Kerknieuws.
Ouderlingen der Geref. Kerken
DE LAATSTE DER TRIBUNEN
WOENSDAG 28 JUNI 1933
GEREF. KERKEN.
Beroepen: Te Ooltgensplaat, cand. K.
Reenders te Leens (Gr.). Te Oppenhuizen
en Uitwellingerga (Fr cand. H. v. d. Veen,
hulppred. te Kolhorn (N.-H.).
Bedankt: Voor Wormer, D. G. A. Brou
wer te Rozenburg.
CHR. GEREF. KERK.
Tweetal. Te 's-Gravcnzande, L. H. v. d.
Meiden te Den Haag en J. Tamminga te
Harderwijk.
NED. HERV. KERK.
Beroepen: Te Gouderak, cand. Jhr. E.
L. W. M. Hoeufft van Velsen te Schevenirigen,
Be dank t: Voor Veenendaal (vac.-wijlen
M. Jcmgebreur), I. Kievit te Baarn. Voor
Rijnzaterwoude, cand. Jhr. E. L. W. M.
Koeufft van Velsen te Scheveningen.
AFSCHEID. BEVESTIGING, INTREDE.
Ds. J. J. van den Berg nam Zondag
j.l. afscheid van de Ned. Herv. Gemeente te
St. Johannesga (Fr.), met een predikatie over
2 Petrus 1 10 en 11. De naar Dussen vertrek
kende leeraar werd toegesproken door Ds. D.
J. van Dijk, van Oosterhaule.
De heer Joh. de Groot nam Zondag
avond afscheid van de Ned. Herv. Gemeente
te Barendrecht, welke Gemeente door hem als
godsdienstonderwijzer en ouderling werd ge
diend. De heer de Groot vertrekt naar Leiden,
in welke Gemeente hij als godsdienstonder
wijzer werd benoemd. Het kerkgebouw was
geheel gevuld; ook velen van omliggende
plaatsen waren aanwezig. Spr. bepaalde zijn
gehoor bij het Godsbestuur in de wereld, in
de Kerk en bij den enkelen menseh, naar
aanleiding van Ezech. 1 16. Een persoonlijk
woord werd gericht tot Ds. van de Waal,
plaatselijk predikant, tot de leden van den
Kerkeraad, de Kerkvoogdij, J.-V., lidmaten-
vereeniging „Vrede en Waarheid" en tenslotte
tot de Gemeente. Aan het einde van den dienst
werd de heer de Groot toegesproken door Ds.
van de Waal. Toegezongen werd Ps. 121 4.
Cand. W. Lour ens Jr., van Ooster
beek, deed Zondag j.l. zijn intrede by de Ned.
Herv. Gemeente te Altforst en Appeltern, na
bevestiging door Ds. A. H. Magendans, van
Maasbommel, met een predikatie over Joh.
1 43a. Na de handoplegging werd den nieu
wen leeraar toegezongen Ps. 134 3. Ds.
Lourens deed zyn intrede met een predikatie
over Joh. 8 12. Hij werd toegesproken door
de heeren P. N. de Vries, namens den kerke
raad van OosterbeekR. Streekstra, gods
dienstonderwijzer te Oosterbeek; J. W. Kal
mijn, hoofd der Chr. School te Appeltern, en
door zijn bevestiger, als consulent en praetor
van den ring. Aanwezig waren Ds. E. Saraber,
van Leeuwen, Ds. H. Smelt, van Druten, Ds.
M. Pol, van Winssen, Ds. J. Meeuwenberg, van
"Wijchen en Leur, Ds. M. de Zwaan van
iWamel en Dreumel.
De Altreformierten Kirchen in Duitschland
'(de Oud-Geref. Kerken in Pruisen, die als
classis Oostfriesland en classis Graafschap
Bentheim de rechten hebben eener Part.
Synode) hebben afgevaardigd naar de Gene
rale Synode van Middelburg, als primi dé
predikanten Ds. E. Kolthoff te Veldhausen en
Ds. L. Men sink te Nordhorn en de ouderlin
gen G. J. Vette te Veldhausen en H. Jutting
te Bunde en als secundi de predikanten Ds.
J. E. Goudappel te Emlichheim en Ds. G.
TJussman te Bunde en de ouderlingen J. H. Kip
te Emlichheim en J. Mertens te Bunde.
PROT. EVANG. KERKEN IN BELGIE.
De Bond van Protestantsche Evangelische
Kerken van België kwam Dinsdag 27 Juni te
Gent in Synode bijeen. Dat Gent de Synode
ontving, is sinds de stichting dezer kerk in
1830 slechts driemaal gebeurd, n.l. in 1859 en
1882. Predikant dezer kerk is thans Ds. E.
Pichal, Coupure 120 te Gent.
DIACONALE CONFERENTIE
De Federatie van Ned. Herv. Diaconieën
deelt ons mede, dat op de 15e Diaconale con
ferentie, welke van Maandag 10 tot Woensdag
12 Juli te Lunteren zal plaats vinden, Prof.
Dr. J. R, Slotemaker de Bruïne, Minister
van Sociale Zaken, niet zal behoeven te ont
breken. De minister hoopt zijn reeds eerder
toegezegde rede over het onderwerp .,In de
branding" een crisiswoord dus te komen
houden en de conferentie gedeeltelijk te ko
men bijwonen. Voor de diakenen wordt het bij
wonen der conferentie in het bijzonder ook ln
verband met deze rede, van beteekenis geacht.
