EERSTE KAMER
Gemengd Nieuws.
Radio Nieuws.
VRIJDAG 4 NOVEMBER 1932
DERDE BLAD PAG. 9
GODSLASTERINGSONTWERP
MET 28-18 STEMMEN
AANGENOMEN
Vergadering van 3 November 1932
OVERZICHT
Het wetsontwerp betreffende strafbaar
stelling van bepaalde, voor godsdienstige
gevoelens krenkende, uitingen, is aangeno
men met 28 tegen IS stemmen. De stem
ming geschiedde zuiver rechts tegen links.
Hoe dat kwam? Niet omdat men ter linker
zijde de godslasterlijke laai, die in bepaaloen
lering systematisch wordt gevoerd, in be
scherming wenscht te nemen. Dergelijkc-grof-
heden worden algemeen afgekeurd, maar
men stelt zich op het standpunt: niets aan
doen, negeeren, dan'is het het gauwst uit er
mee. Dit standpunt wordt o.i. beheerscht
door het principieel verschil omtrent wezen,
aard en waarde van den godsdienst, dat be
staat tusschen positieve belijders van het
Christendom n allen, die zich in politicis
op a-religieuse basis stellen. Er is een vol
komen anders aanvoelen en doorleven van
deze dingen. Voeg daarbij, dat er ter linker
zijde zijn, die allerlei ethische, maatschap
pelijke en politieke opvattingen gelijkwaar
dig stellen met wat de godsdienst voor ge-
loovig'e Christenen is, en het wordt te duide
lijker, dat dezulken van het wetsontwerp
niets moesten hebben. En dan zwijgen we
nog maar van degenen, die kans zien om
door een fundament eel e misvatting omtrent
de verhouding tusschen overheid en onder
daan geleid, hun anti-militairisme met zijn
zonderlinge uitvallen tegen het Christen
dom, teiren minister Donners wetsontwerp
in het vuur te brengen.
Ook gistermorgen hoorden we almaar van
linksche zijde, dat we godislastcringsproces-
sen zullen krijgen en al den onsmakelij'ken
aankleve daarvan en dat die zelfs worden
uitgelokt door de wet. Van liberale zijde
werd Ixivendien bet gevaar groot geacht.,
dat met de nieuwe strafbepaling in de hand
de eene godsdienstige strooming over an
dere richtingen een soort inquisitie zou gaan
uitoefenen. B.v., verduidelijkte Mr. Menclels,
in zijn repliek, door dominee Zandt, dien
Nimrod op het terrein van de papenjacht
over allen, die zijn inzichten niet deelen
Dit laatste is wel een sterk bewijs hoe
zwak liet verzet tegen den minister was.
Wie met absurditeiten in 't veld komt, is on
miskenbaar aan het eind van zijn Latijn.
Ook overigens waren de bezwaren weinig
steekhoudend, ondanks het beroep op al
lerlei beschouwingen van Prof. Slotemaker
do Bruine. Speciaal Mr. Mendels beriep zich
daarop, zelfs ten aanzien van punten, waar
op die redeneeringen notoir onjuist waren,
zoo onjuist dat ze door den heer Lobman
dis „absolute onzin" werden gekiwalificeer 1.
We zullen niet opnieuw de argumenten
voor en tegen verzamelen: men kent ze nu
wel zoo zoetjesaan.
Alleen nog twee aanteekenangen uit dit
Öebat. i*
Prof. Anema, die het principiecle uit
gangspunt van den minister deelde, bracht
een uitwerking van ruimer formule ter
sprake dan door den minister ten slotte ge
kozen is, ten einde Jiet practische welslagen
zooveel mogelijk te verzekeren. De anti-rev.
hoogleeraar trok een parallel. tussCheu gods
dienstige eerbaarheid én eerbaarheid in Re
delijken zin, gelijk we die in onze wetgeving
reeds kennen. Do minister betwijfelde, ech
ter of die ruimere omschrijving wél zoo ef
fectvol zou zijn.
In de tweede plaats moeten we even de
aandacht vestigen op de gebruikelijke hau
taine houding van den heer Wibaut, die zijn
moreel vonnis over het wetsontwerp saam-
vatte in de woorden: enge eigengerechtig
heid.
'Minister Donner is er met op ingegaan.
Heel wijs. Dr. Wibauts oordeel is volmaakt
ongegrond en bovendien gruwt het ons een
beetje als we over eigengerechtigheid hoo-
rén spreken door den man, die in een veel
besproken boek over heel onze huwelijks
moraal in primordiale zedelijkheidsbegrip
pen vonnis streek en daartegenover een
nieuwe menschonwaardige aan het dier her
innerende „moraal" verdedigde, die voor ge-
zón en maatschappij volledige ontwrichting
beteekent.. Over dit boek is, gelukkig, ook
in soc.-dem. kring, met huivering en af
schuw gesproken. Door een soc.-dem. schrij
ver werd het gekenschetst als een pleidooi
voor een slavenmoraal in dezen zin, dat de
mensch de slaaf wordt van zijn sexueele be
geerten. Uit wetenschappelijk en zedelijk
oogpunt werd het als verderfelijk en treu
rig gebrandmerkt, omdat het huldigt een
versleten en gevaarlijk naturalisme, een
aanval doet op onze edelste beschavings
waarden en een moraal voor wilszwakken
ingang tracht te doen vinden. Niet zonder
grond is de heer Wibaut dóór dezen zelfden
eerlijken soc.-dem. criticus geschetst als
„misleider der jeugd", die poogt „om wat
sedert de Tien Geboden als scheppings-
ordinantic door 't godsdienstig geweten werd
cbkend met de schunnigste drogredenen ie
•doorbreken". Het werd tangelced op een
volkomen verwoesting van wat als burger
lijke moraal en Christelijke zedeleer in de
oógen van den heer Wibaut en zijn vrouw
geen genadé kon vinden. Daar wordt na
tuurlijk de neus voor opgetrokken door deze
voorstanders van de z.g. marxistische mo
raal, waarbij de mensoh zinkt beneden het
dier.
