Boeren Koopen B.K. «KOUDIJS VOEDERFHIEKEN11 Betere Kuikens Betere Kippers H. J. BONDA's _C Vitaminen Holland, van nature kippenland Volgt de B.K. methode, ze is af! Rotterdam-Barneveld VEEVOEDING-NUMMER 0 2 2 NOVEMBER 1932 PRO (Proteïne eiwit) Zuiver vischmeel Levermeel Diermeel Bloedmeel STANDAARDVOEDERKERN „PRO VI Ml" VI (Vitaminen) Levertraan (A. D.) 1 Onuitgetrokken gist (B) J (Wettig gedeponeerd) Ml (Mineralen) Dinatriumphosphaat Dicalciumphosphaat Magnesiumsulphaat Ferrosulphaat Calciumcarbonaat Natriumchloride Kaliumjodide Kaliumchloride H. J. BONDA - Rotterdam Import - Export Veevoederproducten en Mineralen a. de beste grondstoffen verwerkt zijn; ib. een voldoende hoeveelheid plantaardig en dierlijk eiwit aanwezig is (waarin dus alle eiwitbouwsteenen aanwezig zijn); C. Een juiste verhouding is tusschen verteerbaar zuiver eiwit en zetmcclwaarde; cL aanwezig is de bcnoodigde hoeveelheid mine ralen en vitaminen in de juiste verhouding en in voldoende hoeveelheid. [Velen Uwer zullen hiertegen op zien, doch wij kunnen U geruststellen. Onze firma maakt het U gemakkelijk. De graaneiwitten is een tamelijk eenvoudige zaak en voor de dierlijke eiwitten, vitaminen en mine ralen hobt U de beschikking over onze standaard- voederkern „Provimi" (wettig gedeponeerd). Deze voederkern is samengesteld door twee der bekwaamste doctoren op dit gebied en bevat alle stoffen in de juiste verhouding, welke noodig zijn om groei en produotie zoo volledig mogelijk te doen zijn. Juist nu ia hieraan zulk een groote behoefte, nu ile voedering van onze varkens moet staan in het teeken van de economische crisis en hot voor U van belang is dat U togen zoo laag mogelijken kostprijs kunt mesten, maar U bovendien ook een liwaliteitsvarken moet produceeren! Voert gij dus nog geen mengvoeders met „Pro vimi", bestelt ze dan nog heden bij Uw voeder- leverancier of schrijft ons. Eén onzer propagan disten korrut U dan even bezoeken. Onze propa gandisten hebben alle een diploma eener inrich ting van landbouwonderwijs. Zij dienen U, zoo noodig, van advies, wogen het voer met U af, kortom zorgen er voor, dat de voedering van Uw varkens zoo nauwkeurig en voordeelig mogelijk geschiedt. Zij verriohten dus zeer nuttigen arbeid in Uw belang. H. J. BONDA, Rotterdam. Import Export Voederproducten en Mineralen. (Vervolg van pag. 1) Thans is er geen zaak bij het voederen betrok ken, waarover zooveel gehandeld wordt Waar schijnlijk omdat er nog zoo weinig van bekend is. *t Was een Engelsche professor Hopkins, die juist twintig jaar geleden, tot de overtuiging kwam, dat behalve de noodzakelijke voeding sstoffen er ook nog andere stoffen onontbeerlijk zijn wil de ge zondheid niet lijdon, de instandblijving van het leven niet gevaar loopen. Deze stoffen, van wier wezen men na twintig jaren studie nog weinig kent, noemt men vitaminen, levensstoffen, en veronderstelt dat ze zonder zelf te veranderen of te vergaan, andere stoffen helpen omzetten, opne men, opbouwen. Vermoedde men er eerst maar twee of drie, al spoedig leerde men, dat ei wel vijf moeten zijn, die men respectievelijk vitamine-A, -B, -C, -D en -E noemt. Al deze vitaminen moeten in de moedermelk voorkomen. Veel willen wij er niet van zeggen.. Wc merken alleen op, dat het ontbreken van de A-vitaminen in het bijzonder oogziekten doet ontstaan en het dier voor longaandoeningen meer vatbaar maakt. Levertraan bevat veel A-stoffcn. De B-vitaminen krijgen de dieren zoo goed als zonder uitzonde ring genoeg, daar ze in melk, melkproducten en zaden voorkomen. Met melk, versch vleesch en groenten geeft men C-vitaminen, wier afwezigheid zich openbaart door ruige beharing, losgaan der tanden, zwellen van het tandvleesch enz. z.g. scheurbuikverschijnselen. De D-vitaminen spelen een