EERSTE KAMER 3 Radio Nieuws. Gemengd Nieuws. Geen toeval «2 DONDERDAG 29 DECEMBER 1932 DERDE BLAD PAG. 9 Mobilisatieslachtoffers Beslag op roerend goed Storting in de fondsen verlaagd Crediet voor de haringvisscherij Op schorting indirecte vaccine- dwang Herziening L.O.-Wet 1920 Vergadering van 28 December 1932 OVERZICHT De Eerste Kamer heeft gister bijna een kwart honderd, wetsontwerpen afgedaan. Er moet n.l. voor den 31stcn zooveel mogelijk schoon schip worden gemaakt. Helaas ble ven we in de Onderwijsbezuinigingsnood- wet steken. Er komt dus nog minstens een dag bij. Verrassend was, dat de verhooging voor de mobilisatieslachtoffers er zonder diiscus- sie doorging. De verlaging van de storting in de fondsen lokte slechts verzet uit bij de soc.-dem. Het crediet voor de haringvissche rij ging er weer zonder sproken en stem ming door. Als verwoede voorstanders van den vac- cinedwang deden zich soc.-dem. en libera len kennen. Zij hebben voor dezen ongemo- tiveerden slechten dwang wel enkele ence- phalitis-slachtoffers over! Meer mcnsohelijk en verstandig is het standpunt, dat de Re- geering inneemt en met haar .de overgroote meerderheid in de volksvertegenwoordiging. Met de L.O.-wet-herziening gaan we heden verder. Het ontwerp kon geen genade vin den in de oogeii van vrijz.-dem. en soc.-dem. De gronden er voor zijn bekend. Ook de R.K. heer v IJsselmuiden liep weer over naar de oppositie. Deze wonderlijke bezuiniger wil altijd be zuinigen op een andere plaats dan waar hij spreekt, maar daardoor verviel hij in een warrig betoog, dat opnieuw geen hoogen dunk gaf van het politiek inzicht en de politieke trouw van dezen nieuwen senator. Intusschen hij blijft daarmee in zijn lijn. De dag van heden zal nog wel voor een be langrijk deel gemoeid zijn met de afhande ling van dit wetsontwerp. VERSLAG De agrenda der Kal I minder dan 25 numm Z-h.st. passeerden: heden telde niet elkander werken punt der invalldltelts en ouderdom en de regeling van de gevolgen v~ onderdanen van j ->jjj dier wetgevingen; een aantal suppletoirs begrootingen voor d« dienst 1931: voorziening In de beihoefte aan kasgeld vo< den Indischen dienst gedurende 1933; de vérhooglng met f 300.000 van den vo< i en drie naturalisatie-ontwerpen, woarbtJ dit- inaal zoowel de heer de Güselaar als de heer I v. Cliters zwegen, j BjJ de: Voorschriften betreffende beslag op roerende goederen ln door derden ln gebruik gegeven ruimten, lijfsdwang en dwangsom maakte de heer POL- LEMA (c.h.) enkele opmerkingen. Hü vroeg, welke; de taak van den president der recht- F'bank is. tot wlen de deurwaarders zich hebben le%e- wenden. De heer MICHIELS v. KE3SENICH (r.k.) be treurde het, dat bü a-Ui ,i de verschuldigde som zal blijven doorloopen TenztJ de rechter aan de som zolf en den duur der verplichting grenzen zou stellen. MINISTER DONNER dankte voor de hem gebrachte hulde voor de voorgestelde verstevl- het executie recht. iieid I heer Pollema werd geantwoord, dat de deurwaarder zich kan wonden tot den pre sident der rechtbank om 2 ten. Indien h(j bü executie doen lnllch- voot moeilijkheden kan dan worden, dat de deurwaarder ln een moelljjk parket zou geraken door het uitsluitend naar eigen Inzicht optreden bü het uitvoeren van lngrüponde han delingen. Bü alimentatie-acties güzcllng mogelük ma ken ware Ietwat vreemd, want de onderhouds kosten van den gegüzelde zouden dan voor rekening komen van wie 't onderhoud te eigen behoefte heeft aangevraagd. Bü de dwangsom kan de rechter met omstan digheden rekening houden, ikal Z.h.st. werd het wetsontwerp aangenomen. „7 Bü de 1 f.1 opschorting van de stortingen e,a in het InvalidHeits- en hot (l Pensioenfonds .50® werd iets langer stilgestaan. J'.O- wei Dit wetsontwerp hield ook de machtiging ln tot verhooging met 50 pet. van de pensioen premie alleen voor de rilksambtenaren. De heer DE SAVORNIN LOHMAN (c.h.) wees er op. dat de Regeering reeds een novelle aan kondigde op dit wetsontwerp, ten einde de ver hooging der pensioenkorting ongedaan te ma ken. nu overgegaan zal wordeji tot een gene rale salarlBkorting deze mededeellng 1 opmerking bestond geen De heer DANZ (s.d.) verklaarde zich tegen het aanspreken van de reserves der fondsen e het verlugep der staatsbüdragen. Verbeterlr gen ln de Invalldltelts - en Ouderdomswet woi den daardoor verhinderd. De heer DE G1JSELAAR (c.h.) zou de vooi keur hebben gegeven aan bepaling van ee büdroge-heffing bove (r.k.) zag ln het voor de f67 mllltoen be vo van het Invallditelts- sooveei gunstige fa< onvoorzichtig, omdat, wat nu uitgesteld vorcit. zal moeten drukken op de jaren De heer DE BKUYN (r.k.) was erl -Jaarop de Regeering h< Zün bezwaar tegen' het -wetsontwerp was, dat het aanspreken der reserves noodlge verbete ringen voor de verzekerden onmogelük maakt en wellicht ook de positie der verzekerden ln de toekomst er door wordt aangetast MINISTER VERSCHUUR merkte op. dat we al blü mogen zün. dat we niet tot afbraak der :ekering godwor bos tafS9S8PPPHÜ8 1 heeft misschien het accresseeren i De ultkeeilngen worden niet ln land van belofte. De Hemel geve. dat anders worde 1 MINISTER DE GEER zag voor een 1 Het door den heer Lobman besproken punt is wat zwaarwichtig behandeld, 's Ministers opmerking was büna schertsend bedoeld. HU duchtte het bezwaar niet. zag het zelf zoo niet maar anderen hebben wel eens zulke opmer kingen. Daarom wees de minister die bü voorbaat af. Z.jis.t. werd het wetsontwerp muigcuuiiicii. De. sóc.-dem. waren tegen. Ook de indirecten vacclnedwang ontlokte aan mevr. POTÜIUS-SM1T (s.d.) de verzuchting, dat we op v/cg zou naar de vol ledige afschaffing van den vaccinedwang. t f< .ngeënt tegen de pokkenrol ar een pokkenepidemie. nam de heer SMEENGE (11b.) an den heer Rink over. Ook z.l. srlenglng van den opschortlngs- inleldlng; de nadeelen zün groo- temmen der liberale fractie ln de Tweede bestaan onverzwakt en daarom zal van redragslün niet worden afgeweken. MINISTER VERSCHUUR vestigde de aan- Toch staan we niet machteloos. We houden de vaccinatie en er zün tal niddelen om bü dreigend pokkengevj liken. De - kinst' Idea houden wordt met persoonlijke CfiRea. Het gaat- thans alleen over opschorting der verplichte vaccinatie, zoolang het encephalitis gevaar niet bezworen ls. Dat vraagstuk blükt ten slotte veel moellllker dan bü den aanvang der studie er over aangenomen werd. Zoolang het encephalltisgevaar niet Is weggenomen, kan aan herstel der verplichte vaccinatie niet ge dacht worden. Ook enting beneden het Jaar ls niet onge- vaarlük. De verantwoordelijkheid voor het op leggen van een verplichting in dit opzicht Is niet te aanvaarden door de Regeering. Boter kan zü dg verantwoordelükheld dragen voor "t niet-verpllcht stellen der vaccinatie. De facultatieve verplichting van Dr Terburgh ls eigenlük een verplichting zonder eenlgen 22, gewijzigde leerllngenschaal kwarn als- laatste agendapunt aan de orde. De heer DE JONG (r.k.) Wilde aan den minis ter de middelen niet onthouden om het onder- wüs in stand te houden, ook als daartoe be- vu-inigingen noodlg zün. De voorgestelde schaal ls beter dan die van 1923. Het is onbegTÜpelÜk. dat zü, die zeggen bezuiniging te willen, met de daad zich daar teger tetter De heer SI.-INGENDERG (v.d.) voerde als be zwaren van zün fractie tegen het wetsontwerp aan de leerllngenschaal, de wüze, waarop het Rük uitgaven afschuift op de gemeenten en voorts de verhouding tusschcn openbaar en büzonder onderwüs. Dit laatste is niet ver plicht wachtgelders ln dienst te nemen. Erkend werd. dat bezuiniging noodlg Is ook wat de minister voor- niet. Vele gemeenten hebben Bchoollokalen, waar in veel minder kinderen kunnen dan ln de nieuwe schaal ls aangegeven. Daardoor komen de gemeenten voor hooge uitgaven voor boven talligen te staan. De heer OSSENDORP (s.d.) achtte de waoht- geraaat op de w'Jze als nu geschiedt. Wel had verbetering mogen worden aangebracht, j Het onderwüs werd niet duur geacht. Voor 1.3 inillloen slechts f 1.50 per week ls niet te veel. De heer Ossendorp beriep zich In dit ver band op cüfers uit het buitenland MINISTER TERPSTRA Interrumpeerde, dat de lieer Ossendorp met cüfers uit 1926 kwam. Dc heer OSSENDORP borg toen zün cüf?rs maar weg en betoogde vervolgens, dat er klne- veel 1 veel 1 deren zitten. Dat ls tot schade "voor onder wijs en opvoeding. Van Indlvldueele bohande- vlnrh ging Dit wetsontwerp is een aanslag op de leveu» kracht van ons volk en krügt de stem der soc. dem." niet. De heer IJSSELMUIDEN (r.k.) ontwikkelde al9 bezwaar, dat de gemeenten door den maf.t- regol genoopt