GROOT
VERTELBOEK
BOEKENWEEK 1933
BOEKENWEEK
VAN
DE GESCHIEDENIS
DES VADERLANDS
DE LAATSTE
TRIBUNEN
VR: DAG 28 APRIL 1933
HET BOEK
Mr. P. DROOGLEEVER FORTUYN
Burgemeester van Rotterdam.
Kennis verjongt de ziel en verlicht
den Last van den ouderdom. Ver
gadert daa.orn wijsheid, opdat Gij
liefelijkheden kunt verzamelen voor
Uw ouden dag.
Leonardo da Vinei
Teen het verzoek van de Vereeniging ter
Bevordering van üe belangen des Boeknan-
deis mij bereik.e om ter geiegenlieid van de
Boekenweek 1933 een bijdrage te schrijven,
kwamen mij voor den geest bovenstaande
woorden van den grooten schilder, beeld
houwer, wiskundige, technicus, denker zoo
wel als wijsgeer, Leonardo da Vinei.
Slechts weinigen is het gegeven om door
eigen gedachten- en gevousievcn te komen
tot uitspraken, die anderen de oogen openen
voor somtijds de eenvoudigste waarheden
des levens, uitspraken die voorlichting geven
en het leven verrijken. In hun werken geven
zij aan de menschheid als he; ware den
sleutel, waarmede deze zien do poorten kan
ontsluiten van een wereld van kennis en
ontwikkeling, die anders voor haar verbor
gen zou blijven
iDe behoefte aan geestelijke ontwikkeling
is d ;n mensch aangeboren en van de prilste
jeugd af gaat het verlangen uil naar steed*
meerdere en nieuwere indrukken, totdat de
eigen omgeving niet groot genoeg meer .s
en niet diep genoeg meer gaat om zonder
hulp van anderen die behoefte naar kennis
eu ontwikkeling te bevredigen. Bovendien is
in het tijdperk, waarin wij zelf leven, Iiop-
veel er ook in moge plaats vinden, het ge
beuren toch nog te gering om onzen geest
bij voortduring bezig te houden. Ons denken
vordert steeds nieuw materiaal, nieuwe in
drukken, en zoekt bevrediging in het in zich
opnemen, het in zich venverken van de
geestesproducten van anderen, van hen, die
in hun boeken neerleggen wat innerlijk in
Mr. P. DR00GLEE,:R FORTUYN
hen leeft, die ons problemen ter overpein
zing voorleggen en gedachten bij ons ver
mogen te wekken, welker bestaan wij zelf
niet in ons vermoeden.
Het boek verheft ons boven de sfeer van
het dagelijksche gebeuren, doet ons onszelf
vergeten, voert ons andere werelden binnen,
leert ons tijdperken zien van glorie maar
ook van verval, s:elt ons voor oogen grooto
figuren, groote karakters, doch ook den een-
voudigen mensch, wiens leven en iev< ^aan
schouwing ons caak nog het meeste treffen
Het boek is als een goede vriend, die ons
rust geeft en kalmte, wanneer wij die oodig
hebben, die ons opbeurt en steunt in «ogen
blikken, dat wij ons geestelijk en stoffelijk
penzaam voelen en die ons de waarde toom
van dimren. die wij nie: kenden; het vraagt
onze aandacht voor veel, wat stof geeft tot
overpeinzing; hot kan ons aansporen tot
groote daden en het kan ons onze kleinheid
doen gevoelen.
Het boek is de belangrijkste bron van ont
wikkeling, mits het uitkiezen zoowel als het
lezen ervan met zorg geschiede. Evenals een
kerkgang alleen vruchten kan dragen wan-
het woord van den prediker ons doet
stijgen boven hot alledaugsche, zoo moet ook
de lezing van het bock ons boven het alle-
daagsche kunnen verheffen.
