volgende model. De rand was zeer breed en liep eenigszins af; hierop was een ronde bol, die op de kruin in een soort knop eindigde. Ook de kleur was voorgeschreven; doze was voor elke streek verschillend, b.v. in Neurenberg rood en Heidelberg geel. De rijke Jood wist door omkoo- ping zich aan dit gebod te onttrekken en de arme Joden trachtten den ver achten hoed immer te verbergen. De schrijvers uit dien tijd klagen over den hoogmoed van de Joden, daar deze zich niet wilden onderscheiden van de Christenen. Over de Joden wil ik verder zwij gen, maar nog iets schrijven over de volken in 't algemeen. Een soort muts, die vele eeuwen lang door de Euro- peesche volken werd gedragen, is wel de capuche of capuchon. Dit was een soort puntige zak, op den mantel be vestigd, die bij ongunstig weer op 't hoofd gedragen werd. Men gaf ver schillende vormen aan dezen kap, die ook wel zonder mantel gedragen werd- maar dan voorzien was van een breede strook, die om de schouders sloot. Ach ter had deze mute de onvermijdelijke lange staart, die zelfs tot de kniehol ten reikte. Hoe meer de volken tot beschaving en hoogere ontwikkeling kwajncn, hoe meer bewerkelijk de hoofdbedekkingen werden. Men kreeg bv. meer bewerkte hoeden van allerlei vorm, de modellen hielden korter stand en telkens verzon men iets nieuws. Voor den zomer en voor den winter achtte men het noo- dig dat een ander hoofddeksel gedra gen werd, en tegenwoordig schrijft de mode behalve een zomer- en winter seizoen ook modellen uit voor het vóór en najaar. Ja, men spreekt zelfs nu over „de Mode van den Dag" en het is zelfs zoover, dat men, onvenschillig in welke groote stad van Europa men komt, bijna te gelijk een zelfde model- hoed ziet dragen. De knoopen kunnen zijn van paarl- moer of glas. Benoodigd materiaal: 4*/2 Meter van 90 cM. breed; voor de kraag 0.50 cM. zijde. Beide patronen zijn tegen den prijs van 50 ct per stuk te verkrijgen bij de „Afd. Knippatronen" van de Uit geversmaatschappij „De Mijlpaal" post box 175 te Amsterdam. Het bedrag kan worden overgemaakt in postzegels, per postwissel of per postgiro 41632. Toe zending zal geschieden na ontvangst van het bedrag. De lezeressen worden vriendelijk ver zocht bij het nummer van het pa troon ook de verlangde maat op te geven: d.wz: boventaille en heup wijdte. Gelieve verder naam en adres duide lijk te vermelden. Men voorkomt daarmee vertraging in de toezending. Ons wekelijksch knippatroon Ditmaal weer eens een paar model len voor de meer gezette figuren. Bei de jurken maken een keurigen slan ken indruk; dit komt zoowel door den schuinen overslag als door de schuine banen in den rok. Een aardig, onop vallend modern mouwtje en de zoo gewilde knoopgarneering voltooien het geheel. No. 154: dit japonnetje was gedacht van een soepel vallend, bruin wollen stofje. Het kraagje is van witte zij of marocain. Als garneering zijn gla zen knoopen genomen. Benoodigd: 3.25 Meter van 130 cM. breedte; voor den kraag 0.50 cM. No. 155: deze japon wordt het beste vervaardigd van gebloemde voile of mousseline Evenals bij het andere ja ponnetje wordt ook hier tic jabot van .witto zijde of marocain gemaakt Alles van katoen 1 Dit jaar staat in het teeken der ka toen, en wij vrouwen cijn er blij mee Want we hebben de leuke katoenen weefsels lang uit onze garderobe moe ten missen. Vroeger noemde men ze voile en mousseline; tegenwoordig heben ze andere namen en zijn ze ook een beetje anders