De andere sprekers, die eveneens actueele on
derwerpen behandelen, zijn als reeds eerder
gemeld werd, de heer G. de Jongh, directeur
van het Onderwijsfonds voor de Scheepvaart
te Amsterdam over „De binnenschippers en de
diaconale zorg"; de heer D G. P. Mullaard,
voorzitter van de diaconie te Arnhem over
„De practijk van de diaconale zorg in de te
genwoordige omstandigheden" en mr. F. A.
Nelemans, kantonrechter te Rotterdam, over
„,Crisispachtwet-aangelegenheden'1. Informa
ties geeft het bureau der Federatie, Kromme
Nieuwe Gracht 6 te Utrecht.
IN DERDE CENTR. CONFERENTIE
TE UTRECHT BIJEEN
VRAAGPUNTEN VAN ZUILEN EN
DEVENTER BESPROKEN
Prof. van Vollenhoven refereert over
„Piëtisme en Calvinisme"
Gisteren is te Utrecht aangevangen de
derde Centrale Ouderlingenconferentie der
Geref. Kerken, onder leiding van den heer
J. H. Linschoten van Amsterdam.
De voorzitter opende om 2 uur de eerste
zitting met het doen zingen van Psalm 89 3
en 6, het lezen van Ef. 314-21 en gebed.
In zijn openingswoord heette de voorzit
ter allen hartelijk welkom.
De Conferentie verzond hierna aan H. M.
de Koningin onder luide instemming een
telegram van trouw en toe-bidding van Gods
zegen en hoede. Eveneens verzond de Con
ferentie een telegram van sympathie aan
den Minister-president Dr H. Colijn.
Hierna bracht de secr.-penningmeester de
heer R. de Gooyer, het verslag uit. Aan
het finantieel gedeelte ontleenen we dat de
rekening sluit met een eindcijfer van
f 1053.03 en een batig saldo van f 43.01%. Na
dien kwamen van 221 kerkeraden aan gif
ten in ƒ758 totaal, waaruit deze Conferen
tie moet worden gefinancierd. Het verslag
werd onder dankzegging goedgekeurd.
De voorzitter verwelkomde ter Conferen
tie Prof. Dr. Chr. A a 1 d e r s, hoogleer
aar aan de V. U. die de Conferentie als ad
viseur zal dienen.
De volgende conferentie zal in 1936 te
Arnhem worden gehouden.
Een vraagpunt van Znilen
Hierna kwamen de vraagpunten aan de
orde. Allereerst was er een vraag van Zui
len, luidende: „Hoe heeft een kerkeraad te
handelen, wanneer een dooplid van een
andere kerkelijke gemeenschap, niet woon
achtig in zijn ressort, maar in dat van een
genabuurde Geref. kerk, verzoekt toegelaten
te worden tot de catechisatie?"
Aan de discussie, die, waar Zuilen geen
nadere toelichting geven kon, een onderling
karakter droeg, namen deel: Leerdam,
Utrecht, Kampen, Watergraafsmeer, Breu
kelen, Haarlem, Amsterdam-Noord, Delft en
Alphen. Er bleek geen eenstemmigheid.
Prof. A a 1 d e r s achtte deze zaak een
hoogst simpele kwestie. Men hale er niets
hij wat niet in de vraag staat. Het gaat al
leen over iemand die niet tot de Geref. Kerk
gemeenschap behoort. Als zoo iemand zich
ergens tot een predikant wendt, kan deze
maar één antwoord geven, nl.: kom. Is de
betrokkene minderjarig, dan vrage men of
een en ander geschiedt met medeweten der
ouders.
De kwestie, waar zoo iemand straks belij
denis eal doen, is van later zorg.
Met deze zienswijze vereenigde de Confe
rentie zich.
Geref. Kerken en C. D. U.
De volgende vraag was van Deventer
en luidde: Kan een lid van de Chr. Dem.
Unie, gezien dat in het politiek bedoelen de
zer partij aanwezig is het streven tot: le
algeheele ontwapenng; 2e dictatorisch re-
geeren; en 3e de sociaal-democratische ge
dachte van gelijkheid, A. Ambtsdrager zijn
en B .lidmaat blijven van de Geref. Kerk.
De heer v. d. Steen van Deventer lichtte
deze vraag nader toe.
Aan de discussie namen deel: Haarlem,
Vlaardingen, Renswoude, IJmuiden, Maars-
sen en Katwijk.
Haarlem kon niet zonder meer de toe
lichting van Deventer aanvaarden. Vlaar
dingen wilde de vragen in omgekeerde
volgorde behandeld zien. Renswoude
(Ds J. v. d. Berg) oordeelde dat de vraag
voert op verkeerd terrein. De kerk oordeelt
over personen en doet niet aan poli
tiek. Anders komt men tot het dwaze als in
den kerkeraad der Ned. Herv. Gem. te Apel
doorn waV men een ouderling tot schuld
belijdenis wilde dringen, wijl hij frijn naam
onder een A. R. candidatuur had gezet. Een
kerkeraad kan het A. R. program niet als
maatgevend nemen In de Geref. Kerken zijn
ook Christ. Hist, personen.
IJmuiden oordeelde dat de vraag geen
recht, doet aan de betrokken groep. Der.e
spreker zelve A. R. lid van den gemeente
raad van Velsen, las in het program van de
C.D.U. iets anders. Bij het nemen van een
beslissing zij men uiterst voorzichtig. De
beroering in maatschappelijk opzicht gist
na in de kerk. Handel daarom zachtkens
met den politieken jongeling. De spreker
uit M a a r s s e n, die zelf voorzitter is van
de A. R. partij ter plaatse wees er op dat
deze vraag door de aanwezigen als ouder
lingen moet worden betrien. Dan bena
dert men de zaak vanuit een geheel andere
gezichtshoek.
