Gemengd Nieuws.
DE GOD
N HET GOUD
DINSDAG 10 JANUARI 1933
HERDENKING VAN PRINS WILLEM VAN ORANJE
Er zal vermoedelijk geen monarchie zijn,
welks vorstenhuis zich zoozeer in de liefde
der onderdanen mag verheugen als het
Huis „Oranje-Nassau". Geen dynastie heeft
in den loop der eeuwen meer opofferings
gezindheid en onbaatzuchtigheid getoond.
Het Nederlandsche volk ziet in Willem van
Oranje, geboren in 1533. zoon van Willem
den Oude en Juliana van Stolberg, den
grondlegger onzer staatkundige vrijheid en
den kampioen der gewetensvrijheid. Goed
noch bloed is hem gespaard gebleven ia de
bange worsteling met het trotsche machtige
Spanje.
Indien het de Oranje's er om te doen ge
weest zou zijn zich een troon te veroveren,
zou hun dit geen moeite gekost hebben, zij
hadden meermalen de kroon voor het opra
pen, toch bleven zij de dienaren der Staten,
We noemen slechts de jaren 1672 en 1747,
toen het volk om Oranje riep teneinde de
Franschen uit het land te verdrijven, of het
jaar 178.7, toen de Stadhouderlijke familie,
na uitwijking der Patriotten weer op triom
fantelijke wijze door de Hagenaars werd
binnengehaald.
Napoleon Bonaparte en zijn neef Napo
leon III daarentegen namen de eerste de
beste gelegenheid waar om zich een kroon
op het hoofd te drukken, maar de Oranje's
hebben gewacht totdat de kroon hun als
het ware in 1814 door het volk werd opge
drongen.
Hun troon is niet bij verrassing beklom
men. maar het was de spontane wensch
van het Nederlandsche volk, dat Willem I
hun Souverein Vorst zou zijn, bij de gratie
bun
Gods.
De liefde tot ons Vorstenhuis is van geen
dag of uur, maar een groeiproces van
eeuwen, door alle lagen der bevolking, zoo
dat we spreken mogen van het drievoudig
historisch gegroeide snoer: „God, Neder
land en Oranje".
Prins Willem van Oranje en zijn broe
ders, hebben have en erve, goed en bloed
geofferd op het altaar van het vaderland,
om ons gewetensvrijheid en een zelfstandig
nationaal bestaan te verzekeren.
In 's Prinsen Apologie (verweerschrift)
tegen den banbliksem van Filips II, richt
te Oranje het woord tot de Staten Generaal
met een indrukwekkende vragenderwijze
verdediging:
„Waartoe hebben wij al ons goed als tot
een roof en een buit gesteld? Was het om
ons daarmede rijk te maken? Waarom
hebben we onze eigen broeders verloren, die
ons liever waren dan ons leven? Is het ge
weest om anderen terstond te vinden?
Waarom onzen zoon zoo lang in hechtenis
gelaten? Waarom ons leven zoo dikwijls
Vanaf liet oogenblik dat de Prins onze
zaak koos, zijn armoede en verdriet zijn
deel geweest
Zijn oudste zoon Philips Willem, die te
Leuven studeerde «verd met schending van
de privelegiën der Leuvensche hoogesohool,
naar Spanje weggevoerd.
Graaf Adolf ,de jongste broeder van den
Prins, sneuvelde in 1568 bij Heiligerlee.
Lodewijk en Hendrik van Nassau, lie
ten in 1574 bij Mook het leven.
Jan de Oude, van wien onze geëerbiedig
de Koningin in rechte linie afstamt, ver
liet in 1581 van armoede ons land.
Hij kreeg als stadhouder van Gelderland
zijn traktement niet op tijd uitbetaald en
moest zoodoende de allernoodzakelijkste
levensbehoeften, zooals brood en vuur, ont
baren.
Drie jaren later viel Oranje zelf, doodelijk
getroffen door een sluipmoordenaar.
De laatste gedachten van den stervenden
Prins, gingen naar ons volk uit: „Mon
Dieu, mon Dieu, aie pitié de mon &me et de
ce pauvre peuple" (mijn God, mijn Gód,
erbarm U over mijn ziel en over dit arme
yolk).
Op de vraag zijner zuster fit hij zijn ziel
ïn Christus' handen stelde, kon hij nog met
een flauw „ja" antwoorden, daarna gaf hij
na weinige oogenblikken den geest.
Wanneer we het antwoord zouden moe
ten geven op de vraag, waarom de Prins
voor onze heilige beginselen in het krijt is
getreden, dan moet het luiden: omdat er
tussclien den Christus en hem een persoon
lijke levensband was ontetaan waardoor
hij kracht ontving zijn roeping staande te
houden en e volbrengen
Daarom kon Oranje aan den moeilijken
strijd de ware bezieling en wijding geven,
want het vast verbond hetwelk hij met den
Potentaat der Potentaten gemaakt had,
wankelde aiet. Achter Oranje stond Chris
tus, die zijn armen ondersteunde.
Hetzelfde geloof, dat Mozes kracht gaf,
groot geworden zijnde, te weigeren een
zoon van Pharao's dochter genaamd tie wor
den, was Oranje's deel.
Evenals Israël onder leiding van Mozes,
de Egyptische boeien slaakte, zoo was
Prins Willem van Oranje de man. onder
wiens aa*--oering en bezieling ,onze voor
vaderen zich het Spaansche juk hebben af
geschud. Mozes en Oranje," ze vertoonen in
meer dan een opzicht met elkander gelijke-
11 Beiden mochten niet in het ouderlijk huis
opgevoed worden, maar aan het hof van den
machtigsten vorst der aarde.
