Gusfaaf Adolf van Zweden
WOENSDAG 2 NOVEMBER 1932
DERDE BLAD PAG. 9
De Redder van hel Protestantisme in Duitschland
6 November
1632
1932
Door A. B. W. M. KOK
Om de groote beteekenis van Gustaaf die de Protestanten bezaten, aan de Room-
Adolfs reddende komst in Duitschland
goed te verstaan moeten wo even in de ge
schiedenis teruggaan.
In Duitschland en Oostenrijk had het
Roomsch-Katholicisme gevoelige verlieizen
Bijna alle Duitsche vorsten waren allengs
tot het Protestantisme overgegaan (of dit
steeds uit volle overtuiging geschiedde zul
len we maar in 't midden laten).
In Oostenrijk was in het midden der 16de
eeuw reeds twee derde deel der bewoners
Protestant,
Natuurlijk trachtten de Roomschen de
verloren macht en in-vloed te herwinnen, en
wilden zij de Roomsche kerk tot haar vroe-
geren luister terugbrengen.
Een oontra-reformatie begon.
Wel verzekerde keizer Rudolf II in 1609
den Protestanten in Bohemen vrijheid vim
godsdienst in zijn Majesteitsbrief
maar heimelijk werd het Protestantisme
tegengewerkt.
In 1618 kwam het tot een uitbarsting.
Een godsdienstoorlog van dertig jaron
brak uit.
Eerst scheen 't, alsof de Roomschen de
overwinning zouden behalen, maar toen de
GUSTAAF ADOLF VAN ZWEDEN
nood op 't hoogst was, daagde er redding,
zooals we straks zullen zien.
In Bohemen begon de strijd.
Daar verbrak keizer Matthias de gelofte,
ln den Majesteitsbrief aan de Protestanten
gedaan.
Hij liet den bouw van een Protestantsche
kerk in Bohemen staken.
De Bohemers waren hierover diep veront
waardigd.
Zij riepen den keizer ter verantwoording
en wierpen, toen hun geen voldoening
werd geschonken, twee keizerlijke raads
lieden het venster uit
De Jezuïeten werden verdreven. Een al-
gemeene opstand begon.
Ondertusschen was Matthias gestorven en
Ferdinand II keizer geworden.
Deze Ferdinand was een felle Protestan
ten-hater, leerling en speelbal der Jezuïeten
Hij verscheurde aen Majesteitsbrief,
waarin vrijheid van godsdienst aan de Pro
testanten was verzekerd, verbood den Pro-
testantschen eeredienst en liet hun kerkge
bouwen vernielen of gaf ze aan de Room
schen over.
Met geweld trachtten de dragonders de
Protestanten tot de Roomsche kerk te ..be-
keeren". De paus stookte het vuur aan. en
liet overal aflaat prediken voor allen, die
de wapenen tegen de „ketters" opvatten.
De Bohemers zwoeren den keizer af, en
koaen keurvorst Frederik V van de Paltz
tot koning. Deze vorst was echter voor die
taak niet geschikt
Bovendien schonken de Luthersch-protes-
tantsche Duitsohe vorsten hem (den Gere
formeerde) weinig medewerking.
De legers van Frederik verloren den strijd
Een buitengewoon moeilijke tijd brak nu
voor do Protestanten aan.
Overal werd gemoord en geplunderd.
Het Protestantisme in Duitschland wem
met algeheelen ondergang bedreigd.
Daar kwam meende men een red
der in den nood! Christiaan IV van Dene
marken snelde te hulp.
Maar ook zijn pogingen om zijn verdrukte
geloofsgenooten te helpen mislukten. Door
de bekwame veldheeren van Ferdinand II
Tilly en Wallenstein werd hij gesla-
gen.
Toen klom de nood 't hoogst
De toekomst leek zéér somber.
