Jlirmur ;Crih5rijr GTmtrattt
BINNENLAND.
Leger en Vloot.
ABONNCMENTt
Per kwartaal In Lelden en In plaat
gen waar 'n agontsrhnp gevestigd Is f2.33
Franco per post f 2.35 portokosten.
Per week 0.18
Voor het Buitenland bij wekelijk-
tche zending 4.50
Bij dageiijksche zending >5.50
Alles bi] vooruitbetaling
Losse nummers 5 cent
met Zondagsblad 7Vi cent
Zondagsblad niet afzonderlijk verkrijgbaar J^O 3978
Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken
Bureau: Breestriat 123 Telefoon 2710 (na 6 uur 3166) Postbox 20 Postgiro 58936
DINSDAG 30 MEI 1933
f ins
0.22*4
ADVERTEKTIEN
Van 1 tot 6 regels......m
Elke regel meer
Ir.gez. MpdRdeelIngen
van 1—5 repels 2-30
Elke regel meerÖ.45
Bil contract belanpriike korting.
Voor het bevragen aan 't bureau
wordt berekend f 0.10
14e Jaargang
Cit nummer bestaat uit TWEE bladen
EERSTE BLAD
Wij laten dat voor wat het is; maar mee-
nen uit het nijdige artikel te mogen aflei
den, dat de S.D.A.P. het dwaasheid vindt
om herrie te maken over een vlag.
Ja, dat geldt voor Rotterdam, maar in
Zaandam huist blijkbaar een andere S.D.
OM DE KABINETSFORMATIE
Gisteren hebben we zoo objectief mogelijk
weergegeven de meening van Prof. Aal-
berse, waarom de R.K. Kamerfractie gewei
gerd heeft mede te werken aan een kabinet
op de breede basis van vijf partijen.
We achten het niet dienstig daarover
thans een commentaar te geven, voorzoover
wij dat niet reeds bij voorbaat in onze arti
kelen over de kabinetsvorming hebben ge
daan en voorzoover we het geven bij den
brief van Dr. Colijn, welke gisteravond pu
bliek werd gemaakt, nadat we deze driestar
hadden geschreven.
Woensdagmiddag hoopt Dr. Colijn na
mens het kabinet een regeeringsverklaring
af te leggen en daarbij zal ook nog wel iets
gezegd worden over de voorgeschiedenis.
Toch willen we een paar opmerkingen
niet achterwege laten.
Mr. Aalberse heeft nadrukkelijk ver
klaard, dat de R.K. fractie niet het minste
bezwaar had tegen het optreden van Dr.
Colijn als minister-president. Deze verkla
ring was niet overbodig, maar is ook af
doende. Van Mr. Aalberse zelf en vele an
dere zijner partijgenooten wisten wij dat
wel; maar het is goed, dat het ook ver
klaard is namens dat deel der R.K. fractie,
dat in de Volkskrant haar spreektrom
pet heeft en waarin enkele weken gelegen
geschreven werd: „Dr. Colijn heeft zich
door zijn optreden tegen de muiterij vol
strekt onmogelijk gemaakt als eventueel
kabinetsformateur".
Dat het blad radicaal veranderd ia we
hebben op de symptomen daarvan gewezen
kan ons slechts verheugen.
Dat Mr. Aalberse de verklaring deed, was
dus niet overbodig, maar ze is ook absoluut
afdoende.
Een tweede opmerking is deze.
Mr. Aalberse beklaagt er zich over, dat
zijn fractie in een onaangename positie
werd gedrongen. Hij zal echter wel willen
gelooven, dat Dr. Colijn in geenen deele de
bedoeling had de RiK. fractie onaan
genaam te zijn. De leider der anti-rev.
partij stelt te groote prijs op een vriend
schappelijke verhouding met de partij van
Mr. Aalberse, dan dat hij deze onaange
naam zou willen bejegenen. Hier was ver
schil van inzicht, niets meer.
En daarom verheugt het ons zeer, dat
Mr. Aalberse zijn beschouwing eindigde
met de.opmerking: drie van onze beste le
den treden ondanks de onaangename voor
geschiedenis in dit kabinet, dat op onze
loyale steun volkomen kan rekenen.
En hoewel we weten, dat Dr. Colijn er in
geslaagd is, zijn kabinet een zoodanige sa
menstelling te geven, dat het vertrouwen
moet wekken bij heel de R.K. fractie; wij
verklaren gaarne, dat deze sterke fractie
altijd tot hartelijke samenwerking met de
andere Christelijke partijen bereid was en
het politieke gewin steeds van minder
waardij achtte dan een> Christelijk regee-
ringsbeleid.
