ECONOMISCHE OPBOUW
VAN NEDERLAND
BINNENLAND.
Radio Nieuws.
JIM, DE ZOON VAN BOBBY
DE LAATSTE DER TRIBUNEN
MAANDAG 12 JUNI 1933
ECONOMISCHE PROBLEMEN
HANDELSPOLITIEKE
MAATREGELEN
II.
Wij hebben voldoende aanwijzingen om
te mogen aanemen, dat Nederland er ern
stig over denikt om zich aan de nieuwe ver
houdingen op handelspolitiek gebied aan te
passen. Het is begrijpelijk, dat onze Regee
ring niet zonder meer van koers gaat ver
anderen, nu Nederland gedurende meerd^e
menschenleeftijden de vrijhandelsgedachte
in toepassing gebracht heeft en met succes.
Men zal den uitslag van de economische
wereldconferentie afwachten, alvorens het
roer omver te werpen. Onze Minister-
President gaat met een staf van vooraan
staande Nederlanders naar Londen en Ne
derland zal niets nalaten om tot drastische
vermindering der handelsbelemmeringen te
komen. Docli wanneer Londen zal misluk
ken. zal Nederland hebben mee to doen aan
de wederkeerigheidspolitiek; ook wij zullen
regelingen hebben te maken met elk land
afzonderlijk.
Geen camouflage meer
Wanneer men op reëele basis handels
politieke voordeelen wil zien te verkrijgen,
en daarvoor dus contra-prestatie heeft te
vorleenen, dient men alle camouflage te
bannen. De meestbegunstiging is geleidelijk
tot een minderwaardige camouflage gewor
den; in vroegere artikelen hebben wij daar-
od reeds gewezen. Wanneer men de meest-
begunstiging in naam tracht te behouden,
doch haar in de practijk ontduikt door
voortschrijdende specificatie en sterk door
gevoerde contingenteering, dan is het beter,
dat men open kaart speelt en dat men zoo
spoedig mogelijk de bestaande handelsover
eenkomsten opzegt, waarbij de meestbegun
stiging is bedongen.
Nederland met zijn acht milhoen zielen
heeft een groote koopkracht, want nog al
tijd behooren wij tot de rijke landen. Neder
land behoeft echter niet alleen krachtige
vraag van alle Nederlandsche onderdanen
samen te voegen en zoo mogelijk te vergroe
ten en ten tweede om die koopkrachtige
vraag in dienst te stellen van de Nederland
sche belangen, in de ruimste zin van het
woord genomen, dus niet alleen ten bate
van de Nederlanders, in het Buropeesche
Rijk wonende, maar van al onze onder
danen.
Wij juidhen het daarom toe, dat Dr. Co-
lijn de portefeuille van Koloniën heeft ge-
nemen. Wij zijn het met Roosevelt eens.
dat de hoofdaandacht in den te gen woor da
gen tijd gevestigd moet worden op de in
terne problemen; daarna pas op de inter
nationale. Men kan nu eenmaal geen rol
spelen in het internationale leven, wanneei
men de toestanden in het eigen land niet
eerst gereinigd heeft. Dr. Golijn heeft een
open oog voor de nooden en de behoeften
van Indië hij weet wat dhar te koop is en
hij heeft voldoende breed inzicht om in
staat te zijn de verschillende belangen van
de Nederlandsche gebieden aan elkander
te knoopen.
Een efficients handelspolitiek
Nederland zal dus handelspolitieke maat
regelen hebben ta nemen, waarbij niet ai-
leen moet worden vastgebonden aan de ego
centrische belangen van het Moederland.
Het lykt ons principieel verkeert om bijv.
hooge thee-rechten te heffen en daardoor
Indie's thee-productie te benadeelen, terwijl
meer en meer stemmen opgaan om prere-
rentie in Indië te geven aan goederen van
Nederlandsche origine. Het is principieel
verkeerd om een eigen Nederlandsche sui-
kerpolitiek te voeren en daarbij de Java-
6uiker te bannen. Men moet nagaan, hoe de
Nederlandsche gebieden tesamen bet suiker-
vraagstuk zullen kunnen regelen.
