DUITSCHLAND BINNENLAND. Op onderzoek in DINSDAG 13 JUNI 1933 BRIEVEN UIT DE HOOFDSTAD DE KATHEDRAAL Eenige onrust is er in het Hervormde ker kelijk kamp gekomen, toen bekend werd dat Dr. de Vrijer, een van de meest gevier de Amsterdamsche Predikanten een aanslag wilde plegen op de Nieuwe Kerk. Die onrust heeft zioh ook in breeder kring voortgeplant, verschillende stemmen hebben wij althans beluisterd van personen, die de Nieuwe Kerk zeker nooit gedurende een gods dienstoefening bezochten en die toch ook even ontsteld en ontstemd waren over het snoode voornemen van Dr. de Vrijer. Zelfs Israëlieten schijnen zich daar moeilijk om te maken. Wat snoode plannen heeft Dr. de Vrijer dan? Hangt er de een of andere geweldda dige aanslag in de lucht? Wil hij de Nieuwe Kerk sloopen en overbrengen naar een van de buitenwijken van de stad? Men stelle zich des gerust. Hij wil alleen het aantal diensten in Nieuwe Kerk beperken en des winters prac tisch het gebouw sluiten. Waarom? Och het is eigenlijk heel eenvoudig, omdat er geen mensohen komen en de kosten te groot worden. Indien de Gemeente tegen sluiting be zwaar hebben zou, zal zij zelf er voor kun nen zorgen, dat er geen mensch meer aan denkt. Dan gaat men eenvoudig weer in de Nieuwe Kerk ter godsdienstoefening. Dat zal echter niet gemakkelijk zijn. Om twee redenen. In de eerste plaats rekene men er mee, dat wij hier in het Centrum der stad eigenlijk drie kathedralen hebben. De Oude Kerk, in het hartje van het oudste deel der stad, die ook al eens op de no minatie heeft gestaan om gesloten te worden, doch die in de laatsten tijd door den stoe- ren wijkarbeid van Dr. de Vrijer, weer in de belangstelling der Gemeente is geklom men. De Westerkerk met de bekende Wester toren, aan den rand van de Jordaan, die voor het stadsdeel dat zich naar het Westen uitstrekt niet ongunstig ligt en dan de nu besproken Nieuwe Kerk op den Dam. Reeds eerder is de Zuiderkerk, die inge- veer 7 minuten van de Oude Keïk af ligt ge sloten, anders zouden wij binnen een zeer engen cirkel vier monumentale Kerken des Zondags open gehad hebben. Het is met den besten wil ter wereld, en ï>ij verdubbeling van het Kerkbezoek niet mo gelijk deze drie geweldige kerkgebouwen te vullen. Tenzij men de randkerken zou wil len ontvolken en daarmede zou men prac- tisoh al niet veel verder komen. Men moet zich toch realiseeeren dat het Centrum van de stad steeds meer wordt ont volkt. Jonge mensohen vestigen zioh aan do periferie van de stad, geiheele buurten wor den gesaneerd en in verband daarmede ver mindert het aantal woningen, perceelen die vrij komen in de betere wijken worden niet meer voor bewoning bestemd maar tot bu reaux ingericht Daarbij komt, dat deze oude kerkgebouwen buitengewoon ongeschikt zijn voor onze pre dikdiensten. Ze zijn hol en koud de verwar ming is een vrijwel onmogelijke opgave, de accoustiek laat te wenschen over; alleen wanneer ze tot den rand zijn gevuld, komt er eenige sfeer. De buurtkerken in de omgeving, de Koe pelkerk, de Oranjekerk, de Muiderkeric, om nu geen andere te noemen, zijn kleiner, naar de eischen van den Protestantsohen eere- dienst ingerioht, behoorlijk verwarmd en ze liggen in een dichtbevolkte buurt, zoodat als vanzelf het kerkgaand publiek zich richt naar deze gebouwen. Het is een probleem waarmede niet alleen de Hervormde Gemeente worstelt. De Ge reformeerden hebben ook al een paar klei nere kerkgebouwen in de oude stad prijs ge geven; over het sluiten van de Zuiderkerk door de Hervormden spraken wij reeds. De Luthersdhen hebben met hun Koepelkerk de zelfde moeilijkheden doorgemaakt. De R.