek van den heer
Wijnkoop, om verlof tot he.t richten van vragen
aan de Regeering over de mlehandeJiinigsaaak op
Soembawa, over de ongelooflijke behandeling
van een gestrafte aldaar door een officier en
over het feit. dat deze aaak een zeer langen tijd
geheim is gebleven.
De VOORZITTER deelde mede. dat hst geval
In Indiië in behandeling is bij den Krijgsraad,
zoodat het beter Is niet tusschenbeido te ko
men met een interpellatie. Voorgesteld werd
daarom het gevraagde verlof niet te verleenen.
De heer WIJNKOOP (comm.) vond dat niet
nvool, de zaak hangt al zoo lang.
De heer CRAMER (a.d.) zeide. dat men van
meening- kan zijn, dat het gebeurde erg is,
maar nu de zaak in handen van de Justitie is.
kan hij zich met het voorstel van den voorzit-
De heer ROÊSTAM EFFENDI (comm.) wilde
zijn algemeene houding rechtvaardigen.
De VOORZITTER. Dat gaat bij deze gele
genheid ndet.
De heer ROEST AM EFFENDI (comm.). Ik
zal daartoe dan tocth binnenkort wel gelegen
heid vinden en zie dan nu onder protest van
Het voorstel van den VOORZITTER werd
aangenomen met 75 tegen 4 stemmen. Te-
Overtredlng van den eed
De heer KNOTTENBELT (lib.) vroeg aan de
Kamer verlof om den Minister van Justitie vra
gen te njogen stellen over de wenschelijkheld
van wettelijke bepalingen, strekkende om aan
die leiden vam de Staten-Generaal, Proviciale
Staten en Gemeenteraden. die den eed of de
belofte van trouw aan de Gnondiwet hebben
overtreden, het lidmaatschap dier lichamen en
het actieve en passieve kiesrecht te ontzeggen.
Op dit verzoek zal heden worden beslist.
Aan de orde was daarna het opmaken van
een voordracht in verband met de
benoeming van een lid van den
Hoogen Raad
Uitgebracht werden 72 stemmen, waarvan op
oud-minister Donner 62; op Dr v. d. Meulen.
vice-president der Reahtbank te Utrecht 7 en
blanco 3 stemmen. Mr. Donner werd dus no. 1
op de voordracht.
No 2 werd Dr. v. d. Meulen met 44 stemmen,
terwijl op de 3de plaats Mr. P. v. Regteren Al
iens, raadsheer in het Hof te Amsterdam, werd
gebracht met 49 stemmen.
Verder moest een lid van de Gemengde
Commissie voor de Stenografie
(vac.-Maircha/nt) worden aangewezen. Gekozen
werd de heer Ketelaar.
Aan de orde was vervolgens de tijdelijke
heffing van een Invoerrecht op benzine, wat
ora.cti.sch is een
mengverbod voor benzine met
petroleum
De heer WIJNKOOP (comm.) zag daarin be
scherming van de groote maatschappijen en
een schaden van de belangen der kleine men-
schen, die bij het transportwezen betrokken
De .MINISTER VAN FINANCIEN, Mr Oud.
vond de geuite meening zeer wonderlijk. Het
gaat alleen om een maatregel tegen ontdui
king der benzinebelastLng doordat belaste ben
zine gemengd wordt met een onbelaste minder
waardige brandstof. Het mengsel wordt dan
voor den vollen prijs verkocht.
Het wetsontwerp werd. na replieken, goed
gekeurd. De communisten waren er tegen.
Een wijziging van de
Invorderingswet van 's Rijks di
recte belastingen
brengep.de nadere bepalJ/ngen betreffende be
spoediging van executie, uitstel van betaling en
lijfsdwang, kwam vervolgens in behandelng.
Van dit laatste inzonderheid wilde de heer
WIJNKOOP (comm.) niet woten.
Minister OUD begreep van die bezwaren niets.
