WRIGLEY Radio Nieuws. JIM, DE ZOON VAN BOBBY DE LAATSTE DER TRIBUNEN MAANDAG 22 MEI 1933 BINNENLAND PERSONEEL IN RIJKSDIENST DE STAAT EN ZIJN AMBTENAREN Prof. dr. J. R. Slotemaker de Bruine heeft te Den Haag voor het congres der centrale van vereenigingen van personeel in 's Rijks dienst een rede gehouden over de betrekkin gen tussehcn den Staat en zijn Ambtenaren. Hij kwam daarbij tot de volgende conclu sie: Naar sprekers oordeel moet het organisa- tierecht ook voor ambtenaren en militairen gehandhaafd worden. Hij juicht de beslis sing van minister Deckers ten deze toe. Be perkingen zullen uit het wezen der naak moe ten volgen: al gaat spr. niet zoo ver van een federatief verband tusschen organisaties van ambtenaren of militairen en organisaties m het vrije bedrijf verwerpelijk te achten. Voorts meent hij, dat het politieke recht van den burger, die ambtenaar is, om zijn stem uit te brengen, moet worden bewaard; evenals zijn recht om zich politiek te orga- niseeren behalve alweder, wanneer die organisatie zich kenmerkt door doeleinden of middelen, die voor den ambtenaar onduld baar zijn. Anderzijds weet de ambtenaar, dat hij ten allen tijde onvoorwaardelijk onmiddellijk aan gegeven bevelen of opdrachten moet vol doen en dat de stipte werking van het over heidsapparaat volstrekt verzekerd moet zijn. Staking en sabotage is onder alle omstandig heden uitgesloten. En uitgesloten is iedere woordenkeus in het openbaar, waar en wan neer dan ook, die de hoogheid van het ge zag en den eerbied voor de gezagsdragers aantast Wie zich al deze eenvoudige en vanzelf sprekende normen herinnert, die ziet de zuivere weg, waarlangs persoonlijkheid en menschenwaarde evenzeer geëerbiedigd zijn als gezag en overheid. Tvrannie en anarchie zijn dan vermeden, evenals de rechteloosheid die van beide het gevolg is. De loyaal dienende ambtenaar weet, dat hij in zijn vrije gebondenheid een machtige dienst bewijst aan zijn volk. En de Overheid weet, dat aij aldus langs zuivere en strakke lijn overeenkomstig haar heilige roeping haar volk op de beste wijze dient. Op de rede volgde gedachtenwisseling De heer Maan (departementsambtenaar) vroeg, of een organisatie, in strijd met doel en wezen van den Staat, niet absoluut on toelaatbaar is- Voorts vroeg spr., of een mi nister zijn ambtenaren kan verbieden, lid te zijn van een organisatie, die een andere minister erkênt Moet deze materie niet veeleer een onderdeel zijn van het algemeen regeeringsbeleid? De heer Vos (ambtenaren Raden van Ar beid) zeide, zich te kunnen voorstellen, dat in een geordenden Staat een chaos ontstaat welke het noodig maakt, dat maatregelen worden genomen om een ander gezag te krij gen. De handelwijze van den Staat zelf heeft dan tot de anarchie geleid, welke be dwongen moet worden. Wat moet dan een ambtenaar doen? De heer Zwarts (departementsambte naren) zeide, dat minister Kuyper, die het stakingsverbod invoerde, ook beloofde, dat den ambtenaren recht zou geschieden. Zijn do regeeringen deze belofte wel nagekomen? Zij mogen dr Kuypers belofte indachtig zijn .