Beiden werden onderwezen in alle weten
schappen en bekwaamheden van dien tijd
en in een ander geloof dan- hetwelk door
hun ouders omhelsd was.
Beiden hebben dezelfde keuze gemaakt
tusschen, eenerzijds smaadheid en verdruk
king met een arm volk of eer en roem
met wereldgrooten. In de H. Schrift lezen
we dat de man Mozes zeer zachtmoedig
was. meer dan alle andere menschen, die op
den aardbodem waren. Na den moordaan
slag van Jean Jaureguy (1582), schreef de
Prins op zijn ziekbed, aan zijn bekenden
vriend Marnix van St. Aldegonde, over de
medeplichtigen als volgt: „Ik voor mij ver
geef hun gaarne, en zoo zij evenwel de
doodstraf hebben verdiend, bemoei u dan,
dat de rechters hun geen foltering aan
doen, maar zich met hun dood tevreden
stellen". Dit is een bewijs van het hoogstaan
de zachtmoedige karakter van den Prins
en verder toont het ons dat hij zijn tijdge-
noofcen op het gebied der rechtspleging
enkele eeuwen vooruit was.
We beschouwen de vrijheid van i
dienst in ons vaderland, sedert meer dan
en eeuw, als een heel gewoon grondrecht.
Om te beseffen wat dit in de tweede helft
der zestiende eeuw beteekende, moet men
zich kunnen verplaatsen in bet recht, de
zeden en gewoonten van dien tijd. In het
staatsrecht werd toen de meening gehuldigd,
dat de vorst het recht had om te bepalen,
wélke godsdienst de heerschende zou zijn
en die zijn onderdanen moesten aannemen.
Met de korte leuze: „Wiens gebied diens
godsdienst" werd dit weergegeven. De
toentertijd absolute monarchen, beschouw
den zich als patriarchen, over een groote
familie, die vanzelfsprekend 's vorsten ge
loof omhelsde. Indien de vorst van geloof
veranderde ging de geheele hofhouding met
hem mee. Onder Constantijn de Groote, werd
het kruis dan ook, inplaats van teeken van
schande, teeken van eer.
Welk een titanenstrijd om gewetensvrij
heid te eischen van Philips II, den machtig-
6ten koning van Europa, die zich als taak
gesteld had de ketters uit te roeien en
meende door het houden van een auto da
fé, een Gode welgevallig werk te verrichten.
Prins Willem van Oranje contra Philips
II; de verdraagzaamheid tegenover de on
verdraagzaamheid.
Na het begin van den tachtigjarigen
oorlog, verklaarde Oranje, dat hij vrije uit
oefening, zoowel van den Roomschen als
van den Gereformeerden godsdienst wensch-
tc en de Katholieke geestelijkheid met rust
gelaten moest worden, voor zoover zij zich
niet vijandig betoonde.
De Prins vermocht niet geheel tegen den
tijdstroom op te roeien, en kon niet ver
hinderen, dat de Staten den Roomschen
eeredienst verboden, evenwel de vrijheid
van geweten bleef ongerept
De Calvinisten betoonden zich, waar zij
de macht in handen hadden, verdraagza
mer dan de Roomschen.
Nog méér dan een eeuw later, werden de
Hugenoten na de opheffing van het Edict van
Nantes (1685) door den Zonnekoning, Lo
dewijk de Veertiende, te vuur en te zwaard
vervolgd.
In de Unie van Utrecht (1579) werd
's Prinsen gedachte ten aanzien van de ge
wetensvrijheid in art. 13 het best vertolkt
Al waren aan de Katholieken ook minder
rechten toegekend, de hoofdzaak was, dat
bepaald werd dat niemand ter zake van
zijn religie vervolgd mocht worden.
Zoo stak Oranje op velerlei gebied als een
lichttoren hoog boven zijn tijdgenooten uit.
Het dankbare nageslacht herdenkt in
'33 de geboorte van den nationalen held bij
uitnemendheid en eert hem als de Vader
des Vaderlands.
Hillegersberg.
VAN DER PAUW,
Leeraar M.O.
Staatswetenschappen
Uit de Antirev. Partij.
Dezer dagen kwam de A.R. Sta ten-Kies
kring Cent) ale „Den Helder" te Broek op
Langendijk in jaarvergadering bijeen.
Na het openen op de gebruikelijke wijze
werden de heeren A. Lever en S. Steensma
in het bestuur herkozen. Evenzoo voor het
Prov. Comité de heer Steensma.
Betreffende een voorstel van het bestuur
om een nieuw artikel 6 toe te voegen het
welk luidt: „Indien het Centraal-Comité
van A.R. Kiesvereenigingen een Centralen
Convent samenroept, schrijft het bestuur
van de Sta ten-Kieskring-Centrale tijdig een
vergadering uit, ter bespreking van de agen
da van het Centralen Convent", werd beslo
ten de afgevaardigden hierin vrij mandaat
te geven.
Besloten werd drie afgevaardigden te kie
zen voor het Centralen Convent.
Hierna werd het woord gegeven aan het
lid der Ged. Staten in Noord-Holland, Mr.
A. Bruch, die een rede hield over: „Ook
in crisistijd Antirevolutionair", waarop een
aangename gedachtenwisseling volgde.
