ZATERDAG 14 JANUARI 1933
HET ONRUSTIGE IJMUIDEN
KOCHT DE CENTRALE BOND
EEN KAT IN DE ZAK?
GEMENGD VOLK BIJ DE CHB. BOND
II*).
Federatie en Centrole Bond; dat is voor
iemand, die iets van de vakbeweging weet,
een vreemde combinatie. Want bij Federatie
denkt njen aan de oude syndikalisten; bij
Centrale Bond aan de S.D.A-P.
Volkomen terecht en wanneer men dan
ook van Federatie in Centrale Bond spreekt,
gelijk dat in IJmuiden het geval is, dan
moet men zeer beslist ook aan beide denken.
En, aan den leider van de Federatie te
IJmuiden. Die leider heet Brandsteker, een
zeer passende naam, want in hem brandt
nog het oude, syndikalistische vuur, met dien
veistande, dat hij er in de Centrale Bond
een haard voor gezocht heeft.
Een kleine historische herinnering is vol
doende. Het waren de heeren Sneevliet en
Brandsteker, die eenige jaren geleden we
gens opruierij en gevaarlijke opstandigheid
uit Indië uitgewezen werden en dus in 't lie
ve vaderland terug kwamen.
Doch, met
De heer Brandsteker wist zich acht jaar
geleden meester te maken van de allesbehal
ve sociaal-democratische Federatie van
IJmuiden, van de syndikalistische-commu-
nistlsche organisatie van zeelieden en trans
portarbeiders in de snel-groeiende zeeplaats.
Voor de werk- en werfmethoden van dezen
leider kunnen we, zacht gezegd, niet veel
respekt hebben; maar ieder erkent, dat hij
een handig propagandist en geslepen tak-
tikus is. Dat is, hoe men er verder over denkt
een creditzijde van een organisatie-leider;
doch dit voordeel schijnt een tegenwicht te
vinden in het feit, dat de leider ook voor
eigen menschen vaak een lastig man is, zoo
dat het aantal ontevredenen uit persoon
lijke overwegingen evengoed groeide als
het ledental.
Dit schijnt we moeten nu veronderstel-
lender wijze spreken om een vreemd geval
te verklaren voor Brandsteker motief te
zijn geweest om met zijn Federatie aanslui
ting te zoeken bij de Centrale Bond. En deze.
verheugd over zoodanige ongedachte groei,
heette de nieuwe vrienden hartelijk welkom,
doch zag blijkbaar over t' hoofd, dat men
wel eens
een kat in de zak
kon koopen. En wij gelooven, dat de kat
thans haar scherpe nagels toont en de Cen
trale Bond aait op een wijze, welke deze
lang niet aangenaam vindt.
Immers, begrijpen wij de verhouding goed,
dan is het kardinale punt, dat de Federatie
geen afdeeling is van de Centrale Bond,
doch goeddeels eigen zelfstandigheid behield;
en nu met de C.B. een belangengemeenschap
heeft aangegaan, zoodat de stakingskas van
de C.B. wagenwijd opengezet moet worden
voor de Federatie, die daardoor sterker staat
dan anders het geval kon zijn.
Laten de leiders van de CB.au maar zeg
gen, dat ze ook in IJmuiden leiding geven;
niemand daar ter plaatse gelooft dat De lei
ding is bij Brandsteker èn bij zijn commu
nistische vrienden.
Nu de voorbeelden, waarop wij doelden.
Besloten was, dat de schepen, welke vóór
31 Dec. waren uitgevaren, gelost zouden wor
den. En wij nemen aan. dat de C-B. zich aan
die afspraak zou willen houden. Maar toen
kwam de O.S.P. in actie, stuurde zelfs uit
omliggende plaatsen knokploegen en provo
cateurs ènde leiding der Federatie ging
al gauw mee. Het bloed kruipt immers, waar
het niet gaan kan en er smeulde nog genoeg
syndikalistisch vUur uit vroeger dagen.
Wét? Zou de Federatie minder revolutio
nair zijn, dan de O.S.P.? Geen sprake van
en men brak zijn woord! Bovendien voegde
men er de onmogelijke eisoh aan toe, dat de
reeders zouden zorgen een flink aantal sche
pen in zee te brengen; alsof zij dit in de
hand hadden.
Toen men verstandig over die eisch ging
nadenken, liet men deze voorwaarde dan ook
vervallen; doch om de in uitzicht gestelde
staking niet te verspelen en daardoor toe te
ge.ven, dat de Chr. Bond de juiste taktiek
had gevolgd en het best de belangen der ar-
heiders had gediend, stelde men eenvoudig
de eisch, dat aan het afgeloopen contract
li iets veranderd mocht worden.
Het is, zooals de plaat in de roode pers
het weergaf doch zeker niet zóó bedoeld
- de transportarbeider zegt eenvoudig en
ongemotiveerd: N e el en daarmee uit. Ik zeg
Ci e e, omdat ik n e e zeg.
Waarom? Ja, dat wordt de puzzle, waarop
het hoofdbestuur van de Centrale Bond thans
zit te broeien en in de onaangename stem
ming, dat Brandsteker de organisatie in een
wild avontuur heeft gestort, dat geld kost,
Veel geld enmet weinig kans op succes.