De Roomschen hadden alle macht, en
Ferdinand II vaardigde een edikt het
beruchte Restitutie-edikt uit, waaroij
bepaald werd, dat alle kerkelijke goederen
sche kerk moesten worden teruggegeven,
en aan alle katholieke vorsten vrijheid werd
gegeven om het Protestantisme uit te roei
en. Om het edikt tot uitvoering te brengen
trok Wallenstein met zijn troepen door
Noord-Duitschland en hield op ergerlij k«
wijze onder de Protestantsche bevolking
Maar juist toen de nood en de ellende
der Protestanten het toppunt bereikt had
den, en zij vrijwel alle hoop hadden laten
varen gaf de Hecre uitkomst, en werd ie
bijna-verloren strijd toch gewonnen. De
dappere, vrome Gustaaf Adolf, Koning van
Zweden was het middel in Gods hand om
het Protestantisme in Duitschland te red
den.
Wie was deze Gustaaf Adolf?
Den Oden December 1594 werd Gustaaf
Adolf op het slot te Stockholm geboren. Hij
was dus nog geen 38 jaar, toen hij bij Lüt-
zen den heldendood stierf.
Kleinzoon was hij van don beroemden
Gustaaf Wasa, den grondlegger van den
Zweedschen staat Reeds vroeg openbaarden
zioh zijn rijke gaven en zeldzame begaafd
heden. Zijn vader was gewoon bij moei
lijke regeeringsvragen te zeggen: „ille fa-
ciet" (hij zal 't wel in orde maken).
Daar deze in 1611 reeds stierf werd Gus
taaf Adolf op zeventienjarigen leeftijd al
door de Zweedsche stenden meerderjarig
verklaard en opvolger van Karei IX op den
Zweedschen troon.
Tien jaar vóórdat hij als bevrijder van de
Protestanten den Duitschen bodem betrad
was hij naar Duitschland gekomen om te
dingen naar de hand van Marie Eleonora
Brandenburg.'In Berlijn verscheen hij
onder den naam „Gars" (naar de begin
letters van zijn titel Gustavus Adolfus Rex
Suecorum). De zaak liep eerst niet zoo
vlot, maar zijn ridderlijk optreden en open
karakter stalen 't hart van de keurvorstin
moeder, en zooals 't meer gaat toen
de moeder eenmaal gewonnen was. werden
de overige moeilijkheden gemakkelijk uit
den weg geruimdi.
Iemand schrijft: „dit was de eerste over
winning, die hij op Duitschen bodem be
haalde, en hij bevocht haar (evenals zijn
latere overwinningen) doordat hij moedig
direkt op zijn doel afging".
Gustaaf Adolf sprak het Duitsóh alsof 't
jn moedertaal was. Trouwens geheel Zwe
den werd gedragen en gevoed door den
Duitschen geest Nooit is opgemerkt
hebben Duitsche gedachten zóó sterk en
algemeen in Zweden geheerscht als in dit
tijdvak. Op alle Protestantsche hoogescho
len in geheel Duitschland waren zonen van
de edelen en burgers uit dit land.
Waarom greep de Zweedsche koning nu
in de Duitsche verhoudingen in?
Waren 't alleen godsdienstige over
wegingen?
Neen, ongetwijfeld speelden ook politieke
overwegingen een groote rol, en hield hij
't in het belang van zijn eigen land voor
geboden de sterke positie van den keizer
afbreuk te doen.
Maar wanneer we in zijn optreden al
leen persoonlijke eerzucht of 't najagen
van nationale belangen zien doen we hem
toch groot onrecht
Wanneer hij alleen politieke oogmer
ken had gehad zou hij andere zijn opgetre
den. 't Is waar, 't valt moeilijk over de
groote mannen der geschiedenis een recht
vaardige uitspraak te doen, omdat hun
edele daden nooit zijn los te maken van
hun motieven, en die beweegredenen veels
zins in 't donker wegschuilen. Maar zóo
veel weten we toch wel van dezen vroeg-
gestorven Zweedschen koning, dat we hem
kunnen eeren niet alleen als een van de
grootste veldheeren van zijn tijd (de paus
noemde hem zelfs „de grootste vorst der
wereld") maar ook als een man van edel
karakter en diepe vroomheid, die met volle
toewijding, onder verzaking van persoon
lijke belangen en voorbijzien van eigen eer
en grootheid, zich heeft gegeven aan de
zaak der reformatie.
Persoonlijke eehbetuigingep stonden hem
tegen.