geweven. Men kan de katoenen stoffen in drie categoriën indeelen: 1. de ondoorzichtige waschbare stof •fen; zooals mousseline en katoenen fla nel. 2. de voileachtige stoffen; zooals: or gandie en glasbatist en 3. de tricotstoffen, die weer zoo'n groote rol in de zomermode spelen. We toonen U hier eenige modellen van deze drie soorten stof. Allereerst twee japonnen uit mousse line, flanel of cretonne; wat U wilt. Beide japonnen toonen bijzonder dui delijk de eigenaardigheden van de mode: de halsuitsnijding is niet groot eerder klein, de mouwen gijn kort of tot op den elleboog; men ziet nog wel mouwlooze jurken, maar niet veel. De ceintuur wordt op taillehoogte gedra gen en als de japon geen ceintuur heeft, dan is de taille toch sterk geac centueerd. Ook knoopen zijn nog zeer gevierd. De rok js 's morgens, maar alleen 's morgens, iets korter dan van den winter het geval geweest is. De rok is niet erg wijd, maar loopt klok kend uit of heeft enkele plooien. De gebloemde japon heeft een groote strik, die aan geen enkele jurk ont breken mag, de effen japon heeft heel grappige mouwtjes, die de voorlie'de van Madame Mode karakteriseeren, om vooral kleine uitsnijdingen te maken. Nu komt de avondjurk van katoen: een gewichtig onderdeel van de nieu we mode. D.w.z. het geliefde toilet van organdie. Heel dun, wijd en luchtig is het, het uitgesproken zomer-avond- toilet. Vaak zijn deze jurken van or gandie, op taf gewerkt, om ze nog meer uit te doen staan, en om ze te doen ritselen bij het loopen, zooals de japonnen uit de tijd van onze moeders. Ruches, volants en plissé's hooren bij dene jurken evenals de groote vleu gelmouwen en de nog grootere strik. Het andere figuurtje draagt een heel nieuwe avondmantel van wit piqué. Dit materiaal zal zich zeker heel snel inburgeren. De mantel geldt als bij zonder aardig en practisch voor jonge dames, wie hij bij sport en bij tochten zeker goede diensten zal bewijzen. Wij hebben U hier een klein over zicht gegeven van het gebied der ka toen en het doet ons een genoegen dat wij U dit aardige, practische en...,, goedkoope materiaal dat zoolang ver drongen was door zijde en kunstzijde weer aan kunnen bevelen. Zilveren lepels worden weder mooi glanzend, indien men ize kookt in een oplossing van gelijke deelen zout,, wijnge.es(t ca aluin. Hygieia Haargroei en haar-uitval De Romeinsche geschiedschrijver Ta citus schreef van de oude Germanen, dat zij hun haar hielden tot in hoogen ouderdom. In onzen tijd zou hij het tegenovergestelde kunnen constatee- renl Onder de plattelandsbevolking komt kaalheid op jeugdigen leeftijd gelukkig nog niet zoo heel veel voor. Hoe dichter wij echter de stad nade ren met haar zenuwsloopende leven, hoe veelvuldiger wij personen met kale hoofden aantreffen, en op hoe jonge ren leeftijd de grijze haren optreden. De vaak te groote geestelijke concen tratie, die het moderne leven met zicli mee brengt, vaak in verbinding met schadelijke prikkelmiddelen, voert tot een toestand van zenuwzwakte, en doet haar invloed ook op het hoofdhaar, dat per slot een luxe artikel van het lichaam is, gelden. Waar de zakelijke overspanning vroeger vrijwel tot het mannelijke gedeelte van de bevolking beperkt bleef, zijn er tegenwoordig tal rijke werkende vrouwen, die ook onder dit soort van patiënten vallen. In den strijd om het bestaan zijn zij door haar constitutie al van het begin af dn het nadeel, en ook hun zenuw systeem is gemakkelijker uit