l)e£fhcfieJ'(aofi£
WOENSDAG 21 JUNI 1933
Kerknieuws.
NED. HERV. KERK
Beroepen: Te Waddinxveen, A. van der
Koojj te Maarssen. Te 's-Gravenpolder
(toez.), J. G. N. van Hoogstraten te Boxmeer.
Te Ten Boer, cand. J. J. F. Franck te
[Utrecht.
GEREF. GEjMEENTEN
Tweetal: Te Lisse, RL Heikoop te Utrecht
en J. D. Barth te Borssele.
Ds. J. H. VAANDRAGER
Naar wij vernemen, is Ds. J. H. Vaandrager,
vlootpredikant, te Den Helder, aangewezen
voor de geestelijke verzorging van de schepe
lingen van de „Johan Maurits van Nassau",
die een reis naar Curat;ao zal maken, Ds. Vaan
drager zal de terugreis mfct de „Van Nes" m;
ken. De reis zal ongeveer 3 maanden duren.
BOUWE VLAS
Naar wy vernemen, verkeert de kommandant
Bouwe Vlas van het Leger des Heils in bete
ren toestand. Heden, Woensdag, mocht hij het
Ned. Herv. Diaconessenhuie te Amsterdam ver
laten. Een operatie heeft niet plaats gehad.
Zy'n arbeid zal hij voorloopig nog niet kunnen
hervatten.
GEREF. KERKEN EN CHR. OEREF. KERK
De Part. Synode der Geref. Kerken var
Gelderland besloot zich met het volgende voor
stel tot de Generale Synode te wenden:
„De Generale Synode van Middelburg be-
noeme Deputaten, om stappen te doen waar
door meerdere eenheid kome in het kerkelijke
levenmet allen, die op den bodem der Geref»
belijdenis staan, inzonderheid met de Chr.
Geref. Kerk",
CENTRALE DIACONALE CONFERENTIE.
Het Comité der Centrale Diaconale Confe
rentie in de Geref. Kerken besloot dat de
44e Conferentie D.V. op Woensdag 20 Sep
tember a.s. te Am-ersfoort zal gehouden
worden.
Aan de Diaconieën werd verzocht de punten
ter behandeling en de namen voor candidaat-
comité-lid in te zenden aan het adres van den
len secretaris M. C. Wijnbeek, Talmalaan 28,
Soestdijk. De inzending kan tot uiterlijk lo
Juli geschieden.
KERKGEBOUWEN.
Het kerkgebouw der Ned. Hexv. Gemeente
te Ransdorp (onder de gemeente Amster
dam), dateerend van het jaar 1719, vertoont
bedenkelijke verzakking en scheuren in de
mureiu
Vanwege het gemeentelijk bouw- en wo
ningtoezicht te Amsterdam is een grondig
onderzoek ingesteld en is het Kerkbestuur
verwittigd, dat het gebouw binnen een jaar
gerestaureerd moet zijn, anders wordt het
voor den openbaren eeredienst gesloten.
SCHOTLAND EN ENGELAND
Op de Generale Synode der Kerk van
Schotland, dezer dagen te Glasgow gehou
den, werd uitvoerig gesproken over de door
de Engelsche Staatskerk aanhangig ge
maakte fusieplannen. Het bleek, dat Schot
land, waar het Geref. element ook in de
Staatskerk sterk is, deze fusieplannen niet
met enthousiasme ontving. Als bezwaren
tegen fusie werden ter Synode naar voren
gebracht, dat in de eerste plaats het nog te
kort geleden was, dat verschillende Kerken
groepen in Schotland zich vereenigd 'had
den, dan dat nu reeds zulk een vereeniging
van zeer ver strekkenden aard aan de orde
gesteld kon worden en dat voorts nog al
te onduidelijk was in welke richting de
Engelsche Staatskerk ten slotte zou blijken
te gaan, nl. in de richting van vereeniging
met Rome, of in de richting van eenheid
met de groote Protestansche Kerken der
wereld en Schotlands Kerk niet in de rich
ting van Rome gedreven wilde worden..
Besloten werd ten slotte aan de commis
sie der Engelsche Staatskerk, die de een
heidsbesprekingen leidt, te antwoorden, dat
fusie alleen dan mogelijk zal zijn, als de
Anglicanen ten volle de ambten en de sacra-
mentsbedieningen der Gereformeerden als
op rechtmatige en juiste wijze ingesteld en
bediend zullen willlen erkennen. Dit ant
woord belichaamt de ter Synode genoemde
bezwaren en legt deze concreet aan de Ang-
NED. ZONDAGSSCHOOL-VEREENIGING
Behalve de plaatselijke Conferenties van
Zondagsschoolonderwijzers, die de laatste
jaren schier wekelijks door de N.Z.V. wor
den gehouden, is zij dit jaar ook begonnen
met het houden van WeekendUonferenties
op het Kasteel Hemmen.
Twee welgeslaagde proeven hebben reeds
plaats gehad in Maart en Mei IJ. en thans
staat het derde Weekend gehouden te wor
den op 24—26 Juni ter zelfder plaatse.