worden tot bezuinigingsmaatre gelen. Het rllk schuift eenvoudig' uitgaven: af en vergeet, dat het sterker bezetten Van -küns- oeilük werk ls en niet talllge onderwü2ers te be- Om deze redem Heden verder. BOND VAN CHR. GEREF. J.V. VERGADERING AFD. ZUID-HOLLAND Dé afdeelmg Zuid-Holland van de Bond van Chr. Geref. Jongelingsvereenigingen vergaderde dezer dagen te Rotterdam. De voorzitter der afdeeling, de heer A. A 1 b 1 a s, van Dordrecht, opende de vergadering op de gebruikelijke wijze. Na afwikkeling van eenige huishoudelijke zaken werd door den heer T. G e 1 e ij n s e. uit Den Haag, een inleiding geleverd over ..KerkstaatStaatskerk". Spr. wérkte de door hem gepubliceerde stellingen uit. Vindt de kerk haar uitgangspunt in de bijzondere openbaring, de Staat vindt deze in de alge- meene openharing. Dc kerk heeft innerlijke eenheid, d'e Staat uiterlijk vertoon. Verliest de kerk haar karakter, dan komt ze op het terrein van de Staat. Verloochent de Staat z'n karakter, dan betrekt hij het terrein der bijzondere openbaring in zijn sfeer. Spr. acht noch Staatskerk, noch Kerkstaat aanvaardbaar, omdat het in strijd is met Gods Woord, en omdat de historie heeft ge leerd dat vermenging van kerk met Staai EEN LEEUWENGESCHIEDENIS Enkele jaren geleden kwam ln Francfort een extra-trein met een circus aan. De goede renwagens met kameelen, olifanten, paarden, ezels, ganzen en nog meer andere dieren die zich laten dresseeren, stonden op een van de sporen van het goederenstation. De hulparbcider Müiler probeerde om de deur van den wagen, waarin de leeiiwen vervoerd werden, een klein beetje te opënpn want hij wilde die dieren gaarne eens' zien Doch hij kreeg onverwach'e hulp. Een dei- leeuwen schoof met zijn geweldigen klau de deur wagenwijd open en in een oogenblik stonden zes goudbruine leeuwen op de-vee-, lading. Miiller liep zoo snel zijn beenen hem dragen konden over de sporen. Zijn haren hem te berge. In een paar minuten was hot personeel van het goederens'ation, zoo ver haalt „Spoor- en Tramwegen", ln rep en roer. Een assistent haalde de slang van de bran dier aan en bespoot op eerbiedigen af stand de imposante woes'ijnbewoners nhet koud water, en het gevolg was, dat zij Briil lende over het hekwerk van het goedbrén- station sprongen en de stad in renden. Een der leeuwen, Edgar genaamd, liep het hotel Bliicher binnen. Hop, hop, hop, de trap pen op, tot de eerste verdieping. Een joriige dame, die daar sinds den vorigep dag 4en. kamer bewoonde, had juist haar schoenen op de gang .gezet. Het was pas 3 uur. Zij wai te bescheiden om te bellen en zij dacht, dat men de schoenen wel zou vinden, want zij had tot vier uur de tijd. Dan moest zij in dé stad om zich bij een firma te presenteeren. Zij hoorde lawaai op de gang en bemerkjte; dat er met haar schoenen gegooid, werd. lïa'" was toch een beetje al te gek. Zij opende i'de deur en zagja~«j -zag-een--4eeuw, die met haar schoenen speelde. Een oogenblik stond haar hart stil. Maarc zij droomde zeker. Zij had willen slapen tot vier uur, dan zou ze in de stad gaan om': zich bij een firma te presenteeren. Nu sliep ze z^,; ker en droomde ze. Zij had nog eens van een' leeuw gedroomd, die met de kwast van! zijn staart op den grond sloeg. Maar van: leeuw, die met haar schoenen speelde had zij nog nooit gedroomd. En 't gevolg wasi, dat zij het volgend oogenblik luid schreeuwend aan haar venster stond en om hulp riep, ï- De leeuw „Hadubrand", die gezien had, Eclgar in het hotel Blüch'er bibnengega^ri was, liep hem achterna, doch niet de trap öp,j maar de gang in. Op een plaats, die men in" een fatsoenlijk tijdschrift niet nader mag aanduiden, bevond zich een handelsreizigër., Hadubrand, die verder wilde gaan, kwahj bij de gesloten deur en rukte er met zjji\ klauw aan. „Bezet", riep de handelsreiziger, r het rukken werd heftiger, waarjp de man de deur opende. Buiten stondDal as toch om te lachen De handelsreiziger- bedacht zich, wat hij wel gedronken had. Maar.... voor alle zekerheid sloeg, hij :de deur weer dicht en overlegde bij zich zélf wat te doen. Van de andere vier leeuwen kwam er een ;in kinderspeelplaats waar hij languit in liet zand ging liggen en met een paar ballen rolde, een andere kwam in een banketbak kerswinkel-, waar hij voor de toonbank