Wij weten ook, dat de antithese niet ver
dwijnt, al treedt er tijdelijk een nood-kabi
net op en wij hopen op een toekomst, waar
in de Christelijke partijen andermaal in
staat en bereid zullen zullen gezamenlijk de
regeeringsverantwoordelijk te aanvaarden.
A.P. Want het artikeltje van 22 Mei is heel
anders gesteld dan dat van 17 Mei.
Te Zaandam arriveerde ook een boot met
de hakenkruisvlag. En, wat zegt Voor-
aarts daarvan?
Natuurlijk trok de gehate hakenkruis-
vlag in de arbeiderswijk aan de haven
onmiddellijk de aandacht. Een spoedig
bijeengestroomde menigte gaf van haar
«fkeuring duidelijk blijk. Men verlangde
dat de hakenkruisvlag omlaag zou wor
den gehaald. De voorzitter van de boot-
Waarom geen parlementair Kabinet
DE ROODE KRONKELLIJN
Twee keer binnen een week tijds had de
Voorwaarts een stukje over de Haken
kruisvlag: eerst in de haven van Rotter
dam, toen in die van Zaandam. In beide
gevallen werd door arbeiders geëischt om
deze vlag te strijken, anders zouden er bij
de lossing moeilijkheden gemaakt worden.
Maar de titels deden vermoeden, dat de
beoordeeling in beide gevallen niet gelijk
zou zijn en daarom legden we de artikel
tjes eens naast elkaar. En toen bleek een
opmerkelijk verschil.
Op 17 Mei he>ette het: Hakenkruisvlag i:
de haven; communistische zwendel; op
22 Mei stond er boven: Hakenkruisvlag
neer; Er dreigde een bootwerkersstaking.
Dat gaf reeds te denken, doch nu lette
men op de inhoud. Het stukje van 17 Mei
begint met deze vriendelijke woorden:
Een zeldzaam brutaal staal van arbei
ders-misleiding heeft zich vanochtend in
de Rotterdamsche haven afgespeeld.
En daarop volgt dan een scheldpartij op
„communistische draafpropagandisten", die
niet meehielpen aan de boycot der Duitsche
goederen.
Maar als in de Rotterdamsche haven
wat keet te schoppen is, waarmee de
moderne arbeidersbeweging wat moei
lijkheden zouden kunnen worden berok
kend, dan zijn de heeren er bij om hun
demagogische praatjesmakerij aan
man te brengen.
Zelden werd er dan oolc „grover volks
verlakkerij gepleegd"; zoo oordeelt de roode
fcers.
werkersvereeniging „Eensgezindheid", C.
Tel, heeft zich na de binnenkomst van
de boot in verbinding gesteld met een
vertegenwoordiger van het Cargadoors
kantoor Vinke Co. Tel verzocht den
kapitein van de houtboot er van in ken
nis te stellen, dat het zeer gewenscht
was, de nazivlag te strijken, daar an
ders van de zijde der bootwerkers moei
lijkheden waren te vreezen.
Bang voor een bootwerkersstaking heeft
de gezagvoerder de vlag gestreken., Men
kan zoo tusschen de regels door lezen, dat
de roode pers in haar nopjes is over het
flinke optreden der Zaandammers tegen de
gehate vlag. Wat in Rotterdam zwendel
heette is daar zeker kordaat optreden.
Hoe rijmt men dat te samen?
PUBLICATIE
DER VOORGESCHIEDENIS
ANTWOORD VAN DR. COLIJN
AAN MR. AALBERSE
In de Katholieke pers is een deel van de
briefwisseling gepubliceerd, welke betrek
king heeft op de eerste opdracht aan Dr.
Coliin tot vorming van een parlementair
Kabinet. We zijn daar niet zoo bijzonder
mee ingenomen. Maar nu het geval een
maal ligt. is het - ten einde geen misver
stand te doen ontstaan beter de geheele
correspondentie ter algemeene kennis te
brengen We zouden er de voorkeur aan
gegeven hebben, indien deze publicatie of
ficieel van den Kabinetsformateur ware uit
gegaan Nu anderen hebben gemeend daar
op niet te moeten wachten, zien we echter
geen reden om achter te blijven.
Voorop sta dan, dat Dr. Colijn op Vrijdag
12 Mei tot de conclusie was gekomen zijn
eerste opdracht te moeten neerleggen.