Eens sprak hij tot zijn officieren: „Is 't
niet alsof dit volk mij tot een God maakt?
Onze zaken staan goed, maar ik vrees, dat
de wraak des hemels mij treffen zal voor
dit ij del doen en dat deze dwaze scharen
inijn sterfelijkheid vroeg genoeg zullen on
dervinden".
Nadat in Zweden alle voorbereidingen tot
den oorlog getroffen waren verscheen de
koning voor 't laatst, met zijn vierjarig
dochtertje aan de hand. in de vergadering
van den Rijksdag. Het besluit tot 't openen
van den krijg werd voorgelezen en met al-
gemeene stemmen aangenomen. Ziin eenige
dochter werd bij rijksdagbesluit tot zijn op
volgster benoemd, indien de koning niet
levend terugkeerde. „Niet lichtzinnig"
sprak hij „stort ik mijzelf en u in dezen
gevaarlijken oorlog. De Alwetende is mijn
getuige, dat ik hem niet uit strijdlust on
derneem".
Na een roerend afscheid van vrouw en
dochter scheepte hij zich met zijn leger,
dat 15000 man sterk was, voor den over
tocht naar Duitschland in.
Het groote voordeel van Gustaaf Adolfs
leger was, dat hij geen huurtroepen had
maar een nationaal leger goed gedis
ciplineerd en met hoogen eerbied voor zijn
vorst vervuld. Het leger wist dat de koning
in den strijd vóórop ging en zich één met
hen gevoelde.
Den 26sten Juni 1630 Is de reis volbracht
en zet de koning voet op Duitschen bodem.
Ontroerd dankte hij Hem. die over hemel
en aarde, woud en zee heerecht, voor Zijn
genadige bescherming op de gevaarvolle
reis en smeekte om Gods hulp voor den
afloop van den krijg.
Deze gewoonte heeft de vrome koning
steeds gevolgd. Vóór eiken beslissenden slag
knielde hij met zijn troepen, die eveneens
bezield waren met vurigen ijver voor het
Protestantisme, voor den Almachtige ne
der om Zijn zegen op de wapenen te vragen
Gustaaf Adolf bezette de eilanden Usedom
en Wollin, evenals de monden van
Oder. Daarop trok hij naar de hoofdstad
van Pommeren Stettin, maakte zich van
deze stad meester, en zuiverde snel in voor
spoedigen overwinning^'ocht geheel Pom
meren van de keizerlijke troepen. De her
tog van Pommeren had zijn heil tot hiertoe
in onzijdigheid gezocht. Beroemd is het
woord, dat Gustaaf Adolf in verband daar
mede tot den gezant gesproken heeft:
„Wat is dat voor een ding. neutraliteit?
Tk begrijp dat niet Vriend of vijand
tertium non datur" (een derde is er niet).
We zullen den koning niet van stap tot
stap volgen op zijn tochten. Eerst vond hij
bitter weinig steun bij de Noordduitsohe
Protestantsche vorsten. Zij sloten zelfs met
andere voreten een verbond van neutrali
teit
Zoo kwam *t, dat Gustaaf Adolf niet tij
dig Maagdenburg, dat door Tilly belegerd
werd, kon ontzetten. Toen werden de Pro
testantsche volken wakker en stonden aan
zijn zijde.
Na onderscheiden veroveringen van Gu
staaf Adolf en den dood van Tilly stelde de
Keizer den bekwamen Wallenstein opnieuw
tot opperbevelhebber aan.
De beslissende slag tusschen Wallenstein
en Gustaaf Adolf zou bij Lützen plaats vin
den. De slag werd gewonnen, maar de over
winning kostte aan Gustaaf Adolf 't leven.
De zaak van het Protestantisme was ech
ter gered. Bij den Westfaalschen vrede
(1648) wend bepaald, dat de godsdienstvrede
van Augsburg bevestigd zou worden.
De Protestanten ontvingen vrijheid van
godsdienst. Duitschland was voor een groot
del .verwoest, maar de strijd was gewonnen.