Lijfsdwang is hem toch niet onbekend. Onjuist
is de meenlmg als zou daardoor in casu de
kleine man worden getroffen.
Z.h.a. werd het wetsontwerp aangeno
men. Alleen do communisten waren tegen.
Z.h.at. werd vervolgens aangeuorr.rn het
wetsontwerp tot goedkeuring van de akte van
Bern van 2 Sept. 1932 tot aanvulling van het
Internationaal verdrag omtrent het
goederenvervoer per spoorweg
van 23 Ootober 1924.
Retorsie-maatregelen
Aan de orde is daarna het wetsontwerp tot
verleening van enkele retorsiebevoegdheden.
De heer WESTERMAN (Nat. Herstel) wees
op he.t immer vijandelijke karakter der retor
sie. Het preventief karakter moet niet over
schat worden. Een onderhandelingstarief is ze
ker niet ideaal, maar het levert toch betere
waarborgen voor succes. Beide maatregelen zijn
echter tweesnijdende zwaarden. Het tegen
woordige handelsverkeer is gebaseerd op de
reciprociteitsgedachte en het is niet mogelijk,
die gedachte voor ons la.nd af te wijzen. Men
moet bij deskundigen en afgevaardigden niet
alleen op kennis letten, maar ook op hun psy
chologische eigenschappen onderhamdelings-
kumst. Zoo Is Engeland het voorbeeld van een
land. dat van de juiste personen gebruik weet
te maken.
De heer KORTENHORST noemde voorbeel
den, waaruit blljkit, dat de retorsie niet iets
n1Met3p'roieot ie"?'heaft ditontwerp Inderdaad
niets te iftaken en daar kan dus in den ver
volge in het debat over worden gezwegen.
Het is niet waar. wat de Rogeering heeft ge
zegd. dat deze maatregelen juist in den laat-
sten tijd zoo urgent zijn geworden. Reeds in
een advies van den Nijvenheidsraad van 1921
wordt op een dergelijke actieve handelspolitiek
aangedrongen. Ook in de troonrede van 1927
wordt gezegd dat een aanvulling van onze
outillage noodzakelijk was. Nog andere voor
beelden werden genoemd. Daarom rust een groot
gedeelte van de verantwoordelijkheid, dat onze
uitvoer zoo geweldig is achteruitgegaan. wel
degelijk op de regeering. Zij is wel wat laat met
haar maatregelen, nu het kalf bijna verdron
ken is.
De onderhandelingen met Duiteehland in het
komende najaar over het douanevendrag. zul
len moeilijk zijn. Wanneer zo geen resultaat
hebben, dun kan retorsie alleen worden toege
past, als het verdrag eerst Is opgezegd.
De vraag werd» gesteld of de Regeering wel
ten volle beseft hoe erg de toestand is. We zijn
op weg naar den ondergang, tenzij de Regeé-
ring de vraagstukken in de kern aanvat. Willen
we den gouden standaard behouden, dan zal het
probleem der werkloosheid tot een oplossing
moeten worden gebracht. Gebeurt dat niet. dan
zullen de aanvallen op onzen gouden gulden ge
weldig in kracht toenemen.
De heer VLIEGEN (s.d.) wees op de slechte
vruchten van protectie in allerlei andere lan
den. Verlangd wordt naar den vrijhandel om het
produotie-ap.paraat weer behoorlijk te kunnen
doen functioneeren.
Ons stelsel van verdediging tegen de ons
door anderen veroorzaakte moeilijkheden is.
zoo werd geklaagd, erg negatief. Het gaat voor
al om werk, desnoods moet het gemaakt. Maar
we voeren van allerlei in. dat we zelf zouden
kunnen maken. Om dit laatste te bevorderen,
zou er e<yi Induetriebank moeten komen.
