DUITSCHLAND
BINNENLAND.
Op onderzoek in
DINSDAG 13 JUNI 1933
BRIEVEN UIT DE HOOFDSTAD
DE KATHEDRAAL
Eenige onrust is er in het Hervormde ker
kelijk kamp gekomen, toen bekend werd
dat Dr. de Vrijer, een van de meest gevier
de Amsterdamsche Predikanten een aanslag
wilde plegen op de Nieuwe Kerk.
Die onrust heeft zioh ook in breeder kring
voortgeplant, verschillende stemmen hebben
wij althans beluisterd van personen, die de
Nieuwe Kerk zeker nooit gedurende een gods
dienstoefening bezochten en die toch ook
even ontsteld en ontstemd waren over het
snoode voornemen van Dr. de Vrijer. Zelfs
Israëlieten schijnen zich daar moeilijk om
te maken.
Wat snoode plannen heeft Dr. de Vrijer
dan? Hangt er de een of andere geweldda
dige aanslag in de lucht? Wil hij de Nieuwe
Kerk sloopen en overbrengen naar een van
de buitenwijken van de stad? Men stelle zich
des gerust.
Hij wil alleen het aantal diensten in
Nieuwe Kerk beperken en des winters prac
tisch het gebouw sluiten. Waarom? Och het
is eigenlijk heel eenvoudig, omdat er geen
mensohen komen en de kosten te groot
worden.
Indien de Gemeente tegen sluiting be
zwaar hebben zou, zal zij zelf er voor kun
nen zorgen, dat er geen mensch meer aan
denkt. Dan gaat men eenvoudig weer in de
Nieuwe Kerk ter godsdienstoefening.
Dat zal echter niet gemakkelijk zijn. Om
twee redenen. In de eerste plaats rekene
men er mee, dat wij hier in het Centrum
der stad eigenlijk drie kathedralen hebben.
De Oude Kerk, in het hartje van het oudste
deel der stad, die ook al eens op de no
minatie heeft gestaan om gesloten te worden,
doch die in de laatsten tijd door den stoe-
ren wijkarbeid van Dr. de Vrijer, weer in
de belangstelling der Gemeente is geklom
men.
De Westerkerk met de bekende Wester
toren, aan den rand van de Jordaan, die
voor het stadsdeel dat zich naar het Westen
uitstrekt niet ongunstig ligt en dan de nu
besproken Nieuwe Kerk op den Dam.
Reeds eerder is de Zuiderkerk, die inge-
veer 7 minuten van de Oude Keïk af ligt ge
sloten, anders zouden wij binnen een zeer
engen cirkel vier monumentale Kerken des
Zondags open gehad hebben.
Het is met den besten wil ter wereld, en
ï>ij verdubbeling van het Kerkbezoek niet mo
gelijk deze drie geweldige kerkgebouwen te
vullen. Tenzij men de randkerken zou wil
len ontvolken en daarmede zou men prac-
tisoh al niet veel verder komen.
Men moet zich toch realiseeeren dat het
Centrum van de stad steeds meer wordt ont
volkt. Jonge mensohen vestigen zioh aan do
periferie van de stad, geiheele buurten wor
den gesaneerd en in verband daarmede ver
mindert het aantal woningen, perceelen die
vrij komen in de betere wijken worden niet
meer voor bewoning bestemd maar tot bu
reaux ingericht
Daarbij komt, dat deze oude kerkgebouwen
buitengewoon ongeschikt zijn voor onze pre
dikdiensten. Ze zijn hol en koud de verwar
ming is een vrijwel onmogelijke opgave, de
accoustiek laat te wenschen over; alleen
wanneer ze tot den rand zijn gevuld, komt
er eenige sfeer.
De buurtkerken in de omgeving, de Koe
pelkerk, de Oranjekerk, de Muiderkeric, om
nu geen andere te noemen, zijn kleiner, naar
de eischen van den Protestantsohen eere-
dienst ingerioht, behoorlijk verwarmd en
ze liggen in een dichtbevolkte buurt, zoodat
als vanzelf het kerkgaand publiek zich richt
naar deze gebouwen.
Het is een probleem waarmede niet alleen
de Hervormde Gemeente worstelt. De Ge
reformeerden hebben ook al een paar klei
nere kerkgebouwen in de oude stad prijs ge
geven; over het sluiten van de Zuiderkerk
door de Hervormden spraken wij reeds. De
Luthersdhen hebben met hun Koepelkerk de
zelfde moeilijkheden doorgemaakt. De R.-K.
hebben ook in de oude stad reeds vroeger
enkele kleinere kerken moeten sluiten.
