EERSTE KAMER Gemengd Nieuws. Radio Nieuws. VRIJDAG 4 NOVEMBER 1932 DERDE BLAD PAG. 9 GODSLASTERINGSONTWERP MET 28-18 STEMMEN AANGENOMEN Vergadering van 3 November 1932 OVERZICHT Het wetsontwerp betreffende strafbaar stelling van bepaalde, voor godsdienstige gevoelens krenkende, uitingen, is aangeno men met 28 tegen IS stemmen. De stem ming geschiedde zuiver rechts tegen links. Hoe dat kwam? Niet omdat men ter linker zijde de godslasterlijke laai, die in bepaaloen lering systematisch wordt gevoerd, in be scherming wenscht te nemen. Dergelijkc-grof- heden worden algemeen afgekeurd, maar men stelt zich op het standpunt: niets aan doen, negeeren, dan'is het het gauwst uit er mee. Dit standpunt wordt o.i. beheerscht door het principieel verschil omtrent wezen, aard en waarde van den godsdienst, dat be staat tusschen positieve belijders van het Christendom n allen, die zich in politicis op a-religieuse basis stellen. Er is een vol komen anders aanvoelen en doorleven van deze dingen. Voeg daarbij, dat er ter linker zijde zijn, die allerlei ethische, maatschap pelijke en politieke opvattingen gelijkwaar dig stellen met wat de godsdienst voor ge- loovig'e Christenen is, en het wordt te duide lijker, dat dezulken van het wetsontwerp niets moesten hebben. En dan zwijgen we nog maar van degenen, die kans zien om door een fundament eel e misvatting omtrent de verhouding tusschen overheid en onder daan geleid, hun anti-militairisme met zijn zonderlinge uitvallen tegen het Christen dom, teiren minister Donners wetsontwerp in het vuur te brengen. Ook gistermorgen hoorden we almaar van linksche zijde, dat we godislastcringsproces- sen zullen krijgen en al den onsmakelij'ken aankleve daarvan en dat die zelfs worden uitgelokt door de wet. Van liberale zijde werd Ixivendien bet gevaar groot geacht., dat met de nieuwe strafbepaling in de hand de eene godsdienstige strooming over an dere richtingen een soort inquisitie zou gaan uitoefenen. B.v., verduidelijkte Mr. Menclels, in zijn repliek, door dominee Zandt, dien Nimrod op het terrein van de papenjacht over allen, die zijn inzichten niet deelen Dit laatste is wel een sterk bewijs hoe zwak liet verzet tegen den minister was. Wie met absurditeiten in 't veld komt, is on miskenbaar aan het eind van zijn Latijn. Ook overigens waren de bezwaren weinig steekhoudend, ondanks het beroep op al lerlei beschouwingen van Prof. Slotemaker do Bruine. Speciaal Mr. Mendels beriep zich daarop, zelfs ten aanzien van punten, waar op die redeneeringen notoir onjuist waren, zoo onjuist dat ze door den heer Lobman dis „absolute onzin" werden gekiwalificeer 1. We zullen niet opnieuw de argumenten voor en tegen verzamelen: men kent ze nu wel zoo zoetjesaan. Alleen nog twee aanteekenangen uit dit Öebat. i* Prof. Anema, die het principiecle uit gangspunt van den minister deelde, bracht een uitwerking van ruimer formule ter sprake dan door den minister ten slotte ge kozen is, ten einde Jiet practische welslagen zooveel mogelijk te verzekeren. De anti-rev. hoogleeraar trok een parallel. tussCheu gods dienstige eerbaarheid én eerbaarheid in Re delijken zin, gelijk we die in onze wetgeving reeds kennen. Do minister betwijfelde, ech ter of die ruimere omschrijving wél zoo ef fectvol zou zijn. In de tweede plaats moeten we even de aandacht vestigen op de gebruikelijke hau taine houding van den heer Wibaut, die zijn moreel vonnis over het wetsontwerp saam- vatte in de woorden: enge eigengerechtig heid. 'Minister Donner is er met op ingegaan. Heel wijs. Dr. Wibauts oordeel is volmaakt ongegrond en bovendien gruwt het ons een beetje als we over eigengerechtigheid hoo- rén spreken door den man, die in een veel besproken boek over heel onze huwelijks moraal in primordiale zedelijkheidsbegrip pen vonnis streek en daartegenover een nieuwe menschonwaardige aan het dier her innerende „moraal" verdedigde, die voor ge- zón en maatschappij volledige ontwrichting beteekent.. Over dit boek is, gelukkig, ook in soc.-dem. kring, met huivering en af schuw gesproken. Door een soc.-dem. schrij ver werd het gekenschetst als een pleidooi voor een slavenmoraal in dezen zin, dat de mensch de slaaf wordt van zijn sexueele be geerten. Uit wetenschappelijk en zedelijk oogpunt werd het als verderfelijk en treu rig gebrandmerkt, omdat het huldigt een versleten en gevaarlijk naturalisme, een aanval doet op onze edelste beschavings waarden en een moraal voor wilszwakken ingang tracht te doen vinden. Niet zonder grond is de heer Wibaut dóór dezen zelfden eerlijken soc.