Bij het kiezen van lectuur moeten wij ons
hoeden voor eenzijdigheid. Wij zijn zoo gauw
geneigd ons hel meest aangetrokken te voe
len tol den schrijver, wiens ideeën met de
onze overeenstemmen en weerklank vinden
in ons innerlijk. Wij vinden in het boek
onszei ven gaarne terug en tevens bevredi
ging van onze verlangens. Doch ook ont
spanningslectuur moet zooveel mogelijk den
blik verruimen en tiet gemoed verrijken en
dit zullen wij bereiken door onze gedachten
te toetsen aan die, welke van de onze af
wijken. Men zorge «lat het geluk van zich
te verdiepen in een boek, he; zich zonder
inspanning overgeven aan liet ontvangen
van indrukken, het tot zich nemen van
ideeën en gedachten van anderen, niet lei
den tot het afleeren van zelf te denken, zich
zelf te blijven oriënteeren in de wereld rond
om ons. Wij moeten boven onze lectuur
blijven staan, opdat zij ons tot richtsnoer
blijve dienen. In dat geval zal zij in ieders
leven blijven een steeds wederkeerend geluk
dat onze kennis verrijkt, de ziel verjongt en
den last van den ouderdom verlicht.
NEEM EN LEES!
Boekenweek 29 April6 Mei.
Evenals vorig jaar wordt ook thans dooi
de Vereeniging ter bevordering van de be
langen des Boekhandels een Boekenweek ge
organiseerd, welke bedoelt meerdere bekend
heid te geven aan en meerdere belangstelling
op te wekken voor het boek. Alle middelen,
die de huidige techniek haar biedt, Worden
daarbij benut. In het bizonder wordt ook een
beroep gedaan op de periodieke en dagblad
pers om haar streven te steunen.
De vraaï zou kunnen opkomen: heeft de
actie van de Boekhandelsorganisatie wel zin?
Wie de zondvloed bedrukt papier gadeslaat
welke over de wereld wordt losgelaten,
vraagt zich af: Kan dat niet wat minder?
Hebben al die auteurs nu werkelijk iets te
zeggen, dat de moeite van 't drukken waard
is?
De propaganda voor „het boek" wordt wel
zeer bemoeilijkt door het verschijnen van
tallooze waardelooze ja zelfs verderfelijke
boeken, op allerlei terreinen de.- wetenschap,
niet het minst op letterkundig gebied in
Het ware gewenscht, dat vele uitgevers
beter de gave des ondehscheids deelachtig
waren en niet rijp en groen van hun per
sen lieten vloeien.
Het uitgeven van boeken is niet alleen een
cultureele, maar ook een linancieele daad.
En de kans op geldelijk gewin heeft reeds
menige uitgever er toe verleid, manuscripten
te aanvaarden, die beter ten vure gedoemd
waren.
De bedervende factoren, van welke hier
sprake is, zijn ook terug te vinden in de
schakel tusschen uitgever en publiek: de
boekhandel..
Wij gaan niet accoord met hen, die mee
nen dat de boekhandel in 't algemeen gespro
ken (gunstige uitzonderingen daargelaten),
voor zijn taak niet berekend is, en de
smaak van het publiek door zijn ondeskun
dige adviezen grondig bederft. Dat echter
deze tueschenhandel al het mogelijke zou
doen, alleen en uitsluitend de cultuur te die
nen, zal niet kunnen worden volgehouden.
Ieder ingewijde weet, hoe moeilijk vaak de
boekhandel warm te krijgen is voor wezen
lijk belangrijke uitgaven, maar waarvoor
gewerkt zal moeten worden, terwijl van lich
te romans groote aantallen gelijk voor reke
ning worden ingeslagen.
Het is noodig en nuttig ook op deze din
gen de aandacht te vestigen. Tmmers, de in
richters van de Boekenweek .bedoelen
naar de omschrijving van J. Tersteeg in
1932 „bij te dragen ter keering van de
vernietigende elementen welke in deze t'i den
van opnervlakkigheid en genotzucht het rijk
des geestes trachten te overweldigen."