Zoolang dit nu gebouwen gold, die noch
historisch, nog aesthetisch van groote betee-
kenis waren, voltrok zich dit proces zonder
dat iemand zich er moeilijk om maakte.
Maar de zaak wordt inderdaad van meer
beteekenis, ook zelfs van publiek belang,
wanneer het geldt een historisch monument
en een historische vergaderplaats als nu
eenmaal de Nieuwe Kerk in het leven van
onze stad is geweest.
Ondeugdelijke levensmiddelen
Hpe..?rffiri!uid 22rgt er t*00^ dat de ^"keilers slechts
deugdelijke eetwaren kunnen verkoopen. doch hoe
VlTt* W?ni£er U ze &ebru|kt? Wanneer U
muizen hebt kan In één nacht Uw voedsel vies en
bedorven worden. Maakt nu direct een eind aan
deze bron van schade en ergernis door Rodent te
gebruiken op de voorgeschreven manier. De Heer
A te K. ondervond in zijn schuur veel last van muizen,
die hij met allerlei middelen trachtte te verdelgen Ten
slotte probeerde hij Rodent en na twee dagen schreef
hij ons met slechts één doosje 113 muizen gedood
te hebben. Koop nog heden een enkele doos a 50 cl
of een dubbele doos 90 cL en morgen zult U van
muis en rat bevrijd zijn. Imp.; Fa. B. Melndersma.
Den Haag. q
Wij voelen wel dat er in de een of andere
richting een solutie moet worden gezocht.
Want finantieel wordt een toestand als zich
zoo langzamerhand heeft ontwikkeld voor de
Hervormde Gemeente onhoudbaar.
Een van de moeilijkheden zal wel blij
ven, dat men aan deze gebouwen niet een
waardige bestemming geven kan. Daar is in
dertijd gedacht aan het inrichten van de Zui
derkerk tot een museum voor architectuur
en bouwkunst. Misschien is daarvoor wel
iets te zeggen, maar men voelt toch, dat
hiervoor een kerkgebouw genoeg is. Mis
schien zou de beste oplossing zijn dat men
kwam tot stichting van een Kerk-historisch
Museum in een der niet meer te vullen
kerken.
Maar ook dan zou er toch alles voor plei
ten dat de Nieuwe Kerk „het Godsgebouw
zoo vaak bestreden" niet aan haar oorspron
kelijke bestemming werd ontrokken. Het
behoud van de Amsterdamsche Hervormde
Kathedraal zij der Gemeente een offer waard.
AREND VAN AMSTEL.
UIT DE ANTI-REV. PARTIJ
HET BELANG VAN DE A.R. PERS
Te Zwolle is een drukbezochte vergade
ring gehouden van het Provinciaal Comité
van a r. kiesvereenigingen in Overijsel. De
heer G. Oprei, burgemeester van Zwart
sluis, sprak een inleidend woord.
Nadat de jaarverslagen wareD goedge
keurd, werd in de vacature, ontstaan door
het overlijden van Prof. Dr. H. Bouwman,
bij acclamatie tot voorzitter benoemd Prof
Dr. J.R i d d e r b o s, van Kampen.
De secretaris, Ds. G. Hofstede Gzn.,
van Blokzijl, die meer dan 30 jaren het sec
retariaat heeft waargenomen, wenschte on
danks den aandrang van den voorzitter van
de vergadering niet voor een herbenoeming
in aanmerking te komen, doch verklaarde
zich bereid het secretariaat te blijven waar
nemen tot een volgende vergadering.
Ds. Hofst'ede werd daarna aangewe
zen als lid van den raad va® beheer der
Dr. A. Kuyperstichting, terwijl Prof. Rid
derbos als secundus werd aangewezen.
Door den heer L. F. Duymaer van
Twist, lid der Tweede Kamer, werd de
vergadering daarna toegesproken, waarbij
hij uitvoerig stilstond bij de politieke si
tuatie.
In de middagsamenkomst hield de heer J.
Schouten een boeiende rede, waarin hij
o.m. memoreerde, de samenstelling van het
kabinet en de positie der antirev. Kamer
fractie. Spr. drong met klem aan op het
steeds werkzaam zijn tot verdieping van
het beginsel en tot nooit verflauwende pro
paganda. Spr. dringt vooral aan op huisbe
zoek, op geregeld vergaderen en besprekin
gen.
Partijgenooten moeten Verder veel meer
doen voor de antirev. pers. Op den duur
moeten alle antirev. de eigen pers lezen.
Men moet zorgen, dat de pers er in komt,
dat alle antirev. een abonnement nemen op
een anti-rev. blad.
Op de in groote aandacht beluisterde rede
volgde een drukke en zeer leerzame discus
sie, waaraan werd deelgenomen door de
heeren Bramer. de Groot, Kroes, y.
cL Kouwe, Prinsen en Kolkman.