het even wicht te brengen. Maar gelukkig is de haargroei, zooals trouwens ons heele huidorgaan, buitengewoon krachtig, zoodat een tijdelijke uitval weer ver vangen wordt door het nieuw aan groeiende haar. Niet iedere haaruitval is als een zie* kelijk verschijnsel te beschouwen. Ook de gezonde huid verliest dagelijks een aantal haren, dat grooter zal wezen, naarmate de haargroei van de be treffende persoon sterker is. De levensduur van een haar va rieert van twee tot zes jaar. Het is de altijd doorgaande groei, welke het gezonde haar van het zieke onder scheidt. Om eenig idee te hrijgen van de verschillende haarziekten is het noo- dig allereerst vast te stellen in welke verhouding jonge en oude haren uit vallen. Terwijl bij gezonde menscheri op zeventien oude haren er één nieu we uitvalt, daalt deze verhouding bij beginnende kaalte van twaalf tot één. Bij verder gevorderde gevalle.i be staat de uitval slechts uit jonge ha ren, wier levensduur dan ook maar heel kort is. Een microscopisch onderzoek vertelt ook nog wat anders. Bij ziekteproces sen komt niet alleen een meer of min ernstige haarverdunning voor, maar bij acute beschadiging treedt een ty pische onderbreking van den haar groei op. En daar het haar per dag nog geen halven millimeter groeit, kan men later gemakkelijk vaststellen, wanneer het haarmerg hierdoor getrof fen werd. Een plotselinge uitval kan optreden' na infectie-ziekten, zoodat het gehcele hoofd dan kaal wordt. Het ziektever loop in deze gevallen is meest een gunstig, en men kan de bezorgde pa- tienten kalmeeren door hun te vertel len, dat <ie „in de rui" zijn. Naast het gebruik van versterkende middelen schrijft men aan deze patiënten tegen woordig ook een bestraling met ultra violette stralen voor, welke den groei bevorderen. In tegenstelling hiermee is bij haar uitval, die tot chronische kaalhoofdig heid leidt, de dagelijksche uitval nieC groot. Daarentegen is de verhouding van den uitval van jonge en oude haren ten ongunste van de jonge ver schoven. De haren worden minder lang, en ten slotte wordt nog slechts fijn nesthaar gevormd. Onder de oorzaken van haaruitval is, naast de nadeelen van het stads leven, dat den mcnsch berooft vaa licht en lucht, ook nog te noemen de beschadiging van de hoofdhuid door het dragen van nauwe hoeden, waar door de bloedcirculatie ongunstig be ïnvloed wordt en de noodzakelijke uit waseming van de huid belemmerd. „Vele patiënten klagen niet oyeje De mode van den dag Garneering Versiering en garneering is in de mode van groote beteekenis voor den indruk van het geheel. Het kan de japon, den mantel of den hoed iets zeer persoonlijks en aparts geven. Bo vendien is er nog het voordeel een niet meer moderne japon er mee te kunnen moderniseeren en te verande ren volgens de laatste mode. Het een voudigste kleedje krijgt iets elegants. Een zomerjurk van verleden jaar wordt omgetooverd in een bekoorlijk zomerjurkje, door de halsopening te verbreeden en af te zetten met een paar volants in de grondtint van de japon. Een paar smalle draagbandjes geven het geheel iets jeugdigs. Als com pleteering wordt er een pelerinetje van fluweel of zijde bij gedragen in een donkere kleur. De lange handschoenen zijn dan in dezelfde tint gehouden. 