We zijn geen hartenlezers, maar mis
schien wordt het later nog wel eens open
haar, dat het hoofdbestuur zegt: als we ia
Rotterdam konden bereiken, wat de Chr.
Bond in IJmuiden verwierf, dan hielden we
een overwinningsvergadering. Doch nu moet
men wel meedoen en dient er alles op gezet
om de Chr. organisatie onder de voet te
loopen.
I stond in ons blad van 13 Januari
En au zeggen we volstrekt niet, dat deze
loon naar werken
krijgt; maar eenige vrucht der historie is
hier toch ook te ontdekken.
Het staat voor ingewijden onomstootelijk
vast, dat een goed aangesloten groep van
Chr. arbeiders in 't begin van dit jaar het
revolutionair verzet had kunnen breken,
indien men eensgezind en kloek was opge
treden. Het terrorisme, zooals het thans ge
dreven wordt, openbaarde zich toen nog niet.
Knokploegen waren nog niet gekomen. In de
hal van het gelxmw der Federatie kon men
nog geen opruiende en tot kwaadwillige over
last aansporende proklamaties lezen.
Een kleine groep eensgezinde moedige
mannen, zooals we in 1903 overal en op de
meest bedreigde plaatsen vonden, had het
cordon kunnen breken en IJmuiden voor
veel ellende kunnen behoeden.
Zelfs Dinsdagavond 10 Januari ware dat
nog mogelijk geweest. Als men maar door
gezet had. Indien men maar had gezegd: het
hoofdbestuur heeft met onze instemming het
lang niet slechte contract geteekend: aan
pakken, jongens! Recht gaat voor kamerado
rie, met geheel anderdenkenden nog wel.
Het ts niet gebeurd: de leden op wie het
aankwam, hebben in het beslissende oogen-
blik het hoofdbestuur in de steek gelaten.
Ze zijn niet met pak en zak naar de vij
anden overgeloopen, maar ze hebben toch
'enmin het revolutionaire vuur gebluscht.
Hoe kwam dat?
Naar onze meening, omdat er zich in de
Chr. Bond
te veel gemengd volk
bevond. In de laatste jaren is er te weinig
keur op de toetredende leden geoefend.
Zij, die een persoonlijke kwestie met
Brandsteker hadden en, hun aantal groei
de meldden zich bij de C h r. Bond, doch
zonder in te stemmen met de beginselen van
die organisatie.
Ze zijn aangenomen als lid en de Chr. Bond
is meer in de breedte dan in de diepte ge
groeid. Maar, dat geeft geen kracht. Dat i9
zwakheid.
Want nu het er op aan kwam, zeiden velen
van de gemengde hoop: wat. zou ik naast
de reeders, onze natuurlijke vijanden gaan
staan en mijn medearbeiders in de steek
laten, Dót doe ik niet. Ik wil geen strijdbre-
ker zijn.
Zoo echter werd de eendracht in de Chr.
organisatie gebroken en zal het bestuur moe
ten komen tot een pijnlijke, maar tevens
heilzame operatie.
Voorzoover we in deze dingen juist zien,
hopen we. dat allen tot bezinning zullen ko
men, doch vooral, dat de organisatie, die zoo
dicht bij ons staat, de lessen en conclusies
zal trekken, welke zich opdringen.
Eendracht is meer dan brooze macht
Gemengd Nieuws.
ERNSTIGE AUTOBOTSING
ZES PERSONEN GEWOND
Vrijdag is tusschen Rinkerode en Dren-
steinfurt (Duitschland) een Nederlandsche
auto, afkomstig uit Hengelo, welke met vijf
passagiers op den terugweg van de te Dort
mund gehouden zesdaagsche wielerwedstrijd
was, in botsing gekomen met een uit de rich
ting Munster komenden autobus, waarin
twintig leerlingen van de landbouwschool
uit Epe zaten. De autobus sloeg om. De Ne
derlandsche auto sloeg 50 meter verder over
den kop.
De vijf passagiers van den Nederlandschen
auto en een leerling van de landbouwschool
werden gewond.
De overige leerlingen liepen door glasscher
ven lichte verwondingen op.
'Omtrent dit ongeluk vernemen wij aader
uit Hengelo (O.) dat het hier betreft een
luxe wagen, toebehoorende aan de taxionder
neming van G. J. Nieuwland, aldaar. Deze
auto zou van achteren Moor de autobus ijn
aangereden. De inzittenden waren de heeren
Wegink, Schouwink, Ter Welle en Wilmink
allen uit Hengelo en een ingezetene van
Enschede. Hun verwondingen blijken niet
van zulken ernstigen aard te zijn. als aan
vankelijk werd gemeld.
Zij konden allen, na ter ülaatse te zijn
verbonden, naar huis terugkeeren. De auto
is geheel vernield.
ERNSTIG MOTOR-ONGELUK
Op den Nieuwenweg te Poeldijk wilde de
wielrijdster mej. v. d. K. toen haar een auto
was gepasseerd, den weg oversteken.
