ECONOMISCHE OPBOUW VAN NEDERLAND BINNENLAND. Radio Nieuws. JIM, DE ZOON VAN BOBBY DE LAATSTE DER TRIBUNEN MAANDAG 12 JUNI 1933 ECONOMISCHE PROBLEMEN HANDELSPOLITIEKE MAATREGELEN II. Wij hebben voldoende aanwijzingen om te mogen aanemen, dat Nederland er ern stig over denikt om zich aan de nieuwe ver houdingen op handelspolitiek gebied aan te passen. Het is begrijpelijk, dat onze Regee ring niet zonder meer van koers gaat ver anderen, nu Nederland gedurende meerd^e menschenleeftijden de vrijhandelsgedachte in toepassing gebracht heeft en met succes. Men zal den uitslag van de economische wereldconferentie afwachten, alvorens het roer omver te werpen. Onze Minister- President gaat met een staf van vooraan staande Nederlanders naar Londen en Ne derland zal niets nalaten om tot drastische vermindering der handelsbelemmeringen te komen. Docli wanneer Londen zal misluk ken. zal Nederland hebben mee to doen aan de wederkeerigheidspolitiek; ook wij zullen regelingen hebben te maken met elk land afzonderlijk. Geen camouflage meer Wanneer men op reëele basis handels politieke voordeelen wil zien te verkrijgen, en daarvoor dus contra-prestatie heeft te vorleenen, dient men alle camouflage te bannen. De meestbegunstiging is geleidelijk tot een minderwaardige camouflage gewor den; in vroegere artikelen hebben wij daar- od reeds gewezen. Wanneer men de meest- begunstiging in naam tracht te behouden, doch haar in de practijk ontduikt door voortschrijdende specificatie en sterk door gevoerde contingenteering, dan is het beter, dat men open kaart speelt en dat men zoo spoedig mogelijk de bestaande handelsover eenkomsten opzegt, waarbij de meestbegun stiging is bedongen. Nederland met zijn acht milhoen zielen heeft een groote koopkracht, want nog al tijd behooren wij tot de rijke landen. Neder land behoeft echter niet alleen krachtige vraag van alle Nederlandsche onderdanen samen te voegen en zoo mogelijk te vergroe ten en ten tweede om die koopkrachtige vraag in dienst te stellen van de Nederland sche belangen, in de ruimste zin van het woord genomen, dus niet alleen ten bate van de Nederlanders, in het Buropeesche Rijk wonende, maar van al onze onder danen. Wij juidhen het daarom toe, dat Dr. Co- lijn de portefeuille van Koloniën heeft ge- nemen. Wij zijn het met Roosevelt eens. dat de hoofdaandacht in den te gen woor da gen tijd gevestigd moet worden op de in terne problemen; daarna pas op de inter nationale. Men kan nu eenmaal geen rol spelen in het internationale leven, wanneei men de toestanden in het eigen land niet eerst gereinigd heeft. Dr. Golijn heeft een open oog voor de nooden en de behoeften van Indië hij weet wat dhar te koop is en hij heeft voldoende breed inzicht om in staat te zijn de verschillende belangen van de Nederlandsche gebieden aan elkander te knoopen. Een efficients handelspolitiek Nederland zal dus handelspolitieke maat regelen hebben ta nemen, waarbij niet ai- leen moet worden vastgebonden aan de ego centrische belangen van het Moederland. Het lykt ons principieel verkeert om bijv. hooge thee-rechten te heffen en daardoor Indie's thee-productie te benadeelen, terwijl meer en meer stemmen opgaan om prere- rentie in Indië te geven aan goederen van Nederlandsche origine. Het is principieel verkeerd om een eigen Nederlandsche sui- kerpolitiek te voeren en daarbij de Java- 6uiker te bannen. Men moet nagaan, hoe de Nederlandsche gebieden tesamen bet suiker- vraagstuk zullen kunnen regelen. [Daarvoor dient een efficiente handelspoli tiek te worden gevoerd. Deze politiek zal ten eerste dienen te bestaan in het verlaten van ons fiscale principe; wij zullen