Nieuwe Ramen in de Nieuwe Kerk te Delft
Gemeenteraad van Amsterdam
MAANDAG 15 MEI 1933 DERDE BLAD PAG. 9
Prinses Juliana onder de
aanwezigen
De nagedachtenis van Prins
Willem door een blijvend
gedenkteeken geëerd
Zaterdag heett dc plechtige overdracht
plaats gehad van duo gebrandschilderde
ramen, aangeboden door de Commissie ter
herdenking van liet vierde eeuwfeest der
geboorte van Prins Willem van Oranje en
van één gebrandschilderd raam, aangebo
den door de Baronie van Breda aan de
Kerkvoogdij der Ned. Hervormde Gemeente
te Delft.
Lang vóór het vastgestelde uur, waren
op do° Markt reeds honderden samenge
stroomd om Ilare Koninklijke Hoogheid
Prinses Juliana te zien, die do plechtigheid
met Haar tegenwoordigheid zou opluisteren.
WIE ER WAREN
Onderwijl begaven zich honderden genoo-
digden naar liet koor. Onder hen merkten
wij op: generaal Roell, commandant
het veldleger, luitenant-generaal Scyffard,
chef an den generalen staf, de minister
van justitie mr. I>onner, staatsraad A. W.
Idenburg, luitenant-generaal van der Harst,
gouverneur der I\on. Militaire Academie,
dr Beumer, vice-voorz. Centrale Raad van
Beroep te Utrecilit, mr. R. -T. H. Patijn, prof.
J A. van Hamel, oud-Volkenbondsconmus-
sans voor Dantzig, dr. ir. F. G. Waller, jhr.
ir. H. Strick van Linschoten, secretaris van
curatoren der Technische Hoogescliool, prof.
ir. J. A. Grutterink, rector-magnificus van
dn Technisclio Hoogescliool, prof. Iiijmans,
rector-magnificus der gemeentelijke universi
teit van Amsterdam, jhr. mr. dr. E. A. van
Berestevn, den Haag, mr G. van Baren, bur
gemeester van Delft, mr. P. Droogleever For
tuyïi, burgemeester van Rotterdam, dr. W.
G. A. van Sonsbceck en andere burgemees
ters uit de Baronie van Breda, do lieer W.
J. van Heeckeron, president en do lieer J
J. Surie. secretaris van het D. S. C., een
deputatie van do cadetten der K. M. A., A.
.1 da Costa, Amsterdam, W. C. Bonebakkei,
Amsterdam, Charles Smits, voorzitter van
het Oranje-comité Breda, vele hooglccraren
der Technische Hoogescliool, mr G. Engberts
secretaris van Delft, de wctiliouders mr. G.
i:. vors. J. Brinkman en S. P. Baart, Delft,
prof. dr. W. Vogelsang, Utrecht, dr. N. Ja-
piksc, directeur van liet Kon. Huis-archief,
mr. dr. D. A. P. N- Kooien, lid van den
ltaad van State, mr. Bcclacrts van Blokland,
vice president van den Raad van State, prof.
dt W. Martin, directeur van het Mauri te
huis, predikanten der Ned. Herv. Gemeente
ca vele notabelen.
DE KOMST DER PRINSES
Tegen 3 uur waren alle plaatsen ingeno-
io:i. Even later kondigde zich do komst
?r Prinses aan, door buiten aangeheven
liclikreten, afkomstig \an zeer vele leden
der Chr. Oranjovcreeniging, onder wien en
koio bestuursleden met vaandel. Doze hie-
?.n een hoera aan. waaraan zich de stem-
(l Jififinloi! MUI Icrlon uit verschillende
•ugdv orecnigingen. Mej. Lena Kouwenho-
>n, presidente van de Geref. Meisjesvereen.
„Ruth", hcod de Prinses hierop een bou-
t rozen aan. Dc omstanders zongen hier-
spontaan de zegenbede uit Psalm 134,
daarna hel eerste couplet van het Wil-
Prinses begaf zich hierna vanuit de
hoofdingang doo; het ruïneuze middenschip,
naar liet knor, daarbij vergezeld door mevi.
Roell, c-chtgenoote van den voorzitter van
iet uitvoerend comité en do heer J. C. van
•Voerden, president-kerkvoogd.
Do organist, de lieer J. H. Storm, speelde
onderwijl Gezang 224 1 en 5.
Toen de Prinses in het koor arriveerde,
hieven zich alle aanwezigen van hun zit
plaats.