Achter haar naderde 'n motorrijder en door
signalen die gegeven werden ging de wiel
rijdster twijfelen, zoodat zij slingerend over
den weg reed. Het gevolg was dat de motor
rijder in volle vaart tegen de wielrijdster
reed. Deze bleek de zuster van den motor
rijder te zijn. De heer v. d. K. kwam onder
zijn motor te liggen en bekwam een schou
derfractuur, benevens een hersenschudding.
Nadat een geneesheer een voorloopig ver
band had gelegd, is de man naar het zieken
huis te Den Haag vervoerd.
De wielrijdster bekwam slechts lichte ver
wondingen.
STAKINGSONLUSTEN
IN ZWOLLE'S OMGEVING
Stakers van Reinders Oliefabrieken te
Zwolle hebben onrust verwekt in Zwolle en
omgeving. Niet alleen zijn in de woning van
een werkwilligen chauffeur de ruiten inge
slagen, maar eenige boerderijen in de buurt
schappen Dieze en Spoolde werden door
stakers met brandstichting bedreigd, wan
neer de bewoners nog langer als onderkrui
pers werken.
Ernstig is de zaak te Nieuwleusen gewor
den. Toen een aantal werkwilligen 's avonds
onder geleide van marechaussees daar terug
keerde, had zich een vijftigtal stakers en
communisten opgesteld, die het uit Zwolle
komende gezelschap met steenen ontving.
De marechaussees trachtten de menigte uit
een te drijven, waarbij het tot een formeelo
vechtpartij kwam. De marechaussees moes
ten eenige schoten lossen, om de stakers
en onruststokers uiteen te drijven. Een per
soon werd gearresteerd.
Een auto, waarin de stakers naar Nieuw
leusen waren gekomen en die zij in den
steek moesten laten, is in" beslag genomen
Nader wordt ons uit Zwolle gemeld:
De politie is op verdere relletjes voorbe
reid. Werkwilligen uit Hattem en Wezep
zijn ook bedreigd.
Bij Hoekman, een der nlet-stakers, wonen
de in de v. Rossumstraat te Zwolle, werden
de ruiten ingegooid. Vervolgens bombar
deerde men de bewoners met een groot aan
tal roode kooien.
Het is voor de werkwilligen te Zwolle
schier onmogelijk de fabriek weer in te
gaan. Hun leven wordt bedreigd.
De eigenlijke stakers hebben aan deze
wandaden geen schuld. Het is echter te
venvachten, dat door een en ander hun
•strijd wordt benadeeld.
In de fabriek der NV. Reinders wordt
thans met twee ploegen gewerkt; men
denkt spoedig weer met drie ploegen te be
ginnen zoodat dan ook des nachts weer
gewerkt wordt.
DE BRAND OP DE ATLANTIQUE
De Burgemeester van Maassluis, de heer
Domisse heeft Vrijdagmiddag de drie leden
van de bemanning van de „Lauwerszce", die
aan boord van de Atlantique waren, ten stad
huize ontvangen.
Ten stad huize was een schrijven ontvan
gen van een welgesteld Amsterdammer, van
welks schrijven voorlezing werd gedaan. Er
was een flinke gratificatei ingesloten die
aan de drie mannen overhandigd werd. Zij
verzochten den burgemeester den gever hun
dank te willen overbrengen.
JONATHAN SWIFT
(1667—1745)
De Britsche schrijver Jonathan Swift werd
te Dublin geboren, en dat wel onder zeer
zorgelijke omstandigheden: zijn vader over
leed eer hij het eerste levenslicht aan
schouwde. Het kostte dan ook veel moeite
om hem „op studie" te doen, en misschien
nog meer, om hem in den zadel te helpen,
toen eenmaal zijn universitaire opleiding
was voltooid. Hoewel zijn neiging in de
richting van het kerkelijk ambt ging,
later is hij eerst predikant in een vrij onbe
langrijke gemeente, en tenslotte deken der
Engelsche Staatskerk geworden werd hij
eerst particulier secretaris van een ver bloed
verwant, den ook in ons land wel bekenden
Sir William Temple, die eenigen tijd
Britsch gezant te 's-Gravenhage geweest is.
Ten huize van dezen Sir William kwam
Swift in aanraking met Esther Johnson,
aan wie hij on<jer het pseudoniem „Stella"
o.m. zijn dagboek gewijd heeft. Zijn verhou
ding tot deze jonge vrouw heeft veel raadsel
ach tig* gehad en later onderzoek van ge
schiedkundigen is er niet in geslaagd, dij
voldoende op te helderen. Toen zij in later
jaren op een huwelijk met Swift aandrong,
en daarvoor had zij alleszins geldige mo
tieven, geraakte bij in groote opgewonden
heid, en stemde ten slotte slechts daarin
toe, op voorwaarde dat deze verbintenis een
geheim karakter zotl dragen.
De huwelijksbevestiging had in 1716 plaats,
in Swift's eigen huis, en werd verricht door
den Bisschop van Clogher. Onmiddellijk na
deze ceremonie gaf Swift blijken van een
zeer bijzondere geestesgesteldheid. Hij snel
de zijn woning uit en begaf zich in groote
haast naar het Paleis van den Aartsbis
schop, met wien hij een geheim onderhoud
had, hetwelk meer dan een uur duurde. Een
van Swift's vrienden trad onverwacht het
vertrek binnen, waar beide mannen zich
bevonden .waarop Swift geheel buiten zich
zei ven de deur uitsnelde.