Deze vernietigende elementen zijn echter
ook in ruime mate aanwezig in 't boek zelf.
Aan een cultus van „het Boek" kunnen
en mogen wij niet meedoen. Een Boek met
een hoofdletter kennen wij er slechts één.
Veel van wat door de Vereeniging ter be
vordering der belangen des Boekhandels in
deze week naar voren gebracht zal worden,
wijzen wij af.
Wij interpreteeren de Boekenweek op eigen
wijze, wij grijpen de gelegenheid aan op de
noodzakelijkheid te wijzen, ten aanzien der
I lectuur een besliste keuze te doen. Niet „het
boek", maar „het goede hoek", geldt onze
I aanbeveling en opwekking.
I Het goede hoek is als een fontein, waar-
I door de landen van geest en gemoed vrucht-
haar gemaakt worden. Het onderwijst, het
sticht, het bouwt op, het maakt ontvankelijk
voor al wat goed en edel en lieflijk is.
Men kan daarom nooit te kieskeurig zijn
op het geestelijk voedsel dat men door mid
del van zijn lectuur geniet. Allereerst om de
verkeerde invloed die er van uitgaat op ver
beelding. ziel en wilsleven. Maar ook omdat
het goede boek door het verkeerde zoo ge
makkelijk wordt verdrongen. Beseffen wij
het wel aldus John Ruskin in een bekende
verhandeling dat de kostbare tijd, die wij
met het lezen van lichtzinnige of nietszeg
gende hoeken verdoen, onherroepelijk voor
de winst, die wij uit goede hoeken zouden
kunnen putten, verloren is en dat wij morgen
niet kunnen inhalen wat wij heden ver
zuimd hebben?
Positief moet onze keuze zijn: het Christe
lijk hlad. het Christelijke tijdschrift, de
Christelijke Schriftbeschouwing, de Christe
lijke roman, de Christelijke poëzie.
Er zijn Christenen, cultureel en letterkun
dig voortreffelijk georiënteerd, die meenen,
dat men als mensch van onze tijd over alles
moet kunnen mpe-spreken. over alles een
oordeel mopt kunnen vellen. Zij dwalen: niet
in het alles gelezen hebben .maar in het wei-
I nige nned gelezen te hebben liet de grootste
I waarborg voor wezenlijke geestesbeschaving.
Het boek moet dienstbaar gemaakt wor
den aan onze zelf-cu'tunr. Het hoek is een
j mede-arbeid"r aan on* geertplijk Ipv
Prof. Casimir. De opvoeder heeft zich voor
bereid, heeft alles, wat hij geven wil, zorg
vuldig overwogen en hij is altijd bereid
ieder te helpen: het boek gaat overal. Dit
doet het boek in vele opzichten stellen bo
ven het gesproken woord: Het boek omvat
het qeheele leven".
Het levende boek, d.w.z. het hoek, dat ge
boren is uit schrijversdrang, uit een uitings-
noodzakelijkheid het welt me naar de
keel is als een woord van hart tot hart,
het weerlegt bezwaren, pleit voor overtuigin
gen, het verovert harten en geesten. Het boek
is niet alleen de hoogescbool onzer dagen,
waar de wetenschap gedoceerd wordt, doch
niet minder de tribune, van waar allerlei
dwaalleer en demagogische theorieën in
breede kring verspreid worden.
Daarom is bedachtzaamheid bij kiezen ge
boden. Temand, die nauw Christelijk leeft,
gevoelt zich niet thuis in een communistisch
gezelschap of bij een onvoering van een so
cialistisch tooneelstuk. Welnu, dezelfde zorg
vuldi"heid. dip wij betrachten bij het kiezen
van onze vrienden, onze omgang, onze ge
noegens, moeten wij ook in acht nemen bij
de keuze van onze lectuur.