De Hooge Gasten namen daarna plaats
genover do graftombe en onmiddellijk
daarop hield cl<> voorzitter van het Uitvoe-
d Comité Jhr. Mr. Dr. A. Roell, Commis-
is der Koningin in dc provincie Noord-
Holland de volgende rede:
REDE Jhr Mr Dr A. RöELL
Het is wel merkwaardig, dat de laatste
plechtigheid die ter viering van het vierde
feest der geboorte van Prins Willem
van Oranje, vanwege do nationale Commis
sie wordt gehouden, zoovelcn geschaard ziet
rondom 's Prinsen grafmonument
van zeli roept dit gedenkteeken, het
machtige kunstwerk van Hendrick de Kev-
on s een der somberste bladzijden uit
onze geschiedenis voor den geest en het is
alsof ons daaruit do Godsstem toeklinkt, die
tot Mozes uit het brandende braambosch
iprak: De plaats waarop gij staat, is heilig
land.
Ik acht het dan ook een uiterst moeilijke
n verantwoordelijke taak om van deze
•laats, dezelfde waar op den 3den Augustus
581, toen 's Prinsen stoffelijk omhulsel aan
de aarde werd toevertrouwd, do predikant
i van 's-Gravesande, naar aanleiding
[van het woord van den Ziener op Patmos
(Openbaring XIV: 13): „En ik hoorde een
stem uit den hemel die tot mij zeide:
Schrijf, „zalig zijn de dooden, die in den
Heere sterven, van nu aan. Ja zegt de Geest,
opdat zij rusten mogen van hun arbeid;
en hun werken volgen hen", een korte, maar
indrukwekkende grafrede hield, in deze
omgeving, voor dezen aanzienlijken kring
en met liet doel voor oogen dat ons hPer te
zamen brengt, den jpisten toon te treffen.
Doch het monument zelfwijst hiertoe den
weg.
Niemand verwachte, dat ik het in al zijn
rijkdom ga beschrijven. Maar de Engelen
figuren Justitia, Libertas, Fortitudo en Re
ligio; do in beeld gebrachte deviezen var
den Prins: To vindice tuta libertas, saevis
tranquillus in Undis, Jo maintiendray er
Je maintiendray Piété et justice; het lig
gende beeld van den Prins op zijn doodbed
en het zittende, dat hem in de volle kracht
van zijn wakkeren geest en van zijn gede
gen wijsheid vertoont; bovenal liet graf
schrift van Constantijn Huygens, wiens
tekst door de Staten-Gcneraal werd gekozen
boven die van Hugo de Groot en Daniël
Heinsius, spreken in zoo indrukwekkende
taal van 's' Prinsen deugden, dat van zelf de
stemming de overhand krijgt, die bij een
plechtig uur als dat van heden past en
waaraan ik dan ook de vrijmoedigheid ont
leen om de opdracht te vervullen, die mij
als Voorzitter van het Uitvoerend Comité
is toevertrouwd.
Het was die stemming van eerbied en ont
zag, die liet Comité vervulde, toen het be
raadslaagde over do vraag, op welke wijze
do viering van den vierhonderdsten geboor
tedag van den Prins kon worden aangegre
pen om Zijn nagedachtenis door een blij
end gedenkteeken to ceren.
En al spoedig trad het denkbeeld op den
oorgrond, dat, wilde mén inderdaad een
blijvende, nationale hulde aan die nage
dachtenis brengen, daarvoor het koor van
do Nieuwe Kerk te Delft in aanmerking
kwam, dat bij lange na niet beantwoordde
m de verwachtingen, die landgenoot
eemdeling mochten koesteren van
plaats, die het Mausoleum der Oranjes huis
vest De beido gebrandschilderde ramen in
het transept, door buitenlanders geschon
ken, waren voor het Nederlandsche volk een
beschamende vingerwijzing naar hetgeen
aan het koor ontbrak.
Reeds in de eerste circulaire, die van het
Comité is uitgegaan, werd dan ook op deze
leemte gewezen en de verwachting uitge
sproken, dat in 1933 do veertien ramen van
liet koor door de offervaardigheid van dc
Natie eveneens Gedenkramen zouden mogen
worden, waardoor 's Prinsen laatste rust
plaats in een omgeving zou komen to staan,
Hem en Zijn doorluchte nazaten waardig,
maar ook in overeenstemming met het mo
numeut. dat de Staten-Gentraal te Zijner
hadden gesticht
t was toen begin 1931. Do crisis woedde
nog niet met de felheid, die aan de verwe
zenlijking van dit denkbeeld moest doen
wanhopen.