-K. hebben ook in de oude stad reeds vroeger enkele kleinere kerken moeten sluiten. Zoolang dit nu gebouwen gold, die noch historisch, nog aesthetisch van groote betee- kenis waren, voltrok zich dit proces zonder dat iemand zich er moeilijk om maakte. Maar de zaak wordt inderdaad van meer beteekenis, ook zelfs van publiek belang, wanneer het geldt een historisch monument en een historische vergaderplaats als nu eenmaal de Nieuwe Kerk in het leven van onze stad is geweest. Ondeugdelijke levensmiddelen Hpe..?rffiri!uid 22rgt er t*00^ dat de ^"keilers slechts deugdelijke eetwaren kunnen verkoopen. doch hoe VlTt* W?ni£er U ze &ebru|kt? Wanneer U muizen hebt kan In één nacht Uw voedsel vies en bedorven worden. Maakt nu direct een eind aan deze bron van schade en ergernis door Rodent te gebruiken op de voorgeschreven manier. De Heer A te K. ondervond in zijn schuur veel last van muizen, die hij met allerlei middelen trachtte te verdelgen Ten slotte probeerde hij Rodent en na twee dagen schreef hij ons met slechts één doosje 113 muizen gedood te hebben. Koop nog heden een enkele doos a 50 cl of een dubbele doos 90 cL en morgen zult U van muis en rat bevrijd zijn. Imp.; Fa. B. Melndersma. Den Haag. q Wij voelen wel dat er in de een of andere richting een solutie moet worden gezocht. Want finantieel wordt een toestand als zich zoo langzamerhand heeft ontwikkeld voor de Hervormde Gemeente onhoudbaar. Een van de moeilijkheden zal wel blij ven, dat men aan deze gebouwen niet een waardige bestemming geven kan. Daar is in dertijd gedacht aan het inrichten van de Zui derkerk tot een museum voor architectuur en bouwkunst. Misschien is daarvoor wel iets te zeggen, maar men voelt toch, dat hiervoor een kerkgebouw genoeg is. Mis schien zou de beste oplossing zijn dat men kwam tot stichting van een Kerk-historisch Museum in een der niet meer te vullen kerken. Maar ook dan zou er toch alles voor plei ten dat de Nieuwe Kerk „het Godsgebouw zoo vaak bestreden" niet aan haar oorspron kelijke bestemming werd ontrokken. Het behoud van de Amsterdamsche Hervormde Kathedraal zij der Gemeente een offer waard. AREND VAN AMSTEL. UIT DE ANTI-REV. PARTIJ HET BELANG VAN DE A.R. PERS Te Zwolle is een drukbezochte vergade ring gehouden van het Provinciaal Comité van a r. kiesvereenigingen in Overijsel. De heer G. Oprei, burgemeester van Zwart sluis, sprak een inleidend woord. Nadat de jaarverslagen wareD goedge keurd, werd in de vacature, ontstaan door het overlijden van Prof. Dr. H. Bouwman, bij acclamatie tot voorzitter benoemd Prof Dr. J.R i d d e r b o s, van Kampen. De secretaris, Ds. G. Hofstede Gzn., van Blokzijl, die meer dan 30 jaren het sec retariaat heeft waargenomen, wenschte on danks den aandrang van den voorzitter van de vergadering niet voor een herbenoeming in aanmerking te komen, doch verklaarde zich bereid het secretariaat te blijven waar nemen tot een volgende vergadering. Ds. Hofst'ede werd daarna aangewe zen als lid van den raad va® beheer der Dr. A. Kuyperstichting, terwijl Prof. Rid derbos als secundus werd aangewezen. Door den heer L. F. Duymaer van Twist, lid der Tweede Kamer, werd de vergadering daarna toegesproken, waarbij hij uitvoerig stilstond bij de politieke si tuatie. In de middagsamenkomst hield de heer J. Schouten een boeiende rede, waarin hij o.m. memoreerde, de samenstelling van het kabinet en de positie der antirev. Kamer fractie. Spr. drong met klem aan op het steeds werkzaam zijn tot verdieping van het beginsel en tot nooit verflauwende pro paganda. Spr. dringt vooral aan op huisbe zoek, op geregeld vergaderen en besprekin gen. Partijgenooten moeten Verder veel meer doen voor de antirev. pers. Op den duur moeten alle antirev. de eigen pers lezen. Men moet zorgen, dat de pers er in komt, dat alle antirev. een abonnement nemen op een anti-rev. blad. Op de in groote aandacht beluisterde rede volgde een drukke en zeer leerzame discus sie, waaraan werd deelgenomen door de heeren Bramer. de Groot, Kroes, y. cL Kouwe, Prinsen en Kolkman. De gestelde vragen werden door den heer Schouten uitvoerig beantwoord, waarna de voorzitter hem hartelijk dankzegde voor zijn rede en allen opwekte tot hei volbrengen van ieders