lltruuir £Vtït5fl)f Cüoamnl
EERSTE BLAD
GOEDE VOLKENBONDSDAG
„Aan de rand van de afgrond"
M. HOUTHANDEL V.H. J, VAN SOHIJNDEL CO.
abonnement»
Per kwartaal In Leiden en In plant
ten waar 'n agentschap gevesilgd Is f2.3b
Franco per post 2.35 portokosten
Per week 0.18
Voor het Buitenland bij wekelijk-
iche tending «4.50
Bij dagenjksche zending „5.50
Alles bij vooruitbetaling
Losse nummers 5 cent
met Zondagsblad iy% cent
Zondagsblad niet afzonderlijk verkrijgbaar
Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken
Bureau: Breestriat 123 Telefoon 2710 (na 6 uur 3166) Postbox 20 Postgiro 58936
NO. 3971 ZATERDAG 20 MEI 1933
ADVERTENTIEN
Van I tot 5 regplsLltK
Elke regel meer0-22*f
Icgez Mpdedeellngen
van 1—8 regels 2.30
Elke regel meer 1-45
Bil contract helanpriikp korting.
Voor het bevragen aan t bureau
wordt berekend f 0.10
14e Jaargang
Gratis lezen tot 1 Juni
Wie zich met ingang van 1 Juni op ons blad
abonneert, ontvangt alle tot dien datum ver
schijnende nummers gratis;
De prijs is thans
f 2.35 per kwartaal
ot
18 cent per week
U kunt gebruik maken, bij het opgeven van nieuwe
abonné's, van het in dit No. voorkomende inteeken-
biljet. Zendt dit ingevuld aan onze Administratie.
DE DIRECTIE
Dit nummer bestaat uit VIER bladen
BEROEP OP HET GEWETEN DER
WERELD
Elk jaar op 18 Mei poogt de Vereeni-
ging voor Volkenbond en Vrede de be
langstelling onzer natie voor vreedzame
beslechting van internationale geschil
len op te wekken en te versterken. Het
gelukt niet steeds even goed, want men
heeft lang niet altijd de omstandig
heden mee. Er is soms zoo weinig pers
pectief, dat men eigenlijk maar liever
zou zwijgen dan spreken.
Niettemin, de vereeniging versaagt
niet. Zij begrijpt, dat zulke dingen
langzaam groeien. Wie op een wonder
boom rekende, moet ook bedenken, dat
hieraan zoo licht een worm knaagt.
Ook dit jaar zond „Volkenbond en
Vrede" een propagandistisch artikel
aan de pers en voorzoover onze ruimte
het toeliet hebben we er deze week
melding van gemaakt. Echter heeft de
laatste Volkenbondsdag een bijzondere
exponent gekregen door het hartelijke
antwoord, dat onze Koningin naar
Washington gezonden heeft als weer
slag op de Boodschap van president
Roosevelt.
Dit antwoord is waard er nog even
de nadruk op te leggen, omdat het op
zoo overtuigende wijze spreekt van de
begeerte onzer natie om langs vrede
lievende weg internationale geschillen
tot oplossing te brengen en daardoor
tevens, hoewel onbedoeld, een lesje
geeft aan dat deel van ons eigen volk,
dat maar voortgaat te spreken van mi
litaristische neigingen.
Vergissen we ons niet, dan zal het
antwoord der Koningin zoo goed als bij
iedereen groote instemming vinden.
Een uitzondering vormt misschien
de passage, waarin als vanzelfsprekend
geziegd wordt, dat ons volk een aanval
zou weerstaan. Deze verklaring zal
misschien hier en daar tegenspraak
ontmoeten. Sommigen schijnen in ernst
van meening te zijn, dat men een aan
val' niet moet afweren. Anders dus dan
de Oostenrijksche sociaal-democraten,
die een aanval wel hopen te keeren,
desnoods met geweld.
Echter, behalve de Tolstoïanen, die
in sommige anti-militaristische groe
pen te vinden zijn, is het nooit duide
lijk geworden, wat de nationale ontwa-
penaars in geval van een bedreiging
onzer grenzen zouden willen doen.
