Varkensvoedering
Wij kunnen niet voorzien hoe de wereldhandel
zich gaat ontwikkelen, of de protectie nog ster
kere verdedigingswerken zal bouwen, of dat de
vrijhandel die vestingen zal sloopen maar den
Hollandschen kippenhouder adviseeren we:
„Beperk het aantal Uwer dieren, indien de export
onmogelijk wordt, selecteer Uw dieren, houd alleen
de beste aan, voeder die volgens de meest doel
matige methode en breid weer sterk uit, zoodra
de vooruitzichten voor den internationalen eier-
handel gunstiger worden".
r^edroogde suiker-pulp
als veevoeder
Een hoogwaardig, goed
verteerbaar product
Bij de fabrlkatie van suiker uit suikerriet en
suikerbieten blijven er stoffen achter, die niet
meer voor suikerbereiding in aanmerking komen,
maar die daarom niet waardeloos zijn.
Vooral als de suikerbiet als grondstof gebruikt
wordt houdt men nog waardevol veevoeder over.
Een van die Veevoeders, is de pulp, dat is de
uitgeloogde bietenmassa.
Deze pulp Is versch een zeer waterrijk product,
dat zelfs 94 water bevat, wat door zekere
bewerking terug gebracht kan worden tot ongeveer
7o
Maar het gevolg is, dat het duur is door de hooge
vervoerkosten'. Men is er toe overgegaan de p u 1 p
te drogen, zoodat men oen product krijgt met
90 droge stof.
Maar nu is er nog een andere soort pulp. Dat
is namelijk de suikerpul p.
Deze wordt verkregen, wanneer men de suiker
niet zoo volledig uitloogt, als dit gewoon geschiedt.
Men zal begrijpen, dat hierbij een product ont
staat dat nog veel zoeter ls dan gewone pulp.
Het suikergehalte van deze suikerpulp is dan ook
varicerend van 30 tot 35 en kan soms oploopen
tot ruim 40 dus vele malen liooger dan ge-
(droogde pulp.
Het valt licht in te zien, dat men met deze
suikerpulp een hoogwaardig veevoeder heeft ver
kregen. Juist het melkvee kan hier bijzonder van
profiteeren, 't Is toch bewezen, dat pulp en vooral
de gedroogde suikerpulp krachtig werkt op de
verhooging van de mnlkopbrengst en
ook een stimulans is, voor het verbeteren
van het vetgehalte. Natuurlijk moet men
van deze melkvetopdrijving geen procenten ver
wachten, doch ook tiende dcelen van procenten
spelen een rol vooral bij het gebruik van melk
voor de zuivelbereiding.
Het voornaamste voordeel, dat het voederen van
suikerpulp aan het melkvee geeft is wel de ver
hoogde hoeveelheid melk, die de koeien geven.
Deze is in de meeste gevallen opvallend groot.
Gedroogde suikerpulp is evenals andere pulp een
zeer goed verteerbaar product. Dat zijn trouwens
de suikerbieten zelf ook, zoo men weet» Er zit
maar weinig •uwvczel in. Ruwvezel die de licht-
verteerbaarheid tegengaat. Nu zit in pulp procents-
gewijze wel wat meer ruwvezel, dan in de suiker
biet zelf, doch de hoeveelheid is maar van betrek
kelijk geringen aard en blijft ver beneden die. van
het allerbeste hooi.
Om dit laatste product als vergelijking te blijven
houden, kunnen we nog mededcelen dat het
eiwitgehalte van suikerpulp overeenkomt met die
van middelmatig hooi, nl. 3.5
De zetmeelwaarde van gedroogde suikerpulp is 61,
die voor best weidegras ongeveer 13 cn van hooi
van do alieruitmuntendste kwaliteit 40,6.
Geen wonder dus, dat het zoo'n uitmuntend voe
der is, dat de koeien er zoo goed van geven, zoo
nis men dat uitdrukt.
Het vee lust het heel graag. Moet ge ze zien als
het tijd is dat ze suikerpulp krijgen.
Niet alleen melkvee, alle ander vee kan het met
succes gegeven worden. Melkvee geeft men gerust
4 5 K.G. per dag en meer. Mestvec kan men in.
elk geval meer geven.
Alleen, aan heel jonge kalveren beneden de zes
maanden, is het beter geen gedroogde pulp te
geven.
Ook paarden verdragen goed een paar K.G. per
dag, doch ze moeten het door ander voeder ge
mengd gebruiken.
Wij meenen goed te doen den veehouders op dit
Hollandsch product te wijzen en stellen ons voor
heel binnenkort in onze gewone Donderdagscho
krant er nader op terug te komen.
Een goede weide,
een doelmatige
bijvocderinq, als
dit noodiq is, geeft
vee dat er mag
zijn. Een bron van
inkomen voor den
veehouder en door
het welvoldant
uiterlijk een lus
voor de oogen.
Het bevordert sterk de melkgift
OCHTENDVOER
P. SLUIS1 PLUIMVEE- EN VOGELVOEDERFABRIEKEN N.V. - WEESPERKARSPEL
SWHBUBH
Hoogere
eierprijzen
Lagere
voederprijzen!