taak. De vergadering werd daarna door den heer Schouten met dankzegging gesloten. DE ONDERNEMERSRAAD VOOR SURINAME STEUN AAN DE KOFFIE CULTUUR De bacoven-proeven In de jongste vergadering van den Onder- nemersraad voor Suriname heeft de voor zitter, de heer G. J. W. Putman Cra mer medegedeeld dat opnieuw aan de kof fiecultuur steun zal worden verleend, en wel van 8 cent per K.G. over de gemiddelde productie van 1930, 1931 en J932, met dien verstande, dat wanneer dat gemiddelde la ger mocht zijn dan de productie over 1930. alsdan laatstgenoemd productiecijfer als ba sis zal worden genomen. Het resultaat van de bacoven-proeven is tot nog toe gunstig geweest Deze proefnemingen worden op kleine schaal gedaan en de eerste proefzending Su- rinaamsche bananen kwam op 21 November 1932 te Amsterdam aan. Sindsdien werd met elke boot zulk een proefzending ontvangen. De Surinaamsche z.g.n. Congo-banaan kan de vergelijking met de beste in Europa ge- importeerde banaan glansrijk doorstaan. De commissie heeft dan ook, geheel in overeenstemming met de Surinaamsche Com missie, besloten de proefnemingen op de zelfde wijze voort te zetten. Het aantal proef velden in Suriname aal uitgebreid worden met een 8 a 10 H.A. DE VEERDIENSTEN IN ZEELAND TEWATERLATING MOTORVEERBOOTEN KONINGIN EMMA EN OOSTER-SCHELDE Va® de werf der N.V. Koninklijke Maat schappij „De Schelde" te Vlissingen, zijn hedenmorgen te water gelaten de stalen motorveerbooten „Koningin Emma" en „Oos ter-Schelde" in aanbouw voor het provin ciaal bestuur van Zeeland naar het ont werp en onder toezicht van het Ingenieurs bureau voor Scheepsbouw A. Cornelissen, te Amsterdam, onder persoonlijke leiding van den heer D Schouten, onder-directeur van dit bureau. De „Koningin Emma" is bestemd voor den dienst Terneuzen-Hoedekenskerke; de „Oos- ter-Schelde" voor den dienst Zierikzee— Wolphaartsdijk* De beide booten hebben een totale lengte van 49 M., een breedte va® 8.50 M„ een holte in de zijde van 3.25 M., en een diepgang volbelast van 2.25 M. De dienstsnelheid bedraagt 12 Eng. zee mijlen per uur. De derde en laatste van deze serie mo- torveerfxjoten de „Prins Willem I" be stemd om als reserveschip dienst te doen, zal binnenkort eveneens te water worden gelaten. WEINIG KIESCH DE VRIJHEIDSBOND BLEEF PINGELEN „Voor zoover mij bekend, heeft de Vrij- heidsbondsche fractie hoegenaamd geen bezwaar tegen het concept-program ge maakt en ook geenerlei eischen gesteld". In werkelijkheid heeft mr. Knottebelt in zijn antwoord op de uitnoodiging van den formateur (in de eerste phase, dus die van het parlementair kabinet) wel degelijk met nadruk de liberale wenschen op het stuk van nationalen omroep en beperking van den winkelsluitingsdwang kenbaar gemaakt Mocht de desbetreffende brief gepubliceerd worden, gelijk zekere brie ven van de heeren Aalherse en Colijn, die echter niet op concrete punten van het program betrekking hebben, reeds gepu- Ons dunkt zoo, dat de liberale partij rich zelf geëerd zou hebben, indien zij in deze dagen zulke tweede-rangs-wenschen niet had geuit ALGEM. NED. VEREEN. VOOR VREEMDELINGENVERKEER DE ALGEMEENE VERGADERING De Alg. Ned- Vereeniging voor Vreemde lingenverkeer houdt heden haar algemeene vergadering in hotel Britannia te Vlissin gen. Gisteravond zij® de congressisten op het gemeentehuis ontvangen door burgemees ter C. A. v an W o e 1 d e r e n en het ge meentebestuur van Vlissingen. Door den burgemeester werd er daarbij aan herin nerd, dat in 1929 de vereeniging voor het laatst in Zeeland (Middelburg) bijeen kwam. De toespraak van den burgemeester werd door den algemeenen voorzitter van de A.N.V.V., Baron Krayenhoff beant woord. Op het programma voor morgen, overmor gen en Vrijdag staan, zooals het de gewoon te is van deze vereeniging, zeer vele mooie excursies* DIETSCHE LANDDAG TE MECHELEN Op den Zondag te Mechelen gehouden Dietschen landdag zou o-m. het woord wor