De binnengekomene, die zulk een storing
veroorzaakte, vond den Aartsbisschop hevig
bewogen en in tranen. Op zijn vraag, wat
hiervan de reden was, antwoordde deze
hem: Ge hebt zoo juist den meest rampza
ligen inensch ter wereld ontmoet, maar
vraag mij nimmer, wat die oorzaak van zijn
rampspoed is."
De aard van het aan den Aartsbisschop toe
vertrouwde geheim is nimmer uitgelekt,
deze kerkvorst heeft het mee in zijn graf
genomen. Wij achten het beter, de veronder
stellingen, welke hieromtrent voor en na
geopperd zijn, op deze .plaats maar niet
naar voren te brengen. Het is dikwijls ge-
wenscht, de verborgen zijde van het leven
van een bijzonder mensch niet te veel in,
het daglicht te trekken.
Swift heeft zich zeer druk bewogen op het
politiek tooneel zijner dagen. Eerst streed
hij aan de zijde der Whigs, en vervolgens
koos hij partij voor de Tories, omdat de
Whigs zich niet bekommerden om kerke
lijke aangelegenheden en hem ook persoon
lijk veronachtzaamden. Zijn felle politieke
pamfletten bezorgden hem veel vijanden,
maar nog meer aanhangers en bewon
deraars. Als eenige belooning voor de vele
diensten door hem aan de Tories bewezen
werd hij benoemd tot „dean" (deken) te
Dublin.
Welk een scherp en stekelig mensch hij kon
zijn, blijkt voldoende uit de wijze waarop
hij den jurist Bett es worth bejegende,
die voldoening van hem kwam eischen
een spotdicht, waarmede Swift hem belache
lijk had gemaakt. Hij drong binnen in des
sohrijvers woning en stelde hem woedend
de vraag: „Bent u de auteur van dit ge
schrift?"
Swift antwoordde, met zeer veel koelheid*
„Meneer Bett es worth, ik heb in mijn
jeugd met groote advocaten omgegaan. Zij
kenden mijn aanleg voor satire en gaven
mij den raad, tegenover eiken schurk of
stommeling, dien ik gehekeld had en die mij
een zelfde vraag zou stellen als u zooeven,
mijn auteurschap te loochenen! Derhalve
verklaar ik u dat ik niet de auteur van dit
geschrift ben."
Toen na den dood van Koningin Anna de
partij der Whigs aan de regeering kwam
trok Swift zich terug naar Ierland waar hij
de rest van zijn leven doorbracht in groote
verbittering. Hij stelde veel belang in ler-
sche zaken hoewel hij niets met de Ieren op
had en zijn verblijf in hun land als een
soort ballingschap beschouwde. In zijn po
litieke geschriften werden de Ieren door
Swift nimmer gevleid; hij schreef de ellen
dige toestanden in hun land toe aan hun
eigen ondeugden. Toch bleek ook zeer goed
hoeveel medelijden hij met hen had. In 1726
verscheen „Gulliver's Travels", zijn meest
bekende werk, een satire in vier deelen.
Swift verklaarde, dat hij dit boek had ge
schreven, „meer om de wereld te kwellen
dan om haar te vermaken."
In 1727 bezocht hij Engeland voor de laat
ste maal. In het jaar daarop overleed „Stel
la". Zijn leven versomberde meer en meer.
De vrees voor krankzinnigheid, die hem zijn
geheele leven had vervolgd, werd 6teeds
drukkender. Toen hij, in gezelschap van een
vriend, op zekeren dag voorbij een verdor
den eik ging, verklaarde hij: Ik ben als die
boom, ik zal van boven sterven!"
Znij gemelijkheid en misanthropie namen
tegen het einde van zijn leven meer en meer
toe. Tenslotte werd hij inderdaad krank
zinnig en overleed vijf jaren later.
Zijn karakter was somber en allerminsi
aantrekkelijk. Hij was zeer trotsch en voel
de daardoor de armoede van zijn jeugd en
zijn afhankelijkheid van anderen des te
scherper.
Zijn pen was scherp, en hij ontzag zich niet
in zijn geschriften tegen politieke tegen
standers zeer persoonlijk te zijn. Meer dan
eenig ander slaagde hij er in om het volk
die zijde te doen kiezen, welke hij in zijn
geschriften op meesterlijke manier had ver
dedigd.
Swift was zeer milddadig en besteedde veel
van zijn Inkomen aan liefdadige doeleinden
Toen zijn testament werd geopend, bleek
dat hij al zijn vermogen had nagelaten aan
den staat, om er een inrichting van m het
leven te roepen voor idiioten en krankzin
nigen. Hij had er deze „pil" aan toege
voegd!
Hij gaf de wein'ge weeld' die hij bezat,
Om voor dé gekken eén tehuis te bouwen.
En zoo, satirisch, elk te doen aanschouwen:
Dat er geen natie dit zóó noodig had!
Eerste Hulp 4"
Om in het gezin aan groot en klein, dadelijk
hulp te kunnen verleenen hij Brandwonden
en Snijwonden en alle andere Huidverwon
dingen, is het zoo veilig thuis altijd bij -Ie
hand te hebben een doos of tube
r PU ROL
MOORDAANSLAG TE NIJMEGEN
Vrijdagmiddag te omstreeks vier uur heeft
zekere H., chauffeur, een moordaanslag ge
pleegd op zijn vrouw in de Passage aan de
G-oote Markt te Nijmegen.