De leiding van de®e Weekends berust bij
den secretaris der Vereeniging-Als sprekers
treden ditmaal op de heeren Ds J. H. C
Kamsteeg, van Gorssel; de heer Joh. J. Hes-
J KWALITEITEN
NED. HERV. VERBOND TOT
KERKHERSTEL
REFORMATIE
EN REORGANISATIE
Referaat van Ds M. Groenenberg
Ter Conferentie op de Ernst Sillem-Hoeve
te Den Dolder heeft nadat Maandagavond,Ds
J. Douwes en de heer P. N. de Vries over pro
gram en werkwijze van het Verbond had
den gesproken, gistermorgen D s M. Groe
nenberg, van Vlaardingcn, het woord ge
voerd over:
Reformatie en Reorganisatie
Onder de vorm der Kerk verstaan we, al
dus spr., de Kerk, zooals ze in deze wereld
zichtbaar optreedt Zoo gezien is de organi
satie der Kerk slechts
een onderdeel van de
formatie der Kerk.
Zij 't dan een nood-
eakelijk onderdeel.
Zoo zou dus reorga
nisatie een onderdeel
zijn van het groo
te re: de reformatie.
Toch kunnen deze
woorden een tegen
stelling worden, om
dat ze aanduiden
twee wegen, waar
langs het kerkelijk
probleem wordt op- Ds. M. Groenenberg
lost. Kuyper heeft
geschreven zijn „Tractaat van de Reforma
tie der Kerken". Al zijn de toestanden ver
anderd, toch werken telkens in de geschie
denis dezelfde motieven. Voor Kuyper be-
teekent reformatie, dat de Kerk gedefor
meerd is en in haar oorspronkelijke toe
stand moet worden teruggebracht Deze be-
teekenis van het woord reformatie is veel
te eng, het is ook het geven van een vorm
aan de Kerk, zooals de concrete situatie
deze gebiedend eischt.
Reformatie: Deze leuze duikt telkens op.
Eigenlijk spreekt daarin het veriangen naar
het volmaakte, het Koninkrijk Gods. Toch
hebben we op te passen, dat we niet in de
sectarische lijn komen, waarop Kuyper ge
raakt is, maar dat we weten, dat ae Kerk
begrensd wordt door de lijnen van zonde
en dood, dat ze alleen verlost is „in het ge
loof". Voor het gezicht der menschen blijft
ze onheilig, al zal ze strijdende Kerk moe
ten zijn. We hebben ons te hoeden voor
quietisme en perfectionisme.
De roep om reformatie zal afhankelijk
zijn van wat we als karakter en taak der
Kerk zien. Het wezen der Kerk is, dat zij
is lichaam van Christus, haar taak is, dat
ze den Naam des Heeren belijdt.
Reformatie kan volgens Kuyper zijn:
reveil (geestelijke opwekking), Kerkherstel,
of breuk. De breuk kan zrjn^ breuk met or
ganisatie, Kerverbaind of Kerk. Deze laatste
weg is hij gegaan. Ten grondslag aan
Kuvpers opvattingen ligt de gedachte aan de
zelfstandigheid van de plaatselijke Kerken,
die alleen maar verbonden zijn door de be
lijdenis als accoord van kerkelijke gemeen
schap. Daartegenover staan Hoedemaker en
Gunning, die als een wezenlijk bestanddeel
zien: de eenheid der Kerk. Wij kunnen de
weg van Kuyper alleen maar zien als de
onjuiste weg: het is niet de bevrijding van
de Kerk, maar van een groep menschen ge
weest en het is een zich onttrekken aan de
gemeenschappelijke schuld.
Hoedemaker en Gunning bepleitten daar
tegenover den weg der reorganisatie De or
ganisatie der Kerk, in 1816 opgelegd, is in
strijd met haar wezen. Dat besef dringi
thans alom door. Het is een Kerk met leer-
tucht, waarbij niet God in het middelpunt
staat, Die spreekt door Zijn Woord, maar
het bestuur. Deze organisatie drijft telkens
menschen uit. Al is Kuypens' weg verkeerd,
hij is dezen opgedreven ook door de orga
nisatie der Kerk en daarin ligt schuld.
Reorganisatie schijnt klein werk. Dat is
het ook. Maar we hebben uit den weg te
ruimen, wat God verhindert onze Kerk te
vernieuwen. We hebben geen recht te
bidden om reformatie, zoolqng we de orga
nisatie niet veranderen, die telkens weer de
Kerk verlamt, naar binnen en naar bui
ten. (Zending).
Het gaat om reformatie door reorganisa
tie: de bescheiden weg, maar het is begin
nen bij het begin, het is de weg der ge
hoorzaamheid. Telkens ontbreekt het ons
aan geloof en hebben we te bidden: Ver
meerder ons het geloof.
seling, van Amsterdam; en de heer H. A de
oer A.zn, van Amsterdam,
Aan de orde komen de volgende onder
werpen: De Zondagsschoolonderwijzer en
wat de arbeid van hem vraagt; Persoon
lijke herinneringen; De vacantie-Zondags-
school; De „normale" Zondagsschool.
Ook is in voorbereiding een Cursus-week
voor Zondagsschoolonderwijzers, welke van
7—12 Augustus op het Kasteel te Hemmen
gehouden zal worden en waarvoor als alge-
ne onderwerpen zijn aangegeven: „Bij
bel en Zending".
Aanmeldingen en verzoeken om inlichtin
gen riohte men tot het bureau der N.Z.V.,
Van Eeghenstraat 9, Amsterdam.