tot actieve handelspolitiek moeten overgaan, zoolang zuivere vrijhandel tot de onmoge lijkheden behoort. Verder zullen wij het stelsel der contingenteeringen juister moe ten toepassen en deze contingenteeringen zooveel mogelijk naar de hoeveelheid en niet naar de waarde afmeten. Voor landen, die met ons speciale overeenkomsten heb ben gesloten, zullen de contingenteeringen kunnen wegvallen of milder worden ge maakt, doch voor de Staten, die van geen gebondenheid willen weten, zullen wij ln consekwente toepassing van die continger- toeringen ons kunnen beschermen tegen een overmatigen en ongewenschten invoer. Er zijn landen, die financieel niet in staat zijn belangrijke goederentransacties te kun nen entameeren. Met die landen zullen wij den compensatie-handel moeten opvoeren Egypte bijv. zit met een betrekkelijk niet te verkoopen katoen-surplus, terwijl 't land o.a. suiker beeft in te voeren. Waarom zou den wij met Egypte geen compensatie-con tracten kunnen maken, zoodat wij katoen koopen en Egypte suiker, zander dat er ln contanten maar iets behoeft te worden be taald. Deze methode van handelspolitiek zal voor ons ten slotte het principe van de vrijhandelaren het dichtst benaderen. Immers handhaven wij in dit stadium den vrijhandel, dan zal cr een eenzijdige goederenbeweging plaats vinden, doordat het buitenland van ons niets wil nemen, terwijl het wel aan ons op zoo groot mogelijke schaal zal willen ver koopen. Deze eenzijdigheid is natuurlij'K niet de bedoeling van de vrijhandelaren Hun principe is op wederkeerigheid inge steld, doch een wederkeerigheid, welke door den natuurlijken loop der dingen wordt be paald. Wanneer die natuurlijke loop der dingen verstoord wordt, dan kunnen de vrij handelaren hun ideaal alleen bereiken door actieve handelspolitiek toe te passen. Want actieve handelspolitiek in tijden, waar een zijdigheid hoogtij viert, leidt tot het kunst matig bereiken van datgene, wat vroegei zonder ingrijpen tot stand kwam. In wezen is dus de richting, waarin wij Nederland op handelspolitiek gebied willen insturen, niets anders dan die, waarin de vrijhandel zou willen gaan. indien er geen tegenwerkende factoren bestonden. De bondenheid, welke men niet meer zal kun nen missen, beteekent slechts nivelleering van die tegenwerkende factoren! REORGANISATIE RIJKSWATER STAAT In verband met de reorganisatie van den Rijkswaterstaat zal Ir. F. F. S c h 1 i n g e- raann, hoofdingenieur-directeur te 's-Gra- venhage bij de directie der „Groote rivie ren", welke dienst zal gaan omvatten het bureau „Groote rivieren", arrondissement Rotterdam, en den studiedienst Ir. J. F. S c h f e 1 d, hoofdingenieur bij den studiedienst te Rotterdam, die benoemd is tot hoofdingenieur-directeur, krijgt de directie over het bureau „Boven-rivieren", dat te Arnhem komt, en hetwelk de ar rondissementen Utrecht en Nijmegen omvat. Door deze reorganisatie worden de Rijks- waterstaatbureaux te Nijmegen, Utrecht en Rotterdam opgeheven. DE MOEILIJKHEDEN IN DE HARINGVISSCHERIJ INSTELLING COMMISSIE TAN OVERLEG De minister van Economische Zaken heeft ingesteld een Commissie van Overleg ter voorlichting van de regeering omtrent de genomen en nog te nemen uitvoeringsmaat regelen op grond van de Haringwet 1927, en heeft in deze Commissie benoemd tot lid en voorzitter den heer W. J. Janssens, in specteur der Visscherijen, hoofd van den dienst der Nederlandsche haringcontrole te 's-Gravenhaige en tot leden, vertegen woordigers van de haringreederij de heeren Jos. Katan te Vlaardingen, A. Ouwehand Dzn. te Katwijk aan Zee en M. Varkevis- ser te Scheveningen, tot leden, vertegen woordigers van den