De gestelde vragen werden door den heer
Schouten uitvoerig beantwoord, waarna de
voorzitter hem hartelijk dankzegde voor zijn
rede en allen opwekte tot hei volbrengen
van ieders taak.
De vergadering werd daarna door den
heer Schouten met dankzegging gesloten.
DE ONDERNEMERSRAAD VOOR
SURINAME
STEUN AAN DE KOFFIE CULTUUR
De bacoven-proeven
In de jongste vergadering van den Onder-
nemersraad voor Suriname heeft de voor
zitter, de heer G. J. W. Putman Cra
mer medegedeeld dat opnieuw aan de kof
fiecultuur steun zal worden verleend, en
wel van 8 cent per K.G. over de gemiddelde
productie van 1930, 1931 en J932, met dien
verstande, dat wanneer dat gemiddelde la
ger mocht zijn dan de productie over 1930.
alsdan laatstgenoemd productiecijfer als ba
sis zal worden genomen.
Het resultaat van de bacoven-proeven is
tot nog toe gunstig geweest
Deze proefnemingen worden op kleine
schaal gedaan en de eerste proefzending Su-
rinaamsche bananen kwam op 21 November
1932 te Amsterdam aan. Sindsdien werd met
elke boot zulk een proefzending ontvangen.
De Surinaamsche z.g.n. Congo-banaan kan
de vergelijking met de beste in Europa ge-
importeerde banaan glansrijk doorstaan.
De commissie heeft dan ook, geheel in
overeenstemming met de Surinaamsche Com
missie, besloten de proefnemingen op de
zelfde wijze voort te zetten. Het aantal proef
velden in Suriname aal uitgebreid worden
met een 8 a 10 H.A.
DE VEERDIENSTEN IN ZEELAND
TEWATERLATING MOTORVEERBOOTEN
KONINGIN EMMA EN OOSTER-SCHELDE
Va® de werf der N.V. Koninklijke Maat
schappij „De Schelde" te Vlissingen, zijn
hedenmorgen te water gelaten de stalen
motorveerbooten „Koningin Emma" en „Oos
ter-Schelde" in aanbouw voor het provin
ciaal bestuur van Zeeland naar het ont
werp en onder toezicht van het Ingenieurs
bureau voor Scheepsbouw A. Cornelissen, te
Amsterdam, onder persoonlijke leiding van
den heer D Schouten, onder-directeur van
dit bureau.
De „Koningin Emma" is bestemd voor den
dienst Terneuzen-Hoedekenskerke; de „Oos-
ter-Schelde" voor den dienst Zierikzee—
Wolphaartsdijk*
De beide booten hebben een totale lengte
van 49 M., een breedte va® 8.50 M„ een holte
in de zijde van 3.25 M., en een diepgang
volbelast van 2.25 M.
De dienstsnelheid bedraagt 12 Eng. zee
mijlen per uur.
De derde en laatste van deze serie mo-
torveerfxjoten de „Prins Willem I" be
stemd om als reserveschip dienst te doen,
zal binnenkort eveneens te water worden
gelaten.
WEINIG KIESCH
DE VRIJHEIDSBOND BLEEF PINGELEN
„Voor zoover mij bekend, heeft de Vrij-
heidsbondsche fractie hoegenaamd geen
bezwaar tegen het concept-program ge
maakt en ook geenerlei eischen gesteld".
In werkelijkheid heeft mr. Knottebelt in
zijn antwoord op de uitnoodiging van den
formateur (in de eerste phase, dus die van
het parlementair kabinet) wel degelijk
met nadruk de liberale wenschen op het
stuk van nationalen omroep en beperking
van den winkelsluitingsdwang kenbaar
gemaakt Mocht de desbetreffende brief
gepubliceerd worden, gelijk zekere brie
ven van de heeren Aalherse en Colijn, die
echter niet op concrete punten van het
program betrekking hebben, reeds gepu-
Ons dunkt zoo, dat de liberale partij rich
zelf geëerd zou hebben, indien zij in deze
dagen zulke tweede-rangs-wenschen niet had
geuit
ALGEM. NED. VEREEN. VOOR
VREEMDELINGENVERKEER
DE ALGEMEENE VERGADERING
De Alg. Ned- Vereeniging voor Vreemde
lingenverkeer houdt heden haar algemeene
vergadering in hotel Britannia te Vlissin
gen.
Gisteravond zij® de congressisten op het
gemeentehuis ontvangen door burgemees
ter C. A. v an W o e 1 d e r e n en het ge
meentebestuur van Vlissingen. Door den
burgemeester werd er daarbij aan herin
nerd, dat in 1929 de vereeniging voor het
laatst in Zeeland (Middelburg) bijeen
kwam.