Hoe het zij, de propagandisten voor
heele of halve nationale ontwapening,
zullen misschien verzet aanteekenen te
gen het uitspreken van het voornemen
om een eventueel e aanval te weerstaan,
tegen de rest van het antwoord zal nie
mand bezwaar hebben.
Ons volk in zijn geheel en ieder bur
ger hoofd voor hoofd zal hartelijk in
stemmen met de verklaring onzer Ka-
ningin, dat zonder eenig voorbehoud
onmiddellijk namens heel ons volk een
sympathiek antwoord kan gegeven wor
den op het beroep van den Amerikaan-
schen President.
Wij hebben niets achter te houden.
Met volkomen openhartigheid kan vóór
en namens ons volk gesproken worden
over de bevordering van de vrede en
de vreedzame beslechting van geschil
len. Zonder eenige reserve kan worden
gezegd: wij verafschuwen de oorlog;
van een agressieve stemming is bii nie
mand sprake: er is geen Nederlander
te vinden, die ter wille van geografi
sche of economische expansie 't zwaard
zou willen opnemen. Er is ook niemand
die wanneer ons land beleedigd of
geschaad zou worden onmiddellijk
klaar staat om met geweld vergelding
te zoeken; iedereen zou de oplossing
willen zoeken in arbitrage en overleg.
Wij verklaren allen met onze Ko
ningin
.Vreedzame regeling is de uitsluiten
de methode om nationale geschillen
beslechten. Mij is geen reden bekend
waarom vreedzame regeling niet de uit
sluitende methode zou zijn om inter
nationale geschillen te beslechten."
Hopelijk zal de wereld, hoe langz;
ook, steeds meer tot de overtuiging
komen, dat het niet alleen onchristelijk,
maar ook ondoelmatig, ja, zelfs dwaas
is, om een andere methode dan arbi
trage te volgen bij de oplossing van
internationale geschillen. Immers, wij
ervaren nog dagelijks aan den lijve, hoe
zeldzaam dom de „methode" was, welke
men in 1914 zoo al niet koos, maar dan
toch aanvaardde.
En, omdat heel de wereld dat zoo
ied kan weten, zou men ook moeten
begrijpen, dat de vier stappen gedaan
moeten worden, welke president Roose
velt voorstelt te doen. Anders komen
we eenyoudig niet tot eenige belang
rijke ontwapening.
De economische conferentie, waaraan
Nederland zonder bijbedoelingen en
van harte zal meewerken, zou niet noo
dig zij n, indien in '14 de internationale
geschillen door een vredesconferentie
waren beslecht en bijgelegd. En de tol
muren zouden zoo hoog niet opgerezen
zijn, indien men zich voorheen niet ach
ter prikkeldraadversperringen had ver
sterkt.
Deze dingen moeten op het geweten
der wereld worden gebonden, zal het
kunnen komen tot daadwerkelijke en
duurzame verlichting van de economi
sche druk, waaronder thans landen en
volken gebukt gaan.
„De economische en financieele toe
stand vraagt onmiddellijke en doeltref
fende maatregelen. Nationaal komt dit
l op voor een gezond en geordend
economisch en financieel leven. Inter
nationaal komt het op voor onbelem
merd handelsverkeer, stabiele valuta en
betere prijzen."
Wat Nederland doen kan al is het
niet veel dat zal het doen. Het zal
voortgaan de wereld te toonen, dat het
ons ernst is met het streven naar
vreedzame oplossing van geschillen en
vriendschappelijk handelsverkeer.
En velen van ons volk zullen met
onze Koningin den almachtigen God, in
Wiens hand al de draden van het we
reldbestuur samenloopen, ernstig bid
den om zegen op alle arbeid, die ver
richt wordt tot waarachtige redding
van de lijdende menschheid.
BINNENLAND.