haringhandel de heeren Peter Goedknegt te Vlaardingen, P. Knoes- ter Jr. te Scheveningen en P. Dekker U IJmuiden; tot secretaris van de Commissie ls benoemd de heer D. de Mos, hoofdcon troleur bij de dienst der Nederlandsche Haringcontrole te Scheveningen. GRUWELIJKE SPOTTAAL IN HET ORGAAN DER NATIONALE UNIE In het laatste nummer van het orgaan der Nat. Unie komt een artikel voor over „Cort- sluiting" in de Tweede Kaaner, waarin be toogd wordt dat in het voorstel van de Grondwetscommissie van 1910 niets voor komt over het recht der niet-Nederlandsche onderdanen (uit Ned. Indië) om te kiezen voor onze vertegenwoordigende lichamen of verkozen te worden; hoewel zulks plechtig door Minister Cort v -d. Linden was beweerd. Dit geeft den schrijver (het stuk is niet onderteekend) aanleiding tot de volgende huiveringswekkende spottaal: „O diepte der rijkdommen der wijsheid en der kennis Corts! Hoe onbegrijpelijk zijn zijn wegen! Want wie heeft den zin des Heeren gekend, of wie is zijn raadgever geweest? Het is. alles Kan met pen en papier!" Wij dachten tot heden ,dat de mannen der Nat Unie, onder leiding van Prof. Gerret- sen .meer eerbied voor de Schrift en de hooaheid Gods hadden! GESCHENK AAN DE PRINSES TEN BATE VAN HET N. C. C. Door den heer J. C. S n e 11 j e s, koper slager op 's Rijkswerf te Willemsoord, is een geheel uit tin geslagen beeltenis van Prinses Juliana vervaardigd en haar als eere-presidente van het N. C C. ten ge schenke aangeboden. De uitvoering, die ge heel met de hand is geschied, is bijzonder artistiek en het geschenk is dan ook gaarne door H. K. H. aanvaard. De Heldersche fir ma J. van Willigen zorgde voor een passen de omlijsting, geheel in den stijl van het kunstwerk. Ten hate van het N. C. C. zijn afgietsels gemaakt in gips die tegen den prijs van f 2.bij het Crisis-Comité, te Den Helder verkrijgbaar zijn gesteld. EEN GEMEENTERAAD OP HOL! De gemeenteeraad van Didaim heeft, over eenkomstig een voorstel van de meerderheid van B. en W., het salaris van den burgemees ter teruggebracht van f 4500 tot f 615:om dat de burgemeester tegen het verlangen van den Raad in tooh was herbenoemd. Van den datum der herbenoeming af wensoht de raad .geen salaris meer uit te betalen. In strijd met de bepalingen der wet, werd tevens besloten een korting toe te passen op de salarissen van burgemeester, wethou ders, secretaris en ontvanger, benevens op de loonen en salarissen van andere personen in gemeentedienst. Ondanks de waarschuwing van den voor zatter, dat de begrooting op menig punt in strijd is met de wet, werd ze toch met 73 stemmen goedgekeurd. ONTSIERING VAN HET LANDSCHAP DOOR RIJKSWERKVERSCHAFFING? EEN MISVERSTAND OPGEHELDERD Eenigen tijd geleden heeft de Contact commissie inzake natuurbescherming in sa menwerking met de stichting Het Gelder- sohe landschap zich tot den Minister van Binnenlandsche zaken gewend, met de mede deeling, dat haai klachten hadden bereikt, dat bij de Rij.kswerkversohaffing in de gemeenten Gend ringen en Berch de water afvoer in het waterschap van den Ouden IJssel onder leiding van de Nederl. Heide maatschappij zonder eenigen zin voor land schappelijke schoonheid werd verbeterd. Op verzoek van den Minister van Binnen landsche zaken heeft de Contact-commissip met de Inspectie van de Werkverschaffing te Zwolle en de Directie der Ned. Heide maatschappij een onderzoek ter plaatse in gesteld. Als resultaat van dat onderzoek hebben de contactcommissie en de stichting Het Gelders oh Landschap aan den Minister bericht, dat het haar een voldoening was te kunnen mededeelen, dat bij gehouden be spreking en na het bezoek ter plaatse was