Ka twij k oordeelde dat de kerk hier zich
wel degelijk moet uitspreken, want de
censuur gaat over het geheele leven. De
kerk zal moeten samenspraken met haar le
den die bij de C.D.U. zijn aangesloten.
Ds C. L. F. v. Schelven, em. predikant
te Driebergen, stelde de vraag of deze zaak
hier wel thuis hoort. Deventer moet de om
schreven drie punten vastknoopen aan de
belijdenis, eerst dan is de zaak hier aan do
orde. In het abstracte is elk lid der gemeen-
•kiesbaar, maar daarom is de verkie
zing van elk lid nog niet verkieslijk. Het
formulier van den ban kan men toch niet
gebruiken om iemand af te snijden wijl hij
voor algeheele ontwapening is!
De adviseur, pi'of. Aalders, wilde
ïrnstig en nadrukkelijk wijzen op de nood
zakelijkheid van het zich bepalen tot het
1. Het Geref. beginsel van de kerke
lijke tucht is in geding. Er is metterdaad
verschil tusschen verkiesbaarheid en de ver
kieslijkheid. De H. Schrift stelt verschillen
de bijezondere eigenschappen voor de ver
kiezing tot het ambt, die nog niet gelden
voor elk lid der kerk. De kerkelijke tucht
gaat altijd over bepaalde personen. Het
lidmaatschap van een bepaalde vereenigiag
kan alleen dan oorzaak van kerkelijke
tucht zijn als zulk ëen vereeniging haar le
den verplichten zou tot dingen in lijnrech
ten strijd met Gods Woord. Zulk een ver
eeniging is de C.D.U. niet, al wil spr. aller
minst als haar pleitbezorger optreden. Elke
kerkeraad heeft in elk bijzonder geval de
zaak afzonderlijk te bezien en bij het ambt
de geschiktheid en bij het lidmaatschap de
eisch van Gods Woord te laten gelden.
De Conferentie spreke zich over deze
vraag noch pro noch contra uit
A r n h e m vroeg aan prof. Aalders, hoe
men dan in de practijk met bepaalde perso
nen handelen moet.
Prof. Aalders antwoordde dat men de
naak niet algemeen zien moet.
De Conferentie deed daarop geen uit
spraak.
Met het zingen van Psalm 977 en dank
gebed van prof. Aalders werd de zitting ge
sloten.
Gisteravond vond een begroetingssamen
komst plaats, die een gezellig en feestelijk
karakter droeg.
VERGADERING VAN WOENSDAG
Hedenmorgen om 10 uur werd de verga
dering voortgezet. In deze samenkomst refe
reerde Prof. Dr D. H. Th. Vollenhoven,
hoogleeraar te Amsterdam, oveï
Piëtisme en Calvinisme
Referent begint met z'n blijd&dhap uit te
spreken over de uiitnoodiigding, dliie hij ont
ving: men voelt blijkbaar tok hier, dat wijs
begeerte vruchtbaar kan zijn voor 't lieven.
En tegen dliië gedachte kan moeilijk bezwaar
hebben, wiiie niet epr. aanvaardt, dat wijs
begeerte dn z'n terugwerking op de practijk
het leven ten vloek en ten zegen is, al naar-
dat ze zich met dan wèl onderwerpt aan
het Woord Gods.
De keuze van onderwerp hield ten me
ste verband met deze grondgedachte:pië
tisme en calvinisme gaan uit van twee totaal
verschillende, conceptdes, en nóg worstelen
beide met elkaar om het leveen en denken
van ons Gereformeerde volik.
Maar wat is piëtisme?
Om deze vraag te beantwoorden, kan men
bij het heden en de practijk aanvangen;
wanneer men zich dan beperkt tot -
Kerken, vindt men zeker „piëtistisoh-getinte
gemeenten"; het piëtisme iin z'n kracht vindt
men echter op deze wijze iniet; in onize Ker
ken komt dtetze dwaling gelukkig maar
zelden consequent voor.
Toah maken de gewijzigde omstandig?
heden het helaas gewenecht, het piëtisme
weer in z'n grondtrekken te bestudeeren.
Vandaar dat spr. bij Speeiier (16351705) en
z'n leerlingen aanving.
I. Het piëtisme komt maar met tegen
eind der 17e eeuw uit de lucht vaJllen; even
min i6 het, zooals het zichzelf in quaei-
besoheidenheid noemt „een gezonde reaotie
tegen de jC >de orthodoxie van het Luthera
nisme", die waarlijk nog wel leven bezat
Om deze richting
te bepalen aie men
allereerst beider het
verschiil tusschen de
schriftuurlijke en de
ons dhiröftuu rfliijike
wijsbegeerte. Bek
stondën in de oud
heid onverbonden
naast elkaar als de
wijsheid van Jsraël
n de wijsheid der
"enen, o.a. dier
Grieken en Romei
nen. Wanneer ech
ter in het beglr
zer jaartelling het
Evangelie in Europa
wordt gepredikt, zien vele Christenen uit
de heidenen, dlie venedhiQflen niet scherp; in
stee van tot antithese komt men tot
these-philoeophie Deze vertoont dezelfde
spanningen als er vroeger in de wijsbegeerte
van Zuid-Europa bestonden. De hoofdtegen-
etal'ling was die tusschen realisme en mami-
naiisme.
Onder de nominalisten dient men nu
alDlereer&t te onderscheiden tusschen de
aristocratische en de democratische rich
ting, en binnen het democratische kamp
weer tusschen een oosteoschen en een wes-
tensohen vleugel.