(Applaus). De heer" Van der Meer (administratief belastingpersoneel) merkte op, dat ter ver goeding van het gemis van 't stakingsreoht de ambtenaren een sterke positie behoaren in te nemen in het georganiseerd overleg. De heer De Vries (ambtenaren Raden van Arbeid) betoogde, dat de Regeering geen ambtenaren mag verbieden, lid te zijn van een organisatie, alleen, omdat deze er naar streeft, da regeering te doen vervangen door één overeenkomstig de inzichten der orga nisatie. De heer Ravelli (2e voorzitter der Cen trale) vroeg aan prof- Slotemaker de Bruine een verduidelijking van zijn bedoeling aan gaande de kwestie van al dan niet toelaat baar verklaren van een federatief verband van organisaties van militairen en burgers. De heer E e k h o u t (hooger-onderwijsper- soneel) vroeg, of de ambtenaren, al3 de Re geering het recht van vereeniging en gadering beperkt, niet het recht hebben om te vorderen, dat deze beperking geschiede langs wettelijken weg. De heer De 1 a Be 11 a (ambtenarenRijks postspaarbank) vestigde de aandacht op 't feit, dat voor ambtenaren niet gelden zekere bepalingen, die de arbeiders in de vrije be drijven beschermen. De heer Per dok zeide, dat de ambte naar een manus ministra moet zijn ten aan zien van de Uitvoering der besluiten van den minister, ook al is hij het er niet mee eens. Moj. mr Clara Wichman was een uit stekend ambtenares en de heer Coltof, com munist, is een uitstekend ambtenaar. Antwoord van den inleider Prof. Slotemaker de Bruine, de opmerkingen beantwoordende, ze«de, dat men niet uit het oog moet verliezen het. verschil tusschen de positie der ambtenaren en die der andere burgers. Maakt men de positie der laatsten gelijk aan die der amb tenaren, dan beperkt men onnoodig 't recht der andere burgera- Daarom is het mogelijk dat ambtenaren wordt verboden lid te zijn Prof. Dr. J. R. SLOTEMAKER DE BRUINE an een organisatie, die toch niet behoort tot de-verboden vereenigingén. Wat betreft de vraag, of het juist is, dat een minister zijn ambtenaren verbiedt, lid te zijn van een organisatie, waarvoor een an dere minister een verbod niet laat gelden spr. had hierbij geen bepaald geval op het oog zeide spr., dat een deur voor de mo gelijkheid daarvan moet worden opengc houden, al is spr. overtuigd van de no-id zakelijkheid van een algemeen regeerings beleid als regel. In verband met een andere vraag, hem gesteld, merkte spr. op, dat een ambtenaar niet mag overgaan tot eigen richting, als de personen, die de overheid vormen, den plicht der overheid niet nakomen. Gevraagd werd, of een ambtenaar niet mag werken aan de komst van een beter regeeringsstelsel, als hij als ambtenaar zijn plicht doet Een onderwijzer van een open bare school dit als voorbeeld moet zich onthouden van alles, waardoor de openbar»; school de sympathie des volks zou kunnen verliezen- (Applaus). Als hij zich daarvan niet kan onthouden, moet hij een betrek king bij een bijzondere sohool zoeken. Een ambtenaar moet rekening houden met den indruk van jsijn handelingen buiten den dienst Voorts zeide spr., dat men niet kan zeg gen, dat het stakingsrecht den ambtenaren in 1903 ontnomen is, omdat voor ambtenaren en spoorwegpersoneel dit recht nooit be staat. Minister Kuyper heeft daarbij ver klaard, dat do ambtenaren een rechtspositie zouden krijgen. Met leedwezen hoorde spr. de opmerking, dat de Regeering de belofte van 1903 niet zou zijn nagekomen, maar hij ging daarop niet in, omdat hij geen bepaalde gevallen besprak. Men zeide, dat het georganiseerd overleg verbeterd moet worden. Maar wat verstaat men onder georganiseerd overleg? Moeten daarin de besluiten worden genomen bij meerderheid van stemmen? Spr betoogde, dat de verantwoordelijke persoon tevens dc leidende persoon moet zijn. In den loop van zijn betoog merkte spr. nog op, dat, als zich in rijksgebouwen min der géwensahte omstandigheden voordoen, deze omstandigheden moeten worden opge ruimd. Maar dit moet gebeuren, niet door dat de Arbeidsinspectie er heen