EEN WINKEL LEEGGEHAALD
Te Valkenburg (L.) zyn 's nachts dieven de
manufacturenzaak van Roemers binnengedron
gen door het indrukken van een ruit en het
opensluiten van de deur van achteren in het
pand. Ze braken de beide cassa's open, stalen
er f 50 uit, namen twee costuums, twee over
jassen en hoeden mee ter waarde van f 200 en
verdwenen weer door de achterdeur met me
deneming van een fiets.
Men meldt ons uit Bodegraven:
Terwijl de heer W. Zondagavond naar dc
R.K. kerk was, hebben ongenoode gasten
zich toegang verschaft tot zijn woning. Met
een valschcn sleutel zijn de dieven het huis
binnen gedrongen en hebben uit een ijze
ren geldkistje ongeveer f 1500 aan bank
papier en zilvergeld ontvreemd. De politio
heeft direct een uitgebreid onderzoek inge
steld. Wij vernemen nog, dat de heer W.
juist een dag tevoren het geld had opge
vraagd om de benoodigde wagons kolen, die
hij wachtende was. te betalen.
NIEUW LEVEN IN EEN OUDE
STAD
Zendeling James P. Leynse, missionaris
van de American Presbyterian Mission to
Peiping, het voormalige Peking, schrijft ons
Wat een heerlijke voorbereiding voor de
Kerstdagen. Welk een groot wonder heeft
God gewrocht. De oude stad Peiping tot nu
toe veelal koud en gereserveerd, heeft een
groote geestelijke opwekking door gemaakt
Een opwekking, welke deel uitmaakt van
een diepe geestelijke strooming, welke zich
reeds wijd vertakt heeft over Noord China.
Gedurende een maand van opwekkings
diensten hebben wij vaak een duizendtal
menschen zien neerknielen en gezamenlijk
ieder voor zioh, hardop hooren bidden,
zoodat het klonk als het ruischen van vele
wateren. Nooit te voren hebben wij te Pei
ping zooveel menschen naar vier diensten
per dag zien komen. Nooit te voren onze
kerkleden zoo in vuur gezien voor het win
nen van hun naasten.
Honderden beleden hun zonden en kozen
openlijk de zijde van Christus. Een groot
aantal beloofden geld, op een oneerlijke
manier verkregen, terug te zullen betalen
Een oude rijke heer gaf het bezit van zijn
jonge concubine op, een andere zijn opium-
pijp, een voorname dame gestolen goederen,
een student zijn anarchistische voornemens
en een jonge man beleed een moord, welke
hij gepleegd had. Bedienden bedkenden hun
afzetterij-systeem en waardige regerings
ambtenaren hun valsche pretenties. Diep
verborgen zonden werden openbaargemaakt
en de verlossende kracht van Golgotha
men in de vreugde tranen en stralende ge
zichten.
Kerkleden, voorheen koud en critisch, wer
den vervuld met een nieuwe levenskracht.
Hun leven en werken spreken nu van
Goddelijke energie. Predikanten en evange
listen wijdden zich opnieuw tot hun levens
taak, en kerkleden gaven zich aan het on
gesalarieerde evangelisatiewerk. Op een Zon
dagmorgen knielden 80 van onze leden neer
om te worden ingezegend tot deze arbeid.
Na tien dagen van bijeenkomsten in onze
kerk trokken wij naar een groot gebouw -in
het centrum van de stad. Daar hielden wij
gezamenlijk bijeenkomsten, driemaal per
dag, in het geheel 32 dagen. In de wijdings.-
diensten werden 76 evangelisatiegroepen ge
vormd, iedere groep bestaande uit drie tot
zeven „vrijwilligers". Het enthousiasme,
waarmede de menschen de banier des krui-
ses volgden was een inspiratie. Waardige
oude heerén in zijden en satijnen gewaden,
dames in auto's, jongens en meisjes van de
Zendingsscholen, studenten en de ongelet
terde man uit het steegje droegen allen
banieren en vlaggen met Bijbel en teksten
in hun begeeren om het Evangelie te ver
spreiden.
Dr Kung, wiens familieleden in 1900 ter-
wille van het Evangelie vermoord werden,
en die een litteeken op zijn hoofd heeft
sinds de dag, dat hij zelf voor 't Koninkrijk
Gods bijna onthoofd werd, getuigde, dat hij
in de veertig jaren van zijn Zendingsdienst
nog nooit zoo'n groote en diepe geestelijke
opwekking heeft medegemaakt
Het begon op onze Zendingspost. Sinds
jaren hadden wij de behoefte voelen groeien
voor een nieuwe openbaring van geestelijke
kracht, en had'den wij gewerkt voor zielen.
Maandenlang waren wij ons bewust ge
weest, dat de Heilige Geest komende was.
Wij hoorden, dat er te Shanghai een Evan-
gelisatiegroep, genaamd Bethel, bestond, en
inviteerden hen naar Peiping te komen.
Vijf Chineesche jonge mannen arriveerden.
Dr John Sung en Dr Andrew Gih als spre
kers, de heer Frank Lin als evangelist en
vertaler en de heeren Philip Lee en Lincoln
Nieh pis solo-zangèrs, zangleiders en wer
kers onder studenten en scholieren.
Reeds de tweede dag begrepen wij, dat in
deze jonge mannen de kracht Gods in bij
zondere mate tegenwoordig was. Zeer spe
ciaal waren zij voor hun moeilijke taak ge
schikt
Zij preekten zeer eenvoudig, maar doelbe
wust. Hun toespraken waren een openba
ring van Chineesche evangelisatie-tactiek.
