minste eenige overtollige kleedlng- stukkpn kon ophangen. Maar ik voel de al deze dingen niet als een ongerief want voor mij was het mijn „tehuis". Had ik niet een heel jaar er naar uit gezien. hier te komen?" Dit waren na uurlijk nog slechts de aanvangsmoeilijkheden, die deze pio nierster van het Christelijk geloof in den weg kwamen. Het groote, bijna bovenmenschelijk zware werk, was, om aan menschen, die nog in verschrik kelijke zonden en erbarmelijke onwe tendheid leefden, de blijde Boodschap te brengen. Zij hadden zelfs nog nim mer een blanke gezien, hun taal was een groot struikelblok en hun maat schappelijke verhoudingen, vooral de onderlinge relaties der geslachten, wa ren van dien aard, dat Johanna Veen- stra. in het hoek dat haar ervaringen ginds verhaalt, er niet dan met de uiterste soberheid over schrijven kon. Maar, toen ik op den Zendingspost Lupwe, mijn „tehuis" kwam, en al die kleine hutten van klei op het Zendings erf zag, zeide ik: „Een hut of een pa- kis, wat komt het er op aan! Waar Jezus is, daar is ook de hemel". Is het niet een beetje beschamend voor ons, die in geriefelijke huizen wonen, in ons eigen land, temidden van onze familie, in een omgeving, die den zegenrijken invloed van het Chris tendom heeft ondergaan, er als het ware van doortrokken en doordrenkt is, dat we nog wel eens meenen, wat te klagen te hebben? Het is goed, zulk een sober relaas van een zendelingen- leven eens te lezen, bijvoorbeeld in den avond, als het groote werk gedaan is. jn we den tijd hebben voor een oogenblikje verpoozing, ook al wacht misschien nog het verstelgoed, of het mandje met de stukke kousen. We moe en af en toe het hoofd eens optil len van ons werk, er is meer dan werk alleen in het leven. Ook de geestelijke dingen dreigen zoo vaak tot een ge woonte, tot een sleur te worden. Zoo'n stem van ver-weg, van den rand van het oerwoud, moet tot in ons hart gaan. De vraag moet in ons klinken: Wat doen w ij? Laten we het bedenken, ook in den kleinen, en soms wel heel erg geslo ten kring van huiselijken arbeid, dat we niet in dezen arbeid mogen blijven steken Hij mag slechts middel zijn, en nooit doel. Slechts dón blijven wij er frisch bij en opgewekt, als we ons voor oogen houden wat Jezus tot Martha zeide: Eén ding is noodig. Ons wekelijksch knippatroon van 13 tot 16 jaar. Het is uit marine blauwe wolstof met naaddeelen van voren en in den rug, die in plooien overgaan. Voor do revers is wit, en Bijgaande teekening toont ons: 1. Ken herfstmnntel uit genopte tweed van vrij zware kwaliteit. De beide zijde lings loopende stepnaden, al^>»k de strenge coupe van het geheel geven d»n mantel een elegante lijn. D«* ^aal is van dun materiaal in lichte tint. 2. Mantel van zwart fluweel, aan den hals hoogsluitend, met een pelerine tot de ellebogen. Het pelerientje is inet bont gezoomd. De mantel is nauw sluitend en wordt gedragen met een smalle ceintuur. Do bontkraag sluit met een knoop, terwijl het eene einde van de kraag tamelijk ver overhangt. 