wordt ge stuurd, maar door de overheid zelf langs anderen weg. Gevraagd is, of beperkingen van rechten van ambtenaren niet wettelijk moeten ge schieden. De beperkingen moeten in elk ge val haar basis vinden in de wet Maar dit wil nog niet zeggen: per wet Het komt voor dat de wet machtsdelegatie toelaat. Een federatief verband tusschen organisa ties van militairen en burgers kan bevor derlijk zijn voor verruiming van den blik- DE VERARMING VAN MAASSLUIS Burgemeester Dommisse vertelt van zijn ervaringen MERKWAARDIGE LOOPBAAN AFGESLOTEN Burgemeester C. P. I. Dommisse van Maassluis, zal aan het eind van deze maand zijn loophaan beeindigen, na 25 jaar zijn ge meente te hebben bestuurd. In een onderhoud dat we verleden week met den over enkele dagen vertrekkenden Burgemeester hadden, heeft hij het een en ander uit zijn loopbaan verteld. De heer Dommisse is afkomstig uit Zeeuwsch-Vlaanderen, waar hij na zijn stu die te Tiel, werkzaam was op het secretarie der gemeente Vlissingen. Na enkele jaren te Oostburg werkzaam te cija geweest, keerde de heer Dommisse weer naar Vlissingen terug, waar hij 1897 •d benoemd tot gemeente-archivaris, en als zoodanig ook een boek heeft geschreven over de Westpoort, de gevangenis aldaar. In 1905 volgde een benoeming tot Burgemees ter van Sluis, terwijl in 1908 Maassluis den heer Dommisse als Burgemeester ontving. In die dagen heerschte in Maassluis groo- te bloei. De haven was gevuld met loggers van de diverse reederijen welke zich te Maassluis hadden gevestigd; de pakhuizen langs de kaden konden soms nauwelijks de groote hoeveelheden haring die werden aan gebracht bevatten; de met de visscherij aan verwante bedrijven werkten op volle capa citeit Thans is het uitzicht over de geheele ha- en vrij, hier en daar ligt nog een schip, en alleen de sleepbooten van Smit en Co. ma ken bij den Nieuwen Waterweg nog een floree renden indruk. In den „gouden tijd" toen Burgemeester zijn bestuursperiode begon, werden plannen voor haven-uitbreiding ontworpen. Er was een plan voor in den Kapel-polder 'n hoofd haven voor de visscherij; een bijhaven voor loodsbooten en een bij haven voor handels vaartuigen ontworpen. De gemeenteraad keurde toenmaals het plan goed, maar de Hoofdingenieur der Waterstaat keurde het af, omdat het plaa hem oneconomisch voorkwam. Daarna volgde een plan voor havenaan- leg tusschen Poortershavcn en Kapelpolder, Rijk en Gemeente gingen hiermede accoord. Het Rijk stelde echter de bijdrage van 1/3 in de kosten afhankelijk van de medewerking der Provincie, en deze laatste maakte haar afhankelijk van de Vereen, voor de Vissche rij. Deze vereeniging kantte zich echter te gen het plan .omdat de ligging van de ha vens haar ongunstig toescheen, en daardoor kwam ook thans, ten spijt van het onver moeid werken van den Burgemeester, niets van de verbetering van de haventoestand Een plan werd hierna ontworpen om een kleinere haven te maken in den Kapelpol der, waarbij echter de eisch werd gesteld maatregelen te nemen tegen het verzanden van het havenhoofd. Hiervoor had Prof. de Bruyn uit Ginne- ken zijn plannen gereed, toen de oorlog uit brak. Daarmede verdween de laatste kans voor verderen bloei van Maassluis Hoe langer hoe meer tegenslag. Maassluis had vroeger een vloot van 125 loggersnu zijn er nog 2. Met de loggers verdween de welvaart uit Maassluis. De verschillende bedrijven ver band houdend met de visscherij werden stil gelegd; de netteruboetsters kwamen werkloos, de visschers bleven thuis. Er volgden nog mee tegenslagen. Een