[Daarvoor dient een efficiente handelspoli
tiek te worden gevoerd. Deze politiek zal
ten eerste dienen te bestaan in het verlaten
van ons fiscale principe; wij zullen tot
actieve handelspolitiek moeten overgaan,
zoolang zuivere vrijhandel tot de onmoge
lijkheden behoort. Verder zullen wij het
stelsel der contingenteeringen juister moe
ten toepassen en deze contingenteeringen
zooveel mogelijk naar de hoeveelheid en
niet naar de waarde afmeten. Voor landen,
die met ons speciale overeenkomsten heb
ben gesloten, zullen de contingenteeringen
kunnen wegvallen of milder worden ge
maakt, doch voor de Staten, die van geen
gebondenheid willen weten, zullen wij ln
consekwente toepassing van die continger-
toeringen ons kunnen beschermen tegen
een overmatigen en ongewenschten invoer.
Er zijn landen, die financieel niet in staat
zijn belangrijke goederentransacties te kun
nen entameeren. Met die landen zullen wij
den compensatie-handel moeten opvoeren
Egypte bijv. zit met een betrekkelijk niet
te verkoopen katoen-surplus, terwijl 't land
o.a. suiker beeft in te voeren. Waarom zou
den wij met Egypte geen compensatie-con
tracten kunnen maken, zoodat wij katoen
koopen en Egypte suiker, zander dat er ln
contanten maar iets behoeft te worden be
taald.
Deze methode van handelspolitiek zal
voor ons ten slotte
het principe van de vrijhandelaren
het dichtst benaderen. Immers handhaven
wij in dit stadium den vrijhandel, dan zal
cr een eenzijdige goederenbeweging plaats
vinden, doordat het buitenland van ons
niets wil nemen, terwijl het wel aan ons op
zoo groot mogelijke schaal zal willen ver
koopen. Deze eenzijdigheid is natuurlij'K
niet de bedoeling van de vrijhandelaren
Hun principe is op wederkeerigheid inge
steld, doch een wederkeerigheid, welke door
den natuurlijken loop der dingen wordt be
paald. Wanneer die natuurlijke loop der
dingen verstoord wordt, dan kunnen de vrij
handelaren hun ideaal alleen bereiken door
actieve handelspolitiek toe te passen. Want
actieve handelspolitiek in tijden, waar een
zijdigheid hoogtij viert, leidt tot het kunst
matig bereiken van datgene, wat vroegei
zonder ingrijpen tot stand kwam.
In wezen is dus de richting, waarin wij
Nederland op handelspolitiek gebied willen
insturen, niets anders dan die, waarin de
vrijhandel zou willen gaan. indien er geen
tegenwerkende factoren bestonden. De
bondenheid, welke men niet meer zal kun
nen missen, beteekent slechts nivelleering
van die tegenwerkende factoren!
REORGANISATIE RIJKSWATER
STAAT
In verband met de reorganisatie van den
Rijkswaterstaat zal Ir. F. F. S c h 1 i n g e-
raann, hoofdingenieur-directeur te 's-Gra-
venhage bij de directie der „Groote rivie
ren", welke dienst zal gaan omvatten het
bureau „Groote rivieren", arrondissement
Rotterdam, en den studiedienst
Ir. J. F. S c h f e 1 d, hoofdingenieur bij
den studiedienst te Rotterdam, die benoemd
is tot hoofdingenieur-directeur, krijgt de
directie over het bureau „Boven-rivieren",
dat te Arnhem komt, en hetwelk de ar
rondissementen Utrecht en Nijmegen omvat.
Door deze reorganisatie worden de Rijks-
waterstaatbureaux te Nijmegen, Utrecht en
Rotterdam opgeheven.
DE MOEILIJKHEDEN IN DE
HARINGVISSCHERIJ
INSTELLING COMMISSIE TAN OVERLEG
De minister van Economische Zaken heeft
ingesteld een Commissie van Overleg ter
voorlichting van de regeering omtrent de
genomen en nog te nemen uitvoeringsmaat
regelen op grond van de Haringwet 1927,
en heeft in deze Commissie benoemd tot lid
en voorzitter den heer W. J. Janssens, in
specteur der Visscherijen, hoofd van den
dienst der Nederlandsche haringcontrole
te 's-Gravenhaige en tot leden, vertegen
woordigers van de haringreederij de heeren
Jos. Katan te Vlaardingen, A. Ouwehand
Dzn. te Katwijk aan Zee en M. Varkevis-
ser te Scheveningen, tot leden, vertegen
woordigers van den haringhandel de heeren
Peter Goedknegt te Vlaardingen, P. Knoes-
ter Jr. te Scheveningen en P. Dekker U
IJmuiden; tot secretaris van de Commissie
ls benoemd de heer D. de Mos, hoofdcon
troleur bij de dienst der Nederlandsche
Haringcontrole te Scheveningen.