H. stak de vrouw met een knipmes in
den rug, waardoor de rechterlong van het
slachtoffer, dat bewusteloos ineenzakte, werd
getroffen. Zij werd door omstanders opge
nomen en is per ziekenauto naar het St.
Canisiusziekenhuis vervoerd. Haar toestand
was s avonds levensgevaarlijk.
De man is onmiddellijk naar het politie
bureau geloopen, waar hij alles bekende, Hij
verkeerde in zeer opgewonden toestand. Het
mes, waarmede hij de vrouw had gestoken,
heeft hij weggeworpen.
Het echtpaar H. was in een echtscheidings
procedure gewikkeld.
MOTORRIJDER GEDOOD
Vrijdagmiddag te omstreeks half zes heeft
op den Utrechtschen weg bij Arnhem een
doodelijk verkeersongeval plaats gehad. Ter
hoogte van De Brink op het steile gedeelte
van den weg, waar deze een bocht maakt, is
een motorrijder in botsing gekomen met een
hem tegemoetkomende auto, bestuurd door
den heer S. uit Oosterbeek. De motorrijder,
de 23-jarige rijwielreparateur H. A. Michels
uit Renkum, was op slag dood. Het ongeluk
schijnt te zijn veroorzaakt, doordat de motor
rijder zeer slecht licht op zijn motor had.
Ongeveer op het midden van den weg heeft
de auto hem van voren gegrepen.
Het tramverkeer naar Oosterbeek en dat
van den Nederlandschen Buurtspoorweg
naar Wageningen ondervond tengevolge van
het ongeluk ongeveer een half uur vertra
ging.
WOESTELINGEN
Te Venlo werd met zeer veel moeite een
34-jarige dronkaard gearresteerd, die nog
drie vonnissen tegoed heeft.
Tegen een werklooze, wien den toegang
tot den burgemeester was ontzegd, moest de
politie optreden. De man ging een der poli-
tie-agenten te lijf, waarop een worsteling
ontstond. De woesteling werd overmand en
opgesloten.
Land- en Tuinbouw.
DE 100.000 SPEENVARKENS
Men schrijft ons uit Amsterdam:
Waar moet men met de jonge biggen
heen? Het loont niet ze op te tokken, riet
schijnt niet mogelijk ze te verwerken in
worst en dergelijke melange's.
Nu zijn er wekelijks 4U0Ü stuks, waar
mee men geen raad weet, en is ernstig be
sproken ze eenvoudig al te maken, zonder
dut het vlcesch zal worden geconsumeerd.
leder vindi dat verschrikkelijk Maar
mand schijnt toch te weten wat men ^.nders
niet deze kleine krulsiaarjes moet begin-
Er is gevraagd aan Amsterdam, dat nu
eenmaal een groote slokop is. zooiets als de
schrokkige Gijs uit ons kinderboekje of er
plaats was voor dit leger varkentjes. En
oppervlakkig zou ieder zeggen, daar is vol
doende plaats. Bij een leger van 40.000
werkloozein, die het niet te breed hebben,
moet men toch voorzichtig wezen met hei
vernietigen van levensmiddelen.
't Scheen bij nader bekijken van het ge
val toch minder eenvoudig en bij bereke
ning van alle kosten: vervoer, keur en
slachtloon. minder goedkoop. Er was dus
groote neiging om de varkens niet toe te
laten.
De besprekingen met de Vakcentrales
hebben er echter toe geleid dat in elk ge
val een proef zou worden genomen. Men
zal aan de besturen gelegenheid geven mei
het bereide product kennis te maken, en
dan een weg zoeken, om althans een deel
van het varkensleger te brengen tot zijn
natuurlijke bestemming.
Men heeft de hoop, dat als men in Am
sterdam slaagt, ook elders een poging zal
worden beproefd om vernietiging die geen
enkel nut doet, te voorkomen.
Een nader bericht luidt:
De Nederlandsche varkenscentrale is er
in geslaagd, voor een gedeelte der aange
kochte 100.000 speenvarkens een bestem
ming te inden, waardoor deze beesten niet
vernietigd behoeven te worden. De speen-
Radio Nieuws.
ZONDAG IS JANUARI.
Huizen. (296 M.) N.C.R.V. 8.30—9.30 Morgen
wijding door Ds. J. Jeronlmua. Mevr.
Bergh— van Lunteren. sopraan. 1. Zinge
6. Zingen: Tehuis, wa.
(J. d. H. No. 88)
toespraak. 8. Zingi
9. Dankzegging. lu
i veler woning (J. d.
Lak over Joh, 14 2a.
n niet verandering ivf
7. Tweede gedeelte Ut
ml: Gez. 174 --■■
ZingenDe
(J. d.
1. C
5. Gramofoonmuziek.
5.5o. Kerkdiei
Keik), Spul
oonplaat.
tust bil het u
Dankgebed.