Belgisch concern vestigde in Maas sluis een vensterglasfabriek. Aanvankelijk Spr. merkte op, daaromtrent waarlijk geen gevaarlijke opvattingen te huldigen. Spr. eindigde met te verklaren, dat de houding van een ambtenaar zóó moet zijn, dat hij kan zeggen: „Ik dien mijn land. Ik doe mijn plicht. Ik handhaaf het gezag. Ik handhaaf mijn positie als ambtenaar èi wiillende mensoh in de samenleving". (Bijval). Het congres heeft vervolgens gepauzeerd. DE TWEEDE OVERSPANNING C. P. I. DOMMISSE ging dit uitstekend, maar na enkele jaren besloot het concern het bedrijf weer in Bel gië te gaan uitoefenen; de fabriek werd stil gelegd, en de werklieden verdwenen. Vele woningen kwamen leeg te staan. Er kwamen plannen voor het stichten van cokes-ovens. In verband hiermede was het noodig dat de gemeente 277 woningen deed houwen, waartoe in den Kapelpolder reeds benoodigde gronden beschikbaar waren. Toen een groot gedeelte van de woningen ge reed was, gingen de plannen voor de stich ting van het bedrijf van de baan, en Maas sluis werd enorm gedupeerd. Na al eware aanslagen op de gemeentekas, voegd bij de werkloosheid van zoovelen, viel het niet te verwonderen dat Maassluis nood lijdend werd; en het Rijk te hulp moest ko men. Thans telt Maassluis nog enkele timmer fabrieken; een touwfabriek, die door het fa- brioeeren van touwmatten zelfs in het bui tenland nog ordera weet te plaatsen, asphaltfabriek, en niet te vergeten het sleep bedrijf van Smit en Co en het loodswezen. De toekomst van Maassluis Toch was burgemeester. Dommisse niet pessimistisch over de toekomst van zijn ge meente: „Maassluis moet vooruit, het kan niet anders", zoo meende hij. Maassluis, ge legen aan het begin van den Waterweg, met een goede haven, zal in de toekomst zich weer moeten ontwikkelen als stevige haven plaats. Er zijn verschillende bedrijven die zich hier reeds wilden vestigen maarde con currentie van Rotterdam verhindert heel veel, en doemt tot mislukken. Het speet Burgemeester Dommisse, die zijn gemeente werkelijk lief heeft gekregen in zijn 25-jarig bestuurschap, dat hij Maassluis □iet in een beter maatschappelijke toestand kan achterlaten. Doch, hiervan is ieder Maasslulzer wel van overtuigd, Burgemeester Dommisse heeft ge daan wat hij kon om den ondergang van de»ze visscherplaats te voorkomen. Dat hij daarin niet volkomen is geslaagd, zijn om standigheden buiten zijn wil te wijten. Bur gemeester Dommisse, die Officier in de Orde van Oranje Nassau is, en wegen zijn ver diensten bij huisvesting van Belgische vluchtelingen in den oorlogstijd, de Koning Albert-Orde ontving, heeft na 25 jaar een merkwaardige loopbaan in Maassluis afge 6loten. MALLE DINGEN Cumulatie van inkomsten uit de pu blieke kas komt in ons land zoo goed als niet voor; zoo verzekert men ons nog al eens- En deemoedig echoën we dan maar: het zal wel waar zijn. Maar dan hoort men hier of daar weer van malle gevallen, welke door wijze menschen bestendigd of versterkt worden. Zoo onlangs nog weer in Amsterdam. Daar beooentt men een gemeente-secreta ris op een salaris van heel wat meer dan f 8000.