Bij schrijven van denzelfden dag is van
dit besluit aan de 5 geraadpleegde Kamer
fracties kennis gegeven. D.eze nnef luidde
als volgt:
's-Gravenhage, 12 Mei 1933.
Den Hooggeleerden Heer
Prof. P. J. M. Aalberse,
en 4 andere fractieleiders.
J. van Oldenbaraeveldtlaan 82,
's-Gravenhage.
De heb de eer U hierbij te bevestigen
de reeds per telefoon gedane mededee-
ling. dat ik voornemens ben morgenvoor
middag aan Hare Majesteit ontheffing
te vragen van de mij verleende opdracht
tot vorming van een parlementair Ka
binet. J
Zooals U bekend is, acht ik den toe
stand, financieel en economisch, dermate
ernstig, dat alleen de breedst mogelijke
samenwerking van de parlementaire
groepen uitzicht biedt op genoegzaam ze-
delijken steun, óók in het land, voor een
Kabinet, dat zeer drastische maatrege
len zal hebben voor te stellen.
Alleen wie zichzelf van deze samen
werking uitsluit, beihoort daarbuiten te
worden gelaten.
Nu de vorming van een Kabinet op
den gewenschten breeden grondslag mij
niet mogelijk blijkt, meen ik, hoewel de
formuleering van het mandaat ruimte
laat voor andere oplossingen, de ontvan
gen opdracht te moeten neerleggen.
Ik veroorloof mij U te verzoeken aan
deze mededeeling geen publiciteit te ge-
tven vóór ik U nader bericht heb doen
geworden.
Gaarne U,w dw.
(w. g.) R COLIJN.
Reeds denzelfden dag kwam een bescheid
in van den president der R. K. Kamerclub,
dat in de Maasbode is opgenomen en
waarvan we gister een breed en duidellijk
uittreksel gaven, zoodat wij het niet behoe
ven te herhalen.
Het antwoord van Dr. Colijn
Hoewel de brief geen nieuwe gezichtspun
ten opende, heeft hij nogmaals een punt van
gezette overweging uitgemaakt. Op Maandag
15 Mei heeft Dr. Colijn toen nogmaals uitvoe
rig de motieven uiteengezet, welke hem leid
den tot het besluit over de opdracht voor de
parlementaire formatie neer te leggen. Dit
schrijven kennen onze lezers zakelijk
reeds, omdat het is verwerkt in de artikelen
welke op 17 en IS Mei in ons blad Rijn ver
schenen naar aanleiding van het neerleggen
der opdracht.
Maar het is misschien nuttig thans den
woordelijken tekst van dezen brief mee te
deelen. Dr. Colijn schreef dan als volgt:
Hooggeachte Prof. Aalberse.
Veroorloof mij allereerst mijn erkente
lijkheid te betuigen voor de welwillende
gevoelens te mijnen aanzien, welke tot
uitdrukking komen in uw brief van 12
Mei jl. Ik stel zulks op hoogen prijs en gij
wilt U dat weet ik daarvan over
tuigd houden, ook zonder dat ik er in den
breede over ga uitwijden.
Des te meer spijt het me, dat ik aan
den op mij uitgeoefenden aandrang om te
pogen een Kabinet te formeeren op den
door U aangegeven grondslag geen ge'
volg kan geven.
Ik moge de gronden voor deze houding
nog eens schriftelijk uiteenzetten.
De toestand van het land is uitermate
critiek. Het vertrouwen wankelt. Reeds
hebben zich enkele paniekachtige ver
schijnselen voorgedaan en met de moge
lijkheid van een algemeenen aanval op
ons geldwezen moet ernstig worden ge
rekend. Het Rijksbudget met zijn tekort
van ongeveer 270 millioen gulden op den
gewonen dienst voor 1934 (te verminderen
met rond 40 millioen indien men besluit
voor het tekort in het leeningsfonds te
leenen) waarvan, gelijk nok uit de dezer
dagen gepubliceerde becijfering van Mi
nister De Geer valt af te leiden, rond 125
millioen door bezuiniging zal zijn te dek
ken èn de deplorabele toestand van
verscheidene gemeenten roepen 'n finan
cieel probleem van ongekenden omvang
in 't leven. Hetzelfde kan worden gezegd
van den economischen toestand, waarbij
ik met name denk aan de noodzakelijke
omvormingen die in ons bedrijfsleven niet
te vermijden zullen zijn.