Zij namen geen Bijbel-teksten van hier en
daar, maar verklaarden de Schriften
woord en beeld, speciaal in beeld. Vers na
vers en hoofdstuk na hoofdstuk legden zij
uit, veelal een geheel hoofdstuk in
preek, zoodat de harmonie van den Bijbel
duidelijk wérd. Al naar gelang de preek
zich voortzette lazen de menschen gezamen
lijk en hardop de bijbelverzen. Zooveel mo-
gelijk maakten zij die dienst minder domi-
nee's-centrisch. Zij lieten de gemeente ge
zamenlijk en hardop bidden, in overeen
stemming met Chineesche traditie er
bruik, zonder dat het eenige verwarring to
weeg bracht Zij lieten de menschen pak
kende chorussen zingen, veelal uit Bijbel
teksten geconstrueerd en herhaalden die
aldoor gedurende de verschillende punten
van de preek. Bij het uitgaan werd dit weer
herhaald en vaak door de menschen voort
gezet tot ver op straat Soms ook was er
voor de preek gelegenheid om met
enkele zin iets te zeggen; op een Zondag
morgen deden dat bijna honderd menschen
in vijftien minuten.
In overeenstemming met de Chineesche
mentaliteit legden de sprekers de nadruk
op het belijden van zonden. Daartoe hiel
den zij tusschen de bijeenkomsten spreek
uren in ons huis. De huis-eet-studeerkamer
en gang, ja zelfs de slaapkamers waren
vaak vol met zoekende zielen. Humphrey
en Waldo, terug van school, liepen soms
in verwondering en vrees tusschen al die
knielende menschen door. Dikwijls ervoe
ren wij gedurende die dagen Markus 220:
„En zij kwamen in huis, en er vergaderde
wederom een schare, alzoo, dat zij ook zelfs
niet konden brood eten".
Vele kerkleden brachten voedsel mee naar
den middagdienst, zoodat zij hun plaatsen
konden behouden voor de avondbijeenkomst
Degenen, die in de buurt wonen, hielden
open tafel voor vrienden van ver weg. An
deren hadden kerkleden te logeeren. Iedere
nacht bleven een aantel Christenen op ban
ken en deuren in het evangelisatielokaal,
dat dicht bij de kerk ligt, slapen om toch
maar op tijd te zijn voor den vroegen mor
gendienst. Een oude vrouw op kleine ge
bonden voetjes, strompelde lettere dag over
straat om alle diensten te kunnen bijwonen
Een man liep iedere morgen en iedere avond
twee uur heen en weer naar de kerk. Moe
ders stonden om Vier uur op om het huis
houden tijdig op orde te hebben en geheele
families besloten geen warm eten te gébrui
ken, zoodat allen naar de bijeenkomsten
zouden kunnen gaan.
Het afscheid op den laatsten avond was
zeer indrukwekkend. Honderden menschen
stonden met lichtende lampions langs de
donkere straat van onze Zendingspost. Het
muziekkorps, het zingen van de menschen,
het gebed op straat en de vele jonge man
nen, die de auto voorttrokken, maakten een
onvergetelijken indruk. Ook op het perron
was een groote menigte tegenwoordig.
Vrouwen, schreiden en mannen zongen toen
de trein vertrok, maar allen baden, dat de
blijde boodschap des heils naar andere
plaatsen, zou worden verspreid.
Bidt voor ons te Peiping. Comité's voor de
voortzetting van het werk zijn reeds druk
bezig. „Voluntairs" verkondigen het Evan
gelie. Bijbelklassen en -cursussen voor lei
ders zijn reeds begonnen. In de „Wacht
toren", een kamertje in onze kerk, is iedere
dag van 's morgens zeven tot 's avonds zes
uur iemand aanwezig om te bidden; ieder
Christen heeft een vastgesteld uur. Spe
ciale wekelijksche verslag-bij eenkomsten
zijn druk bezocht Huisbijeenkomsten en
morgenbidstonden zijn georganiseerd. Wij
rekenen op uw medewerking in gebed. Geve
de Heere ons Zijn volle overwinning.
Met een hartelijke Kerstgroet en een rijk
"~1 toegewenscht van ons vijven,
Uwe voor Christus en China.
JAMES P. LEYNSE.
STAKINGSRELLETJES TE
ZWOLLE
POLITIE AGENTEN VERWOND.
Maandag hadden te Zwolle stakingsrelletjes
plaats in verband met het conflict bij Reinders
Olie fabrieken.
Een chauffeur van een der vrachtauto's van
de firma Reinders bemerkte onder het rijden
dat enkele stakers op zijn wagen waren geklom
men en bezig waren de lijnkoeken op straat te
werpen. Toen hij 6topte werd hij dadelijk
ringd door een aantal stakers. De politie
spoedig ter plaatse, om den man te ontzetten.
De politie moest wegens het opdringen der
menschen van den gummistok gebruik maken.