gebleken, dat de bezwaren waren opgeheven. Meer dan oorspronkelijk de indruk was, zoo berichtten de genoemde corporaties, was re kening gehouden met het natuurschoon. Zoowel de Contactcommissie als Het Gel- dersohe Landschap waren tot de conclusie gekomen, dat de Rijkswerkversohaffing en de Ned. Heidemaatschappij geen blaam treffen. KERK EN STAAT Een openbare vergadering der Chr. Staatk. Partij Rede van Mr. van Hoogstraten te Batavia STAD- EN LANDSCHAP IN ZUID-HOLLAND DE ALGEMEENE VERGADERING. Het Instituut Stad en Landschap in Zuid- Holland heeft Zaterdag te Naaldwijk, on der presidium van Mr. K P. v. d. Man- dele, zijn algemeene vergadering gehou den. Na enkele mededeelingen had bestuurs verkiezing plaats, waarbij de aftreden leden de heeren K. P. v. d. Meulen en C H. van der Leeuw (Rotterdam) werden herkozen. Besloten werd het bestuur met twee leden uit te breiden. Het jaarverslag, dat door dpn secretaris, den heer J. W. W. van der Hoeven (Rot terdam) werd uitgebracht, vermeldde o. m. dat enkele leden in het afgeloopen jaar, om redenen van bezuinigingen hebben bedankt. De hoop werd uitgesproken dat het insti tuut evenwel toch voldoenden steun zou ondervinden, om zijn werk te blijven voort zetten. Het financieel verslag dat vervolgens werd uitgebracht, gaf in uitgaven een be- van f 6232,32 en ontvangst van f 3606,62 aan, zoodat een nadeelig saldo van !5,70 is ontstaan. Het financieel verslag werd, evenals het jaarverslag, goedgekeurd. Aan het eind der vergadering deed do heer W. van Boven, inspecteur van den dienst der Volksgezondheid, eenige mede deelingen omtrent een ontwerp Bouwveror dening, welke binnenkort aan de Gemeente besturen zal worden toegezonden als leid draad bij de vaststelling van dergelijke verordeningen. Op 2S April jl. hield de Chr. Staatk. partij in Indië een openbare vergadering te Batavia, waarin Mr. J. E. van Hoogstraten, uit Buitenzorg, secretaris van de Commissie voor de scheiding van Kerk en Staat en voorzitter van de afdeeling Buitenzorg der C. S. P., sprak over het onderwerp „Schei ding tusschen Kerk en Staat en de opbouw van de Protestantsche Kerk in Ned.-Indië" Aan het verslag in de Javabode ontleenen we het volgende: De bijeenkomst werd geopend door den voorzitter van de afdeeling Batavia der C. S.P., Mr. M. de Vries, die, in het kort den uitslag der Kamerverkiezingen in Holland besrpak. Vervolgens werd het woord verleend den heer Van Hoogstraten. Deze begon met op te merken, dat hij zich moet bewegen op netelig en gevaarlijk terrein en gaf aller eerst een geschiedkundig overzicht: de eer ste officieele Kerk was de Protestantsche in de dagen der O. I. Compagnie. De Protestatnsahe Kerk stond in dien tijd volkomen onder controle van de overheid en haar werd niet de vrijheid gelaten om zioh zelfstandig te ontwikkelen. In de 19de eeuw heeft Koning Willem I in Indië formeel een nieuwe Kerk gesticht, maar in wezen is de Compagnieskerk over genomen. In de 19de eeuw was de Kerk eigenlijk nog veel meer in de macht van de overheid, welke ook de kosten der Kerk bleef dragen. Een nieuwe, figuur kwam in Indië n£ heengaan van de O. I. C., toen, in 1807, de Katholieken hier werden toegelaten tot de uitoefening van hun godsdienst. Een conflict met de Katholieke kerkelijke overheid leid de in 1847 tot een overeenkomst, volgens welke de wereldlijke overheid de telijken zou betalen, maar meer niet, en het kerkelijk bestuur de geestelijken zou aanstel len, overplaatsen en ontslaan. Dit was de eerste maal, dat iets verwezenlijkt werd van wat wij zouden kunnen noemen scheiding tusschen Kerk en Staat. Sedert dat Concordaat van 1847 werd ge poogd aan de