Gemengd Nieuws. DE GOD N HET GOUD DINSDAG 10 JANUARI 1933 HERDENKING VAN PRINS WILLEM VAN ORANJE Er zal vermoedelijk geen monarchie zijn, welks vorstenhuis zich zoozeer in de liefde der onderdanen mag verheugen als het Huis „Oranje-Nassau". Geen dynastie heeft in den loop der eeuwen meer opofferings gezindheid en onbaatzuchtigheid getoond. Het Nederlandsche volk ziet in Willem van Oranje, geboren in 1533. zoon van Willem den Oude en Juliana van Stolberg, den grondlegger onzer staatkundige vrijheid en den kampioen der gewetensvrijheid. Goed noch bloed is hem gespaard gebleven ia de bange worsteling met het trotsche machtige Spanje. Indien het de Oranje's er om te doen ge weest zou zijn zich een troon te veroveren, zou hun dit geen moeite gekost hebben, zij hadden meermalen de kroon voor het opra pen, toch bleven zij de dienaren der Staten, We noemen slechts de jaren 1672 en 1747, toen het volk om Oranje riep teneinde de Franschen uit het land te verdrijven, of het jaar 178.7, toen de Stadhouderlijke familie, na uitwijking der Patriotten weer op triom fantelijke wijze door de Hagenaars werd binnengehaald. Napoleon Bonaparte en zijn neef Napo leon III daarentegen namen de eerste de beste gelegenheid waar om zich een kroon op het hoofd te drukken, maar de Oranje's hebben gewacht totdat de kroon hun als het ware in 1814 door het volk werd opge drongen. Hun troon is niet bij verrassing beklom men. maar het was de spontane wensch van het Nederlandsche volk, dat Willem I hun Souverein Vorst zou zijn, bij de gratie bun Gods. De liefde tot ons Vorstenhuis is van geen dag of uur, maar een groeiproces van eeuwen, door alle lagen der bevolking, zoo dat we spreken mogen van het drievoudig historisch gegroeide snoer: „God, Neder land en Oranje". Prins Willem van Oranje en zijn broe ders, hebben have en erve, goed en bloed geofferd op het altaar van het vaderland, om ons gewetensvrijheid en een zelfstandig nationaal bestaan te verzekeren. In 's Prinsen Apologie (verweerschrift) tegen den banbliksem van Filips II, richt te Oranje het woord tot de Staten Generaal met een indrukwekkende vragenderwijze verdediging: „Waartoe hebben wij al ons goed als tot een roof en een buit gesteld? Was het om ons daarmede rijk te maken? Waarom hebben we onze eigen broeders verloren, die ons liever waren dan ons leven? Is het ge weest om anderen terstond te vinden? Waarom onzen zoon zoo lang in hechtenis gelaten? Waarom ons leven zoo dikwijls Vanaf liet oogenblik dat de Prins onze zaak koos, zijn armoede en verdriet zijn deel geweest Zijn oudste zoon Philips Willem, die te Leuven studeerde «verd met schending van de privelegiën der Leuvensche hoogesohool, naar Spanje weggevoerd. Graaf Adolf ,de jongste broeder van den Prins, sneuvelde in 1568 bij Heiligerlee. Lodewijk en Hendrik van Nassau, lie ten in 1574 bij Mook het leven. Jan de Oude, van wien onze geëerbiedig de Koningin in rechte linie afstamt, ver liet in 1581 van armoede ons land. Hij kreeg als stadhouder van Gelderland zijn traktement niet op tijd uitbetaald en moest zoodoende de allernoodzakelijkste levensbehoeften, zooals brood en vuur, ont baren. Drie jaren later viel Oranje zelf, doodelijk getroffen door een sluipmoordenaar. De laatste gedachten van den stervenden Prins, gingen naar ons volk uit: „Mon Dieu, mon Dieu, aie pitié de mon &me et de ce pauvre peuple" (mijn God, mijn Gód, erbarm U over mijn ziel en over dit arme yolk). Op de vraag zijner zuster fit hij zijn ziel ïn Christus' handen stelde, kon hij nog met een flauw „ja" antwoorden, daarna gaf hij na weinige oogenblikken den geest. Wanneer we het antwoord zouden moe ten geven op de vraag, waarom de Prins voor onze heilige beginselen in het krijt is getreden, dan moet het luiden: omdat er tussclien den Christus en hem een persoon lijke levensband was ontetaan waardoor hij kracht ontving zijn roeping staande te houden en e volbrengen Daarom kon Oranje aan den moeilijken strijd de ware bezieling en wijding geven, want het vast verbond hetwelk hij met den Potentaat der Potentaten gemaakt had, wankelde aiet. Achter Oranje stond Chris tus, die zijn armen ondersteunde. Hetzelfde geloof, dat Mozes kracht gaf, groot geworden zijnde, te weigeren een zoon van Pharao's dochter genaamd tie wor den, was Oranje's deel. Evenals Israël onder leiding van Mozes, de Egyptische boeien slaakte, zoo was Prins Willem van Oranje de man. onder wiens aa*--oering en bezieling ,onze voor