gihg liggen. De derde had bijna den bekenden romanschrijver X op den hoek van een d,er straten meer geloopen. Deze leeuw ging hij het standheid van Richard Wagner op het grasveld liggen, kauwde gras en spuwde het weer uit. En de zesde kroop in een kelder van een wijnhandelaar, waar hij heel rustig ging liggen slapen. De leeuwen gedroegen zich dus tot zoover heel netjes. Maar de menschen Natuurlijk ontstond er eerst een soort van paniek De stra'en waren in korten tijd bijna geheel leeg. Deuren en'ramen werden geslo ten. Menschen, die nog nooit in een auto ge zeten hadden, lieten zich in een taxi naar huis brengen. Enkele dapperen zoch'en naar wapens, doch vonden ze niettotdat de politie in letterlijken zin in 't geweer kwam De leeuwen waren bang. Maar ook de politie had angst. Leeuwen zijn verscheurende die ren. Dat is geen kleinigheid. Spoedig knal den de schoten door de straten. En ook wa ren er al heel gauw enkele getroffenen Leeuwen waren voorloopig daarbij echter -niet. Maar na verloop van tijd kwamen ook de wilde dieren voor den ioop hunner gewe ren. De leeuwen stierven .jeel gewillig me' zachten oogopslag en gehroken oogen. En voordat de zon in het Wésten onderging, kon de wijnhandelaar weer in zijn kelder komen, de kinderen van den speeltuin weer met hun ballen spelen, de banketbakker weer langs zijn toonbank loopen, en de., polifieagentori konden zich laten fotografeeren. Eenentwin tig agenten en zes leeuwen. De handelsreizi ger verliet het oord zijner verbanning en de jongedarpe kreeg haar schoenen terug. De aangeschoten voorbijgangers werden naar het ziekenhuis gebracht. Een hunner stierf en belandde op 't kerkhof. D? president zond ^en telegram van deelneming. De circusdirecteur wrong in vertwijfeling zijn handen. De hulparbeider Müiler werd op staanden voet uit den, diepst der Spoorwegen ontslagen en lat r achter slot etf grëndët gezet. e circusdirecteur sprak de spoorwegdirectie om schadevergoeding aan. De directie ver wees den circusdirecteur naar de commis saris van politie, op wiens last de leeuwen waren doodgeschoten. En hieruit ontstond een proces, dat nog wel enkele jaren kan duren. PROEFONDERVINDELIJK? Een godloochenaar hield eens voor een tal rijk gehoor een toespraak. Na het beëindigen van" zijn réde'noodigde hij de aanwezigen uit, vragen te stellen. Eerst kwam er niemand. Toen trad een man, die nog kort geleden een welbekenddronkaard was, naar voren, en- plaatste-zich op het podium. Hij haalde een sinaasappel uit zijn zak en begon be daard dezen Ie schillen. De spreker verzocht héni "mét zijn vraag voor den dag te komen, maar zonder te antwoorden ging hij voort, met de.vrucht-schoon te maken, en daarna te verorberen. Toen hij eindelijk daarmede klaar was vroeg hij aan de spreker, of de sinaasappel zoet of zuur was. „Domoor" zeide deze- geërgerd, hoe kan ik dat weten, zonder hem te hebben geproefd?" Hierop antwoordde de bekende dronkaard kalm: „En hoe kunt U dan iets omtrent Christus weten, als u nooit met Hem hebt kennis gemaakt? U kent Hem niet proef ondervindelijk!" of Staat met kerk op ondergang van beiden uitloopt. Het is noodig door Schriftstudie, historie- 1 kennis en door bestudeering der politieke beginselen te komen tot een. juiste beschou wing en onderscheiding van kerk en Staat. Na deze inleiding volgde een -prettige ge- dachtenwisseüng, waaraan door vele aanwe zigen werd deelgenomen. In de avondvergadering sprak de heer W- Kruikemeier, uit Den Haag, over: „Be- ginselstndie en beleving". Spr. wees op de groote noodzakelijkheid, dat, waar de mensoh in het strijdperk van het leven wordt ge plaatst. groote aandacht wordt besteed aan de vorming der jeugd. Het is van belang dat zij gewezen wordt op datgene het begin sel waaruit de openbaring naar buiten blijkt (Die beginselen moeten zijn uit Gods Woord en strekken tot Gods eer. De begin selen van den niet-Christen liggen inde sou- vereiniteit van het schepsel. Juist in de jeugdjaren moet beginsel- studiie gekweekt worden en is daartoe de 'aak der J.V. Waar deze moet zijn een .gees telijke" vorming, zal zij alle levensterrein toetsen aan de beginselen uit Gods Woord. Bij kennis alleen mag het niet blijven, door God moet het in het hart gewerkt worden. Met het woord van Groen van Prinsterer eindigt