Dit alles om van andere overwegin
gen maar te zwijgen wijst heen naar
een taak die in omvang en aard ver uit
gaat boven hetgeen in meer normale tij
den van een Kabinet en een Kamermeer
derheid wordt verwacht.
Bij den noodtoestand waarin het land
verkeert een toestand in wezen ernsti
ger dan die van Augustus 1914 heb ik
gemeend, dat een parlementair Kabinet
ad hoe, steunend op alle groepen die
bereid waren dien steun te verleenen. den
meesten waarborg bood voor het slagen
eener reddingspoging.
Bij de door mij gedane stappen heb ik
alleen buitengesloten wie zichzelf a priori
ongeneigd hadden getoond tot medewer
king. Het als het ware opzettelijk in de
oppositie dringen van parlementaire groe.
pe die bereid waren mee de helpende
hand ter redding uit te steken kwam mi]
daarentegen volstrekt ongeoorloofd voor.
Het is op deze gronden geweest, dat ik
mij gewend heb tot de 5 fracties om steun
op de basis van een door mij ontworpen
program.
Of ik dan ten eenenmale over het hoofd
heb gezien, dat de R.K. Staatspartij (rich
ongeneigd had getoond de Liberale Ka-
mergroep als constitutief element in de
meerderheidsvorming te betrekken?
Ia geenen deele.
Uw Xamerrede van November 1.1. en
Uw latere uitlatingen alle voo:
verkiezingen vallendhebben mijn volle
aandacht gehad. Datzelfde was het geval
met de adviezen door de raadgevers der
Kroon, na afloop der verkiezingen,
aan H. M. de Koningin uitgebracht, ter
wijl ikzelf uiteraard mijn eigen interpre
tatie had van den i i t s 1 a g der verkie
zing en van de daarmee saamhangende
mogelijkheden.
De spaak in het wiel waarvan gij
waagt is inderdaad niet onopgemerkt
bleven. Maar Uw opmerking dienaan
gaande houdt geen rekening met de mo
gelijkheid van verwijdering van zulke hin
dernissen, terwijl ik moeilijk aannemen
kan, dat Uw uitlatingen vóór de verkie
zingen bedoeld waren als een soort bin
dend voorschrift voor een door de Kroon
aangewezen formaten*, die immers reke
ning behoort te houden zoowel met het
karakter der verkiezingscampagne als
met den uitslag er van.
Ik meende en meen nog, dat voor
thans te vervullen taak een beroep moet
worden gedaan op de medewerking van
allen die van goeden wille Rijn. Die taak
is toch eene bij uitstek nationale, doch
door het doel dat bereikt moet worden
èn door de diepgaande beteekenis der
maatregelen die noodig zullen zijn. Lof
zoowel als blaam moeten over zoo breed
mogelijken kring worden verdeeld. Ieder
die niet zichzelf uitsluit, behoort thans
verantwoordelijkheid te dragen. In Uw
gedachtengang wordt echter, naast dege
nen die zichzelf uitsluiten, bij de reddings
pogingen ook een goedwillend volksdeel
ter zijde geschoven.
Dit acht ik onjuist
Behalve deze overweging van algemee
nen aard heb ik tegen de beperking van
den grondslag van het te vormen Kabinet
nog een tweede bezwaar.
Noch naar het getal (52), noch inner
lijk, zijn de 3 groepen der voormalige coa
litie sterk genoeg om een taak van
decen omvang tot een goed einde te
brengen; om de uitvoering er van tegen
over een oppositie van Liberalen, Vrijzin
nig Democraten en Socialisten te verzeke
ren. Bij alle overeenstemming zoodra die
pere levensvragen aan de orde komen, is
de homogeniteit der 3 groepen in de late
re jaren in het algemeen vrij sterk achter
uitgegaan. Terwijl de aan de orde ka
mende vragen voorshands alle buiten
het terrein der diepere beginselen lig
gen, dus daar waar de meeningen soms
nog al uiteenloopen.
Een mislukking van een Rechtsch
Kabinet, wellicht reeds in dit najaar, zou
naast een mislukking van de reddings
pogingen, bovendien politieke gevolgen
van verdere strekking hebben dan de val
van het Kabinet alleen. Die val zou, even
als in 1923 en 1925, toch veroorzaakt zijn
van binnen uit en zou een verdere
werking der rechtsche groepen in ande
ren tijd waarschijnlijk voor goed onmoge
lijk maken. Zelfs kan men verder gaan
zeggen, dat aan het parlementaire stelsel
in ons land dan de genadeslag toege
bracht zou zijn.