Prot. Kerk ook meer vrijheid te geven en daarvoor werd in 1910 een staats commissie ingesteld. In 1913 verscheen haar rapport, dat gefor muleerde voorstellen behelsde. Deze voorstel len werden ook in Indië besproken en wel in de voorgaande groote vergadering der Protestantsche Kerk in 1916 maar de Protestantsche Kerk heeft de voorstellen geheel verworpen en zij kwam in 1920 met eigen voorstellen. Zoodoende kwam er niets van terecht en in 1921 werd er een Indische Commissie in gesteld. Deze kwam tot de conclusie, dat het niet mogelijk is de scheiding volledig te vol trekken, voordat de Protestatnsohe Kerk ge reorganiseerd is. Eerst een reorganisatie, waarbij de Kerk een eigen bestuur krijgt, en dan de financieele scheiding. De beslissing op haar financieele voorstel len is de Commissie officieel nog steeds wachtende. In feite heeft de overheid de Protestant- sohe Kerk meer en meer vrij gelaten. De overheid liet de Kerk zioh ontwikkelen en beanoéide zioh heel weinig met haar. De re geering heeft aan de Kerk de vrijheid ge geven om zelf haar reglementen vast te stellen, maar de administratieve scheiding zal pas voltrokken zijn op het oogenblik waarop de Kerk zelf haar eigen reglemen ten zal hebben vastgesteld. Een beslissing zou genomen moeten wor den op de groote vergadering, welke intus- sohen op 10 Mei te Batavia is gehouden. Daar is ook gevraagd of men instemt met de gedachte van administratieve scheiding tusschen Kerk en Staat De financieele ver houding zal voorloopig volkomen ongewij zigd blijven. De administratieve scheiding is volgens spr. niet alleen gewensoht, doch ook urgent, met het oog op den toestand in de Mina- hassa en Ambon. Na opgemerkt te hehben, dat de groote vergadering zich ook zal hebben uit te spre ken over een nieuw algemeen reglement voor de Kerk en haar gevraagd zal worden een nieuw Kerkbestuur te benoemen, noemde 9pr. als voornaamste problemen, waarvoor de Protestantsche Kerk zich op het oogen blik gesteld ziet: ten eerste, het moeilijke vraagstuk van de geloofsbelijdenis; ten twee de, het probleem van de een/heid der Kerk en de zelfstandigheid van onderdeelen; ten derde, het vraagstuk van den opbouw der gemeente en ten slotte, het vraagstuk, op welke manier het centrale bestuur voortaan geregeld zal zijn. Ten aanzien van het vraagstuk van de eenheid der Kerk en de zelfstandigheid van onderdeelen zeide spr., dat er een sterke vooral Europeesche strooming is, welke de eenheid voorstaat, doch dat er in de Minahassa en in Ambon stroomingen zijn, welke losser willen komen te staan. Spr. hoopt, dat het mogelijk zal blijken om op practische basis tot overeenstemming te komen. Eindigende, zei spr., dat hij gelooft, dat de Protestantsche Kerk op het oogenblik een groote kans heeft om tot ontwikkeling te DINSDAG 13 JUNI Hul 2 en (1875 M.) N.C.R.V. 10.00 Gi 10.15 Morgendienst door Da. C. J, Hoeken dilk te Bussum 10.45 Zang. K.R.O. 8.00 Morgenconcert 11.00 Gramofoo 12.15 Lunchconcert 2 00 Vrouwenuurtjo 3.00 Gramofoon 3.15 Zang en vioolrecital 4.30 KRO orkest 5.15 Orkest 6.00 Gramo foon 6.16 Orkest 7.35 Gramofoon 8.00 Symphonisch drama. 9.15 Vaz Dias 10.36 Vaz Dlas 10.40 Gramofoon Hilversum (296.1 M.) A.V.R.O.. 8.01 Gramo foon 10.01 Morgenwijding 10.15 Gramo foon 10.30 Orgelconcert 11.00 Vooi i La jos 2 11.80 foon 12.30 Ko- ziek 3.00 Knipcursus 4.00 Gramofi 4.30 Radio kinderkoor 5.00 Verhalen voor kleine kinderen 7.00 Piano 8.01 Vaz Dias S.05 Omroeporkest 9.00 Radiotooneel 9.15 Omroeporkest 10.20 Omroeporkest 11.00 Vaz Dlas 11.10 Gramofoon R.V.U. 6.30 Lezing Mw. W. L. Boldingh—Goe- (Vlaamsch) (337.8 M.) 1220 Coi 8.20 C< 10-20 Gramofoon ch) (509.3 M.