ETHISCHE CONFERENTIE
Men deelt ons mede. dat de Zomerconferentie
der Ethische Vereeniging van 1721 Juli te
Lunteren zal worden gehouden en als spre
kers heeft: Dr. W. A. Visser t Hooft te Ge-
nève, over: „De kans van het Protestantisme
in Europa"; Mr. Dr. P. H. W. G. van der Helm
te Zeist, over: „De geestelijke waarde van het
communisme"; Dr. P. Minderaa, te (Zeist, over:
„Proletarische dichtkunst"; Ds. D. Kuilman, te
Leiden, over: „Wat kan ik niet ontberen, wan
neer Uw hand my leidt"; Prof. Dr. M. van
Rhyn, te Utrecht, over: „De beteekenis van
het werk van Buchman (Houseparties)" en
Ds. S. H. J. James, te Delfshaven, over: „Le
vensvreugde".
NED. BIJBELGENOOTSCHAP.
Heden, Woensdagavond 21 Juni, begint in
Parkzicht te Amsterdam de tweedaagsche
groote jaarlykscbe vergadering van het Ned.
Bijbelgenootschap met een réde van den
Zendingsconsul Mr. S. C. Graaf van Rand-
wyck over „Myn eerste werkperiode als
Zendingsconsul".
Het Ned. Bijbelgenootschap heeft een
vruchtbaar jaar achter zich.
De Nieuwe Nationale Bijbelvertaling vor
dert. Van het Nieuwe Testament zijn thans
voltooid: Mattheus, Johannes, Handelingen,
Romeinen, 1 en 2 Corinthen, Galaten, Colos-
senzen, 1 en 2 Thessalonicenzen en Filippen-
zen Met het Oude Testament is een begin
gemaakt, nl. met enkele hoofdstukken uit
Jeremia. Deze arbeid stagneerde een tydlang
doch zal hen-at worden. Aan de vertalers
van het Oude Testament werd nog toege
voegd Dr. H. W. Obbink te Utrecht.
Het aantal afgeleverde jBybels en Bijbel
gedeelten over 1932 bedroeg 128 430; vorig
jaar 138 706. Het aantal afdeelingen steeg
van 248 tot 255, doch het aantal contribuan
ten daalde iets beneden de 24.592 van ver
leden jaar.
Het Zendingsconsulaat zag zijn invloed op
verscheidene wijze toenemen; betreurd werd
echter, dat de Synod der Chr. Geref. Kerk
besloot niet zitting te blijven nemen in den
Zendingsraad. Het Zendingsconsulaat heeft
r.u behalve by den Zendingsraad ook steeds
separaat by twee Gereformeerde groepen zijn
adviezen in te winnen.
Het „taalwerk" breidde zieh nog uit.
Slechts moet er mee gerekend worden, dat
de Regeeringssubsidies nog ernstiger zullen
inkrimpen en verdwijnen.
Belangrijk is dat de organisatie van het
Bijbelgenootschap in Indië dit jaar voltooid
werd. Aan het hoofd kwam een Indisch Co
mité, waarin voor de eerste maal werden be
noemd: Dr. H. Kraemer te Solo, Mr. S. C.
Graaf van Randwyck te Batavia (voorzit
ter)' Dr. L. C. van Doorn, Dr. C. S. Cohen
Stuart en Ds. J. G. Fernhout met als toege
voegd secretaris-penningmeester de beheer
der in Indië van de uitgaven van het Bijbel
genootschap. de heer De Boer.
INWENDIGE ZENDING
Onder presidium van den Minister van
Sociale Zaken, Prof. Dr J. R. Slotemaker de
Bruine, kwam het bestuur van den Inter
nationalen Bond voor Inwendige Zending
15 en 16 Juni bijeen op het kasteel te Hem
men. Behalve de zakelijke aangelegenheden
(o.a. werd naast Dr Schabèrt, van Riga, ook
pasteur Merle d'Aubigné, uit Parijs, tot vice
voorzitter gekozen), vroegen in het bijzon
der twee dingen de aandacht, nl. samen
werking met andere internationale en oecu
menische bewegingen èn de stand van den
ailbeid in de verschillende landen.
Als practisch resultaat van de eerste be
spreking werd besloten pogingen te dóen,
bij de eerstvolgende Conferentie van den
Bond een gemeenschappelijken vergader-
dag te hebben met den „Protestantischen
WeltveTband", met welken allerlei punten
van aanraking bestaan.
Bij de bespreking van den stand van den
arbeid werd uit verschillende landen niet
alleen uit oostelijke landen.op merkbare
geestelijke verdieping als vrucht van den
nood der tijden gewezen. Naast de aller
grootste moeilijkheden ontmoet men de
meest bemoedigende verschijnselen. Maar
onzekerheid is er overal, niet alleen in
Duitschland Naar uit Zweden bericht werd
hadden verscheiden communisten in dezen
tijd voor het eerst de Kerk ontdekt. Wat
uit alles worden zal en of in de verschillen
de landen Kerk en Inwendige Zending haar
vrijheid zullen kunnen behouden, kan nie
mand zeggen. Dat wij levende persoonlijk
heden noodig hebben, staat vast Oxford-
beweging en dergelijke herinneren in de
verschillende landen niet alleen daar aan,
maar brengen ook zegen. Vanuit ieder land
werden met een eigen accent moeilijkheden
en mogelijkheden in het licht gesteld.