Zulk een mislukking mag dus niet wor
den geriskeerd. Met het oog op die poli
tieke consekwcnties niet, maar evenmin
met het oog op 's lands belangen van het
oogenblik. De herstelarbeid moet slagen
en dat slagen schijnt mij, althans bij een
Kabinet der rechterzijde onder mijn lei
ding niet veniekerd. Daarvoor heeft de
demagogie in Nederland te goed haar
werk verricht
Het was daarom dat ik gestreefd heb
naar een parlementair Kabinet ad hoe
dat op den breedst mogelijken grondslag
steunen zou.
Uw schrijven van 12 dezer heeft in deze
zienswijze geen verandering kunnen bren
gen. Al erken ik gaarne de gebleken bereid
willigheid Uwer fi-actie om de Ministers
in het zittend Kabinet te steunen, U zult
mij moeten toegeven, dat de maatregelen
tot nu toe genomen, slechts kinderspel
zijn bij die welke nog genomen zullen
moeten worden.
U derhalve dankend voor de uit Uw
biïef sprekende vriendelijke bedoelingen
en voor den door Uw fractie toegezegden
steun aan een door mij te vormen Kabi
net, op basis van een door U te aanvaar
den program, moet ik U tot mijn leed
wezen berichten, dat ik een Kabinet a 1-
1 ee n steunend op de Rechtsche groepen,
niet in staat acht de reuzen-taak te vol
brengen die voor ons ligt. Altihans niet
een Rechtsch Kabinet, dat onder mijn
leiding zou staan, waarvoor ik de reden
hiervoor reeds aangaf.
Ik meen derhalve thans uitvoering te
moeten geven aan mijn voornemen, ver
meld in mijn brief /an 12 Mei j.l., ora
aan H. M. ontheffing te vragen van de
mij verleende opdracht tot vorming van
een parlementair Kabinet»
Hoogachtend.
Uw dw. dr.
(w. g.) H. COLIJN.
Kort commentaar
Men zal toestemmen: deze laatste brief
is volkomen duidelijk en helder als glas.
Wie ..de spaak in het wiel" stak en weiger
de die er uit weg te nemen om niet te vo
ren Kroon en formateur te beperken in
vrijheid van handelen, zal nu voor niemand
meer een vraag zijn.
Voor vandaag volstaan .ve met het bo-
enstaande. Misschien komen we er nog na-
dér op terug. Het door de R. K. ingenomen
standpunt noodrigt daartoe als het ware
uit. Immers niet het landsbelang domi
neert daarbij, maar wel zijn andere overwe
gingen van heslissenden invloed geweest.
Dat deze laatste erg sterk zijn, zal in ernst
door weinigen worden volgehouden. We
meenen zelfs, dat zonder nadere beschou
wingen een ieder in staat zal zijn een oor
deel te vormen. Dat d° publieke opinie
daarbij aan de zijde van de schijnbaar zoo
principieel opgetreden grootste Kamerfrac
tie zal staan, aöhten we ten eenenmale uit
gesloten.
DEPARTEMENT VAN ONDERWIJS
Naar verluidt, zal Prof. Mr. G. A. van
Poelje benoemd worden tot directeur-gene
raal van het Departement van Onderwijs.
Tevens ligt het in de bedoeling in verband
met de voortdurende ongesteldheid van den
secr.-generaal van gemeld Departement
Jihr. Mr. C. Feith den heer Van Poelje
tijdelijk te belasten met de waarneming
van het secretariaat-generaal van het Dé
partement.
STRIJD IN DE S. D. A. P.
ATTREDEN VAN OUDEGEEST ALS
VOORZITTER?
Naar de „Tijd" verneemt, heeft de strijd
van den heer J. D u y s tegen het agitato
rische karakter der S. D. A. P. tot gevolg
gehad, dat binnenkort het aftreden van den
heer J. Oudegeest als voorzitter dier partij
te verwachten is.
Omtrent de gebeurtenissen in den boezem
der S. D. A. P. naar aanleiding der inge
houden brochure is tot dusver weinig uitr
gelekt, maar op ingrijpende veranderingen
ten aanzien der partij-tactiek kan men zich
voorbereid houden, aldus dit blad.
Intusschen heeft de „Msb." bij het partij
bureau der S.D.A.P. om inlichtingen aan
geklopt, alwaar werd medegedeeld, dat dit
gerucht valsch is.