\ 12.20 Gramofoon •--leert 130 Concer* - nofoon 6 60 Orke - 9.20 Orkest 10.3 10.55 Orkest Königswuste'hausen (1635 M) fi.35 Ochtendconcert 12.20 Gramofoon 2.20 Gra mofoon 5.55 Piano 6.30 Zang 8.45 -angenberg (472.4 M.} 7.30 Gramofoon 10.30 Menscb und Welt 12.20 Concert 1,20 Concert 4.50 Concert 8.50 Concert don Nat. (261.3 m) 12.20 Gi Orkest 4.45 Orkest 5.35 BBC orkes 8.50 Orkest 10.10 Viool h au (1411.8 M-ï 5.35 Orkest 6.5 >on 8 20 Concert 9.50 Zang brengen wat in haar leeft, om te worden tot een echte kerk in de beste beteekenis des woords, en dat hij van harte hoopt, dat de Kerk bespaard zal blijven voor een rioh- tingsstrijd en dat de aanstaande groote ver gadering, welke groote gevaren loopt te stranden op kerkelijken strijd, de wegen zal weten te vinden, waarlangs de Kerk moet worden opgebouwd. VEREEN. VAN NED. GEMEENTEN Dezer dagen hield de Prov. Afdeeling van de Vereeniging van Ned. Gemeenten te Goes haar jaarlijksche algemeene vergade ring, ander leiding van den heer J. Hui- zinga, burgemeester van Terneuzen. Ln deze bijeenkomst werd tot voorzitter der Afdeeling gekozen de heer M. Fern- hout, burgemeester van Middelburg. Daarna hield Dr. G. G. Pekelharing, van Utrecht, een lezing over de beteekenis van de Wegenwet en haar practische toe passing. Na den gemeenschappelijken lunch werd nog door Dr. P. Post, van Goes, het woord erd over den Keuringsdienst van Wa ren. ROFFELRIJMEN, Het vrije woord srsbureau Vaz Diaj binnenkort b(j W. J, Co. te ZutfeD toch d« n ir.r Duys verschijnen, destijds gemeld klaring, door p.g. mi onderhoud met het F de jongste vergader Partijraad afgelegd. Steeds benauwder wordt het plekje Waar volslagen vrijheid heerscht; Zelfs de groote roode cirkel Is zoo ruim niet meer als eerst. „Eerst", ten dage dat het strijdlied Daverde uit volle borst, Eer het „Vrijheid!" der Germanen Hier de driepijl brengen dorst; Toen het hart niet werd genepen Door de ongekende angst Voor cle waarheid van het klare Spreekivoord „Eerlijk duurt het Schreeuwen om volslagen vrijheid, Ja! dat was verbazend schoon, Maar bij 't wisselen der tijden Komt rood boontje om z'n loon! Discipline! werd het wachtwoord, Anders gaat de boel kapot! Wie de lijdelijke „leiding" Niet toil volgen is een zot!... En zoo zien we het gebeuren Dat een man als Meester Duys Niet meer open mee mag spreken ln het vrije roode huis. 't Is ook dwaas wat hij wil vragen Van het „proletariaat" Eerbied voor gezag en orde In de Nederlandsche staat; Eerlijke en open actie In de sociale strijd, En normale medewerking Verder passende beleefdheid Jegens onze Koningin; Zooiets heeft in deze dagen Zeker absoluut geen zin! Aan dat duyster vrijgebuiter Doet de roode pers niet meel 't Was een blijvende blamage! Niks voor de S.D.A.P. (Nadruk verboden.) LEO WEEKBLAD NED. GEMEENTE AMBTENAREN AFTREDEN PROF. VAN POELJE. Prof. dr. G. A. van Poelje, hoofdredacteuij van het Weekblad voor den Nederlandschen! Bond van Gemeenteambtenaren, deelt aan dit blad mede, dat hij in verband met rijd verandering van werkkring het hoofd; bestuur van den Bond verzocht heeft hem met ingang van 1 October te ontheffen van| het voeren der hoofdredactie. Door G. Th. ROTMAN 109 Vriend Kees intusscher geeft geen kik, 110 En dit nu, lieve kinders is Maar steekt tot Jimmy's grooten schrik Opeens zijn groote handen uit, Waarmede hij hem vast omsluit. Jim schopt en bijt uit alle macht, Maar hij verspilt voor niets zijn kracht: Kees doet z'n vingers niet meer open, 't Is met rijn vrijheid afgeloopen! Het eind van deez' geschiedenis! In generaalskostuum gekleed, Maakt Jim nu kunstjes bij de vleet; i Een ketting maakt, dat voor ontvluchten