Maar spoedig daarna werd het duidelijk,
dat do tijdsomstandigheden zich tegen het
doen van een algemeen beroep op liet Ne-
derlandscho Volk verzetten en dat het Co
mité dus reeds dankbaar moest zijn, als
het slechts een deel van zijn grootscho plan
nen tot uitvoering mocht zien komen.
Het ging als met het Mausoleum zelf,
aarvoor de plannen, al blijkt dit niet uit
offieieele stukken, vermoedelijk omstreeks
1609, ter herdenking van 's Prinsen dood
vijf-en-twintig .jaren te voren, waren be
raamd; waarover de Staten-Gcneraal nog op
S Februari 1614, nadat zij het bestek van
Hendrick do Kevser hadden .geëxamineerd'
aan twee hunner léden opdracht gaven met
den bouwmeester in bespreking to treden
,.soo naer als zij sullen kunnen, sonder een
duysent guldens ofte twee aen te sien",
maar dat eerst in 1623 na diens overlijden
gereed gekomen en niet zonder dat over
do betaling de tijden warén slechter ge
worden groote moeilijkheden met do erf-
enamen moesten worden opgelost.
Zoo herhaalt zich de geschiedenis. Ook
ons Comité noopten de slechte tijden tot be
perking. In overleg met de permanente Ra-
mencommissie uit het jubileumjaar 1923
Jen de plannen ingekrompen tot do drie
historische ramen, voor do onthulling waar
in wij hier hijeen zijn.
Maar deze zijn dam toch gereed gekomen,
dank zij van tal van zijden ontvangen steun.
En bet is mij één groot voorrecht voor dien
steun c-en woord van dank te brengen aan
allen, die lot bet bereikte resultaat hebben
bijgedragen. Het is niet mogelijk die allen
met name te noemen, maar een betuiging
an bijzondere hulde komt toe aan Jonk-
rouwe Carla dc Jonge te Utrecht, die zich
bepaaldelijk voor het eerste raam zoo groo
te krachtsinspanning heeft getroost., alsook
aan het Nederlandsch-Indische Comité, dat,
onder Voorzitterschap van het lid van den
Raad van Nederlandsch-Indië Professor van
Kan, door de toezending van milde schen
kingen dc plaatsing van de beido andere
ramen heeft mogelijk gemaakt, zonder dat
daard or, zooals aanvankelijk gevreesd
t erd, de vei spreiding onder de schooljeugd
an 450.000 portretten van den Prins be
hoefde in gevaar te komen.
Over dc historische ramen zelf want
ik mag U niet te lang ophouden nog
slechts een kort woord.
Zij werden alle vervaardigd onder leiding
an den Kunstschilder W. A. van Konijnen
burg, aan wien voor die leiding een woord
van welgemeenden lof toekomt. Het eerste
raam, gewijd aan Prins Willem I, is van
het palet van George Rueter, het middelste,
het Oranjehuis in het algemeen betreffende
van dat van Jaap Gidding. Aan den heer
van Konijnenburg zelf danken wij het der
de, dat den Koning-Stadhouder Willem III
tot onderwerp heeft. Do drie kunstenaars
hebben hun volle toewijding gegeven aan
de hun verstrekte opdrachten en hun werk
getuigt niet alleen van hun artistieke ga
ven, maar niet minder van de groote liefde,
waarmede zij zich van hun taak hebben ge
kweten. Ik hoop van harte, dat onverdeelde
bewondering de belooning mag zijn voor al
do moeite en da inspanning, waarmede zij
hun talenten in dienst van deze vaderland-
sche betooging hebben willen stellen.
Maar Uwe Koninklijke Hoogheid is en Gij
zijt. Dames en Heeren, uitgenoodigd de ont-
Jhulling bij te wonen van vier gebrand-
schilderde ramen en ik gewaagde nog
slechts van drie.
I Niet dat ik het vierde vergat, maar het
is een buitengewoon geschenk, waarover de
zorgen van 'het Uitvoerend Comité zich niet
hebben uitgestrekt Het zijn de gemeenten,
tezamen vormende de voormalige Baronie
van Breda, die dit vierde Raam willen aan
bieden, hetgeen zoo aanstonds bij monde
van den Burgemeester van Breda zal ge
schieden. Mijnerzijds vermeld ik daarvan
alleen, dat het Nassau en Breda tot onder
werp heelt en, mede onder leiding van den
heer van Konijnenburg, vervaardigd is door
H.K.H. Prlnst
waardeering moge uitspreken als
ik zooeven tegenover de schilders
groote ramen heb mogen getuigen. Aan de
schenkende Brabantsche gemeenten zij het
mij veroorloofd bij voorbaat te zeg:
zeer haar blijk van gehechtheid aan de al
oude banden tusschen het Oranjehuis en d
Baronie wordt op prijs gesteld on hoe er
kentelijk het Comité is voor dit buitenge-
bewijs van gemeenschapszin uit het
Zuiden.