In. retorsie zit iets vijandigs; het Is echter de
vraag wie het eerst begonnen is. Voor retorsie
Is slechts aanleiding, indien we uitzonderlijk
ongunstig behandeld zouden worden door een
land. De hanteerang van het wetsontwerp moet
dan ook beperkt worden tot de uiterste geval
len. In den bestaanden noodtoestand zullen de
soc.-dem. zich niet tegen het wetsontwerp ver
zetten. Zij hopen, dat de maatregel preventief'
De heer WIJNKOOP (comm.) zag in retorsie
een economlsghen oorlogsmaatregel. Op dit punt
refereerde hij zich aan het oordeel van den heer
Weaterman (Gelaoh). De Regeering kan zoo
agressief zijn als ze wil, echter zonder dat het
succes vaststaat. De communisten zijn voor de
non-agressie; de klein eboeren zullen de slacht
offers worden van deze wet. De voorgestelde
oorlogsmaatregel Is onaanvaardbaar.
MINISTER VERSCHUUR erkende. dat de
stemming in den lande slecht is. Er is ontevre
denheid en een schuldige wordt gezocht voor
de nationale gevolgen van een wereldversahijn-
sel. Er zijn er. die maar ten onrechte de
Nederlandsche Regeering de schuld gven.
Ten aanzien van crisis en welvaart kan de
Regeering slechts een zijdelingsche taak ver
richten.
De ReaVering moet verstandig-aotlef zijn. Zij
is het ook door steunmaartegeien om het natio
nale economische leven te helpen en te prikke
len en aanpassing te doen vinden bij de toe
komstige ontwikkeling.
De voorgestelde maatregel beteekent geen
zwenking in de handelspolitiek; bij de voor
gestelde maatregelen wordt het betere niet uit
net oog verloren.
De meestbegunistlging kam zoo worden gede
natureerd. dat zij uit handelspolitiek oogpunt
alle waarde verliest.
Het wetsontwerp kan geen gewone protectie
beteekenen.-Er is zelfs ala aanvulling een on
derhandelingstarief gevraagd, maar de mi
nister meent, dat hij met de voorgestelde retor
sie verder kan komen, omdat hij daarin een
schaal van middelen ter besohlkking krijgt. De
retorsie beoogt anderen van ongunstige maat
regelen te onzen aanzien af te houden of af te
brengen. Het ligt niet in de bedoeling, dat wij
met vechten beginnen; retorsie moet vooraf
preventief werken, net als een leger. Bij toepas
Geen communistische interpellatie
Eeden-schendende volksvertegenwoor
digers Oud-minister Donner naar
den Hoogen Raad Benzinebelasting
Invordering van belastingen
Verleening van retorsiebevoegdheden
Uitvoer van uien en invoer van
gort Beperking van L.O.-uitgaven
Vergadering van 20 Juli 1933.
Er wachtte der Tweede Kamer nog eenig
werk. Zij is voornemens het met eenigen
spoed af te doen. Men kan dat in de tegen
woordige omstandigheden prijzen.
Het begin was goed. Afgewezen werd een
communistische interpellatie over een aan
gelegenheid, die bij de Indische justitie in
behandeling is. De Kamer pleegt in derge
lijke gevallen het verloop der procedure af
te wachten. Een goede gewoonte, ook in het
oog der soc.-dem., die zich dan ook tegen
des- heeren Wijnkoop's interpellatieverzoek
kantten met de overige niet-communistische
leden dei' Kamer. De aanvraag van den
agent van Moskou werd op voorstel van
den voorzitter afgewezen en wel met 75
tegen 4 stemmen.
De heer Knottonbeflt zorgde voor een
nieuwe interpellatie, maar van heel ande
ren aard. Ilij wenschte den minister van
Justitie vragen te stellen over de wensche-
lijkheid van wettelijke bepalingen om het
mogelijk te maken ,dat leden der Staten-
Generaal, Provinciale Staten en gemeente
raden, die de eeden of beloften ingevolge
de Grondwet schenden, kuruien worden ont
zet van het actief en passief kiesrecht en
.van het lidmaatschap van hun college ver-
.valilen worden verklaard. De bedoeling is
duidelijk. Heden wordt over dit verzoek
heslist.