Laatstgenoemden vinidt men bij Tecntul-
ISaan. Aansluitend bij de ardhaniseerende
Prof. Vollenhoven
richting der jonge Stoa ^onderscheidt hij bij
het indlividu een lager en een hooger deel
het eerste noenit bij de bezielde „natuur"
het tweede ,g est", het hoogtepunt in de
ontwikkeling der „anima". Deze geest"
staat tegenover ail het overige a Is het inner
lijke tegenover de buitenwereld en tegelijk
als het hoogere tegenover het lagere.
Parallel daarmee loopt volgens Tertul-
a.an de wording in God (eerst is er de
Vader, dian de Zoon, dan de Geest) e-n de
geschiedenis van het mor, schel ijk geslacht:
in het eeiste rijk heensohte Adam over de
dieren, in het tweede de kerk over de hei
denen, in het derde de vrije geesten met
bun autonome geweten over de door kebk-
reebt en ambten verbasterde kerk.
In den nieuwen tijd vindt men de /oort-
zetting dezer beweging bij den onrustigen
vleugel der Franciscanen, die in het dealde
rijk de regeering van hun orde venvacht-
ten bij de begihijnen, de lolhairden in Enge
land en de Taborieten in Bohemen; in de
periode dea- Reformatie bij de onrustige
chiliasten als Thomas Münzer, bij de
onrustige en rustige Dooperechen, en zon
der wederdoop u-ij bij Caste Hoi na de
Reformatie in het vaderland der Taborie
ten (Comeniu6), in Engeland (iinksdhe
yleugell der Indepen dent en)en. hier te
lande buiten de volkskerk bij de Colilegnon-
ten en aanvankelijk in de kerk bij D e
L a b a d i e, den trait- d'union tusschen
laatstgenoemde drie groepen, dlie reeds tij
dens diens studententijd invloed op S pe
ne r uitoefende.
II. Een tweede lij nnaar Spener loopt
via de anti-calvinistische tendenzen 'n het
denken van s-mmige (nominalistische) ge
reformeerden, uitkomend in de wijze van
„oplossing" der moeilijkheden op welke
men na C a 1 v ij n was gestuit. Om nl. het
leven van Adam en Eva onder de wetten
Gods in 't paradijs aan te duiden, sprak
men reeds kort na C a 1 v ij n van een ver
bond in 't paradijs, dat men soms als „werk
verbond", soms als „natuurverbond" aan
duidde en ven het „genadeverbond" onidier-
edbeöldde. Moeallijkhead rees er nu over de
vraag, hoe men zich de onderlinge veihnu-
dliing dezer verbonden had te deniken. De
helaas herieefde scholastiek ging ook op dit
punt weer in twee hoofdrichingen uiteen:
de realisten zagen het verbond a,ls 't alge-
meêne in brilde en meenden nu, dat het
werkverbond zich als mogelijkheid r e
geerde in het ge na deverbondnomailieten
als Arminius zagen daarentegen genade a.ls
vrijheid in tegenstelling met gebondenheid
en leerden dus, dat het gen-a de verbond de
xfscihaffing van het werkverbond be-
teekende.
III. Verbonden vindt men deze lijnen ee,ri
hij Spener.
Het geweten is bij hem zóó autonoom, dat
ingaan tegen eigen geweten ook dan zonde
is, wanneer dat geweten dtwaadt. Z'n dhrilliias-
tisohe toekomstverwachting riidht zich op
een toestand van tolerantie.
Hoe anti-reformatorisch hij denkt blijkt
wel daóruit, dat hij niet ziet, hioe God ons
leven van vóór de geboorte zóó leidt, dat
w'vjrd en sacrament In on6 leven komen.
Ook wedeibaart God ons z.i. Met door het
«san buiten ons komend machtswoord: wat
van buiten tot ons komt, behoort tot het
zintuigeQijk waarneembare, wat op dit stand
punt wil zeg"--' - het buiten ons liggende
deel dei' 1 g ere weredd. Dat geftdit ook ten
aanzien van de Heilige Schrift: vandaar dat
ji j. ook" de mdirakiken van Haar, door de
Waarneming in ons opgenomen, door het
vorstand ter beoordeetiing aan den geest
wonden aangeboden, die dhn in vrijheid be
slist over aanvaarding of verweiping. De
geest is hier dus wel (empiristisch) afhan
kelijk van heJ waargenomene en treedt ©east
i.n laatster instantie op, doch deze instantie
is de beslissende. Bovendien strekt de Hei
lige Schirft slechte daartoe, den geest der-
genen die ha-r aanvaarden te „stichten",
welke stichting" dan qu46i-„psyóhoiogiioc.h"
kan beschreven.
Zoo word i woord en sacrament hier een
„vraag aan den geest", en 't beflangnijkete
niét dat God ons bedde schenkt en ih _>r
beide Zdich aan ons openbaart, maar wat
w ij daarover zeggen. Bovendien kan de
geest zich van te voren voorbereiden door
een streven nea. godzaligheid voigens 'e
regels der Christelijk-stoïsche moraal.