—; terwijl zijn vrouwhuisvrouw wel neeD; referendaris, chef der afdee ling Volkshuisvesting, op een salaris van ruim f 6000 Enfin, 't is een aardige puzzle: meneer is chef en mevrouw is 't ook; maar hij is haar cheften minste op 't stadhuis. Overigens, is dit nu cumulatie of niet? n is het een schandaal of niet? Hondor den, duizenden intellectueelen bedelen om een betrekking voor het halve salaris van "Ouw; meneer zal het ook wel weten en straks tegen sollicitanten zeggen: ja, die •erkloosheid is vreeselijk! en ondertus- schen bouwt men voor één gezin een to rentje van biljetten met gele ruggen. Trouwens, in Amsterdam heeft men meer van die malle gevallen; Op gedane vragen hebben B. en W- geantwoord, dat er te Groot-Mokum in totaal 1681 gehuwde amb tenaressen in gemeentedienst zijn, waarvan 335 gevallen de man ook in gemeente dienst is. In het geheel wordt aan deze ge huwde ambtenaressen een bedrag van ruim f 2% millioen aan salaris uitbetaald. Van de 1,681 gehuwde ambtenaressen hebben 822, dus de helft, geen kinderen. Neen, zulke menschen met dubbele inko mens. kunnen geen kinderen tot hun last hebben. Hoe moesten ze dan hun ;ld verteren. Trouwens, in Den Haag is het bij gemeen- i en rijk ook nog niet in orde. Ook bij de departementen vindt men soortgelijke ge vallen: mam en vrouw, die elk een zeer hooge rijksbetrekking bekleeden, elk met een hoog inkomen. Toen één van die dames destijds een baby verwachtte, mocht zij van den betrokken minister voortaan haar werk thuis doen. En als men dan inlichtingen wenschte van deze amhtenaresse, moest men haar huis opbellen. Of dan de baker aan de telefoon kwam. weet ik niet- Maar men behoeft, niet heet gebakerd te zijn, om dergelijke dinger grof onrecht te noemen. Te zeggpn, dat het malle gevallen zijn, is al te vriendelijk MEI Hulzen. (1875 M.) K.R.O. 8.00 Moi 10.00 Gramofoon. 12.15 Lunchct 2.00 Vrouwenuurtje. 3.00 Gra 4.00 Orgelconcert. 5.00 Het Sex Gramofoon. 8.00 Oratorium .n. 10.01 Morgei groot f 15.130 en eei De begrooting voor f 13.615. Tot lid van het -hoofdbestuur is gekozen mevrouw van Wijk te Gouda, tot gewestelijk lid voor Gelderland mevrouw van Dijk-Keu- ning, en voor Utrecht, mevrouw Koole. Besloten is een Indische afdeeljng te vor- In de middagvergadering heeft mr. A. d e Graaf uit Zeist een causerie gehouden over: de veraatwoordelijkheid van de ouders voor de lectuur van hun kinderen en het ge vaar van de uitleenbibliotheken. Mevr. M. baronesse van Heemstra van Oo ster zee sprak een slotwoord, waarbij oij wees op de moeilijke taak der Christen-vrouwen in deze wereld. Zij moeten in elkaar steun, vinden en in moeilijke geval len raad verschaffen. Mf, A. d e G ra a f deelde medé, dat h«n gevraagd is te wijzen op de gevaren der neu trale pers, der slechte advertentiën en de afbeeldingen in verschillende illustraties. Spr. wilde geen blad speciaal noemen, maar hij wraakte de berichtgeving van som- Vannacht is de tweede overspanning van het viaduct aan het West-Nieuwland te Rotter dam geplaatst. Hedenmorgen kwart over vijf passeerde de eerste trein van 't stationD.P. naar Dordrecht. NED. CHRISTEN VROUWENBOND DE ALGEMEENE JAARVERGADERING De Nedcrlandsche Christen-Vrouwenbond heeft te Wageningen zijn jaarlijksche ver gadering gehouden, welke druk bezocht was. Na de opening met het zingen van een vers uit Psalm 89 en gebed, heeft de voomitster, mevrouw M. M. Havelaar-van Beeck Cal- koen een wijdingswoord gesproken, naar aanleiding van Jes. 34 16.. Vervolgens deelde zij mee, dat tot eere leden zijn benoemd de dames Diepenhorst- de Gaay Fortman, Mr. C F. Kata en Barger Barger. De vergadering besloot telegrammen te zenden aan de Koningin, Prinses Juliana en de Koningin-Moeder. Blijkens het verslag van de tweede secre taresse. mevrouw A. Anema-Gertzen, is be sloten de commissie van advies, geheel uit heeren bestaande op te heffen, omdat zij overbodig is. Het aantal leden is 10.000. De volgende vergadering zal te Amersfoort worden gehou den. De rekening van de penningmeesteresse werd goedgekeurd, zij sluit met een po6t C 0 Voor C* keuken 13.Sn Scllstenconcert 12.01 Lunch concert 2.30 Gramofoon 3.00 Knipcursus 4.00 Viool recital 4.30 Klhder koorzang. 