beteekcnisvolle rol hij de opname der mineralen, bepaaldelijk van de kalk. Gebrek aan deze A-stoffen, doet rachitis (Engelsche ziekte) ontstaan. Levertraan, grocnvoeder en hooi, vooral de eerst genoemde, bevatten deze D-stoffen. De E-vitamine is noodig voor het functioneeren der geslachtsklicren, zoodat het ontbreken ervan bij manlijke dieren onvruchtbaarheid, bij vrouwe lijke dieren, behalve onvruchtbaarheid, ook ver werpen veroorzaakt. In gekiemde zaden komt deze E-vitamine in beduidende hoeveelheid voor. De veevoeding is, zooals we reeds opmerkten, wel een wetenschap geworden, waarvan de beoefening den veehouders van nut is. Een goede kennis van de voedingsleer doet de veehouders voordee- llger voeren. Vooral ook mot het voederen wordt nog zooveel geld onnoodig verknoeid. Dat moet voorkomen worden, door een goed ia- zicht in deze aangelegenheid. Pluimveevoedering Hulpstoffen zijn noodig. Hoewel wat in ons eerste artikel is medegedeeld ook voor pluimveevoedering geldt, en we niet in do onderdoelen van het voederen wenschcn af te dalen, lijkt hot ons toch goed om eon kleine uitzon dering te maken in verband met de pluimvee voedering. Men moet bodenken, dat het pluimvee behalve de voedingsstoffen, mineralen en vitaminen, ook nog andere stoffen behoeft, die we „hulpvoederstoffen" zouden kunnen noemen. Stoffen die mede moeten helpen om do vertering van het verstrekte voedsel te bevorderen, als het ware in te leiden. Het voeder, dat ons pluimvee krijgt, bestaat voor een belangrijk deel uit granen, die, voordat do spijsvcrteringsvochten er op kunnen inwerken, vermalen en gebroken moeten worden. Dit doet, zooals we weten, het pluimvee niet door deze spij zen te kauwen. Er is een andere inrichting voor, n.l. de kauwmaag, zooals ze wel eens genoemd wordt. In de maagwand, die bestaat uit oen hard, taai vlies, zetten zich ook af steentjes cn andere harde kleine voorwerpen, die we de kippen wel eens zien oppikken. Men doet goed opname van deze zaken te bevorderen, door doeltreffend mate riaal aan de kippen te geven. Gewone zeeschelpen, die dun en betrekkelijk zacht zijn doen hiervoor weinig nut Beter is het gemalen oesterschelpen te geven. Deze zijn stevig en zetten zich goed in de maagwand vast en helpen krachtig om do spijzen te vermalen. Het kalk dat de schelpen bevat is dienstig voor de vorming der eierschalen. Ook is voor het spijsverteringskanaal houtskool een zeer nuttige stof. Boekbeoordeeling HANDBOEK VOOR DE BOERDERIJ, door Ir. A, O. van R ij 8 d ij k. Uitgave van N. V. NederL, Krachtvoederfahriok „Muskator" te Oude Wetering, Het eerste godeolto van dit boek is gewijd aan do veevoeding en wel aan die van rundvee. Niet alleen practische opmerkingen, ook theoretische beschou wingen over do veevoeding vindt men hier. De stalinrichting wordt eveneens beschreven, even als de meest voorkomende ziekten. Naast dit alles troffen we aan uitvoerige beschrij vingen over gras, grasland, beweiding, hooi en persvoeder. Verder wordt gehandeld over de be mesting. Slechts een klein gedeelte wordt ingenomen doof reclame voor hot eigen bedrijf van den schrijver. Dit is een bewijs dat de behandelde onderwerpen voor een groot deel een obectjief karakter dragen. Wat een voordeel is. Wij l>ovelen het zeer aan. Do prijs van fl.voor een liookwerk van 164 pagina's, groot formaat op prima papier, is zoo laag dat dit geen bezwaar is. Lees. he. HANDBOEK VOOR DE BOERDERIJ Het bevat een rijke bron praktische wenken om de veehouderij vooruit te helpen. Het boek beschrijft: De voeding De beoordeeling van den Het beweidingssysteem De verteering prl|s der voeders De hooi bereiding Het opfokken van kalveren De stalinrichting De persvoederbereiding De melkbehandellng De verpleging en ziekten De natuurlijke mestslollen Het samenstellen van Het grasland en een reeks waardevolle voederrantsoenen De afwatering v,h. grasland tabellen U ontvangt het boekje franco huis, tegen betaling van fl.