Bij het uitgaan van de fabriek kwam het tot
ernstiger conflict. Bij een werkwillige werden
de ruiten ingegooid. Verscheidene werden
gemolesteerd en enkelen mishandeld. Aan
deze gewelddadigheden namen slechts
klein percentage stakers deel. Het waren
vooral opgeschoten jongens. Om 10 uur des
avonds drong de massa voor de fabriekspoort
zoodanig op en werd een zoo dreigende .iou-
ding aangenomen, dat de politie moest in
grijpen. De menigte keerde zich toen tegen
politie. Er werd met steenen gegooid, w.iar-
door de majoor van politie Meyerink
ernstig gewond werd, dat hy moest worden
weggedragen. Enkele andere agenten liepen
lichte verwondingen op. Met geweld heeft de
politie de buurt schoongeveegd.
Toen alle fabriekspersoneel weg was, werd
om half elf de politiebewaking ingekrompen
tot drie man, onder een majoor. De majoor
bevond zich op het fabrieksterrein. De drie
agenten stonden vlak bij en tusschen een
menigte van ongeveer 500 man, in hoofdzaak
nieuwsgierigen,, met slechts weinig stakers
er tusschen. Plotseling werd van achter deze
menigte met steenen gegooid, waarvan een
den agent Wessels tegen het hoofd trof. Deze
trok zyn sabel en sloeg, geholpen door zijn
collega's, op de massa m, die naar alle kanten
vluchtte. Even later kwam de majoor
politie Meyerink er by, die eveneens deel zou
nemen aan het vrijmaken van het terrein voor
de fabrieken, maar hy werd getroffen door een
stuk van een dakpan onder het rechteroog.
Bewusteloos werd hij een huis binnengedragen
en vandaar per auto naar het ziekenhuis ver
voerd. Ook de andere agenten kregen lichte
verwondingen, omdat voortgegaan werd met
gooien. Eerst toen er versterking gekomen
was, gelukte het de politie, de aangrenzende
straten te ontruimen.
DRIE WONINGEN IN DE ASCH GELEGD
Men meldt ons Den Bosch:
In de woning van den arbeider A. Visschers
aan de Vischsteeg te Raamsdonkerveer brak
Zaterdagavond omstreeks 7 uur brand uit.
Dor de rieten dakbedekking greep het vuur
snel om zich heen. De belendende woningen,
bewoond door W. van Strien en M. Mekes,
die eveneens met riet waren bedekt, werden
nog voor de brandweer aanwezig was, door
het vuur aangetast. In weinige oogenblikken
stonden ook deze in lichter laaie. Toen de
brandweer arriveerde viel er niets meer te
redden. Zij bepaalde zich uitsluitend tot het
nathouden van de belendende perceelen. Zy
slaagde er dan ook in deze te behouden. De
drie woningen brandden tot den grond toe af.
Omtrent de oorzaak van den brand tast men
in het duister. De schade wordt door verzeke
ring gedekt.
ERNSTIGE YAL
De leidekker H. Jansen uit Ottersum had het
ongeluk, terwyl hy werkzaam was aan een
nieuwbouw te Raarlo, het evenwicht te verlie
zen en van het dak te vallen. De ongelukkige
werd naar het R.K. ziekenhuis te Venlo over
gebracht, waar bleek dat hy een ernstige
wervelfractuur had opgeloopen.
Voor zyn leven wordt gevreesd.
Op een bouwwerk aan den rijksstraatweg
te Haarlem viel de 17-jarige loodgieter W.
Zwaan van een drie meter hoogen steiger. Hij
is met een lichte hersenschudding en inwen
dige kneuzingen naar de St. Mariastichting
overgebracht.
Ongeveer vyf minuten later liep op hetzelf
de bouwwerk een 17-jarige loodgieter met een
emmer kokende mastiek op den schouder in
een 50 centimeter diepen kuil. Hij kreeg de
kokende massa over gelaat en handen en liep
zware brandwonden op. Hy is eveneens naar
de St. M aria-stichting gebracht.
DE POSTDIEFSTAL TE WINSCHOTEN
By Geldrop (N.-Br.) deed de justitie een in
val by zekeren K., afkomstig uit Finsterwolde
(Gr.), die ervan verdacht wordt betrokken te
zijn geweest by den postdiefstal te Winscho
ten. Het onderzoek in de woning duurde 2%
uur, doch het leverde geen resultaat op.
DE STRANDING VAN DE „ALEXA".
Men meldt ons uit Terschelling:
De reddingsboot .Jnsulinde" van Oostma-
horn heet den kapitein van de gestrande
Finsche houtboot „Alexa", die aanvankelijk
had geweigerd het schip te verlaten, van boord
gehaald. Daarmede is de geheele bemanning,
welke bestond uit veertien personen, waar
onder drie vrouwen, gered. De reddingsboot
lar Oostmahorn teruggekeerd. De deklast
van het schip is weggeslagen. De sloepen aan
boord zyn vernield. Een reddinesboei is aan
gespoeld. De sleepboot „Holland" trachtte het
schip vlot te trekken.
WOENSDAG 11 JANUARI.
Hulzen (296.1 M.) 8 00 NCRV-klok. 8.00—
8.16 Schriftlezing en meditatie. 8.15 Tijd
sein. 8.109.30 Moi'genconcert. l'J.00—
10.30 Zang door het NCRV Dameskoor.
10.3011.00 Morgendienst te leiden door
K. Prins, Geref. Pred. te Naarden. 11.00
12.00 Populaire bespeling van het NCRV-orgel
12.00—12.15 Politieberichten. 12.15—2."