En dlan moet men zoo iemand van „enge
eigengerechtigheid" hooren spreken! Dr.
Wibaut is, althans voor ons, niet de man,
die over de zedelijke autoriteit beschikt, om
met zulk een machtspreuk indruk te maken.
Dat is zacht gezegd, zachter althans dan
dé heer G. v. Veen zich uitdrukte, toen hij
schreef: De heer Wibaut dieni te weten,
dat er een autoriteit is, waarbij de zijne
verbleekt tot een giftige nevelvlek.
Het gevaarlijke, het verderfelijke van de
soc.-democratie in haar wezen is, terug
gaande op het principieels in de van die
zijde over het godslasteringsvraagstuk ge
sprokene, weer duidelijk gebleken. Bande
loosheid wenscht men daar op het terrein
van het geestelijk-zedelijk leven: echt hot
kenmerk der revolutie, die gewend is an
dersdenkenden, degenen, die willen vast
houden aan normen óp het gebied van het
geestelijk-zedelijk leven, te schelden voor
eigengerechtigden, benepen zielen, huiche-
ars, enz.
De rede van den heer Wibaut. bracht in
dit opzicht dus niet9 nieuws, maar is slechts
opnieuw buitengewoon leerzaam geweest.
Minister Donner heeft op heldere en be
knopte wijze zijn wet verdedigd. Begrijpe
lijk voor wie begrijpen wilde, al meenden
de heeren Kranenburg en Mendels te kun
nen volhouden, dat de minister in de juri
dische rechtvaardiging van het ontwerp
was tekort geschoten.
Bij de eindstemming bleek dat tegenover
de 28 rechtsche voorstanders 18 linksche te
genstandei's stonden. Ter rechterzijde wa
ren in <len Senaat geen afwijkingen.
VERSLAG
De Kamer heeft do behandeling: van 't wets
ontwerp tot aanvulling van het Wetboek van
Strafrecht met voorzieningen betreffende be
paalde voor godsdienstige govoeüena krenkende
uitingen, voortgezet.
Mevr. POTHUIS-SMIT (s.d.) beweerde, dat
ondanks alle geleerde en spitsvondige beschou
wingen. we te doen hebben mot een wetsont
werp tegen Godslastering. Doch evenmin als 't
mogeltUc Is, do zee te dempen door er steentjes
in te werpen, ls het mogelijk. God te lasteren.
Mevr. Pothuis vond het niet fijn, dat de
minister de stukken, die aanleiding tot 't wets
ontwerp hebben gegeven, „ultbrauksel van de
hel" heeft genoemd. Dlo stukken schreef x\]
méér toe aan de tegenstellingen tusschen ge
loof en de lessen door het militalrisuie gege
ven, welke leeren om zooveel mogelijk te
dooden. Als het offlcleele christendom deze
dingen tolereert, dan heeft het zelf die hel ge-
Het wetsontwerp, dat op velen een onaange-
namén Indruk heeft gemaakt, moet niet worden
hier te lande leeft. De rechtsgrond ls Juist on
ls niet in strUd met het karakter van ons
strafrecht.
De overheid behoort In het algemeen ook tn
te gaan tegen pogingen om een sfeer to kwee-
ken waarin smalende godslastering alg Iets
gewoons wordt beschouwd.
De omschrijving van de strekking van het
wetsontwerp vond de heer v. Sasso Juist ge
geven in de laatste parlemontalre redevoerin
gen van wijlen mr. Heemskerk: bescherming
van de godsdienstvrijheid tegen bepaalde vor
men van godslastering. Ook tcqhnisch-Juridisch
werd het wetsontwerp in órde geacht; 't stelt
volkomen In staat om tot veroordeellngen te
komen.
Gehoopt werd. dat het ontwerp zal worden
aangenomen; rechter en openbaar ministerie
hebben zich daarna strikt te houden aan het
geen in de wet staat. Ze hebben daaraan vol
doende. Tn het openbaar moet «oodanlg sma
lende godslastering xlin gepleegd, dat anderer
godsdienstige gevoelens erdoor kunnen zlla
gekrenkt. In dp praktijk werden geen moellijk-
^Dejf he-eSr^DROOGUEEVER FORTUYN (11b.),
die gaairfe wllcf'o" aannemen, dat niet" pólltteko
motlBvort tot de Indiening Van dit wetsontwerp
hebbïèn fr&leld, wag van oordeel, dat het berei
ken van het doel allerminst verzekerd kan
worden geacht De delictsomschrijving Is niét
duidelijk. Godslastering ls op zich zelf geen
scherp bepaald begrip en ook met het woord
smalende er bij komt men niet uit de onzoker-
heid. Praktisch krijgen we daardoor Wat de
minister eigenlijk niet wil: vervolging van
godslastering zonder meer.