Met ingang van 15 November
zijn de prijzen van
P. Sluis' Ochtendvoer
opnieuw verlaagd. Deze prijsverlaging
valt samen met een hoogeren eierprijs, zoodat
de omstandigheden voor den kippenhouder
gunstiger zijn.
De verlaagde prijzen van P. Sluis'OchtendVoer zijni
2 y2 Kg. F 0.53
5 Kg. F 1.03 25 Kg. F 4.05
10 Kg. F 1.95 50 Kg. F 7.40
A
Ook hier is „goedkoop duurkoop"
Dierlijke producten, vitaminen
en mineralen
Dc varkens worden in Nederland dikwijls eenzijdig
govoedond. Het parool schijnt te zijn: „Als het
imaar goedkoop is."
Zeker, het is logisch cn in dezen 6lechten tijd zelfs
geboden, to zien, dat men het op zoo goedkoop
mogelijke wijze in zijn bedrijf klaar speelt, doch
ieder veehouder dicne er zich voor te wachten
dat deze goedkoopte niet ten koste gaat van het
eindresultaat, want dan is „goedkoop" „duur
koop".
Veel varkenshouders voeren onoordeelkundig.
Hoe komt dit? Zij houden nog te weinig of in het
geheel geen rekening met den aard en de afstam
ming der varkens.
.Wij zullen u eerst eens iets vertellen over de af-
etammirig onzer varkens.
Alle tamme varkens, die wij mesten, stammen af
van het Europecsche cn het Aziatische wilde zwijn.
De eerstgenoemde soort komt, zooals begrijpelijk,
in Europa, do laatste in Azië voor.
Vóór 60 jaar hield men in Nederland de „lobooren"
en de „steiloonen", thans totaal verdwenen. Zij
waren de directe afstammelingen van het Euro
pecsche wilde zwijn, (sus scrofa gehceten). Deze
.eerste nakomelingen heetten „landvarkens".
In dien tijd hadden Nederland, Engeland en België
en Duitschland hun „landvarkens" hoofdzakelijk
gemest voor eigen gebruik, hoogstens ook voor
den dorpsslager. De groei was langzaam.
Toen moest men voor uitvoer gaan mesten en
moest men dus snelgroeiende varkens hebben. Men
ging kruisen. De Engelsche varkenshouders kozen
daartoe de afstammelingen van het Aziatische
wilde zwijn, die snel groeiden. Vóór die kruising
had men in Engeland twee soorten landvarkens
nl. kleine cn groote. Voorloopig liet men de grootc
met rust en ging kruisen met de kleine. Zoo
ontstonden er enkele rassen, die echter van geen
beteekenis zijn geworden.
Nederland kwam achteraan. Met Engeland voer
den wij do weinig beteekenende kleine rassen in
en hebben wij onze oude landvarkens, dc lob- en
steiloorcn, totaal weggekruist. Daar deze kleinere
rassen dikwijls een zwarte kleur hadden en wij
tevens ook het roodo Tamworth voor kruising
hebben ingevoerd, is het nu wel duidelijk, waarom
wij in Nederland zooveel bonte varkens hebben.
Inmiddels ging men in Engeland verder en kruiste
dc nieuwe kleine rassen met het oude groote
landvarken. Deze kruising verliep zeer gelukkig
en leverde het welbekende Groot-Yorkshire varken.
Duitschland importeerde weer dit Groot-Yorkshire
en Jokte cr dieren uit, die oau het iets ruwere
klimaat van Noord-Duitschland zich konden ge
wennen. Zij noemden dit product Duitsch Edel-
zwijn.
Dit kruisten zij weer met hün landvarkens en
kregen zoo het „Veredeld Duitsch Landvarken
In Nederland ontmoeten wij thans door import en
kruising: Groot Yorkshire, Veredeld Duitsch Land
varken, Duitsch Edelzwijn, de geheel verkruiste
inlandsc.ho varkens, Veredeld Vlaamsch varken (in
Zeeuwsch Vlaanderen); Veredeld Limburgsch var
ken (in Limburg.)
Vooral in het Groot-Yorkshire en in het Veredeld
Duitsch landvarken zijn veel goede eigenschappen
vereenigd. De eerste vindt men hoofdzakelijk in
het Oosten, de tweede in het Westen van ons land.
Het Veredeld Duitsch landvarken is weinig kies
keurig, kan heel veel ruw voer verwerken, heeft
minder last van fouten in dc voeding cn kan meer
eiwit hebben dan het Groot-Yorkshire.
De levenswijze der Europcescho wilde varkens, als
hiervoor genoemd, was dat zij niet alleen voedsel
kregen van plantaardige producten, als eikels, beu-
kenooten enz., doch evenzeer zich voedden met
dierlijke producten als wormen, slakken, vischjes,
muizen, jonge vogels enz.
Geen wonder want een varken is een „alles-ctcr",
dus moet zoowel plantaardig als dierlijk eiwit
ontvangen.
Die veehouders, die dus momenteel nog alléén
graaneiwitten voeren, zullen thans begrijpen dat
zij niet juist voeren. Zij voederen tegen de natuur
der dieren in.
Nu zullen dc varkenshouders natuurlijk direct do
vraag stellen, maar wat moet ik dan aan mijn
varkens voeren en aan welke eischen moet dit
varkensvoer dan voldoen?
Ons antwoord is: U moet een goed samengesteld
meel voeren, waarin:
5