Alles is thans voor de onthulling gereed,
maar ik heb tot het slot bewaard wat mij
et meest op het hart ligt. En dat is een
oord van eerbiedigen dank, Koninklijke
Hoogheid, voor Uwe aanwezigheid hij dezi
plechtigheid. Ik behoef nauwelijks te zeg
gen, met hoeveel vreugde ons Comité het
bericht ontving, dat Uwe Koninklijke Hoog
heid de uitnoodiging daartoe in overweging
en hoe erkentelijk het was,
toen die overweging tot een gunstige be
schikking leidde.
De komst van Uwe Koninklijke Hoogheid
geeft aan deze huldiging een zeldzamon
glans en het Uitvoerend Comité is oprecht
dankbaar voor dit bewijs van sympathie
met het werk, dat het op zich heeft ge
nomen en dat thans ten einde spoedt.
Ook alle andere genoodigdén, heet ik van
harte welkom. Het Comité waardeert de te
genwoordigheid van zoovele belangstellen
hooge mate en het spreekt de hoop
uit, dat Gij allen, Dames en Heeren, van
deze eenvoudige plechtigheid een aangena
me herinnering moogt medenemon aan het
geen door het Comité werd verricht om tot
nagedachtenis van den Vader des Vader
lands een blijvend gedenkteeken op to rich-
Zooals ik zooeven zeide. dc taak van het
Comité is volbracht. Met voldoening ziet het
op zijn langdurige werkzaamheid terug.
Het kan nog slechts, met hartgrondige dank
aan allen, die het hebben gesteund, den
•ch uitspreken, dat door de viering van
het vierde Eeuwfeest der geboorte van Prins
Willem van Oranje, de hechte handen tus
schen Vorstenhuis en Volk mogen blijken
nog nauwer to zijn aangehaald.
Moge het bezielende woord, dat Hare Ma
jesteit onze geëerbiedigde en geliefde Ko
ningin, naar aanleiding van die viering, tot
Maar Volk heeft gericht, weerklank vinden
in allo welgezinde harten!
Do bekende bariton Bram van der Stap,
bracht hierop, begeleid door orgelspel van
den heer Storm, met zijn beroemd sonore
geluid, een tweetal liederen ten gehoore, ge
titeld: „Bede" en „Vaderland".
Daarna sprak Dr W. G. A. van Sons-
vol-
REDE Dr W. G. A. VAN SONSBEECK
Het is met groote voldoening, dat ik hier
namens de Baronie van Breda aan lipt
schoone geschenk van Nederlands ingezete
nen een speciale gave mag toevoegen van
lo inwoners van het kindsdeel, waarvan do
'erkrijging Graaf Willem van Nassau de
nzo deed worden.
Toen immers de vijfde Nassausche Heer
an Breda, René, in 1544 bij het beleg van
St. Dizier den geest gaf, gingen zijn goede
ren en titels, waaronder die van Prins van
Oranje, bij erflating op Graaf Willem over,
en met zijn eersten gang van den jeugdigen
edelman naar Breda op 2S Augustus van
dat jaar, ter begrafenis van zijn erflater,
werd Willem Brabander, werd liij Neder
lander.
Die eerste gang beteekende bezitneming
can de uitgestrekte goederen, ouder Willem
van Duivenvoord gegroeid, onder zijn erfge
naam Jan van Polanen en diens gel ij k-
namigen zoon intact gehouden, ja, vermeer
derd; goederen, die de basis van do macht
en de invloed van hun Nassausche opvol
gers vormden en waarvan verreweg de
grootste waarde lag in de bezittingen in
Brabant, met name in de Baronie van Bre
da, hun zetel. Werden dit als aanduiding
niet bij de confiscatie in 1567 de reve
nuen uit do I.uxemburgsohe bezittingen,
Vianden en vier en twintig dorpen, geschat
op slechts een vijfde van do heerlijkheid
an Breda?
Breda heeft aan zijn Nassausche Heeren
cel te danken gehad; het heeft er voor en
ia van getuigd, zooals eens hij de geboorte
an des Zwijgers eerste dochter dc Stads-
egeering een belangrijke gift schonk. Jaar
bij herdenkend „do sronto we'v.-vt "oo
ighe endo prosper!teijt" die de stad ge
noot „door de presentie van hunne ,,u-
den". En de waardeering was wcdcrzijdscb.