Middagconcert te geven door het Trio Vi
tist J°v *G ui kei 2.00—2."! Landbouwuu" tje
Spreker: de heer C. Vink. Hoofd der Chr. La
gere Landbouwschool, te Ottoland. Onderwerp
Varkensteelt. 3.00-3.30 Lezen van Chr. loc-
tuur. Voorgelezen wordt: De Ster van Zuid-
Afrika, door L. Penning. 3.30—5.00 Het uur
tje voor onze Zang- en Muziekvcreenigingcr
5.006.00." Kinderuurtje, te lelden door Me
D. Boelhouwer, te Rotterdam, met medewei
king van' Mevr. C. v. Renssenv. d. Voorde,
te Bennekom. zang en Mej. G. Koeman, te
versum. piano. 6.006 15 Gramofoonmuzlek
6.156.30 Spreker de heer A. Stapelkamp,
retaris van het Chr. Nat. Vakverbond in
derland. 7.468.00 Persberichten van
Ned. Chr. Persbureau. 8.0010.30 Coi
door de Haarlemsche Orkest-vereen, o.l.v. F.
Schuurman. Soliste: Hanny Scheffelaar Klots.
8.00—9 00 Muziek. 9.00—9.30 Spreker de
here N. Schenkman te Amsterdam. Onderwerp
„Tochten in de Fransche Rlvièra". 9.30—
10.30 Vervolg concert. plm. 10.00 Persbe-
foonmuziek. 10.15
helders in de Continu-bedr(Jven.
Notenkrakers o.l.v. Daaf Wins. 12.01 K'ein
orkest o.l v. P^iul Duchant. 2.00
nUnsth Philharr
V.P.R.O. 10.00 Morgenwijding.
R.V.U. 11.00—11.30 Lezing van Zuster P. Mey-
boom: Verzorging van de zuigeling. 6 30—
7.00 Otto van Tusschenbroek: Slotlezlng
den cursus: Karakteriseering van het we
en werk van den kunstenaar als schilder
als beeldhouder.
Srussel. (337.8 M.) (Vlaamsche uitzending^
12.20 Concert in het Grand Hotel te Antwer
pen. 1.20 Gramofoonmuzlek. 5.20 Concert
Omroeporkest. 6.20 Gramofoonmuziek.
6.50 Concert.
no "recital0 door 1 MevuO Fischbachde Vos.
8.20 Concert door het Omroeporkest
laven try (National). (1554.4 M.) 10.35 Mor
genwijding. 12.20 Orgelspel. 1.05 Leonar
do Kemp en zjjn Piccadilly Hotel-orkest.
2.20 Gramofoonmuziek 3.20 Piano-recital
3 35 Sted. orkest van Bournemouth. 5.05 Or
gelspel. 6.50 De grondslagen der muziek
Schubert-liederen door Joh. Armstrong (te
nor) en Lily Zaehner (Sopraan) 8.20 Bach-
concert uit de Queen's
orkest o.l.v. van Sir Henry Wood. 10.35
„Pierrot in Music".
Kalundborg (1153.8 M.) 11.21—1.20 Concert
1.20 Gramofoonmuziek. 3.205.00 Concert,
7.21 Kamermuziek door S. C. Felumb.
Könlgswusterhausen (1634.9 MA 5.50
Ochtenconcert uit Berlijn. 11.20 Gramofoon.
platen. 1.20 Gramofoonmuzlek. 5.15 Varia
ties C gr. t. van Mozart 8.30 Concert door
het BerliJnsch Phllharmonlsch orkest.
Langenberg (472.4 M.^ 6.26 Gramofoor.pla-
ten. 10.40 Grnmofoonplaten. 11.20 Popu
lair concert. 12.?0 Concert o.l.v Eysoldt'
4.20 Concert ol.v. Wolf. 9.50 Blaasorkfst
uit Engeland. 10.4011.20 Populair concert
London Regional (355.9 M.) 10.35 Morgen
wüding. 1.20 Orgelconcert. 2.05 Concert Stu
dio-orkest 6.50 Concert d. h. BBC-orkost.
7.50 Concert. 8.20 Vaudeville-progrs
9,60 Concert Radio-Militair orkest.
8.20 Symphonie-orkest
Volledige programma's In
de Omroepgids Duidelijke
foto's; best verzorgd Radio
blad: 4 gld. per half jaar of
18 ct per week. Ned. Chr.
Radio Vereeniging, Voog-
lenzang, Ede Draagt bij in
de omroepkosten.
DIEFSTAL MET BRAAK TE AMERSFOORT
Twee rechercheurs hebben in Amsterdam
een 21-jarigen rijwielhersteller aangehouden
die ervan verdacht wordt te Amersfoort
diefstal met braak te hebben gepleegde
BRAND AAN BOORD
Tegen twee uur 's nachts werd te Am
sterdam de brandweer gewaarschuwd voor
een brand aan boord van de Hongaarsche
graan boot „Puszta". die aan den Wester-
doksdijk bij de graansilo's lag. Toen do
brandweer kwam was de brand reeds zoo
goed als gebluschL
De marconist had brand ontdekt in een
hutten en had toen de stoomfluit in wer
king gezet. Op dit alarm voer een 11
nabijheid liggende veerboot naar het schip.
Met de middelen aan boord van de veer
boot werd het vuur bestreden, daarbij ge
holpen door eigen bluschmiddelen. Een paar
der hutten en had toen de stoomfluit in wer-
de laatste resten van het vuur gedoofd.
De oorzaak van den brand is niet met
zekerheid te zeggen. Men gelooft aan kort
sluiting in de radio-installatie.