- op giro nr. 124506, of tegen inzending van het bedrag aan postzegels N-V- Neder!. Krachf voeder fabriek MUSKATOR, Oudewelering 6 VEEVOEDING-NUMMER #.2 2 NOVEMBER 1932 idie noodigo voorzorgen in aoht genomen te worden, evenals met andere eenigszins zure kuilproducten het geval is, aangezien er andere wel kans bestaat, dat hij met kaasgebreken te kampen krijgt [Wonschclijk zal h~t zijn, zoowei wat het rundvee als de varkens betreft, dat de veehouders slechts iict beste van het beste uitselectecren en de min dere kwaliteiten uit hun bedrijf verwijderen, om op die wijze het meest economisch te werken. Een algemeene melkcontröle en een retioneele vee voeding zijn twee zeer belangrijke factoren, die de rentabiliteit van een veohoudersbedrijf ten zeerste kunnen beïnvloeden. door D. KOUDIJS „Aanpassen bij bestaande inter nationale verhoudingen, desnoods beperken, maar paraat blijven voor betere tijden." I v j Terwijl de Hollandsche landbouwers op de vrije markt met granen nooit kan concurreoren tegen de producten van groote .andbouwgebieden uit 'Amerika, Australië, de Donaulanden en Rusland, kan de Hollandsche kippenboer daarentegen op de vrije markt elke concurrentie doorstaan. Ieder, die op het platteland bekend is, weet dat het grootste gedeelte der Hollandsche kippcnstapel te vinden is op de kleine en middelmatige, ge mengde boerenbedrijven. Daar zijn de kippen op hun plaats, daar kunnen ze eenvoudig cn toch doelmatig worden gehuis vest, daar kunnen ze door den boer, zijn vrouw, of zijn kinderen worden verzorgd. De aanwezigheid van duizenden zulke boeren- bcdrijfjes in onze Oostelijke en Zuidelijke provin cies maakt die «treken tot dc meest natuurlijke pluimveegebicden. Kan dc Hollandsche landbouwer op zijn dure be- workelijke gronden niet tegen denzelfden kost prijs graan verbouwen als do buitenlandschc groot farmer op zijn veel goedkoopere en minder arbeid vragende graanvelden, omgekeerd kan de bui tenlandschc gröot-kippenhoudor geen farm in- riohtcn, waarin hij op even voordeelige wijze eieren produceert als de Hollandsche boer op zijn gemengde bedrijfje. Het is dan ook zeer logisch, dat dc Hollandsche graan verbouwer bescherming tegen import wenscht en de Hollandsche kippenboer niets liever zou zien dan een wereld-vrijhandel voor eieren. In Vlaanderen en in de direct aan ons land gren zende Duitsche cn Belgische streken vindt men ook soortgelijke boerenbedrijven, die zich vanzelf sprekend ook bij uitstek voor pluimvechouden leencn. In het feit, dat lang niet overal met succes kippen kunnen worden gehouden, ligt de hoofdoorzaak van do zeer gunstige uitzondering dat er in eieren geen wcreldoverproductie is. Hierover moeten we eens even rustig nadenken: In eieren geen wereldoverproductie. Waarom niet? Kwam in de hoog-conjunctuurtijd niet juist de op groote schaal toegepaste machinale uitbroe ding van kuikens? Werd niet juist in den hoog- conjunctuurtijd het opfokken van groote koppels kuikens vergemakkelijkt door dc kunstmoeders, die duizenden diertjes de noodigo irmte gaven en de óuderwetsche natuurlijke moeder, „de kloek", vervingen? Was daardoor niet de moge lijkheid geschapen in zeer korten tijd de pluim veestapel over do gcheele wereld te vertienvou digen? Ja, de machine, in zooveel bedrijven medeoorzaak van overproductie, stond ook klaar in de pluimvee wereld het „teveel" te produceeren. Het is er even geweest, het teveel aan kuikens. En toen kwam de abnormaliteit in het kippen- houden: het inrichten van groote eierfarmen, voor al in het buitenland. Ook zonder do malaise zouden die verdwenen zijn evengoed als