UIT HET VERLED DER OMBCWDSITI James Monroe herdacht! Wat zij was en hoe zij werkte! Het is een beklemmend tafereel, dat bij gaande afbeelding ons biedt, de indrukwek kende figuur van den groot-inkwisiteur, die somber en in zichzelf gekeerd het vonnis dicteert, dat weldra aan het een of ander krimpend slachtoffer zal worden voltrok ken. De open boeken en perkamenten, die wij op tafel en lezenaar ontwaren, hebben gesproken, niet naar hun geest, doch naar de strenge, onverbiddelijke letter, waarvan reeds eeuwen geleden met recht gesproken is, dat zij d o o d tOnze plaat, een repro ductie naar het werk van den Fransohen meester Jean Paul Laurens, legt in haar geheele sfeer daarvan een schrikkelijk welsprekend getuigenis af! Wanneer wij be denken, dat de Inkwisitie eerst in 180S, na den inval der Franschen, in Spanje werd uitgeroeid, nadat zij eeuwen achtereen in alle aan de Spaansche heerschappij onder- vvorpen landen, in Mexico, Peru, geheel Zuid-Amerika, op de Philippijnen, te Goa, enz. ontzettend had gewoed, dan krijgt de figuur van onzen grooten Prins Willem I, die het voor de vrijheid van het geweten voor ons heeft opgenomen, nog des te meer Zooals men weten zal, werd de geeste lijke rechtbank van de Inkwisitie in de 13de eeuw, namelijk in het jaar 1203, door Paus Innocentius III, ingesteld. Doel dezer instel ling was, om de heterodoxe leerstellingen in Frankrijk te fnuiken. Twee monniken van de Órde der Cistersiënsers, de. broeders Guy en Revnier, kregen bevel om daar te lande al de ketters te vervolgen. In het eerst slaagden de C'stersiënsers er niet in, in de verschillende Fransehe ge westen de hulp der plaatselijke overheid te verkrijgen. Daarom ging de Paus er in het volgende jaar toe over, om Pierre de Cas- telnau, eveneens van de Orde der Cister siënsers, tot Groot-Inkwisiteur te benoemen. Deze werd echter in 1208, dus reeds enkele jaren later, vermoord. Innocentius vertrouw de daarop dit ambt toe aan broeder Domi- nicus, die gezamenlijk met Bisschop d'Osma in Languedoc tegen de ketters was opgetre den. Doxninicus, die later door de Katho lieke Kerk heilig werd verklaard,-was de eigenlijke grondlegger van de Rechtbank der Inkwisitie! Dominicus stichtte de Orde der Domini canen, wier taak 'het was aan de kerk de overheidspersonen te leveren, die haat plan nen tot bestrijding dér ketters ten 'uitvoer" brachten. Het concilie van Latr&n, in 1215, en dat van Toulouse, verhieven de Inkwisitiè. tot een vast gerechtshof. In 1233 stelde Gregorius IX het geheele bestuur der Inkwisitie in de handen der Dominicanen, waarop deze aan den invloed der 'bisschoppen onttrokken werd. Hij kende hun zelfs een onbegrensd gezag toe, boven de wereldlijke macht der Pausen. Op de vergadering van Melun, in het zelfde jaar, werd de Inkwisitiè door Koning Lodewijk IX van Frankrijk plechtig erkend. Zij vestigde achtereenvolgens gerechtshoven dn Languedoc, Provence, Lombardië, Cata- lonië, Aragon, de Romagna, Toscana en Venetië, waar zij in 1554 een politieke in stelling werd. In Italië deelden de Dominicanen bet droevig voorrecht van ihet bestuur der In kwisitie met de Orde der Franciscanen. Aanvankelijk werden in het gebied van Milaan de. ketters nog niet tot de doodstraf verwezen. Dit kwam doordien Keizer Frede- rik, die over dezen staat regeerde, dit ge zag niet aan den Paus toekende. Maar het duurde niet lang, of ook te Milaan werden de ketters ten vure gedoemd, en zelfs wer den in Italië geheele plaatsen verbrand, om zoodoende liet lajid van die „pest der ket terij" te zuiveren. In Duitschland, noch in Engeland kon de Inkwisitie eenige macht verkrijgen, doch in Spanje vond zij een vruchtbaren bodem. Paus Sixtus IV verklaarde de Inkwisitie in laatstgenoemd land onafhankelijk, en be noemde voor