GRUWELIJKE SPOTTAAL
IN HET ORGAAN DER NATIONALE UNIE
In het laatste nummer van het orgaan der
Nat. Unie komt een artikel voor over „Cort-
sluiting" in de Tweede Kaaner, waarin be
toogd wordt dat in het voorstel van de
Grondwetscommissie van 1910 niets voor
komt over het recht der niet-Nederlandsche
onderdanen (uit Ned. Indië) om te kiezen
voor onze vertegenwoordigende lichamen of
verkozen te worden; hoewel zulks plechtig
door Minister Cort v -d. Linden was beweerd.
Dit geeft den schrijver (het stuk is niet
onderteekend) aanleiding tot de volgende
huiveringswekkende spottaal:
„O diepte der rijkdommen der wijsheid en
der kennis Corts! Hoe onbegrijpelijk zijn zijn
wegen! Want wie heeft den zin des Heeren
gekend, of wie is zijn raadgever geweest?
Het is. alles Kan met pen en papier!"
Wij dachten tot heden ,dat de mannen der
Nat Unie, onder leiding van Prof. Gerret-
sen .meer eerbied voor de Schrift en de
hooaheid Gods hadden!
GESCHENK AAN DE PRINSES
TEN BATE VAN HET N. C. C.
Door den heer J. C. S n e 11 j e s, koper
slager op 's Rijkswerf te Willemsoord, is
een geheel uit tin geslagen beeltenis van
Prinses Juliana vervaardigd en haar als
eere-presidente van het N. C C. ten ge
schenke aangeboden. De uitvoering, die ge
heel met de hand is geschied, is bijzonder
artistiek en het geschenk is dan ook gaarne
door H. K. H. aanvaard. De Heldersche fir
ma J. van Willigen zorgde voor een passen
de omlijsting, geheel in den stijl van het
kunstwerk. Ten hate van het N. C. C. zijn
afgietsels gemaakt in gips die tegen den
prijs van f 2.bij het Crisis-Comité, te Den
Helder verkrijgbaar zijn gesteld.
EEN GEMEENTERAAD OP HOL!
De gemeenteeraad van Didaim heeft, over
eenkomstig een voorstel van de meerderheid
van B. en W., het salaris van den burgemees
ter teruggebracht van f 4500 tot f 615:om
dat de burgemeester tegen het verlangen van
den Raad in tooh was herbenoemd. Van den
datum der herbenoeming af wensoht de raad
.geen salaris meer uit te betalen.
In strijd met de bepalingen der wet, werd
tevens besloten een korting toe te passen
op de salarissen van burgemeester, wethou
ders, secretaris en ontvanger, benevens op
de loonen en salarissen van andere personen
in gemeentedienst.
Ondanks de waarschuwing van den voor
zatter, dat de begrooting op menig punt in
strijd is met de wet, werd ze toch met 73
stemmen goedgekeurd.
ONTSIERING VAN HET LANDSCHAP
DOOR RIJKSWERKVERSCHAFFING?
EEN MISVERSTAND OPGEHELDERD
Eenigen tijd geleden heeft de Contact
commissie inzake natuurbescherming in sa
menwerking met de stichting Het Gelder-
sohe landschap zich tot den Minister van
Binnenlandsche zaken gewend, met de mede
deeling, dat haai klachten hadden bereikt,
dat bij de Rij.kswerkversohaffing in de
gemeenten Gend ringen en Berch de water
afvoer in het waterschap van den Ouden
IJssel onder leiding van de Nederl. Heide
maatschappij zonder eenigen zin voor land
schappelijke schoonheid werd verbeterd.
Op verzoek van den Minister van Binnen
landsche zaken heeft de Contact-commissip
met de Inspectie van de Werkverschaffing
te Zwolle en de Directie der Ned. Heide
maatschappij een onderzoek ter plaatse in
gesteld. Als resultaat van dat onderzoek
hebben de contactcommissie en de stichting
Het Gelders oh Landschap aan den Minister
bericht, dat het haar een voldoening was te
kunnen mededeelen, dat bij gehouden be
spreking en na het bezoek ter plaatse was
gebleken, dat de bezwaren waren opgeheven.
Meer dan oorspronkelijk de indruk was, zoo
berichtten de genoemde corporaties, was re
kening gehouden met het natuurschoon.
Zoowel de Contactcommissie als Het Gel-
dersohe Landschap waren tot de conclusie
gekomen, dat de Rijkswerkversohaffing en
de Ned. Heidemaatschappij geen blaam
treffen.