vaderen zich het Spaansche juk hebben af geschud. Mozes en Oranje," ze vertoonen in meer dan een opzicht met elkander gelijke- 11 Beiden mochten niet in het ouderlijk huis opgevoed worden, maar aan het hof van den machtigsten vorst der aarde. Beiden werden onderwezen in alle weten schappen en bekwaamheden van dien tijd en in een ander geloof dan- hetwelk door hun ouders omhelsd was. Beiden hebben dezelfde keuze gemaakt tusschen, eenerzijds smaadheid en verdruk king met een arm volk of eer en roem met wereldgrooten. In de H. Schrift lezen we dat de man Mozes zeer zachtmoedig was. meer dan alle andere menschen, die op den aardbodem waren. Na den moordaan slag van Jean Jaureguy (1582), schreef de Prins op zijn ziekbed, aan zijn bekenden vriend Marnix van St. Aldegonde, over de medeplichtigen als volgt: „Ik voor mij ver geef hun gaarne, en zoo zij evenwel de doodstraf hebben verdiend, bemoei u dan, dat de rechters hun geen foltering aan doen, maar zich met hun dood tevreden stellen". Dit is een bewijs van het hoogstaan de zachtmoedige karakter van den Prins en verder toont het ons dat hij zijn tijdge- noofcen op het gebied der rechtspleging enkele eeuwen vooruit was. We beschouwen de vrijheid van i dienst in ons vaderland, sedert meer dan en eeuw, als een heel gewoon grondrecht. Om te beseffen wat dit in de tweede helft der zestiende eeuw beteekende, moet men zich kunnen verplaatsen in bet recht, de zeden en gewoonten van dien tijd. In het staatsrecht werd toen de meening gehuldigd, dat de vorst het recht had om te bepalen, wélke godsdienst de heerschende zou zijn en die zijn onderdanen moesten aannemen. Met de korte leuze: „Wiens gebied diens godsdienst" werd dit weergegeven. De toentertijd absolute monarchen, beschouw den zich als patriarchen, over een groote familie, die vanzelfsprekend 's vorsten ge loof omhelsde. Indien de vorst van geloof veranderde ging de geheele hofhouding met hem mee. Onder Constantijn de Groote, werd het kruis dan ook, inplaats van teeken van schande, teeken van eer. Welk een titanenstrijd om gewetensvrij heid te eischen van Philips II, den machtig- 6ten koning van Europa, die zich als taak gesteld had de ketters uit te roeien en meende door het houden van een auto da fé, een Gode welgevallig werk te verrichten. Prins Willem van Oranje contra Philips II; de verdraagzaamheid tegenover de on verdraagzaamheid. Na het begin van den tachtigjarigen oorlog, verklaarde Oranje, dat hij vrije uit oefening, zoowel van den Roomschen als van den Gereformeerden godsdienst wensch- tc en de Katholieke geestelijkheid met rust gelaten moest worden, voor zoover zij zich niet vijandig betoonde. De Prins vermocht niet geheel tegen den tijdstroom op te roeien, en kon niet ver hinderen, dat de Staten den Roomschen eeredienst verboden, evenwel de vrijheid van geweten bleef ongerept De Calvinisten betoonden zich, waar zij de macht in handen hadden, verdraagza mer dan de Roomschen. Nog méér dan een eeuw later, werden de Hugenoten na de opheffing van het Edict van Nantes (1685) door den Zonnekoning, Lo dewijk de Veertiende, te vuur en te zwaard vervolgd. In de Unie van Utrecht (1579) werd 's Prinsen gedachte ten aanzien van de ge wetensvrijheid in art. 13 het best vertolkt Al waren aan de Katholieken ook minder rechten toegekend, de hoofdzaak was, dat bepaald werd dat niemand ter zake van zijn religie vervolgd mocht worden. Zoo stak Oranje op velerlei gebied als een lichttoren hoog boven zijn tijdgenooten uit. Het dankbare nageslacht herdenkt in '33 de geboorte van den nationalen held bij uitnemendheid en eert hem als de Vader des Vaderlands. Hillegersberg. VAN DER PAUW, Leeraar M.O. Staatswetenschappen Uit de Antirev. Partij. Dezer dagen kwam de A.R. Sta ten-Kies kring Cent) ale „Den Helder" te Broek op Langendijk in jaarvergadering bijeen. Na het openen op de gebruikelijke wijze werden de heeren A. Lever en S. Steensma in het bestuur herkozen. Evenzoo voor het Prov. Comité de heer Steensma. Betreffende een voorstel van het bestuur om een nieuw artikel 6 toe te voegen het welk luidt: „Indien het Centraal-Comité van A.R. Kiesvereenigingen een Centralen Convent samenroept, schrijft het bestuur van de Sta ten-Kieskring-Centrale tijdig een vergadering uit, ter bespreking van de agen da van het Centralen Convent", werd beslo ten de afgevaardigden hierin vrij mandaat te geven. Besloten werd drie afgevaardigden te kie zen voor het Centralen Convent. Hierna werd