dat rijk een Generaal Inkwi- Dc groot-inkwisiteur - dicteert het vonnist siteur wiens bevoegdheid het was om bij zondere inkw-isiteurs aan te stellen. Spanje was er om politieke redenen op uit, de Joden en de Mooren ten onder te brengen. De Spaansche koningen bedienden zich gretig van de -Inkwisitie, om zioh van deze voor hen ongewenschte onderdanen tc ontslaan. Kening Ferdinand V bevestigde haar macht in 1478 en begiftigde haar met groote voorrechten en goederen Op aansporen van broeder Turrecremata (Torquemada). Groot-Inkwisiteur van Span je, werden dóór Ferdmand V alle Joden uit zijn rijk verbannen, op verbeurte van hun leven. Binnen drie maanden na afkondiging van het desbetreffende edict moesten zij het Spaansche gebied hebben ontruimd. Het was hun vergund alle door hen gekochte goederen en koopwaren mede te nemen. Hun goud- en zilvergeld echter moesten zij achterlaten! Broeder Turrecremata verscherpte dit edict nog, door aan alle Christenen van Toledo op straffe van den banvloek te ver bieden aan de Joden iets te verschaffen, ook zelfs niet de meest noodzakelijke levensbe hoeften! Tengevolge van deze barbaarsche maatregelen was een millioen Joden en Mooren genoodzaakt, den Spaanschen bo dem te verlaten. Turrecremata liet het'echter niet daarbij. In zijn „Geschiedenis der Inkwisitie" ver haalt Llorente, dat blijkens de officieele be scheiden in. het Spaansche Rijksarchief, in weinig jaren tijds bijna 100.000 personen door de Inkwisitie ter dood of tot verschil lende andere straffen veroordeeld werden! Men verdeelde de ketters in onderschei den soorten. Naar gelang van het soort van ketterij, waarvoor zij veroordeeld waren, werden zij in verschillende kleedij naar de strafplaats geleid. Zulks geschiedde op een bijzondere, plechtige wijze, cn behoorde even zeer tot de Spaansche volksvermaken, als nog tegemvoordig.de beruchte stieren ge vech- Op deze manier werd de godsdienstige en politieke „eenheid" van Spanje gegrondvest. Llorente heeft uit de cijfers der officieele registers aangetoond, dat van 1478 tot 1808, dus in den loop van bijna drie-esn-een-halve eeuw, jaarlijks gemiddeld 1100 personen in Spanje wegens ketterij ter dood of tot ont- eerende straffen zijn veroordeeld geworden,! Tot, het jaar 1559 vervolgde zij slechts de Joden en de Mooren, doch sedert onder Ka- rel V de leer van Luther in de Spaansche landen doordrong, trof zij de belijders dier leer met een ontzettendewoede. De; Groot-Inkwisiteur werd bijgestaan door agenten, die door hem zelf werden benoemd, onder goedkeuring des konings. Deze agenten werden onderscheiden in: Calificadores, belast met het oordeel over de orthodoxe denkwijze van den delinquent; Officiales, die als voorzitters bij de gevangenneming fungeerden; de pro cureurs-fiscaal, die de vorvolging leidden en de aanklacht volhielden; de secretaris sen, die de processen-verbaal opmaakten en de aanklagers, de getuigen en de aange klaagden moesten bewaken; de sequestrado res, die toezicht hielden op het beheer der verbeurd verklaarde goederen; de familiares of geheime agenten, die met de gedachten gemeenzaam verkeerden, -de rol van spion vervulden en desnoods gewapenderhand den last der Inkwisitie volbrachten en de an dere inkwisiteurs beschermden. De Spaansche Inkwisitie had haar recht banken in alle steden van het koninkrijk, zelfs in de koloniën, en haar eigen kerkers, casas santas genaamd. Bij haar vorm van procedeeren ging zij in het geheim te werk. Op iedere aanklacht, van wien en vanwaar •zij ook ingebracht werd, volgde gevangen neming. Door het uitloven van belooningen worden zelfs^ vele aanklachten ingebracht, om personen die gehaat of benijd werden, of op wier goederen men het oog geslagen had, uit den weg te ruimen. Zoo vielen zelfs ook niet