Gustaaf Adolf op zijn doodsbed
Geen wonder dat èn in Zweden èn in
Duitschland 6 November a.s. het feit van
Gustaaf Adolfs sneuvelen te Lützen plech
tig herdacht zal worden. Hij was geloofs
held en krijgsheld. I$en edelman in dubbe
len zin. God heeft dezen .goudkoning" (zoo
noemde het Zweedsche volk hem om zijn
blonde haren) willen gebruiken om Zijn
werk te doen.
Er zijn geschiedschrijvers, die meenen,
dat voor den roem van Gustaaf Adolf zijn
vroege dood een geluk was. Van een red
der zou hij waarschijnlijk een verov
raar zijn geworden en daardoor den luis
ter, die thans zijfl naam omstraalt, verduis
terd hebben.
Wie zal zeggen of deze bewering waar
heid bevat?
In elk geval heeft God Zijn doel gehad
met 't zoo vroeg tot zich nemen van den
man, die een nobele taak vervuld had, en
ons heeft voorgezongen (zie Gezang
een vertaling van het lied, door Gustaaf
Adolf zelf gedicht):
't Is God es zaak, waarvoor gij strijdt:
Op Hem gehoopt, vertrouwd altijd;
Laat rustig God regeeren.
Gemengd Nieuws
VOOR MANNEN MET BAARDEN
Dobbelmann brengt een verbeterde
scheerzeep in de handel.
Hebt u last van een zware baard?
Of bent u van plan het opkomende dons
alvast met een scheermes te gaan bewerken?
De firma Dobbelmann heeft iets voor u
uitgevonden waar u plezier van zult kunnen
beleven.
Dat wil zeggen: scheren is eigenlijk nooit
iets wat een man voor z'n genoegen doet.
„Stoor vader asjeblieft niet," zegt moeder
de vrouw, „hij is zich aan 't scheren".
Maar nu gaat het een genot worden. De
zeepfabriek „Het Anker" is uitgekomen met
een bizondere scheerzeep.
Eigenlijk is deze nieuwe uitvinding het ei
van Columbus.
Als je een druppel water op een vettige
oppervlakte werpt, rolt die druppel eraf, bij
na zonder het vlak nat te maken. Deze een
voudige waarheid nam men als uitgangs
punt bii het onderzoek in de laboratoria.
De poriën onder onze baardharen scheiden
een vocht af, dat als een beschermend man
teltje de baardharen omgeeft Het doel van
het inzeepen is de haren zooveel mogelijk
week te maken. En daar rijst verzet tegen
vanwege het „manteltje". We zullen een
beetje helpen dat proces te bespoedigen, zei
den de chemici. Acht maanden heeft men ge
zocht en beproefd en toen kwam het resul
taat: „R e c i n 11".
Het lost de vetlaag van de baardhaartjes ln
een minimum van tijd op. Doch dit put de
voordeelen nog niet uit: Recinit dringt tot de
stugge wortel door en maakt die gewillig.
Komt dan het mes, dan is het nert alsof het
stugge haar als malsche grassprietjes wordt
afgesneden,
De nieuwe scheerzeep, de Coco-Roso (ln
sticks en in tubes) die de firma Dobbelmann
brengt, bevat dit Recinit, hetwelk de firma
Dobbelmann natuurlijk direct heeft laten re
gistreeren onder No. 63453.
Ten slotte vermelden wij nog, dat ook de
tubes en kokere door Nederlandsche fabrie
ken gemaakt worden.
ZICH DOOD GEDRONKEN.
In den Haarlemmermeer vond men langs
den kant van den weg een man liggen, die
overleden bleek te zijn door het overmatig
gebruik van spiritus. Het was een zekere C.
Mooij, 56 jaar oud en geboren te Alkmaar.
ZIJN ZUSJE DOODGESCHOTEN
Te Doesburg heeft het 13-jarig zoontje van
den accountant Mulder in de Beitelstraat, bij
het spelen zijn vijfjarig zusje Theresia met
een revolver zoodanig in de borst geschoten,
dat het kind binnen een kwartier overleed.
De heer Mulder was tijdens het droeve
voorval niet in zijn woning aanwezig. De
jongen had een ouden dienstrevolver van
zijn vader gevonden en was daarmee in den
tuin gaan schieten. Het lijkje van het meisje
is naar het St. Elisabeths Gasthuis te Does
burg overgebracht.