OFPÏCIEELE BERICHTEN
als kantonrech-
rvanger in het kanton Harllngen
AUDIëNTIE
nlandsche Zaker
in de verplichting
ïrleend tot 1 Juni 1933
i vleesch onbruik ba!
BESTRIJDING
VAN DEN HANDEL IN VROUWEN
Mr A. de Graaf, voorzitter van het Nations
Comité tot bestrtlding van den handel in ro
wen. ia bulten bezwaar van 'a Rijks schatkist
benoemd tot vertegenwoordiger der Nederiand-
sche Regeering op het congres van het ..Inter
national Bureau for the suppression of traffic
in women and children", dat van 1316 Juni
1933 te Berlijn *al worden gehouden.
OM DE KABINETSFORMATIE
Rond de Kabinetsformatie wordt nog
zwaar geboomd over de vraag, waarom de
eerste poging van Dr. Colijn-, tot vorming
van een parlementair crisis-Kabinet op
breede basis mislukte. Wij mengen ons
niet meer in deze discussie, dan we tot he
den gedaan hebben en gaan zeker niet pole-
misceren over de officieuss verklaring, wel
ke door de R. K. Kamerfractie in haar poli
tieke partijpers is gelanceerd. We volstaan
met het overnemen van deze verklaring en
een enkel commentaar daarover.
De verklaring luidt:
„Waar is, dat de formatie van een par
lementair kabinet, voortgekomen uit en
steunende op de fracties ier liberalen,
vrijzinnig-democraten, anti-revolutionai
ren, christelijk-historischen en roomsch-
katholieken, is mislukt, omdat de r.-k.
Kamerfractie, gelijk te voren voldoende
bekend was, om zoowel principieele als
practische redenen niet bereid bleek
daaraan haar medewerking te verleenen.
„Deze vooral ook de practische
bezwaren tegen de vorming van een
parlementair kabinet op zoo bree
de, weinig samenhang vertoonende ba
sis, bleken ook na het bekend worden
van den uitslag der verkiezing onver
zwakt te gelden.
„Onwaar is, dat de heeren Aalberse
en Van Schaik zouden verklaard heb
ben. dat zij, indien daartoe aangezocht,
niet bereid zouden zijn te pogen een
parlementair kabinet op minder breede
basis te vormen.
„Onwaar is ook, dat de formatie van
een rechts parlementair kabinet zou zijn
afgestuit op gebrek aan voldoende me
dewerking van de zijde der Christelijk-
Historische of Roomsch-Katholieke Ka
merfractie".
Wat Prof. Aalberse er van zei.
Een der redacteuren van de Maasbode
heeft zich tot professor Aalberse gewend
met het verzoek, hem eenige vragen te mo
gen stellen in verband met de mislukking
van Dr. Colijns pogingen tot vorming van
een parlementair kabinet
Prof. Aalberse verklaarde zich bereid aan
dit verzoek te voldoen, echter eerst, nadat
het kabinet, dat Dr. Colijn thans bezig is
te formeeren. zal zijn tot stand gekomen.
Hij wenschte zelfs den schijn te vermij
den. als zou hij hieraan ook maar eenige
moeilijkheid in den weg willen leggen. Het
voeren van een kleingeestige politiek ligt
niet op onzen weg, zoo zei hij. Integendeel:
hij heeft aan katholieken, die van Dr. Colijn
het verzoek hebben ontvangen, in het te
vormen crisis-kabinet zitting te nemen,
dringend aangeraden daaraan gevolg te
geven, indien zij zich met het hun voorge
legde regeeringsprogram zouden kunnen
vereenigen.
Op de vraag, of dit crisis-kabinet dan een
extra-parlementair-kabinet zou worden, luid
de zijn antwoord: Ja. het wordt een extra
parlementair kabinet ad hoe, en het „hoe"
is hier de crisis, en alles wat daar aan
vastzit.
