BINNENLAND. MANDAG 21 NOVEMBER 1932 TWEEDE BLAD PAG. 5 ECONOMISCHE PROBLEMEN ONKERE WOLKEN AAN DEN SUIKERHEMEL Java-Suiker Industrie krijgt een harden dobber te verduren Iet bericht, door Aneta aan de Locomotief leend inzake de moeilijkheden, ontstaan de nieuwe suikerregeling, heeft ons aan i eenen kant verrast en aan de andere iren wij er op voorbereid. Het zijn groote tegenstellingen in deze wereld, die economisch herstel bannen; niet alleen tegenstellingen tusschen de groot-mach- maar ook die lusschen de onderdeelen 1 bedrijfsgemeeiisc.aap beletten de sanee- g. Vat de Java-suiker-in 'ustrie betreft, wis- wij' dat ie belangen vim de groi ie ctn- ns niet steeds strookten met die der ine ondernemingen. De groote mnat- appijen staan èn financieel èn cultuur- iinisch sterk; zij hebben middelen en nschen genoeg om in het afzetgebied koopskantoren op te richten en zij kun- gemakkelijker van de geboden moge heden profiteeren, dan de kleine, die bo- idien jarenlange practijk missen, nu de p. sinds 1917 den verkoop in eigen han- heeft genomen. Teveel aan suiker. i meeste suiker-ondernemingen, welke t aan bankgroepen behooren, zijn door de standigheden aan hun geldschieters ge iden. Hoe meer zij in het krijt staan, hoe ider zij te zeggen hebben en hoe grooter is, dat zij op een gegeven moment door grootere lichamen zullen worden opge- pt. Wanneer wij billijk zijn kunnen wij recht niet aan de grooteren ontzeggen, arom zijn deze groot geworden? Ten le door zuinigheid en beleid- ten deele >rdat zij direct geprofiteerd hebben van positie en het prestige van hun mentors, kleinere hebben niet altijd een vooruit- ïde blik gehad; hebben menigmaal te ge dividenden uitgekeerd en zij heb- hun reserves in uitbreiding van hun rijf gestoken, in stede van deze gelden rt te houden Want ook op Java is het ote euvel geweest: „onjuist inzicht in de kelijke wereldverhoudingen... steeds ar uitbreiden, zonder zich af te vragen, die expansie in overeenstemming was de toename van het verbruik niet al maar ook met de expansie in andere cergebieden." Nu achteraf blijkt, dat r bescherming de Europeesche bieten den hun bieten-areaal hebben vergroot daardoor hun surplus aan landarbeiders igszins te kunnen spuiennu blijkt Amerika meer en meer zichzelf wil gaan ruipen, nu Britsch-Indië een eigen sui- cu'ltuur wil pousseeren en Cuba zien nmin als Java heeft kunnen vrijhouden expansie, nu bemerken wij, dat er een eel aan suiker is en dat een groot ge- 'te van het areaal duurzaam moet wor- verlaten. ierbij kamt dat nieuwe variëteiten een grootere productie pér eenheid hebben opge leverd; wij hebben dus buiten een oneven wichtige expansie een veel hooger rende ment gekregen, dat het euvel dus aan twee kanten verscherpte. Had Java een andere lijn gevolgd, nl. om door verbetering van het plantmateriaal de bestaande aanplant productiever te maken, dan zouden wij niet in een dergelijke impasse aangeland zijn. Wie krijgt de leiding? Hoe zal hierin een natuurlijke selectie komen? Niet door van hoogerhand aan alle partijen een even groote kans te geven, want dan zouden de goede ondernemingen- juist omdat zij door omstandigheden goed gewor den zijn, terrein moeten verliezen aan rt<- zwakkeren, die niet verstandig gehandeld hebben. Wel door het afvallen van die fa brieken, die niet meer tegen den stroom op kunnen roeien. Deze mogen niet meer ge steund worden, want het geld- dat daarin ge stoken wordt, is, uit een algemeen oogpunt bezien, oneconomisch besteed. Indien de Re geering zich hiertoe leent dan begeeft zij zich od een verkeerden weg. Dit moet dan ook duidelijk naar voren gekomen zijn bij de besprekingen in het Suiker-Werkcomité; de bezwaren, die er tegen het