Aan het slot wees de Voorzitter de lijnen
waarlangs het werk van den Intern. Bond
in deze moeilijke tijden zich zou hébben te
bewegen.
De nieuw-opgetreden secretaris van den
Intern. Bond is Dr O. Norel, Oranje Nassau?
laan 54, Amsterdaim-Zuid.
ZENDING
Chr. Nat. Zendingsfeest. Op het
Chr. Nationaal Zendingsfeest, dat Woens
dag 5 Juli op „Raaphorst" onder Wassenaar
gehouden wordt, zal te half drie Op spreek
plaats III een jeugddienst plaats hebben.
De middenruimte wordt gereserveerd voor
jonge mensdhen tusschen 12 en 25 jaar.
Als sprekers zullen optreden Ds M. J.
OUDE EN NIEUWE SENAAT F.Q.I.
Dc oude en nieuwe senaat van het Studentencoi*ps F.Q.I. Op deze foto, genomen op de
binnenplaats van de Theologische School te Kampen, ziet men: zittende de afgetreden
en de nieuw opgetreden praetoren, v.l.n.r. de heeren J. van der Linden en J. Blokland.
Voorts staan v.Ln.r. de heeren D. Vreugdenhil, A. M. Lindeboom, L. Berger, B. Geuchies,
W. Vreugdenhil, K. J. Schaafsma en A. Vel bema.
Punselie, Herv. predikant te Leiden, en
Zendeling P. J. Grondel, van Nieuw-Guinee.
Een moord op het Zendings
terrein. De „Deli-Courant" verneemt uit
Taroetoeng, dat in Bonandolok Nagodang op
11 Juni j.l. de zendingsonderwijzer Marohin
Sillitonga en zy'n vrouw vermoord zijn ge
vonden. De politie aresteerde de vermoedelijke
daders, vier Bataks.
GIFTEN EN LEGATEN
Voor de Zending vanwege de Geref. Kerken
in Utrecht en Gelderland werd ontvangen van
wijlen mej. M- van der Meer te Apeldoorn een
legaat van f 1000 en van wylen Jkvr. de Jonge
te Zeist een legaat van f 5000, dat gelijkelijk
voor den hoofd- en den medischen dienst ver
deeld moet worden.
Schoolnieuws.
Prof. Dr P. ZEEMAN
De Academie van Wetenschappen te Pa
rijs heeft een zitting gehouden, waarin de
verkiezing van een nieuw correspondeerend
lid aan de orde was.
Bij de stemming werd op den Geneef-
schen geleerde Prof. Pictet slechts één stem
uitgebracht Daarentegen stemden 49 leden
der Academie op den Nederlandschen ge
leerde, Prof. Dr P. Zeeman te Amster
dam, die derhalve tot correspondeerend lid
ia gekozen.
Voorts besloot de betreffende commissie
den zetel van het inmiddels overleden lid
Michelson, in de eerste plaats aan Prof. Dr
A. Einstein aan te bieden.
THEOLOGISCHE SCHOOL TE KAMPEN.
Heden vereenigden zich de hoogleeraren en
de studenten van de Theologische School in
de kleine aula tot sluiting van de lessen.
Na het zingen van Ps. 86 3 en 6, las de
Rector, Prof. Honig, Matth. 6 19-34. Daarna
hield Wj een korte toespraak.
Deze cursus zal by ons allen, zoo ving Spr.
aan, in byzonderen zdn in gedachtenis blyven.
Immers ontvielen ons Prof. Lindeboom, wiens
leven van zyn knapenleeftyd af zoo nauw
vervlochten was met de Theologische School,
en Prof. Bouwman, die byna dertig jaren aan
haar het hoogleeraarsambt bekleedde. Het jaar
1933 zal als het rouwjaar in onze herinnering
voortleven.
Deze groote droefheid mag ons echter het
oog niet doen sluiten voor de vele zegeningen,
die ons werden geschonken.
Na op den zegen gewezen en een goede
vacantia toegewenscht te hebben, stelde Spr.
de vraag: Zal er straks voor my wel een
plaats zyn in de Kerk des Heeren? Weest
voor dat gevaar op uwe hoede. Doet nu naar
stig, en vooral doet nu in kinderlijk geloofs
vertrouwen, hetgeen de Heere van u vraagt.
Geniet mee een dankbaar hart het goede, dat
de vacantie brengt, al is dit wellicht minder
dan anders, waar zoovele ouders hebben te
worstelen met allerlei tegenheden. Met bijzon
deren nadruk roept uw Heiland u, die straks
Zyne gezanten hoopt te zijn, toe: Zijt niet
bezorgd! Leeft by den dag! En geeft uw jonge
leven in het geloof over aan Hem, Die als een
verrassend God kan en wil doen, ver boven
ons «bidden en denken.
R.-K. UNIVERSITEIT TE NIJMEGEN.
Het bestuur van de St. Radboudstichting
heeft voor het nieuwe studiejaar benoemd tot
Rector-magnificus Prof. Dr. E. van der
Heyden, als opvolger van Prof. Dr. T.
Erandsma.
CALVIN COLLEGE TE GRAND RAPIDS.