Er z|jn hoogst ergerlijke uitingen gedaan;
maar men had die beter kunnen laten voorbij
gaan, evenals In het verleden wel geschied Is.
Het grove op dit gebied stuit af en ls wel 't
minst gevaarlijk.
De nieuwe bepaling kan gebruikt worden ver
bulten de grenzen, waarbinnen de minister haar
bedoelt te beperken. Ook zal misschien ln de
■ooming
hanteert
Om deze rekenen zal worden tegengestemd.
Prof. ANEMA (a.r.) besprak de vraag of met
rechtsmiddelen tegen de bedoelde onbehoorlijke
dingen mag worden opgetreden. De strijd over
de religie behoort met geestelijke middelen te
worden gestreden. Maar niet alle middelen kun
nen als geoorloofd worden beschouwd. Zeker
niet die welke in conflict komen met do open
bare orde ih meer uitgebreiden zin. De gods
dienstige eerbiedwaardigheid behoort tot de
beginselen, van de openbare orde. Op dit ter
rein past voor ieder schroom en eerbied. "Wie
die uit het oog verliest, behoort door de over
heid binnen do perken te worden teruggebracht
Alleen het gebruik van onrechtmatige strijd
middelen dient dan te worden verboden. en-
zeer nis op het gebied der openbare zedelijk
heid door de wet tot eerbaarheid wordt ge
dwongen. Het Godsbegrip en de kwestie van 't
opzet blllvon dan onaangeroerd; alleen do open-
baro orde wordt beschermd-
Strafbaarstelling van godslastering alB
danig is, zelfs i 1
kan
maken. Hoe t,-
Gods strafrechtelijk te formulieren? Alleen
onder de theocratie van Israël en ln het klas
sieke Rome. waar den vorst goddelijke eer bo-
wezen werd. waa het mogelijk godslastering als
zoodanig strafbaar te stellen. De overheid
voert dan de eigenlijk kerkelijke vonnissen uit.
Onze staatsorde erkent wel God. maar in die
staatsorde is de verhouding tusschen God en
mensch niet in rechtsvormen vast te leggen.
Deze verhouding behoort niet tot de staats-,
maar tot de rellgleuse orde.
Ons volk wil geen heiligschennis en wenscht
die zeker niet tot politiek ^rijdmlddel t-
schrijven hoe 't delict is te stellen.
Principieel is er met den minister geen ver
schil. maar in de uitwerking wel Iets.
geschonden. Prof
Individueel zich ergeren zal.
openbare rechts- en staatsorde
had prof. Anema dan ook gezien, dat de „gods-
istige eerbiedwaardigheid" een normatief
begrip In hi
Het aantasten di
pende w|jze had kunnen zfin verboden. Men had
gekregen wering van openbare helligschei
malende of schlm-
Het
ontwerp had voor hem zeker wijding verkre-
'■il3ters peroratie ln de Tweede
-ede van mr. Heemskerk aldaar,
de laatste die hU ln hot Parlement hield.
Dr. WIBAUT (s.d.) zag in het wetsontwerp
;n uiting van eigengerechtigheid. DiKwjUs
staan de gevoelens en het geestelijk leven van
itet-confessioneele mensehen hooger dan van
:onfessloneelc personen. Maar ze zouden be-
iclierming van hun gevoelens afwijzen en daar
jm ontzeggen ze ook aan eonfessloneelen het
recht om wettelijk te beschermen, wat voor
hen hot hoogste Is. Dat getuigt niet van voel
ertrouwen ln eigen levensleer. Dit wetsont
werp ls een voorbeeld van enge eigengerechtig
Na de pauze kwam
Minister Donner aan het w°ord
den ontvangen steun.
net hel strafbaar stellen
godslastering als zoodanig, maar van
krenking van godsdienstige gevoelens op een
bepaalde wijze. Ten onrechte ls door de bestrij
ders vooral do nadruk gelegd, op het eerste, 't
Ontwerp sluit zich aan b|j de bestaande straf-
MINISTER DONNER
niet ter zake. Ook de atheïst kan smalend God
lasteren, overeenkomstig den objectieven grond
slag van de ontworpen strafbepaling.
Dat is door den heer Kranenburg volkomen
uit het oog verloren.
De door den heer Mendels ontdekte strijd mot
de Grondwet ontbreekt geheel. Daar is sprake
van preventieve censuur en ook wordt do moge
lllkheid van beperking er gevonden.
Op godsdienstig terrein moet de strijd der
eeningen zijn vr|je loop hebben. Er wordt
geen belemmering aan In den weg gelegd.
Ruimere omschrijving als door Prof. Anema
aanbevolen, zou theoretisch misschien niet ge
heel verdedigbaar zijn, maar praktisch zeker
vele bezwaren oproepen, die men Juist booogt
te voorkomen. Vandaar de beperking, nadat
eerst ruimer redactie was overwogen.
Opgekomen wordt tegen bepaalde vormen
van smading, die inbreuk maken op anderer
sfeer. Hier ontstaat het rechtsmoment. Dat ls
allerminst eigengerechtigheid. Het staat niet
zoo, dat geloovigen algemeen worden be
schermd en anderen niet. Het gaat om dingen,
die met den strijd der levensbeschouwingen
mets te maken hebben.