nivelleerings- stelsel bestaan waarmede wij bedoelen het doen aanpassen van de belangen der sterke ondernemingen aan die der zwakke re moeten zoo groot zijn, dat men twij felt aan het slagen ervan. Het punt, wéér de scepter zal worden gezwaaid, hoe belang rijk ook, zinkt bij dit probleem in het niet. Of de macht in Bolland ligt, of in Indië komt eerst aan de orde, wanneer de andere kwesties deugdelijk zijn opgelost. De eerste vraag is: „Wie krijgt de leiding?" Zijn het de groote ondernemingen die daardoor de kleinere kunnen dooddrukken? En al zou leiding bij een gemengde commissie be rusten, waarin zoowel de krachtige als de zwakke ondernemingen zitting nemen, dan nog is het feit beslissend: Welke schuld hebben de zwakkeren aan de bankiers, - te vens suiker-eigenaren? De financieringskwestie. De hoofdzaak van de suikerregeling ligt niet in den verkoop maar in de kwestie der financiering. Wij hebben dit gezien bij de Kalibagor en de Poerwokerto, die een groote schuld aan de Cultuur-Maatschappij der Vorstenlanden hebben, welke laatste maatschappij de credieten per uit. 1932 heeft opgezegd. Ook de Gayamsche Cultuur Maat schappij is op hetzelfde niveau aangeland; ook bij deze maatschappij heeft de geld- schietster, de Internationale Crediet- en Handelsvereeniging Rotterdam het crediet ingetrokken, zoodat de maatschappij in liquidatie moet gaan. Niemand is, vanzelf sprekend, bereid gevonden om de financie ring over te nemen. Hoevelen zullen nog moeten volgen, wanneer niet spoedig een credietmaatschappij voor de financiering van de Java-suiker wordt opgericht Zalmen daartoe overgaan? Wij denken van niet, want hieraan koppelt zich de kwestie van de noodzakelijke reductie van het beplante areaal. Wanneer de kleineren blijven be staan dan moeten de grooten inkrimpen en dit zullen zij nimmer doen. In dit verband mag men niet vergeten, dat Japan steeds minder suiker van ons be trekt, Britsch-Indië* ons voornaamste afzetr gebied, een eigen cultuur wil vormen terwijl de Europeesche landen heftig met de Java- suiker concurreeren, zoozelfs, dat de Java- suiker in prijs moest worden verlaagd om geen terrein verder te verliezen. Willen wij het oude areaal behouden, dan moeten wij onze suiker plaatsen in concurrentie met Cuba. Entameeren wij dien strijd dan zul len wij een harden dobber hebben. Afgezien van de vracht, die vooi Cuba naar Europa lager is dan voor Java, moeten wij rekening houden, dat de potcn- tieele productie-capaciteit er heel wat hoo ger is dan in ons Indië. Cuba kan, na eenige eenvoudige voorbereidingen, gemakkelijk b millioen ton suiker produceeren en hoe meer zij voortbrengt hoe lager haar kostprijs zal zijn. Cuba ligt uit cultuur-technisch oog punt heel wat beter voor suiker dan de tro pische gebieden. Zooals de situatie er op het moment uit ziet zouden wij overhellen naar het principe van de „overwinning voor de sterksten". Hieraan is niets te doen. Zakken de groote ondernemingen naar het niveau van de zwakke lichamen, dan wordt de geheele Java-suikercultuur verzwakt Behalen de sterke de overwinning, dan komt dit aan het concurrentie-vermogen op de wereld markt van de geheele Java-suikerindustrie ten goede. Waar er zoo verbazend veel rijst in Indië moet \vorden ingevoerd zal er wel emplooi gevonden kunnen worden voor de gronden, die aan de inlanders zullen moe ten worden teruggegeven. Het is alleen jam mer voor het kapitaal dat in de zwakkere fabrieken is gestoken en dat nu onherroepe lijk verloren gaat- tenminste wanneer ae Regeering van inmenging afzijdig zal blij ven, zoolang de Java-suikerindustrie zelf geen homogene maatregelen neemt NATIONAAL VERBOND ..GODSDIENST, GEZIN. GEZAG" Comité te Amsterdam Te Amsterdam heeft