3. Kort manteltje van zwart fluweel, voor de strikgarnecring gekleurd ma teriaal gekozen. Benoodigde stof: ongeveer 3 Meter bij 130 c.M. breed. Het knippatroon is verkrijgbaar bij de Afdeeling Knippatronen van d* U;t- geversmaatschappij „De Mijlpaal", postbus 175, Amsterdam. Het kosl 1 0.75. te betalen op postgiro 41632, in postzegels ol per postwissel. De lezeressen worden vriendelijk verzocht bij bestelling den leeftijd en de borstwijdte van het meisje op te geven, alsmede het nummer van dit patroon (J. 578G). Waar ons oog op viel... Knipsels uit dagblad en periodiek Loodvergiftiging bij zuigelingen liet „Tijdschrift voor sociale genees kunde" ontleent aan het „Am. Journ. Diseases of Children" van September een mededeeling over loodvergiftiging hij Japanschc zuigelingen, die in hoofdzaak plaats had via dc moeders. In Japan kwam bij zuigelingen, tot voor een tiental jaren zeer veelvuldig, in de laatste jaren minder vaak, een vorm van meningitis voor, die de me dici voor een raadsel stelde. Omstreeks den leeftijd waarop zuigelingen tan den krijgen, dikwijls ook reeds eerder vertoonde zich een complex verschijn selen. o. a. braken, stuipen, bloeddiar- rhee of groene ontlasting, en dikwijls geelzucht, gepaard gaande met een met wijde pofmouwtjes en strik aan de ceintuur. Het rokje, dat hierbij wordt gedragen, is nauw en van ver schillende kleur. 4. Eenvoudige mantel van Engelsch maaksel, vervaardigd uit gespikkelde stol. Hooge kraag, hreede revers, en groote, opgestopte zakken. De mantel- zoom, de kraag en dc manchetten zijn gestept, 5. Herfstmantc! voor den middag, ge heel glad gewerkt en rijkelijk met hout gegarneerd. C. Een herfstcostuumpjo van gebloem de tweedstof. Het manteltje is kort ge- donker of zwart worden van nagels en tanden, een ziekte die in meci dan CO der gevallen tot den dood leidde. Zoowel borstkinderen als kunstmatig gevoede kinderen werden door deze ziekte aangetast en het ziektebeeld is in China en in Japan reeds meer dan 200 jaar lang bekend. Een -aantal Ja- pansche onderzoekers is er nu in ge slaagd, op verschillende wijzen en on- oinstootelijk vast te stellen, dat deze zuigelingen lijden aan een vorm van meningitis, die zijn ooi-sprong vindt in een loodvergiftiging. Het lood is af komstig uit het toiletpoeder, dat de moeder in zeer ruime mate zelf ge bruikt; het lood wordt via de huid op genomen in het lichaam en in de moe dermelk. Ook loodhoudende zalven bleken niet zelden de oorzaak te zijn. Verder komt het veel voor, dat het kind reeds in het moederlichaam door het lood vergiftigd wordt, vandaar dan ook dat vele moeders, die onbewust zulk een loodhoudend toilet- of strooi- poeder gebruiken, óf doodgeboren óf vroeggcliorcn kinderen ter wereld brengen. Eerstgeboren kinderen worden vaker door de ziekte aangetast dan de latere kinderen, omdat de jonge moeders een ruimer gebruik maken van poeder dan de oudere. Toch zijn er gevallen be kend. waar 5 kinderen uit een gezin achtereenvolgens op deze wijze te gronde gingen. Ook het Inhalecren van het loodhoudende poeder heeft op den duur het optreden dezer ziekto ten gevolge. In de warme zomermaanden is het aantal dezer ziektegevallen 't grootst, daar de Japnnsche vrouw dan een nog grooter gebruik maakt van toiletpoe- der en ook het kind meer met poeder houden, de kraag en de manchetten zijn met borit bezet 7. Namiddag-costuumpje uit donker© stof. De rechts- en links- verschillend- bewerkte taille maakt het kleedje bij zonder interessant. Om hals en schou ders is een garneering aangebracht van lichtkleurig bont. Aan de voor zijde van het rokje bevinden zich twee diepe plooien. Wat de voormiddag-toiletjes betreft, kan worden opgemerkt, dat hierbij veel gebruik wordt gemaakt van wol- georgette of dunne, lichte tweedstof. Dc geliefkoosde kleuren zijn: bruin, grijs-groen en grijs-blauw. bestrooit dan anders. Tevens hebben de voedingsstoornissen der warme zo mermaanden een slechten invloed; door de dan vaak ontstaande acidosis en verstoorde calciumbalans van het bloed wordt het lood, dat tot dusverre