nu omdat zo nooit zoo economisch kunnen werken als ''c van nature op k.ippcnhouderij aangewezen gemengde boeren bedrijven. De malaiso heeft er alleen aan geholpen, die abnormaliteit mcl op to ruimen. En zoo zijn we dus weer op gezonde basis teruggekomen: dc leg kip bij deh boer. Vanzelfsprekend is er altijd plaats voor fokbedrijven, speciale hoenderparken, waar fokmateriaal voor de boeren beschikbaar wordt gesteld. Maar dat zijn geen eierfarmen, dat zijn fokbedrijven. Indien de handel in eieren niet op allo mogelijke manieren belemmerd wordt, indien binnen afzien- baren tijd de exportmoeilijkheden verdwijnen, dan zal dc Hollandsche pluimveehouderij weer een bloeitijdperk tegengaan. Wordt echter do export onmogelijk gemaakt, don zal de eierproductie teruggebracht moeten worden tot de behoefte voor binncnlandsche consumptie. In 1931 was do verhouding van export tot binnen- landsch consumptie als 3 2, dus in dit alleron gunstigste geval moet het aantal kippen van 25 miilioen (in 1931) tot 10 millioen worden terug gebracht. Dan zouden we dus terugkeeren tot de toestand in 1921. Dit is a.h.w. de stabilisatiebasis. Hoe moeilijk een dergelijke drastische inkrimping ook zou zijn, we moeten er niet voor terugschrik ken. Want het is de kortste weg tot herstel. De eicrimportcerendc landen zullen inzien, dat zo niet in staat zijn voldoende eieren in eigen land te doen produceeren, ze zullen bij algeheele econo mische opleving een sterke behoefte aan eier- import krijgen cn hun grenzen weder openstellen. Dan moet Holland paraat staan. Als do stabili satie, bovenbedoeld, benut is om de dieren te seleo- teeren, dan kan de kippcnstapel in een enkel jaar weder verdubbeld worden. Zoo{lra de vrijhandel terugkeert, is Holland het kippenland, dat zijn oude plaats weder geheel inneemt. Niet-ingewijdcn meenen, dat de eierexport dit jaar reeds zeer sterk is ingekrompen. We geven hieronder de exportcijfers over de eerste acht maanden Van 1930, 1931 en 1932. 1930 1931 1932 62.736.000 Ko. 62.868.000 Ko. 63.204.000 Ko, 1)' 832.000 Ko. 354.000 Ko. 700.000 Ko. s) 323.000 Ko. 547.000 Ko. 334.000 Ko. 3) 63.891.000 Ko. 63.769.000 Ko. 64.238.000 Ko, Waaruit wo dus zien, dat de totaal-eiercxport tot eind Augustus in gewicht grooter is geweest dan in 1931 en 1930. Maar dc prijzen waren slecht. Do oorzaak hiervan school in de algemeen slechte economische toestand in de importlandcn. De inkrimping in de pluimveestapel is eerst dit voorjaar aangevangen. Toen zijn er belangrijk minder kuikens gebroed, belangrijk minder jonge hennen gefokt. Het uitvocr-surplus wordt dan ook vanaf dit najaar kleiner dan vorige jaren, met als gevolg hoogere eierprijzen. Als er volgend jaar weer op kleiner schaal wordt gebroed en gefokt, zullen we sneller op dc stabi lisatiebasis zijn aangeland dan menigeen thans bevroedt. Depressie (malaise, crisis, of hoe men het ook noemen wil) is altijd een natuurlijke reactie op dc overdrijving in de voorafgaande periode (hoog- conjunctuurtijd). Als zoodanig houdt do depressie een gezonde zuivering, maar dan wordt ook vaak wat goed was mee opgeruimd. Voorbeeld van dit laatste is, dat veel kippenhou ders dit jaar uit z.g. bezuinigingsoogpunt dc doel matige wetenschappelijke vocdermethodc over boord hebben gegooid. En nu zijn hun jonge hen nen niet tijdig legrijp, nu rapen ze geen eieren in do wintermaanden, terwijl zo juist nu zoo duur zijn. Logisch zou geweest zijn: minder kuikens broe den, minder hennen opfokken, maar die dieren goed opfokken, zóó, dat ze tijdig legrijp zijn cn tot groote prestaties in staat. vcrschc eieren. 2) koclhuisoicren, s) kalkeicrcn* ÏKOUD'JI VOEDERFABRIEKEN.B.K. ROTTERDAM BARMEVELD Omdat B.K. beteekent:

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1932 | | pagina 11