De toespraak van den burgemeester werd
door den algemeenen voorzitter van de
A.N.V.V., Baron Krayenhoff beant
woord.
Op het programma voor morgen, overmor
gen en Vrijdag staan, zooals het de gewoon
te is van deze vereeniging, zeer vele mooie
excursies*
DIETSCHE LANDDAG TE MECHELEN
Op den Zondag te Mechelen gehouden
Dietschen landdag zou o-m. het woord wor
den gevoerd door prof. dr Geyl, van Londen;
dr Moller, lid der Tweede Kamer; en door
den letterkundige Antoon Coolen.
De Mechelsche politie heeft deze heeren
echter op straat aangehouden en hu® mede
gedeeld, dat het hun verboden was den
landdag te bezoeken.
Zij zijn daarop per auto naar de Nedar-
landsche grens teruggeleid.
De rede van prof. Geyl is echter toch ten
gehoore gebracht, nl. door een der Vlaam-
sche leiders, die haar aan den landdag
heeft voorgelezen.
MR. MOK VOOR CORRUPTIE?
Een der bekendste medewerkers van de
S t r ij d, het orgaan van het N.V.V, de
sociaal-democraat Mr. S. Mok verzet zich
tegen „het dubbele inkomen van echtpa-
In dezen tijd van ongekende werkloosheid
acht hij het „onduldbaar", dat gehuwde
vrouwen zonder noodzaak een betrekking
vervullen. De harde practijk eischt, „dat in
de eerste plaats zij werken, die het het
meest noodig hebben."
Maar de heer De Zeeuw en Mr. Punch
putten zich in Voorwaarts uit om het
voorstel dat in de toekomst zoo'n dubbel
inkomen in Rotterdam kan beletten, be
lachelijk te maken.
En nog pas schreef A.B.K een heftig
stukje op de manier van iemand, die geen
tegenspraak kan velen, tegen de critiek, uitr
geoefend op het feit, dat de vrouw van den
Amsterdamschen Secretaris een voorname
positie bekleedt bij de afdeeling Volkshuis
vesting. Dat was, hoe gevoelig rijn soc.-dem.
scribenten soms: „grofpersoonlijk en alle
maal klets". Doch hij zelf bracht het per
soonlijke element in het debat en schreef:
„Als alle menschen zóó werkten, zou er
heel wat bezuinigd worden". Aangenaam
voor de andere ambtenaren van Amster
dam.
Overigens had het feit niets om het lijf....
lazen wij niet van 1681 gevallen? En ten
slotte concludeerde hij:
Wie rijt ge? Wat kunt ge? Dat rijn de
éénige vragen, die oirbaar rijn al het
andere is corruptie!
Dus, Mr. Mok doet ook al aan corruptie!
Over welk onderwerp is men het in de
S.D.A.P. nu nog wel eens?
HET VIJFTIENDE VERSLAG C. N. V.
Verschenen 1liet vijftiende verslag van
het Ohr. Nat Vakverbond in Nederland. In
een onzer volgende nummers hopen we oj.
dit lijvig verslag ruim 500 bladzijden
nader terug te komen.
DE STAKING TE IJMUIDEN
Verloopt hoe langer hoe meer
„Toenadering", het orgaan van den Ghr.
Bond van Fabrieks- en Transportarbeiders
meldde in het nummer van 3 Juni, dat er
te IJmuiden. 14 booten in de vaart waren.
Als men rekent, dat er het vorige jaar 29
schepen voeren en de toestand thans vrij
wat ongunstiger i6, begrijpt men, dat de
staking aan het verloopen is. Dit wordt nog
eens weer bevestigd door een nieuw bericht
uit IJmuiden, dat meldt, dat thans reeds 21
schepen zijn uitgevaren.
FUSIE IN DE „ONAFHANKELIJKE"
VAKBEWEGING
Te Utrecht is in een buitengewoon oon-
gres door de Alg. Bond van spoor- en tram
wegpereoneel besloten tot fusie met den
Ned. Federatie ven Bond van pereoneel in
openbaren dienst
DE LOONEN IN DE BOUWVAKKEN
te krijgen met 'ingang; 'van i~ÓVtob^r *193^13
beweerd dat de loonon, ats regel niet hoog
waen, zoodat de meening der Regêerlng, dat
daar de groote werkloosheid mc-de aan was toe
te schrijven (24.600 werkzoekende bouwvak
arbeiders 30 Sept. 1931. 59.700 30 Sept. 1932) on-
1924
levensonderhoud voor arbeidersgezinnen
177 (Amsterdam) en 168 (den Haag) In
was gedaald tot onderscheidenlijk 141 en
ln Juni 1932. waren de loonen der bouw
arbeiders sedert 1934 onveranderd gebl.