tot de levenden alleen. Ook dooden werden door haar veroordeeld, wanneer zij dacht, dat zij ketters waren geweest. Zij liet de lijken opgraven en in de vlammen wer pen; nataurlijk werd dan tevens de nalaten schap verbe-urd verklaard. Behalve den vuurdood legde zij ook an dere straffen op: verbanning, deportatie, ontzetting uit ambten en bedieningen, en kele verbeurdverklaring van eigendom. Zij die hun ketterij plechtig hadden afgezworen en verzoening erlangden, werden veroor deeld om gedurende tien jaren openlijk boete te doen. Zij moesten daartoe, op alle groote feestdagen en op den Zondag voor Paschen in de kathedraal komen, in hun hemd, barrevoets en met gekruiste armen. Door den bisschop of den pastoor werden zij alsdan gegeeseld. Voorts moesten zij, ge durende heel hun boetetijd, twee duidelijk zichtbare kruisen op hun borst dragen. De Inkwisitie hoort gelukkig!, tot het ver leden. Doch nog in den aan yang der vorige eeuw waren zulke straffen in Spanje in zwang! de aanzienlijkste mannen, overheidsperso nen, geleerden, aartsbisschoppen, bisschop pen en mindere geestelijken als slachtof fers van dit zoogenaamde Heilige Officie! Op het minste vermoèden van ketterij, cn cr'werden zooveel graden van ketterij aangenomen! volgde een besluit tot in hechtenisneming. Vanaf dat oogenblik be stond er \oor den beschuldigde, welken rang hij ook bekleedde, geen voorrecht en geen wijkplaats meer. Geen genade voor hem. Waar hij zich ook bevond, in den kring van zijn familie, van zijn vrienden, nergens was hij veilig, en niemand waagde het, hem te beschermen. Zoodra hij in handen der inkwisiteurs was, mocht hij met niemand meer in aanraking komen. Zijn goederen werden geïnventariseerd en in beslag ge nomen. Hij werd in een donkeren, duffen kerker gesloten, waar men hem de wreed ste behandeling deed ondergaan. Den ver dachte, die zijn schuld niet vrijwillig be leed, dwongen de verschrikkelijkste folterin gen een zelfbeschuldiging af. De eenige kans van, genade, welke den afvallige over bleef, was zoo hij zijn voornemen te kennen gaf, om tot het geloof weer te keeren. Dan verwierf hij het recht, om door den beul ge worgd te worden, alvorens hij op- den brand stapel werd gelegd! Elk middel van verdediging was den be schuldigde ontzegd. De Inkwisitie was on feilbaar, velde haar vonnissen in het ge heim en liet ze openlijk, met plechtig ver toon, voltrekken. Zij beperkte haar straffen In 0ud=Egypte Een tempel-concert Sinds in het begin der negentiende eeuw- Napoleon I met zijn legers een kamp op sloeg aan den voet der Pyramiden en de geleerde Champollion met zijn beroemd werk over de Egyptische oudheden de wereld verraste, is de wetenschap verrijkt geworden met een reeks van werken over dq geschiedenis, de zeden en gewoonten van het oude Egypte. Merkwaardige gedenkstukken zijn opge dolven, ontcijferd en beschreven, en zoo danken wij aan den onvermoeiden ijver der archaeologen de verzamelingen van oud heden uit de dagen der Pharaonen. Heel een literatuur ontstond over de vorstendynastiën, de religie, de beeldende kunsten en het huiselijk leven der Egyptenaren. Een tijd perk uilt de geschiedenis der menschheid, dat zoo totaal onbereikbaar voor ons scheen, is ons op deze wijze geleidelijk onthuld. Omtrent de oud-Egyptische muziek is daarentegen nog maar weinig aan het licht gekomen en het ontbreekt ons, evenals voor de kennis der Grieksche toonkunst, aan de benoodigde oorkonden, om ons daaromtrent een duidelijke voorstelling te kunnen vor men. Uit de afbeeldingen' van mnziekinsti*uJ menten, die ons bekend zijn geworden, kun nen wij nochtans wel afleiden, dat de toon kunst bij de oud-Egyptenaren nog ver-af was van de ontwikkeling der hedendaag- sohe muziek. Ons zoo geheel anders ingesteld gehoor zou