EEN VERHAAL UIT WEST-AFRIKA
Door A. E. SOUTHON
Naar het Engelsch bewerkt door
I. J. P. B.-V.
Korte inhoud voor nieuwe lezers
•t Ging met de zaken van de handelaars
Stretton en Mayhew te Oburindo den laatsten
tijd niet erg naar wenech En daarom was
Mayhew slecht te spreken en koelde hij zijn
gramschap op leder, die hem In den weg kwam
De twee compagnons stonden onder de blan
ken van Oburindo niet al te best bekend. Ook
begreep niemand, waarom hun hut zoo ver van
de verblijfplaats der andere blanken was ge
bouwd.
Maar dit had toch een heel geldige reden.
Want zoo alleen kon Stretton telkens onopge
merkt uit Oburindo verdwijnen en er weer in
terugkeeren. Hl 1 't
woud verdwaald en bij een kledn stroompje
terecht gekomen. Daar bespiedde hij een twaaLf
taJ negers van Kwangu. die bezig waren met
Thuis gekomen besprak Stretton uiitvoerlg
met Meljhew hoe zij zouden trachten Kwangu
het goud afhandig^ te ynaken.^ Tenslotte beslo-
men. Deze. die om aan drank te komen tot
alles ln staat was. had wel ooren naar het plan.
HU was als geen ander op de hoogte met
taal en gebruiken der inboorlingen, bovendien
ttou hU met eenige goochelstukjes wel indruk
weten to maken. Over een week zou hij 2lch
naar de stad van Kwangu begeven.
Vooral waarschuwde Stretton nog om uit de
buurt van Kwangu'e drank te blijven. Ook
moest Jansen zich lm aoht nemen voor zekere
Zendeling Noordaa.
Deze zendeling en zijn vrouw hadden he<t lfi-
fcuosohen zeer druk met 't behandelen ven hun
patleniten. Br waren er wel vijftig gekomen.
Nadat de ergste zieken geholpen waren, zei
de dokter tot zijn vrouw: „Nu krijgen we een
lichter karwijtje. tandheelkunde".
'n Groepje mannen en vrouwen, die doe
zelig in de schaduw der hut gezeten hadden,
werden nu tot het leven van zenuwachtig
heid geroepen, 'n Groote, dikke vrouw,
stompte zich naar voren, (Ngundu hield er
van haantje de voorste te zijn), en plaatste
zich in haar volle breedte op de kist Noor
daa zocht zich een paar angstwekkende tan
gen uit en trad op haar toe. Maar nu begon
de forsche vrouw angstig te warden, stond
op en zei, dat de anderen maar eerst moes
ten aanvangen.
„Ga zitten, Ngundu, hij is er gauw uit".
Noordaa duwde haar terug en beval haar
de mond te openen. Jaren géiden waren
Ngundu's voortanden afgevijld, 'n Oud over
blijfsel van de kanibaalsche gewoonte, met
als gevolg een vreeselijke ontsteking der
overgebleven stukken. Dit was trouwens 't
geval bij de meesten van 't nu nog wach
tende troepje. Wie mooi wil zijn, moet zelfs
in West-Afrika ook pijn lijden.
Nauwelijks hadden haar de koude tangen
in de mond geraakt of Ngundu schreeuwde
naar hartelust en wiïde verdwijnen. Jessy
Noordaa hield haar, met vlechtjes overdekte
hoofd, stevig vast en, zoo goed haar moge
lijk was, stil, terwijl de zendeling, door zijn
lange leerschool, hier vlug de twee pijn
lijke stompjes verwijderd. Steeds onrustba
rend schreeuwend, maakte Ngundu plaats
voor 'n andere martelaar der mode, en zoo
ging het steeds door, twintig minuten lang,
steeds schreeuwend, de een na den ander,
afwisselend met groot gelach. Vrees voor de
tangen veroorzaakte het gegil, geen pijn,
en iedere gil bracht vreugde, zelfs aan hen,
die op hun beurt wachtten, terwijl zij op
hun beurt even hard schreeuwden.
Nadat de laatste patiënt geholpen wa
ruiimden de Noordaa's de losse verbanden
en de schalen op. De morgen was bijna voor
bij en het was ongeveer tijd voor het lichte
middagmaal. Noordaa schreef zijn patiënten
in z'n boek en dit doende, sprak hij„Acht
en veertig vandaag, Jes. Het getal breid
zich hoe langer hoe meer uit, hetwelk voor
ons vorderingen beteekenL De menschen be
ginnen nu te begrijpen dat we hier slechts
zijn om ze te helpen, en wanneer we een
maal maar hun vertrouwen gewonnen heb
ben, zullen ze naar onze boodschap hopelijk
ook luisteren".
„Wat zouden zij gedaan hebben, wanneer
wij er niet gekomen waren Steven?"
„Minstens tien van hen zouden het nieuwe
jaar niet meer beleefd hebben en vele
anderen zou het als Olarade vergaan zijn.
De sterfte onder deze menschen is vreeselijk
en negen tiende van degenen die sterven,
vooral van de kleintjes, blijkt onnoodig to
zijn. Vuil en onwetendheid en de vreeselijke
dwang van die priesters-doktoren brengen
het arme volk tot het betelen van zulk een
hoogen prijs".
Terwijl zij zoo stonden te praten, rende
een man het erf op en riep opgewonden uit:
„Alufa, kom gauw, er is een hevig gevecht
in het kwartier van Shimodu en een man
ligt op sterven!"