Was het wetsontwerp opportuun en ts hot
uitvoerbaar?
Bezwaren- -kunnen - betrekkelijke waarde heb-
wel degelijk ln dogmati-
Over godsdienst is wel degel|jl
sohen zin te spreken zonder den
reloovigen zich zelf tot
dit bedoelen niet ls geslaagd; ook al
ln de afkeuring van de uitingen, waartegen de
strafbepaling ls gericht, algemeen. Te hopen is
dat mode ten gevolge van dit debat, de toepas
sing der wet overbodig zal zijn.
Replieken volgden van de heeren KRANEN-
■SMjvi0tte, knappe
sluiting der vergadering.
is stemmen.
DE GEHOORZAAMHEID EENER KOE
Een boer te Molkwerum (Fr.) verkocht
een koe. De miieuwe eigenaar laadde het
beest dm die boot naar Streek. Te S-neek wei
gerde het dier haUstanrig, udit te boot te ko
men. Voordat men overging tot het takelen
van het dier, werd die oude eigenaar gewaar
echuwd. Deze ging eens kijken, pakte de koe
bij het hoorntouw en zeide op vriendelijken
toon: „Kom beest!" Zoodra zij de stem
den ouden baas boomde, liep de koe gedwee
HET AUTO-ONGELUK BIJ
VURIGE STAART
BEGRAFENIS DER SLACHT
OFFERS
Aam dén ProvimioiaiLen Weg tusschen Piut-
„jerend en Ilpendam ie Zondag bij die' zoo
genaamde Vurige Staart een personenauto
met -vier inzittenden, zooale men zich zal
henimmeren, im het Noord-Hollaiiïdech kanaal
gemaakt. A'IHe vier kwamen om het leven.
Het waren de heer P. Heilamgmam uit Haar
lem. de heer P. Smit uit HiMegensbarg, die na
vrouw en hum 12-jarige zoon. Gieter werden
de daiie Jaatertgenoemenden te Midden-Beem-
ator begraven uiiit de woning van den heer
Bellliimgmam, dien ou-den voider, die in één
slag zijn zoom én zijn dochter verloor.
De ölaohtoffoiB, dJi-e naar bet ziekenlhuiö
te Pirnn erend waaien gebracht, warden gia-
teamiorgen in drié lijkwagens vervoerd naar
Miiiddé n-B eeniöber. De tocht de gegaan door
een groot, dieel van -den Deemster, waar de
.veiBohMende f-amiiiMeLcden zimh bij den droe
ven, stoet aansloten.
In de woning wam den ouden voider te Mid
den-Deemster kwam tenslotte de geheele
familiie bijeen. Da-ar heeft Ds R, Kuipers,
Doopsgezind predikant, de faanilae toege
sproken en woorden voin troost gebracht. In
middels wenen vele goedie vrienden en he
kenden in hot dorp gekomen. Onder deze
was ook de heer L. Lint, ondanv ijzer van
den 12-jarigen Sm-iit. Met hem waren mee
gekomen twee Iéeufltimgen Otto Wolffems en
Heriny ven Effenen, die hun vriendje de
laatste eer kwamen bewijzen. Tegen twee
uur begon de klok'te huiden ten teeken, dat
de stoet op weg was naar de begraaf plaats.
VeaDchillJendö groepen mensehen gingen
eerbiedig ter zij-de bij hot paasee-ren van dt
dlrie lijkwagens, waaraan een aontaii famiillaie-
kramsen waren bevestigd.
Op de begraafplaats was een groot ge
deelte van de bevolking van het dorp eaunen
gekomen om getmiige te zijn van de droeve
pjeohtighedd. Onder doze velen was de bur
gemeester van Beemster die heer Kikkert, en
de burgemeester ram I-ipenda-m de heer A.
Peeraboom, in wiens gemeente het omgefliuk
plaats gehad hieeft.
Allereerst werd bet stoffelijk overschot
van den heer J. Smit, den vader, naar het
graf gedragen. Toen de kist in het graf was1
neergelaten, volgde dat van mevr. G. Smit—
Helling man, de moeder, en tenslotte dot van
den zoon, dien 12-jfurdigén J. Snuit Jr. Toen
die kransen bij de groeve waren gelegd, waar
onder een was ram de bovengenoemde leer
lingen, trad naar voren Ds J, M. Door en-
boe, Ned. Herv. predikant, die er op wees,
dat in de felle dagen van het leven, degen
van werken en strijden, men plotseling
wordt gedwongen tot rust. Eenöge dagen ge
l-eden, zoo vervolgde de predikant, hebben
een menscherapaar, een kind cn een broeder
een bezoek afgelegd aan de vaderlijke wo
ning. Zij zijn van luier vertrokken en een
uur later was er geen leven meer, maar eil-
leen benauwenis. Plotseling kunnen we war
den weggeroepen, maar diaar denken we ge
woonlijk niet aan. Het leven is onverbreke
lijk verbonden met dén dood. Eens zullen
wij moeten scheiden, ven wie ons hef zijn.
Wellicht niet zoo droevig alle hier. waar
schijnlijk niet zoo fel. Zu'llke slagen treffen
maar zeldzaam. Leeft zoo, zei epr., dat je elk
oogenblik schalden kunt. Voorts richtte epr.
ziich tot. den auidien voider en wees er op. dat
hem morgen weer een moeriilijke dag wachtte
bij de begrafenis vam hét vierde Slachtoffer,
zijn zoon, diie in Haarlem zojI ter aarde wor
den besteld.