Oogensdbijnilijk randt Speiner dus geen
enikeil dogma "aan: het dogma is een vorm,
die hem, als alle „vormen", onversahiiMig
laat; nog bijkomstiger is hem natuurlijk
het vei-schill tusschen z'-'ike vormen, b.v.
tusschen luthereoh en gereformeerd. Maar
in feite tast. hij alllie dogmata aan, daar hij
de Heiillige Schrift, aan welke ieder dogma
moet ontleend, daagt voor de rechtbank
het indiividlu. Vandaar dat ook de kerk hier
plaats maakt voor collegia pietati6, en het
ambt wordt miskend: men leze zelf de
Heilige Schrift, wie haar hoort prediken
moét ook nog iets anders dam het gehoorde
keuren, rul. niet de rechtzinnigheid va.n den
preek, maar de waardigheid van den pre
diker.
IV. Verschil van meening heerscht
onder de piëtisten voornamelijk ten aanzien
van <5e volgende vragen:
A. of het evolutionisme en empirisme vol
strekt kunnen gehandhaafd of niet.
B.-of men zich met betrekking tot de Hei
lige Schrift kan neerleggen bij de in de kerk
tot welke men behoort gangbare exegese,
dam wel, deze accommodatie verwerpend
eigen anthropologic heeft te steunen door
willekeurige interpretaties, die dan haar
consequenties medebrengen voor de „uitleg
ging'' van de mededeelingen der Heilige
Schrift innake den kosmos, de drie Personen
in het goddelijke Wezen en Hun onderlinge
irhoudingen, den Middelaar en de Kerk.
V. Ten aanzien van het verloop van het
piëtisme verdienen vooral de volgende trek
ken de aandacht:
A. de dubbelzinnigheid van z'n bovendien
onzuiver geestbegrip maakt het verstaan
baar. dat een deel der piëtisten de in dc
eeuw opkomende „verlichting" bleef be
strijden, een ander deel haar daarentegen
bijviel al was deze vleugel dan ook afkeerig
van de verstands verlichting (Kant's onder
scheiding van verstand en rede), soms ook
•et van de techniek (Rousseau).
B. Waar het pseudo-christelijk geloof ver
viel, maakte de term „geest" soms plaats
voor andere als „(hoogere) natuur"' en „per-
VI. Beoordeeling.
A. Naar z'n oorsprong (III), grondstel
ling (III), problemen (IV) en verloop (V)
staat het piëtisme tegenover het calvinisme.
B. dat mag ook bij de waardeering van
het betrekkelijk-goede in het piëtisme z'n
crifciek op de verheerlijking de-r cultuur
goederen, i'.'n verwerping van abstracties,
z'n accentueering van individueele verschil
len in de opvoeding, het aandrngen op per
soonlijke bekeering, enz. niet vergeten:
het calvinisme laat dezon elomenten ten
volle recht wedervaren, maar ziet ze in ver
band met het geheel.
VII. Conclusie.
A. Wortelend in twee ernstige dwalingen,
dient het piëtisme in haar worstelng tegen
de menschvergodng als anti-schriftuurlijk en
individualistisch bestreden.
B. Wijl 't piëtisme niet steeds en overal
in separatie heil zocht, komt het, zij het
ook meestal in verzwakten voren, mede in
onze Kerken voor, waar het vooral in onzen
tijd tal van ambtsdragers niet geringe zorg
baart.
C. Vol erbarmen met de dwalenden, sta
men toch deze dwaling «elf ernstig tegen.
D. Daarbij ga men vooral positief te
werk: men bestrijde dit nominalisme niet
met realistische conceptie, die toch weer
nominalistische reacties opwekken, maar
brenge het woord Gods, bestrijde de beoor
deeling daarvan, vei'ge geloofsgehoorzaam
heid, legge ongeloof als ongehoorzaamheid
bloot, en geve ook duidelijk voorlichting in
zake die punten, bij welke het piëtisme met
verkeerde probleemstellingen en oplossingen
klaar staat Voorts trachte men te overreden,
door te wijzen op de bange onzekerheid in
welke deze richting haar volgelingen voert
en laat, terwijl de geloovigen wandelen in
het licht. En dringe tenslotte bescheiden,
maar beslist aan op erkenning van het amb
telijk gezag.
Ook hier volge men de gewone regelen
der tucht: zoo onderscheide men tusschen
hen die wel en die -niet een ambt bedienen,
tusschen onwillekeurige dwaling en opzet
telijke propaganda, en trachte niet slechts te
genezen maar ook te voorkomen, recht
streeks in de kerk, indirect via het toezicht
op de scholen.
F. Bij al dit werk vertrouwe men op de
majesteit van het woord Gods en vergete
men niet de ernstige bestudeering van eigen
calvinistische beginselen en van de uitwer
king die deze in den loop der eeuwen von
den.
AMERONGER KRING.
In het Zendingshuis te Amerongen (oud-
zendeling P. Kampmann) hoopt men van 8-11
Juli eer. conferentie te houden over het onder
werp: „Jezus Christus, de bron des levens".
Sprekers: Pastor H- Coerper uit Liebenzpll,
ïruss Ruth Paxson, Ds. Siegers e.a.
CHR. NAT. ZENDINGSFEEST
Woensdag 5 Juli a.s. wordt voor de Zending
een groote dag! De Vereeniging C.NjZ. zal
dan 70 jaar bestaan. Van alle zijden zullen
ongetwijfeld de Zendingsvrienden naar het
landgoed „Raaphorst" te Wassenaar, komen.
Drie spreekplaatsen met de navolgende spre
kers zullen veler aandacht trekken.
Ds. Joh. Rauws: Welkomstwoord; Prof. Dr.
J. R. Slotemaker de Bruïne: Openingisrede;
Dr. S. F. H. J. Berkelbach van der Sprenkel:
„De Zending en de vergeving der zonden"; de
heer P. J. Grondel, iZendeling-leeraar op N.