Wij zullen dus nog enkele dagen moeten
wachten, zegt de Maasbode en voegt er
aan toe:
Het komt ons gewenscht voor. dat men,
om niet voorbarig en onrechtvaardig over
de houding door de Katholieke Kamerfrac
tie aangenomen, te oordeelen, goed zal doen
met het uitspreken van een definitief oor
deel op deze nadere mededeelingen te
Er is thans al kwaad genoeg gesticht door
enkele volstrekt onjuiste berichten.
Wij meenen, dat hetgeen wij en inzonder
heid wat onze parlementaire redacteur
schreef niet in strijd is met de voorzichtig
gestelde verklaring.
Uit het commentaar, dat de N. R. C. geeft,
knippen we het volgende;
Dat de heeren Aalberse en Van Schaik
niet bereid waren, een parlementair ka
binet op „minder breede" basis te vor
men, is nergens beweerd. De Residentie
bode heeft alleen meegedeeld, dat die
heeren niet in aanmerking wensdhtente
komen voor, of persoonlijke bezwaren
hadden tegen, het optreden als formateur
van een rechtsch kabinet. Nu is een
rechtsch kabinet ook wel een kabinet op
minder breede basis, maar hieronder is
ook te verstaan een kabinet, gevormd
door de drie rectfitsche partijen en de
vrijzinnig-democraten. En de woordkeu
ze van de verklaring der r.-k Kamer
fractie kan dus beteekenen, dat de hee
ren Aalberse en Van Schaik nog wel te
vinden waren voor de formatie van een
kabinet op de minder breede basis van
de drie rechtsche partijen plus de vrij
zinnig-democraten. ^oodat de bewering
van de Residentiebode, dat zij niet bereid
waren een opdracht tot formatie van
een rechtsch kabinet te aanvaarden,
nog niet tegengesproken is.
De laatste zinsnede van de verklaring
der r.-k. I^merfractie betwist iets, wat
bij ons weren door niemand beweerd is.
Integendeel is bekend geworden, dat de
r.-k Kamerfractie een rechtsoh kabinet
heeft gewenscht, maar alleen zoo de
heer Colijn formateur daarvan werd.
De anti-rev. fractie schuldig
Reeds een dag voor de verklaring der
R.-K. Kamerfractie verscheen, schreef D e
Tijd het volgende:
Verschillende bladen, slecht ingelicht
schrijven dat in een volgende instantie
een beproeven, om de Kabinetsformatie
af te schuiven op Mr. Aalberse en Mr.
van Schaik of Jhr. Ruys de Beeren-
brouek, zou zijn afgestuit op de weige
ring door deze heeren.
Dat is onjuist. Er bestaat geen twijfel,
dat ook in de Katholieke Kamerfractie
bekwame mannen waren gevonden, be
reid om een parlementair Kabinet te
vormen Ook in de Katholieke fractie
was men van meening. dat in tweerh
instantie een parlementair Kabinet on
der leiding van Dr. Coliin mogelijk was,
indien de drie Christelijke partijen daar
toe wilden medewerken een bereidvaar-
digheid, welke bij de Katholieken ten
volle voorhanden was. Mede aan deze
mogelijkheid beeft de formateur niet
kunnen twijfelen en vermoedelijk heert
hij persoonlijk ook wel pogingen in die
richting willen doen, maar stuitte hij op
verzet in zijn eigen fractie. Gedwongen
door zijn eigen partijgenooten heeft Dr.
Colijn daarna afgezien van verdere po
gingen, om een parlementair Kabinet te
vormen en wordt thans door de onmacht
der partijen aan het parlemeniaire stel
sel een nieuwe slag toega bracht, die
vermeden had kunnen worden".
Indien de katholieken thans onder
den druk van de benardheid der tijden,
niet alle medewerking aan het crisis
kabinet mochten weigeren, zullen zij
toch uit het samengaan van anti-revo-
lutionnalren en liberalen hun conclusie
trekken.
Is inderdaad de antithese weg, de
band tusschen de rechtsche groepen ver
broken en de grenslijn tusschen de libe
ralen en de rechterzijde uitgewischt, dan
zullen de katholieken een nieuwe posi
tie hebben te kiezen.