Vlug wierp Noordaa een paar medica
menten en tallooze verbandrollen in zijn
tasch, en volgde de ongeduldige bood
schapper.
„Jij moet ook maar meekomen Jes, ik
kon je eens noodig hebben", zei hij.
Hoewel de hitte nu bijna ondragelijk was,
haastten de beide zendelingen zich zoo vlug
mogelijk door de vuile straten der stad.
Noordaa was geen gegradueerde arts, maar
hij wist dat vuil en onwetendheid overal
ongelukken teweeg brengen en vooral in de
landen, zoo dicht bij de equator. Bovendien
bad hij twee jaar in de tropische medicijnen
gestudeerd, als voorbereiding voor het werk,
waaraan hij zijn leven geofferd had. De op
deze manier vergaderde kennis was hem
tot groote hulp geweest. Gedurende de 5
jaar, die hij hier op de kust had doorge
bracht en de drie maanden, dat hij zich
in Kwangu's stad op hield, was het 't eenige
middel geweest, om de toegang tot deze
bevolking te krijgen, zoo onder de dwang
van de priesters. De eerste tijd wendden zij
zich af, wanneer hij probeerde iets van zijn
geloof te vertellen; maar toen hij zich onder
hen bewoog en hun vele kwalen trachtte
te genezen, begonnen zij van lieverlede hun
vrees en achterdocht af te leggen. Bij zijn
handelingen voelden ze de waarheid: dat hij
tot hun bestwil handelde. Want terwijl de
priesters veel lieten betelen en hun wonden
slechts verergerde, genas Noordaa hun zon
der eenige vergoeding.
Stretton had de Noordaa's „dwazen" ge
noemd, omdat zij rechtstreeks naar het
hartje van dit weinig bekende oerwoud ge
komen waren, ver van alle blanken verwij-
i derd, hoewel er toch op hetzelfde oogenblik
bij hem een bewondering was ontstaan voor
hun karakters. Hij, zoowel als de inboorlin
gen, was getroffen, ten spijt van zijn voor
oordeel van alle zendelingen, door de gewel
dige goedheid en onzelfzuchtigheid van zoo
wel Noordaa als zijn vrouw. Het feit, dat de
oneerlijke handelsman zich zoo weinig in
him nabijheid op zijn gemak had gevoeld,
was het mooiste compliment, wat hij hun
geven kon. Zij leefden op geheel andere
grondslag dan de harde, drankzuchtige Stret
ton. Zij gaven n.1. hun levens, om te trachten
een der meest gezonken rassen der wereld
te redden, door hen het Evangelie te brengen
inplaats van hun uit te buiten tot eigen
profijt
Zooals zij zich nu door de stad haastten
om gehoor te geven aan het verzoek tot hulp,
waren zij zeer zeker een knap paar. Noordaa
was een groote, knappe man, met het
lichaam van 'n athleet, het gezicht van 'n
geleerde en de oogen van iemand, die al tij o
meer dan de zienlijke dingen dezes levens
ziet. Hij was 'n man op wie kinderen in
stinctief dol waren en in wien de vrouwen
een onbepaald vertrouwen hadden. Mevrouw
Noordaa was in tegenstelling met haar man
klein en tenger, blauwe oogen, 'n bleek, knap
gezichtje, dat op 'n ieder een aangename
indruk maakte.
Beiden hadden veel opgeofferd en Noor
daa zeer zeker allereerst beroemdheid, even
wel kwam het nooit bij hen op, dat zij iets
buitengewoons gedaan hadden. Jezus Chris
tus na te volgen, was voor hen levens
realiteit g-vorden, en daar Hij Zijn leven
gegeven bad in dienst van de armen, on
wetenden en slechten, voelden fcij, dat zij
niets anders dan Zijn voetstappen konden
volgen en gaan waar de nood hen riep.
Stretton en zijn kornuiten noemden hen
dwaas. Zij konden de Noordaa's evenmin
begrijpen, als zij in 'n zonsondergang Gods
grootheid konden zien.
Noordaa ondervroeg hun gids, terwijl zij
naar het kwartier van Shimodu zich be
gaven, over de oorzaken van dit gevecht Hij
ontdekte dat het een van de vele familie-
veeten was, welke in Kwangu's stad veel
vuldig voorkwamen. Moturindo, de gewonde
was het hoofd van een familie. Hij had zich
dien morgen op v eg naar zijn boerderijtje
begeven en was toen door vier mannen uit
de vijandige stam overvallen en zoo vreese
lijk met 'n bijl bewerkt, dat het meer dan
waarschijnlijk was, dat de dood reeds was
ingetreden.
Toen de twee zendelingen de hut bereik
ten, kropen zaj door de lage buitenpoort,
liepen over de kleine binnenplaats en gingen
de werkelijke hut binnen. Luide stemmen
kwamen hun reeds tegemoet en vertelden
van de verzamelde menigte. Noordaa's eer
ste bezigheid was dan ook, de menschen
uiteen te jagen, 't Duurde verscheidene minu
ten, voor dat zijn oogen eraan gewend waren
iets in de duisternis te kunnen onderschei
den. Ten laatste zag hij iets vreeselijks af
grijselijks. Moturindo was ook werkelijk als
liet ware bijna in stukken gehakt en op
nieuw verbaasde Noordaa zich over de
onmenschelijke wreedheid der Afrikanen,
wanneer hun bloeddorst is wakker geraakt.
Bloed stroomde uit een twintigtal gapen
de wonden.
(Wordt vervolgd.)!