het woord gegeven aan het lid der Ged. Staten in Noord-Holland, Mr. A. Bruch, die een rede hield over: „Ook in crisistijd Antirevolutionair", waarop een aangename gedachtenwisseling volgde. EEN WINKEL LEEGGEHAALD Te Valkenburg (L.) zyn 's nachts dieven de manufacturenzaak van Roemers binnengedron gen door het indrukken van een ruit en het opensluiten van de deur van achteren in het pand. Ze braken de beide cassa's open, stalen er f 50 uit, namen twee costuums, twee over jassen en hoeden mee ter waarde van f 200 en verdwenen weer door de achterdeur met me deneming van een fiets. Men meldt ons uit Bodegraven: Terwijl de heer W. Zondagavond naar dc R.K. kerk was, hebben ongenoode gasten zich toegang verschaft tot zijn woning. Met een valschcn sleutel zijn de dieven het huis binnen gedrongen en hebben uit een ijze ren geldkistje ongeveer f 1500 aan bank papier en zilvergeld ontvreemd. De politio heeft direct een uitgebreid onderzoek inge steld. Wij vernemen nog, dat de heer W. juist een dag tevoren het geld had opge vraagd om de benoodigde wagons kolen, die hij wachtende was. te betalen. NIEUW LEVEN IN EEN OUDE STAD Zendeling James P. Leynse, missionaris van de American Presbyterian Mission to Peiping, het voormalige Peking, schrijft ons Wat een heerlijke voorbereiding voor de Kerstdagen. Welk een groot wonder heeft God gewrocht. De oude stad Peiping tot nu toe veelal koud en gereserveerd, heeft een groote geestelijke opwekking door gemaakt Een opwekking, welke deel uitmaakt van een diepe geestelijke strooming, welke zich reeds wijd vertakt heeft over Noord China. Gedurende een maand van opwekkings diensten hebben wij vaak een duizendtal menschen zien neerknielen en gezamenlijk ieder voor zioh, hardop hooren bidden, zoodat het klonk als het ruischen van vele wateren. Nooit te voren hebben wij te Pei ping zooveel menschen naar vier diensten per dag zien komen. Nooit te voren onze kerkleden zoo in vuur gezien voor het win nen van hun naasten. Honderden beleden hun zonden en kozen openlijk de zijde van Christus. Een groot aantal beloofden geld, op een oneerlijke manier verkregen, terug te zullen betalen Een oude rijke heer gaf het bezit van zijn jonge concubine op, een andere zijn opium- pijp, een voorname dame gestolen goederen, een student zijn anarchistische voornemens en een jonge man beleed een moord, welke hij gepleegd had. Bedienden bedkenden hun afzetterij-systeem en waardige regerings ambtenaren hun valsche pretenties. Diep verborgen zonden werden openbaargemaakt en de verlossende kracht van Golgotha men in de vreugde tranen en stralende ge zichten. Kerkleden, voorheen koud en critisch, wer den vervuld met een nieuwe levenskracht. Hun leven en werken spreken nu van Goddelijke energie. Predikanten en evange listen wijdden zich opnieuw tot hun levens taak, en kerkleden gaven zich aan het on gesalarieerde evangelisatiewerk. Op een Zon dagmorgen knielden 80 van onze leden neer om te worden ingezegend tot deze arbeid. Na tien dagen van bijeenkomsten in onze kerk trokken wij naar een groot gebouw -in het centrum van de stad. Daar hielden wij gezamenlijk bijeenkomsten, driemaal per dag, in het geheel 32 dagen. In de wijdings.- diensten werden 76 evangelisatiegroepen ge vormd, iedere groep bestaande uit drie tot zeven „vrijwilligers". Het enthousiasme, waarmede de menschen de banier des krui- ses volgden was een inspiratie. Waardige oude heerén in zijden en satijnen gewaden, dames in auto's, jongens en meisjes van de Zendingsscholen, studenten en de ongelet terde man uit het steegje droegen allen banieren en vlaggen met Bijbel en teksten in hun begeeren om het Evangelie te ver spreiden. Dr Kung, wiens familieleden in 1900 ter- wille van het Evangelie vermoord werden, en die een litteeken op zijn hoofd heeft sinds de dag, dat hij zelf voor 't Koninkrijk Gods bijna onthoofd werd, getuigde, dat hij in de veertig jaren van zijn Zendingsdienst nog nooit zoo'n groote en diepe geestelijke opwekking heeft medegemaakt Het begon op onze Zendingspost. Sinds jaren hadden wij de behoefte voelen groeien voor een nieuwe openbaring van geestelijke kracht, en had'den wij gewerkt voor zielen. Maandenlang waren wij ons bewust ge weest, dat de Heilige Geest komende was. Wij hoorden, dat er te Shanghai een Evan- gelisatiegroep, genaamd Bethel, bestond, en inviteerden hen naar Peiping te komen. Vijf Chineesche jonge mannen arriveerden. Dr John Sung en Dr Andrew Gih als spre