2» Idrogè roos, maar over een sterk ver meerderde vetafscheiding, die er de haren onappetijtelijk doet uitzien. De oorzaken van de overmatige af scheiding van de vet en zweetkliertjes kunnen verschillend zijn. Storing van de inwendige afscheiding of wel uit- echeidingsproducten van de stofwisse ling werken op de klieren. Dat er zich dan micro-organismen ontwikkelen op den vettigen voedingsbodem is niet te verwonderen. Door veel wasschen wordt het kwaad niet beter; het wordt slechts korten tijd opgeschort. Spoedig daarna zijn de haren weer met vet bedekt, daar de kliertjes na iedere prikkeling met verdubbelde kracht afscheiden. Het best gaat men het tegen door uitdrogende middelen op het hoofd te smeren, om zoodoende het meest hardnekkige kwaad, dat den haargroei belemmert, tegen te gaan. In andere gevallen toont de hoofd huid geen afwijking en moet de oor zaak der kaalhoofdigheid gezocht wor den in een algemeencn toestand van ziekelijkheid. Een bijzondere soort haaruitval is de zoogenaamde „kring vormige haaruitval"; in dit geval ont staan ronde kale plekken. De oor zaak moet gezocht worden in storingen der inwendige afscheiding; soms ook in infectie. Door het gebruik van haarmiddeltjes kan men de kale plek ken weer doen begroeien. Om gezond hoofdhaar te behouden is af en toe een wassching met een zachte zeepsoort aan te bevelen. Bij droog haar volgt na de wassching een invetting met een paar druppels goede olie. Branden en onduleeren zijn dik wijls oorzaak van het afbreken der haren. Ondeskundig gebruikte bleek middelen hebben ook dikwijls een zeer schadelijken invloed. Men moet licht en lucht op de hoofdhuid laten inwerken. Dus, als men buiten is den hoed a'll Is de haaruitval al begonnen, dan Staan den dokter een reeks van in- en uitwendige middeltjes ter beschikking, om de werkzaamheid van de haanba cillen te prikkelen. Men moet er echter aan denken, dat het een proces is, dat lange jaren noo- dig heeft gehad om tot dit stadium te komen, al merkt men het dan ook pas zoo laat op, en dat het een dwaas heid zou cijn, te verlangen, dat in eenigo jaren weer goed gemaakt wordt wat in zoo langen tijd bedor ven isl Handwerken Een leiband voor kinderen Een jonge moeder vroeg ons on langs om het patroon van een leiband voor kinderen. Hieronder laten wij er een volgen. We hebben er voor noo- jdig 40 c.M. reformstof, 2 Meter band, en drie kleuren borduurkatoen. Gelijk op de teekeniag te zien is, Zijn de verschillende deelen allemaal recht; het nateekencn is dus al een heel makkelijk karweitje. Tgi °üp2 cj- wordt tusscHen 3en techlerzijnaad genaaid en dient voor sluiting. (Als steeds, naden aanknippen!) In het midden van den linkerband wordt een gesp genaaid. Als deze soms niet precies 3 c.M. breed is, dan kunnen we do breedte, als bij fig. 4 bedoeld, hiernaar wijzigen. Ook kunnen we voor de smalle reep (fig.4) in stede van reformstof stevig wit band nemen. Om den gesp aan den leiband te verbinden nemen we een stukje ste vig wit band. De punten van de« gesp halen we door het band. Nu De mode van den dag naaien we het band met den gesp aan den achterkant van den linkerhand stevig vast. De beide banden, die dienen moe ten voor het vastmaken aan kinder stoel of loophek, kunnen óf tusschen de zijnaden óf aan den onder- óf aan den bovenkant van den leiband wor den gezet. Voor het borduren neme men blauw, rood en geel of inplaats hier van oranje. De buitenste rand kruisjes werken we met de blauwe kleur; het mid delste motief met rood. Evenzoo de beide laatste hokjes. De twee figuren die nu nog over zijn, werken we met geel of oranje. We beginnen uit het midden van den band te