zich gevormd een voorloopig plaatselijk Comité van het Natio naal Verbond „Godsdienst, Gezin, Gezag" tot bestrijding van revolutionaire invloeden in Nederland en overzeescbe gewesten. In het comité hebben zitting genomen ver tegenwoordigers van onderscheiden gods dienstige en politieke riohting. Het is samen gesteld als volgt: Ds. A. G. H. van Hoogen- huijze, voorzitter; H. R. Zijlstra, secretaris- penningmeester; A. Assoher; G. Baas Kzn., H. Boerée; Pastoor van Breda; F. K. Lotge ring; Mr. C. P. M. Romme; A. B. Roosjes; Ds. J. L Schouten; W. Steinmetz; Prof. Dr. J. Waterink; Dr. E. R. Wittig. Groote nationale betooging In samenwerking met het Plaatselijk Co mité te Amsterdam organiseert dit Comité een Groote Nationale Betooging op Dinsdag 22 November a.s. in de groote zaal van het Concertgebouw te Amsterdam, waar als spre kers optreden de heeren: Ds. A. G. H. van Hoogenhuyze; Pater Borromaeus de Greeve Mr. H. Bijlevel-d. De heer Jac. Ph. Caro treedt op als solist, de heer Jac. Kort bespeelt het orgel, terwijl de vergadering nationale liederen zingt. Doel van het Verbond ■-Het Verbond wil krachtige handhaving van de goederen, ons als heilig pand door onze vaderen toevertrouwd: Geloof in God, een vrij en zelfstandig Nederland en trouw aan het Huis van Oranje. Het wil bewaring van het gezinsleven als noodzakelijk onderpand voor een gezond volksleven. Het wil krachtig verzet tegen stroomingen die het geloof ondermijnen, het gezag aan tasten en onze duur gekoöhte vrijheden be dreigen. Het wil met alle wettige middelen, maar onverzwakt, bestrijding van elke revolutio naire beweging in Nederland en Overz. Ge westen. inzonderheid van de Communisti sche Partij, die slechts op bevelen van het buitenland handelt. Het Verbond beoogt geen partijvorming, doch uitsluitend samenwerking van alle ge zindten in één Nationaal Verbond tegen de machten die ons land en volk bedreigen. VEREEN. VOOR VOLKENBOND EN VREDE De „Vereeniging voor Volkenbond en Vrede" heeft Zaterdag te Arnhem haar al- gemeene jaarvergadering gehouden onder leiding van Jhr. Mr. Dr. H. A. v a n K a r n e- b e e k, commissaris der Koningin in de pro vincie Zuid Holland Aan de openingsrede van den voorzitter ontleenen wij het volgende: Het wereldgebeuren, dat wij beleven is, binnen het kader van den Volkenbond, zoo rijk aan stof, dat ik mij de beperking moet opleggen, die bij een openings woord past. Mijn conclusie is, dat er thans meer dan ooit reden is om aan den Volkenbond vast te houden en er schou der aan schouder achter te gaan staan Men moet hem in tusschen zien zooals Jhr H werk en de Volken bond kan niet meer geven dan waartoe zijn leden hem colletief in staat stellen. Maar omgekeerd hoede men zich ervoor, d betee- kenis van den Volkenbond te onderschatten. Indien hij door mensohelijke verblinding en onverstand kapot werd gemaakt, dan zou hij terugkeeren, omdat hij naar mijn innige overtuiging als permanent orgaan van geor ganiseerd overleg wortelt in den tijdgeest, die den onderlingen samenhang der wereld belangen weerspiegelt. Hij is er omdat hij er zijn moet. Zonder twijfel is in den Vol kenbond beleid onontbeerlijk, want Volken- bondswerk is staatkunde en internationale staatkTrnde is kraakporselein. Het aan een talrijk en heterogeen lichaam eigen gevaar dat bij vraagstukken, die een diepgaande en speciale kennis vorderen, schuilt in ondes kundige bemoeiing, is daarbij niet denkbeel dig." Na de openingsrede van den voorzitter en eenige mededeelingen van het hoofdbestuur werd het jaarverslag van den algemeen-se cretaris den heer H. Oh. G. J. van der Man de re aan een bespreking onderwor pen en goedgekeurd. De rekening en verant woording van den penningmeester