den gevoerd door prof. dr Geyl, van Londen; dr Moller, lid der Tweede Kamer; en door den letterkundige Antoon Coolen. De Mechelsche politie heeft deze heeren echter op straat aangehouden en hu® mede gedeeld, dat het hun verboden was den landdag te bezoeken. Zij zijn daarop per auto naar de Nedar- landsche grens teruggeleid. De rede van prof. Geyl is echter toch ten gehoore gebracht, nl. door een der Vlaam- sche leiders, die haar aan den landdag heeft voorgelezen. MR. MOK VOOR CORRUPTIE? Een der bekendste medewerkers van de S t r ij d, het orgaan van het N.V.V, de sociaal-democraat Mr. S. Mok verzet zich tegen „het dubbele inkomen van echtpa- In dezen tijd van ongekende werkloosheid acht hij het „onduldbaar", dat gehuwde vrouwen zonder noodzaak een betrekking vervullen. De harde practijk eischt, „dat in de eerste plaats zij werken, die het het meest noodig hebben." Maar de heer De Zeeuw en Mr. Punch putten zich in Voorwaarts uit om het voorstel dat in de toekomst zoo'n dubbel inkomen in Rotterdam kan beletten, be lachelijk te maken. En nog pas schreef A.B.K een heftig stukje op de manier van iemand, die geen tegenspraak kan velen, tegen de critiek, uitr geoefend op het feit, dat de vrouw van den Amsterdamschen Secretaris een voorname positie bekleedt bij de afdeeling Volkshuis vesting. Dat was, hoe gevoelig rijn soc.-dem. scribenten soms: „grofpersoonlijk en alle maal klets". Doch hij zelf bracht het per soonlijke element in het debat en schreef: „Als alle menschen zóó werkten, zou er heel wat bezuinigd worden". Aangenaam voor de andere ambtenaren van Amster dam. Overigens had het feit niets om het lijf.... lazen wij niet van 1681 gevallen? En ten slotte concludeerde hij: Wie rijt ge? Wat kunt ge? Dat rijn de éénige vragen, die oirbaar rijn al het andere is corruptie! Dus, Mr. Mok doet ook al aan corruptie! Over welk onderwerp is men het in de S.D.A.P. nu nog wel eens? HET VIJFTIENDE VERSLAG C. N. V. Verschenen 1liet vijftiende verslag van het Ohr. Nat Vakverbond in Nederland. In een onzer volgende nummers hopen we oj. dit lijvig verslag ruim 500 bladzijden nader terug te komen. DE STAKING TE IJMUIDEN Verloopt hoe langer hoe meer „Toenadering", het orgaan van den Ghr. Bond van Fabrieks- en Transportarbeiders meldde in het nummer van 3 Juni, dat er te IJmuiden. 14 booten in de vaart waren. Als men rekent, dat er het vorige jaar 29 schepen voeren en de toestand thans vrij wat ongunstiger i6, begrijpt men, dat de staking aan het verloopen is. Dit wordt nog eens weer bevestigd door een nieuw bericht uit IJmuiden, dat meldt, dat thans reeds 21 schepen zijn uitgevaren. FUSIE IN DE „ONAFHANKELIJKE" VAKBEWEGING Te Utrecht is in een buitengewoon oon- gres door de Alg. Bond van spoor- en tram wegpereoneel besloten tot fusie met den Ned. Federatie ven Bond van pereoneel in openbaren dienst DE LOONEN IN DE BOUWVAKKEN te krijgen met 'ingang; 'van i~ÓVtob^r *193^13 beweerd dat de loonon, ats regel niet hoog waen, zoodat de meening der Regêerlng, dat daar de groote werkloosheid mc-de aan was toe te schrijven (24.600 werkzoekende bouwvak arbeiders 30 Sept. 1931. 59.700 30 Sept. 1932) on- 1924 levensonderhoud voor arbeidersgezinnen 177 (Amsterdam) en 168 (den Haag) In was gedaald tot onderscheidenlijk 141 en ln Juni 1932. waren de loonen der bouw arbeiders sedert 1934 onveranderd gebl. Het contractloon was ln dat Jaar voor herzien. Sindsdien was het Collectief _wat het loon betreft, telkens weer onge- er de con tract loonen de werkelijk* ►onen aangeven, bleek dus de koop Kraont van het loon sedert 1924 met ongeveer 25 pet. zijn gestegen. Al Is dit op zichzelf geen motief voor loonsverlaging, het toont toch aan. dat waaneer een verlaging van Ho innnfn uit anderen hoofde noodzakelijk geacht, deze zonder schade t standigheden lijk i wUzlgd z verdiende kracht i noodzakelijkheid v vloeide evenwel niet ln de uit de hoogte van de contractloonen, doch