Deze voorstelling van zaken lokt tot po
lemiek uit. doch wij zwijgen thans. Met
het oog jp het algemeen belang schijnt ons
dat geboden.
De nieuwe mannen
Natuurlijk Is Den Haag vol van gerucht
over de nieuwe mannen. Er schijnt nog
verschot te zijn. want voor elke zetel zijn
twee of drie namen genoemd. Omgekeerd
is aan Dr. Coliin meer dan één portefeuille
toebedeeld: hij is al ministe- van Finan
ciën, van Binnenlandsche en van Buiten-
landsohe Zaken geweest; althans bij ge
ruchte.
Het lijkt ons beter maar even af te wach
ten bij welk departement hij ten slotte te
recht komen zal. Het verzinnen van namen
is niet zoo moeilijk.
MINISTER REYMER
Naar de N.B.C. uit goede bron verneemt,
is de benoeming te verwachten van den
minister van Waterstaat, mr P J Reymer,
tot burgemeester van Beverwijk.
RIJKSWEG ROTTERDAM-ELST
DE WEG VAN HET TRACé
Zooals bekend is, was het nog niet ge
heel en al zeker, dat het door den minister
eerst vastgestelde tracé betreffende den
rijksweg Rotterdam—Eist langs den Tiend
weg in Sliedrecht zou loopen. Van land
bouwerszijde werden namelijk energieke
pogingen in het werk gesteld, den weg te
laten loopen over de Zwijnskade te Wijn
gaarden, waardoor dan ook het Peulen
tracé zou komen te vervallen.
Thans is bij B. en W. van Sliedrecht of
ficieel bericht ingekomen, dat de minister
van Waterstaat heeft besloten, het vroeger
gekozen tracé van den Rijksweg no. 15
langs den Tiendweg in deze gemeente aan
te houden. De weg' zal dus, aldus meldt de
N. Slied. Crt, komen te loopen. wat betreft
de Alblasserwaard, van Alblasserdam over
den Achterdijk van Papendrecht, verdei
door het zgn. tweede viaduct bij de spoor
lijn over den Sliedrechtschen Ouden Tiend-
•veg bij Giessendam over de Peulen en
.'oorts naar Gorinchem tusschen het Kanaal
/an Steenenhoek en den spoordijk.
De dijk te Giessendam wordt dus Slaper
dijk, terwijl de weg aldaar tevens als wa-
terkeering moet dienst doen.
Zooals bekend is, heeft de minister reeds
eerder bepaald, dat het gedeelte, dat loopt
door de Alblasserwaard het eerst voor aan
leg aan de beurt komt. Op het rijkswegen
plan is daarvoor een bedrag van f250.000
uitgetrokken.
SCHEIDSGERECHT AMBTENAREN
Uit het verslag dat dezer dagen verscheen
blijkt, dat in 1922 slechts een 5-tal zaken
ter berechting aan het scheidsgerecht wer
den voorgelegd.
In één van die vijf gevallen werd geen
straf opgelegd, tweemaal een lichtere straf
en tweemaal dezelfde, als door B. en W.
was voorgesteld.
De meest typische zaak, die behandeld
moest worden, was die van een ambtenaar
bij één der bedrijven, die voortdurend op
het kantoor menschen ontving tijdens de
kantooruren, die over privé-aangelegenhe-
den kwamen spreken.
Bij een gesprek dat de chef van dezen
ambtenaar met een dezer personen had,
bleek, dat de ambtenaar een aantal geld-
Ieeningen had gesloten, en dat de bespre
kingen op het kantoor noodig waren voor
de afdoening der zaken.
Een nader onderzoek bracht aan het licht,
dat de ambtenaar bij geldschieters gelden
opnam, door op schuldbekentenissen valsche
handteekeningen van collega's bij het be
drijf te plaatsen.