Spr. eindiigdie met dé woomcDen: Rust"
jtfrétlé, leeft an hooger leven.
Hienrua sprak die heer Teygeler utt
Rotterdam, dlié namens die- vakgenooten ia*
het motor- en rijwiel valk een laatste groet
bracht en tenslotte sprak die heer Winters
een vriend uit Rotterdam, een woord van
afscheid. Een neef von dé overledenen, Mr
Hellingman, uit Dordrecht, diamkte
hierna voor de betongebelHimg betoond bij dit
droef familiedrama.
Zeer ondier den indruk keerden toen efl/len
huiswaarts. Velen dankten den ouden heer
Hefljpngmain de hanid. Eenigen tijd groepte
de bevolking nog bijeen bij den doodenakker
om deze zoo aangrijpende plechtigheid te
beepreken.
INBRAAK IN EEN PASTORIE
ln de RK pastorie te Halfweg (N.H.) de een
brutale inbraak gepleegd
Tusschen 7 uur on kwart voor 8 's avonds,
tijdens de avondgodsdienstoefening in de
kerk, hebben ongenood-e gasten zich door
middel van inklimmiinig toegang weten te
ven&cbaffeh tot de RK pastorie alhier, waar
in dé kamer van den pastoor zich de op
brengst. der collecten, een bedrag van ruim
ƒ300, bevond, hetgeen werd medegenomen
Direct na de godsdienstoefening werd het
msiidrijf ontdekt en de poilltie gewaar
schuwd, die onmiddellijk een uitgebreid on
derzoek instelde, doch tot dusver zonder re
sultaat
Allleen de ledige collectebussen werden
later in de nabijheid van de pastorie terug
gevonden.
EEN POMPOENTJE.
Te Laag Keppel (Gld.) heeft do tuinman
J. Onstenk een pompoen gekweekt die 104
pond weegt en een omtrek heeft van onge
veer 2 meter.
SPIRITUSDRINKERS
Men meldt ons uit Boskoop:
Twee personen, die, naar men ons mede
deelde dronken wanen van het overmatig ge
bruik van spiritus, moesten door de politie
warden opgeborgen. Er heensdhte in de cel
len een ondragelijke lucht
DE ZIEKTE VAN WEIL
Te De Lier de, thans vaar de eerste maal,
de riekte vam Weid opgetreden. De patient
die door de-ze ziekte is aangetast de heer J.
Hofstede, is naar het Gasthuis te Delft ver
voerd. Zijn toestand is zorgwekkend.
WONDERBAAR GERED
Te Helmond is in de Dijikschestraat vol
gens het „Hbld.een ongeval gebeurd, dat
bijna het leven van een driejarig kind heeft
gevergd. Het meisje geraakte namelijk bij
het beginpunt der rioleenng in den door den
hoogen waterstand volstaanden loop, welke
achter het nieuwe gedeelte der stad uit de
velden komt Vóór -hulp kwam toegeschoten
was het kind met het water in de groote
rioolbuizen gedreven.
Een der buurtbewoners had de tegenwoor
digheid van geest naar den eersten rooster
te -1-oopen, -doch da-ar was het kind reeds ge
passeerd Ook bij den tweeden rooster kon
het kind niet meer gegrepen wonden. Een
klompje wend hier opgeviecht. De rader ran
het kind was naar den deaden rooster ge
sneld en mocht het genoegen emaiken hiér
zijn dochtertje te grijpen.
Het kind was bewusteloos, doch kunst
matige ademhaJiinc had succes
VRACHTAUTO TE WATER
Mep meldt ons uit Boskoop:
iDoor een defect aan de stuurinrichting,
had de heer J. Schouten, expediteur alhier,
het ongeluk, om met zijn vrachtauto in de
Reijerakooperwetering te rijden. De auto ver
dween bijna geheel in de diepte. De heer
S. alsmede twee personen die in de cabine
zaten, konden zich redden door het stuk
slaan va-n een ruit, terwijl een viertal per
sonen die zich in den wagen bevonden zich
ook konden redden. Een hond die ook in
de cabine zat verdronk. De auto is later
dooi- een kraanwagen gelicht.
INBRAKEN
's Nachts is te Nijmegen ingebroken in de
schoenfabriek Robinson aan den Groesbeek-
scheweg en in de chocoladefabriek van de
fa. v. d. Dumgen aan de Groenest-raat. De
dieven zijn de kantoren binnengedrongen,
maar konden geen groote buit maken. Wat
geld en eenigé kantoonbenoodigdheden zijn
ontvreemd.
EEN NOTARIS ZOEK
Eenige maanden geleden is te Amsterdam
een notaris gearresteerd, verdacht van be
trokken te zijn hij een effecten-zwendel.
Woensdag had hij voor de rechtbank moe
ten staan wegens valschheid in geschrifte.
Toen de zitting zou beginnen, kwam de no
taris evenwel niet opdagen. Hij was destijds
tegen borgstelling Ln vrijheid gesteld. De
Officier van Justitie eischte op grond van
art. 272 W. v. S; medebronging van den ver
dachte, wat de rechtbank inwilligde.