Het bekende seminarie der Chr. Geref. Kerk
in Noord-Amerilta „Calvin College'' verloor
Pirof. Dr. R. B. Kuiper, die tot hoogleeraar
in de practische theologie aan de Presbyte-
riaansche Westminster Seminary werd be
noemd en deze benoeming aanvaardde. Tot
opvolger van Prof. Kuiper aan „Calvin Col
lege" werd benoemd Prof. Dr. Ralph Stob.
REüNISTEN-„F.QJ.'\
Te Kampen werd hedenmiddag de jaar-
lijksche reünisten-vergadering van he* Stu-
dent«-ncorps „Fides Quaerit Intellectum/'
gehouden in de greote aula van de Theolo
gische School, onder leiding van den praeses
Prof. Dr. T. Hoekstra aldaar.
Na afloop der huishoudelijke aangelegen
heden refereerde Ds. Th. Dell-eman, pred.
te Aalten, over „Het Coeliba2t", waaraan wy
het volgende ontlec-nen:
(Meestal denken we by dit woord uitslui
tend aan den ongehuwden staat der R.-K.
geestelijken en kloosterlingen, maar Spr. wil
handelen over den ongehuwden staat in ruimer
zin. Het vraagstuk der ongehuwden wordt als
een der belangrijkste van onzen tyd be
schouwd (o.a. Haug, H. Schreiner). Het
aantal ongehuwden is zeer toegenomen,
terwijl ontplooiing der sexueele functie als
onmisbaar wordt beschouwd.
Ttr principieele criënteering in dit
stuk handelt Spr. allereerst over het ontstaan
en de waardeering van het kerkelijk
gieus coelibaat, zooals dit gevonden wordt in
de Roomsche Kerk. Nagegaan werden ook de
redenen, waarom deze kerk het coelibaat voor
haar geestelijken verplichtend stelde.
Na afwijzing van het Roomsche standpunt
kwam de referent tot de Schriftuurlijke
deering van den ongehuwden staat, welke
gegrond is op Matth. 19 12 en 1 Oor. 7.
Daar wordt gehandeld over het vrijwillig
gekozen coelibaat uit besef van roeping, ge-
lyk Spr. dat uitvoerig heeft betoogd in zijn
pas verschenen brochure over: „Het huwe-
lyksvraagstuk in 1 Cor. 7". Onze waardeering
van het coelibaat moet vrij blyven van asce
tisme. Dit komt vooral uit in de on
van de gave der onthouding, waaronder Spr.
verstaat het vermogen om het huwelijk op te
offeren en in zeker opzicht boven zyn
male sexueele behoeften uit te leven, krach
tens een sterk geestelijk leven.
Tegenover de overschatting der sexualiteit
is het van groot belang voor de beteekenis
van het coelibaat met beslistheid op te komen.
De principieele waardeering van hit coeli
baat als zoodanig is van zeer groote waarde
voor hen, die door omstandigheden gedwon
gen worden ongehuwd te blyven. De anti-
Christelijke oplossingen, welke aan de hand
worden gedaan om dit ernstige vraagstuk op
te lossen („vry" sexueel verkeer ook voor
meisjes, moederschap der ongehuwde vrouw,
bigamie, tyd-huwolyk) zijn alle verderfelijk.
We moeten eenerzyds by de jonge mannen
de roeping tot het huwelijk levendig houden,
want gemakzucht en angst voor verantwoor
delijkheid kunnen in dezen tyd licht leiden tot
het ongehuwd blijven. Anderzijds moeten we
aan hen voor wie het huwelyk niet
is, duidelijk maken de Schriftuurlijke
deering van het coelibaat als zoodanig, terwijl
ze ook moeten beseffen, dat in dit ge-
dwongene Gods leiding is. Dit kruis moet
aanvaard; dat kruisdragen hoort tot de
vervulling van haar roeping op aarde. De
vrouw kan haar levensbestemming ook vinden
in een taak buiten het huwelijk, terwijl ze ir
haar ongehuwde leven voor heel de gemeen
schap toont de mogelijkheid van sexueele
onthouding en de waarachtigheid van levens
vervulling zonder ontplooiing der sexualiteit
(Schlatter, Schreiner). Dit is voor heel de
samenleving thans van het grootste belang.
HERV. LYCEUM TE AMSTERDAM
Tot leeraar in de Staatswetenschappen ïb be
noemd Mr. Dr. P. H. W. G. van den Helm te
Zeist.
ONDERWIJZERSBENOEMINGEN.
Scheveningen (hoofd M. H. van der
Meulen), J. Valkhof te Lisse.
EEN CHR. SCHOLENBOND
Voor Goeree, Overflakkee, Voorne
en Putten
Zaterdagmiddag werd op instigatie van
het Bestuur van de Scholen met den Bijbel
te Nieuw-Helvoet en Hellevoetsluis, een
vergadering gehouden tot oprichting van
een Scholen'bond op Goeree en Overflakkee
en Voorne en Putten.
Radio Nieuws.
DONDERDAG S3 JUNI
Huizen (1875 M.) N.C.R.V. 10.00 Gramofoon.