VROUWENHANDEL
Door de politie te Lonneker is aangehou
den de aldaar wonende caféhouder Ter B
die verdacht wordt van vrouwenhandel, waar
toe hij meisjes uit Duitschland liet komen.
IN DE MESSEN GEDOOD
Te Zutphen op den Deventerweg is de 21-
arige slagersknecht v. Osch in aanrijding ge
tomen met een andere wielrijder waardoor
hij kwam te vallen. Daar hij op weg was
naar het slachthuis had hij de noodige
slageremessen in een zijner zakken gebor
gen. Bij het vallen op de straat is een der
messen hem in de rcchterlies gedrongen.
Drie doktoren verleenden de eerste hulp,
waarna hij per ziekenauto naar het algemeen
ziekenhuis te Zutphen is vervoerd. Het slacht
offer is een uur na 'het gebeurde overleden.
De politie stelt een onderzoek in naar den
onbekenden wielrijder.
D00DELIJKE AUTO-ONGELUKKEN
In den nacht van Zondag op Maandag van
de vorige week heeft op den Amsteldijk te
Amsterdam een autobotsing plaa's gehad
waarbij al dadelijk een doode te betreuren
was. De drie andere inzittenden werden naar
het Wilhelminagasthuis overgebracht. Een
van deze drie. de heer H. Meyer uit Ouder
kerk is thans aan de bekomen verwondingen
overleden. Het is niet uitgesloten dat ook
nog een der beide andere verpleegden aan de
opgeloopen verwondingen zal bezwijken. De
toes'and toch van den heer W. van Nieuwen
dijk die de auto bestuurde, is niet buiten le
vensgevaar.
De motorfietsrijder W. uit Groningen,
die eenigen tijd geleden op den rijksstraat
weg bij Velp in botsing kwam met een auto
en hierbij ernstige verwondingen opliep, is
ln het ziekenhuis te Velp overleden.
In de Nieuwstraat te Kerkrede werd de
34-jarige gehuwde Duitscher Th. Bremekamp
uit Oberhausen, die te Pannesheide op fa
miliebezoek was door een auto aangereden.
Br bleef ter plaatse dood. De bestuurder
doofde daarop de lichten en reed met groote
snelheid door. De gewaarschuwde polittie te
Kerkrade stelde aanstonds een onderzoek in
De 16 jarige mej. G. van Laar reed op de
splitsing Verlengde Maanderweg en Kerk-
weg te Ede met haar rijwiel tegen de auto
van den heer Kop. Het meisje bemerkte te
laat, dat de chauffeur niet rechtuit wilde
doorrijden en schijnt den richtingwijzer niet
te hebben gezien. Zij werd met een zware
hersenschudding opgenomen. Dr. Heijmans
en Offerhaus verleenden bijstand. Haar toe
stand is ernstig. Zij is nog niet tot bewust
zijn teruggekeerd.
Te Apeldoorn is op den Arnhemscheweg
ter hoogte van de R. K. begraafplaats de
motorrijder W. uit Arnhem in botsing geko
men met een hem tegenkomenden vracht
wagen.
Deze zwenkte plotseling naar links, zonder
den motorrijder, die van rechts kwam, den
voorrang te laten. De hee.r W. kwam te
vallen en bekwam een enkelblessure. Nadat
proces verbaal was opgemaakt is de heer
W naar Arnhem vervoerd.
Te Finsterwolde (Gr.) werd de bejaarde
B. door een auto overreden. De ongelukkige
werd ln het ziekenhuis ter verpleging opge
nomen. Zijn toestand is ernstig.
DOODELIJKE VAL
Te Heinkenszand zag de landbouwer v. d.
Dries een wagen met paarden bespannen aan
het hek van een hofstede staan. Waar hij
wist dat zijn knecht met deze paarden aan
het vervoeren van bietenblad bezig was, ging
hij eens zien waar de knecht was. toen hij
tot de ontstellende ontdekking kwam dat
zijn knecht, de 75-jarige J. Koens, even
van den wagen verwijderd voorover op den
grond lag.