MPHPPH 1 en
Fa. 72). 7. Tekat: Matth. 11 16—19. -
Eerste gedeelte der prediking. 9. Zing'
Gez. 205 1. 2 en 3. 10. Tweede gedee
der piedlk'ng. 11. Dankgebed. 12 Zin.
gen: Gez. 241 - 2. 13. Zegenbede.-
gelapel. Daarna tot 7.45 nm. Gramofi
MAANDAG, 16 JANUARI.
Huizen. (296 M.) N.C.R.V. 8—8.15 Meditntlt
8 15—9 30 Gramofoonmuziek. 10.30
Morgendienst Da. Lokhorst. 11.00—
Lezen Chr. Lectuur. 11.30—1200 ürami.
muziek. 12.1512.30 Gi uniofoonmuziek. -
12 30—2.00 Orgelconcert door Jan Zwart.
2.00—2.35 Uitzending voor scholen. Ds. F.
MeUater ..Gregorius van Nazianze» en Grego
-2.'46 Grumofoonmu
ziek. 2.45—3.15 Wenken
3.15—3.30 Cursus knippen e
—3.45 Cursus st..f
1.00—5.00 Bijbelle;
en hoedenmal
■MPIDs. P. Nomes.
5.ÖÖ—6.3Ö Het Stichtach kleinorkest.
7.30 Vragenuurtje. 7.45—8.00 Persberichte!
rerslu.reah 8.00—10.05 Coiiret
door Almelo's Chr. Mannenkoor. 9.009.3
J. Dols. „Pinda's en onze Chineesche Plndm
10.15—11.3
(1875 M.) A.V.R.O. 8.01 Gramo
Hilversum
foonmuziek.
10.15 Gramo
Flink drarg
•u.0110.15 Morgenwijding,
luziek. 10.30—11 Richt
r. 11.0012.00 Orgelcoti
ecital door Annie i
1.30—2.16 Pi-
zijn orkest. 4.30 Causerie door Max Tak.
5.30 Orkest. 6.30—7 00 Boekenhalfuur d
Roel Houwipk. 7.00—7.30 Gramofoonr
ziek. 7.30—8.00 Lezing door Prof. A, M
Sprenger. 8.059 00 Dajos Bcla
kest. 9.00—9 15^ Het IJtreehtscl
o.l.v. Karin Kvv
ngren. 9.16-
MÊ 9 45—10.00
Vrouwenkoor. 1*0.0011.00 Omroepork
11.05—11 30 Omroeporkest. 11.3012.00 Grj
mofoonmuziek.
Brussel (337.8 M.ï (Vlaamsch,e uitzending
12.20 Concert. 1.30 Gramofoonmuziek. -
5 2D Concert 6.05 Kinderuurtje. 6/
cert 8.20 Concert. 10.30 Gramofi
(Fransche uitzending) (509.3 M.) 12.20 Oraiti
foonmuziek. 5.20 Concert. 6.50 Gramo
foonmuziek. 8 20 Concert. 9.05 Gramo»
foorynuziek. 9 20 Concert
Kalundberg. (1153.8 M.) 11 20—1.20 Strijk
orkest 2.504.50 Omroeporkest. 9.00-«
9.35 Omroeporkest. 9.5010.20 Strijkkwartet
Kön Igs wust
Gramofoonmu:
S.50 Concert -
.50 Cello-recital.
pulair concert
)a ven try (1554.4 M.) 10.35 Godsdlenstoefel
ning. 12.20 Concert door Haydn Heard. -J
1.20 Orgelconcert. 2.05 Concert 3.20 So|
nate-recltal. 4.06 Concert Schotsche studl
orkest. 4.60 Concert. 8.20 „Hear, heai
een radio-revue. 9.56 Kamermuziek
iRegio
al (356.3 M.) 12.20 Concert
1.50 Gramofooi
a r s (Eiffel) (1445.8 M.) 7.50—9.20 Solisten
en vocaal-concert.
'arös (Radio) (1724 M.) 12.20 Concert
12.50 Gramofoonmuziek 1.25 Concert. 7.-
Concert 8.20 „La grande Duchesse de G<i«
rolsteln" operette van Offenbach.
Varachau. (1411.8 M.\ 4.20 Kamermuziek.-
5.20 Populair concert 6.10 Diversen
Volledige programma's la
de Omroafigids Duidelijk»
foto's; best verzorgd Radio
blad: 4 gld. per half jaar 01
18 ct per week Ned. Chr,
Radio Vereeniging, Voog
lenzang, Ede Draagt bij i
de omroepkosten.
varkens, welke de volgende week door de
varkenscentrale afgenomen zullen worden,1
zijn bestemd voor consumptie in export. Zij
zullen worden vervoerd naar eenige fa-I
brieken in ons land, die voor den export
werken, en op de buitenlandsche markt1
worden gebracht.
Het betreft hier eenige. duizenden speen-,
varkens. Omtrent een regeling voor de ovel
rige dieren is nog nie s bekend; met de
plaatselijke crisiscomité's is men nog niet
tot overeenstemming gekomen Tot nu toe(
is echter nog geen enkel speenvarken vew
nietigd.
AARDAPPELPRIJZEN
Op Goeree-Overflakkee besteedt men voor
de Eigenheimers-aardappelen 0.40—0.70 per
mud van 70 kilo.