5.00 Verhalen voor kleinere kinderen 6.00 Grnmofoun 7.00 Gramofoon 8.01 Vaz Dlan 8.05 Orgelconcert 9.00 Radlotooneel 9.15 ich) (509.3 M) 12.20 Gn 12.55 Gramofoon 1.30 Concert 5.20 Orkest. 6.35 Orgelconcert 8.20 Omroeporkest 9.20 Conrert 10.30 Gramofoon. a ven try (1554.4 M.) 12.20 Gramofoon. 1.20 Orkest 4.45 Orkest 6.50 De grond slagen der muziek. (1151 - 10.55 Om terhausen. (1634.9 M C.50 2 20 Gramofoon 5.55 Zang 1.) 7.05 Gramofoon - 12.20 Gramofoon 1.20 Concert 4.50 Concert 8.35 Orkest ondon Nat. (261.3 M.) 12.20 Gramofoon. 1.20 Orkest 5.35 BBC orkest ondon Heg. (355.9 M.) 12.20 Concert. 2.20 Gramofoon 6.05 Orkest 7.35 Concert 8.20 Orgel 9.35 BBC orkest Midland Reg. (398.9 M.) 12.20 Concert 1.35 Piano recital 2.20 Gramofoon 8.50 Koor 7.20 Orkest 9.35 Gramofoon a r tl s (Radio) (1724 M.) 8.05 Gramofoon 12.20 Concert 1.55 Orkest 7.40 Concort 'arschau (1411.8 M.) 6.20 Concert. 6.30 Populair concert 8.20 Omroeporkest 10.35 Zang 11.05 Gramofoon WRIGLEY KAUWGOM IN D€ MONO IS l£KKEX EN GEZONDI V1EI stuk! ru paksi mige couranten gericht op sensatie. Del groote schuld'i6 echter" bij het publiek, dat dergelijke sensatie verlangt. Nadat nog gezongen was Ps. 136, slootde voorz. de vergadering met dankgebed. Door G. Th. ROTMAN 95. Atsjoe! Daar gaat een aanplakzuil! Niets -blijft-er over dan een kuil... Vervolgens wordt een tweetal boomen Met tak en wortel meegenomen; Ja, menige lantarenpaal Gaat kromgebogen aan den haal, Terwijl de auto al dien tijd Afwiss'lend op twee wielen rijdt! Het einde van het lied is, dat De auto aan den rand der stad, Juist waar het laatste huis verrijst, Met heel de diendereschaar kapseist. Net is het zaakje overstag, Of wie komt grijnzend voor den dag? 't Is Jim! Dat zal wat geven, hoor! Bereid je-daar maar vast op voor! (Wordt Woensdag vervolgdJ Cola di Rienzi, de groote Senator van Rome in de 14e eeuw Door Edw. BULWER LYTTON Visioenen van roem en macht van den roem en de macht van zijn geliefd Rome, door hem in eere hersteld, zweefden voor zijn geest; en in zijn hartstochtelijk ver langen van het oogenbljk wendde hij zijn zwaard beurtelings naar de drie hoeken van den toen bekenden aardbol en sprak, als in een droom: „In naam van het rameinsche yolk behoort ook dit aan mij!" Hoe zacht hij ze mocht geuit hebben, allen die hem omringden hadden de vermetele woorden gehoord, alsof zijn stem als eet donderslag had geklonken- Tevergeefsch zou het zijn den indimk te willen beschrijven dien ze maakten. Hun buitensporigheid zou den lachlust zijner vijanden, de droefheid zijner vrienden hebben opgewekt, als niet het plechtig, gebiedend uiterfijk van den spreker voor het oogenblik zelfs vriendschap en haat had doen zwijgen. De Tribuun keerde zich om; 'hij zag, hoe 'de pauselijke Vicaris verbaasd en verward opstond om het woord te nemen. Onmiddel lijk herkreeg hij zijn gezond verstand en zijn voorzichtigheid, en besloot hij, te voorkomen dat de Vicaris zijn afkeuring van Rienzi's vermetelheid te kennen gaf- Hij zag, hoe Raimondo den mond opende om.de gevaar lijke woorden te spreken. Snel wenkte hij de muzikanten en de statige, vèr-klinkende muziek van de gewijde plechtigheid benam den bisschop van Orvietto elke gelegenheid om het woord 4e voeren. Toen de plechtigheid was afgeloopen flui sterde Rienei den bisschop toe: „Wij zullen alles tot uw