Hij kon slechts den dood constateeren.
KIND LEVEND VERBRAND
Een 3-jarig zoontje van N. K. te Waddinx-
veen kreeg een hoeveelheid kokend water
over het lichaam en is aan de bekomen
brandwonden overleden.
ERNSTIG MOTORONGELUK
Men meldt ons uit Waddinrveen:
De motorrijder S. uit Moercapelle reed in
volle vaart tegen een auto. Zwaar gewond
moest hij naar een ziekenhuis te Rotterdam
worden overgebracht.
VERDRONKEN
Te Woerden is het 5-jarig zoontje van S.
te Rietveld te water geraakt en verdronken
DOODELIJKE AANRIJDING
Te Hoek van Holland werd op den Zek-
kenweg de 68-jarige B J v d Beek, terwijl hij
huiswaarts keerde, aangereden door den 15-
jarigen wielrijder H. v. d. Velden, die zon
der licht aan den verkeerden kant van den
den weg reed. De man werd doodelijk ge
wond door leden van den E.H.B.O. naar zijn
woning gebracht
Radio Nieuws.
WOEXSOAO 3 NOVEMBER.
izlek.
en. NCRV. Gramofoon
e r s u m. VARA. De
e a. R. Kwintet
ereum. VARA. De Flierefluiters,
e r s u m. VARA. Stem des Volks,
n d b o r g. Altviool,
en R. Militair orkest
en NCRV. Dameekoor.
en. NCRV. Gramofoon.
e n. NCRV. Gramofoonmuxlek.
r s u m. VARA. Gramofoonmuziefc.
e n. NCRV. Gramofoonmusiek.
x 1 n a e n. Cursussen, ens.
en. NCRV. Causerie A Stapelkamp
e n. NCRV. Cursus Enselsch.
19.30 Halten. NCRV. Politieberichten.
19.45 H u 1 s e n. NCRV. Persberichten.
21.40 Huilen. NCRV. Persberichten.
DONDERDAG S NOVEMBER.
8.00 Hu lx e
8.01 H 11 v e
10.00 Hulst
10.15 H 11 v e
10.30 Hilve
10.45 H u i x t
11.00 Hulii
11.20 K al u i
11.30 Hilve
12.01 Hilve
12.15 Hum
12.20 Lans
12.20 Lond<
12.50 D&ve;
14.30 H J 1 ve
15.45 Hilve
17.00 Hilve
17.00 Hulti
17.30 Hilve
17.45 Hilve
12.55 L> o n d
19.00 Hilve
19.20 Lang
19.20 W ar a
19.30 K al u i
Concerten, cm.
n. KRO. Morgenconcert
r s u m. AVRO. Gramofoonmuxlek.
i n. NCRV. Gramofoonmusiek.
r s u m. AVRO. Gr&mofoonmuslek.
r a u m. AVRO. Solistenconcert
n. NCRV. Gramofoonmuxlek.
n. KRO. Gramofoonmuxlek.
idborf. Strbkorkest
rsum. AVRO. Sollstenconcert
r 8 u m. AVRO. Lunchconcert
i n. KRO. Lunchconcert
inberg. Concert.
rsum. AVRO. Kinderkoor,
n. NCRV. Gramofoonmuxiek.
rsum. AVRO. Gramofoonmuxlek.
rsum. Kovaca Lajos.
n R Orkest
rsum. AVRO. Kovaca Lajor
nberg. Concert
h a u. Populair concert
d b o r g. Symfonie-orkest
Lesingen, Cursussen, enz
11.00 H 11 v e r a u m. AVRO. Kookpraatje.
14.00 Hullen. NCRV. Fraaie handwerken.
15.00 Hilversum. AVRO. Naaicursus.
18.15 Hui men. NCRV. R» Rooyen: Laurens
Jat. Coster.
18.45 Hulien. NCRV. Knippen en stofv*r-
Kerkdleniten, enz
10.01 Hilversum. AVRO. Morgenwijding.
10.15 Hulxen. NCRV. Morgendienst Ds. H C
16.00 H u 1 x
Worm
16.03 li 11 v
NCRV. BtJbellexlng Da. A J.
i u tn AVRO. Zlekenuur.