Het contractloon was ln dat Jaar voor
herzien. Sindsdien was het Collectief
_wat het loon betreft, telkens weer onge-
er de con tract loonen de werkelijk*
►onen aangeven, bleek dus de koop
Kraont van het loon sedert 1924 met ongeveer
25 pet. zijn gestegen. Al Is dit op zichzelf
geen motief voor loonsverlaging, het toont toch
aan. dat waaneer een verlaging van Ho innnfn
uit anderen hoofde noodzakelijk
geacht, deze zonder schade t
standigheden
lijk i
wUzlgd z
verdiende
kracht i
noodzakelijkheid v
vloeide evenwel niet ln de
uit de hoogte van de contractloonen, doch uit
de tarieven, welke in de groote steden bij den
bouw van nieuwe woningen gelden. Deze tarii
ven maakten een weekloon mogelijk, dat
boven het weekloon volgens
a
gelang van de l
pen week één of
meer gulder
uitgekeerd.
ildens boven het vaste
het regel.
een zeer gedifferentieerd tarievenstelsel, het
welk ertoe geleld heeft, dat het verband tus-
schen contractloon en werkelijk verdiend loon
geheel verloren ls gegaan.
In de Jaren vóér den oorlog
dat ln tarief 20 tot 25 pet. bovt
loon kon worden gehaald. Zulks moest ook bil
lijk worden geacht omdat voor het behalen
van een dergelijk loon een zeer groote arbeide-
Sreetatie moest worden geleverd. langzamer -
and is deze marge gestegen tot 30 en 40 pet
en soms nog belangrijk hooger. zoodat ln Am
sterdam bij een contractloon van 80 cent per
uur of f 38.40 per week voor timmerlieden, met
selaars. stukadoors, hetens, enz. en van' f 36
per week voor schilders, ln 1932 nog de vol
gende loonen zijn betaald; timmerlieden f 50
52. metselaars f6255. schilders ongeveer f 50.
stukadoors f7080.
Met betrekking tot de loonen van helers wer
den mij de volgende gegevens verstrekt:
19301931 gedurende 84 weken f 65.60 per
week: 23 weken f 84.90: 26 weken f91.40;
1932: 40 weken f 65.20 per week: 6 weken
f 78.32; 9 weken f 84.80; 12 weken f73.30;
1932—1933: 197 dagen f73.80 per week; 11 we-
elijke loond
i verlaging i
volkshuisve
moest worden geacht
De heerschende groote werkloosheid was
mede aan deze hooge loonen toe te schrijven.'
Ook al hoftdt men ten volle rekening met het
feit. dat in den tijd van hoogconjunctuur vele
het bo-uwvak zijn getrokken,
i andere vakken thans
dan nog moet worden
>nen vele opdrachtgevers
kend. dat de hooge k
"en afgeschrikt nieuw werk ln uitvoering
UIT HET STUCADOORSBEDRIJF
De Haagsche stucad oorepatroonsbonden, van
oordeel zijnde, dat de huidige en onhoudbare
situatie in het stucadoorsbedrijf voor een groot
deel veroorzaakt wordt door gemis aan samen
werking en vertrouwen tusschen de patroons
onderling; dat een betere verhouding onderling
kan worden vee-kregen door versterking van
het solidariteitsgevoel tusschen de patroons;
dta hiervoor echter noodig ls de eerbiediging
der rechten van alle partijen; en dat op grond
daarvan geen prijs wordt gesteld op eenige be
voorrechting als bedoeld ln het schrijven der
Bouwkundige Vereeniging „Onderneming en
Vrijheid", gedateerd 10 Maart 1933.
Ze besloten tot een samenwerking der pa-»
troonsorganlsaties ln het stucadoorsbedrijf.
Verschenen is het gedenkboek van den
Ned. Chr. Bond van personeel in publieken
dienst ter gelegenheid van zijn 25-jarig be
staan.
Na een inleiding wordt allereerst de wor
dingsgeschiedenis van den Bond beschreven
bijna uitsluitend de geschiedenis van het
gemeentepersoneel en speciaal van de ge
meentewerklieden. Vervolgens wordt het
verloop van organisatie en reorganisatie
van den Bond nagegaan, waarna tal van
gegevens volgen over de acties voor het ge
meentepersoneel inzake loon, rechtspositie
e.d.g., vergezeld gaande van een overzicht
van do loonpositie der gemeentewerklieden
in eenige gemeenten over het tijdvak 1908
tot 1933.