-dem. criticus geschetst als „misleider der jeugd", die poogt „om wat sedert de Tien Geboden als scheppings- ordinantic door 't godsdienstig geweten werd cbkend met de schunnigste drogredenen ie •doorbreken". Het werd tangelced op een volkomen verwoesting van wat als burger lijke moraal en Christelijke zedeleer in de oógen van den heer Wibaut en zijn vrouw geen genadé kon vinden. Daar wordt na tuurlijk de neus voor opgetrokken door deze voorstanders van de z.g. marxistische mo raal, waarbij de mensoh zinkt beneden het dier. En dlan moet men zoo iemand van „enge eigengerechtigheid" hooren spreken! Dr. Wibaut is, althans voor ons, niet de man, die over de zedelijke autoriteit beschikt, om met zulk een machtspreuk indruk te maken. Dat is zacht gezegd, zachter althans dan dé heer G. v. Veen zich uitdrukte, toen hij schreef: De heer Wibaut dieni te weten, dat er een autoriteit is, waarbij de zijne verbleekt tot een giftige nevelvlek. Het gevaarlijke, het verderfelijke van de soc.-democratie in haar wezen is, terug gaande op het principieels in de van die zijde over het godslasteringsvraagstuk ge sprokene, weer duidelijk gebleken. Bande loosheid wenscht men daar op het terrein van het geestelijk-zedelijk leven: echt hot kenmerk der revolutie, die gewend is an dersdenkenden, degenen, die willen vast houden aan normen óp het gebied van het geestelijk-zedelijk leven, te schelden voor eigengerechtigden, benepen zielen, huiche- ars, enz. De rede van den heer Wibaut. bracht in dit opzicht dus niet9 nieuws, maar is slechts opnieuw buitengewoon leerzaam geweest. Minister Donner heeft op heldere en be knopte wijze zijn wet verdedigd. Begrijpe lijk voor wie begrijpen wilde, al meenden de heeren Kranenburg en Mendels te kun nen volhouden, dat de minister in de juri dische rechtvaardiging van het ontwerp was tekort geschoten. Bij de eindstemming bleek dat tegenover de 28 rechtsche voorstanders 18 linksche te genstandei's stonden. Ter rechterzijde wa ren in <len Senaat geen afwijkingen. VERSLAG De Kamer heeft do behandeling: van 't wets ontwerp tot aanvulling van het Wetboek van Strafrecht met voorzieningen betreffende be paalde voor godsdienstige govoeüena krenkende uitingen, voortgezet. Mevr. POTHUIS-SMIT (s.d.) beweerde, dat ondanks alle geleerde en spitsvondige beschou wingen. we te doen hebben mot een wetsont werp tegen Godslastering. Doch evenmin als 't mogeltUc Is, do zee te dempen door er steentjes in te werpen, ls het mogelijk. God te lasteren. Mevr. Pothuis vond het niet fijn, dat de minister de stukken, die aanleiding tot 't wets ontwerp hebben gegeven, „ultbrauksel van de hel" heeft genoemd. Dlo stukken schreef x\] méér toe aan de tegenstellingen tusschen ge loof en de lessen door het militalrisuie gege ven, welke leeren om zooveel mogelijk te dooden. Als het offlcleele christendom deze dingen tolereert, dan heeft het zelf die hel ge- Het wetsontwerp, dat op velen een onaange- namén Indruk heeft gemaakt, moet niet worden hier te lande leeft. De rechtsgrond ls Juist on ls niet in strUd met het karakter van ons strafrecht. De overheid behoort In het algemeen ook tn te gaan tegen pogingen om een sfeer to kwee- ken waarin smalende godslastering alg Iets gewoons wordt beschouwd. De omschrijving van de strekking van het wetsontwerp vond de heer v. Sasso Juist ge geven in de laatste parlemontalre redevoerin gen van wijlen mr. Heemskerk: bescherming van de godsdienstvrijheid tegen bepaalde vor men van godslastering. Ook tcqhnisch-Juridisch werd het wetsontwerp in órde geacht; 't stelt volkomen In staat om tot veroordeellngen te komen. Gehoopt werd. dat het ontwerp zal worden aangenomen; rechter en openbaar ministerie hebben zich daarna strikt te houden aan het geen in de wet staat. Ze hebben daaraan vol doende. Tn het openbaar moet «oodanlg sma lende godslastering xlin gepleegd, dat anderer godsdienstige gevoelens erdoor kunnen zlla gekrenkt. In dp praktijk werden geen moellijk- ^Dejf he-eSr^DROOGUEEVER FORTUYN (11b.), die gaairfe wllcf'o" aannemen, dat niet" pólltteko motlBvort tot de Indiening Van dit