17.45 Huiien. NCRV. Handenarbeid.
Politie- en Persber Ic
12.00 Hulxen. KRO. Politieberichten.
19.30 Hulxen. NCRV. Politieberichten.
19.45 Hulxen. NCRV. Pereberlchten.
EEN DIEVENBENDE GEARRESTEERD
De laatste zes weken werd Hertogen
bosch onveilig gemaakt door een dieven
bende, die op talrijke plaatsen haar slag
sloeg en in totaal ongeveer een bedrag van
900 ontvreemde.
Als gevolg van deze Inbraken werd een
extrasurveillancedienat ingesteld. Thans is
de politie er in geslaagd de leden van do
bende te arresteeren. Vrijdag werd aange-
houden een berucht individu W. V., Zater
dag C M. v A.. C v d H en M H B en
Zondag de heler E V, allen wonende op de
Hofstad te 's Hertogenbosch. Zij zullen ter
beschikking van de justitie worden gesteld.
Uit het onderzoek is gebleken, dat nog heel
wat inbraken op het programma stonden en:
bij een er van zou, wanneer op tegenstand
zou worden gestuit, zelfs niet voor moord
zijn teruggedeinsd. Tijdens eenige inbraken
waren enkele van de inbrekers in het bezit
van brownings, die zij echter eenige weken
geleden uit vrees voor de politie hebben weg
geworpen. Van het gestolen geld is niets te
ruggevonden.
AVONTUREN VAN JOOSJE PINDA EN PIETJE ROET
23. Mevrouw Snip was woedend. Op het
mooie karpet, waar ze haar leven lang zoo
zuinig op was geweest, lag een dikko klod
der stroop. Maar toen alles netjes opgedaan
was en zij hoorde, dat het een ongeluk was
geweest, klaarde mevrouws gezicht ineens
op. „Nee maar. Jullie komen net van pas!"
riep zij uit „Kijk eens, lusten jullie die
pannekoeken? Die kunnen wij zelf niet op!'
24. Nu, dat was aan geen doovemansoor
gezegdI Of ze ze lustten! Zelfs die panne
koeken, die op den grond gevallen waren,
werden netjes afgeveegd en verorberd. Bin
nen vijf minuten was de schaal schoon leeg
en toen de twee jongens, na netjes bedankt
te hebben, weggingen, konden ze bijna niet
loopen, 2ÓÓ dik hadden ze zich gegeten!
Wordt Vrijdag a^. vervolgd
DE
VAL VAN KONSTANTINOPEL
Door LEWIS WALLACE Naar het Engelsch door ALMA
Zorgt er voor, zei hij tenslotte dat gij
den hoofdaanval tegen de poort San Roma
nos richt Laat de woeste horden voorop
gaan. De dooden zijn goed om de gracht te
vullen. Houdt de ladders gereed. Bij het
eerste trompetgeschal rukt gij op. Verkon
digt in mijn naam dat hij, die hat eeret op
de wallen is, zich een provincie mag ki^ea.
Ik zal hem tot gouverneur verheffen. God is
God. Ik ben zijn dienstknecht en ik spreek
hetgeen Hij mij bevolen heeft
Op den 28sten Mei zond hy al de derwi-
echen in het leger om voor ue Moslim-, te
preeken, en zoo schitterend waren hun be
loften van plundering en Paradijsvreugde,
dat na de vijfde gebedsure hoi gansche heir,
250.000 man sterk, zich overga' nan do uit
bundigste fanatieke vreugdebedrijven. Ten
ten en winkels werden omgeworpen en
's avonds in brand gestoken, en daar de
tenten der Pacha's en hoofdofficieren ver
licht waren en de schepen alle lichten aan
staken, was de stad als door een vurigen
gordel omgeven.
Van de muren aanschouwden de beleger
den de uitgelatenheid der wilde Aziatische
stammen en hoorden zij het schreeuwen en
juichen en dansen bij hoorngeschal en trom
geroffel.
Voorzeker, wat zij zagen was genoeg om
den dappereten onder hen allen moed te
ontnemen, toch was de kreet Allah il Allah
die telkens tot ben opsteeg, niets, vergeleken
tnet wat zij bij de vreugd- vuren hadden
,(157
kunnen hooren.