zonder tot stoornissen aanleiding te geven, als een phosphaatverbinding was vastgelegd in de beenderen, daar uit vrijgemaakt, en geeft dan aanlei ding tot het ontstaan der vergiftigings verschijnselen. Ook het minder veel vuldig voorkomen dezer loodmcningi- tis bij kunstmatig gevoede kinderen dan hij borstkinderen moet op een dergelijke wijze verklaard worden; koemelk bevat bijna 4 maal zooveel calcium als moedermelk en de groote hoeveelheid calcium, die de kunst matig gevoede kinderen op deze wijze krijgen, vormt zoodoende indirect een voorbehoedingsmiddel tegen het optre den van de loodvergiftiging. Nu de oorzaak van het optreden van dit verontru? «nde en frequent voor komende ziektebeeld bekend is van de 10.413 zuigelingen in een bepaald tijdvak opgenomen in de kinderklinlek in Asaka hadden er 381 deze ziekte, voor Kyoto waren deze cijfers van 1919—1924 resp. 8228 en 298 zijn er natuurlijk maatregelen tegen genomen, zoodat in de laatste tien jaren een duidelijke afneming van het aantal gevallen te bespeuren valt In andero gevallen, doch dan meer bij oudere kinderen, bleek de lak of verf der bedjes, waaraan gelikt werd, de oor zaak eener loodvergiftiging te zijn. Het „T. v. S. G." voegt aan deze mede deeling toe, dat er eenige reden is ook in Europa rekening te houden met het voorkomen van dergelijke ziektebeel den. 2 Nachtsokjes Een gehaakte sjaal Handwerken De Pauwenveer Hierbij geven wij een afbeelding van het Pauwenveer breipatroon. Dit !s bijzonder geschikt als rokpatroon voor kinderjurkjes, en ook voor de rok van een gebreide onderjurk. Iedere pauwenveer is 25 steken breed. Het aantal opzetsteken voor rok «»f jurkje moet dus deelbaar zijn door 25. Denk er bij het bepalen van het getal der opzetsteken aan. dat het werk in punten hangt, waardoor de wijdie min der woidt. dan de rechte opzetrand. Daarom doet men het best eerst een lapje te breien van bijvoorbeeld 50 steken breedte. Aan de hand daarvan kan dan gemakkelijker worden be paald, hoeveel „veeren" van 25 steken cr voor het werk noodig zijn. Hier volgt de beschrijving: Eerste toer: één recht, 8 maal (om slaan één recht), 8 maal averecht min deren. Dan weer hetzelfde herhalen, heel de toer rond. Nu drie toeren recht overbreicn. Daarna vijfde toer als eerste; drie toe- ren recht, enz. Hierbij is gerekend, dat het werk in do rondte wordt gebreid. Werkt men in heen en teruggaande toeren, dan worden natuurlijk telkens dc 2de, 4de. 6de, enz. overbrei-toeren averecht gebreid Zoodat op de goede kant alle overbreitoeren recht zijn. Do averechtsche ribbels, die op de foto te zien zijn, ontstaan dus enkel door de averechtsche minderingen iu oe patroontoer. Heel gemakkelijk, zooals u ziet, en daarom ook veel gevraagd! De Patentsteek hartjes der rozen worden van zwart gemaakt, wat daaromheen komt van oranje, en de verbindingslijnen van zacht groen. Van de kleine sterretjes is alleen het middelste kruisje zwart en het overige oranje. Het mooist is, wanneer het kussen aan beide zijden zoo wordt bewerkt, dat het patroon bij de naden op elkaar open zoom met een gekleurd siersteek- jp een eenvoudige, nette afwerking. Een 3 c.M breede dichte zoom. met flanelsteek in een der gebruikte kleu ren. doet het ook heel goed. Wip het wil gebruiken voor een ont- Lijt laken kan daarbij misschien wel rekening houden met de kleuren van het servies. weer op een recht lapje, en is men de techniek meester, dan ziet men zelf welt hoe 't moet, als men in de rondte gaat breien. Zie ter verduidelijking ook Fig. II. Mc