wetsontwerp hebbïèn fr&leld, wag van oordeel, dat het berei ken van het doel allerminst verzekerd kan worden geacht De delictsomschrijving Is niét duidelijk. Godslastering ls op zich zelf geen scherp bepaald begrip en ook met het woord smalende er bij komt men niet uit de onzoker- heid. Praktisch krijgen we daardoor Wat de minister eigenlijk niet wil: vervolging van godslastering zonder meer. Er z|jn hoogst ergerlijke uitingen gedaan; maar men had die beter kunnen laten voorbij gaan, evenals In het verleden wel geschied Is. Het grove op dit gebied stuit af en ls wel 't minst gevaarlijk. De nieuwe bepaling kan gebruikt worden ver bulten de grenzen, waarbinnen de minister haar bedoelt te beperken. Ook zal misschien ln de ■ooming hanteert Om deze rekenen zal worden tegengestemd. Prof. ANEMA (a.r.) besprak de vraag of met rechtsmiddelen tegen de bedoelde onbehoorlijke dingen mag worden opgetreden. De strijd over de religie behoort met geestelijke middelen te worden gestreden. Maar niet alle middelen kun nen als geoorloofd worden beschouwd. Zeker niet die welke in conflict komen met do open bare orde ih meer uitgebreiden zin. De gods dienstige eerbiedwaardigheid behoort tot de beginselen, van de openbare orde. Op dit ter rein past voor ieder schroom en eerbied. "Wie die uit het oog verliest, behoort door de over heid binnen do perken te worden teruggebracht Alleen het gebruik van onrechtmatige strijd middelen dient dan te worden verboden. en- zeer nis op het gebied der openbare zedelijk heid door de wet tot eerbaarheid wordt ge dwongen. Het Godsbegrip en de kwestie van 't opzet blllvon dan onaangeroerd; alleen do open- baro orde wordt beschermd- Strafbaarstelling van godslastering alB danig is, zelfs i 1 kan maken. Hoe t,- Gods strafrechtelijk te formulieren? Alleen onder de theocratie van Israël en ln het klas sieke Rome. waar den vorst goddelijke eer bo- wezen werd. waa het mogelijk godslastering als zoodanig strafbaar te stellen. De overheid voert dan de eigenlijk kerkelijke vonnissen uit. Onze staatsorde erkent wel God. maar in die staatsorde is de verhouding tusschen God en mensch niet in rechtsvormen vast te leggen. Deze verhouding behoort niet tot de staats-, maar tot de rellgleuse orde. Ons volk wil geen heiligschennis en wenscht die zeker niet tot politiek ^rijdmlddel t- schrijven hoe 't delict is te stellen. Principieel is er met den minister geen ver schil. maar in de uitwerking wel Iets. geschonden. Prof Individueel zich ergeren zal. openbare rechts- en staatsorde had prof. Anema dan ook gezien, dat de „gods- istige eerbiedwaardigheid" een normatief begrip In hi Het aantasten di pende w|jze had kunnen zfin verboden. Men had gekregen wering van openbare helligschei malende of schlm- Het ontwerp had voor hem zeker wijding verkre- '■il3ters peroratie ln de Tweede -ede van mr. Heemskerk aldaar, de laatste die hU ln hot Parlement hield. Dr. WIBAUT (s.d.) zag in het wetsontwerp ;n uiting van eigengerechtigheid. DiKwjUs staan de gevoelens en het geestelijk leven van itet-confessioneele mensehen hooger dan van :onfessloneelc personen. Maar ze zouden be- iclierming van hun gevoelens afwijzen en daar jm ontzeggen ze ook aan eonfessloneelen het recht om wettelijk te beschermen, wat voor hen hot hoogste Is. Dat getuigt niet van voel ertrouwen ln eigen levensleer. Dit wetsont werp ls een voorbeeld van enge eigengerechtig Na de pauze kwam Minister Donner aan het w°ord den ontvangen steun. net hel strafbaar stellen godslastering als zoodanig, maar van krenking van godsdienstige gevoelens op een bepaalde wijze. Ten onrechte ls door de bestrij ders vooral do nadruk gelegd, op het eerste, 't Ontwerp sluit zich aan b|j de bestaande straf- MINISTER DONNER niet ter zake. Ook de atheïst kan smalend God lasteren, overeenkomstig den objectieven grond slag van de ontworpen strafbepaling. Dat is door den heer Kranenburg volkomen uit het oog verloren. De door den heer Mendels ontdekte strijd mot de Grondwet ontbreekt geheel. Daar is sprake van preventieve censuur en ook wordt do moge lllkheid van beperking er gevonden. Op godsdienstig terrein moet de strijd der eeningen zijn vr|je loop hebben. Er wordt geen belemmering aan In den weg gelegd. Ruimere omschrijving als door Prof. Anema aanbevolen, zou theoretisch misschien niet ge heel