genoegen ver- klaren. Gij viert met ons feest in het Late- raan- Geef mij uw arm." Hij -Met dén bisschop niet los, en vertrouw de hem aan niemand anders toe, eer het stormachtig geluid van hoorn en trompet, trom en cymbaal weerklonk; en te midden van een volksmenigte, zoo groot wellicht als op dezelfde plek den doop van Constantijn bijwoonde, traden de Tribuun en zijn ede len de groote poorten binnen van het Late- raan, toen het PaDieis der Wereld. Zoo eindigde die merkwaardige plechtig heid en die trotsche uitdaging van de noord- sche mogendheden ten behoeve van de itali- aansche vrijheid. HOOFDSTUK XXVII Het feest Het feest van dien dag was schitterender dan al wat men tot dus verre had bijge woond. Rienzi had den wenk van Cecco del VeccCiio niet laten verloren gaan, waarmede hij zoo juist het karakter zijner medebur gers aanduide- De ruime zalen van het La- teraan waren prachtig versierd en iedereen geopend; spelen, wedstrijden en vertooningen van dien tijd vond men er tn ruime mate. De Tribunessa, zooals Nina in strijd met de klassieke gewoonte genoemd werd, onthaaMe in een afzonderlijk gedeelte van het paleis de romeinsche dames; terwijl de Tribuun Raimondo zoo volkomen tot zwijgen gebracht had, of hem met den loop der zaken had verzoend, dat de goede bis schop met heon aan erijn eigen tafel aanzat de eenige wien deze eer te teurt viel. Alle zalen en hallen waren gevuld met den adel en de ridderschap den rijkdom en de kracht de geleeixiheid en de schoon heid der italiaansche hoofdstad. Men zag er gezanten en edele vreemdelingen, zelfs van gene zijde der Alpen; afgevaardigden, niet alleen van de vrije staten, die de verheffing van dén Tribuun hadden toegejuicht, maar ook van de hooggeboren, trotsche tirannen, die eerst zij® aanmatiging bespot -hadden, en zich nu bogen voor zijn macht- Het wuiven der pluimen en veeren, het glinsteren van juweelen en goudlaken, het ruischen van zijde en het rinkelen van gou den sporen, het wapperen van de banieren aan de zoldering, het spel der muzikanten op de galerijen dit alies vormde zuilk een schouwspel van pracht en staatsie, een hof en een ridderschap, als de grootste der feu dale vorsten met trntschen blik had mogen aanschouwen. Doch op dat oogenblik zat hij, die de held van dat schitterend feest was», van zijn overspanning bekomen, peinzend en afgetrokken in zijn zetel, met gerimpeld voorhoofd, denkend over hetgeen er den vo- rigen nacht gebeurd was. en wetend, dat zij. die het op zijn leven hadden toegelegd, <ot de vroolijksto fcestgenooten behoorden. Toen het feestrumoer hot luidst was, sloop Rienzi's page door de zalen en fluisterde ver schillende edeflen iets in; allen bogen diep, doch verbleekten bij het vernemen van de boodschap. „Heer Savelli", zeide Orsini, die zelf beef de, „gedraag u toch moedigen Dat zal een eerbewijs zijn, geen wraak. Gij hebt zeker dezelfde oproeping ontvangen als ik." „Hij hij vraagt vraagt mij, in het Kapi-tooï met hem het avondeten te ko men gebruiken; een vriendschappelijke bij eenkomst na den woeldgen dag-" .Dezelfde woorden die tot mij gesproken werden!" zeide Orsini, zich tot een der Fran- gipani's wendend. Degenen tot wie de uitnoodiging gericht werd, stonden weldra op van tafel en vorm den een groep, waarin driftig beraadslaagd werd. Sommigen wilden vluchten, doch de vlucht stond gelijk met een bekentenis; hun aantaih, hun rang, en hun lange en geijkte straffeloosheid stelden hen gerust- Daarom besloten zij te gehoorzamen. De oude Colon- na, de eenige onschuldige onder de