KERK EN STAAT
Een openbare vergadering der
Chr. Staatk. Partij
Rede van Mr. van Hoogstraten
te Batavia
STAD- EN LANDSCHAP IN
ZUID-HOLLAND
DE ALGEMEENE VERGADERING.
Het Instituut Stad en Landschap in Zuid-
Holland heeft Zaterdag te Naaldwijk, on
der presidium van Mr. K P. v. d. Man-
dele, zijn algemeene vergadering gehou
den.
Na enkele mededeelingen had bestuurs
verkiezing plaats, waarbij de aftreden leden
de heeren K. P. v. d. Meulen en C H. van
der Leeuw (Rotterdam) werden herkozen.
Besloten werd het bestuur met twee leden
uit te breiden.
Het jaarverslag, dat door dpn secretaris,
den heer J. W. W. van der Hoeven (Rot
terdam) werd uitgebracht, vermeldde o. m.
dat enkele leden in het afgeloopen jaar, om
redenen van bezuinigingen hebben bedankt.
De hoop werd uitgesproken dat het insti
tuut evenwel toch voldoenden steun zou
ondervinden, om zijn werk te blijven voort
zetten.
Het financieel verslag dat vervolgens
werd uitgebracht, gaf in uitgaven een be-
van f 6232,32 en ontvangst van
f 3606,62 aan, zoodat een nadeelig saldo van
!5,70 is ontstaan. Het financieel verslag
werd, evenals het jaarverslag, goedgekeurd.
Aan het eind der vergadering deed do
heer W. van Boven, inspecteur van den
dienst der Volksgezondheid, eenige mede
deelingen omtrent een ontwerp Bouwveror
dening, welke binnenkort aan de Gemeente
besturen zal worden toegezonden als leid
draad bij de vaststelling van dergelijke
verordeningen.
Op 2S April jl. hield de Chr. Staatk.
partij in Indië een openbare vergadering te
Batavia, waarin Mr. J. E. van Hoogstraten,
uit Buitenzorg, secretaris van de Commissie
voor de scheiding van Kerk en Staat en
voorzitter van de afdeeling Buitenzorg der
C. S. P., sprak over het onderwerp „Schei
ding tusschen Kerk en Staat en de opbouw
van de Protestantsche Kerk in Ned.-Indië"
Aan het verslag in de Javabode ontleenen
we het volgende:
De bijeenkomst werd geopend door den
voorzitter van de afdeeling Batavia der C.
S.P., Mr. M. de Vries, die, in het kort den
uitslag der Kamerverkiezingen in Holland
besrpak.
Vervolgens werd het woord verleend
den heer Van Hoogstraten. Deze begon met
op te merken, dat hij zich moet bewegen
op netelig en gevaarlijk terrein en gaf aller
eerst een geschiedkundig overzicht: de eer
ste officieele Kerk was de Protestantsche in
de dagen der O. I. Compagnie.
De Protestatnsahe Kerk stond in dien tijd
volkomen onder controle van de overheid
en haar werd niet de vrijheid gelaten om
zioh zelfstandig te ontwikkelen.
In de 19de eeuw heeft Koning Willem I
in Indië formeel een nieuwe Kerk gesticht,
maar in wezen is de Compagnieskerk over
genomen. In de 19de eeuw was de Kerk
eigenlijk nog veel meer in de macht van
de overheid, welke ook de kosten der Kerk
bleef dragen.
Een nieuwe, figuur kwam in Indië n£
heengaan van de O. I. C., toen, in 1807, de
Katholieken hier werden toegelaten tot de
uitoefening van hun godsdienst. Een conflict
met de Katholieke kerkelijke overheid leid
de in 1847 tot een overeenkomst, volgens
welke de wereldlijke overheid de
telijken zou betalen, maar meer niet, en het
kerkelijk bestuur de geestelijken zou aanstel
len, overplaatsen en ontslaan. Dit was de
eerste maal, dat iets verwezenlijkt werd van
wat wij zouden kunnen noemen scheiding
tusschen Kerk en Staat.
Sedert dat Concordaat van 1847 werd ge
poogd aan de Prot. Kerk ook meer vrijheid
te geven en daarvoor werd in 1910 een staats
commissie ingesteld.
In 1913 verscheen haar rapport, dat gefor
muleerde voorstellen behelsde. Deze voorstel
len werden ook in Indië besproken en wel
in de voorgaande groote vergadering der
Protestantsche Kerk in 1916 maar de
Protestantsche Kerk heeft de voorstellen
geheel verworpen en zij kwam in 1920 met
eigen voorstellen.