uit de tarieven, welke in de groote steden bij den bouw van nieuwe woningen gelden. Deze tarii ven maakten een weekloon mogelijk, dat boven het weekloon volgens a gelang van de l pen week één of meer gulder uitgekeerd. ildens boven het vaste het regel. een zeer gedifferentieerd tarievenstelsel, het welk ertoe geleld heeft, dat het verband tus- schen contractloon en werkelijk verdiend loon geheel verloren ls gegaan. In de Jaren vóér den oorlog dat ln tarief 20 tot 25 pet. bovt loon kon worden gehaald. Zulks moest ook bil lijk worden geacht omdat voor het behalen van een dergelijk loon een zeer groote arbeide- Sreetatie moest worden geleverd. langzamer - and is deze marge gestegen tot 30 en 40 pet en soms nog belangrijk hooger. zoodat ln Am sterdam bij een contractloon van 80 cent per uur of f 38.40 per week voor timmerlieden, met selaars. stukadoors, hetens, enz. en van' f 36 per week voor schilders, ln 1932 nog de vol gende loonen zijn betaald; timmerlieden f 50 52. metselaars f6255. schilders ongeveer f 50. stukadoors f7080. Met betrekking tot de loonen van helers wer den mij de volgende gegevens verstrekt: 19301931 gedurende 84 weken f 65.60 per week: 23 weken f 84.90: 26 weken f91.40; 1932: 40 weken f 65.20 per week: 6 weken f 78.32; 9 weken f 84.80; 12 weken f73.30; 1932—1933: 197 dagen f73.80 per week; 11 we- elijke loond i verlaging i volkshuisve moest worden geacht De heerschende groote werkloosheid was mede aan deze hooge loonen toe te schrijven.' Ook al hoftdt men ten volle rekening met het feit. dat in den tijd van hoogconjunctuur vele het bo-uwvak zijn getrokken, i andere vakken thans dan nog moet worden >nen vele opdrachtgevers kend. dat de hooge k "en afgeschrikt nieuw werk ln uitvoering UIT HET STUCADOORSBEDRIJF De Haagsche stucad oorepatroonsbonden, van oordeel zijnde, dat de huidige en onhoudbare situatie in het stucadoorsbedrijf voor een groot deel veroorzaakt wordt door gemis aan samen werking en vertrouwen tusschen de patroons onderling; dat een betere verhouding onderling kan worden vee-kregen door versterking van het solidariteitsgevoel tusschen de patroons; dta hiervoor echter noodig ls de eerbiediging der rechten van alle partijen; en dat op grond daarvan geen prijs wordt gesteld op eenige be voorrechting als bedoeld ln het schrijven der Bouwkundige Vereeniging „Onderneming en Vrijheid", gedateerd 10 Maart 1933. Ze besloten tot een samenwerking der pa-» troonsorganlsaties ln het stucadoorsbedrijf. Verschenen is het gedenkboek van den Ned. Chr. Bond van personeel in publieken dienst ter gelegenheid van zijn 25-jarig be staan. Na een inleiding wordt allereerst de wor dingsgeschiedenis van den Bond beschreven bijna uitsluitend de geschiedenis van het gemeentepersoneel en speciaal van de ge meentewerklieden. Vervolgens wordt het verloop van organisatie en reorganisatie van den Bond nagegaan, waarna tal van gegevens volgen over de acties voor het ge meentepersoneel inzake loon, rechtspositie e.d.g., vergezeld gaande van een overzicht van do loonpositie der gemeentewerklieden in eenige gemeenten over het tijdvak 1908 tot 1933. Over de acties voor het rijkspersoneel en de organisatie van deze groep zijn eveneens tal van gegevens en overzichten opgeno men. Daarna worden bijzonderheden meege deeld over den groei van den bond, welke in 25 jaren een stijging in ledental toont van 634 tot 5254 Met staten en tabellen wordt een en ander uitvoerig toegelicht. Interessant is niet het minst wat er ver teld wordt van de wording en het voortbe staan van „De Banier". Is het voorgaande uit organisatorisch oogpunt beschouwd be langwekkend, de geschiedenis van 't bonds orgaan doet zien, hoe een 25 jaar geleden een klein blaadje tot stand kwam en hoe de medewerkers hun taak opvatten. Kenmer kend voor die dagen was de inzending van verslagen, die met heele of halve preeken waren te vergelijken. Ook bestond toen een