verdedigbaar zijn, maar praktisch zeker vele bezwaren oproepen, die men Juist booogt te voorkomen. Vandaar de beperking, nadat eerst ruimer redactie was overwogen. Opgekomen wordt tegen bepaalde vormen van smading, die inbreuk maken op anderer sfeer. Hier ontstaat het rechtsmoment. Dat ls allerminst eigengerechtigheid. Het staat niet zoo, dat geloovigen algemeen worden be schermd en anderen niet. Het gaat om dingen, die met den strijd der levensbeschouwingen mets te maken hebben. Was het wetsontwerp opportuun en ts hot uitvoerbaar? Bezwaren- -kunnen - betrekkelijke waarde heb- wel degelijk ln dogmati- Over godsdienst is wel degel|jl sohen zin te spreken zonder den reloovigen zich zelf tot dit bedoelen niet ls geslaagd; ook al ln de afkeuring van de uitingen, waartegen de strafbepaling ls gericht, algemeen. Te hopen is dat mode ten gevolge van dit debat, de toepas sing der wet overbodig zal zijn. Replieken volgden van de heeren KRANEN- ■SMjvi0tte, knappe sluiting der vergadering. is stemmen. DE GEHOORZAAMHEID EENER KOE Een boer te Molkwerum (Fr.) verkocht een koe. De miieuwe eigenaar laadde het beest dm die boot naar Streek. Te S-neek wei gerde het dier haUstanrig, udit te boot te ko men. Voordat men overging tot het takelen van het dier, werd die oude eigenaar gewaar echuwd. Deze ging eens kijken, pakte de koe bij het hoorntouw en zeide op vriendelijken toon: „Kom beest!" Zoodra zij de stem den ouden baas boomde, liep de koe gedwee HET AUTO-ONGELUK BIJ VURIGE STAART BEGRAFENIS DER SLACHT OFFERS Aam dén ProvimioiaiLen Weg tusschen Piut- „jerend en Ilpendam ie Zondag bij die' zoo genaamde Vurige Staart een personenauto met -vier inzittenden, zooale men zich zal henimmeren, im het Noord-Hollaiiïdech kanaal gemaakt. A'IHe vier kwamen om het leven. Het waren de heer P. Heilamgmam uit Haar lem. de heer P. Smit uit HiMegensbarg, die na vrouw en hum 12-jarige zoon. Gieter werden de daiie Jaatertgenoemenden te Midden-Beem- ator begraven uiiit de woning van den heer Bellliimgmam, dien ou-den voider, die in één slag zijn zoom én zijn dochter verloor. De ölaohtoffoiB, dJi-e naar bet ziekenlhuiö te Pirnn erend waaien gebracht, warden gia- teamiorgen in drié lijkwagens vervoerd naar Miiiddé n-B eeniöber. De tocht de gegaan door een groot, dieel van -den Deemster, waar de .veiBohMende f-amiiiMeLcden zimh bij den droe ven, stoet aansloten. In de woning wam den ouden voider te Mid den-Deemster kwam tenslotte de geheele familiie bijeen. Da-ar heeft Ds R, Kuipers, Doopsgezind predikant, de faanilae toege sproken en woorden voin troost gebracht. In middels wenen vele goedie vrienden en he kenden in hot dorp gekomen. Onder deze was ook de heer L. Lint, ondanv ijzer van den 12-jarigen Sm-iit. Met hem waren mee gekomen twee Iéeufltimgen Otto Wolffems en Heriny ven Effenen, die hun vriendje de laatste eer kwamen bewijzen. Tegen twee uur begon de klok'te huiden ten teeken, dat de stoet op weg was naar de begraaf plaats. VeaDchillJendö groepen mensehen gingen eerbiedig ter zij-de bij hot paasee-ren van dt dlrie lijkwagens, waaraan een aontaii famiillaie- kramsen waren bevestigd. Op de begraafplaats was een groot ge deelte van de bevolking van het dorp eaunen gekomen om getmiige te zijn van de droeve pjeohtighedd. Onder doze velen was de bur gemeester van Beemster die heer Kikkert, en de burgemeester ram I-ipenda-m de heer A. Peeraboom, in wiens gemeente het omgefliuk plaats gehad hieeft. Allereerst werd bet stoffelijk overschot van den heer J. Smit, den vader, naar het graf gedragen. Toen de kist in het graf was1 neergelaten, volgde dat van mevr. G. Smit— Helling man, de moeder, en tenslotte dot van den zoon, dien 12-jfurdigén J. Snuit Jr. Toen die kransen bij de groeve waren gelegd, waar onder een was ram de bovengenoemde leer lingen, trad naar voren Ds J, M. Door en- boe, Ned. Herv. predikant, die er op wees, dat in de felle dagen van het leven, degen van werken en strijden, men plotseling wordt gedwongen tot rust. Eenöge dagen ge l-eden, zoo vervolgde de predikant, hebben een menscherapaar, een kind cn een broeder een bezoek afgelegd aan de vaderlijke wo ning. Zij zijn van luier vertrokken en een uur later was er geen leven meer, maar eil- leen benauwenis. Plotseling kunnen we war den weggeroepen, maar diaar denken we ge woonlijk