De Boekenweek is een goede aanleiding,
nog eens weer de heteekenis te belichten van
de lectuur als opvoeder, als vormer van de
gedachten en gevoelens der menschen en de
noodzakelijkheid naar voren te brengen van
de nrorvaganda voor het wezenlijk Christelij
ke hoek.
Lezen moet men veel.
Maar men achte zich te goed om dienst te
doen als machinerie, ter verwerking van
massa's lectuur.
Niet het vele is goed. maar het goede Is
veel. T ees slpchts het beste, er liggen zon vele
kosteliike en sappige vruchten, die voeden en
verkwikken, voor bet grijpen onder het be
reik van uw hand. en leest dat beste zóó,
dat het uw geestelijk eigendom wordt, uw
leven riiker en mooier en sterker maakt.
..Waar een goed boek en een eopd mensch
elkaar vinden, schree' Bernard Arend eens
daar la^rn en sterken zich geest en hart,
geloof en deugd."
Vormt een eigen bibliotheek!
Èr is geen waardevoller bezit dan een eigen bibliotheek. Koopt
maandelijks een boek bij Uw boekverkooper en ge vormt Uw
eigen bibliotheek in eenige jaren tijds!
Van 29 April-6 Mei a.s. wordt dft jaar de BOEKENWEEK gehouden,
ingesteld om de belangstelling te wekken voor het Nederlandsche boek
in het algemeen en dat in een eigen bibliotheek in het bijzonder..
Bij aankoop in die week van een Nederlandsch boek ter waarde
van ten minste F 2.50, ontvangt U gratis een exemplaar van het
fraaie, geïllustreerde boekwerk getiteld„Geschenk 1933"
Bovendien ontvangt U voor elke F 2.50, die U gedurende deze
BOEKENWEEK besteedt voor den aankoop van Nederlandsche
boeken, een formulier voor deelneming aan de prijsvraag „Welke
zes in Nederland uitgegeven boeken vallen het meest in den smaak",
met alsprijzen exemplaren vanOosthoek'sGeïllustreerdeEncydopaedie.
29 APRIL-6 MEI 1933
Waarde dezer boeken
Bovendien kunt U gratis voor
f 5.- andere boeken zelf uitzoeken
de Straten en
Wijken der Stad
door J. DEN BOEFT
met een inleidend woord van
Ds. C. LINDEBOOM
is het boek dat in Evangelisatie-
arbeid buitengewoon de aan
dacht trekt. Men leze de aanbe
velingen in: „Witte Velden";
„Haagsche Kerkbode"; „Heraut";
„Westl. Kerkbode" enz-, enz.
ingen. 1-90 geb. 2.40
Uitgave van:
A. VERLEUR HAARLEM
giro 82184
DOOR D. WOUTERS EN J. HOOGWERF
Een werk, dat onze geschiedenis naar de beste en
nieuwsto bronne» geeft
Reeds om de verluchting een waardevol bezit
Overvloed van stof en vele illustratie's stellen den
onderwijzer in staat zijn lessen leerzaam en aantrek
kelijk te maken
Prachtige bladzijden schrijven Wouters en Hoogwerf
over 't geestelijk en godsdienstig, zedelijk en maat
schappelijk leven der laatste eeuw, de uitvindingen en
ontdekkingen, de eervolle plaats welke onze mannen op
't oogenblik innemen
Het Groot vertelboek is een boek bij uitnemendhe;d
voor eiken Nederlander, die de historie van zijn land
en volk wil kennen
Compleet in twee zware, kwarto-formaat deelen, gebonden in prachtband, blauw
met goud per deel 8.75
GEÏLLUSTREERD MET RUIM 600 PLATEN EN 48 BUITENTEKSTPLATEN
P. NOORDHOFF N.V. GRONINGEN - BATAVIA
DE EERSTE ORANJE
PRACHTWERK van P. DE ZEEUW J.Gz.
320 bladzijden, groot formaat met 80 illustraties.