De Kamer had vervolgens een voordracht
op te maken ter vervulling van een vaca
ture in den Hoogen Iiaad. Met 62 van de
Uitgebrachte 72 stemmen werd oud-minister
Donner op de eerste plaats gebracht. Deze
daad eert de Kamer, gelijk zij ook eervol
is voor den afgetreden bewindsman, die
zoozeer de sympathie van het Parlement
gich heeft weten te verwerven, vooral om
der wille van zijn arbeid. Van harte zij den
minister deze eervolle benoeming gegund;
ons hoogste rechtscollege zal van zijn groots
gaven kunnen profiteeren. Heimelijk koes
teren we echter den wensch, dat Mr. Don
ner niet voor goed in den tempel .van
Justitia op het Plein zal verblijven.
Zonder moeite haalde minister Oud
enkele wetsontwerpjes binnen. Een er van
strekte tot 't tegengaan van ontduiking der
lienzinebelasting, een tweede beoogde het
binnenkomen der directe belastingen te be
vorderen waarbij als strafmaatregel de
mogelijkheid van lijfsdwang werd aan
vaard, terwijl het derde de strekking had
te voorkomen het ontgaan van registratie
recht van overdracht van onroerend goed,
daarin bestaande, dat men in plaats van
het goed zelf, overdraagt aandeelen in een
uaamilooze vennootschap, die eigenares van
het goed is.
Wonderlijk genoeg waren het alleen de
communisten, die tegen deze maatregelen
zoodanige bezwaren hadden, dat ze hun
stem er aan onthielden.
Iets langer moest de Kamer verwijlen bij
het toekennen van retorsiebevoegdheden
aan de Regeering. De bedoeling is der re
geering middelen in handen te geven, waar
mee een staat, die Nederland ongunstiger
dan andere staten behandelt of op een
wijze, die in strijd te achten is met de le
vensbelangen des lands, ernstig rekening
zou moeten houden. Hierdoor zou onze han
delspolitieke positie in gevallen, waarin een
handelsverdrag niet bestaat, dan wed op
zegging vain de zijde der tegenpartij dreigt
of opzegging onzerzijds in aanmerking zou
dienen te komen, sterker komen te staan.
Het middel sluit gevaren in zich en
dient met omzichtigheid te worden gehan
teerd. Dat is trouwens met alle strijdmid
delen het geval. Maar de Regeering hoop
te, dat het toekennen van de gevraagde
bevoegdheden preventieven invloed zou
hebben en dus slechts zelden en liever
nooit van de nieuwe machtiging gebruik
zou behoeven te worden gemaakt.
De Kamer voelde de bezwaren, maar be
greep tevens, dat in de bestaande omstan
digheden moeilijk kon worden geweigerd
hetgeen de Regeering vroeg. Minister Ver
schuur, die natuurlijk een beleidvolle toe
passing beloofde, had dan ook weinig
moeite om het wetsontwerp te verdedigen.
Het is een noodmaatregel, waaraan be
zwaarlijk te ontkomen valt, nu wij van alle
zijden handelspolitieke aanvallen hebben
te doorstaan. Alleen de communisten wis
ten het ook in dit geval beter.