sterke voorliefde voor het schrijven van artikelen in brief- of in samenspraakvorm. Het gedenkboek heeft er eenige uitgeknipt. Een moot uit een brief van Flip Jansen, over de spoorwegstaking in 1903, is niet van geestigheid ontbloot, terwijl een stukje uit een brief van juffrouw Nolk, gedateerd 1 Dec. 1909, min of meer op ironische wijze de rechtspositie van de gemeentewerklieden bespreekt In extenso wordt door het ge denkboek opgenomen een volledige afdee- lingscorrespondentie uit Amsterdam in sa menspraakvorm, welke eveneens de rechts positie der gemeentewerklieden belicht. Veel zeggend is ook een dialoog, afkomstig uit Sneek. Ze is nog gedateerd 8 April 1914. Na dien schijnen de inzenders „zakelijker'5 te zijn geworden. Het gedenkboek is nog lang niet uitgeput want thans volgen nog uitvoerige overzich ten van congressen, van de Bondsfinanciëö de poëtische noot ontbreekt ook hier niet van het fonds „Hulp in Nood", van het Bondspersoneel en van het Bondsgebouw, „In Wijder Verband" deelt een en ander mee over de voorbereiding tot de aanslui ting bij het CNV en over de aansluiting zelf, benevens de totstandkoming van het permanent comité en van de international^ federatie. Het gedenkboek besluit met bijzonderhe den te geven over het pensioenrecht, over het ambtenarenrecht, over het georganiseerd overleg en een overzicht van de afdeelin- gen, met een kort bijschrift voor elke af deeling. Zoo hebben wij in korte trekken iets van den inhoud van dit bijna 300 bladzijden; groote gedenkboek pogen weer te geven. De samenstellers, de heeren W. van der Have P J van Mullem en P L van der Voorde, hebben hiermede een tijdroovende en moei lijke taak volbracht, welke hun echter on getwijfeld voldoening zal schenken in da wetenschap, dat rij niet alleen hun Bond, maar heel de Chr. sociale beweging een', dienst hebben bewezen. In geen bibliotheek' van eenige beteekenis mag dit gedenkboek als sociale gids ontbreken. Niet alleen den samenstellers Etlle lof voob hun sublieme Bondshistorie-beschrijving, ook de drukkerij „Edecea" te Hoorn, ver dient een pluimpje voor de schitterende uit voering, wat druk en band betreft De dui delijke tekst is verlucht met mooie grootd foto's van hoofdbestuurders, oud-hoofdbe stuurders, overleden bestuurders, bondsge bouw voorheen en thans. Ook daarin ifi „Edecea" meer dan welgeslaagd. I Van het Eerste naar het Derde Rijk ;(H. D.) In November 1918 vielen in Duitschland de kronen van de hoofden der vorsten en nam het zoogenaamde Tweede Duitsche Rijk, nadat het Eerste zich nauwelijks een halve eeuw had gehandhaafd, een aanvang. De ijzeren kanselier, Bismarck, had zijn naam verbonden aan het Eerste Rijk. Onder den klein zoon van hem, dien Bismarck in 1871 had doen uitroepen als de eerste keizer van het moderne Duitschland, zonk dit Eerste Rijk in, en maakte plaats voor een vorstenlooze Duitsche samenleving. De geschiedenis zou echter spoedig doen zien, dat de natie haar eigen volkskarakter niet had verloren. Bismarck regeerde met ijzeren vuist, doch de groote eenheid, waardoor al de onderscheiden deelen van Duitschland vast aan elkaar konden worden gesmeed, wist hij nog niet tot stand te brengen. Een latere periode zou hiervoor worden aangewezen, doch de omstandigheden zouden dan inmiddels zeer sterk gewijzigd zijn. Het Tweede Duitsche Rijk kon den levensduur van zijn voor ganger nog in lange niet halen. Het parlementaire stelsel, het welk na vele barensweeën in 1919 te Weimar werd aanvaard, werd door groote massa's Duitschers, welhaast de groote meer derheid, als een nietrpassend keurslijf gevoeld. Wat in West- Europa was gegroeid en met meer of minder sympathie door de bevolkingen werd beschouwd als behoorende tot de ontwikke ling der tijden, kon maar niet zonder meer opgelegd worden aan een natie, welke met eerst de noodige leerschool had doorloopen. Echter, wat van nog grooter belang is bij de vraag, waarom