10.15 Morgendienst door Ds. H. C. v. d. Brink
to Hilversum. 10.45 Zang 2.00 Fraftio
handwerken. 3.00 Orkest 4.00 Bijbelle
zing door Ds. M v. Grieken, te Rotterdam
C.OO Concert 5.45 Handenarbeid voor de
jeugd 6.15 Onze Nederl. monumenten
6.45 Knippen en stofversieren 7.15 Lezing
dhr. H. Amelink. 7.30 Weekoverzicht 8.00
Gramofoon 8.10 Concert 9.45 Lezing Dr.
L. W. G. Scholten, te Utrecht 10.15 Vaz
foon 12.15 Lunchconcert.
Hilversum (296.1 M.) A.V.R.O.. 8.01 Gramo
foon 10.01 Morgenwijding 10.15 Gramo»
foon 10.30 Sollstenconcert 11.00 Knipcur
sus 11.30 Concert 12.01 Lunchconcert
2,30 Concert 3.00 Naaicursus 3.45 Gra
mofoon 4.00 Voor zieken en ouden van da
gen. 4.30 Gramofoon 5.00 Radiotooneel
5.40 Omroeporkest 7.00 Concert 8.01 Vaz
Dias 8.05 Gramofoon 8.15 Aansluiting
Concertgebouw te Amsterdam. 10.30 Gra
mofoon 11.00 Vaz Dias 11.10 Concert
Ir u as el (VI.) (337 8 M.) 12.20 Concert
1.30 Gramofoon 5.20 Omroeporkest 8.20
Orkest 9,20 Omroeporkest 10.30 Gramo-
(Fransch) (509.3 M.) 12.20 Gramofoon
1.30 Orkest 5.20 Omroeporkest 6.35 Gra«
mofoon 6.50 Omroeporkest 8.20 Omroep
orkest 9.20 Concert 10.30 Gramofoon
laven try (1554.4 M.) 12.20 Orgel. 1.05'
Orkest 1.50 Concert 4.25 Orkest 6.60
De grondslagen dor muziek. 8.20 Orkest
9.55 Zang 10.50 Korte kerkdienst
Könlgswuste'hausen (1635 M.) 6.35
Concert 12.20 Gramofoon 2.30 Gramofoon
4.20 Concert 5.55 Zang 6.50 Concert i
8-20 Concert
«angenbeTg (472.4 M.) 6.20 Gramofoon ■-
10.30 Mensch und Welt 12.20 Concert
1.20 Concert 2.50 Gramofoon 4.50 Con
cert 8.20 Koor
o n d o n Reg. (355.9 M.) 12.20 Concert.
1.35 Kamermuziek 5.05 Concert 10.35
Gramofoon
a r tj s (Radio) (1724.1 M.) 8.05 Gramofoon
12.50 Orkest 6.50 Gramofoon 7.40 Orkest!
9.05 Gramofoon 9.20 Concert
Van beide eilanden waren velen opgekon
men voor deze vergadering.
Ds P. K. v. Evert, Ned. Herv. predikant'
te Hellevoetsluis, heette de aanwezigen hap.
telijk welkom, speciaal mr J. J. Hangel*
broek, secretaris van de Unie, die de be
doeling van den Scholenbond uiteen zou
zetten.
Mr J. J. Hangel broek, van den Ha:
wees erop, dat de Sdholenbond allereersi
diende tot versterking van de liefde van '1
Christelijk Onderwijs op ^igen terrein en
teu tweede voor de propaganda, zoowel
schriftelijke als mondelinge door het org:
niseeren van schooldagen.
Bij de discussie bleek, dat de verbindini
van de eilanden onderling de grootste sti
in-den-weg was. In principe besloot de vei
gadering tot de oprichting van een Scholer
bond.
De aanwezigen namen op zich met Jhun
Schoolbesturen over dit plan te spreken. Een
vocyloopige commissie werd ingesteld om
te onderzoeken of de oprichting van een
Scholenbond op de eilanden of gezamenlijk
mogelijk is.
Op een volgende vergadering, die te Mid«
delharnis gehouden wordt, zal rapport uit
gebracht worden. De afgevaardigden zullen
dan komen met volmacht van de School*
besturen,
Wetenschap.
EEN WISKUNDIG GENIE
In Hongaar&óhe wetenschappelijke kitiari
gen houdt men zióh druk bezig met een
«vonder der wiskunde.
Het betreft een 25-janigen meiteefliaaaw
knecht Martin Kunkuthy, diiie tijidiens zijsj
werk algebnadsdhe vergelijkingen en meet
kundige formules op den muur krabbelde
Uait de door een bouwkundig ingendeuj
ingewonnen inlichtingen bleek, dat Kun
kuthy zich uit liefhebberij met wiskumdfl
bezig hield en o.a. de stelling van Pythago
ras had uitgewerkt, zonder er ooit i
boord te hebben. Met behulp van een
gelukte het hem den afstand van de i
tot de aarde met een betrekkelijk gt
vertadhdll van 5000 KM vast te stellen.
Ter verdere opleiding van Kunkuthy,
met toestemming van den minister
onderwijs binnen een jaar met succes
stof van de middelbare school wist te ver
werken, heeft zich een uit 50 personen ba
staande voogdijraad gevormd, -die maande»
lijks per persoon drie pengo'e voor hun pu>
piifl betalen. Met de zekerheid van deze 15(
pengo's (65 gulden) iedere maand, heef,
Kunkuthy zich laten inschrij ven aan de fil'oj
saffische faculteit van de Universiteit BoeKHaj
pest.