kers, de heer Frank Lin als evangelist en vertaler en de heeren Philip Lee en Lincoln Nieh pis solo-zangèrs, zangleiders en wer kers onder studenten en scholieren. Reeds de tweede dag begrepen wij, dat in deze jonge mannen de kracht Gods in bij zondere mate tegenwoordig was. Zeer spe ciaal waren zij voor hun moeilijke taak ge schikt Zij preekten zeer eenvoudig, maar doelbe wust. Hun toespraken waren een openba ring van Chineesche evangelisatie-tactiek. Zij namen geen Bijbel-teksten van hier en daar, maar verklaarden de Schriften woord en beeld, speciaal in beeld. Vers na vers en hoofdstuk na hoofdstuk legden zij uit, veelal een geheel hoofdstuk in preek, zoodat de harmonie van den Bijbel duidelijk wérd. Al naar gelang de preek zich voortzette lazen de menschen gezamen lijk en hardop de bijbelverzen. Zooveel mo- gelijk maakten zij die dienst minder domi- nee's-centrisch. Zij lieten de gemeente ge zamenlijk en hardop bidden, in overeen stemming met Chineesche traditie er bruik, zonder dat het eenige verwarring to weeg bracht Zij lieten de menschen pak kende chorussen zingen, veelal uit Bijbel teksten geconstrueerd en herhaalden die aldoor gedurende de verschillende punten van de preek. Bij het uitgaan werd dit weer herhaald en vaak door de menschen voort gezet tot ver op straat Soms ook was er voor de preek gelegenheid om met enkele zin iets te zeggen; op een Zondag morgen deden dat bijna honderd menschen in vijftien minuten. In overeenstemming met de Chineesche mentaliteit legden de sprekers de nadruk op het belijden van zonden. Daartoe hiel den zij tusschen de bijeenkomsten spreek uren in ons huis. De huis-eet-studeerkamer en gang, ja zelfs de slaapkamers waren vaak vol met zoekende zielen. Humphrey en Waldo, terug van school, liepen soms in verwondering en vrees tusschen al die knielende menschen door. Dikwijls ervoe ren wij gedurende die dagen Markus 220: „En zij kwamen in huis, en er vergaderde wederom een schare, alzoo, dat zij ook zelfs niet konden brood eten". Vele kerkleden brachten voedsel mee naar den middagdienst, zoodat zij hun plaatsen konden behouden voor de avondbijeenkomst Degenen, die in de buurt wonen, hielden open tafel voor vrienden van ver weg. An deren hadden kerkleden te logeeren. Iedere nacht bleven een aantel Christenen op ban ken en deuren in het evangelisatielokaal, dat dicht bij de kerk ligt, slapen om toch maar op tijd te zijn voor den vroegen mor gendienst. Een oude vrouw op kleine ge bonden voetjes, strompelde lettere dag over straat om alle diensten te kunnen bijwonen Een man liep iedere morgen en iedere avond twee uur heen en weer naar de kerk. Moe ders stonden om Vier uur op om het huis houden tijdig op orde te hebben en geheele families besloten geen warm eten te gébrui ken, zoodat allen naar de bijeenkomsten zouden kunnen gaan. Het afscheid op den laatsten avond was zeer indrukwekkend. Honderden menschen stonden met lichtende lampions langs de donkere straat van onze Zendingspost. Het muziekkorps, het zingen van de menschen, het gebed op straat en de vele jonge man nen, die de auto voorttrokken, maakten een onvergetelijken indruk. Ook op het perron was een groote menigte tegenwoordig. Vrouwen, schreiden en mannen zongen toen de trein vertrok, maar allen baden, dat de blijde boodschap des heils naar andere plaatsen, zou worden verspreid. Bidt voor ons te Peiping. Comité's voor de voortzetting van het werk zijn reeds druk bezig. „Voluntairs" verkondigen het Evan gelie. Bijbelklassen en -cursussen voor lei ders zijn reeds begonnen. In de „Wacht toren", een kamertje in onze kerk, is iedere dag van 's morgens zeven tot 's avonds zes uur iemand aanwezig om te bidden; ieder Christen heeft een vastgesteld uur. Spe ciale wekelijksche verslag-bij eenkomsten zijn druk bezocht Huisbijeenkomsten en morgenbidstonden zijn georganiseerd. Wij rekenen op uw medewerking in gebed. Geve de Heere ons Zijn volle overwinning. Met een hartelijke Kerstgroet en een rijk "~1 toegewenscht van ons vijven, Uwe voor Christus en China. JAMES P. LEYNSE. STAKINGSRELLETJES TE ZWOLLE POLITIE AGENTEN VERWOND. Maandag hadden te Zwolle stakingsrelletjes plaats in verband met het conflict bij Reinders Olie fabrieken. Een chauffeur van een der vrachtauto's van de firma Reinders bemerkte onder het rijden dat enkele stakers op zijn wagen waren geklom men en bezig waren de lijnkoeken op straat te werpen. Toen hij 6topte werd hij dadelijk ringd door een aantal