niet aan. Het leven is onverbreke lijk verbonden met dén dood. Eens zullen wij moeten scheiden, ven wie ons hef zijn. Wellicht niet zoo droevig alle hier. waar schijnlijk niet zoo fel. Zu'llke slagen treffen maar zeldzaam. Leeft zoo, zei epr., dat je elk oogenblik schalden kunt. Voorts richtte epr. ziich tot. den auidien voider en wees er op. dat hem morgen weer een moeriilijke dag wachtte bij de begrafenis vam hét vierde Slachtoffer, zijn zoon, diie in Haarlem zojI ter aarde wor den besteld. Spr. eindiigdie met dé woomcDen: Rust" jtfrétlé, leeft an hooger leven. Hienrua sprak die heer Teygeler utt Rotterdam, dlié namens die- vakgenooten ia* het motor- en rijwiel valk een laatste groet bracht en tenslotte sprak die heer Winters een vriend uit Rotterdam, een woord van afscheid. Een neef von dé overledenen, Mr Hellingman, uit Dordrecht, diamkte hierna voor de betongebelHimg betoond bij dit droef familiedrama. Zeer ondier den indruk keerden toen efl/len huiswaarts. Velen dankten den ouden heer Hefljpngmain de hanid. Eenigen tijd groepte de bevolking nog bijeen bij den doodenakker om deze zoo aangrijpende plechtigheid te beepreken. INBRAAK IN EEN PASTORIE ln de RK pastorie te Halfweg (N.H.) de een brutale inbraak gepleegd Tusschen 7 uur on kwart voor 8 's avonds, tijdens de avondgodsdienstoefening in de kerk, hebben ongenood-e gasten zich door middel van inklimmiinig toegang weten te ven&cbaffeh tot de RK pastorie alhier, waar in dé kamer van den pastoor zich de op brengst. der collecten, een bedrag van ruim ƒ300, bevond, hetgeen werd medegenomen Direct na de godsdienstoefening werd het msiidrijf ontdekt en de poilltie gewaar schuwd, die onmiddellijk een uitgebreid on derzoek instelde, doch tot dusver zonder re sultaat Allleen de ledige collectebussen werden later in de nabijheid van de pastorie terug gevonden. EEN POMPOENTJE. Te Laag Keppel (Gld.) heeft do tuinman J. Onstenk een pompoen gekweekt die 104 pond weegt en een omtrek heeft van onge veer 2 meter. SPIRITUSDRINKERS Men meldt ons uit Boskoop: Twee personen, die, naar men ons mede deelde dronken wanen van het overmatig ge bruik van spiritus, moesten door de politie warden opgeborgen. Er heensdhte in de cel len een ondragelijke lucht DE ZIEKTE VAN WEIL Te De Lier de, thans vaar de eerste maal, de riekte vam Weid opgetreden. De patient die door de-ze ziekte is aangetast de heer J. Hofstede, is naar het Gasthuis te Delft ver voerd. Zijn toestand is zorgwekkend. WONDERBAAR GERED Te Helmond is in de Dijikschestraat vol gens het „Hbld.een ongeval gebeurd, dat bijna het leven van een driejarig kind heeft gevergd. Het meisje geraakte namelijk bij het beginpunt der rioleenng in den door den hoogen waterstand volstaanden loop, welke achter het nieuwe gedeelte der stad uit de velden komt Vóór -hulp kwam toegeschoten was het kind met het water in de groote rioolbuizen gedreven. Een der buurtbewoners had de tegenwoor digheid van geest naar den eersten rooster te -1-oopen, -doch da-ar was het kind reeds ge passeerd Ook bij den tweeden rooster kon het kind niet meer gegrepen wonden. Een klompje wend hier opgeviecht. De rader ran het kind was naar den deaden rooster ge sneld en mocht het genoegen emaiken hiér zijn dochtertje te grijpen. Het kind was bewusteloos, doch kunst matige ademhaJiinc had succes VRACHTAUTO TE WATER Mep meldt ons uit Boskoop: iDoor een defect aan de stuurinrichting, had de heer J. Schouten, expediteur alhier, het ongeluk, om met zijn vrachtauto in de Reijerakooperwetering te rijden. De auto ver dween bijna geheel in de diepte. De heer S. alsmede twee personen die in de cabine zaten, konden zich redden door het stuk slaan va-n een ruit, terwijl een viertal per sonen die zich in den wagen bevonden zich ook konden redden. Een hond die ook in de cabine zat verdronk. De auto is later dooi- een kraanwagen gelicht. INBRAKEN 's Nachts is te Nijmegen ingebroken in de schoenfabriek Robinson aan den Groesbeek- scheweg en in de chocoladefabriek van de fa. v. d. Dumgen aan de Groenest-raat. De dieven zijn de kantoren binnengedrongen, maar konden geen groote buit maken. Wat geld en eenigé kantoonbenoodigdheden zijn ontvreemd. EEN NOTARIS ZOEK Eenige maanden geleden is te Amsterdam een notaris gearresteerd, verdacht van be trokken te zijn hij een effecten-zwendel. Woensdag