waarschijnlijk weinig genoegen vinden in 'het fpncqr^./d^, de jeugdige .kunstena ressen in den voorhof van de Osiris-tempel geven ter eere van den hoogsten Egypt ï- schen god. Dat wij hier te doen hebben met een Osiris-tempel verraden ons namelijk de lotusbloemen en de metalen klapwaaier, on afscheidelijk van den patroon der weten schap en der. muziek. De Monroe-doctrine Het is 28 April 175 jaar geleden, dat James Monroe, die in 1S19 de vijfde president der Vereenigde Stalen van (toen nog Noord-)Amerika zou worden, het levens licht zag. Hij werd geboren in Westmoreland Coun try in Virginia en werd naar het „William and Mary College" gezonden om in de rech ten te studeeren. Zijn studie werd echter al spoedig onderbroken door het uitbreken van den vrijheidsoorlog. Hij verliet zijn „college" en sloot zich aan bij het Ameri- kaansche leger; hij werd als luitenant bij het Virginia regiment geplaatst, nam aan verschillende veldslagen deel en werd ge wond in den slag bij Trenton. Ofschoon zijn dienstprestaties door den opperbevelhebber hoogelijk geprezen werden was Monroe diep teleurgesteld in de wijze waarop zij beloond werden. Na 1778 was zijn carrière in het le ger onbelangrijk. Hij keerde tot zijn studies terug en werd in 1782 lid van de Wetge vende Vergadering in Virginia, in 1783 van het Congres en in 1790 van den Senaat Hij voegde zij bij de Democratische Partij. In 1794 tot 1796 was hij gezant te Parijs, in 1799 tot 1802 gouverneur van Virginia en in 1803 nogmaals gezant te Parijs om de on derhandelingen over den afstand van Loui siana tot eén goed eind te brengen. Daar- werd hij belast met zendingen naar Lon den en Madrid om in 1810 weder gouver neur vam Virginia te worden. In 1S11, onder liet presidentschap van Madison, werd hij staatssecretaris. Toen in 1814 Washington door de Engelsche troepen werd belegerd, hij Minister van Oorlog en hij won po pulariteit door de krachtige maatregelen die hij genomen had in verband met de militaire operaties. Na den vrede werd hij, in 1S16, op 58-jarigen leeftijd, tot president der V.S. gekozen en in 1S20 zoo goed als eenstemmig als zoodanig herkozen. Hij deed ter beveiliging van de Unie veel tot verbetering van leger en vloot Gedurende zijn beheer werd Florida aan de Unie toe gevoegd, de onafhankelijkheid der voorma lige Spaamsché en Portugeesohe volksplan tingen erkend en door de regeering van de V.S. op zijn voorstel afgekondigd, dat zij voortaan geen bemoeiing van Europeesche mogendheden met de binuenlandsche zaken der Amerikaansche Staten zou dulden. Op die „leer van Monroe" komen wij aanstonds terug. De slavenhandel -werd *door president Monroe beteugeld en den buitenlandschen hamdel bevordebde hij krachtig.' Vijf nieuwe staten Mississippi, Illinois, Alabama, Missouri en Maine werden on der president Monroe tot de Unie toegelaten. Nadat hij den 3dcn Maart 1825 zijn ambt had neergelegd, leidde hij als voorzitter de beraadslagingen over de nieuwe grondwet van den staat Virginia; dit was de laatste dienst die hij zijn staat bewees. De periode van zijn bestuur kenmerkt zich als een maatschappelijk gelukkige aera tengevolge van de algemeene welvaart in het land en de afwezigheid van politieke partijtwisten. James Monroe stierf te -New-York op den 4den Juli 1831. Op den 2den December 1823 legde de Pre sident der V.S., James Monroe, in zijn bood schap aan het Congres, een verklaring af, die sedert dien tijd als de Monroe-Doctrine bekend staat. Brazilië had een jaar te voren zijn onaf hankelijkheid van Portugal geproclameerd. Onlusten in laatstgenoemd land hadden een wijziging van de grondwet tengevolge ge had. In Spanje was ook een revolutie uit gebroken. De Heilige Alliantie, gesticht'door Rusland, Oostenrijk en Pruisen, dreigde, zooals