Dinsdagmiddag maakte de notaris, met
een paar rechercheurs op de hielen een wan
deling door de stad en naar het IJjbosdh.
Ook Woensdagmorgen werd zijn woning
door twee rechercheurs, vanaf den overkant
van de gracht bewaakt. Toen het bevel tot
medebrenging was afgegeven, bleek de vogel
echter gevlogen en was Ihij niet thuis; in
weerwil van de bewaking was 'het hem'ge-
JjakljMigezien ui,t te gaan. Alle politieposten
werden^miWelfij-k'gewaarschuwd'. Tot nog
toe zonder eépig^restotaat-
De rechtzitting moest geschorst worden
tol Maandag a.s.
INBREKERSBENDE INGEREKEND
Te Laren (N.H.) werden onlangs inbra
ken gepleegd. Thans zijn drie jongemannen
gearresteerd, die de inbraak bekenden. Zij
werden daarbij geholpen door twee andere
mannen, die reeds geknipt zijn. Te Ginne-
ken zijn bovendien een man en een vrouw
aangehouden, die zich schuldig maakten
aan heling der goederen.
Hl 1 v
Concerten, eox
num. VARA Mandoline-ensembl*
r s u m. VARA Orgelspel.
n. KRO. Orkest,
r s u m. VARA. Orpelspel.
rsum. VARA MftU'loUn--«n»em*ile
rs urn. VARA Mr-n orkest.
:n. KP.O Muosirichtsch orkest.
t n R. Piano-recital,
rsujn. VPRO. Concert,
r s u tn. VPRO. Concert,
r s u m. VPRO. Gramofoonplal
r n. KRO. Gran
n t r y. Orkest.
luslek.
m. VARA. Gramofoonmuxi
Lezingen, Cursussen, enz.
Hulzen. KRO. Albert VogeL „Welspre
kendheid".
Hulzen. KRO. Prof. Dr. F. J. Waele:
„Grlokenland".
Hilversum. VPRO CuVsuz Kerkgesch.
Hilversum. VPRO. Cursus „Moeilijk-
5 Hilversum. VPRO. Moderne Bclntdor-
Politie- en Persber
Hulzen. KRO. Politieberichten,
i Hulzen. KRO. Persberichten.
ZATERDAG 5 NOVEMBER
8.00 Hulz
8.00 Hilv
10.00 Hulz
11.20 K a 1 u
12.00 Hilv
12.15 Hulz
12.20 Lang
12.20 Dave
14.15 Hilv
14 50 K a 1 u
15.10 Hilv
15.50 Hilv
16.?0 Lang
10.50 Hilv
17 00 Hu lx
17.30 Hulz
18.00 Hilv
18.CO Hilv
18 40 H u i z
18.60 Lond
19.20 War:
19.50 Dave
20.00 Hulz
10.00 Hilv
ry. Schotsch Studio Orke-
i u m. VARA. Gramofoonmi
borg. Omroeporkest.
VARA. Orgelspel.
r s u in. VARA. Gr&mofoonmuziel
n. KRO. Gramofoonmuxlek.
n. KRO. Gramoföommi:
KRO. Gramofoonmuxlek.
i R. Kwinti
j a u. Pop. c
lagen. Cureuszer
j u m. VARA. Literair 1
KRO. Weekoverzicht.
Politie- en PersberK
12.00 Huizen. KRO. Politieberichten.
19.30 Huizen. KRO. Politieberichten.
BRANDEN
Te Enschedé ontstond tón gevolge van
kortsluiting, een uitslaande brand in de bo
venverdieping van den comestibleswinüel
van G. B. Mantel aan de Haaksbergerstraat.
De brandweer wist met drie slangen op de
waterleiding den brand te beperken tot het
winkelperceel, dat van boven geheel is ai-
gebrand. De benedenverdieping heeft brand
en veel waterschade gekregen.
ONDER DEN TREIN GEDOOD
Te Bocholtz (LI.) werd door een trein een
oude man gegTepen, die op de rails liep. De
ongelukkige werd ernstig gewond naast de
rails neergesmakt Het bleek te zijn zekere
W. B., afkomstig uit Heerlen, verpleegde
van het gesticht voor ouden van dagen te
Bocholtz. In bcwusteloozen toestand werd 'de-
man per'brancard naar liet klooster der zus
ters overgebracht, waar hij zonder bij ken
nis te zijn gekomen een uur later overleed.
KERKKOOR „EX ANIMO"
Het Kerkkoor „Ex Animo" te Leiden, di
recteur H. W. cle Wolff, heeft op het Natio
naal Concours te Utrecht in de eerste afdee-
ling, gemengde koren, van de twaalf daar
aan deelnemende vereenigingen, den eersten
prijs met 347 punten behaald, tevens een
eereprijs voor het hoogste aantal punten en
bovendien den directóursprijs.
AVONTUREN VAN JOOSJE PINDA EN PIETJE ROET
25. Op zekeren dag kwamen Joosje en
Pietje een politie-agent tegen, die aan een
touw 'n grooten hond voorttrok, 't Dier was
op straat zwervende gevonden en de eigenaar
was niet tó vinden, en nu moest de arme
slokker naar het stikhok. „Kijk, dat zou nu
juist iets zijn voor ons wagentje", zei Pietje,
en hij stapte dapper op den agent af.
„Mogen wij dien hond hebben. Mijn
heer?" vroeg hij beleefd. „Wat moet jullie
daarmee doen?" vroeg de aeent barsch.