had hij voor de rechtbank moe ten staan wegens valschheid in geschrifte. Toen de zitting zou beginnen, kwam de no taris evenwel niet opdagen. Hij was destijds tegen borgstelling Ln vrijheid gesteld. De Officier van Justitie eischte op grond van art. 272 W. v. S; medebronging van den ver dachte, wat de rechtbank inwilligde. Dinsdagmiddag maakte de notaris, met een paar rechercheurs op de hielen een wan deling door de stad en naar het IJjbosdh. Ook Woensdagmorgen werd zijn woning door twee rechercheurs, vanaf den overkant van de gracht bewaakt. Toen het bevel tot medebrenging was afgegeven, bleek de vogel echter gevlogen en was Ihij niet thuis; in weerwil van de bewaking was 'het hem'ge- JjakljMigezien ui,t te gaan. Alle politieposten werden^miWelfij-k'gewaarschuwd'. Tot nog toe zonder eépig^restotaat- De rechtzitting moest geschorst worden tol Maandag a.s. INBREKERSBENDE INGEREKEND Te Laren (N.H.) werden onlangs inbra ken gepleegd. Thans zijn drie jongemannen gearresteerd, die de inbraak bekenden. Zij werden daarbij geholpen door twee andere mannen, die reeds geknipt zijn. Te Ginne- ken zijn bovendien een man en een vrouw aangehouden, die zich schuldig maakten aan heling der goederen. Hl 1 v Concerten, eox num. VARA Mandoline-ensembl* r s u m. VARA Orgelspel. n. KRO. Orkest, r s u m. VARA. Orpelspel. rsum. VARA MftU'loUn--«n»em*ile rs urn. VARA Mr-n orkest. :n. KP.O Muosirichtsch orkest. t n R. Piano-recital, rsujn. VPRO. Concert, r s u tn. VPRO. Concert, r s u m. VPRO. Gramofoonplal r n. KRO. Gran n t r y. Orkest. luslek. m. VARA. Gramofoonmuxi Lezingen, Cursussen, enz. Hulzen. KRO. Albert VogeL „Welspre kendheid". Hulzen. KRO. Prof. Dr. F. J. Waele: „Grlokenland". Hilversum. VPRO CuVsuz Kerkgesch. Hilversum. VPRO. Cursus „Moeilijk- 5 Hilversum. VPRO. Moderne Bclntdor- Politie- en Persber Hulzen. KRO. Politieberichten, i Hulzen. KRO. Persberichten. ZATERDAG 5 NOVEMBER 8.00 Hulz 8.00 Hilv 10.00 Hulz 11.20 K a 1 u 12.00 Hilv 12.15 Hulz 12.20 Lang 12.20 Dave 14.15 Hilv 14 50 K a 1 u 15.10 Hilv 15.50 Hilv 16.?0 Lang 10.50 Hilv 17 00 Hu lx 17.30 Hulz 18.00 Hilv 18.CO Hilv 18 40 H u i z 18.60 Lond 19.20 War: 19.50 Dave 20.00 Hulz 10.00 Hilv ry. Schotsch Studio Orke- i u m. VARA. Gramofoonmi borg. Omroeporkest. VARA. Orgelspel. r s u in. VARA. Gr&mofoonmuziel n. KRO. Gramofoonmuxlek. n. KRO. Gramoföommi: KRO. Gramofoonmuxlek. i R. Kwinti j a u. Pop. c lagen. Cureuszer j u m. VARA. Literair 1 KRO. Weekoverzicht. Politie- en PersberK 12.00 Huizen. KRO. Politieberichten. 19.30 Huizen. KRO. Politieberichten. BRANDEN Te Enschedé ontstond tón gevolge van kortsluiting, een uitslaande brand in de bo venverdieping van den comestibleswinüel van G. B. Mantel aan de Haaksbergerstraat. De brandweer wist met drie slangen op de waterleiding den brand te beperken tot het winkelperceel, dat van boven geheel is ai- gebrand. De benedenverdieping heeft brand en veel waterschade gekregen. ONDER DEN TREIN GEDOOD Te Bocholtz (LI.) werd door een trein een oude man gegTepen, die op de rails liep. De ongelukkige werd ernstig gewond naast de rails neergesmakt Het bleek te zijn zekere W. B., afkomstig uit Heerlen, verpleegde van het gesticht voor ouden van dagen te Bocholtz. In bcwusteloozen toestand werd 'de- man per'brancard naar liet klooster der zus ters overgebracht, waar hij zonder bij ken nis te zijn gekomen een uur later overleed. KERKKOOR „EX ANIMO" Het Kerkkoor „Ex Animo" te Leiden, di recteur H. W. cle Wolff, heeft op het Natio naal Concours te Utrecht in de eerste afdee- ling, gemengde koren, van de twaalf daar aan deelnemende vereenigingen, den eersten prijs met 347 punten behaald, tevens een eereprijs voor het hoogste aantal punten en bovendien den directóursprijs. AVONTUREN VAN JOOSJE PINDA EN PIETJE ROET 25. Op zekeren dag kwamen Joosje en Pietje een politie-agent tegen, die aan een touw 'n grooten hond voorttrok, 't Dier was op straat zwervende gevonden en de eigenaar was niet tó vinden, en nu moest de arme slokker naar het stikhok. „Kijk, dat zou nu juist iets zijn voor ons wagentje", zei Pietje, en hij stapte dapper op den agent af. „Mogen wij dien hond hebben. Mijn heer?" vroeg hij beleefd. „Wat moet jullie daarmee doen?" vroeg de aeent barsch. „Wagentje trekkie, pinda-pinda!" zei Joosje half op z'n Chineesch. „Nou, vooruit dan maar!" zeide de agent. Pietje Roet nam het touw over, sloeg hot voor alle zekerheid 'n paar maal om z'n pols, en daar gingen ze, hoor, den koning te rijkl (Wordt Maandag vervolgd). DE VAL VAN KONSTANTINOPEL Door LEWIS WALLACE Naar het Engelsch door ALMA 159 Zoo martelde hij' zichzelven. Het was reeds laat, maar haar huis was een hospitaal vol gewonden, en zij de onver- anoeide verpleegster De oude Lysander liet hem binnen. De prinses is in de kapel, heer graaf. De graaf begaf eich derwaarts. 