werd beweerd, Spanje te helpen zijn verloren gebied-in Zuid-Amerika weer terug te krijgen. Rusland en de Ver. St. hadden een geschil over hun grenzen aan de kust van den Pacific. President Monroe behandelde in zijn jaar- lijksche boodschap aan het Congres eerst de Russische aangelegenheid. Hij zeide o.m.: „Bij .de besprekingen, waartoe de. aange legenheid aanleiding gaf en bij de schik kingen, welke konden worden getroffen, liood zich de goede gelegenheid aan om te verklaren, dat het principe waarop de rech ten en de belangen van de Vereenigde Sta ten stébnen, niet toelaat de Amerikaansche Staten, onder de vrije en onafhankelijke positie, welke zij hebben verkregen en ge handhaafd, voortaan niet kunnen worden beschouwd als een subject voor verdere kolonisatie door welke Europeesche mogend heid ook." En de President, nu sprekend over Span je en Portugal, zei: „Van de gebeurtenis sen in dit deel van de .aarde, .waarmee wij zoo dikwijls in verbinding staan en waar van wij onzen oorsprong afleiden, zijn wij altijd bezorgde toeschouwers geweest. De burgers van do Vereen. St. koesteren de moest vriendschappelijke gevoelens ten opzichte van de vrijheden en voorspoed van hiin kameraden aan de overzijde van den Oceaan. In de oorlogen tusschén de Lun peosclie uiogrndbeclen, bij maatrege len tusschén hen, hebben wij niet deel ge nomen, omdat dat niet in overeenstemming zou zijn met onze tot nu toe gevolgde poli tiek. Alleen, wanneer onze rechten worden ge schonden of wanneer zo worden bedreigd, dan verzetten wij ons of maken wij ons ge reed om zo *.e verdedigen. Bij de gebeurlijk heden cp dit halfrond, zijn wij natuurlijk meer onmiddellijk betrokken en hebben daaraan meer aandacht te schenken. Het politieke systeem van de geallieer de mogendheden (die der Heilige Allian tie) is wezenlijk verschillend va<n dat van, Amerika. Ons systeem verschilt ook met welke in hun afzondelijke staten be staan. En om onze eigen principes te verde digen, welke wij hebben gekregen ten koste van veel bloed en groote geldelijke offers en welke zijn voorbereid door de wij she I van onze meest verlichte burgers, wien do natie veel dank verschuldigd is, beschou wen wij het als onze taak om de mogend heden, met wie wij vriendschappelijke be trekkingen onderhouden te verklaren, dat wij iedere poging om op een deel van dit James Monroe, de vijfde "president van de Vereenigde Staten van Noord-Amerika. halfrond hun principes door te voeren, zul len beschouwen als gevaarlijk voor onzen, vrede en onze veiligheid. Met de bestaande kolonies of bezittingen .an welke Europeesche mogendheid ook, hebben wij ons niet bemoeid noch zullen ons daarmede bemoeien. Maar wat de Re geeringen betreft, die hunnè onafhankelijk heid hebben verklaard en ze hebben weten te handhaven, en wier onafhankelijkheid wij hebben erkend, na ernstige overwegin gen en naar de juiste principes wij kunnen in elke poging van eenige Europee sche mogendheid om den staat weer afhan kelijk te maken of zijn beschikkingsrecht over zijn lot te ontnemen, niet anders be schouwen als een vijandelijke daad tegen- ~ver do Ver. Staten." M.a.w. de Ver. Staten wilden niet, dat voortaan eenige Europeesche mogendheid zich met de politieke aangelegenheden van Amerika bemoeide. Op deze Manroeleer wees o.m. president Cleveland, toen hij er in 1895 bij Engeland op aandrong, dat het aan arbitrage zou onderwerpen de kwestie over de grenzen tusschén Venezuela en Britsch Guyana. Ook hier werd de „Mon- roe-Doctrine" voor den dag gehaald om Engeland duidelijk te maken, dat de Ver. Staten niet zou toelaten, dat Engeland Venezuela dwong toe te geven. Sindsdien wordt de leer niet meer in haar volle om vang gehuldigd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1933 | | pagina 10