Vast geen gevaar meer is te duchtenj Misschien dat ik je later wel Nog meer van onzen Jim vertel! Cola di Rienzi, de groote Senator van Rome in de 14e eeuw Door Edrw. BULWER LYTTON KORTE INHOUD VOOR NIEUWE LEZERS Lang en ernstig had Rienzi. de groote volks leider van Rome ln het begin der veertiende eeuw. gesproken met den bisschop van Orvietto. De laatste peinsde op middelen, om de op standen en losbandige twisten ln de stad te bedwingen en daartoe riep ht) de medewerking den bisschop had"verkregen, sprak Rienzi: ..Dan is van dit oogenblik af alles In orde. Tot dusverre, weten de. dat de gerechtigheid nooit toegeeflijk mag zon voor groote misdadigers, heb ik geaarzeld uit vrees, dat gb het als te groote gestreng heid zoudt beschouwen, en hem. die de wet her stelt. zoudt berispen, omdat htJ de schenders der wet treft Nu weet ik beter waaraan ik mö te houden heb." Met ilzeren hand wist Rienzi orde en tucht ln Rome te herstellen. Het volk vereerde hem als vrijheidsheld, maar bü den adel was hü gehaat Zelfs werd een complot gesmeed om Rienzi te vermoorden, maar deze aanslag mislukte. De hoogste adel van Rome bleek aan dit complot medewerking te hebben verleend; een heel voornaam gezel schap werd dan ook gevangen genomen en ter dood veroordeeld. Maar in een groot moedige bul vernietigde de Tribuun het dood vonnis en sprak zbn belagers vrl). Later deden de baronnen een poging om zich met geweld van het gezag BU dezen strijd vielen Adriano, de verloofdi bloedverwanten van Irene. Rienad's zuster. Adriano meende hierdoor verplicht aiah van Irone en den Tribuun Hij trok de eenzaamheid in et rug te keeren. Maar de maoht van Rienzi dat Irene gevlucht was SS eind gek om ;ef zyn liefde 1 verwijderen. uitgebroken Weldra ontdekte men, dat 't gezelschap vrijwel van één soort was en al het moois afkomstig was uit onbewaakte paleizen of winkels; want onder hoeden met pluimen en diamanten gespen keken grimmige, on- gewasschen gezichten, bedekt door de lange lokken, die de broeders van het scherpe mes en den gehuurden arm in dien tijd begon nen te dragen, in plaats van maskers. Onder diie woeste feestelingen waren ook vrouwen jong of van middelbaren leeftijd, leelijk en mooi, en met een huivering ontwaarde de vrome Adriano tusschen de losse gewaden en bloote halzen deir lichtekooien van be roep het gewijde kleed en den rozenkrans der nonnen. Flesschen wijn, allerlei spijzen, gouden en zilveren schalen, meest voor ker kelijk gebruik bestemd, stonden op tafel Toen de jonge Romein als vastgenageld de deur bleef staan, riep de man, die de voorzitter van het feest scheen <ie zijn, een grove, zwartharige kerel, met een diep lit- De Zwarte Dood in Florence teeken over zijn linkerwang, dat hein ón natuurlijk leeöijk maakte hem toe: „Kom binnen, man, kom binnen. Waarom staat gij daar, stom van verbazing' Wij zijn gastvrije feestgenooten en heeten ieder sen welkom." Adriano begrijpend dat hier geen gelegen heid was am zijn onderzoek voort te zetten, verliet 't ontwijde vertrek en nam de vlucht nauwelijks adem durvende halen, zoo gro >t was de schrik die hem bevangen had dat hij weer op het binnenplein stond in den gloeienden zonneschijn, die een geschikte atmosfeer scheen voor de tooneetfen die hij verlichtte. Hij besloot echter het klooster niet te verlaten, zonder te trachten, iets te weten te komen; opeens ontdekte hij vlak bij rich een kleine kapel, door welker hooge ramen een zwak licht viel aJs van was kaarsen. Hij ging er binnen en zag één enkele non, die lag te bidden. In de smalle ruimte, op een lange tafel, met waskaarsen aan beide einden, ontdekte hij een aantal vage gestalten, in