Is daarvan ook niet een bewijs gelegen in
den wensch van zijn derde gemalin Char
lotte om zich te vestigen te Breda het
geen dan ook, zij het voor niet langen tijd,
is geschied een wensch, welke bij haar!
die Breda niet kende, slechts kon berus
ten op de goede indrukken, welke zij om
trent die plaats had gekregen van den
Prins, die er o.m. de gelukkige jaren van i
zijn eerste huwelijk had gewoond, die de
stad in beteren staat van verdediging had
gebracht, dio haar aantrekkelijkheid had
verhoogd en het vermaarde paleis van nieu
wo toevoegingen .voorzien?
De Baronie wil bij deze herdenking niet
achterblijven.
Met ons hebben velen onder u menigmaal
gestaan aan de graftomben der Nederland
scho Nassau's uit de 15e en 16o eeuw. In
de Groote Kerk'te Breda, in dat zoo merk
waardige Mausoleum, vindt men de wel deer
lijk gehavende praalgraven van de voorva
deren van liet geslacht van Polanen, Jan 1
en Jan II, grootvader cn vader van dc
eerste Brcdasche Nassauvrouw e. Engel
brcchts gemalin, voorts het graf van dezen
Engelbrecht 1 «n zijn zoon Jan van Nassau,
in wier gralkélder ook dezes zoon Engel-
breclit II en zijn echtgenoote Cimburga van
Baden rusten. U vindt er het ter verheer
lijking van dezen Engelbrecht door zijn neef
en opvolger Hendrik gestichte bekende re-
naissancenionument, door vier helden der
oudiheid gesteund, waaronder de vierd9 Nas
sauscho Baron van Breda en zijn tweede
gemalin Claudia van Chalons en hun zoon
René, de eerste Nassausche Prins van Oran
je, rusten.
Iloe gaarne zou de Baronie ook de ovei-
blijfselen van zijn opvolger, Prins Willem,
aan haar hoede hebben zien toevertrouwd
Do geschiedenis heeft het anders uitgewe
zen; qo breede gang van dezen Nassaucr,
wiens relaties met Breda tien, twintig ja
ren lang door zijn bewoning van liet Kasteel
en allerlei geschiedkundige en familiale ge
beurtenisscn zoo nauw waren geweest, leid
de in andere richting en zag Breda liet
begin van zijn grootechc loopbaan Delli
werd de plaats van zijn ongelukkig einde
en van zijn gral.
Nu het graf ver is van het Mausoleum
ziji.er Bredasche voorzaten, wil do Baronie
to Delft vertegenwoordigd zijn en zij greep
do gelukkige gedachte aan van het Herdeil-
kingscomité, het graf met historische ge
brandschilderde ramen te omringen.
Dat wij hier een plaats voor ons mochten
zien ingeruimd, stemt ons tot groote erken
telijkheid.
Wat kan het tafereel, dat U zoo straks
zal worden getoond anders zijn dan een ver
beelding van hetgeen ik zooeven kort heb
ontvouwd; bet Kasteel van Breda, dc poort,
waardoor do voorzaten van Oranje en in
hun gevolg de Prins in Nederland kwamen,
do poort waardoor zij geleid werden tot
voor ons land zegenrijken arbeid, voortge
zet door hun vorstelijke nazaten tot op he
den toe.
Cij zult er den Prins onder verwanten
en edelen als hoofdfiguur zien, op jeugdigen
leeftijd den Nedcrlandschen bodem betre
dend, ontmoetend de dan besturende Land
voogdes Maria. En dan worden de gedach
ten opgevoerd naar zijn voorgangers ten
Kasleele, van wie meer in het bijzonder in
het oog vallen do eerste Engelbrecht met
zijn gemalin cn Hendrik III, die door zijn
huwelijk met Claudia van Chalons, aanlei-
dnig werd tot do toevoeging van Oranje aan
Nassau. Ier zijde do ouders van den Prins:
Willem de Rijke en Juliana van Stolbe:'-'.
De woorden: „Zoo bond Breda's Kasteel
Oranje aan Nederland" vatten do beteeke-
nis \an do schildering samen en omvlech
ten aar don voet de wapens van de Baronie
uu van den Prins.
Een hartelijk woord van dank aan onze.
kunstenaars van Konijnenburg en Nicolas,
die in samenwerking met zooveel bereidwil
ligheid, toewijding en artisticiteit de uitvoe
ring van ons plan verzorgden.
Lrjj hartelijk woord van dank aan U.
oonn Kerkvoogden, die onzen wachter b»
(lit Giai willen aanvaarden en aan vvio ik
uit nuain van o'o Baronie van Breda iu de
e legenwoorci glicid van U, Vormelijke
nazaat van de Engclbrechten en Pota-
i, dij lav.i. :n<..gp overdragen.