ïn Duitschland het parlementarisme ten eenenmale gefaald heeft, is het ontbreken van een goeden economischen voedings bodem. Parlementarisme moet altijd samen gaan met een zekere mate van stabiele, dat wil zeggen duurzame volkswelvaart Wie goed oplet, riet nu immers dagelijks de bewijzen hiervoor. Waar stijgende ellende is, zich ook vertoornend in den vorm van niet sluitende begrootingen, zinkt het parlementaire stelsel an behoudt vaak alleen nog den naam om den schijn te redden. In land na land is het parlement, dus de volksvertegenwoor diging, voor eene korte periode of voor langen termijn naar huis gezonden. Op recès heet het dan in den parlementairen stijl. Vriendelijke woorden moeten dan vaak dienen als een doekje voor het bloeden, maar in werkelijkheid beteekent het dan, dat in hoogst moeilijke tijdsomstandigheden meer heil verwacht wordt van het bestuur, hetwelk in de handen van n of van enkelen gelegd wordt, dan dat men de politieke partijen in de personen van hun afgevaardigden dit werk laat verrichten. Duitschland heeft vanaf 1919, toen de Grondwet van Weimar vorm had gegeven aan het parlementarisme, in zorg en kom mer geleefd. Op een bepaald oogenblik was het geheele Rijk als het ware failliet. Dat was, toen de inflatie-ziekte slechts de botten had overgelaten en al het vleesch was verteerd. De hulp van de overige staten bedoelde niet anders, dan betaling mogelijk te maken van de reusachtige sommen, welke bij den vrede te Versailles Duitschland als een soort hypotheek waren opgelegd. Dit beteekende, dat geslacht op geslacht belasting schuldig zou zijn aan de oorlogsoverwinnaars. Het groeiend verzet hiertegen schoof alle schuld op de parle mentariërs, welke den vrede hadden aanvaard en zich gevleid hadden met de hoop, dat de vijanden van weleer snel weer de beste vrienden zouden worden. Het tegendeel bleek ras. Als in den oorlog, bleef Duitschland de eenzame onder de groote volken, en voelt het rich achteruitgezet en gekrenkt. En dit is, naar onze meening, de groote oorzaak van het snel gegroeide nationalisme, hetwelk als een stroom alle dijken en dammen heeft verbroken en het geheele land en al het volk voor zich heeft opgeëischt, en ten deele in dezen run is geslaagd. Zoo is het Tweede Duitsche Rijk na veertien jaar zich met moeite te hebben gehandhaafd, in elkaar gezakt. En mèt dat Rijk het parlementaire stelsel, en ook het marxisme als één der voornaamste pijlers ervan. Evenzoo heeft er een omwente ling plaats gehad van de geestesgesteldheid op zoo goed als elk terrein van het leven. Dat is het merkwaardige bij de geboorte van het Derde Rijk. Geschiedt dit in een klein land, och, dan kan de wereld het aanzien in rustig afwachten. Maar wanneer een volk van 65 millioen zielen, van de vitaliteit van het Duitsche ras, zich omkeert op zijn levensweg, en een gansch andere route inslaat, dan sluiten de grenzen sym- en antipathieën niet af. Maar de nieuw doorbrekende geestesgesteldheid houdt óók geen halt bij de landspalen. Hoe velerlei tak van de wetenschap vindt niet haar bron in Duitschland; hoe heeft het West- Europeesch marxisme feitelijk niet gedreven op de Duitsche leerschool; hoe hangt de welvaart van meer dan één land voor een deel ook niet af van den gang der dingen in dat groote land, en zoo kunnen de vergelijkingen verder getrokken worden. Deze groote omwenteling bij onze oosterburen deed in ons het verlangen opkomen i® het land zelf kennis te maken met de veranderingen. De berichten zijn zoo onderscheiden van waar deering, al naar de ligging van de schrijvers. Wat is waar, wat is niet waar? Hoe denkt men zich daar de toekomst? Hoe staat het met de geestesvrijheid? Hoe met den maatschappe- lijken toestand? Hooren, zien en opnemen Voor een dagbladman beteekent het een hoog geluk, wanneer hij zich te midden van het volk kan begeven, als het rad der geschiedenis een forsche wenteling maakt Althans schrijver