Ds. KNAP recenseert aldus:
„Dit is een boek van groot kaliber. De
technische uitvoering van het werk noemen wij supe
rieurWat den inhoud betreft, wij hebben zel
den zulk 'n degelijk gedocumenteerd boek over een
machtig brok Historie gelezenHet boek is „af".
Levensgroot zien wij Oranje er ons uit tegenkomen,
als een heroïeke persoonlijkheid".
In driekleuren prachtband. Prijs 5.50 Luxe editie 7.50
IN DEN BOEKHANDEL VERKRIJGBAAR
Uitgave: La Rivière Voorhoeve Zwolle Giro 8419
C A L V IJ N
DOUMERGUE. Als mensch en
Hervormer, 2.50 gebonden.
Uit een der vele recensiën:
Hoe wenschte ik het boek,
hierboven aangeduid, in de
handen van duizenden, omdat
het ons een persoonlijkheid
teekent, van wien we in
zen slappen, gezagsloozen tijd
iets leeren kunnen.
DE SAUSSURE. In de leerschool
van Calvijn 3.50 gebonden
Als men dit boek leest, wordt
hij een, die onze generatie
nieuw leven inblaast.
Twee onmisbare boeken in dezen
tijd! In eiken boekhandel voor
radig. Uitgaven: W. TEN HAVE,
Amsterdam, Kalverstraat 154
Telefoon 44066
HET GEREFORMEERD
JONGELINGSBLAD
Eindredacteur: P. VAN NES Czn.
Dordrecht
Orgaan van den N°d Bond van
J. V. op G G.
Geeft degelijke voorlichting np
het gebied van Kerk, Zending,
Staat en Maatschappij. Is der
halve onmisbaar voor aangeslo
ten vcreenigingen en leden
Biedt ook voor niet-leden een
schat van leerzame lectuur.
Abonnementsprijs franco per
post per jaar ƒ3.—.
Wie een betrekking zoekt of
personeel vraagt: adverteert in
het G. J. B.l! Regelprijs 1—6 re
gels ƒ2,—, elke regel meer 35. ct.
Bij contract belangrijke korting.
Vraagt tarief.
BONDSBUREAU AMERSFOORT
Uitnemende geschenken
voor BELIJDENIS
MET JEZUS DOOR HET
LEVEN
Prof Dr. A. v. Veldhuizen
„Leiding hebbe
►odlg..
Rijk gebonden 3.90
UIT DE WOLK DER
GETUIGEN
Prof. Dr H. Visscher
„Op
i dit uitnemend boek
«alt het U tegen. .:n
i fier optreden als
ONDER OPEN HEMEL
Dr. J. H Gunning J.Hzn
Chr. Onderwijzer
In praohtb. geb. 2.30
Ook verkrijghaar in den
Boekhandel
La Rivière Voorhoeve
Zwolle Giro 8419
DE LAATSTE VOORDRACHTEN
verzameld door ARIE POST,
Ernst en Luim met aanteekenin-
gen Jrg. 32 v. „Lezen en Voor
dragen", Ing. van 3.20, /oor
f 1.10 Giro 27320
Uitgeverij „JACHIN", Zwolle
Cola di Rienzi, de groote Senator van
Rome in de 14e eeuw
Duur t£üw BULWER LY'iTON
(36
„Ja: den eersten dag legde een der C.o-
lonna's, heer Adriano, den eed af: binnen
een week verliet Stefuno met de Savellis
Palestrina, na zich van een vrijgeleide ver
zekerd te hebben; de Orsini's volgden
zelfs Martiito di Porto heeft zich zwijgend
in zijn lot reschikt."
„De Tribi un maar is dat zijn titel? Ik
dacht dat hij koning zou worden.
„Die titel werd hem aangeboden, doch hij
weigerde. 2 jn tegenwoordige, waardigheid,
die geen a: nspraak maakt ojj eerbewijzen
aan patrici rs verschuldigd, heeft er veel
toe bijgedr. gen om de edelen met hom te
verzoenen."