uitge- noodigde baronnen, was ook de eenige die de uitnoodiging afsloeg. „Kom!" sprak hij knorrig; „voor vandaag hebben wij genoeg feestgevierd! Zeg aan den Tribuun, dat ik hoop te slapen, eer hij zich aan het avondeten zet- Grrze haren kunnen zooveel drukte en feestelijkheid niet verdra gen." Toen Rienzi opstond om te vertrekken, wat reeds vroeg gebeurde, want. het feest was in den morgen begonnen, wide Rai mondo afscheid nemen. Doch de Tribuun sprak op emstigen toon «tot hem: „Heer, wij verwachten u om dringende redenen op het Kapitool* Daar wacht ons een gevangene een verhoor misschien" (voegde hij er met zijn onheilspellend, profetisch voor- hoofdfronsen bij) .misschien een «terecht stelling! Kom dus!" „Waarlijk, Tribuun," stamelde de goede bisschop, dit is een vreemde tijd voor een terechts telling!" „Den vorigen nacht was het nog vreem der tijd. Kom!" In de wijze waarop het slotwoord werd uitgesproken lag iets, wat een weigering on mogelijk maakte. Zuchtend, mompelend, zijn gewaad kreukelend, volgde Raimondo den Tribuun- Toen hij de zalen doorliep, stonden allen op- Met een glimiliach en een hoffelijk woord beantwoordde Rienzi hun groet Hij was nog jong en de adel van zijn voorkomen werd nog verhoogd door zijn prachtig ge waad en de uitdrukking van verstandelijke meerderheid in zijn blik, waaraan de min der beschaafde edelen uit dien tijd groote behoefte hadden. Hij stapte door zijn hofhou dfing als iemand die waardig was te gebie den; en zijn onderstelde, afstamming van den Duitschen keizer, die sinds zij® verhef fing overal in het buitenland was aangeno men, was voor de vreemde heeren duidelijk zichtbaar in de majesteit van zijn houding, en het gemak waarmede hij iedereen toe keer Prefect", zei de hij tot eer. sombere, norsche persoonlijkheid, in zwart fluweel gedost, den machtigen, aanmatigenden Gio-'anni di Vico, prefect van Rome, „wij zijn verheugd, zuilk een edelen gast te Rome te zien: wij moéten die beleefdheid beant woorden, door u spoedig in uw eigen paleis te komen verrassen; en ook gij, Signor", zoo wendde hij zich tot den afgezant van Ti» voii, zult ons tusschen uw boschjes en wa tervallen geen gastvrijheöd weigeren tijdens den wijnoogst- Het komt mij voor, dat Rome, vereenigd met het liefelijke Tivoli, zich met de Muzen begint te verzenen. Uw rechtsge ding is afgeloopen, heer Venoni: de raad en» kent de bililijlkheid van uw eisch. Maar ik bewaarde het bericht voor dezen feestdag dat vergeeft gij mij zeker w>el." Dit fluister- de hij een waardig burger in, die tusschen al die edelen liever niet door den Tribuun wilde opgemerkt worden- Doch Rienzi was er altijd op uit, de kooplieden op den voor grond te plaatsen. Na dat hij eenige oogen* blikken met Venoni gepraat had, vied zijn blik op de hooge gestalte van den ouden Go» lonna. f „Signor", sprak hij met een diepe buiging; doch op min of meer nadrukkelijken toon, „gij komt toch vanavond?" „Tribuun" begon Col onna. „Wij nemen geen verontschuldiging aan", viel de Tribuun hem haastig in de rede, en zette zijn wandelling voort Eenige oogenblikken bleef hij bij een gro*p eenvoudig gekleede mannen staan, die hem met groote belangstelling aanzagen. Ook zij behoorden tot de geleerden, en in Rienzi's verheffing zagen -zij een nieuw bewijs van de wonderbare overmacht van het verstand over de ruwe kracht Tegenover hen verdween alle deftigheid van het gelaat van den Tribuun alsof hij zich opeens temidden van zijn gelijken voel» Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1933 | | pagina 8