werken. Het zal wel niet noodig cijn het patroon op de stof te teekenen. Im mers op reformstof kunnen we heel gemakkelijk op den draad af werken. Het is gewenscht den leiband van dubbele stof te maken: niet alleen is dit steviger, doch het geeft ook netter afwerking. We werken dan op de bovenste helft eerst het borduurpatroon en naaien daarna de deelen op elkaar. Geel katoenen sprei Hieronder volgt oen mooi patroon, (palinggraatje en waaiertje) voor een geel katoenen sprei. Men gebruikt er hoogstens twee pakken geel katoea voor, nummer 12. Een rand, die hierbij mooi aansluit, hebben wij ech ter niet in ons bezit. Misschien kan een oazer lezeressen ons aan een aardigen rand helpen? Indien niet, dan staat aangeknoopte franje ook heel best! Fig. 1 is het voorste gedeelte van Öen band. Deze is 34 c.M. lamg en 6 c.M breed. Fig. 2 is de rechterhelft vaa het achterste gedeelte van den band: 16 c.M. lang en ook 6 c.M. breed. Fig. 3 de linkerhelft van het ach terste gedeelte van den band: 14 c.M. lang en 6 c.M. breed. Het smalle reepje (fig. 4) is 16 C.M. lang en 3 c.M. breed. Dit reepje eindigt met een punt. Dit gedeelte le naald. 1 afh., 1 recht, omsl., 1 recht, 2 maal overhalen, 1 recht, omsl., 1 recht, omsl., 1 recht, 2 maal overh., 1 recht, omsl., 2 recht, 2 ave recht, 2 maal omsl., 10 maal 1 recht, 2 averecht, 1 recht, 2 maal omsl., 2 averecht, 2 recht, omsl., 1 recht, 2 maal overh., 1 recht, omsl., 1 recht, omsl., 1 recht, 2 maal overh., 1 recht, omsl., 2 recht 2e aaald. 1 afh., 14 averecht, 3 recht, 10 maal 1 aver., 2 recht, 1 averecht, 3 recht, 15 averecht 3e naald, lafh., 1 recht, omsl., 1 recht, 2 maal overh. 1 recht, omsl. 1 recht, omsl., 1 recht, 2 maal overh., 1 recht, omsl., 2 recht, 2 averecht, 1 recht, 2 maal omsl., 10 maal 1 recht, 2 averecht, 1 recht# maal omsl., 1 recht, 2 aver., 2 recht, omsl., 1 recht, 2 maal overh., 1 recht, omsl., 1 recht, omsl., 1 recht 2 maal overh., 1 recht, omsl., 2 recht 4e naald. 1 afh., 14 aver., 4 recht, 10 maal 1 aver., 2 recht, 1 aver., 4 recht, 15 averecht 5e naald. 1 afh., 1 recht, omsl., 1 recht, 2 maal overh., 1 br. omsl., 1' recht, omsl., lrecht, 2 maal overh., 1 recht, omsl., 2 recht, 2 aver., 2 recht Ondergoed Met weinig kosten en moeite wordt het moderne ondergoed zelf gemaakt Bij de luchtige toiletjes uit dunne stoffen moet men dun, licht ondergoed dragen. In cachte tinten, pastelkleuren, uit batist, voile, kunstwaschzijde of crêpestoffen kan men het gemakkelijk zelf maken, zonder dat een patroon noodzakelijk is. Men speldt het af aan het figuur. De onderjurk links heeft een lijfje „van Engelsch borduursel, en twee in gezette banen van hetzelfde materiaal. Ook hemd en broekje hebben dezelfde garneering. Wie niet zooveel geduld heeft om het borduurwerk zelf te ma ken kan de stof gemaakt koopen. Of men kiest een genopt stofje. Het model rechts heeft tusschenzet- sels uit kant Valenciennes-kant is mooier, maar kloskant en Iersche kant zijn sterker. Bijzonder mooi staat het, als de tusschencetsels niet wit maar oker of écru-kleurig zijn. Linnen de groote mode Het grove, hamdgeweven lianen is <lit seizoen zeer geliefd. Heit vertoont zich in alle etalages. Het liefst draagt men dit mooie weefsel naturelkleurig. En vooral man telpakjes ervan. Men ziet ook wel man tels van dit materiaal in pastelkleu ren; de linnen hoed heeft dezelfde tint Roestrood met zwarte knoopen en een zwarte hoed staat vooral blondines goed. Met een