„Een ven tandige schelm! Vergeef mij
een wijs vo.st! - En, naar ik veronderstel,
behandelt de Tribuun de aanzienlijke
Romeinen uit do hoogte?"
„Integendeel hij behandelt boeren cn
patriciërs met dezelfde onpartijdige recht-
vaardigheid; doch hij laat de edelen al hun
rechtmatige voorrechten en hun wettigen
rang behouden-"
„Ha! en die ij dele poppen missen
nauwelijks het wezen, als zij den schijn maar
mogen behouden dat begrijp ik. Maar dit
toont genie de Tribuun is zeker onge
huwd. Ziet hij onder de Colonna's naax een
echtgenoote om?"
„Heer ridder, de Tribuun is reeds gehuwd
drie dagen nadat hij zijn macht verwierf,
voerde hij de dochter van den baron di
Rasclli in zijn huis."
„Raselli? Geen aanzienlijke naam; hij had
een hetere partij kunnen doen."
„Doch men zegt" ging de mngeling met
een glimlach voort „dat de Tribuun weldra
verwant za' zijn a°.n de Colonna's door zijn
schoone zu-.ter Signort- Irene- De baron di
Castel'lo hce't haar hand gevraagd."
„Wat Adriano Colonna! Genoeg! Gij hebt
mij de overtuiging gegeven, dat een man,
die het volk weet tevreden te stellen en de
edelen weet te verzoenen of ontzag in u
boezemen, geboren is om te heerschen. Mijn
antwoord op zijn brief zal ik zelf zenden.
Neem dit kleinood aan voor uw bericht heer
bode" en de ridder nam een kostbaren ring
van zijn vinger. „Neen, aarzel niet, 't werd
mij even vrijwillig gegeven als ik het. u
thans schenk."
De jongeling was aangenaam verrast door
do huuding vin d^.. «'Pimaarden vrijbuiter,
en zelfs min of meer verbaasd over de ge
makkelijkheid en de vrijmoedigheid waar
mede hij aan Fra Moreale, in zijn eigen
vesting, de tijdingen uit Rome had medege
deeld. Met een diepe buiging nam hij het
geschenk aan.
De sluwe Provengaal zag, welken indruk
hij gemaakt had en begreep, dat hij zich
niet moest overhaasten met het nemen van
een besluit-
„Verzeker den Tribuun, indien gij er
vroeger mocht zijn dan mijn brief, dat ik
zijn genie en zijn macht bewonder en zeker
zijn vraag van de gunstigste zijde zal be
schouwen'. sprak hij bij het afscheid.
De bode was var goede afkomst en had
iets edels in zijn houding.
„Beter tien tirannen tot vijand, dan één
Montreal" sprak hij met warmte
„Tot vijand! Geloof mij, heer, ik zoek geen1
twist met vorsten, die weten hoe zij moeten
regeeren of met c m volk dat wijs genoeg
ie om ♦ogeiijk te v jtrschen en te gehoor
zamen-"
Den geheelen dag bleef Montreal naden
kend en onrustig; hij zond vertrouwde boden
naar den gouverneur van Aquifa, vdie toen
in onderhandeling was met Lode wijk - van
Hongarije) naar Napels en naar Rome:
de laatste had een brief bij zich aan den
Tribuun, waarin Montreal, zonder zich al te
vast te binden den schijn aannam, zich te
onderwerpen, en alleen wat langer tijd
vroeg om toebereidselen voor zijn vertrek 1e
maken. Tegelijkertijd echter werd hel
kasteel nog meer versterkt en een ruime
mondvoorraad ingeslagen, terwijl dag e:i
nacht spionnen verblijf hielden angs den
bergpas en in de stad Terracina- Het was
juist iets voor Montreal, om zich op den
oorlog voor te bereiden, terwijl hij luide den
vrede verkondigde.