Een begin werd daarna gemaakt met het
wetsontwerp Beperking van uitgaven,
welke voor de openbare kassen voort
vloeien uit de uitvoering der Lager Onder
wijswet 1920. De inhoud van dit voorstel,
dat voor een belangrijk deel bedoelt het
stichten van nieuwe scholen te voorkomen
door distributie van beschikbare school
ruimte, heeft buiten de Kamer veel en
scherp verzet gevonden- Voor een deel
EEN FABRIEK IN WORDING
De Duivendrechtschekade te 'Amsterdam is den laatsten tijd het tooneel van een groote
bedrijvigheid. Daar belooft een hypermoderne behangselfabriek van Rath en Doodeheef-
ver tot stand te komen, wat een beteekenisvolle gebeurtenis voor alle Nederlanders is,
wier aandacht zich tegenwoordig meer en meer concentreert op het Nederlandsch Fa-
bricaat. Tegenover het actueele streven van overheidsinstanties naar meer bedrijvigheid
ter verbetering der huidige omstandigheden kan deze nieuwbouw tevens aangemerkt
worden als een verblijdend teeken van het zoozeer gepropageerde particulier initiatief.
Bovenstaande foto is „Luchtopname K. L. M."
waarheen ik ook gal Met jou bij mij,
wordl nooil een aag bedorven door
hoofdpijn, kiespijn, of onlekker zijn I
Zi°?rn "Akkertje" verdrijft dadelijk
ai i W klachlen. Onmisbaar op reis.
Akker-Cachels koslen slechis 50 cl.
per 12 sluks. Overal verkrijgbaar!
VERDWIJNEND OUD-SCHEVENINGEN
De kleine huisjes en smalle achteraf-straatjes van oud-Scheveningen verdwijnen ondett
sloopershanden,
Cola di Rierizi, de groote Senator van
Rome in de 14e eeuw
Door Edw. BULWER LYTTON
X85
HOOFDSTUK XLVIÏI
De Positie van den Senator.
Men kan zich Rienzi's verontwaardiging
Voorstellen, toen zijn heraut verminkt en
onteerd terugkwam. Zijn karakter, van na
ture reeds stroef, werd nog meer verhard door
de herinnering aan het hem aangedane on-
reclht; en de uitslag van zijn pogingen tot
verzoening met Stefanello kwetste hem diep
Tien minuten na den terugkeer van den
heraut riep de klok van het Kapitool het
volk te wapen. De groote Gonfalon van Rome
werd uit den hoogsten toren gestoken; en
denzelfden avond van Adriano's gevangen
neming was Rienzi's leger, door hem per-
soonlijk aangevoerd, reeds op weg naar
Palestrina. Do ruiters der baronnen hadden
hun strooptochten uitgestrekt tot Tivoli,
naar imen meende met goedvinden d?c be
woners; en op die schoone plek hield Rienzi
stil orn vrijwilligers aan te werven en de
verdachten den eed van trouw af te nemen,
terwijl zijn soldaten onder Arimbaldo en
Brettone de stroopers vervolgden. Laat in
den avond keerden Montreal's broeders
Sveor, met het bericht, .dat de ruiters vani
de baronnen zich in het bosch van Pantanu
hadden teruggetrokken.
Op Rienzi's voorhoofd vertoonde zich een
roode vlek. Scherp zag ihij Brettone aan, die
hem de tijding bracht en een natuurlijke
achterdocht rees bij hem op.
„Ontsnapt!" zeide hij. „Hoe is dat moge
lijk? Genoeg van die ij dele schermutselingen
met zulke adellijke roovers. Zal het uur dan
nooit aanbreken, dat ik tegenover hen zal
staan? Brettone" en de broeder van Mon
treal voelde, Bioe Rienzi's blik tot in zijn zf;l
doordrong: „Bretone!" zeide hij eensklaps
op geheel anderen toon, „zijn uw manschap
pen te vertrouwen? Bestaat er geen hei
melijke overeenkomst met de baronnen?"
„Wat nu?" zeide Brettone norsch, maar
toch min of meer verlegen.
„Geen praatjes!" riep de Senator driftig
„Ik weet, dat gij een dapper hoofdman van
dappere soldaten zijt Gij en uw broeder
Arimbaldo hebt mij goed gediend, en ik heb
u goed beloond! Is dit niet zoo? Spreek op!"