Hierna aanvaardde do Kerkvoogdij bij
monde \an den heer J. C. van Woerden,
Pr es.-Kerk voogd het waardevol geschenk.
Het vervult kerkvoogden van Delft, met
rhiedigen dank, aldus spr., zich tot .de
Prinses wendend, dat het Uwe Hoogheid
heeft willen behagen, om in Hoogstzelver
eigen persoon, deze plechtigheid met Hare
aanwezigheid te vereeren. Van harte hoopt
College, dat de tijd niet verre meer
zal zijn, dat de nog resteerende zeven
n, die nog aan de voltooiing van deze
gewijde plaats ontbreken, zullen worden
aangevuld. Het moge Uwe Koninklijke Hoog
heid worden vergund, op een niet ver ver
wijderd tijdstip daarvan getuige te mogen
zijn.
Voort gaande, zeide de heer Van Woerden:
Al kan cn mag, zoowel uw Commissie als
College, niet ten volle voldaan zijn, zoo
lang niet al dit noodglas zal zijn vervangen
in deze omgeving passende glas-in-lood
rumen; toch is het beide een reden tot groo-
eugde, en het stemt tot innigen dank,
opnieuw in dc gelegenheid te worden ge
steld, om eenige nieuwe glazen aan de reeds
inwezigen toegevoegd te mogen zien.
Kerkvoogden ontveinzen zich niet, dat dit
groote voorrecht hun weer nieuwe verplich
tingen met groote verantwoordelijkheid op
legt. Evenwel rekenen zij het zich tot hooge
eer, die verplichtingen op zich te mogen
nemen.
Kerkvoogden hebben groote waardeering
oor de sympathie, die spreekt uit de be-
eidheid van die velen, die uw Commissie
tot hot volbrengen van uw doel in staat
stelden.
Zeker, ook gij had gaarne gezien, dat de
kroon op uw werk met meerdere paarlen
was bezet geweest. Echter werd het voor
Volk zoo gedenkwaardige feit, de vie-
van het vierde eeuwfeest van de ge
boorte van Prins Willem van Oranje, door
de ongunst der tijden, die wij zonder mor
ren uit Gods hand hebben to aanvaarden,
dermate verdonkerd, dat nog alle reden is
tot dankbaarheid, dat nog bereikt werd, wat
bereikt is.
Toch wanhopen we niet, ook niet in dezen
voor zoo\elcn zoo benarden tijd. Ons Volk
telt in zich gelukkig nog vele echte Neder
landers, die vereerders zijn van den grooten
vader des vaderlands, en door God rijkelijk
met aardsche goederen werden gezegend.
Tot hen is het, dat wij van deze wijdings
volle plaats den roep doen uitgaan; ver
eerders van den vader des vaderlands, van
hem, die niet alleen zijn goed, maar ook
zijn bloed niet te kostbaar achtte, om
aan onze volksvrijheid ten offer te brengen:
maakt u op, en geeft gehoor aan ons drin
gend verzoek om ons te helpen, opdat bin
nen korten tijd, de laatste sporen van dezen
noodtoestand tot het verleden zullen hehoo-
rcn. Bedenkt, dat de roem van ons Vorsten
huis ook is de roem van ons Volk,
Laat dan die roem ook van deze plaats
worden uitgedragen aan de vele vreemde
lingen en Nederlanders, die deze, aan het
vorstelijk voorgeslacht gewijde omgeving, in
grooten getalo bezoeken.
Mijnheer de president En ook gij. hoogge
achte vertegenwoordiger van de Baronie van
Gaarne brengen ook kerkvoogden hulde
aan de schenkers, die u tot het plaatsen
dezer schoone gebrandschilderde ramen in
staat stelden, aan de kunstenaars, die deze
scheppingen door hun energie tot stand
brachten; aan uw commissie, die zoo vol
ijverig haar arbeid daaraan ten koste legde.
Namens kerkvoogden heb ik. de eer te ver
klaren, dat wij deze glazen van u aanvaar
den, belovende, dat wij die naar onze beste
krachten ongerept zullen bewaren.