over 1931 uitgebracht door Mr. S. K. D. M. vanLie r, werden goedgekeurd, terwijl de begrooting voor 1933 werd vastgesteld. Door het periodiek aftreden van Jhr. Mr. Dr. H. A. van Karnebeek, die volgens de sta tuten niet herkiesbaar was, werd tot voor zitter gekozen Mr. W. van Lanschot, lid van de Eerste Kamer, die zijn benoeming aanvaardde. De aftredende hoofdbestuursleden mej. L. C. A. van Eeghen te Doorn, mevr. C. A. Kluy- ver, Mr J Limburg; Prof. Mr. V. H. Rutgers en Mr. A van Rijckevorsel, allen aftredend, eerden herkozen Mr. W. van Lanschot hield vervolgens als voorzitter der Pan Europa Commissie der vereeniging een inleiding over het rapport, hetwelk is samengesteld door Mr. W. van Lanschot. Dr. E. van Weideren, baron Ren- gers, Prof. Mr. A. Anemia, Mej. Mr. E. van Dorp, Prof. Mr. J P A Francois, Dr M D Hage Ir. A. Plate en Mr. C P. van Wijngaarden. Het advies van het rapport luidde, dat het aanbeveling verdient een speciale „Commis sie voor Europeesche Samenwerking" in te stellen die plannen en voorstellen in studie zal kunnen nemen en contact met de be trokken lichamen zal hebben te bevorderen. Tenslotte hield Prof. Mr. V. H. Rutgers plaatsvervangend leider van de Nederland- sche delegatie ter Ontwapeningsconferentie en lid van het hoofdbestuur der „Vereeni ging v. Volkenbond en Vrede" 'n rede over 't vraagstuk der internationale ontwapenining en de conferentie van Genève 1932. Op do ingediende begrooting leverde hö detailleerde crltlek. waarin hö op de zwakke plekken in deze begrooting wees. Daar zst een. groote kan3 op belangrijke tegenvallers ln. deze begroottng. gezien ln het licht begrooting. in bet beleid. Lpeutert wel hier en r durft de bezuiniging niet ernstig „„.kken. Hö wil spreken niet de organisaties. Wie nu uitstel wil. maakt straks veel ruwer ingröpen noodzakelük- Men dient dit ook tegen het per soneel open en rond te zeggen, de wrange vruchten plukken de Zü zullen ook .n deze politiek, duidelök. Is ■stellers ook her- iogelük? Dat kan men er niet uit Maar onjuist ls. dat ln c dere omstandigheden wore eigenlijk de indiening van een bewös Is van de aanw..., zondere omstandigheden. Hij is nog niet bereid aan deze motie steun te verleenen. Dan neemt hö de koopkracht-theorie van de sociaal-democraten even ln de maling. Als men. eerst een millioen uit de zakken der burgers» haalt uit allerlei verhoogde li gebruikt loonei houden, dan Is dat toch een vl< ls de koopkracht-theorie niets i Noodlg Ls. bezuiniging :ieuse cirkel en.' Jan traseologiej organisatie r AMSTERDAM DE GEMEENTE-BEGROOTING Vervolg Algemeene Beschouwingen Het College aan het woord. '1 Bleef nog altöd mat De leider der midden standera de heer WEISZ, had maar matige be langstelling. Het ls bekend, dat deze fractie geen Invloed heeft en bö de 3 pet korting in het voorjaar een heel vreemde rol heeft ge speeld. Na hem kwam de nieuwe leider van de soc.- demooratische fractie aan het woord. Hö is een goed spreker en Iemand van breede opvatting. Maar de heer WOUDENBERG was ditmaal niet zoo goed als wö hem wel eens hebben gehoord. In de eerste plaats sprak hö te lang over de gemeentelüke autonomie en de houding van de regeering. zoodat de begrooting van Amster dam zelf ln het gedrang kwam. HU had voorts nog een poosje noodlg om te spreken _over de oude kwestie van de wegge- "'zön rede behandelde hö de Hö wtjst alle loonsver- Dle geheel afwöze durfde hö blökbaar niet. kan. Maar steun naar niet omdat sverlaging ln zit verleenen durfde hö ook cr toch een eldment van Dus proheerde hö te str prae-advies. De anti-revolutionairen hebben bö monde van den heer BAAS eon vrü scherpe crltlek doen hooren. In de eerste plaats wees hö er op, dat de gemeentelüke