stakers. De politie spoedig ter plaatse, om den man te ontzetten. De politie moest wegens het opdringen der menschen van den gummistok gebruik maken. Bij het uitgaan van de fabriek kwam het tot ernstiger conflict. Bij een werkwillige werden de ruiten ingegooid. Verscheidene werden gemolesteerd en enkelen mishandeld. Aan deze gewelddadigheden namen slechts klein percentage stakers deel. Het waren vooral opgeschoten jongens. Om 10 uur des avonds drong de massa voor de fabriekspoort zoodanig op en werd een zoo dreigende .iou- ding aangenomen, dat de politie moest in grijpen. De menigte keerde zich toen tegen politie. Er werd met steenen gegooid, w.iar- door de majoor van politie Meyerink ernstig gewond werd, dat hy moest worden weggedragen. Enkele andere agenten liepen lichte verwondingen op. Met geweld heeft de politie de buurt schoongeveegd. Toen alle fabriekspersoneel weg was, werd om half elf de politiebewaking ingekrompen tot drie man, onder een majoor. De majoor bevond zich op het fabrieksterrein. De drie agenten stonden vlak bij en tusschen een menigte van ongeveer 500 man, in hoofdzaak nieuwsgierigen,, met slechts weinig stakers er tusschen. Plotseling werd van achter deze menigte met steenen gegooid, waarvan een den agent Wessels tegen het hoofd trof. Deze trok zyn sabel en sloeg, geholpen door zijn collega's, op de massa m, die naar alle kanten vluchtte. Even later kwam de majoor politie Meyerink er by, die eveneens deel zou nemen aan het vrijmaken van het terrein voor de fabrieken, maar hy werd getroffen door een stuk van een dakpan onder het rechteroog. Bewusteloos werd hij een huis binnengedragen en vandaar per auto naar het ziekenhuis ver voerd. Ook de andere agenten kregen lichte verwondingen, omdat voortgegaan werd met gooien. Eerst toen er versterking gekomen was, gelukte het de politie, de aangrenzende straten te ontruimen. DRIE WONINGEN IN DE ASCH GELEGD Men meldt ons Den Bosch: In de woning van den arbeider A. Visschers aan de Vischsteeg te Raamsdonkerveer brak Zaterdagavond omstreeks 7 uur brand uit. Dor de rieten dakbedekking greep het vuur snel om zich heen. De belendende woningen, bewoond door W. van Strien en M. Mekes, die eveneens met riet waren bedekt, werden nog voor de brandweer aanwezig was, door het vuur aangetast. In weinige oogenblikken stonden ook deze in lichter laaie. Toen de brandweer arriveerde viel er niets meer te redden. Zij bepaalde zich uitsluitend tot het nathouden van de belendende perceelen. Zy slaagde er dan ook in deze te behouden. De drie woningen brandden tot den grond toe af. Omtrent de oorzaak van den brand tast men in het duister. De schade wordt door verzeke ring gedekt. ERNSTIGE YAL De leidekker H. Jansen uit Ottersum had het ongeluk, terwyl hy werkzaam was aan een nieuwbouw te Raarlo, het evenwicht te verlie zen en van het dak te vallen. De ongelukkige werd naar het R.K. ziekenhuis te Venlo over gebracht, waar bleek dat hy een ernstige wervelfractuur had opgeloopen. Voor zyn leven wordt gevreesd. Op een bouwwerk aan den rijksstraatweg te Haarlem viel de 17-jarige loodgieter W. Zwaan van een drie meter hoogen steiger. Hij is met een lichte hersenschudding en inwen dige kneuzingen naar de St. Mariastichting overgebracht. Ongeveer vyf minuten later liep op hetzelf de bouwwerk een 17-jarige loodgieter met een emmer kokende mastiek op den schouder in een 50 centimeter diepen kuil. Hij kreeg de kokende massa over gelaat en handen en liep zware brandwonden op. Hy is eveneens naar de St. M aria-stichting gebracht. DE POSTDIEFSTAL TE WINSCHOTEN By Geldrop (N.-Br.) deed de justitie een in val by zekeren K., afkomstig uit Finsterwolde (Gr.), die ervan verdacht wordt betrokken te zijn geweest by den postdiefstal te Winscho ten. Het onderzoek in de woning duurde 2% uur, doch het leverde geen resultaat op. DE STRANDING VAN DE „ALEXA". Men meldt ons uit Terschelling: De reddingsboot .Jnsulinde" van Oostma- horn heet den kapitein van de gestrande Finsche houtboot „Alexa", die aanvankelijk had geweigerd het schip te verlaten, van boord gehaald. Daarmede is de geheele bemanning, welke bestond uit veertien personen, waar onder drie vrouwen, gered. De reddingsboot lar Oostmahorn teruggekeerd. De deklast van het schip is weggeslagen. De sloepen aan boord zyn vernield. Een reddinesboei is aan gespoeld. De sleepboot „Holland" trachtte het schip vlot te trekken. WOENSDAG 11 JANUARI. Hulzen (296.1 M.) 8 00 NCRV-klok. 8.00— 8.16 Schriftlezing en meditatie. 