Of zou het enkel slechtsvoorbarig
NEDERll CHR. ESPERANTO-
VEREENIGING
JAARVERGADERING TE UTRECHT
Te Utrecht ia de 2de jaarvergadering
gehouden van de Ned. Chr. Esperanto-
Vereeniging.
De heer S. Th: A. Goetze, Voorzitter
der Utrechtsche afdeeling, sprak namens
deze groep een welkomstwoord in het Es
peranto, dat door den heer H. C v.
Leeuwen, Voorzitter der Vereeniging, in
dezelfde taal werd beantwoord.
Vervolgens opende de heer van Leeuwen
de vergadering en zongen de aanwezigen
een Esperanto-lied (la Liga Kanto).
Na lezing van een gedeelte uit Rom. 12
en gemeenschappelijk gebed schetste de
Voorzitter het wezen en de taak
Esperantist, en meer in 't bijzonder van
den Christen-Esperantist, daarbij den na
druk erop leggende dat deze laatste in de
eerste plaats christen is en daarnaast Es
perantist, en dat hij zich als zoodanig moet
gedragen en doen gelden, wil hij door het
Esperanto zijn ideaal, het uitbrengen van
het Evangelie door deze internationale taal
bij uitnemendheid verwezenlijkt zien.
De agenda bevatte de voor een jaarver
gadering gebruikelijke punten; als inter-
mezzi dienen te worden genoemd een gees
tige causerie in het Esperanto over Espe
ranto en een radio-uittending van „Radio
Esperantujo" (Esperanto-land). Helaas
werd de weergave door tramstoringen on
gunstig beïnvloed.
Nadat enkele commissies waren benoemd,
sloot de heer Brak el uit Rotterdam deze
zeer geanimeerde vergadering met
ALGEM. NEDERL. CHR.
AMBTENAARSBOND
ALGEMEENE VERGADERING
IN ZEELAND
De Bond en de wijziging van het
ambtenaren-reglement
Heden en morgen wordt in Zeelands
schoone hoofdstad de jaarlijksche alge
meene vergadering gehouden van den Alg.
Ned. Ambtenaarsbond. Dat de toogdag van
onze Chr. Ambtenaren ditmaal gehouden
wordt in een plaats, die zoo uitmiddelpun
tig ligt, .is gansch geen bezwaar gebleken,
want de animo voor de bijwoning is zoo
groot, dat men op het laatste moment nog
moest omzien naar een grootere zaal, ten
einde alle afgevaardigden behoorlijk plaats
te kunnen bieden.
Te half twee ving de vergadering heden
middag aan. Ze heeft plaats in de sociëteit
„De Vergenoeging". De Voorzitter opende de
bijeenkomst met het doen zingen van Ps.
t!5 1 en 2, het lezen van Haggai 1 en gebed.
Hierna hield hij de
openingsrede
waarin hij wees op den somberen tijd
in men bijeenkomt en waarin Haggai's pro-
fetio met aangrijpenden ernst klinkt Gods
oordeelen zijn op materieel gebied op aarde.
Het oog moet gericht zijn op Christus, die
door de crisis heen de wereld wil over
winnen.
Alleen 't gezag, geworteld in Gods Woord
zoo vervolgt spr., kan macht uitoefenen.
Zoo heeft ook de Regeerjng gemeend door
eon wijziging en aanvulling van het Rijks
ambtenarenreglement de verhouding tus
schen overheid en ambtenaar scherper te
omlijnen. De bepaling, dat ambtenaren op
grond van revolutionaire gezindheid eervol
ontslagen kunnen worden, en geen lid mo
gen zijn van vereenigingen, welke naar het
oordeel der regeering geacht moeten wor
den doeleinden na te streven of middelen
aan te wenden, welke de inwendige orde of
de veiligheid van den staat in gevaar kun
nen brengen of schaden, heeft onze volle
instemming, zegt spr.
Zij, die in dienst der Overheid treden,
moeten beseffen, dat zij de taak der Over-
heid helpen uitvoeren en een vertrouwens
positie innemen^ en dat daarmede onver-
eenigbaar is een gezindheid, die daadwerke
lijk verzet tegen de gestelde machten als
een oirbaar middel aanvaardt. De regeering
moet bij de volvoering van haar taak kun
nen rekenen op haar ambtenaren. Onze
democratische regeeringsvorm, onze consti
tutioneel rechten worden het best behar
tigd en het algemeen welzijn van ons volk
wordt het best bevorderd door het wettelijk
gezag te steunen. Niet „een" gezag, zooals
door de sociaal-democraten als vijgeblad
voor hun dubbelzinnige houding wordt op
gemerkt, doch „het" gezag.