Over de acties voor het rijkspersoneel en
de organisatie van deze groep zijn eveneens
tal van gegevens en overzichten opgeno
men. Daarna worden bijzonderheden meege
deeld over den groei van den bond, welke
in 25 jaren een stijging in ledental toont
van 634 tot 5254 Met staten en tabellen
wordt een en ander uitvoerig toegelicht.
Interessant is niet het minst wat er ver
teld wordt van de wording en het voortbe
staan van „De Banier". Is het voorgaande
uit organisatorisch oogpunt beschouwd be
langwekkend, de geschiedenis van 't bonds
orgaan doet zien, hoe een 25 jaar geleden
een klein blaadje tot stand kwam en hoe de
medewerkers hun taak opvatten. Kenmer
kend voor die dagen was de inzending van
verslagen, die met heele of halve preeken
waren te vergelijken. Ook bestond toen een
sterke voorliefde voor het schrijven van
artikelen in brief- of in samenspraakvorm.
Het gedenkboek heeft er eenige uitgeknipt.
Een moot uit een brief van Flip Jansen,
over de spoorwegstaking in 1903, is niet van
geestigheid ontbloot, terwijl een stukje uit
een brief van juffrouw Nolk, gedateerd 1
Dec. 1909, min of meer op ironische wijze
de rechtspositie van de gemeentewerklieden
bespreekt In extenso wordt door het ge
denkboek opgenomen een volledige afdee-
lingscorrespondentie uit Amsterdam in sa
menspraakvorm, welke eveneens de rechts
positie der gemeentewerklieden belicht. Veel
zeggend is ook een dialoog, afkomstig uit
Sneek. Ze is nog gedateerd 8 April 1914.
Na dien schijnen de inzenders „zakelijker'5
te zijn geworden.
Het gedenkboek is nog lang niet uitgeput
want thans volgen nog uitvoerige overzich
ten van congressen, van de Bondsfinanciëö
de poëtische noot ontbreekt ook hier niet
van het fonds „Hulp in Nood", van het
Bondspersoneel en van het Bondsgebouw,
„In Wijder Verband" deelt een en ander
mee over de voorbereiding tot de aanslui
ting bij het CNV en over de aansluiting
zelf, benevens de totstandkoming van het
permanent comité en van de international^
federatie.
Het gedenkboek besluit met bijzonderhe
den te geven over het pensioenrecht, over
het ambtenarenrecht, over het georganiseerd
overleg en een overzicht van de afdeelin-
gen, met een kort bijschrift voor elke af
deeling.
Zoo hebben wij in korte trekken iets van
den inhoud van dit bijna 300 bladzijden;
groote gedenkboek pogen weer te geven. De
samenstellers, de heeren W. van der Have
P J van Mullem en P L van der Voorde,
hebben hiermede een tijdroovende en moei
lijke taak volbracht, welke hun echter on
getwijfeld voldoening zal schenken in da
wetenschap, dat rij niet alleen hun Bond,
maar heel de Chr. sociale beweging een',
dienst hebben bewezen. In geen bibliotheek'
van eenige beteekenis mag dit gedenkboek
als sociale gids ontbreken.
Niet alleen den samenstellers Etlle lof voob
hun sublieme Bondshistorie-beschrijving,
ook de drukkerij „Edecea" te Hoorn, ver
dient een pluimpje voor de schitterende uit
voering, wat druk en band betreft De dui
delijke tekst is verlucht met mooie grootd
foto's van hoofdbestuurders, oud-hoofdbe
stuurders, overleden bestuurders, bondsge
bouw voorheen en thans. Ook daarin ifi
„Edecea" meer dan welgeslaagd.
I
Van het Eerste naar het Derde Rijk
;(H. D.) In November 1918 vielen in Duitschland de kronen
van de hoofden der vorsten en nam het zoogenaamde Tweede
Duitsche Rijk, nadat het Eerste zich nauwelijks een halve eeuw
had gehandhaafd, een aanvang. De ijzeren kanselier, Bismarck,
had zijn naam verbonden aan het Eerste Rijk. Onder den klein
zoon van hem, dien Bismarck in 1871 had doen uitroepen als
de eerste keizer van het moderne Duitschland, zonk dit Eerste
Rijk in, en maakte plaats voor een vorstenlooze Duitsche
samenleving. De geschiedenis zou echter spoedig doen zien, dat
de natie haar eigen volkskarakter niet had verloren.
Bismarck regeerde met ijzeren vuist, doch de groote eenheid,
waardoor al de onderscheiden deelen van Duitschland vast aan
elkaar konden worden gesmeed, wist hij nog niet tot stand te
brengen. Een latere periode zou hiervoor worden aangewezen,
doch de omstandigheden zouden dan inmiddels zeer sterk
gewijzigd zijn.