patentstreek moet tamelijk los ge- brc.c worden. Voor een sjaal neme mcr daarom bij voorkeur dunne hou ten pennen. Anders zit het werk te vast in elkaar, en heeft men ook te v« el wol noodig. Een Kruissteekpalroon sluit Deze naden worden dan later bedekt met een koordje, dat gedraaid is van de resten van het gebruikte Natuurlijk is dit patroon ook heel goed voor iets anders dan alleen een kussen te gebruiken, bijvoorheeld voor onthijtlakens of beddespreien. Daar voor is witte reformstof heel geschikt, omdat deze in de wasch soepel is. en spoedig droogt. Voor een beddesprei gebruike men D.M.C-garen. In plaats van gewone kruisjes kunnen we ook Het kussen in vlug kruissteekwerk, dat wij hierbij afbeelden, kan zeer ge schikt worden gemaakt van waschbare stof. bijvoorbeeld van airia-gaas Wij bewerken hel met dunne wol of perl- garen in drie kleuren, namelijk zwart, zacht groen en oranje of goudgeel. De koninginnesteken maken! Wie een beddesprei met dit patroon wil versieren, moet er om denken met zoomen te warhten tot het werk klaar ls, anders loopt men veel kans dot men met het patroon niet uitkomt. Voor een sprei met dit patroon is een Onderhoud van ons schoeisel Ook de Patentsteek verveelt niet gauw en het aardige ervan is, dat het pa troon aan beide zijden gelijk is. Opzetten een even aantal steken. Eerste toer: draad naar voren, 1 steek averecht afhalen daarna recht minde ren. De naar voren gebrachte draad ligt dus óver de averecht afgehaalde steek. Zóó, heel de toer uit, steeds: omslaan, averecht afhalen, recht min deren. Tweede toer: hot werk omkeeren, en weer 9tceds herhalen: omslaan, ave recht afhalen, recht minderen. De min dering bestaat dan uit een steek en een omslag, welke recht te zamen wor dc». gebreid. Daar het patroon steeds aan weers kanten hetzelfde is, leent het zich bij zonder voor hol breien van dassen of sjaals. Wil men de patentsteek in de rondte breien, dan wordt in de eene toer de steek met de omslag recht gemin derd. en iu de volgende toer ave recht Men oefene zich echter eerst Voor het haken van nachtsokjes voor de baby gebruikt men 3 of 4 draads wol. Aan ongeveer 50 Gram heeft men denkelijk wel genoeg. 7tt 8 lossen op en haak in iederen steek een vasten. Bij den volgenden toer haakt u de vasten alleen in de achterste lus, waardoor de ribbels ont staan. Zoo haakt u 80 toeren: dat geeft 40 ribbels; daarna afhechten: vouw dit lapje dubbel en naai de smalle kan ten dicht Haak dan aan den boven kant in iedere ribbel een vasten met een kettingsteek cr tusschen. Bij den volgenden toer in ieder gaatje dat door de losse steken is ontstaan, een stokje en ten slotte weer in ieder gaatje een picotje als afwerking. Haak of knoop dan een koordje, dat u door de stokjes rijgt en maak aan de uit einden een kwastje; het zijn aardige eenvoudige sokjes, goed warm en toch frisch en luchtig. Voor een gehaakte sjaal in twee kleu ren heeft men noodig 150 Gram witte wol en 100 Gram gekleurde vicrdraad9 wol. Zet op: 345 lossen. Haak dan nog 5 steken om om te draaien en haak in den 42sten steek een stokje; daarna 2 lossen, 1 stokje, waarbij u telkens 2 lossen overslaat in den voorgaanden Voor den volgenden toor haakt u steeds stokjes in de gaatjes van den vorigen toer; of zoo u een ander effect wilt, haakt u dc stokjes in de stokjes van den vorigen toer. Zoo haakt u 40 toeren; daarna 10 toe ren van een andere kleur wol; vervol gens weer 12 toeren van de eerste Als de sjaal klaar is, knoopt u franjes van de gekleurde wol langs den on derkant en twee