Zoodoende kwam er niets van terecht en
in 1921 werd er een Indische Commissie in
gesteld. Deze kwam tot de conclusie, dat het
niet mogelijk is de scheiding volledig te vol
trekken, voordat de Protestatnsohe Kerk ge
reorganiseerd is. Eerst een reorganisatie,
waarbij de Kerk een eigen bestuur krijgt, en
dan de financieele scheiding.
De beslissing op haar financieele voorstel
len is de Commissie officieel nog steeds
wachtende.
In feite heeft de overheid de Protestant-
sohe Kerk meer en meer vrij gelaten. De
overheid liet de Kerk zioh ontwikkelen en
beanoéide zioh heel weinig met haar. De re
geering heeft aan de Kerk de vrijheid ge
geven om zelf haar reglementen vast te
stellen, maar de administratieve scheiding
zal pas voltrokken zijn op het oogenblik
waarop de Kerk zelf haar eigen reglemen
ten zal hebben vastgesteld.
Een beslissing zou genomen moeten wor
den op de groote vergadering, welke intus-
sohen op 10 Mei te Batavia is gehouden.
Daar is ook gevraagd of men instemt met
de gedachte van administratieve scheiding
tusschen Kerk en Staat De financieele ver
houding zal voorloopig volkomen ongewij
zigd blijven.
De administratieve scheiding is volgens
spr. niet alleen gewensoht, doch ook urgent,
met het oog op den toestand in de Mina-
hassa en Ambon.
Na opgemerkt te hehben, dat de groote
vergadering zich ook zal hebben uit te spre
ken over een nieuw algemeen reglement
voor de Kerk en haar gevraagd zal worden
een nieuw Kerkbestuur te benoemen, noemde
9pr. als voornaamste problemen, waarvoor
de Protestantsche Kerk zich op het oogen
blik gesteld ziet: ten eerste, het moeilijke
vraagstuk van de geloofsbelijdenis; ten twee
de, het probleem van de een/heid der Kerk
en de zelfstandigheid van onderdeelen; ten
derde, het vraagstuk van den opbouw der
gemeente en ten slotte, het vraagstuk, op
welke manier het centrale bestuur voortaan
geregeld zal zijn.
Ten aanzien van het vraagstuk van de
eenheid der Kerk en de zelfstandigheid van
onderdeelen zeide spr., dat er een sterke
vooral Europeesche strooming is, welke
de eenheid voorstaat, doch dat er in de
Minahassa en in Ambon stroomingen zijn,
welke losser willen komen te staan. Spr.
hoopt, dat het mogelijk zal blijken om op
practische basis tot overeenstemming te
komen.
Eindigende, zei spr., dat hij gelooft, dat
de Protestantsche Kerk op het oogenblik een
groote kans heeft om tot ontwikkeling te
DINSDAG 13 JUNI
Hul 2 en (1875 M.) N.C.R.V. 10.00 Gi
10.15 Morgendienst door Da. C. J, Hoeken
dilk te Bussum 10.45 Zang.
K.R.O. 8.00 Morgenconcert 11.00 Gramofoo
12.15 Lunchconcert 2 00 Vrouwenuurtjo
3.00 Gramofoon 3.15 Zang en vioolrecital
4.30 KRO orkest 5.15 Orkest 6.00 Gramo
foon 6.16 Orkest 7.35 Gramofoon 8.00
Symphonisch drama. 9.15 Vaz Dias 10.36
Vaz Dlas 10.40 Gramofoon
Hilversum (296.1 M.) A.V.R.O.. 8.01 Gramo
foon 10.01 Morgenwijding 10.15 Gramo
foon 10.30 Orgelconcert 11.00 Vooi
i La jos 2
11.80
foon 12.30 Ko-
ziek 3.00 Knipcursus 4.00 Gramofi
4.30 Radio kinderkoor 5.00 Verhalen voor
kleine kinderen 7.00 Piano 8.01 Vaz Dias
S.05 Omroeporkest 9.00 Radiotooneel 9.15
Omroeporkest 10.20 Omroeporkest 11.00
Vaz Dlas 11.10 Gramofoon
R.V.U. 6.30 Lezing Mw. W. L. Boldingh—Goe-
(Vlaamsch) (337.8 M.) 1220 Coi
8.20 C<
10-20 Gramofoon
ch) (509.3 M.\ 12.20 Gramofoon
•--leert 130 Concer* -
nofoon 6 60 Orke
- 9.20 Orkest 10.3
10.55 Orkest
Königswuste'hausen (1635 M) fi.35
Ochtendconcert 12.20 Gramofoon 2.20 Gra
mofoon 5.55 Piano 6.30 Zang 8.45
-angenberg (472.4 M.} 7.30 Gramofoon
10.30 Menscb und Welt 12.20 Concert
1,20 Concert 4.50 Concert 8.50 Concert
don Nat. (261.3 m) 12.20 Gi
Orkest 4.45 Orkest 5.35 BBC orkes
8.50 Orkest 10.10 Viool
h au (1411.8 M-ï 5.35 Orkest 6.5
>on 8 20 Concert 9.50 Zang
brengen wat in haar leeft, om te worden
tot een echte kerk in de beste beteekenis
des woords, en dat hij van harte hoopt, dat
de Kerk bespaard zal blijven voor een rioh-
tingsstrijd en dat de aanstaande groote ver
gadering, welke groote gevaren loopt te
stranden op kerkelijken strijd, de wegen zal
weten te vinden, waarlangs de Kerk moet
worden opgebouwd.