„Senator" zoo nam nu Arimibaldo het
woord, „gij hebt uw belofte aan ons ge
houden. Gij hebt ons verheven tot dien hoog-
sten rang, waarover gij te beschikken had,
en hiermede «zdjn onze geringe diensten
voldoende beloond."
„Het doet mij genoegen, dat gij dit ten
minste erkent", zeide de Tribuun.
„Ik vertrouw, heer" ging Arimbaldo een
weinig meer uit de hoogte voort, „dat g
niet aan onze eerlijkheid- twijfelt?"
„Arimbaldo", hernam Rienzi met diepe,
slecht bedwongen ontroering; „gij zijt een
geletterd man en schijnt te deelen in mijn
plannen tot verheffing van Rome! Gij moogt
mij zeker niet verraden. Tusschen cms be
staat een band. Maar doe mij geen verwijten
ik iben omringd door verraad en de lucht
die ik inadem schijnt mij soms vergif toe."
Er was een zeker pathos in Rienzi's woor
den, dat den zachtaardiger broeder van
Montreal trof. Zwijgend boog hij voor Rien
zi, die hem gadesloeg en zuchtte. Snel ver
anderde deze echter van onderwerp; hij
sprak over het voorgenomen beleg van
Palestrina en ging kort daarop ter ruste.
Toen de beide broeders alleen waren zagen
zij elkander eenige oogenblikken zwijgend
aan.
„Brettone", zeide Arimbaldo eindelijk
fluisterend, „de moed ontzinkt mij. Walter's
eerzuchtige plannen bevallen mij niet.Tegen
onze eigen landslieden zijn wij eerlijk en
oprecht, waarom behandelen wij dezen
edelen Romein zoo verraderlijk?"
„Stil!" zeide Brettone. .„Alleen de ijzeren
hand van onzen broeder kan dit oproerige
volk beheerschen; als wij Rienzi verraden
met zijn vijanden, de baronnen, handelen
wij evenzoo. Laat ons hierover niet verder
spreken! Ik heb berichten van Walter. Over
een paar dagen komt hij naar Rome."
„En dan?"
„Rienzi verzwakt door de baronnen
want hij mag de overwinning niet behalen
de baronnen verzwakt door Rienzi onze
Normandiërs meester van het Kapitool, en
de soldaten die nu door geheel Italië ver
spreid zijn, allen vereenigd onder de vanen
van den Grooten Hoofdmandan moet
Montreal eerst Podesta en daarna koning
van Rome worden."
Arimbaldo scfhoof onrustig heen en weer
op zijn stoel, en de broeders zetten het ge
sprek over hun plannen niet verder voort.
Rienzi's positie was juist geschikt om ook
het zachtste karakter hard en wreed te
maken. Bedeeld met een verstand, in staat
om de verhevendste plannen ten uitvoer te
brengen., met een hart, vatbaar voor de edel
ste aandoeningen, tot het tappunt van mac!,
verheven en omringd door luidruchtige
vleiers, kende hij niemand op wien hij
staat durfde maken. Hij was als iemand, die
een steile helling beklimt, waarvan de grond
onder zijn voeten wegbrokkelt, terwijl elke
tak, waaraan hij zich vastgrijpt, verrot
schijnt te zijn. Hij vond het volk meer dan
ooit ten zijnen gunste gestemd, doch hoe
luid er gejubeld werd als hij voorbij kwam.
toch was niemand tot een offer te bewegen!
Nooit kan één persoon een staat vrij maken
daartoe moet het volk, of altihans een
door vierigen ijver bezielde minderheid daar
van, met hem samenwerken. Rome eischtc
offers van allen, die Rom^ herstel ver
langden offers van tijd, gemak, geld. Het
volk liep achter den stoet van den Senator
mede, doch geen enkele Romein wijdde, an
ders dan tegen betaling, zijn leven aan de
grootsche taak. De machtigste en stoutste
baronnen van geheel Italië stonden tegen
over Rienzi; elk hunner kon op eigen kosten
een klein leger van geoefende krijgslieden
onderhouden. Aan zijn zijde stonden hand
werkslieden en winkeliers, die bereid waren 1
de vruchten der vrijheid te genieten, doch i
zonder vooraf den grond te bewerken: d» j
voor hun holle toejuichingen vrede en rijk-
dom eischien en die .verwachtten dat éénl
enkel man in één dag zou bewerken, wat'
nauwelijks verkregen kon worden door de
uiterste inspanning van een geheel geslacht.