zijkanten; deze fran jes moeten 40 c.M. lang zijn; steeds twee naast elkaar in ieder gaatje. Er wordt een bijzonder aardig effect meo bereikt. Het lijkt de hedendo&gsche jonge vrouw onbegrijpelijk, dat onze moeders en grootmoeders, ook wanneer zij in gala waren, een simpel soort schoen en wollen of katoenen kousen droe gen Tegenwoordig wordt immers veel meer op het schoeisel achtgegeven, en worden er ook veel hoogere eischen aan gesteld wat het uiterlijk betreft. Het is dan ook zaak, dat we onze schoentjes doelmatig verzorgen. Daar mee kunnen we al beginnen, als wo ze den eersten keer dragen. We behoo* ven dan niet te doen alsof we op eie ren loopen, maar ook niet noodig is het om sloffend en stootend de trap op te gaan. Het zoolleer zal door die slordigheid onnoodig-vroeg versleten Ook met het in reparatie geven van dö schoenen moet men niet to lang wach ten. Althans niet totdat de zoogenaam de brandznol zichtbaar wordt, of tot do hak zoo ver is afgesleten, dat het bo venleer beschadigd is. Natte schoenen mogen niet bij eeu warme kachel worden gedroogd, maar worden op leesten gedaan en dan op een luchtige, niet te warme plaats ge zet En liefst moet men ze niet eer weder gaan dragen, voor ze kurkdroog Door al deze schijnbaar onbeduidende maatregelen blijft de vorm van den schoen behouden. Koop ook nooit uit ijdelheid te kleine schoenen. Het is duidelijk, dat het leer zich dan naar den voet zal rekken, en dat de schoen dus na korten tijd leclijk uit zijn mo- De levensduur van de zolen wordt aanmerkelijk verlengd, als ze van tijd tot tijd met wat lijnolie worden inge wreven. Goed schoenwerk, en vooral de teere namiddag- en avondschoen tjes, geeft men uitsluitend bij 'n prima vakman in reparatie, ook al zoudea daardoor de kosten misschien iets hooger worden. Onvakkundige repara ties kunnen ook den mooisten schoen voor goed bederven. Bij het schoonmaken van een schoen dienen we er in de allereerste plaats op te letten, dat alle stof en vuil wordt verwijderd, vóór dc crème op het leer wordt gebracht. Bijzondere aandacht vraagt de stofrand tusschen bovenleer en zool. Ook de binnenzijde van de hak en de zool, tusschen hak en voorzooi, moet worden gereinigd. De schoen mag slechts heel dun wor den ingewreven en met een niet te harde borstel gelijkmatig worden uit gewreven. Om een mooien glans op dc schoen te krijgen, wordt deze tusschen do knie ën genomen. Een zachte doek wordt bij twee punten gepakt en over den schoen heen en weer getrokken. Lak- en suède schoentjes vragen een speciale behandeling. Suède kan voch tig of droog worden behandeld. Het gebruik van staaldraadborsteltjes is af te raden, omdat ze op den duur het leer beschadigen Beter zijn de gummi borsteltjes en anders een stukje ge woon, heel fijn schuurpapier. Bij bruine of beige schoentjes komt het nogal eens voor, dat ze na eenigen tijd leelijke donkere vlekken gaan ver toonen. Met crème alleen kunnen we die niet verwijderen, maar wel met be hulp van ongekookt eiwit Het wordt op de plekken gesmeerd, en zoo blij ven de schoentjes dan een paar uui' staan. Vervolgens gewoon poetsen met een goede kwaliteit schocncrêmc, en het leer zal er weer als nieuw uitzien. Enkelo druppels petroleum in de crème voor de zwarte schoenen ver gemakkelijkt het poetsen en zal ze vlugger doen glimmen. Om een gekneusd ei te koken doet men in het water een theelepeltje' zout Hierdoor voorkomt men, dat bi] 't koken het eiwit naar buiten dringt. 3

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1932 | | pagina 10