„Wagentje trekkie, pinda-pinda!" zei Joosje
half op z'n Chineesch. „Nou, vooruit dan
maar!" zeide de agent. Pietje Roet nam het
touw over, sloeg hot voor alle zekerheid 'n
paar maal om z'n pols, en daar gingen
ze, hoor, den koning te rijkl
(Wordt Maandag vervolgd).
DE VAL VAN KONSTANTINOPEL
Door LEWIS WALLACE Naar het Engelsch door ALMA
159
Zoo martelde hij' zichzelven.
Het was reeds laat, maar haar huis was
een hospitaal vol gewonden, en zij de onver-
anoeide verpleegster De oude Lysander liet
hem binnen.
De prinses is in de kapel, heer graaf.
De graaf begaf eich derwaarts.
'Sergius hield een lijkdienst voor een zoo-
cven gestorven krijgsman De kamer was vol
vrouwen, wie angst en schrik op 't gelaat
te lezen stonden. Corti begreep de oorzaak.
Arme schepsels! Wel hadden zij den troost
der godsdienstige bijeenkomsten noodig.
Rechts van het altaar ontdekte hij de
prinses to midden van haar gezelschaps
dames. I-Iaar geheele houding teekende rust
en vastberadenheid. Zij scheen de eenige te
zijn die naar den prediker luisterde en de
graaf die vol berouw, onzeker wat te doen,
of waarheen zich te wenden binnenkwam,
voelde zich na een blik op haar gelaat gen
geheel ander man. Hij besloot haar rijn ge
schiedenis te verhalen, behalve de wijze,
waaw>p hij in 's Keizers dienst was gekomen
en het afschuwelijk vedrag dat hij met Mo
hammed gemaakt had. Hij moest haar bewe
gen om hem naar de S. Sophia te vergezel
len, daarvoor was hij gekomen.
Zijn komst in de kapel bracht een kleine
opschudding te weeg, en terstond ging de
prinses naar hem toe.
Wat is or geheurd, graaf? Wat komt-gij
Öoen?
Met u spreken, prinses.
Zij bracht hem in de gang en sloot de
deur achtep zich dicht,
Alle kamers liggen vol met gewonden,
zieken. Ik moet u du9 hier te woord staan.
Brengt gij slecht nieuws, wil dan zacht
spreken, opdat die ongelukkigen hot niet
hooren.
Uw keizerlijke bloedverwant is in de
kerk. Hij gebruikt het Heilldg Avondmaal en
ontvangt absolutie.
Op dit uur? Waarom op dit uur?
Nu verhaalde Corti haar van den maaltijd
ten hove en beschreef het aandoenlijk af
scheid.
Dat heeft er veel van alsof alle hoop
werd opgegeven. Kan het zijn dat de Keizer
zich voorbereidt om te sterven? Antwoord,
graaf, en maak u niet bezorgd om mijnent
wil. Mijn leven is één lange voorbereiding
geweest. Hij meent dat de stad niet langer
te verdedigen is,... de generaals gelooven het
ook... en gij?
Prinses, het is vreeseflfijk, dat ik het ook
zeggen moet, maar ook ik verwacht het oor
deel Gods tegen morgen.
Een rilling ging haar door de leden, doch
slechts een oogenblik, toen antwoordde zij
Het oordeel is over qns allen. Het zal mij
hier vinden.
Zij keerde zich om en wilde naar de kapel
teruggaan; maar hij voorkwam haar, schoof
een stoel aan, en zei op vasten, maar teede-
ren toon: Gij zijt vermoeid. Na zooveel dagen
lang de steun te zijn geweest van ongeluk
kigen en zieken, na al liet waken en bidden,
moet gij u afgemat voelen. Ga een oogenblik
zitten en hoor naar mij, bid ik u.
Zuchtend gaf zij toe.
Het oordeel dat gij hier wenscht af te
wachten, prinses, zou niet de dood zijn, maar
iets veel vrceselijkers, zoo vreeselijk dat ik
het niet onder woorden kan brengen. Ik heb
gezworen u te verdedigen, en die eed geeft
mij het recht om te beslissen waar en hoe
de verdediging zal geschieden.
Hij zweeg even om zijn gevoel meester te
worden.