VEREEN. VAN NED. GEMEENTEN
Dezer dagen hield de Prov. Afdeeling
van de Vereeniging van Ned. Gemeenten te
Goes haar jaarlijksche algemeene vergade
ring, ander leiding van den heer J. Hui-
zinga, burgemeester van Terneuzen.
Ln deze bijeenkomst werd tot voorzitter
der Afdeeling gekozen de heer M. Fern-
hout, burgemeester van Middelburg.
Daarna hield Dr. G. G. Pekelharing,
van Utrecht, een lezing over de beteekenis
van de Wegenwet en haar practische toe
passing.
Na den gemeenschappelijken lunch werd
nog door Dr. P. Post, van Goes, het woord
erd over den Keuringsdienst van Wa
ren.
ROFFELRIJMEN,
Het vrije woord
srsbureau Vaz Diaj
binnenkort b(j W. J,
Co. te ZutfeD toch d«
n ir.r Duys verschijnen,
destijds gemeld
klaring, door p.g. mi
onderhoud met het F
de jongste vergader
Partijraad afgelegd.
Steeds benauwder wordt het plekje
Waar volslagen vrijheid heerscht;
Zelfs de groote roode cirkel
Is zoo ruim niet meer als eerst.
„Eerst", ten dage dat het strijdlied
Daverde uit volle borst,
Eer het „Vrijheid!" der Germanen
Hier de driepijl brengen dorst;
Toen het hart niet werd genepen
Door de ongekende angst
Voor cle waarheid van het klare
Spreekivoord „Eerlijk duurt het
Schreeuwen om volslagen vrijheid,
Ja! dat was verbazend schoon,
Maar bij 't wisselen der tijden
Komt rood boontje om z'n loon!
Discipline! werd het wachtwoord,
Anders gaat de boel kapot!
Wie de lijdelijke „leiding"
Niet toil volgen is een zot!...
En zoo zien we het gebeuren
Dat een man als Meester Duys
Niet meer open mee mag spreken
ln het vrije roode huis.
't Is ook dwaas wat hij wil vragen
Van het „proletariaat"
Eerbied voor gezag en orde
In de Nederlandsche staat;
Eerlijke en open actie
In de sociale strijd,
En normale medewerking
Verder passende beleefdheid
Jegens onze Koningin;
Zooiets heeft in deze dagen
Zeker absoluut geen zin!
Aan dat duyster vrijgebuiter
Doet de roode pers niet meel
't Was een blijvende blamage!
Niks voor de S.D.A.P.
(Nadruk verboden.) LEO
WEEKBLAD NED. GEMEENTE
AMBTENAREN
AFTREDEN PROF. VAN POELJE.
Prof. dr. G. A. van Poelje, hoofdredacteuij
van het Weekblad voor den Nederlandschen!
Bond van Gemeenteambtenaren, deelt aan
dit blad mede, dat hij in verband met rijd
verandering van werkkring het hoofd;
bestuur van den Bond verzocht heeft hem
met ingang van 1 October te ontheffen van|
het voeren der hoofdredactie.
Door G. Th. ROTMAN
109 Vriend Kees intusscher geeft geen kik, 110 En dit nu, lieve kinders is
Maar steekt tot Jimmy's grooten schrik
Opeens zijn groote handen uit,
Waarmede hij hem vast omsluit.
Jim schopt en bijt uit alle macht,
Maar hij verspilt voor niets zijn kracht:
Kees doet z'n vingers niet meer open,
't Is met rijn vrijheid afgeloopen!