naturelkleurige mantel moet eea blonde vrouw oppassen; haar geheele verschijning wordt anders een beetje vaal. Bij licht haar doet men dan ook beter sprekende kleuren te nemen. De vormen zijn sportief en vlot De mantel wordt liefst los ge dragen en hoeft losse vleugelmouw tjes. De gezette dame doet beter geen japoanen of mantels van linnen te dragen. Het recht hiervoor blijft ge reserveerd voor jeugdige slanke figuur tjes. Evenzoo het lichte mantelpakje. Heel aardig staat hierbij een kleurige bonte sjaal. Hot linnencomplèt in don kere kleuren is geschikt voor iedere leeftijd en voor ieder figuur; en vooral als reiscostuum ceer aan te bevelea. 2 maal omsl., 10 maal 1 recht, 2 aver., 1 recht, 2 maal omsl., 2 recht, 2 aver., 2 recht, omsl., 1 recht, 2 maal overh., 1 recht, omsl., 1 recht, omsl., 1 recht 2 maal overh., 1 recht, omsl., 2 recht. 6e naald. 1 afh., 14 aver., 5 recht, 10 maal 1 aver., 2 recht, 1 aver., 5 recht, 15 aver. 7e naald. 1 afh., 1 recht, omsl., 1 recht, 2 maal overh., 1 recht, omsl., 1 recht, omsl., 1 recht, 2 maal overh., 1 recht, omsl., 2 recht, 2 aver., 3 recht, 2 maal omsl., 10 maal 1 recht, 2 aver., 1 recht, 2 maal omsl., 3 recht, 2 aver., 2 recht, omsl., 1 recht, 2 maal overh., 1 recht, omsl., 1 recht, omsl. 1 recht 2 maal overh., 1 recht, omsl., 2 recht 8e naald. 1 afh., 14 aver,, 6 recht, 10 maal 1 aver., 2 recht, 1 aver., 6 recht, 15 aver. 9e naald. 1 afh., 16 aver., 4 recht, 2 maal omsl., 10 maal 1 recht, 2 aver., 1 recht, 2 maal omsl, 4 recht, 15 aver. 10e naald. 1 afh., 21 recht, 10 maal 1 aver., 2 recht, 1 aver., 22 recht 11e naald. 1 afh., 1 recht, omsl., 1 recht maal overh., 1 recht, omsl., 1 recht, omsl,., 1 recht, 2 maal overhalen, 1 recht, omsl., 2 recht, 2 aver., 5 recht, 2 maal omsl., 10 maal 1 recht, 2 aver., 1 recht, 2 maal omsl., 5 recht, 2 aver., 2 redht, omsl., 1 recht, 2 maal overh., 1 recht, omsl., 1 recht, omsl., 1 recht, 2 maal overh., 1 recht, omsl., 1 recht 12e naald 1 afh. 14 averecht, 8 recht 10 maal 1 aver., 2 recht, 1 aver., 3 redht, 15 aver. 13e naald. 1 afh., 1 recht omsl., 1 recht 2 maal overh., 1 recht, omsl., 1 recht, omsl., 1 recht, 2 maal overh., 1 recht omsl., 2 recht, 2 averecht, 6 recht 2 maal omsl., 10 maal 1 recht, 2 aver., 1 recht 2 maal omsl. 6 recht 2 aver., 2 recht Naald 14, 15, 16, 17 en 18 doorgaan tot het schuine hoekje dat 9 steken heeft 19e naald. 1 afh. 16 averecht, 9 recht 2 maal omsl., 10 maal 1 recht, 2 aver., 1 recht, 2 maal omsl., 9 recht, 17 aver. 20e naald. 1 afh., 26 recht, 10 maal 1 aver., 2 recht 1 aver., 27 recht. 21e naald. 1 afh,, 1 recht, omsl., 1 recht, 2 maal overh., 1 recht omsl. 1' recht omsl., 1 recht 2 maal overh., 1 recht, omsl., 2 recht, 2 averecht, 10 recht, 10 maal met de rechtsche steek de 2 averechte wegminderen, 11 recht, 2 averecht omsl., 1 recht, enz. 22e naald. 1 afh., 14 aver., 2 recht, 31 aver., 2 recht, 15 averecht. 23e naald 1 afh., 1 recht, omsl., 2 maal overh., 1 recht, omsl., 1 recht omsl., 1 recht, 2 maal overh., 1 recht omsl., 2 recht, 2 aver. 31 recht 2 aver., 2 recht, enz. Naald 24, 25, 26, 27 en 28, doorgaan met het palinggraatje en recht midden vak. Daarna 1 naald averecht en 1 naald recht, waarop men het nieuwe waaier tje weer begint. Het geheele werkje bestaat dus uit 28 naalden. Voor do zij repen moet men 79 steken opzetten om aan den éénen kant 4 palinggraatjes te krijgen. d 3

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1933 | | pagina 10