snr„Aan beginselen heb ik m'n le ven gewijd". Enkele vragers werden door spr. beant woord. De geslaagde vergadering werd op ge bruikelijke wijze gesloten VERGADERING OOSTELIJKE AFDEELING Te Harderwijk kwam de oostelijke afd«e- ling van den Bond van Chr. Geref. Jonge- lingsvëreenigingen in wintervergadering hij ren onder leiding van den voorzitter, den hoer M. H. van den Burg, van Arnhem. Deze heette, na opening der vergadering, de talrijke aanwezigen hartelijk welkom, waarna hij een openingswoord sprak over „Een licht in de branding". Namens de ontvangende vereenlglng «prak Ds J. Tamminga, van Harderwijk, een hartelijk welkomstwoord Bij de huishoudelijke zaken werd besloten op Hemelvaartsdag 1933 te Zwolle te ver- gadoren. Een voorstel van het bondshestunr, om via de afdeelingshesturcn de bondscontribu- tie te innen, werd aangenomen. De heer A. L de B r u ij n e. van Zwolle leidde hierna in „Het Piëtisme". Na do ont wikkeling dezer richting in de historie te hebben nagegaan, wees hij op de ontwikke- iling van liet piëtisme meer bepaaldelijk in Nederland, om vervolgons te bespreken de gevaren voor het kerkelijk en persoonlijk leven, ook in dezen tijd, verbonden ann een eenzijdig piëtisme, zoonis bv. in ,,NevH- dijk" goteekond. Hij eindigde met er op te wijzen, hoe gestaan moet worden naar 'een juiste verhouding tusschcn het objectieve en subjectieve element in het leven, welke ver houding de zonde verstoorde. Na de bespreking van dit referaat, sloot de voorzitter de middagvergadering, waar na des avonds oveneens in het kerkgebouw, ann de Hoogstraat, Ds J. Tamminga, Chr. Geref. predikant te Harderwijk een rede uitspiek over het onderwerp: „Gods vinger in den nacht". Voor deze rede be stond bijzonder groote belangstelling. VERGADERING AFDEELING ZEELAND De afd. Zeeland van den Bond van Chr Geref J.V. hield de jaarlijksche vergadering te Biezelinge. De vergadering stond onder leiding van Ds L.K4eiaen te Vllsslngen, die een ope ningsrede hield over: „Het zoeken naor Jezus". Spr. wees op de oude Simeon, die Boekende was naar den Messias. Het ver heugde spr.. dat ook de Jeugd heden samen gekomen is, om dat Kindeke in Bethlehems stal te vinden. Simeon heeft het mogen vinden, God geve ons, dat wi| Hem ook mogen vinden in het hart. Met alle ernst wees spr. op de nood der tijden, waarin ook de jeugd verkeert. Werkloosheid, dippe af val van God en Zijn dienst, worden steeds erger. Spr. wilde allen één raad mede geven en wel: biddende de strijd te aanvaarden: laat het heilig doel wezen Jezus te vinden in het hart. De heer Aug Slabbe koorn leidde in over „Simon Jonaszoon, hebt gij mij liever dan dezen?Aan de hand van een drietal gedachten, zette spr. Jezus' onderhoud met Petrus uiteen. Duidelijk teekend e hij Jezus' zondaarsliefde. Een zeer drukke bespreking volgde op dit onderwerp, waaraan een tweetal Zeeuwsche predikanten deelnamen. 's Middags sprak de heer J. Boer, over „Toen en nu", en behandelde de toestanden dor maatschappij van vroeger en die van thans. Spr. stond stil bij de moderne verlichting vervoer en techniek. De heer P. Bikker refereerde over „Het fascisme". Op heldere wijze teekende hij do persoon van Mussolini, als grondlegger van het fascisme; alsmede de beginselen dezor partij. Een zeer drukke bespreking volgde op dit zeer leerzame onderwerp. Tot slot sprak Ds A. M. Fransen, van DONDERDAG 29 DECEMBER. 20-20 Dave 21.00 Hilversum AVRO Gramofcw 21.30 Hulien. NCRV. Orgelconcert. 21.50 Lo 22.00 H I 1 v 23.U5 H i 1 v Lezingen. Cursussen, er. s. Hulzen. NCRV. „Oudejaarsgesprek". i Hulzen. NCKV. Mr. A. v. d. Deure: Te rugblik 1932. vrijdag, 30 december. Hulden. KRO. Moi J Hilversum. VARA 'J Hulzen KRO. Grumofoonmuziek i Hilversum. VARA. Gramofoonmuzlek. Kalundborg. Strijkorkest. Hulzen. KRO. Concert. D a v e n t r y. Orgel-recital. J Huizen KRO. Plano-recital l Hilversum. AVRO. Lunchconcert. Hilversum. KRO. Orgelconcert. Hulzen. KRO. Orgelconcert. VARA. De Notenkrakers. izlek. Hulïen. kro7stufnuïzlek Breda. Hll ver sum. VARA. De Notenkraker». Hilversum. VARA. Orgelspel. H 1 1 v H 11 v - Hulzen KRO. Gramofoonmuzlek. 