Het eind van deez' geschiedenis!
In generaalskostuum gekleed,
Maakt Jim nu kunstjes bij de vleet; i
Een ketting maakt, dat voor ontvluchten
Vast geen gevaar meer is te duchtenj
Misschien dat ik je later wel
Nog meer van onzen Jim vertel!
Cola di Rienzi, de groote Senator van
Rome in de 14e eeuw
Door Edrw. BULWER LYTTON
KORTE INHOUD VOOR NIEUWE LEZERS
Lang en ernstig had Rienzi. de groote volks
leider van Rome ln het begin der veertiende
eeuw. gesproken met den bisschop van Orvietto.
De laatste peinsde op middelen, om de op
standen en losbandige twisten ln de stad te
bedwingen en daartoe riep ht) de medewerking
den bisschop
had"verkregen, sprak Rienzi: ..Dan is van dit
oogenblik af alles In orde. Tot dusverre, weten
de. dat de gerechtigheid nooit toegeeflijk mag
zon voor groote misdadigers, heb ik geaarzeld
uit vrees, dat gb het als te groote gestreng
heid zoudt beschouwen, en hem. die de wet her
stelt. zoudt berispen, omdat htJ de schenders
der wet treft Nu weet ik beter waaraan ik mö
te houden heb."
Met ilzeren hand wist Rienzi orde en tucht
ln Rome te herstellen.
Het volk vereerde hem als vrijheidsheld, maar
bü den adel was hü gehaat Zelfs werd een
complot gesmeed om Rienzi te vermoorden,
maar deze aanslag mislukte. De hoogste adel
van Rome bleek aan dit complot medewerking
te hebben verleend; een heel voornaam gezel
schap werd dan ook gevangen genomen en
ter dood veroordeeld. Maar in een groot
moedige bul vernietigde de Tribuun het dood
vonnis en sprak zbn belagers vrl).
Later deden de baronnen een poging om zich
met geweld van het gezag
BU dezen strijd vielen
Adriano, de verloofdi
bloedverwanten van
Irene. Rienad's zuster.
Adriano meende hierdoor verplicht
aiah van Irone en den Tribuun
Hij trok de eenzaamheid in et
rug te keeren. Maar
de maoht van Rienzi
dat Irene gevlucht was
SS
eind gek om
;ef zyn liefde 1
verwijderen.
uitgebroken
Weldra ontdekte men, dat 't gezelschap
vrijwel van één soort was en al het moois
afkomstig was uit onbewaakte paleizen of
winkels; want onder hoeden met pluimen
en diamanten gespen keken grimmige, on-
gewasschen gezichten, bedekt door de lange
lokken, die de broeders van het scherpe mes
en den gehuurden arm in dien tijd begon
nen te dragen, in plaats van maskers. Onder
diie woeste feestelingen waren ook vrouwen
jong of van middelbaren leeftijd, leelijk en
mooi, en met een huivering ontwaarde de
vrome Adriano tusschen de losse gewaden
en bloote halzen deir lichtekooien van be
roep het gewijde kleed en den rozenkrans
der nonnen. Flesschen wijn, allerlei spijzen,
gouden en zilveren schalen, meest voor ker
kelijk gebruik bestemd, stonden op tafel
Toen de jonge Romein als vastgenageld
de deur bleef staan, riep de man, die de
voorzitter van het feest scheen <ie zijn, een
grove, zwartharige kerel, met een diep lit-
De Zwarte Dood in Florence
teeken over zijn linkerwang, dat hein ón
natuurlijk leeöijk maakte hem toe:
„Kom binnen, man, kom binnen. Waarom
staat gij daar, stom van verbazing' Wij zijn
gastvrije feestgenooten en heeten ieder sen
welkom."
Adriano begrijpend dat hier geen gelegen
heid was am zijn onderzoek voort te zetten,
verliet 't ontwijde vertrek en nam de vlucht
nauwelijks adem durvende halen, zoo gro >t
was de schrik die hem bevangen had
dat hij weer op het binnenplein stond in den
gloeienden zonneschijn, die een geschikte
atmosfeer scheen voor de tooneetfen die hij
verlichtte. Hij besloot echter het klooster
niet te verlaten, zonder te trachten, iets te
weten te komen; opeens ontdekte hij vlak
bij rich een kleine kapel, door welker hooge
ramen een zwak licht viel aJs van was
kaarsen. Hij ging er binnen en zag één
enkele non, die lag te bidden. In de smalle
ruimte, op een lange tafel, met waskaarsen
aan beide einden, ontdekte hij een aantal
vage gestalten, in lijkkleeden gehuld, den
doodslaap slapend. Geheel onder den indruk
van de droefheid dezer plaats en van het
aandoenlijke gezicht van de eenzame, on
zelfzuchtige bewaakster der dooden, knielde
Adriano neder en had vurig mede.