Guinee: Jeugddienst; de heer Joh. de Heer:
„Wie is de sterke man?" Dr. M- M. den Her
tog, predikant te Den Haag: „Zending nu
meer dan ooit"; Dr. J. P. de Jong, Zendeling
arts te Malang: „De plaats van het .Zendings
ziekenhuis in het Zendingswerk"; de heer H.
van der Klift, Zendeling-leeraar in Zuid-Oost-
Celebes: „Vijftien jaar pionierswerk op Zuid-
Oost-Celebes"; de heer C. W. Nortier, Zende
ling-leeraar en docent aan de Opleidingsschool
Bale Wyata te Malang. Voorzitter van de Sy
node der Oost-Javaansche Kerk: „De Oost-
Javaamsche Kerk en Christus"; Ds. M. J. Pun-
selie, predikant te Leiden: Jeugddienst; üe
heer J. Rawie, Lt.-kolonel van het Leger des
Heils, vroeger Algemeen Secretaris in Ned.-
O.-Indië: „Leven, Licht en Liefde in de val
lei des doods"; Mr. Dr. N. G. Veldhoen, pre
dikant te Voorburg: „Altijd dezelfde"; Ds. C.
C. G. Visser, predikant te Rotterdam: ,.'t Is
Uw zaak"; Ds. Is. Voorsteegh, predikant te
Den Haag: „Je mamtiendrai"; Prof. Dr. F.
W. A. Korff, hoogleeraar te Leiden: Slotrede.
Op den vooravond, Dinsdag 4 Juli, zullen
spreken: Ds. W. A. B. ten Kate, Herv. Pred.
en Dr. J. C. Rullmann, Geref. Pïed. te Was
senaar.
De spoorwegen en de H.T.M- verleenen
volle medewerking, zoodat de reiskosten tot
een minimum beperkt zijn. Men zie de
DONDERDAG, 20 JI'NI,
luizen (1875 M.) N.C.R.V. 10.00 Gramofoon.
10.15 Morgendienst door Ds. P. de Smit. van
Utrecht. 10.45 Gnunofoon 2.00 Fraais
handwerken. 8.00 Vrouwenhalfuurtje
4.00 Bijbellezing door Ds. C. D. van Noppen,
te Zwolle. 5.00 Zang 5.45 Handenarbeid
voor de Jeugd. 6.15 Onze Ned. monumen-
Knlppen en stof versleren7.15
Utrecht plm. 0.45 T
foon.
K.R.O. 8.00 Morgenc<
foon 12.15 Lunch.
H i 1
foc
fOOD 10.
11.00 Gramo-
um (296.1 M.) A.V.R.O.. 8.01 Grarao-
10 01 Morgenwijding 10.15 Gramo-.
.'nconcert 11.00 Knip-
Uünchcon-
dagen. 4.5
eert 2.30 Gramofo
4.00 Voor zieken en
Gramfoon 5.00 Voor grootere kinderen
5.40 Omroeporkest 7.00 Orkest 8.01 Vas
Dlas 8.05 Gramofoon 8.15 Concert
10.30 Kovacs Lajos
9.20 Concert
foon 8.20 Com
9.20 Concert
a ven try (1554.4 M.) 12.20 Orkest 1.35
Gramofoon 2.35 Orkest 3.20 Vesper
4.05 Orkest 5.05 Concort 6.50 De grond
slagen der muziek 9.55 Concert 10.50
Kerkdienst 11.05 BBC orkest.
mofoon 10.25 Orkest
KSnlgswimr tajsen (1635 M.)
Concert 12.20 Gramofoon 2.20 Gra
foon 4.20 Concert 5.55 Zaag
angenberg (472.4 M.) 6.20 Gramofoon
7.20 Concert 10.20 Concert 12.20 Concert
1.20 Concert 4.50 Concert 11,00 poneert
London Reg. (355.9 MA 12.20 Orgelconceit
I R e g. (398.9 M.) 12.20 Orgelconcerü
eert 2.20 Orkest 6.50 Orgel
nofoon 7.50 Carillon 8.05 Orke^*
INSTITUUT STEEHOUWER.
Fotoboekje.
Daar het Instituut Steehouwer voor Radios
telegrfie en Radiotechniek, te Rotterdam, zijn
25-jarig bestaan heeft herdacht heeft het een
boekje met 24 foto's laten verschijnen, be
trekking hebbend op het mondeling en het
schriftelijk onderwijs, op de adminisratie en;
expeditie der leermiddelen, de zenders, het
internaat enz. Elk plaatje is van duidelyke
omschrijving van het voorgestelde voorzien.
Het is alsof de heer Steehouwer u door zyn
school heen leidt en u onderhoudend vertelt
van wat daar te zien is.
plakhil jetten. Geheel Zuid-Holland eni
Utrecht maken zióh op. Ook een dieel van,
Amsterdam kart en moet kómen!
Op spreekplaats I en III zullen zich ge*
luid-versterkers bevinden. Enikele spreek*
beurten van spreekplaats I worden per ra
dio uitgezonden.
Programma's en plaatskaarten zijn mi
reeds verkrijgbaar hij de Spoorwegen. Nie
mand, die kan, verzuime dezen hijzonderenl
dag bij te wonen. „Raaphorst" is een schoon
oord, heeft een groote cantine, een zee?
groote rijwielstalling, enkel aan den hoofd
ingang, een parkeerterrein voor particulie
re auto's op het terrein, terwijl door de po
litie een afzonderlijk parkeerterrein voor
autobussen wordt aangewezen en verzorgd.'