Het Tweede Duitsche Rijk kon den levensduur van zijn voor
ganger nog in lange niet halen. Het parlementaire stelsel, het
welk na vele barensweeën in 1919 te Weimar werd aanvaard,
werd door groote massa's Duitschers, welhaast de groote meer
derheid, als een nietrpassend keurslijf gevoeld. Wat in West-
Europa was gegroeid en met meer of minder sympathie door de
bevolkingen werd beschouwd als behoorende tot de ontwikke
ling der tijden, kon maar niet zonder meer opgelegd worden
aan een natie, welke met eerst de noodige leerschool had
doorloopen.
Echter, wat van nog grooter belang is bij de vraag, waarom
ïn Duitschland het parlementarisme ten eenenmale gefaald
heeft, is het ontbreken van een goeden economischen voedings
bodem. Parlementarisme moet altijd samen gaan met een zekere
mate van stabiele, dat wil zeggen duurzame volkswelvaart
Wie goed oplet, riet nu immers dagelijks de bewijzen hiervoor.
Waar stijgende ellende is, zich ook vertoornend in den vorm
van niet sluitende begrootingen, zinkt het parlementaire stelsel
an behoudt vaak alleen nog den naam om den schijn te redden.
In land na land is het parlement, dus de volksvertegenwoor
diging, voor eene korte periode of voor langen termijn naar
huis gezonden. Op recès heet het dan in den parlementairen
stijl. Vriendelijke woorden moeten dan vaak dienen als een
doekje voor het bloeden, maar in werkelijkheid beteekent het
dan, dat in hoogst moeilijke tijdsomstandigheden meer heil
verwacht wordt van het bestuur, hetwelk in de handen van
n of van enkelen gelegd wordt, dan dat men de politieke
partijen in de personen van hun afgevaardigden dit werk laat
verrichten.
Duitschland heeft vanaf 1919, toen de Grondwet van Weimar
vorm had gegeven aan het parlementarisme, in zorg en kom
mer geleefd. Op een bepaald oogenblik was het geheele Rijk
als het ware failliet. Dat was, toen de inflatie-ziekte slechts de
botten had overgelaten en al het vleesch was verteerd. De hulp
van de overige staten bedoelde niet anders, dan betaling
mogelijk te maken van de reusachtige sommen, welke bij den
vrede te Versailles Duitschland als een soort hypotheek waren
opgelegd. Dit beteekende, dat geslacht op geslacht belasting
schuldig zou zijn aan de oorlogsoverwinnaars.
Het groeiend verzet hiertegen schoof alle schuld op de parle
mentariërs, welke den vrede hadden aanvaard en zich gevleid
hadden met de hoop, dat de vijanden van weleer snel weer de
beste vrienden zouden worden. Het tegendeel bleek ras. Als in
den oorlog, bleef Duitschland de eenzame onder de groote
volken, en voelt het rich achteruitgezet en gekrenkt.
En dit is, naar onze meening, de groote oorzaak van het snel
gegroeide nationalisme, hetwelk als een stroom alle dijken en
dammen heeft verbroken en het geheele land en al het volk
voor zich heeft opgeëischt, en ten deele in dezen run is geslaagd.
Zoo is het Tweede Duitsche Rijk na veertien jaar zich met
moeite te hebben gehandhaafd, in elkaar gezakt. En mèt dat
Rijk het parlementaire stelsel, en ook het marxisme als één
der voornaamste pijlers ervan. Evenzoo heeft er een omwente
ling plaats gehad van de geestesgesteldheid op zoo
goed als elk terrein van het leven.
Dat is het merkwaardige bij de geboorte van het Derde Rijk.
Geschiedt dit in een klein land, och, dan kan de wereld het
aanzien in rustig afwachten. Maar wanneer een volk van
65 millioen zielen, van de vitaliteit van het Duitsche ras, zich
omkeert op zijn levensweg, en een gansch andere route
inslaat, dan sluiten de grenzen sym- en antipathieën niet af.
Maar de nieuw doorbrekende geestesgesteldheid houdt óók geen
halt bij de landspalen. Hoe velerlei tak van de wetenschap
vindt niet haar bron in Duitschland; hoe heeft het West-
Europeesch marxisme feitelijk niet gedreven op de Duitsche
leerschool; hoe hangt de welvaart van meer dan één land voor
een deel ook niet af van den gang der dingen in dat groote
land, en zoo kunnen de vergelijkingen verder getrokken worden.
Deze groote omwenteling bij onze oosterburen deed in ons het
verlangen opkomen i® het land zelf kennis te maken met de
veranderingen. De berichten zijn zoo onderscheiden van waar
deering, al naar de ligging van de schrijvers. Wat is waar, wat
is niet waar? Hoe denkt men zich daar de toekomst? Hoe
staat het met de geestesvrijheid? Hoe met den maatschappe-
lijken toestand?