Het is wel te begrijpen, dat deze ambte
naar voor ontslag werd voorgedragen, maar
minder goed dat hij op het scheidsgerecht
een beroep deed. Hij voerde tot zijn ver
dediging aan, dat hij met financieele moei
lijkheden had te kampen, in verband met
huiselijke zorgen. Zoo was hij bij de geld
schieters terecht gekomen en later bad hij
ook iiet andere ambtenaren gecombineerd
ge' 1. De een trad dan voor den ander
als rg op.
T n dat ook vast liep, was de betref
fende ambtenaar zoo vriendelijk, ook maar
te leenen op naam van hen. die heel niet
om een leening hadden gevraagd en zon
had hij, in den loop van 1930—1932, reeds
een bedrag van f24 000 opgenomen.
Het scheidsgerecht heeft o i. terecht ge
meend, dat deze man in Gemeentedienst
niet te bandhaven was en adviseerde der
halve tot de straf van ontslag.
Ir. Kalff is uiterst pessimistisch
over Indië
Ontzagwekkende achteruitgang
van de financieele toestand
In de vergadering van de leden van den
Ondernemersraad voor Ned.-fndië vroeg de
voorzitter, ir. J. A. Kalff, de aandacht
van de aanwezigen voor enkele punten, die
voor het lot van Ned.-Indië van overwegend
belang zijn, n.l. zijn financieelen toestand,
de ontwikkeling van zijn economische mo
gelijkheden door samenwerking met Neder
land en het vraagstuk der Europeeschc
werkloozen.
De zoowel door de Begrootingscommissie,
door den directeur van Financiën als door
meerdere Volksraadsleden gedane uitspra
ken, dat wij staan voor een ineenstorting
der bestaande volkshuishouding, dat Indië
zich bevindt aan den rand van den afgrond
cn dat het staat voor een financieele dè-
bacle, worden zoo zeide spr. helaas
door de cijfers maar al te zeer gestaafd.
Die cijfers vermelden als ontvangsten in
1928: 551 millioen gulden; in 1929 524; in
1930: 438; in 1931: 316 en in 1932, aanvanke
lijk geraamd op 428, reeds bij de opmaking
der begrooting van 1933 teruggebracht tot
302 en thans geschat jp 256 millioen gul
den. Zoo zijn dus de ontvangsten over 1932
ad 256 millioen gulden niet meer dan 50 pel
van die van 1928.
En de verwachting voor 1933? vroeg do
heer Kalff.
Aan inkomsten 275 millioen, dank zij de
invoering van nieuwe en verzwaring van
bestaande heffingen, en daartegenover uit
gaven ad 398 millioen, zoodat er een nadee-
lig saldo van 123 millioen is.
Spr. meent, dat terecht aan de Begroo
tingscommissie en aan de Regeering, die
haar volgt, op grond van de schatting van
275 millioen aan ontvangsten in 1933, het
verwijt is gedaan van een geheel ongegrond
optimisme. Dat cijfer toch treft men in het
verslag aan met de mededeeling, dat men
daarbij uitgaat van de veronderstelling, dat
„de economische verhoudingen van nu af
aan stabiel blijven", trots dat men enkele
alinea's te voren constateert hoe in 1932, in
strijd met de verwachting, in vijf maanden
de ontvangsten niet minder dan 46 millioen
gulden achtergaan en dat in 1932 feitelijk
een regelmatig doorzetten van den achter
uitgang is waar te nemen. Het is spr. vol
komen onberijpelijk hoe men, duidelijk voor
zich ziende de dalende lijn der ontvangsten,
die daling in zijn verderen financieelen op
zet plotseling gelieft stop te zetten, zonder
dat er een enkel verschijnsel valt waar te
nemen, dat die genoemde veronderstelling
rechtvaardigt.
Grooter tekort verwacht
Dat de economische verhoudingen zich
dan ook aan de Begrootingscommissie niet
storen en niet plotseling, op haar order,
stabiel blijven, blijkt uit de cijfers der af-
geloopen maanden, die voortdurend
slechtering vertoonen, en helaas zal dus
naar alle waarschijnlijkheid de uitkomst
van 1933 bewijzen, dat, evenals het ver
wachte tekort van 1932 ad 162 millioen is
opgeloopen tot ongeveer 180 millioen, ook
het thans verwachte over 1932 ad 123 mil
lioen zal worden overschreden.