8.15 Tijd sein. 8.109.30 Moi'genconcert. l'J.00— 10.30 Zang door het NCRV Dameskoor. 10.3011.00 Morgendienst te leiden door K. Prins, Geref. Pred. te Naarden. 11.00 12.00 Populaire bespeling van het NCRV-orgel 12.00—12.15 Politieberichten. 12.15—2." Middagconcert te geven door het Trio Vi tist J°v *G ui kei 2.00—2."! Landbouwuu" tje Spreker: de heer C. Vink. Hoofd der Chr. La gere Landbouwschool, te Ottoland. Onderwerp Varkensteelt. 3.00-3.30 Lezen van Chr. loc- tuur. Voorgelezen wordt: De Ster van Zuid- Afrika, door L. Penning. 3.30—5.00 Het uur tje voor onze Zang- en Muziekvcreenigingcr 5.006.00." Kinderuurtje, te lelden door Me D. Boelhouwer, te Rotterdam, met medewei king van' Mevr. C. v. Renssenv. d. Voorde, te Bennekom. zang en Mej. G. Koeman, te versum. piano. 6.006 15 Gramofoonmuzlek 6.156.30 Spreker de heer A. Stapelkamp, retaris van het Chr. Nat. Vakverbond in derland. 7.468.00 Persberichten van Ned. Chr. Persbureau. 8.0010.30 Coi door de Haarlemsche Orkest-vereen, o.l.v. F. Schuurman. Soliste: Hanny Scheffelaar Klots. 8.00—9 00 Muziek. 9.00—9.30 Spreker de here N. Schenkman te Amsterdam. Onderwerp „Tochten in de Fransche Rlvièra". 9.30— 10.30 Vervolg concert. plm. 10.00 Persbe- foonmuziek. 10.15 helders in de Continu-bedr(Jven. Notenkrakers o.l.v. Daaf Wins. 12.01 K'ein orkest o.l v. P^iul Duchant. 2.00 nUnsth Philharr V.P.R.O. 10.00 Morgenwijding. R.V.U. 11.00—11.30 Lezing van Zuster P. Mey- boom: Verzorging van de zuigeling. 6 30— 7.00 Otto van Tusschenbroek: Slotlezlng den cursus: Karakteriseering van het we en werk van den kunstenaar als schilder als beeldhouder. Srussel. (337.8 M.) (Vlaamsche uitzending^ 12.20 Concert in het Grand Hotel te Antwer pen. 1.20 Gramofoonmuzlek. 5.20 Concert Omroeporkest. 6.20 Gramofoonmuziek. 6.50 Concert. no "recital0 door 1 MevuO Fischbachde Vos. 8.20 Concert door het Omroeporkest laven try (National). (1554.4 M.) 10.35 Mor genwijding. 12.20 Orgelspel. 1.05 Leonar do Kemp en zjjn Piccadilly Hotel-orkest. 2.20 Gramofoonmuziek 3.20 Piano-recital 3 35 Sted. orkest van Bournemouth. 5.05 Or gelspel. 6.50 De grondslagen der muziek Schubert-liederen door Joh. Armstrong (te nor) en Lily Zaehner (Sopraan) 8.20 Bach- concert uit de Queen's orkest o.l.v. van Sir Henry Wood. 10.35 „Pierrot in Music". Kalundborg (1153.8 M.) 11.21—1.20 Concert 1.20 Gramofoonmuziek. 3.205.00 Concert, 7.21 Kamermuziek door S. C. Felumb. Könlgswusterhausen (1634.9 MA 5.50 Ochtenconcert uit Berlijn. 11.20 Gramofoon. platen. 1.20 Gramofoonmuzlek. 5.15 Varia ties C gr. t. van Mozart 8.30 Concert door het BerliJnsch Phllharmonlsch orkest. Langenberg (472.4 M.^ 6.26 Gramofoor.pla- ten. 10.40 Grnmofoonplaten. 11.20 Popu lair concert. 12.?0 Concert o.l.v Eysoldt' 4.20 Concert ol.v. Wolf. 9.50 Blaasorkfst uit Engeland. 10.4011.20 Populair concert London Regional (355.9 M.) 10.35 Morgen wüding. 1.20 Orgelconcert. 2.05 Concert Stu dio-orkest 6.50 Concert d. h. BBC-orkost. 7.50 Concert. 8.20 Vaudeville-progrs 9,60 Concert Radio-Militair orkest. 8.20 Symphonie-orkest Volledige programma's In de Omroepgids Duidelijke foto's; best verzorgd Radio blad: 4 gld. per half jaar of 18 ct per week. Ned. Chr. Radio Vereeniging, Voog- lenzang, Ede Draagt bij in de omroepkosten. DIEFSTAL MET BRAAK TE AMERSFOORT Twee rechercheurs hebben in Amsterdam een 21-jarigen rijwielhersteller aangehouden die ervan verdacht wordt te Amersfoort diefstal met braak te hebben gepleegde BRAND AAN BOORD Tegen twee uur 's nachts werd te Am sterdam de brandweer gewaarschuwd voor een brand aan boord van de Hongaarsche graan boot „Puszta". die aan den Wester- doksdijk bij de graansilo's lag. Toen do brandweer kwam was de brand reeds zoo goed als gebluschL De marconist had brand ontdekt in een hutten en had toen de stoomfluit in wer king gezet. Op dit alarm voer een 11 nabijheid liggende veerboot naar het schip. Met de middelen aan boord van de veer boot werd het vuur bestreden, daarbij ge holpen door eigen bluschmiddelen. Een paar der hutten en had toen de stoomfluit in wer- de laatste resten van het vuur gedoofd. De oorzaak van den brand is niet met zekerheid te zeggen. Men gelooft aan kort sluiting in de radio-installatie. EEN VERHAAL UIT WEST-AFRIKA Door A. E. SOUTHON Naar het Engelsch bewerkt door I. J. P. B.