ZENDINGSDAGEN
De Zendingsdag van de Classis Den Haag
der Ger. Kerken, wordt gehouden Woensdag
19 Juli a.s. in de Hertekamp, behoorend bij
het landgoed „Vreugd en Rust", te Voorburg.
Vóór de pauze hopen op te treden: Ds. K.
van Anken, van Delft, openingswoord; Ds. W.
J. J. Velders, van Rotterdam: „Wat zeggenl
de Joden van de .Joden?" Ds. C. W. J. van,
Lummel, van Zuidland: „Arm, doch velen ryb
makende"; na de pauze: de heer D. J. Boe
man, van Solo: „De zegen der school"; Ds. C,
Mak, van Medan: „Indrukken van den Zen*
dingsarbeid op Sumatra"; Ds. K. K. Troost,
van Naaldwyk: „Mededeelingen van het Zen
dingsterrein"; Ds. W. S. Pontier, van Maas
dijk, slotwoord. De begeleiding geschiedt door
de Chr. Harmonie „Crescendo" van „Bloemen-
daal", te Loosduinen.
Op den Zendingsdag van de Classis Apel-
doorn-Zwolle der Chr. Geref. Kerk, welke a.8.
Donderdag 29 Juni te Apeldoorn in „Berg en,
Bosch" gehouden wordt, zal naar wy verne
men ook optreden de heer J. Belksma, zenae--
lingrleeraar van den Gereformeerden Zendingft
bond onder de Toradja's op Midden-Celebes.
GIFTEN EN LEGATEN
De „Tel." meent te weten, dat door wed.
't Hoenide Wit, te Sliedrecht aan de Diaco
nie der Ned. Herv. Gemeente aldaar £100.00.0!
is vermaakt.
Oola di Rienzi, de groote Senator van
Rome in de 14e eeuw
Door Edw. BULWER LYTTON
KORTE INHOUD VOOR NIEUWE LEZERS
Lang en ernstig had Rlenzl, de groi
ln het begin i
eeuw, gesproken met den bisschoj
De laatste peinsde op middele
3tanden en losbandige
en en daartoe riep hjj de medewerking
nan Rienzi in.
Deze bewilligde daarin, maar stelde tevens
in Rome te
Het volk
bij dei
Bij dezen strijd vielen ook bloedverwar
Adriano, de verloofde v.un Irene, Rienzi';
Adn-iano meende hierdoor verplicht
zich van Irene en den Tribuun te verv
Hij trek de eenzaamheid in en was v
ence. waar de pe
reef zyn liefde he
Dn hij meende daar de zekei
ïtvangen, dat ook li
itgebrokei
ite be
gehouden. Daar wilet zijn echtgenoote. als page
kardinaal AAbarnoz
dracht gekregen te weten te bomen wt
„page" bij Rienzi ging doen. Maar de verr
de Nina liet ge-en woord los en toen Al'
wilde beginnen, liet zij hem e
budten de poort van het paleis, waar zij t
lijk verblijf hieild.
Met het onaangename vooruitzicht van een
gesprek met Albornoz, die, als de meeste
bekwame Meden, de talenten van zijn diena
ren schatte naar het welslagen hunner
pogingen, keerde de Spanjaard terug naar
huis. Eenigszins haastig trad hij, onaange
diend, zooals hem veroorloofd was, de
kamer van zijn meester binnen en vond hem
in een ernstig gesprek met een ridder, die
naar zijn langen, hoog opgestreken knevel
en blinkend harnas onder zijn mantel te
oordeelen een krijgsman van beroep scheen
te zijn, Verheugd over dit uitstel, ging Al
varez even haastig weg a'ls hij gekomen
HOOFDSTUK XLI.
Rienzi's vrijspraak en nieuwe aanstelling.
Den volgenden avond was er in de straten
van Avignon een aanzienlijke volksmenigte
op de been. Het was de tweede dag van het
gerechtelijk onderzoek tegen Rienzi en de
uitspraak werd ieder oogenblik verwacht.
Het grootst was de belangstelling bij de
vreemdelingen uit aJile landen, bijeen geko
men in de stad waar het pauselijk hof zijn
pracht ten toon spreidde. De Italianen, zelfs
de hooggeplaatsten waren vóór, de Fran-
scheri tegen den Tribuun. De bewoners van
Avignon zelf bekommerden zich weinig om
iets, dat hun geen geld opbrapl/t; als het
tot een geheime stemming gekomen was,
dan zou er zeker met groote meerderheid
besloten zijn, den gevangene te verbranden,
ais het maar geld in den zak gaf!
Onder het volk bevond zich een lange
man in een eenvoudige, eenigszins roestige
wapenrusting; zijn ridderlijk voorkomen
was in tegenstelling met zijn onaanzienlijK
harnas. Hij droeg geen helm doch een klei
nen, zwart-lederen stormhoed, met breeden
rand, zooals veeil gedragen w erden door rei
zigers in wanneJanden. Een zwarte pleister
bedekte zijn eene wang en over het geheel
zag hij er uit als een krijgsman, die naar
lichaam en beurs weinig voordeel uit den
oorlog had getrokken.
Tot tijdverdrijf maakte de ongeduldige
menigte alleriei grappen ten koste van den
armoedigen krijgsman; en ofschoon zijn
oogen zich verscholen onder den rand van
zijn hoed, toonde een guitige glimlach om
zijn mond, dat hij best scherts kon ver
dragen.
„Wel" zeide iemand uit de menigte, „ik
behoor tot een staat die eenmaal vrij was,
en ik vertrouw, dat de vriend des volks
rechtvaardig zal behandeld worden."