Al wat zij verlangden van een hervormden
staat was, dat zij niet zouden worden dood
geslagen door cle baronnen en geen belasting
zouden moeten betalen aan ihrun bestuurders.
Rome gaf aan zijn Senator uit vrijen wil
geen soldaat en geen florijn. Rienzi zag
zeer goed in, welk gevaar den heerscher
dreigt, die zijn staat moet verdedigen met
hulp van vreemde krijgslieden; het was
zdjn liefste wensch, zijn toekomstdroom om,
in de eerste blijdschap over zijn terugkeer
onder de Romeinen een vrijwillige, goed
georganiseerde legermacht op te richten; die
door hem -te beschermen, het volk zou b-*-
schermen: niet, zooals vroeger, tijdens
zijn eerste regeering, een heir, in naam twin
tigduizend man tellend die ieder oogenm'.k
konden bezwijken voor honderd vijftig ge
oefende manschappen; maai een geregeld,
goed gedisciplineerd, vertrouwbaar leRer,
talrijk genoeg om een aanval te weerstaan
en niet zoo talrijk, dat het zelf aanvaller
kon worden.
Tot dusverre hadden al zijn pogingen en
openlijke aanmaningen schipbreuk geleden:
het volk luisterde juichte zag hem i'e
stad uittrekken om de tirannen te gaan be
strijden; en het keerde terug, ieder naar zi n
ai'beid om met verrukking te zeggen: „Welk
een groot man!"
Wendde de Senator ziijn blik van het volk
af, dan zag hij zijn ruwe, woeste troepen,
gewoon aan de losbandigheid van de leger
plaats eens tirans, die hij evenmin kon ver
trouwen als hij hun openlijk blijken van
wantrouwen ton geven; het een waa al,
even gevaarlijk als het ander. Aan alia
kanten in het nauw gébracht, werd hij da
gelijks meer rusteloos, waakzaam en stroef;
en terwijl hij steeds het welzijn van zijn
vaderland in het oog hield, werd hij gevloekt
als een tiran.
De veerkracht der jeugd had den Tribuun
verlaten. Zijn lichaam, dat zooveel schokken
had doorstaan, was sinds zijn verblijf in den
kerker te Avignon ten prooi aan een pijn
lijke kwaal zijn geestkracht hield hem
staande, doch zijn zenuwen bezweken. Licht
kwamen hem de tranen in de oogen en vaak
werd hij beschuldigd van huichelarij, wan
neer hij in werkelijkheid schreide van over
prikkelde gemoedsaandoening. Was hij
vroeger bizonder matig geweest, nu zocht hij
in den wijn afleiding voor zijn kwellende
gedachten. Hij dronk veel, ofschoon de ge
volgen slechts merkbaar waren door een
vrijere, woestere stemming en door een
toegeven aan den eigenaardigen, half vroo-
lijken, half bitteren humor, die hem reeds
in zijn jeugd hadden gekenmerkt Nu was
de vroolijkheid luidruchtigei, de bitterheid
scherper geworden.
Zóó was Rienzi na het herstel van zija
macht en dagelijks traden die eigenschap
pen meer op den voorgrond. Hij had Nina
nog steeds even lief, maar nu de gloed en
de frischheid der zegevierende eerzucht ver
dwenen waren had hun omgang niet meet»
de oude bekoring. Voorheen spraken zij
voortdurend over de toekomst over dg
blijde dagen die hen wachtten.
(Wordt iirïoigdï ij