dezes geeft dan gaarne eigen ooren en eigen oogen den kost Zijn conclusies bouwt hij het liefst op eigen onderaoek. Zeker, het beginsel van een volksbeweging kan men bestudeeren, gezeten in de rustige werkkamer. Maar hoe het volk reageert op een omzetting der dingen, hoe de practijk zich verhoudt tot de theorie, daar behoort toch iets anders toe. Het nationaal- socialisme kan men beproeven te begrijpen uit het boek van Adolf Hitler, Mein Kampf, doch Dr. Goebels hoorde ik zelf in het Sportpalast te Berlijn zeggen, dat dit nationaal-socialisme een levend proces wil zijn, hetwelk verrassend-snel zich in de practijk yvijzigen zal naar de omstandigheden. Trouwens, wéér in welk land, heeft .éénige paxtij haar beginsel precies in toepassing gebracht? In 1923, toen Mussolini zich vóór nauwelijks een jaar in ItaliS als dictator genesteld had, was ik in de gelegenheid Italië te bezoeken. De pers buiten Italië was in dien tijd Mussolini nog allesbehalve goed gezind. Zijn spreken werd als een belachelijk pathos voorgesteld; zijn programpunten leuzen voor de vaak. In één adem werd hij genoemd met den nationalen „dichter- krijgsman" d'Annunzio. Eigen onderzoek deed mij zien, hoe in! industriëel Noord-Italië het communisme het slagveld geheel had moeten ontruimen en de arbeid in de fabrieken en op het land niet meer door staking op staking gestoord werd. Mussolini zelf vond men, in ons land en elders, aarzelend in zijn optreden. Een half jaar later werd de socialistische Kamer» afgevaardigde Matteotti vermoord. De oppositie meende hiervan gebruik te kunnen maken om het nog jonge fascistische staats gebouw omver te werpen, en in het buitenland zag men Mussolini reeds onttroond. Dit alles is thans historie. Wie niet instemmen met de leer van het fascisme, en in onzen lezerskring doet men dat niet, erkennen nu zoo goed als zonder uitzondering, dat Mussolini een groot staatsman is. Meerdere malen heb ik daarna nog weer Italië mogen bereizen. I® het eerst zeiden zijn land- genooten-tegenstanders, hoewel niet van zijn loer, dat Italië een man als hij noodig had. Thans vereert men hem bijna zondes uitzondering. Het reizen tot in de uiterste hoeken van het groote schier» eiland levert geen gevaar meer op. In Napels hebben wij meegemaakt, dat het voor vreemdelingen nog niet zonder risico was door te dringen tot in de bizarre volkswijken; nu zorgen de zwarthemden voor de noodige rust, terwijl ook de bevolking zelf een hooger trap van beschaving is gaan innemen. Wij willen er maar mee zeggen, dat men voorzichtig moet zijn met zijn oordeel over een volksomwenteling, alsook met de toekomstvoorspelling aangaande een volksleider. Leert onze eigen historie dit ook niet? Het zijn slechts geuzen, heette het van de stoottroepen in onzen vrijheidskrijg, maar zij maakten toch de baan vrij voor een welvarende, vrije natie. 't Spreekt wel haast vanzelf, dat na Italië nu Duitschland mij even sterk trok. Een soortgelijke beweging was nu de vaan gaan planten in het groote Midden-Europeesche rijk. Slaagdq deze planting, dan beteekende dit, dat van de vier toon aangevende landen in Europa twee een staatsvorm zouden hebben gekozen, welke in meer dan één opzicht zich totaal onderscheidt van dien der overige. En mèt den staatsvorm zouden allerlei groote veranderingen op het gebied van volks huishouding, opvoeding, moraal, bevolkingssamenstelling en misschien zelfs ten opzichte der Kerk zich gaan voltrekken. Van onze indrukken willen wij vertellen. Van onze gegevens afstaan. Wij zullen niet aarzelen goed te noemen, wat vol gens ons go e d is, en af te keuren, wat voor ons onver dedigbaar is. Alleen vragen wij den lezers beleefd ons niet in de rede te vallen, zoolang de reeks artikelen nog niet beëin digd is. Daarna willen wij, als het pas geeft, nog wel apatf' antwoorden op vragen, ons gedaan.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1933 | | pagina 8