11.15 1 17.00 I 18 15 1 19.10 e n KRO: „Welsprekendheid", door S11 V e r s u m. VARA Oome Keesje. Politie en Persberichte 12.01 Hulzen. KRO. Politieberichten 19.30 Huizen. KRO. Politieberichten. Biezelinge, naar aanleiding van Ps. 119:105 een gloedvol woord ter opwekking, om ver. der te gaan op den ingeslagen weg. Doch laat ons biddende het Woord onderzoeken, dan zal dit zijn een licht in deze donkera tijden! Ernstig zijn de toestanden, donker der dan ooit, doch de mensch begeert het donker, en is een vijand van het licht. Door de aanwezigen werd tenslotte staan de gezongen: Zijn Naam moet eeuwig eer ontvangen, waarna Ds L Kletsen met dankzegging eindigde. Zeer voldaan over al het gebodene keerde ieder huiswaarts. De opkomst was zeer be vredigend. ONGELUK IN EEN JACHTVELD. De Jager B., uit Putbroek-Echt (L.) schoot zich op jacht, toen een vreemd ijzeren voor werp in zijn jachtgeweer was gedrongen, een hand af. De man werd naar het gast huis te Sittard overgebracht NOODLANDING. Men meldt ons uit Capelle a. d. IJssel: In den „Groenendijk" onder deze ge meente moest een reclainevliegtuig der „La- vers" Zeepmaalschappij een noodlanding maken, wegens motordefect Het vliegtuig kwam met den kop in een sloot terecht De inzittenden bleven ongedeerd NOORDWIJK IN DEN DONKER. Sinds gistermorgen 11 uur is op nog ntet opgehelderde wijze storing ontstaan in den electrisehen voedingskabel van 10.000 volt van Noordwijk-Binnen naar Noordwijk ann Zee. zoodat deze laatste plaats in duister nis is gehuld. Alleen de gaslantaarns bran den nog. ONTROUWE BEDIENDE. Een 25-jarige bediende heeft in den loop an 1932 ten nadeele van 'n aanufacturen- handel, gevestigd op de Geldersclukade te Amsterdam, voor een bedrag van f -WOO aan manufacturen verduisterd, van welk feil aangifte is gedaan. EEN SCHIP VASTGELOOPEN. Te Bruinisse ls het sleepschip „Johanna", schipper vcm Oosten, van Rotterdam, gela den met stukgoederen en op weg van Duitscliland naar Antwerpen, voor den wal op de steenen geloopen en vast blijven zit ten. De bergingsmaatschappij Van Hooge- boezem en v. d. Tak. uit Rotterdam, tracht schip en lading te bergen. 10» Door AMY LE FEUVRE (2 Ongelukkig werkte het weer ook niet mee. Het werd stormachtig en er viel veel regen. Bobbie was ongeduldig en prikkelbaar, om dat hij niet naar buiten kon gaan en zijn hoest erger was geworden. Sylvia pijnigde haar hersenen, om toch maar altijd weer opnieuw iets anders te verzinnen, om hem bezig te houden. Hiij liep trap op trap af en rommelde in al haar laden en kasten om te zien of er ook iets naar zijn gading in was; hij brak een mooie porseleinen kom, terwijl hij de kat nazat in de zitkamer en mopperde aanhou dend over het kleine, saaie huishouden van zijn tante. „O", zei ze glimlachend, „wat een verschil met een jaar of wat. geleden! Wat was je toen verrukt, als je bij tante Sylvia mocht komen logeeren, en ik je een doos soldaten gaf. om mee te spelen." „Ja, toen was ik ook nog zoo'n kleine Jon gen", antwoordde Bobbie verontwaardigd. „Op mijn leeftijd heb je behoefte aan meer". Sylvia's geduld en opgewektheid werden op een zware proef gesteld, maar zij lieten haar niet in den stek. Ze speelde spelletjes met hem, las hem voor of vertelde hem, als ze 's avonds bij den haard zaten en ver troetelde hem zooveel zij kon, als hij zich bij oogenblikken werkelijk ziek voelde; maar nooit waren de weken zoo omgekro pen als dezen November en December. Ein delijk kwam de dag dat Bobbie's vader zijn Boontje weer kwam halen. Het was een Week voor Kerstmis. Sylvia werd gevraagd, om mee te gaan naar de pastorie, maar zij bedankte voor de uitnoodiging. „Neen. Bobbie heeft meer dan genoeg van de", zei ze, en de jongen schaamde zich gelukkig wel. „Het spijt me, dat ik altijd zoo knorrig geweest ben", zei hij bij het afscheid nemen, maar het was ook verschrikkelijk hard voor me, om hier dag aan dag met twee vrouwen opgesloten te zitten." Sylvia lachte hartelijk voor die ontboeze ming. „Misschien zul je over een jaar of wat wel weer anders denken", zei ze. Met een zucht van verlichting trad zo haar huisje binnen. Soms bracht ze Kerst mis door bij een van haar zusters, maar niet dikwijls"- en zij voelde nu en dan, dot ze in tijden van ziekte en moeilijkheden meer welkom geheeten werd, dan bij fees telijke gelegenheden. Zij tobde daar echter niet over. De volgende dagen genoot ze zeer van haar rustige omgeving en was al weer wat op haar verhaal