Vervolgens gaf de heer Kalff in het kort
aan op welke wijze men denkt dat tekort
van 123 millioen gedeeltelijk te mogen
laten bestaan, gedeeltelijk te overbruggen
De heer Kalff is verder van oordeel, dat
duidelijk en bewezen is, dat, wie een schijn-
verbetering van welvaart met inflatie
koopt, ten slotte wordt gestraft
Ik gaf u zoo sprak de heer Kalff ver
der inderdaad zorgwekkende cijfers,
maar de vraag rijst of niet ook nu nog de
ernst van den toestand onvoldoende wordt
ingezien door de regeering, inzonderheid
wat aangaat de dringende noodzaak van
snel ingrijpen.
Voor ieder is het duidelijk, dat een nog
verdergaande vermindering van den post
bezoldigingen dan reeds heeft plaats gehad
onvermijdelijk is.
De doorvoering daarvan is harde plicht
en vereischt den ijzeren wil om vastge
roeste opvattingen en meeningen te breken
en om ieder, die niet medewerkt of de uil
voering belemmert, van welken rang hij
ook zij, te verwijderen.
Vergis ik mij niet dan is de laatste maan
den de bezetting van enkele uiterst gewich
tige ambten opgedragen aan mannen, die
den waarborg en de zekerheid geven, dat
niets zal worden verzuimd om althans dat
gene wat menschen kunnen bijdragen aan
de oplossing der crisis, ook inderdaad te
doen geschieden.
Komende tot de economische samenwer
king van Ned.-lndië, zeide ir. Kalff, dat in
bot handelsverkeer van Ned.-Indië, Neder
land zoo noodig moet wordeit geplaatst in
een afzonderlijke positie, in tegenstelling
dus met de opendeur-politiek, die Indië tot
groote ontwikkeling heeft gebracht.
ONZE DIAMANTINDUSTRIE
VERPLAATST DE FIRMA ASSCHER
EEN GEDEELTE VAN HAAR BEDRIJF
NAAR BELGIë?
De bekende juweliersfirma I. J. Asscher
te Amsterdam, zal vermoedelijk binnen
eenige weken een deel van het zg. kleine
diamant, waarop de loonen een groote rol
spelen, in België laten bewerken. Dit be
sluit is, naar de „Telegraaf" meldt, een ge
volg van de weigering van den A N D B tot
aanvaarding van het voorstel der Alge-
meene Juweliers Vereeniging om ook iets
grovere sorteeringen in het plan Donwes op
te nemen, waardoor meer werk verruiming
verkregen zou zijn.
Voornaamste Nieuws.
Ir. J. A. Kalff, voorzitter van de Onder
nemersraad voor Ned.-Indië, heeft een rede
gehouden over de toestand van onze Oost.
(bit 2)
Bij de hervatting van de debatten te Ge-
nève doet Duitschland tegemoetkomingen.
Hugenberg over het landbouwprobleem.
De opmarsch der Japanners naar Peking.
(blz. 5)
Een artikel over de wordingsgeschiedenis
en de plannen tot stichting van een Natio
naal Park op de Hooge Veluwe.
(blz. 13)
Vergadering van de Vereen. Kerkoi
MALLE DINGEN
DIE DAGELIJKS GEBEUREN EN HEEL
GEWOON LIJKEN.
Onze redacteur van Gedachtekracht is
met zichzelf en zijn gedachten ergens an
ders en daarom waag ik mij even op dit
terrein. Om een voorbeeld van gedachte
kracht te geven.
Daar zijn zoo van die dagelijksche berich
ten, welke bar gewoon lijken, doch bij eenig
nadenken tot de malle dingen gerekend
moeten worden. Ik zal dat even voor u
doen, want wij zoeken immers in „service"
onze kracht. Al zit daar dan ook de kenne
lijke bedoeling achter u tot andere gedach
ten te brengen.