De meening, dat door het treffen van de
zooeven genoemde bepalingen de grondwet
telijke rechten der ambtenaren worden aan
gerand, berust op een onjuiste opvatting
der verhouding tusschen Overheid en amb
tenaar. Onze volksvertegenwoordiging, ge
kozen door en uit het volk, op democrati
sche wijze, waakt voor de rechten en vrij
heden van het volk, waarvan de ambtenaar
deel uitmaakt.
Eveneens is het een onjuistheid te
onderstellen, dat ambtenaren, zich niet'
gen vereenigen in een vakorganisatie. De
economische belangen van het overheids
personeel moeten behartigd worden, evenals
die van andere groepen onzer samenleving.
Daarvoor vereenigen wij ons in een princi-
pieele belangenorganisatie. En een derge
lijke organisatie heeft het volste recht om
haar bezwaren tegen haars inziens onbil
lijke maatregelen of misstanden kenbaar
to maken.
Alleen de juiste opvatting van het gezag,
dat God over ons stelde door Zijn algemeene
genade, is een waarborg voor de constitio-
neele rechten en vrijheden.
De Christen-ambtenaar weet, dat de Over
heid regeert bij de gratie Gods. En al zal
hij als staatsburger niet alle maatregelen
van de regeering toejuichen, hij zal slechts
langs legale weg trachten zijn invloed op
do overheid aan te wenden, doch nimmer
langs revolutionaire weg.
Als de regeering ons pijnlijk treft door
de maatregelen bij rijksopvoedingsweam
vindt men ons in het ministerieele kabinet
om te getuigen tegen sociaal onrecht en za
gen wij ons gesteund door de geheele Chr.
vakbeweging. Hier geen salarisverlaging
doch een ontslag gevolgd door terugname
in lager gekwalificeerde positie, waarbij
een willekeurige toepassing der wachtgeld
regeling nog het meest grievende is. Het
laatste woord over deze zaak is nog niet
gesproken. Te betreuren is, dat de volksver
tegenwoordiging deze zoo diep ingrijpende
reorganisatie, met de daaraan verbonden
degradatie van het corps ambtenaren goed
keurde, en niet, evenals bij een ander voor-
stel den betrokken minister een „halt" toe-
Onze bond heeft in deze actie een groot
aandeel gehad en getoond op de bres te
willen staan voor het corps ambtenaren,
dat zoo ernstig getroffen werd. Moge het
straks blijken, dat ons optreden, na het in
uitzicht gestelde objectieve onderzoek naar
de waarde der werkzaamheden en de juist
heid van de titulatuur, succes heeft gehad.
Komende tot de bespreking van de loons
verlagingen, zegt spr., dat de bond op het
standpunt staat, dat niet bij voorbaat elke
verlaging moet worden.afgewezen, al heeft
niet elk voorstel bij voorbaat te worden
aanvaard.
Na nog te hebben gememoreerd, dat de
bond met 250 leden vooruitging, richt spr.
namens de bond een woord van dank tot
de vrijgestelden en de afdeelingsbestuurders
voor al de door hen verrichte wrkzaamhden
(biz. 1)
De voorgeschiedenis der Kabinetsformatie.
Verdere publicatie van de correspondentie
tusschen Dr. Colijn en Prof. Aalberse.
Crisis in de Fadvindersbeweging naar
aanleiding van de bewoordingen van de be
lofte.
(bit. 2)
Dr Schacht vraagt concessies aan de cre
diteuren van Duitschland, daar anders de
Rijksmark gevaar loopt
Von Papen over vrijheid en Weimar-de-
mocratie.
Chineesche generaals in opstand tegen.
Nanking.
Men is het thans te Genève oneens over
het begrip „aanvaller".
De Nederlandsche Bank in 1932/33. Mr.
L. J. A. Trip over den wereldtoestand.
Positie gulden krachtig. Winstsaldo .ruim
f 1 millioen (v.j. verlies f 19 millioen).
(blz. 3)
Jaarvergadering van de Chr. Boeren- en
Tuindershond.
Vergadering van de Alg. Ned. Zuivelbond.
(blz. 5)
De Economische opbouw van' Nederland,
(blz. 8)
Jaarvergadering van den Ned. Chr. Gra
fisch en Bond
Jaarvergadering van den Chr. Metaalbe-
erkerabond.