Hooren, zien en opnemen
Voor een dagbladman beteekent het een hoog geluk, wanneer
hij zich te midden van het volk kan begeven, als het rad der
geschiedenis een forsche wenteling maakt Althans schrijver
dezes geeft dan gaarne eigen ooren en eigen oogen den kost
Zijn conclusies bouwt hij het liefst op eigen onderaoek. Zeker,
het beginsel van een volksbeweging kan men bestudeeren,
gezeten in de rustige werkkamer. Maar hoe het volk reageert
op een omzetting der dingen, hoe de practijk zich verhoudt tot
de theorie, daar behoort toch iets anders toe. Het nationaal-
socialisme kan men beproeven te begrijpen uit het boek van
Adolf Hitler, Mein Kampf, doch Dr. Goebels hoorde ik zelf
in het Sportpalast te Berlijn zeggen, dat dit nationaal-socialisme
een levend proces wil zijn, hetwelk verrassend-snel zich in
de practijk yvijzigen zal naar de omstandigheden. Trouwens,
wéér in welk land, heeft .éénige paxtij haar beginsel precies
in toepassing gebracht?
In 1923, toen Mussolini zich vóór nauwelijks een jaar in ItaliS
als dictator genesteld had, was ik in de gelegenheid Italië te
bezoeken. De pers buiten Italië was in dien tijd Mussolini nog
allesbehalve goed gezind. Zijn spreken werd als een belachelijk
pathos voorgesteld; zijn programpunten leuzen voor de vaak.
In één adem werd hij genoemd met den nationalen „dichter-
krijgsman" d'Annunzio. Eigen onderzoek deed mij zien, hoe in!
industriëel Noord-Italië het communisme het slagveld geheel
had moeten ontruimen en de arbeid in de fabrieken en op het
land niet meer door staking op staking gestoord werd.
Mussolini zelf vond men, in ons land en elders, aarzelend in
zijn optreden. Een half jaar later werd de socialistische Kamer»
afgevaardigde Matteotti vermoord. De oppositie meende hiervan
gebruik te kunnen maken om het nog jonge fascistische staats
gebouw omver te werpen, en in het buitenland zag men
Mussolini reeds onttroond.
Dit alles is thans historie. Wie niet instemmen met de leer
van het fascisme, en in onzen lezerskring doet men dat niet,
erkennen nu zoo goed als zonder uitzondering, dat Mussolini
een groot staatsman is. Meerdere malen heb ik daarna nog
weer Italië mogen bereizen. I® het eerst zeiden zijn land-
genooten-tegenstanders, hoewel niet van zijn loer, dat Italië een
man als hij noodig had. Thans vereert men hem bijna zondes
uitzondering.
Het reizen tot in de uiterste hoeken van het groote schier»
eiland levert geen gevaar meer op. In Napels hebben wij
meegemaakt, dat het voor vreemdelingen nog niet zonder risico
was door te dringen tot in de bizarre volkswijken; nu zorgen
de zwarthemden voor de noodige rust, terwijl ook de bevolking
zelf een hooger trap van beschaving is gaan innemen.
Wij willen er maar mee zeggen, dat men voorzichtig moet
zijn met zijn oordeel over een volksomwenteling, alsook met de
toekomstvoorspelling aangaande een volksleider. Leert onze eigen
historie dit ook niet? Het zijn slechts geuzen, heette het van
de stoottroepen in onzen vrijheidskrijg, maar zij maakten toch
de baan vrij voor een welvarende, vrije natie.
't Spreekt wel haast vanzelf, dat na Italië nu Duitschland
mij even sterk trok. Een soortgelijke beweging was nu de vaan
gaan planten in het groote Midden-Europeesche rijk. Slaagdq
deze planting, dan beteekende dit, dat van de vier toon
aangevende landen in Europa twee een staatsvorm zouden
hebben gekozen, welke in meer dan één opzicht zich totaal
onderscheidt van dien der overige. En mèt den staatsvorm
zouden allerlei groote veranderingen op het gebied van volks
huishouding, opvoeding, moraal, bevolkingssamenstelling en
misschien zelfs ten opzichte der Kerk zich gaan voltrekken.
Van onze indrukken willen wij vertellen. Van onze gegevens
afstaan. Wij zullen niet aarzelen goed te noemen, wat vol
gens ons go e d is, en af te keuren, wat voor ons onver
dedigbaar is. Alleen vragen wij den lezers beleefd ons niet
in de rede te vallen, zoolang de reeks artikelen nog niet beëin
digd is. Daarna willen wij, als het pas geeft, nog wel apatf'
antwoorden op vragen, ons gedaan.