Na het dankwoord van den heer v. Woer
den zong Bram van der Stap nog „Bede
voor bet Vaderland" en het le couplet van
het „Wilhelmus van Nassouwe". Het tweede
couplet werd door allo aanwezigen staande
meegezongen
Hierop begaf zich de Prinses, vergezeld
door enkele autoriteiten, naar de te onthul
len ramen. Daar aangekomen, vielen de gor
dijnen, die het geschenk tot dusver
ieders blik hadden onttrokken, naar hene
den en prijkten daar, in een schoonheid en
tinteling van kleuren, de vier ramen, alle
betrekking hebbende op het roemruchte
stamhuis der Oranjes. De Prinses heeft ze
één voor één, bewonderd, waarbij de
scheppers \an Je kunstgewrochten, Haar
van toelichting dienden.
Tenslotte werd de Prinses in de consisto
riekamer thee geserveerd, waarbij H.K.H.
zich nog met verschillende dames en heeren
onderhield. In deze consistoriekamer waren
o.a. aanwezig Z. Ex. oud-gouverneur-gene
raal van Ned. Tndie Idenburg, mevr. Ruys
de Beerenbrouck, Z. Exc. min. Donner en
Beelaerts van Blokland, burgemeester en
mevr. van Baren, ca.
Nadat de thee gebruikt was, verliet de
rinses langs denzelfden weg als zij geko
men was, het kerkgebouw. De organist
speelde onder het heengaan Ps. 121. Bij den
uitgang werd zij wederom hartelijk begroet
De auto reed na het instappen langzaam
weg, waarhij voortdurend luide toejuichin-
?n weerklonken.
De overige genoodigden hebben daarna de
romen bewonderd, waarop de vele gasten van
elders den een. na den ander per auto ver
trokken, Wit nog geruimen tijd een gezel
lige drukte gaf in het stille stadje.
DE TRAM IN DE RAAD
HET HEENGAAN VAN Dr. LULOFS
Een heele dag tot diep in den avond, om
niet te zeggen den nacht, hield de Raad zich
bezig met de tramvoordracht.
Het gaat met de tram nog steeds niet naar
wensch. Men heeft in den heer I.ulofs den
sterken man gezocht en deze heeft een uit-
g reorganisatieplan ingediend, maar
blijkbaar hebben B. en W. het niet aange
durfd. met dit plan voor den Raad te komen.
De heer Lulofs heeft reden gevonden,
vaarin is n'et geheel duidelijk geworden,
om ontheffing van zijn functie te vragen en
met den heer Lulofs is een goed deel van
het reorganisatie-rapport verdwenen.
Maar er moest toch met de tram iets ge
beuren. Natuurlijk zijn er groote oorzaken,
waaraan men of niets kan, of niets wil ver
anderen. Daar is allereerst de crisis die niet
alleen de Amsterdamsche tram teistert en
aaraan wij niets kunnen veranderen.
Daar is de kwestie van het personeel, dat
hooger wordt gesalarieerd dan ergens elders
en waaraan men niet wil tornen.
Daar is bovendien de onlogische bouw van
ons tramnet, die verband houdt met de
eigenaardige aanleg van onze stad en uitge
strektheid van onze buitenwerken, die ons
handicappon en waaraan wij ook al weinig
'■■innen doen.
Zoo bleef het debat toch eigenlijk laag bij
den grond. Zeker, men informeerde wel,
waarom het reorganisatieplan van Dr. Lu
lofs niet in behandeling is gekomen, maar
overigens bleef de discussie zich bewegen
op de hoogte van overstapjes, retourtjes, ver
voer van honden en dergelijke, ceker niet
onbelangrijke zaken.
He-t is eigenlijk frappant te hooren, hoe
raadsleden met groot gemak over een zoo
ingewikkeld bedrijf spreken en voorstellen
doen. zonder eenige becijfering, met alleen
een zekere feeling dat het zoo wel goed zal
gaan.
B. en W. willen langzamerhand komen tot
verlaging van het tarief. Het elf cents-ta
rief is een mislukking geworden, men komt
Radio Nieuws.
10.00 Grainofoon. 12.15 Lu
2.00 Vrouwenuurtjf. 3.00 Piano. 5.10 Sex
tet. 7.4J Gramofoon. 8.00 Orkest. 10.30
111 ver sum (296.1 M.) A.V.R.O. 8.00 Gramo-
focn. 10.01 Morgenwijding. 10.15 Gramofoon
10.30 Orgel. 11.30 Orgel. 12.01 Omroeporkest.
2.30 Gramofoon. 3 00 Knipcursus. 4.00
Gramofoon. 4.30 Radio kinderkoorzan?.
5.00 voor kleinere kinderen. 7.00 Gramo
foon. 8.U1 Vaz Dias. 8 0S Kovacs I ajoa
Radiotooneel. 10.00 Omroeporkest.