gekomen, toen de dag voor Kerstmis was aangebroken. Het leek, alsof het een echte Kerstmis zou worden, want nu en dan viel er snoeuw, en de lucht zag dik en grauw. „Gaat u vandaag naar Wallingford?" vroeg Jane, toen ze met een schaaltje warme eigen gebakken broodjes binnen ikwam en die op de ontbijttafel zette. Sylvia keek haar lachend aan. „Natuurlijk. Heb ik het ooit verzuimd, behalve als ik te ver weg was?" „Maar het is zoo'n scherpe Noordenwind, en er komt stellig voor den avond nog heel wat sneeuw los." „Nu, maar ik ben niet van suiker", zei Sylvia. „Maar ook niet van ijzer*, pruttelde Jane. „Weet je, wat je doet. Jane", zei Sylvia, „maak jij gauw wat dunne sneetjes Droc mét vieesch klaar en zorg, dat je vanavond tegen negen uur een lekker warm schoteltje voor mij in den oven hebt Als ik niet in sneeuw met den trein, dan hoop ik om half negen terug te wezen." Jane mopperde niet langer. Zij wist, dat tegenspreken niet hielp, als juffrouw Snzon- by eenmaal een besluit genomen had. Een uur later was Sylvia op weg naar Euston Station. In haar arm had ze een kartonnen doos, waar ze de grootste zorg voor droeg. Haar doel was het kleine kerk hof, dat dichtbij haar oude tehuis lag; het huis, waar zij meer dan zes en dertig jaar haar leven had doorgebracht Bij den dood van haar vader was het Jn andere handen overgegaan, want deze haa altijd boven zijn inkomen geleefd, en zijn oudste zoon had het moeten verkoopen, oin de uitstaande rekeningen te kunnen vol doen. De meeste kinderen waren toen reeds getrouwd en hadden dus al oen eigen te huis, voor de slag viel. Sylvia had er het. meest onder geleden, want plekje, elke steen van haar ouderlijk huis wus haar lief geweest leder jaar, op den dag voor Kerstmis, be zocht zij sedert dien tijd het graf van haar ouders en hing een krans van kerstrozen op het marmeren kruis, dat op hua lautste rustplaats stond. Haar practische rusters vonden het dwaze sentimentaliteit maar Sylvia kon or niét toe komen, het op te geven. Zij ging daarna al tijd haar boterhammetjes opeten bij de vrouw van den koster, die haar dun e- n kop thee schonk en haar al het n'euws van hc' «.orp en de naaste omgeving verleide. Ein delijk wandelde zij dan nog wat rond, en ht-f vorige jaar, toen het huis een tijdlang leeg had gestaa i, had zij nog tens door al de kamer9 gedwaald en alle hoekjes, waar aan zooveel herinneringen verbonden wa ren, nog eens bezocht Het plekje, waar haar ouders rustten, was haar echter het liefst van alles. Het wekte geen sombere ge dachten bij haar op, maar het deed huar aan den dag denken, dat alle geloovigcn, die in de graven zijn, de f>'em des Heercn zullen' hooren en Hem tegemoet gevoerd zullen worden in de lucht, om voor altijd met Hem te zijn. Neen, sombere gedachten waren het niet. die haar vervulden, als zij daar bij het graf van haar ouders ^tond. Haar moeder was een ernstige Christin geweest, altijd "even gelukkig in haar Heer en Heiland en haar vader was op zijn laatste ziekbed tot vrede gekomen, door zich aan het kruis van Chris tus vast te klemmen en zijn vertrouwen te stellen op de Rots der Eeuwen; en zij had als tekst op zijn grafsteen laten zetten: „Ik ben de opstanding en het leven; die in Mij gelooft, zal leven, al ware hij ook gstorven." Een bezoek aan het kerkje, waar zij ge doopt en bevestigdwas geworden 'en waar al haar zusters getrouwd Waren, was altijd het laatste, wat ze op haar jaarlijksche tocht deed. Zij sloop dan even in de bank, die hen toebehoord had en knielde daar neer, om voof al de leden van haar familie afzonder lijk te bidden. Ze was altijd moe en soms erg koud, als zij de terugreis aanvaarddp, maar op Kerstmorgen was ze dat alles weer vergeten en verheugde zich, met iedereen over het goede waaraan dlie dag ons altijd herinnert Het was nog niet dikwijle gebeurd, dat ze zoo'n sneeuwstorm getroffen had bij haar bezoek, aan Wallingford. Daarbij was de wind doordringend koud, en de kilheid van do geheele atmosfeer was veel hinderlijker, dan wanneer hot hard gevroren zou heb ben. Terwijl zij door de natte sneeuw voort stapte, had ze spijt, dat ze de waarschuwing van Jane in den wind had geslagen. Ze voelde zich ontzettend gedrukt. In den trein had ze daar al tegen moeten strijden; maar nu leek liet, aleo' ze dat gevoel