'Sergius hield een lijkdienst voor een zoo- cven gestorven krijgsman De kamer was vol vrouwen, wie angst en schrik op 't gelaat te lezen stonden. Corti begreep de oorzaak. Arme schepsels! Wel hadden zij den troost der godsdienstige bijeenkomsten noodig. Rechts van het altaar ontdekte hij de prinses to midden van haar gezelschaps dames. I-Iaar geheele houding teekende rust en vastberadenheid. Zij scheen de eenige te zijn die naar den prediker luisterde en de graaf die vol berouw, onzeker wat te doen, of waarheen zich te wenden binnenkwam, voelde zich na een blik op haar gelaat gen geheel ander man. Hij besloot haar rijn ge schiedenis te verhalen, behalve de wijze, waaw>p hij in 's Keizers dienst was gekomen en het afschuwelijk vedrag dat hij met Mo hammed gemaakt had. Hij moest haar bewe gen om hem naar de S. Sophia te vergezel len, daarvoor was hij gekomen. Zijn komst in de kapel bracht een kleine opschudding te weeg, en terstond ging de prinses naar hem toe. Wat is or geheurd, graaf? Wat komt-gij Öoen? Met u spreken, prinses. Zij bracht hem in de gang en sloot de deur achtep zich dicht, Alle kamers liggen vol met gewonden, zieken. Ik moet u du9 hier te woord staan. Brengt gij slecht nieuws, wil dan zacht spreken, opdat die ongelukkigen hot niet hooren. Uw keizerlijke bloedverwant is in de kerk. Hij gebruikt het Heilldg Avondmaal en ontvangt absolutie. Op dit uur? Waarom op dit uur? Nu verhaalde Corti haar van den maaltijd ten hove en beschreef het aandoenlijk af scheid. Dat heeft er veel van alsof alle hoop werd opgegeven. Kan het zijn dat de Keizer zich voorbereidt om te sterven? Antwoord, graaf, en maak u niet bezorgd om mijnent wil. Mijn leven is één lange voorbereiding geweest. Hij meent dat de stad niet langer te verdedigen is,... de generaals gelooven het ook... en gij? Prinses, het is vreeseflfijk, dat ik het ook zeggen moet, maar ook ik verwacht het oor deel Gods tegen morgen. Een rilling ging haar door de leden, doch slechts een oogenblik, toen antwoordde zij Het oordeel is over qns allen. Het zal mij hier vinden. Zij keerde zich om en wilde naar de kapel teruggaan; maar hij voorkwam haar, schoof een stoel aan, en zei op vasten, maar teede- ren toon: Gij zijt vermoeid. Na zooveel dagen lang de steun te zijn geweest van ongeluk kigen en zieken, na al liet waken en bidden, moet gij u afgemat voelen. Ga een oogenblik zitten en hoor naar mij, bid ik u. Zuchtend gaf zij toe. Het oordeel dat gij hier wenscht af te wachten, prinses, zou niet de dood zijn, maar iets veel vrceselijkers, zoo vreeselijk dat ik het niet onder woorden kan brengen. Ik heb gezworen u te verdedigen, en die eed geeft mij het recht om te beslissen waar en hoe de verdediging zal geschieden. Hij zweeg even om zijn gevoel meester te worden. Gij hebt nooit gestaan op het dek van een zinkend schip, noch de stortzeeën ge zien die het zoeken te verslinden, vervolgde hij weldra. Ik wel, en zoo zal het morgen zijn, wanneer de woeste horden de stad bin nenstormen. Evenmin als op het dek een veilig plekje te vinden was voor de in doods nood verkeerende zeelieden, evenmin zei morgen in Byzantium een veilige schuil plaats te vinden zijn voor mannen, vrouwen of kinderen, allerminst voor dc nicht van den Keizer... voor haar... sta mij toe hot te zeggen, wier schoonheid en deugden het geheele. Oosten door bezongen worden. Als naar rijken buit, meer waard dan de schat ten van kerken en paleizen, zal men naar haar zoeken, hetzij dan op hoop van een losprijs, of met oneerlijke bedoelingen. En denkt gij dat de geschilderde Madonna boven het altaar, al begon ook hnar stralenkrans op wonderlijke wijze :e lichten, u zou kun nen redden nis c-' gevonden word? Neen, neon, prinses, nic 11 ier, niet hier! Gij weet dat ik u lief heb. In een zwak oogenblik durfde ik u mijn