11.1b Com
Mej. Gr. G. Smit fi 30
V.P.R.O. 5.30 Jeugdhalfuur.
s el (Vlaamschï 337-8 M.) 12.20 Gramo-
1.20 Concert. 5.20 Gramofoon.
Gramofoon. 7.15 Zang. 8.20 Concert
(Fransch) (509 3 M 12.20 Omroepklelnorkest
1.20 Gramofoon. 1 50 Zang. 2.05 Concert.
6.35 Grarrofoon. 6.50 Concert. 7.20 Con
cert. 8 20 Omroeporkest. 8.10 Vervolg.
usen (1634.9 M.) 10.30
amoJoon. 2 20 Graino-
.angenberg (472.4 Mn 7.05 Gramofoon
11.50 Gramofoon. 12-20 Concert. 1.20
Concert 4.50 Concert. 9.0U Kamermuziek
i Concert. 10.35
EEN NIEUW PORTUGEESCH STATION
sch als volgt: Allo. lei
1CM, prés de LAsbonne-'
nu practisch weer met 10 ets. tarief voor 5
en 10 rittenkaarten.
Het uniforme tarief is niet geslaagd, men
wil dus probeeren tot een sectie-tarief te ko
men, door voor de beginpunten een lager
tarief toe te staan, cn men probeert ook
eer tot invoering van de vroegritten over
Naar het oordeel van zeer vele sprekers
ngén deze voorstellen in de goede richting,
waren er onderscheidene raadsleden die
nu of later belangrijk verder wilden gaan.
De wethouder voor de Bedrijven kwam
eerst tegen kwart voor elven aan het woord.
Het gelukte hem wel, dunkt ons, duidelijk
te makea dat ingrijpen thans noodig is,
Dm de inzinking te voorkomen, en dat het
verwijt alsof men de zaak te laat had aan
gepakt niet volkomen billijk moet-worden
genoemd.
Ook over het heengaan van Dr. Lulofs
kwam eenig licht. Het was Dr. Lulofs be
kend dat B. en W. de waarneming van het
directoraat aagen als tijdelijk en niet dach
ten aan een blijvende combinatie.
Maar daarbij kwam dat de heer Lulofs
zich heeft gestooten aan de wijze waarop in
den Raad over hem is gesproken. Bovendien
as gebleken dat noch in de commissie van
bijstand, noch in het college van B. en W.
meerderheid voor zijn plannen zonder
meer. aanwezig was.
Als wij het goed begrijpen dan staat het
eigenlijk zoo, dat de heer Lulofs wel heeft
begrepen dat voor zijn plannen, die sterk
ook in de positie van het personeel ingrepen,
geen meerderheid in den Raad en bij de or
ganisaties zou kunnen zijn.
Verder was de zaak een beetje rommelig.
De Raad was wat onrustig en interrumpeer
de geregeld, een hebbelijkheid, die hij
tegen dezen wethouder wel meer toont om
dat dene er moeilijk tegen kan en het zelf
Maar de aanneming van de voordracht
as verzekerd en in zooverre had hij het
niet zwaar. De verantwoordelijkheid voor
verderstrekkende voorstellen durfde de
meerderheid van den Raad toch niet aan.
KLEUTERZORG TE AMSTERDAM
Ingevolge het besluit van B. en W. zal
door den Gemeentelijken Geneeskundigen en
Gezondheidsdienst een aanvang gemaakt
worden met de kleuterzorg.
Het ligt in de bedoeling, dat de school
artsen tweemaal por week spreekuur houden
voor ouders of verzorgsters met kleuters van
een jaar tot den leeftijd, waarop zij onder
het geneeskundig en hygiënisch schooltoe
zicht vallen. (Dit kan zijn op 4-jarigen leef
tijd. als de kinderen naar de voorbereidende
school gaan, of op 6-jargen leeftijd, als z<j
de lagere school bezoeken).
De kleuterzorg bepaalt zich tot medische
controle on het geven van wenken bij voe
ding, kleeding en algemeenc verzorging.
Middenstandsvereen. ren wmkelbcurs qeopend. Ter qeleqenheid
<r h*** de.verdc.re belangstellenden. Men ziet op deze fo'to naast de zittend.: dames dr bestuursledc^dehce-
t an I celen. J. Siebetma i marzit ter). Dr. G. Pb. Baron Creutz, burgemeester van Ede; B. II. J. ten Ham secretaris achter
iat e heer h. Pijpers, pennmqmeestcr.J rrder weer zittend de heeren J. Jaqer. H. Rozeboom cn Ter raas 'ïertcgenwóordioer
der eereen. Nederlands ch Fabrikaat Geheel links staat dc heet DU. Hamcrling, bestuurslid, leaeniL00rd'ltr j