-V. Korte inhoud voor nieuwe lezers •t Ging met de zaken van de handelaars Stretton en Mayhew te Oburindo den laatsten tijd niet erg naar wenech En daarom was Mayhew slecht te spreken en koelde hij zijn gramschap op leder, die hem In den weg kwam De twee compagnons stonden onder de blan ken van Oburindo niet al te best bekend. Ook begreep niemand, waarom hun hut zoo ver van de verblijfplaats der andere blanken was ge bouwd. Maar dit had toch een heel geldige reden. Want zoo alleen kon Stretton telkens onopge merkt uit Oburindo verdwijnen en er weer in terugkeeren. Hl 1 't woud verdwaald en bij een kledn stroompje terecht gekomen. Daar bespiedde hij een twaaLf taJ negers van Kwangu. die bezig waren met Thuis gekomen besprak Stretton uiitvoerlg met Meljhew hoe zij zouden trachten Kwangu het goud afhandig^ te ynaken.^ Tenslotte beslo- men. Deze. die om aan drank te komen tot alles ln staat was. had wel ooren naar het plan. HU was als geen ander op de hoogte met taal en gebruiken der inboorlingen, bovendien ttou hU met eenige goochelstukjes wel indruk weten to maken. Over een week zou hij 2lch naar de stad van Kwangu begeven. Vooral waarschuwde Stretton nog om uit de buurt van Kwangu'e drank te blijven. Ook moest Jansen zich lm aoht nemen voor zekere Zendeling Noordaa. Deze zendeling en zijn vrouw hadden he<t lfi- fcuosohen zeer druk met 't behandelen ven hun patleniten. Br waren er wel vijftig gekomen. Nadat de ergste zieken geholpen waren, zei de dokter tot zijn vrouw: „Nu krijgen we een lichter karwijtje. tandheelkunde". 'n Groepje mannen en vrouwen, die doe zelig in de schaduw der hut gezeten hadden, werden nu tot het leven van zenuwachtig heid geroepen, 'n Groote, dikke vrouw, stompte zich naar voren, (Ngundu hield er van haantje de voorste te zijn), en plaatste zich in haar volle breedte op de kist Noor daa zocht zich een paar angstwekkende tan gen uit en trad op haar toe. Maar nu begon de forsche vrouw angstig te warden, stond op en zei, dat de anderen maar eerst moes ten aanvangen. „Ga zitten, Ngundu, hij is er gauw uit". Noordaa duwde haar terug en beval haar de mond te openen. Jaren géiden waren Ngundu's voortanden afgevijld, 'n Oud over blijfsel van de kanibaalsche gewoonte, met als gevolg een vreeselijke ontsteking der overgebleven stukken. Dit was trouwens 't geval bij de meesten van 't nu nog wach tende troepje. Wie mooi wil zijn, moet zelfs in West-Afrika ook pijn lijden. Nauwelijks hadden haar de koude tangen in de mond geraakt of Ngundu schreeuwde naar hartelust en wiïde verdwijnen. Jessy Noordaa hield haar, met vlechtjes overdekte hoofd, stevig vast en, zoo goed haar moge lijk was, stil, terwijl de zendeling, door zijn lange leerschool, hier vlug de twee pijn lijke stompjes verwijderd. Steeds onrustba rend schreeuwend, maakte Ngundu plaats voor 'n andere martelaar der mode, en zoo ging het steeds door, twintig minuten lang, steeds schreeuwend, de een na den ander, afwisselend met groot gelach. Vrees voor de tangen veroorzaakte het gegil, geen pijn, en iedere gil bracht vreugde, zelfs aan hen, die op hun beurt wachtten, terwijl zij op hun beurt even hard schreeuwden. Nadat de laatste patiënt geholpen wa ruiimden de Noordaa's de losse verbanden en de schalen op. De morgen was bijna voor bij en het was ongeveer tijd voor het lichte middagmaal. Noordaa schreef zijn patiënten in z'n boek en dit doende, sprak hij„Acht en veertig vandaag, Jes. Het getal breid zich hoe langer hoe meer uit, hetwelk voor ons vorderingen beteekenL De menschen be ginnen nu te begrijpen dat we hier slechts zijn om ze te helpen, en wanneer we een maal maar hun vertrouwen gewonnen heb ben, zullen ze naar onze boodschap hopelijk ook luisteren". „Wat zouden zij gedaan hebben, wanneer wij er niet gekomen waren Steven?" „Minstens tien van hen zouden het nieuwe jaar niet meer beleefd hebben en vele anderen zou het als Olarade vergaan zijn. De sterfte onder deze menschen is vreeselijk en negen tiende van degenen die sterven, vooral van de kleintjes, blijkt onnoodig to zijn. Vuil en onwetendheid en de vreeselijke dwang van die priesters-doktoren brengen het arme volk tot het betelen van zulk een hoogen prijs". Terwijl zij zoo stonden te praten, rende een man het erf op en riep opgewonden uit: „Alufa, kom gauw, er is een hevig gevecht in het kwartier van Shimodu en een man ligt op sterven!" Vlug wierp Noordaa een paar medica menten en tallooze verbandrollen in zijn tasch, en volgde de ongeduldige bood schapper. „Jij moet ook maar meekomen Jes, ik kon je eens noodig hebben", zei hij. Hoewel de hitte nu bijna ondragelijk