Nog nooit heeft men van zulke lage prij
zen gehoord in de laatste jaren. Het staat
te bezien dat alle groote partijen niet zul
len worden opgeruimd.
DE GOD VAN HET GOUD
EEN VERHAAL UIT WEST-AFRIKA
Door A E. SOUTHON
Naar het Engelsch bewerkt door
1. J. P. B.-V.
(11
Korte inhoud voor nleowe lozers
't Ging mei de zaken van de handelt
lijd niet erg
inden onder de bLan-
te best bekend. Ook
hun but zoo ver van
lilijfplaats der andere blanken was ge-
begreep niemand.
)en goud
Thuis
net Ma. hei
dit had toch een heel geldige reden,
too alleen kou Stretton telkens onopge-
ult Oburindo verdwijnen en er weer In
was 't ook na weer. HIJ was ln *t oer-
verdwaald en bij een klein stroompje
«-«komen. Daar bespiedde hij een twaalf
koning Kwaingu. die bezig wa-
zekere Ji
Giles in staat wi
oesprak Stretton uitvoerig
zij zouden trachten Kwangu
fhandlg te maken.
...;n ander op de hoogte met
ruiken der Inboorlingen, bovendien
eenige goochelstukjes wel Indruk
der menechen te winnen.
De opperpriester Keshona was zeer verbit
terd op den zendeling, die de zieken voor niets
hielp. Geen poging liet hij dan ook onbenut
om Kwangu tegen hem op te hitsen.
HIJ beweerde dat de vele ziekte van 't laat-
Jaar een gevolg was van den toorn der go-
vroeg de
„Kwangu vraagt, wie of de goden vertoornd
heeft", zei Keshona, met een wreeden spot
lach in zijn stem. „Laat de koning in zijn
eigen hart zien, en nagaan, of dat zuiver is!
Heeft hij de wil der goden gedaan? Heeft
hij zijn macht aangewend om er voor te
zorgen, dat ieder hen vreest naar behooren?
Vroeger, ja maar nu Kwangu langzamer
hand het rijk der geesten nadert en de dood
dichterbij komt, fluisterend: Ik kom u spoe
dig halen, Kwangu! is hij nu wel, zooals
hij moet zijn?"
„Ik hob hen trouw gediend; dat kunt gij
heter weten, dan wie ook, Keshona" ant
woordde de ongelukkige vorst.
„Waarom is er dan een blanke man ln
de stad op den huidigen dag. die een ande
ren God verkondigt, en die zijn hand legt
op degenen, die onze goden hebben ver
worpen, omdat ze kwaad hebben bedreven?
Vroeger, voordat Kwangu het water dronk
van den blanken man, dat zoo prikkelt in
je aderen en brandt als een vuur, vroeger
zou hij niet toegelaten hebben, dat een
blanke priester in zijn stad vertoefde Npen,
Kwangu is veranderd, maar de goden zijn
hetzelfde gebleven. Zij kunnen ook een ko-.
ning verwerpen, Kwangu, en als de Dood
u in zijn ijzige armen sluit, kan hij de ziel
eens konings evengoed naar het geestenrijk
verwijzen als de ziel van een slaaf* Kwangu
is invloedrijk in de stad maar in het
doodenrijk zal hij zoo mak zijn als een lam
metje. Wees gewaarschuwd, Kwangu; Je
hebt gespot met de goden: en de goden laten
niet met zich spotten."
Keshona's hooge, welluidende stem, weer
klonk meedoogenloos; angst beklemde de
gemoederen van de inbooriingen en dat van
den vorst Welbewust ging de priester op
ejjn doel af en als hij zijn verwenschingen
uitte, bezielde hem steeds een soort demo
nische razernij, die hem in staat stelde te
spreken met een huiveringwekkende over
tuiging. Kwangu zat te beven; zijn zwaar
lichaam schokte bij elk woord, dat de don
derende stem des priesters liet rollen.
„Maar wat kon ik er aan doen? Je hebt
zelf gehoord, hoe de gezaghebber me ver
telde, dat ik eenvoudig had goed te vinden
dat de blanke man in ons land kwam. Als
Ik hem dood maak zullen zijn soldaten
komen en ons opeten* Willen de goden ons
dan allemaal ten gronde richten? En zoo
ja, wie zal hen dan offeranden brengen?
Zeg op, Keshona, wie zal het dan doen? Gij
beschikt over veel wijsheid. Vertel ons, wat
de goden willen!"
„Verdrijf den blanken priester", antwoord
de Keshona proinot „Hij zegt, lat hij ons
volk heelt van zijn kwalen; maar hij be-
toovert ze met de geheimzinnige tooverij Ier
blanken: en daarmee heeft hij nun harten
verdwaasd. Gisteren heeft hij do ziel van
Gundipo, den zoon van Ola, tot zich ge
trokken, zoodat Gundipo er zelf niets meer
van voelde, als je hem met een mes be
werkte. Het is alleen aan mijn kunst te
danken, dat de ziel van Gundipo weer in
zjjn lichaam is teruggekeerd".