„Amen" sprak een ernstige Florentijn.
„Men zegt", fluisterde een jong student
uit Parijs tot een geleerden doctor, hij wisn
hij in huis woonde, „dat zijn .verdediging
eon meesterstuk moet zijn."
„Hij heeft geen graad", antwoordde de
doctor aarzelend. ,>Zeg, vriend, waarom
dringt gij zoo? Gij hebt mijn tabbaard ge
scheurd."
Dit werd gezegd tot een minstreel of
jongleuTa die met een kleine luit om den
hals, met groote moeite tusschen het volk
doordrong.
„Veigeef mij, eerwaarde heer", zeide de
minstreel, „doch dit tooneel moet bezongen
wordenl Eeuwen na dezen zul-Len. tot in de
verste landen, legenden en liederen getui
gen van de avonturen van Cola di Rienzi,
den vriend van Petrarca en den Tribuun
van Rome."
De jonge Fransche student keerde zich
haastig, met een bips op het bleek gelaat,
naar den minstreel. Hij deelde niet in het
algemeen gevoelen van zijn landgenooten
tegen Rienzi en daarom gevoelde hij, dat ei
een nieuw tijdperk voor de wereldgeschie
denis moest zijn aangebroken, wanneer een
minstreel op dien toon sprak over een dei
helden van het verstand, niet van het
zwaard.
Op dit oogenblik voelde de lange krijs
man een ongeduldig tikje op den schouder.
„Zou ik u mogen verzoeken, groote heer"
sprak een scherpe, gebiedende stem, „uw
lang lichaam een weinig op zijde te schuiven
ik kan niet door u heen kijken en ik
zou heefl gaarne Rienzi dadelijk zien, als hij
de rechtbank verlaat
„Edele heev page" antwoordde de krijg?
man vroolijk, terwijl hij plaats maakte voor
Angelo Villani, „het zal u niet altijd geluk
ken, u een ^eg door de werdld te banen
door gebiedend op te treden tegen de ster
keren. Als gij wat ouder zijt, zult gij u er
w>e bepalen, aan de zwakken de wet voor
te schrijven; de sterken zult gij vleien."
„Dan zou iik geheel van aard moeten var
anderen", sprak Angelo, die klein van ge
stalte en bovendien nog nie-J geheel volwas
sen was, en voortdurend beproefde over de
hoofden der menschen heen te kijken.
De krijgsman zag hem goedkeurend aan.
Opeens zuchtte hij, terwijii zijn lippen tril
den van een vreemde ontroering.
„Gij spreekt goed", zeide hij na eenige
oogenhlikken. „Vergeef mij het onverwachte
van mijn vraag; zijt gij een Italiaan? Naar
uw tongval te oordeelen, zijt gij een Romein,
maar aan deze zijde der Alpen heb ik
trekken gezien, die op de uwen gelijken."
,-Dat is wel mogelijk, goede man" zeide de
page uit de hoogte; „maar ik ben o zoo
dankbaar, dat ik in Rome geboren ben."
Op dit oogenblik barstten luide kreten los
onder de mepschen, die het dichtst bij het
gerechtshof stonden. Trompetgeschal dead
die eensklaps zwijgen en het werd doo
stil, toen de pauselijke lijfwachten, voor het
hof geschaard, vooruitkwamen er. het vols
een paar stappen terugdrongen.
Toen het trompetgeschal ophield, vernam
men de stem van een heraut; zij drqng ech
ter niet door tot de plek, waar Angelo en
de krijgsman stonden. Aan den machtigen
jubeltoon, die in een oogwenk door de
geheele schare werd over genomen aan
het wuiven met zakdoeken uit de ramen -—
aan afgebroken uitroepen die van mond tot
mond gingen, bemerkte de page echter, dat
Rienzi vrijgesproken was.
„Ik wiilde, dat ik zijn gelaat kon zien!"
zuchtte de page op klagenden toon.
„Bat zult gij" sprak de krijgsman. Hij
nam den knaap op en drong met reuzen-,
krachten vooruit door den menschënstroonï
tot vlak bij de lijfwacht, waar Rienzi zeker!
moest voorbij komen.
De page, half verheugd, half verontwaar
digd, verzette zich een weinig, omdat hij
deze wijze van vooruitkomen in strijd met
zijn waardigheid achtte. Toen dit hem ech
ter niet hielp, berustte hij zwijgend in sniv
lot.
„Gij zijt de eerste" sprak de soldaat, „dien
ik ooit vrijwillig boven mijzelf gesteld hebj
en ik doe het ook alleen om uw- mooi ge*
laat, dat mij herinnert aan iemand, die ik
lief had."
Doch deze laatste woorden werden zacht
jes gesproken; en de knaap was zoo ver
vuld van zijn verlangen om den held vatf
Rome te zien, dat hij er zelfs geen acht op
sloeg. Daar naderde Rienzi, begeleid door
twee edellieden uit het gevolg van den paus
Langzaam stapte hij voort, onder, de begroe
ting en de juichkreten van het volk; hij
keek rechts noch linies. Zijn houding was
vast en kalm, en de blos op zijn wangen,
was net eenige uiterlijke teèken van zijn
blijdschap en opgewondenheid. Van elk bal*
kon^ vielen bloemen voor zijn voeten en
juist toen hij op een ruimer plek was »e-
kofen die iets hooger lag en hij uit de om
liggende huizen beter gezien kon worden,
bleef hy staan. Hij ontblootte het hoofd en
dankte voor de eerbewijzen met een
gebaar onvergetelijk voor ieder die hein
geien had.
(Wordt vervolgd.)] j