lijkkleeden gehuld, den doodslaap slapend. Geheel onder den indruk van de droefheid dezer plaats en van het aandoenlijke gezicht van de eenzame, on zelfzuchtige bewaakster der dooden, knielde Adriano neder en had vurig mede. Toen hij eenigszins verlicht opstond, volgde de non zijn voorbeeftd en ontstelde, toen zij hem zag. „Ongelukkige!" sprak rij op eachten, plechtigen toon, die als een geestenstem klonk „welk noodlot voert u hierheen? Ziet gij niet, dat gij hieir rijt in tegenwoor digheid van gestorven pestlijders de lucht diejjij inademt is doodelijk!" "erwaardige maagd", antwoordde Adrin- „het gevaar dat gij tart versohrikt mij niet; ik zoek iemand, wier leven mij dierbaarder is dan mijn eigen leven." „Dan behoeft gij mij niet te zeggen, dal gij eerst onlangs in Florence zijn gekomen! Hier verloochent de zoon rijn vader, de moeder haar kind. Wanneer het leven heit meest hopeloos is, klemmen die wormen van één dag zich eraan vast, alsof rij daai- door de onsterfelijkheid konden bewijzen' Doch voor mij heeft de dood geen verschrik king. Sinds lang heb ik mij afgescheiden van de werefld ik zag mijn zusters om komen Gods huis ontwijden het altaar omver werpen en ik verlang niet over te blijven als de laatste, die haar eed niet brak en door de pest gespaard werd." De non zweeg eenige oogenblikken en ernstig Adriano met zijn gezonde kleur en flinke houding aanziende, zuchtte zij diep. „Vreemdeling, waarom vlucht gij niet?" vroeg zij. „Als gij een levende in de stad wilt opzoeken, kunt gij evengoed in de overvolle graven en onder d: dooden zoeken' „Ik smeek u slechts om één woord", her nam de Romein. „Ik meen, dat gij behoort tot de zusters van dit ontheiligde klooster. Weet gij ook misschien of Irene di Gabrini, gast van de overleden ahdis, de zuster van den gevallen Tribuun van Rome nog tot de levenden behoort?" v?ijt 8N dan haar broeder?" vroeg de non „Zijt gij die gevalllen ster?" „Ik hen haar verloofde." antwoordde Adriano treurig. „Spreek toch." „O, vleesch! vleesch! hoe blijft gij over winnaar tot het laatste, zelfs temidden van het verderf!" klaagde de non. „IJdele man' denk niet aan zulke banden des vleesches; vzinzoen u met den hemel, want uw dagen zijn geteld!" .Vrouw!" riep Adriano ongeduldig „spreek niet over mijzelf en schimp niot op banden, waarvan gij de heiligheid niet kent Ik vraag u nogmaals: leeft Irene nog?" De non schrikte van de heftigheid van den jongen man, en na een oogenblik, dat heim een uuir van martelende spanning toescheen antwoordde zij: „Het meisje waarvan gij spreekt, is niet met de anderen gestorven. Met de weinigen die overbleven verliet zij het klooster waar heen rij ging weet ik niet, maar rij hnd vrienden in Florence, hoewel ik hun namen naet ken." „Dank, zuster! wees gezegend! Hoe lang is het geleden, dat zij het klooster verliet?" „Vier dagen zijn voorbijgegaan sinds do roover en de lichtekooi zich hebben meester gemaakt van Santa Maria", antwoordde de non met een diepen zucht: „en roj kwamen zeer spoedig na het vertrek van de zusters „Vier dagen! en kunt gij mij geen enkel spoor aanwijzen?" „Geen enkel maar wacht nog even, jonge man!" en de non kwam lichter bii hem en fluisterde hem in: „Vraag het aan de Becchim!" Adriano deinsde terug en verliet het kloos ter, zonder een woord te zeggen. Hij besteeg zijn paard en reed weer naar het midden der stad. Daar was alles stil; herbergen waren er niet meer, doch de paleizen der dooden boden den vreemdeling vrijen toe gang. Een daarvan ging hij binnen het was een ruim, prachtig gebouw. (Wordt vervolgd.),

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1933 | | pagina 8