Van verdooving hadden de menschen in
het land van Kwangu nog nooit gehoord en
het verhaal, hoe Noordaa pijnloos een abces
uit de elleboog van Gundipo had verwijderd
was als een loopend vuurtje door de st
gegaan. Keshona was zich er wel degelijk
van bewust geweest, dat dit een ernstige
inbreuk beteekenen zou op zijn prestige, en
daarom had hij listiglijk van deze wijze vai
voorstellen gebruik gemaakt, om het verlo
ren terrein te herwinnen- Daarom prober
hij deze operatie van Noordaa te gebruiken
als een wapen tegen den zendoling zelf, en
een machtig wapen ook.
Kwangu, die al een beetje van streek was
door zijn strenge vonnis, datt hij geveld hnd
over den ongelukkigen Rulopi, svas juist op
het punt om zijn stem te verheffen, toen uil
een hoek van de zaal iemand vroeg:
„Kwangu, is het geoorloofd, dat ik een
woord richt tot Keshona?"
De koning knikte, eigenlijk tegen zijn zin.
Fluks rees een jorige vorstenzoon overeind
en schreed in de richting van Kwangu, voor
wien hij zich eerbiedig ter aarde boog. De
priester, die zich reeds bij voorbaat had ver
heugd op het behaalde succes, voelde opeen -
iets van onzekerheid in de lucht hangen Deze
jonge man was niemand -u..*1 re dan V. -
hala, de ovdste /eon van Kwa'.gu; het w
dp eenige man in de stad van Fwangu. dip
r.iet bang was voor den vore:.
De oude vorst was zwiir eehn *v*d. Maar
zijn zoon won het toch nog van hem in
lengte- Zijn forsche gestalte vertoonde 6prc-j
kende gelijkenis met die van Kwangu, zooals
die er in zijn jeugd had uitgezien, voor da
ouderdom en drankzucht hun sporen daarop
hadden gedrukt Veel kinderen had Kwangu
gehad, voordat Moshala hem geboren werd,
maar die allen waren gestorven in hun
prilste jeugd. Moshala was de zoon, die hij
gewonnen had, toen hij reeds op rijperen
leeftijd gekomen was. Moshala had de licha
melijke kracht van zijn vader geërfd jen bo
vendien ook zijn verstandelijke gave'n, die
juist in die jaren van Moshala's geboorte
het best waren ontwikkeld.
Toch bestond er geen goede verstandhou
ding tusschen vader en zoon. Kwangu had
geprobeerd zijn zoon ontzag in te boezemen.
Maar de vorstenzoon had luidkeels hem uit
gelachen- Als hij gedurfd had, zou hij ge
weld gebruikt hebben tegen Moshala, toen
hij nog in zijn vlegeljaren was. Maar «lat
durven de vaders in Afrika niet en zeker
niet tegen hun oudste. V weg door Ie gevaren
van het Doodenrijk kan alleen gebaand wor
den, wanneer er getrouwelijk veel offers
worden gebracht door de zonen en als er nu
een wrok post vat in het hart van de kinde
ren, omdat de vader al te streng is geweest,
zou dat licht kunnen leiden tot verwaarloo*
zen van de offerplicht. En, hoewel Kwangu
dus heel vaak lust had gehad om Mosh In
te tuchtigen, was hij daarvan toch weer
houden door de onbestemde angst voor de
geesten uit het Doodenrijk. Dit nam even
wel niet weg, dat hij Moshala ook niet te
meer daarom lief had.
Al zijn liefde had Kwangu overgedragen
op zijn tweeden i, Twala; deze was op
dat moment neergehurkt teren den muur,
vlak bij de openin0, die toegang gaf tot,
Kwangu's particuliere vertrekken. Twalï
was een slanke jongeling, met een onbe
schaafd gezicht en wreede trekken om zijn
mond Een trilling was er door zijn leden
gegaan, toen Kwangu Kulopj ter dood had
veroordeeld, want, er waren meer vrouwer
uit s vorsten harem, die zouden kunnen
vertellen van geheime ontmoetingen, en
ofschoon Kwangu zijn uite.ste best had ge
daan om dit geheim te houden, was hij tocï
niet geheel en al zeker van zijn zaak, want
de vrouwen in Afrika zijn bablielziek; en
vooral, wanneer hun minnaar een vorsten
zoon is, zijn de verhalen van hun liefde fan
tastisch en veel.
Schijnbaar onder den indruk van Kwani
gu s rechtpleging, leunde hij achterover tegen
de deurpost; in werkelijkheid echter luis
terde hij gespannen naar wat zijn mnedet
hem daar door de kleine opening stond m
te fluisteren, vanuit de donkerte der
grenzende kamer.
Medalo, Twaia's moeder, was de tiende
vrouw van Kwangu. Zo was vreeselijk ja-
loersch op Moshala, die als oudsie /.oon zeker
de aangewezen troonopvolger was Maar er
was toch nog altijd een kansje, dat Mosbula
iets zou doen, dat den koning derrhatp zou
vertoornen, dat hij op de in het binnenland
gebruikelijke wijze, zijn zoon zou onterven
ten behoeve van een jongeren zoon. Het zou
wei niet gemakkelijk gaan, want Moshala
was zeer geliefd bij de andere vorsten In
tegenstelling met Twala, aan wien ieder het'
land had, omdat hij onbetrouwbaar en
wreed was.
(Wcnlt vervolgdy