Toen hij eenigszins verlicht opstond,
volgde de non zijn voorbeeftd en ontstelde,
toen zij hem zag.
„Ongelukkige!" sprak rij op eachten,
plechtigen toon, die als een geestenstem
klonk „welk noodlot voert u hierheen?
Ziet gij niet, dat gij hieir rijt in tegenwoor
digheid van gestorven pestlijders de lucht
diejjij inademt is doodelijk!"
"erwaardige maagd", antwoordde Adrin-
„het gevaar dat gij tart versohrikt mij
niet; ik zoek iemand, wier leven mij
dierbaarder is dan mijn eigen leven."
„Dan behoeft gij mij niet te zeggen, dal
gij eerst onlangs in Florence zijn gekomen!
Hier verloochent de zoon rijn vader, de
moeder haar kind. Wanneer het leven heit
meest hopeloos is, klemmen die wormen
van één dag zich eraan vast, alsof rij daai-
door de onsterfelijkheid konden bewijzen'
Doch voor mij heeft de dood geen verschrik
king. Sinds lang heb ik mij afgescheiden
van de werefld ik zag mijn zusters om
komen Gods huis ontwijden het altaar
omver werpen en ik verlang niet over te
blijven als de laatste, die haar eed niet brak
en door de pest gespaard werd."
De non zweeg eenige oogenblikken en
ernstig Adriano met zijn gezonde kleur en
flinke houding aanziende, zuchtte zij diep.
„Vreemdeling, waarom vlucht gij niet?"
vroeg zij. „Als gij een levende in de stad
wilt opzoeken, kunt gij evengoed in de
overvolle graven en onder d: dooden zoeken'
„Ik smeek u slechts om één woord", her
nam de Romein. „Ik meen, dat gij behoort
tot de zusters van dit ontheiligde klooster.
Weet gij ook misschien of Irene di Gabrini,
gast van de overleden ahdis, de zuster
van den gevallen Tribuun van Rome nog
tot de levenden behoort?"
v?ijt 8N dan haar broeder?" vroeg de non
„Zijt gij die gevalllen ster?"
„Ik hen haar verloofde." antwoordde
Adriano treurig. „Spreek toch."
„O, vleesch! vleesch! hoe blijft gij over
winnaar tot het laatste, zelfs temidden van
het verderf!" klaagde de non. „IJdele man'
denk niet aan zulke banden des vleesches;
vzinzoen u met den hemel, want uw dagen
zijn geteld!"
.Vrouw!" riep Adriano ongeduldig
„spreek niet over mijzelf en schimp niot op
banden, waarvan gij de heiligheid niet kent
Ik vraag u nogmaals: leeft Irene nog?"
De non schrikte van de heftigheid van den
jongen man, en na een oogenblik, dat heim
een uuir van martelende spanning toescheen
antwoordde zij:
„Het meisje waarvan gij spreekt, is niet
met de anderen gestorven. Met de weinigen
die overbleven verliet zij het klooster waar
heen rij ging weet ik niet, maar rij hnd
vrienden in Florence, hoewel ik hun namen
naet ken."
„Dank, zuster! wees gezegend! Hoe lang
is het geleden, dat zij het klooster verliet?"
„Vier dagen zijn voorbijgegaan sinds do
roover en de lichtekooi zich hebben meester
gemaakt van Santa Maria", antwoordde de
non met een diepen zucht: „en roj kwamen
zeer spoedig na het vertrek van de zusters
„Vier dagen! en kunt gij mij geen enkel
spoor aanwijzen?"
„Geen enkel maar wacht nog even,
jonge man!" en de non kwam lichter bii
hem en fluisterde hem in: „Vraag het aan de
Becchim!"
Adriano deinsde terug en verliet het kloos
ter, zonder een woord te zeggen. Hij besteeg
zijn paard en reed weer naar het midden
der stad. Daar was alles stil; herbergen
waren er niet meer, doch de paleizen der
dooden boden den vreemdeling vrijen toe
gang. Een daarvan ging hij binnen het
was een ruim, prachtig gebouw.
(Wordt vervolgd.),