liefde bekennen. Gij denkt misschien dat ik door hartstocht verblind word, en daarom een grootspreker ben. Laat ik mij dan mogen rechtvaardigen, want uw goede opinie is mij als een tuin in het Paradijs. Als gij niet weet hoe ik met hart cn ziel gestreden heb, vraag het dan, bid ik u, aan een der generaals, of aan den aller- christelijksten souverein, die op dit oogen blik bezig is zijn rekening met God te ver effenen. Sommige mijner krijgsmakkers noemden mij een dolleman, maai' ik vergaf hot hun! zij wisten niet dat ik mijn leven waagde, niet zoozeer voor Konstan tij n of den christelijken godsdienst, dan wel voor u, die alles voor mij zijt, de schoonste op aarde, de beste in den hemel. Eindelijk en ten laatste ben ik genoodzaakt om te erkennen, dat wij waarschijnlijk het onderspit zullen delven, dat morgen, hetzij ik hier ben of daar, aan uw zijde of in het krijgsgewoel, gij u op genade of ongenade zult moeten overgeven. Bij die woorden huiverde de prinses en zag hem smeekend aan. Schenk mij uw volle aandacht, prinses. Gij zijt moedig, moediger dan andere vrou wen, daarom durf ik vrij uit te spreken. Wat van u zal wqrden hangt af van hem, die zich het eerst van u meester maakt. Prinses, luistert gij? Gegrijpt gij mij? Ja, graaf, liet geldt immers meer dan het leven alleen. Ik kan dus voortgaan. Ilc hoop uw leven on uw eer te redden, indien gij mijn raad wilt volgen. Als gij mij niet kunt vertrouwen zou verder spreken nutteloos zijn en ik zou even goed afscheid van u kunnen nemen. De dood zal morgen in allerlei vorm rond waren, niets zal zoo gemakkelijk te vinden zijn. Graaf Corti, als ik aanzei u mijn woord te geven is hot niet uit wantrouwen. Wat raadt gij? Hij haalde diep adem, een schemerschijn van hoop brak door de duisternis. Tot op dit oogenblik wist hijzelf niet recht of hij het voorstel, dat hem op de tong lag, zou durven uitspreken. Het had zoo den schijn van verraad jegens de edele vrouw. Maar thans zag hij het voorstel eensklaps in een ander licht. Het was do beste weg, de beste als er maar geen overeenkomst was geweest, geen andere verplichting, dan ridderplicht tegenover haar. Onder het spreken werd hij versterkt in zijn overtuiging en dat bracht zijn geweten tot rust. Daarop vertelde hij haar zijn levensloop zonder iets te verzwij gen, dan de twee reeds genoemde punten. Slechts tweemaal viel zij hem in de rede. Wat moet uw moeder veel geleden heb ben! Maar welk een groot geluk wacht haar! Hoe wonderlijk zijt gij losgemaakt van de valséhe leeringen van den Profeet! Geen liefde gaat toch do liefde van Christus te boven. Toen zij geëindigd had liet zij haar hoofd op de hand ruston, in gedachten verdiept. Waar dacht zij .aan? Aan hem? Zou hij toch nog indruk op haar gemaakt hebben? - Eindelijk vraagde zij: Gij hebt dus a's kin deren samen gespeeld? Een snijdende pijn ging door zijn hart. Zij dacht derhalve aan Mohammed! Toch ant woordde hij bedaard: Wij waren altijd samen. Is hij werkelijk zulk een monster als men zegt? Voor rijn vijanden ja, en voor Ieder die hein in den weg staat, maar voor zijn vrien den is geen beter vriend dan hij. Heeft hij een hart om.. Nog meer dan de vraag hinderde hem h*u afin-eken van dien zin, toch antwoordde hij Ja, als hij werkelijk zijn liefde gegeven lieeft Zij richtte zich op en liernaui: Vergeef mijn afdwalen en ga voort Het was hem een verluchting om eindelijk zijn plan te kunnen ontvouwen en hij am woordde: Ja, de tijd dringt; do Keizer wacht mij. Dit is mijn voorstel. In plaats van hier te blijven, totdat de een of under roofzuch tige woesteling rich van u meester maakt, gaat ffti niet mij naar do Santa Sophia en geeft u, zoodra do Sultan komt, hetgeen hij stellig zal doen, aan hem over. Als de woes telingen vóór zijn komst de deuren der kerk openbreken, zal ik u ter zijde staan, niet als graaf Corti, de Italiaan, maar als Ernii Mirza, de Janitzaar, aangesteld door don Sultan om u te bewaken. Mijn Berbers zul len mij daarbij helpen. Zij had aandachtig geluisterd, maar nog aarzelde zij. Aha, zei hij, gij stelt qean vertrouwen tn Mohammed. T'jjl» kunt gij dat gerust doen. Een roemrijk man is gewoonlijk niet onverschillig om het oordeel der wereld. Nog bleef zij zwijgen. Of twijfelt gij soms aan mij?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1932 | | pagina 9