DE LAATSTE DER TRIBUNEN
Cola di Rienzi, de groote Senator van
Rome in de 14e eeuw
Door Edw. BULWER LYTTON
„Maar", vroeg Adriano, each] zacht uit
Rierazi's arm losmakend, „weet gij zeker,
waar Irene te vinden is? Laat ons dan sa
men gaan. Laat ons geen oogenblik ver
liezen; de tijd is van onschatbare waarde,
en in deze stad is een seconde vaak slechts
de grens cfie ons van de eeuwigheid scheidt."
„Zeer waar", zeide Rienzi, uit rijn gepeins
ontwakend. „Maar vrees niets, ik zal redden
het kleinood en de lieveling van mijn huis.
Vrees niet, ik gevoel geen vrees."
De ernst waarmede Rienzi sprak, wekte
bij Adriano een hoop op, waarin zijn ver
stand niet deelde. Hij zag hem vertrekken
met zijn trotschen, statigen gang, waaraan
zijn slepend gewaad nog meer waardigheid
bijzette en sloeg toen de straat aan zijn
rechterhand in. Hij was echter nog niet half
weg, toen hij zich aan zijn mantel voelde
trekken. Hij keerde zich om en zag het
vormelooze masker van een Becchino.
„Ik vreesde dat gij reeds waart wegge
bracht", zeide de doodgraver, „daar gij niet
teruggekeerd zijt naar het .oude vorstelijke
paleis. Ik begrijp, dat gij mij niet van de
anderen kunt ondierscheiden, maar ik ben
de man aan wien gij .vertéld hebt dat gij
zocht naar
„Irene!"
„Ja, Irene di Gabrini; gij hebt imij een
ruime belooning toegezegd."
„Die zult gij hebben."
„Volg mij."
De Becchino liep door en weldra kwamen
zij aan een huis, waar hij tweemaal aan de
portierswoning aanklopte.
Een oud, verschrompeld mannetje kwam
aan de deur, die er uit zag, alsof de dood het
niet de moeite waard achtte, hem mee te
nemen.
„Signor Astuccio" zeide de Becchino,
„neem mij niet kwalijk, maar ik heb u ge
zegd, dat ik u misschien nogmaals zou kun
nen lastig vallen. Is er drie dagen geleden
hier in huis een dame gekomen met don
kere haren en slank van gestalte, die de
eerste kenteekenen van de pest vertoonde
„Dat weet gij immers zeer goed; en gij
weet nog beter dat rij reeds twee dagen weg
is: het ging al heel gauw met haar, gauwer
dan met de meesten!"
„Droeg zij ook bizondere kledingstuk
ken?"
„Ja, lastige man: een blauwen mantel met
zilveren sterren!"
„Hebt gij ook iets kunnen gissen omtrent
haar vroegere omstandigheden
„Neen, aLleen dat zij in haar ijlen sprak
over het klooster van Santa Maria de' Pazei"
„Zijt gij nu tevreden Signor?" vroeg do
doodgraver aan Adriano. „Maar ik zal u
nog beter overtuigen, als gij moed genoeg
hebt. Wilt gij mij volgen?"
„Ik begrijp u; ga maar vooruit Moed?
Wat is er op aarde nog, waarvpor ik vree-
zen zou?"
Zij kwamen, bij een breede, diepe, ronde
ruimte, als de bodem van een ledigen water
put In nissen, in de aarden muren uitge
houwen, lagen in doodkisten de eerste
sfliachtoffers, die stierven toen de markt der
Becchini nog niet overstroomd was, toen
nog een priester het lijk volgde en vrienden
den doode betreurden. Doch op den grond
doorbeneden, dat was afgrijselijk! Daar
lagen zij die later kwamen, op en door el
kander sommigen bijna naakt, anderen
in reeds vergane lijkkleeden gehuild de
onbekenden, die in eenzaamheid gestorven
waren!
Eenigszins van de anderen afgezonderd,
lag daarheen vrouwelijk wezen de lange
donkere haren uitgebreid over arm en boe
zem het gelaat was gedeeltelijk afgewend,
zoodat niemand het weinige dat zichtbaar
was, had kunnen herkennen doch zij was
gewikkdlid in den mantel, waarop, ofschoon
zwart en bevlekt, nog het wapen met de
sterren te onderscheiden was, gevoerd door
de bloedverwanten van den trotschen Tri
buun van Rome. Adriano zag niets meer --
hij viel achterover in de armen der dood
gravers: toen hij uit zijn bezwijming ont
waakte lag hij op een groenen heuvel buiten
Florence: zijn gids stond naast hem en hield
zijn rustig grazend paard bij den teugel.
De overige doodgravers hadden hun plaats
onder het afdak weer opgezocht.