lieelemaal niet van zich af kon schudden Zij voelde zich akelig, eenzaam en verla ten. ,JDe anderen hebben mij niet meer noodlg" zuchtte tij. „Een jaar of wat geleden had «k gemakkelijk genoeg een werkkring kunnen kiezen, maar ik dacht alleen aan hen on wilde altijd voor hen besch'khaar zijn. Nu voel ik me niet meer zoo gebonden, maar ik hen een oude vrijster zeggen ze. en oude vrijsters zijn meestal in den weg. Ze zeggen allemaal, dat het hun zoo spijt, dat ze mij dit jaar niet voor Kerstmis kunnen uitnoo- digen. Wat zal ik doen raet den tijd, die mii nog rest? Er moet hier- of daar toch nog wel werk voor mij zijn, als ik het maar kon vinden". Toen, terwijl zij haar oogen liet dwalen over het haar zoo bekende landschap, over viel haar een groot verlangen naar de da gen van vroeger, en ze riep op hartstochte lijken toon uit: „O, als ik hier maar weer in mijn geboorteplaats terug kon komen en mijn oude werk onder de dorpelingen weer opvatten!" Alleen de bladerlooze boomen hoorden haar verzuchting naar zij meende, maar enkele uren later zou zij herinnerd worden aan den tekst: „Eer zij roepen, zal Ik ant woorden." Als altijd richtte zij haar schreden corst naar het kerkhof en naar den hoek, waar haar geliefden rustten. Zij haalde den krans uit de doos en hing dien op het kruis. Acht jaar lang had zij dit nu al gedaan. Daarop knielde zij neer. Veel sneeuw lag daar nog niet in dat be schutte hoekje, en nadat zij een oogenblik er bij bepaald was gevvurden, hoe heerlijk hot toch wus, dat zij allen later hereenlgd om den Heer zouden staan, vroeg zij Hem met aandrang, of het ook mogelijk was, dat zij voor de jaren, die haar nog restten, een werk voor Hem te doen mocht vinden, dat zij in Zijn kracht kon volbrengen en tot Zijn Toen zij van haar knieen opstond, werd haar oor getroffen door een klagend ge schrei. Ze keek haastig om zich heen en ■zag even verderop op een nieuw graf een kind liggen in een grooten mantel gehuld. Het kind lag voorover te schreien. In een oogenbllk was Sylvia er bij en legde haar hand op den schouder van hot kind. „Wie ben je?" vroeg zij vriendelijk. „Het is te koud en te nat voor je om daar zoo te liggen." Het kind hief het hoofdje op. Het was een klein meisje, en in haar groote verdriet lette het kind niet op, dat Sylvia een geheel vretm-e -vaa. „O. het ls niet zoo koud voor mij als voor moeder. O, ik wou zoo graag naar haar toe. Ze zei, dat ze naar den heuiel guig, en dat ik üea Heere Jezus moest lieiliebben en later naar haar toeguan; inaur ik wil veel liever nu al gaan. Ik heb haar zoo lief. O, moeder, moederl" Sylvia tulüe haar van den grond en hield haar in haar armen. Het was een teer, klein kindje van een jaar ol zeven, met groote donkere oogeu en goudbruine krul len. die verward om haar hooldje hingen. Haar gezichtje was nat vau tranen. Haar zwurte jurkje was vochtig en bemodderd. Gelukkig dat de mantel zoo dik was en het kind dus vrij beschut was Legen het ongun stige weer. Sylvia was benieuwd wie het wezen kon, want haar zaohte stemmetje en ook haar kleeren toonden, dat ze geen gewoon dorps kind was. Sylvia's geheele hart ging uit naar het kleine duig. Zonder verder een woord te zeggen nam ze haar rechtstreeks mee naar de kerk, want ze wist vun ouds, dat die al vast verwarmd werd vuor den volgenden dag, en dat ze er niemand zou vinden dan misschien de oude koster, die naar de kachels moest kijken. Zh ging dicht hij den oenen kachel zitten en wreet de koude, verkleumde handje van de kleine meid. „Wel, kindje," zei ze. Je moet niet zoo verdrietig zijn. Je moedertje is bij den Heer, maar haar lichaam slaapt, totdat ze het weer noodig heeft. Heb je geen vader? Heb je niemand om je te troosten?" „Ja, ik heb vader, maar die heeft zich opgesloten in de bibiioUieek. Hij is nog veel verdrietiger dan ik, muar hij moet op reis en nu zegt Dina, dat hij mij wel nuar een kostschool zal sturen. Och, houdt U mij bij ul Ik wil niet naar zoon vreemde school!" Zij sloeg haar armen om Sylvia's hals. I e^d" ,ichaamp*e Khokl« van zvnuwachttg- Vertel mij nog meer van moeder," zei ze. „Is zo heusch gelukkig; maar hoe kan dat. «Is zo mij niot bij zioh heeft? Is ze werk*, i'jk in don hemel?" Slot volui}

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1932 | | pagina 9