was, haastten de beide zendelingen zich zoo vlug mogelijk door de vuile straten der stad. Noordaa was geen gegradueerde arts, maar hij wist dat vuil en onwetendheid overal ongelukken teweeg brengen en vooral in de landen, zoo dicht bij de equator. Bovendien bad hij twee jaar in de tropische medicijnen gestudeerd, als voorbereiding voor het werk, waaraan hij zijn leven geofferd had. De op deze manier vergaderde kennis was hem tot groote hulp geweest. Gedurende de 5 jaar, die hij hier op de kust had doorge bracht en de drie maanden, dat hij zich in Kwangu's stad op hield, was het 't eenige middel geweest, om de toegang tot deze bevolking te krijgen, zoo onder de dwang van de priesters. De eerste tijd wendden zij zich af, wanneer hij probeerde iets van zijn geloof te vertellen; maar toen hij zich onder hen bewoog en hun vele kwalen trachtte te genezen, begonnen zij van lieverlede hun vrees en achterdocht af te leggen. Bij zijn handelingen voelden ze de waarheid: dat hij tot hun bestwil handelde. Want terwijl de priesters veel lieten betelen en hun wonden slechts verergerde, genas Noordaa hun zon der eenige vergoeding. Stretton had de Noordaa's „dwazen" ge noemd, omdat zij rechtstreeks naar het hartje van dit weinig bekende oerwoud ge komen waren, ver van alle blanken verwij- i derd, hoewel er toch op hetzelfde oogenblik bij hem een bewondering was ontstaan voor hun karakters. Hij, zoowel als de inboorlin gen, was getroffen, ten spijt van zijn voor oordeel van alle zendelingen, door de gewel dige goedheid en onzelfzuchtigheid van zoo wel Noordaa als zijn vrouw. Het feit, dat de oneerlijke handelsman zich zoo weinig in him nabijheid op zijn gemak had gevoeld, was het mooiste compliment, wat hij hun geven kon. Zij leefden op geheel andere grondslag dan de harde, drankzuchtige Stret ton. Zij gaven n.1. hun levens, om te trachten een der meest gezonken rassen der wereld te redden, door hen het Evangelie te brengen inplaats van hun uit te buiten tot eigen profijt Zooals zij zich nu door de stad haastten om gehoor te geven aan het verzoek tot hulp, waren zij zeer zeker een knap paar. Noordaa was een groote, knappe man, met het lichaam van 'n athleet, het gezicht van 'n geleerde en de oogen van iemand, die al tij o meer dan de zienlijke dingen dezes levens ziet. Hij was 'n man op wie kinderen in stinctief dol waren en in wien de vrouwen een onbepaald vertrouwen hadden. Mevrouw Noordaa was in tegenstelling met haar man klein en tenger, blauwe oogen, 'n bleek, knap gezichtje, dat op 'n ieder een aangename indruk maakte. Beiden hadden veel opgeofferd en Noor daa zeer zeker allereerst beroemdheid, even wel kwam het nooit bij hen op, dat zij iets buitengewoons gedaan hadden. Jezus Chris tus na te volgen, was voor hen levens realiteit g-vorden, en daar Hij Zijn leven gegeven bad in dienst van de armen, on wetenden en slechten, voelden fcij, dat zij niets anders dan Zijn voetstappen konden volgen en gaan waar de nood hen riep. Stretton en zijn kornuiten noemden hen dwaas. Zij konden de Noordaa's evenmin begrijpen, als zij in 'n zonsondergang Gods grootheid konden zien. Noordaa ondervroeg hun gids, terwijl zij naar het kwartier van Shimodu zich be gaven, over de oorzaken van dit gevecht Hij ontdekte dat het een van de vele familie- veeten was, welke in Kwangu's stad veel vuldig voorkwamen. Moturindo, de gewonde was het hoofd van een familie. Hij had zich dien morgen op v eg naar zijn boerderijtje begeven en was toen door vier mannen uit de vijandige stam overvallen en zoo vreese lijk met 'n bijl bewerkt, dat het meer dan waarschijnlijk was, dat de dood reeds was ingetreden. Toen de twee zendelingen de hut bereik ten, kropen zaj door de lage buitenpoort, liepen over de kleine binnenplaats en gingen de werkelijke hut binnen. Luide stemmen kwamen hun reeds tegemoet en vertelden van de verzamelde menigte. Noordaa's eer ste bezigheid was dan ook, de menschen uiteen te jagen, 't Duurde verscheidene minu ten, voor dat zijn oogen eraan gewend waren iets in de duisternis te kunnen onderschei den. Ten laatste zag hij iets vreeselijks af grijselijks. Moturindo was ook werkelijk als liet ware bijna in stukken gehakt en op nieuw verbaasde Noordaa zich over de onmenschelijke wreedheid der Afrikanen, wanneer hun bloeddorst is wakker geraakt. Bloed stroomde uit een twintigtal gapen de wonden. (Wordt vervolgd.)!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1933 | | pagina 8