autonomie een groot goed ls. doch, dat men die slechts behouden kan. wanneer men zelf orde op zaken durft te steller;. Wie ln crisis-dagen niet regeert doch op zien komen speelt, ls zelf oorzaak, dat hooger instantie, krachtens wettelöke bevoegd heid, zich met hem gaat bemoeien. leentehulshoudine. het ophouden mee om politieke redenen onjuiste school gel drege-' lingen te handhaven, en, aanpassing van dd loonen en salarissen aan de algemeene verhouV dingen, waaronder wjj leven. Vrödag ln den middag kwam het college aan de crltlek nogal ge* matigd was geweest Hö meent dat de gevoerde pers-campagno zeker aan Amsterdam kwaad heeft gedaan. Ala de pers voort gaat met een verkeerden indruk te wekken moet dit op den duur de beleggers schuw maker». Tegenover den heer Bolssevairi betoogde hö. dat er van Interen geen sprake »s„ Bovendien heeft men de belastingen regelmatig kunnen verlagen. De leenlngspolltlek ls altoos een stevige ge weest en -alle crltlek hierop ls onrechtvaardige Fel keerde hö zich tegen de aankondiging van anti-revolutionaire zlide, dat i" - begrooting waarschüalük geen 1 (ikheid kan dragen. erantwoorde- in sprak hU PWB Pmhet college. Mét* heeft de begrooting opgemaakt zonder^loons- laging jr 'erlaging van de loon< de meerderheid ihter dei De WETHOUDER vooi verklaarde, dat B. de ARBEIDSZAKEN iwoaiU« geen bezwaar hebber* spreken'met het georganiseerd overleg, doch spreken moet. Voor de meerderheid van het college staat echter vast, dat men over loons verlaging niet spreken wil. Welnu, dan kan men toch ook niet gaan praten. V-» ktng met het Rök en andere i moet voorzichtig* zön- Niet alle functies zön te vergel ken. Bovendien i edrheid. dat zich yen i hebben voor^fedaan ÜPHÜP- omstandig heden hebben voorg&daan als bö de besprekin gen in het voorjaar werd bedoeld. De motle-Romme acht de Wethouder duide lök ze zou overgenomen kunnen worden, dien niet uit den de grootere gezlni len zullen i de mln- De heer ABRAHAMS sprak 1 derheid. Hö graf aan waarin voor uw. -=» ua <vu- dere-leden van 't coll. de nieuwe bflzondere om standigheden bestonden. Op de meest noodzake lijke uitgaven moest besnoeid worden. De sub sidies moesten ingeperkt, nieuwe lasten aan de burgerö oplegd. en trots dat alles was er een tekort in het crisisfonds van millioen. Wan neer komt men dan aan die bijzondere omstan digheden toe. Was er geen aanleiding om met de menschen te spreken? Vooral, omdat onze loonregejing beter ls dan elders. Deze loon politiek van de meerderheid voert ons in het moeras en doet ons straks vastloopen, tot scha de van de arbeiders en ambtenaren zelf. Hét ls nog de meening van de minderheid, dat mea ln het georganiseerd overleg over deze dingen spreken moet Wanneer men de crlsislasten kan dekken uit gewoon, dan wordt de positie» Heel laat begonnen de replieken, die Dlnsdaff worden voortgezet. Een suggestieve foto van het vertrek van Amy Johnson, voor haar recordvlucht naar Kaapstad. De oude lantaarnopsteker, misschien de laatste van zijn geslacht, hij de oude kazernelamp te Maastricht. Rechts: De klokken van Horst zijn op nieuw verguld en staan thans aan den torenvoet. belangstellenden Verdrongen zich om het plein voor het nieuwe Parlementsgebouw van Belfast, dat door. i Prins van Wales geopend werd. Tijdens de troepeninspectie door den koninklijken gast. Studie in hout: „Notverordnung" en „Rübezahl", twee interessante hout- snij-studies vm de bekende houtsnedeschool te Warmburnn. Ouden vm dagen uit Schiedam maakten per ziekenauto's een uitstapje naar Rotterdam* De Prins van Wales inspecteert de eerewacht, bij gelegenheid van zijn, eerste bezoek aan Belfast.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1932 | | pagina 5