Het eerste, wat opvalt is dit, dat we in
de droge periode, welke thans weer ach
ter de rug is, niets hebben gehoord van
Prof. Veraart, den regenmaker; terwijl ge
er vast op rekenen kunt, dat hij straks
weer met experimenten zal beginnen, wan
neer de natte moeson is gekomen en de
menschen aan het strand naar zon verlan
gen.
Zoo zijn professoren nu eenmaal: zij doen
altijd hun best om de dingen anders te doen
dan gewone menschen men noemt dat
professorale verstrooidheid, maar het is
activiteit, misschien wel agressiviteit en
daardoor trekken ze de aandacht.
In dit geval, dat wil zeggen de rust van
professor den regenmaker in het droge sei
zoen, spande deze samen met zijn broeder
den professor-storm verwekker... op politiek
terrein. Deze professor Veraart wilde op 26
April de R.K. Staatspartij wegstormen,
maar kwam zelf, helaas op de tocht te
staan. Toch was het land, precies als zijn
eigen mond, vol /an z'jn naam.
Ik kom tot een tweede geval. Ook van
meteorologische aard: het weerbericht ge
waagt niet alleen van de baro-, maar ook
van de thermo-meter. Nou, en is het dan,
eerlijk gezegd, geen spotten met ons bibbe
ren, als in de dagen der IJsheiligen, die
ons doen huiveren van kou, de kranten het
jubelende bericht brengen:
„Door toepassing van een nieuwe methode
hebben prof. dr. W. J. de Haas, dr. Wiersma
en prof. dr. H. A. Kramer in het Kamer
ling Onnes-laboratorium een temperatuur
weten te verkrijgen van 0.27 gr. boven het
absolute nulpunt."
Ik las dezer dagen in de halfvoltooide
copie van de autobiografie van een groot
staatsman het volgende: mijn vader, die
landbouwer was, gaf mij ook de schop in
de handen om in de grond te werken, maar
ik vond, dat de aarde goed lag en waarom
zou ik ze dan omkeeren?
Welnu, toen ik dat mooie bericht las over
nóg lager temperaturen dacht ik bij mij
zelf: 't is m ij zoo frisch genoeg, waarom
moet dat wijze drietal het nog kouder ma
ken? Dat absolute nulpunt zal wel eenige
verdiepingen lager liggen dan het betrek-
k e 1 ij k e nulpunt, dat ons thans het leven
„veraangenaamt"; aan meer kou hebben we
waarlijk geen behoefte. We snakken naar
wat warmte. Maar het schijnt nu eenmaal
dat alle professoren homoeopathen zijn. En
deze wekken kou op om ons te leeren ons
aan het schrielste en spichtigste zonne
straaltje te warmen.
Gelijk ik bij deze due.
P.S. Een... ding, dat dagelijks gebeurt,
is ook, dat men een artikel schrijft, wanneer
het nog koud is en dat het pas in de krant
komt, als we ons koesteren in blakerende
zonneschijn
COMMISSIE-WELTER
ONTBONDEN
DE VOORZITTER ONDERSCHEIDEN
Bij Koninklijk besluit is thans, met dank
betuiging aan voorzitter, leden en secreta
ris voor bewezen dienrien. de bij KB \an
26 October 1931 ingestelde staatscommissie
ad hoe, ontbonden. Aan deze «as opgedra
gen binnen zoo kort mogelijken termijn aan
HM de Koningin zoodanige voorstellen te
doen, als in verband met de aanzienlijke ver
laging van het peil der Rijksuitgaven dien
stig waren te achten
Tevens is bevorderd tot groot-officier iu
de Oranje-Nassau orde Ch J I M Weiter,
oud vice-president van den Raad van Indië
lid-voorzifter van do thans ontbonden staats
commissie.
HOOFDKANTOOR OPSLAG"»AATSEN:
OOSTZEEDIJK No. 228. R'DAM
ZAGERIJ EN SCHAVERIJ:
NASSAUHAVEN B0EREGAT