Gij hebt nooit gestaan op het dek van
een zinkend schip, noch de stortzeeën ge
zien die het zoeken te verslinden, vervolgde
hij weldra. Ik wel, en zoo zal het morgen
zijn, wanneer de woeste horden de stad bin
nenstormen. Evenmin als op het dek een
veilig plekje te vinden was voor de in doods
nood verkeerende zeelieden, evenmin zei
morgen in Byzantium een veilige schuil
plaats te vinden zijn voor mannen, vrouwen
of kinderen, allerminst voor dc nicht van
den Keizer... voor haar... sta mij toe hot te
zeggen, wier schoonheid en deugden het
geheele. Oosten door bezongen worden. Als
naar rijken buit, meer waard dan de schat
ten van kerken en paleizen, zal men naar
haar zoeken, hetzij dan op hoop van een
losprijs, of met oneerlijke bedoelingen. En
denkt gij dat de geschilderde Madonna boven
het altaar, al begon ook hnar stralenkrans
op wonderlijke wijze :e lichten, u zou kun
nen redden nis c-' gevonden word? Neen,
neon, prinses, nic 11 ier, niet hier! Gij weet
dat ik u lief heb. In een zwak oogenblik
durfde ik u mijn liefde bekennen. Gij denkt
misschien dat ik door hartstocht verblind
word, en daarom een grootspreker ben. Laat
ik mij dan mogen rechtvaardigen, want uw
goede opinie is mij als een tuin in het
Paradijs. Als gij niet weet hoe ik met hart
cn ziel gestreden heb, vraag het dan, bid ik
u, aan een der generaals, of aan den aller-
christelijksten souverein, die op dit oogen
blik bezig is zijn rekening met God te ver
effenen. Sommige mijner krijgsmakkers
noemden mij een dolleman, maai' ik vergaf
hot hun! zij wisten niet dat ik mijn leven
waagde, niet zoozeer voor Konstan tij n of den
christelijken godsdienst, dan wel voor u, die
alles voor mij zijt, de schoonste op aarde, de
beste in den hemel. Eindelijk en ten laatste
ben ik genoodzaakt om te erkennen, dat wij
waarschijnlijk het onderspit zullen delven,
dat morgen, hetzij ik hier ben of daar, aan
uw zijde of in het krijgsgewoel, gij u op
genade of ongenade zult moeten overgeven.
Bij die woorden huiverde de prinses en
zag hem smeekend aan.
Schenk mij uw volle aandacht, prinses.
Gij zijt moedig, moediger dan andere vrou
wen, daarom durf ik vrij uit te spreken. Wat
van u zal wqrden hangt af van hem, die
zich het eerst van u meester maakt. Prinses,
luistert gij? Gegrijpt gij mij?
Ja, graaf, liet geldt immers meer dan
het leven alleen.
Ik kan dus voortgaan. Ilc hoop uw leven
on uw eer te redden, indien gij mijn raad
wilt volgen. Als gij mij niet kunt vertrouwen
zou verder spreken nutteloos zijn en ik zou
even goed afscheid van u kunnen nemen.
De dood zal morgen in allerlei vorm rond
waren, niets zal zoo gemakkelijk te vinden
zijn.
Graaf Corti, als ik aanzei u mijn woord
te geven is hot niet uit wantrouwen. Wat
raadt gij?
Hij haalde diep adem, een schemerschijn
van hoop brak door de duisternis. Tot op
dit oogenblik wist hijzelf niet recht of hij
het voorstel, dat hem op de tong lag, zou
durven uitspreken. Het had zoo den schijn
van verraad jegens de edele vrouw. Maar
thans zag hij het voorstel eensklaps in een
ander licht. Het was do beste weg, de beste
als er maar geen overeenkomst was geweest,
geen andere verplichting, dan ridderplicht
tegenover haar. Onder het spreken werd hij
versterkt in zijn overtuiging en dat bracht
zijn geweten tot rust. Daarop vertelde hij
haar zijn levensloop zonder iets te verzwij
gen, dan de twee reeds genoemde punten.
Slechts tweemaal viel zij hem in de rede.
Wat moet uw moeder veel geleden heb
ben! Maar welk een groot geluk wacht
haar! Hoe wonderlijk zijt gij losgemaakt van
de valséhe leeringen van den Profeet! Geen
liefde gaat toch do liefde van Christus te
boven.
Toen zij geëindigd had liet zij haar hoofd
op de hand ruston, in gedachten verdiept.
Waar dacht zij .aan? Aan hem? Zou hij toch
nog indruk op haar gemaakt hebben? -
Eindelijk vraagde zij: Gij hebt dus a's kin
deren samen gespeeld?
Een snijdende pijn ging door zijn hart. Zij
dacht derhalve aan Mohammed! Toch ant
woordde hij bedaard: Wij waren altijd
samen.
Is hij werkelijk zulk een monster als
men zegt?
Voor rijn vijanden ja, en voor Ieder die
hein in den weg staat, maar voor zijn vrien
den is geen beter vriend dan hij.
Heeft hij een hart om..
Nog meer dan de vraag hinderde hem h*u
afin-eken van dien zin, toch antwoordde hij
Ja, als hij werkelijk zijn liefde gegeven
lieeft
Zij richtte zich op en liernaui: Vergeef
mijn afdwalen en ga voort
Het was hem een verluchting om eindelijk
zijn plan te kunnen ontvouwen en hij am
woordde: Ja, de tijd dringt; do Keizer wacht
mij. Dit is mijn voorstel. In plaats van hier
te blijven, totdat de een of under roofzuch
tige woesteling rich van u meester maakt,
gaat ffti niet mij naar do Santa Sophia en
geeft u, zoodra do Sultan komt, hetgeen hij
stellig zal doen, aan hem over. Als de woes
telingen vóór zijn komst de deuren der kerk
openbreken, zal ik u ter zijde staan, niet
als graaf Corti, de Italiaan, maar als Ernii
Mirza, de Janitzaar, aangesteld door don
Sultan om u te bewaken. Mijn Berbers zul
len mij daarbij helpen.
Zij had aandachtig geluisterd, maar nog
aarzelde zij.
Aha, zei hij, gij stelt qean vertrouwen
tn Mohammed. T'jjl» kunt gij dat gerust
doen. Een roemrijk man is gewoonlijk niet
onverschillig om het oordeel der wereld.
Nog bleef zij zwijgen.
Of twijfelt gij soms aan mij?