Op den \ijfden morgen na de verschijning
van den Romeinschen bode had Montreal
nauwkeurig zijn bolwerken en voorraad
kamers nagezien; met voldoening zag Lij,
dat hij minstens een maand lang een be'eg
kon uithouden en met een vroolijker gelaat
dan l.;j in den hatrten tiid vertoond had,
verscheen hij in de vertrekken van Adeline
De jonkvrouw zat bij het venster van den
toren, waar men een prachtig uitzicht ha<
od bosschen en dalen en oranjeboomen
een vreemde tuin voor zulk een na lei
liet het hoofd op de hand rusten en zat met
't gelaat naar Montreal gewend; er was iets
onheschrijvelijks bevalligs in de buiging van
haar hals. Haar trekken getuigden van haar
edele afkomst; zij droeg de haren eenvoudig
gescheiden op het voorhoofd- Doch de uit
drukking van haar ha'f afgewend gelaat. t
haar verstrooid starende blik en haar ge-
.ïeele houding waren zoo droef en treurig,
dat Montreal's blijde, galante groet hem op
de lippen bestierf. Zwijgend nauerde hij
haar en légde de hand op haar schouder
Adeline keerde zich om, greep zijn hand
ën drukte die aan haar hart: haar glimlach
scheen haar droefheid op de vlucht te jagen.
„Liefste" zeide Montreal, „als gij wist h >e
zeer elke schaduw van verdriet op uw mod
gezicht mijn hart doet lijden, gij zoudt nim
mer treuren- Maar geen wonder lat gij be
rouw hebt van uw keus hier tusschen
deze ruwe muren, zonder een vrouw van uw
rang bij u, terwijl de eenige ontspanning
die Montral u hier kan bezorgen, uw oorerp
moet kwetsen."
,0, neen, neen Walter, ik heb geen berouw
Toen gij binnen kwaamt, dacht ik alleen
aan ons kind! Hij was zoo bloncj. Walter:
wat leek hij veel op u!"
„Neen, hij had uw oogen en voorhoofd"
antwoordde de ridder met een trilling in zijn
stem en het hoofd afwendend.
„Walter" hernam Adeline zuchtend, „weet
gij nog wel? vandaag is het zijn verjaar
dag- Vandaag is hij tien jaar. Elf jaren lang
hebben wij elkander reeds liefgehad en nog
verveelt uw arme Adeline u niet-'
„Zoo min als het paradijs de heiligen ver
veelt" antwoordde Montreal met verliefde
teederheid, die aan zijn krijgshaftig gelaat
een zachte uitdrukking gaf.
„Als ik dat kon gelooven, zou 'k waarlijk
gelukkig zijn!" sprak Adeline. „.Maar nog
slechts korten tijd en de weinige bekoor
lijkheden die ik bezit zullen verdwijnen;
welk recht heb ik dan og op u?"
„Elk recht de herinnering aan uw
eersten blos, uw eersten kus, uw teedere
offers, uw geduldige zwerftochten aan uw
liefde die nooit kiaagt! Ja, Adeline, ik ben
in Provence, niet in Italië geboren; en
wanneer heeft ooit oen provengudlsch ridder
zijn vijand ontvlucht of zijn liefde ver
loochend? Maar genoeg, liefste, van droef
geestigheid en in huis zitten Ik kon u
halen. Ik heb dienaars gezonden om onze
tent op te slaan bij de zee onlang wij
kunnen zullen wij genieten van de oranje
bloesems- Eer er een weck verinopen is,
zullen wij misschien ruwer tijdverdrijf en
minder vrijheid van beweging hebben
„Walter, gij vermoedt toch geen gevaar?"
„Gij spreekt, lieveling", zeide Montreal
„alsof het gevaar iets nieuws voor u was.
Gij moest hu, dunkt mij. wel weten, dat het
de lucht is waarin wij ademen."
„O Walter, zal dit altijd zoo voortduren?
Gij zijt nu rijk en beroemd; kunt gij dit leven
van strijd niet opgeven?"
(Wordt vervolgd)