Voornaamste Nieuws.
lijk de beslissing moeten vallen over eeai
vraag, die reeds geruimen tijd de Ned. pad
vinderij heeft bezig gehouden. De interna
tionale belofte, ingesteld door den oprichter
vain de grootsche padvindersbeweging luidt:
„Ik beloof jegens God en mijn land mijn
plicht te doen".
Nergens heeft deze belofte verzet uitge
lokt, ze mag de kern worden genoemd van
heel de padvindersbeweging, die een zeer
stellig paedagogisch karakter draagt. Baden
Powell heeft zeer bepaald de belofte gewild
zooals die geworden is-
In ons landje was echter een belofte,
waarin van plichten tegenover God en het
vaderland werd gesproken, voor velen te
eng.
De vruchten van een godsdienstlooze en
vaderlandslooze opvoeding werken op alle
gebied na en ook hier kwamen ze tot gel
ding.
In 1927 werd een nooddeurtje geopend,
waardoor de padvinder, die de belofte af
legt slechts behoefde te beloven zijn plicht
te doen, zonder dus de bijvoeging jegens
God en mijn land".
Hiervan werd een ruim gebruik gemaakt
door die leiders welke de origineele belofte
voor jongens van 12 jaar veel te „zwaar"
vonden, die zich op het bekende standpunt
stelden, dat in een neutrale jeugdbeweging
over God en vaderland niet kan worden
gesproken.
Onder leiding van den hoofdverkenner.
Staatsraad Rambonnet heeft de Vereeni-
gingsraad aan deze afglijding van het inter
nationaal statuut een einde gemaakt.
Nadat ampel in de N.P.V. over deze zaak
was geredeneerd is aan de algemeene ver
gadering Zaterdag 1.1. gehouden, voorge
steld, in de nieuwe statuten de oude, inter
nationale belofte op te nemen.
De hoofdverkenner heeft de twee stand
punten nog eens tegenover elkaar gesteld
en zeer stellig de wensch uitgesproken, dat
de eenheid van de beweging, die thans ster
ker is dan ooit te voren niet te verbreken.
Discussie over de belofte werd niet meer
toegestaan.
Dit ontlokte reeds veel uitingen van ver
zet, doch de leiding van den hoofdverken
ner werd met krachtig applaus bevestigd.
Verschillende afgevaardigden voerden
daarna het woord over het voorstel zelf.
De voorzitter van de Amsterdamsche af
deeling diende een amendement in om ae
toestand te laten zooals ze is, d.w.z.: de
internationale belofte facultatief te stellen
en ook de andere belofte toe te laten.
Om scheuring te voorkomen wilde deze
zijn amendement ook terugnemen, wanneer
het bestuur de toezegging deed de zaak nog
eens te bekijken.
Ook uit het Noorden des lands kwam ver
zet.
De voorzitter wenschte niet in te gaan op
de Amsterdamsche voorslag; er moest hu
eindelijk een beslissing vallen.
Onder groote stilte werd daarna tot stem
ming over het amendement van Amsterdam
overgegaan. Dit werd verworpen met 107
tegen 137 stemmen.
Daarna wilde de oppositie weer opnieuw
gaan spreken bij het in stemming brengen
van de statuten. Toen de voorzitter mede
deelde, dat wie zich niet loyaal bij de ge
vallen beslissing wilde neerleggen maar
moest verdwijnen stok er onder de oppositie
een storm van verontwaardiging op en velen
verlieten de oaal.
De nieuwe statuten werden daarna aan
genomen met 108 tegen 11 stemmen.
1 Indien de „frontmakers" volharden bij
hun bedreigingen zal het wel op een scheu
ring in de N.P.V. uitloopen.
Het is typisch Nederlandsch....
PADVINDERIJ
BEWOGEN VERGADERING VAN DE N.P.V
Zaterdag j.l. is te Den Haag een vergade
ring gehouden van de Ned. Padvinders ver
eeniging, een samenkomst, die een bewogen
karakter heeft gedragen.
Op deze algemeene vergadering zou einde
NIEUW VERBOD VOOR
MILITAIREN?
Naar het „Volk" mededeelt, zou bij
ministerieele beschikking zijn bepaald, dat
het aan militairen ter zeemacht is verbo
den, zich te verzekeren bij de Centrale
Arbeiders-Verzekerings- en Depositobank.
Deze verbodsbepaling heeft betrekking op
reeds gesloten of nog te sluiten verzeke «in-
gen. De eerste moeten premievrij worden
gemaakt.