„Zoo, komt gij weer tot u zelf? Ja, ik
dacht wel dat het enkel door de uitdamping
kwam; weinigen kunnen die zoo goed ver
dragen als wij. En daar gij nu gevonden
hebt wat gij zocht, meende ik dat gij, indien
gij nog eenigszins uw verstand bij elkander
hebt, Florence zpudt verlaten, en heb ik uw
paard gehaald. Na uw vertrek uit het paleis
heb ik het dier te eten gegeven. Ik had ge
dacht, dat het mijn eigeydom zou worden,
maar er zjjn nog paarden genoeg te krijgen,
die even goed zijn. Kom, heer, stijg op. Ik
heb medelijden met u, waarom, weet ik niet;
misschien omdat gij de eenige zijt, dien ik
sinds weken ontmoet heb, die meer aan een
ander schijnt te denken dan aan u zelf. Gij
zult nu toch moeten toestemmen dat ik
met overleg gehandeld heb, nietwaar? Ep
nu ik mijn belofte gehouden heb, zult gij de
uwe zeker ook vervullen."
„Vriend", zeide Adriano, „hier is goud
genoeg om u tot een rijk man te maken; en
hier hebt gij bovendien een juweel, dat vor
sten u zouden benijden, zooals alle juwe
liers u zullen vertellen. Ondanks uw beroep
schijnt gij qen eerlijk man te zijn; anders
had gij mij reeds lang vermoord en uitge
plunderd. Bewijs mij nog één gunst"
„Bij de ziel van mijn aime moeder, ik zal
doen wat gij mij vraagt"
„Haal dat dat lijk uit die vreeselijke
plaats. Begraaf het op een stille, afgelegen
plek afzonderlijk alleen! Belooft gij mij
dat? zweert gij het? goed! En help mij
nu in den zadel. Vaarwel, Italië, en als ik
dezen slag overleef, dan moge ik sterven,
gelijk eer en wanhoop past, temidden van
trompetten en banieren, in een doodelijke
strijd tegen een waardigen vijand! Een rid
derlijken dood te zoeken, is het eenige wat
mij nu nog overblijft!"
HOOFDSTUK XJXIX
De gevangene*
't Was vijf jaren later, toen te Avignon
een edelvrouw van zeldzame schoonheid
verscheen. Zij vtas ipiet een klein doch goed
gekozen gevolg uit Florence gekomen. Zij
zeide te Napels geboren te zijn, de weduwe
van een edelman aan het schitterende hof
van de ongelukkige Joanna. Haar naam was
Cesarini. In de stad trok deze buitengewoon
schoone vrouw zeer dc aandacht.
Het was laat op den middag en in de voor
zaa'l der schoone Signora hielden twee rijk-
gekleede pages de wacht.
„Op mijn woord!" riep oen van de jonge
lieden, de dobbelsteenen wegwerpend, waar
mede hij en rijn makker hadden getracht,
den tijd te verdrijven „wat een vervelend
spel! en het beste gedeelte van den dag is
voorbij. Onze gebiedster verschijnt laat."
„Luister!" riep Giacomo, terwijl hij zich
naar het raam spoedde, „hoert gjj die hoef
slagen? Ha, een luisterrijk gezelschap!"
„Zij komen terug van de valkenjacht",
antwoordde Angelo peinzend den stoet na
starend, die door de nauwe straat trok. „Wap
perende pluimen, steigerende paarden
kijk eens, hoe dicht die knappe ruiter zijn
paard naast dat van de jonkvrouw laat
rijden!"
„Zijn mantel heeft dezelfde kleur als «1e
mijne", zuchtte Giacomo.
Toen de vroolijke stoet langzaam voort
trok, totdat hij bij een bocht van de straat
niet meer te zien was, ofschoon het lachen en
het hoefgetrappel nog flauw gehoord werd,
viel de blik der pages op den somberen toren
van het hechte metselwerk dar elfde eeuw;
de zon bescheen treurig dé geweldige steen'
massa, die slechts hier en daar schietgateil
en smalle spleten inplaats van vensters ver
toonde. De toren vormde een treffende tegen
stelling met zijn vroolijke omgeving, de
glinsterende winkels en dien lustigen stoet]
die zoo juist was voorbij gegaan. Onwille
keurig schenen de jongelieden dit te gevoe-
len; zij gingen een schrede achteruit en
zagen elkander aan.
„Ik weet wat gij denkt, Giacomo", spraï
Angelo, de oudste en knapste van de twea -
„Gij denkt dat die toren toch slechts eeil
armzalig verblijf biedt?"
„En ik ben dankbaar dat het lot mij niel
hoog genoeg geplaatst heeft, om zaxlk eeij
kooi noodig te hebben", zei Giacomo.
„Toch is er iemand in opgesloten, wienl
afkomst lager was dan de onze'"
„Vertel mij eens iets van dien zonderlingeil i
man" verzocht Giacomo terwijl hij weer ging 1
zitten; „gij zijt een Romein en moet het dul
weten."
„Ja", antwoordde Angelo, rich trotsch op*
richtend. „Ik ben een Romein! en ik zoij
mijn geboorte onwaardig zijn, aiïs ik niel
reeds geleerd had, hoeveel eerbied iedereen
verschuldigd is aan den naam van Cola j
Rienzi."
„En toch meen ik vernamen te hebben!
dat de Romeinen hem bijna steenigden'j
mompelde Giacomo. „De eer schijnt m°
schoppen dan geld op te brengen. Kunt t
mij ook zeggen", ging hij op luider tooi
voort, „of het waar is, dat Rienzt te Praaj
voor den keizer verscheen en voorspeidd
dat de nu overleden paus en al de kardinaj
len vermoord zouden worden, en dat...
(Wordt vervolgd]