Waarom hebt gij uw tenten verbrand?,
vraagde eén officier aan zijn manschappen.
Omdat wij die niet meer noodig hebben.
Morgen is de stad van ons. De Padishah
heeft het beloofd en bezworen.
Heeft hij het bezworen?
Ja, bij het Graf van den Profeet
Bij een ander vuur had het volgende ge
sprek plaats.
Zeker, ik heb mijn paleis al uitgezocht.
Dat daarginds op dien heuvel in het Westen.
Zeg ons, zoon van Mousa, waar kijkt gij
bet eerst naar als wij in de stad zijn?
Naar wat ik het liefste heb.
Wat is dat?
Is dat nu een vraag aan mijn moeders
zoon! Natuurlijk twee paarden uit den kei
zerlijken stal. En gij?
Ik weet het nog niet. Ik denk over een
klomp goud, groot genoeg om vader en zijn
drie vrouwen naar Mekka te brengen en
water voor ze te koopen uit de Zem-Zem-
bron. Geloofd zij Allah!
Bah! Goud zal goedkoop zijn.
Ja, als bezanten; maar ik heb van een
kan hooren vertellen die de ongeloovigen
voor wijn en brood gebruiken. Dat doen zij,
als zij het lichaam van hun God eten. Die
kan moet zoo groot zijn dat zes dikke pries
ters haar bijna niet kunnen optillen.
Zoo, dan is ze mij te zwaar. Ik zal mij
met de gouden beeanten tevreden stellen.
Houd het goud maar, riep een derde met
een luiden vloek, houd het goud maar. Ik...
ik.-
Ha hal hij weet zelf nog niet wat hij
wil.
Zwijg, Hindoesche aap!
Welnu, wat dan?
Een troep vrouwen.
Oude of jonge?
Bah! ik zoek alleen jonge.
Domoor, lachte de ander, ik neem er
een paar oude bij.
Waarom?
Om de jonge te bedienen. Heeft een wijs
man niet gezegd: Zoet water in de kruik is
niet kostbaarder, dan vrede in het huis
gezin?
In deze dagen was de Vorat van Indië de
slechte genius van Byzantium geweest Heer,
had hij met zijn cynischen glimlach gezegd,
't is een waarheid dat een man, dapper bij
daglicht, bij nacht een lafaard wordt Men
heeft slechts op zijn verbeelding te werken.
Wat moet ik dan doen, Vorst?
Laat de horden hedennacht vreugde
vuren aansteken voor de muren der stad.
Laat de vuren ontelbaar vele zijn; laat de
duizenden er omheen dansen, opdat het een
tooneel worde zoo als hier nog nooit aan
schouwd is, dan...
Dan, zoo vervolg'le hij, zal de beangste
verbeelding het hare doen, en te midder
nacht zal de halve stad op de knieën liggen
en de Moeder Gods om hulp smecken en
leder gewapende man op de muren, die
vrouw of dochter heeft, 'al denken dat hij
zich door haar hoort roepen om bescherming.
Probeer het, Heer, en gij zult zien dat, als
de morgen aanbreekt, uw zwaard slechts
half werk heeft te doen.
De Jood had gelijk.
Aangetrokken door het sterke licht, dat
aan een groot en vreeselijk luchtverschijnsel
deed denken, en nog vol vertrouwen op een
wondervolle uitredding, snelden duizenden
naar de muren om het wonder te aanschou
wen. Welk een ontnuchtering! Aan alle
kanten schenen de vijanden uit de aarde te
zijn opgerezen, duivels niet menschen. On
mogelijk de beteekenis van wat zij zagen
verkeerd te begrijpen! Morgen, morgen!
fluisterden zij elkander toe. God helpe ons!
waarop zij mot de vreeselijke tijding naar
de stad terugkeerden. Maar de monniken
verlieten hun cellen met woorden van op
beuring op de lippen.
Blijft gelooven, zeiden zij. Ziet, wij zijn
niet bevreesd. De Gezegende Moeder heeft
haar kinderen niet verlaten. Gelooft in haar.
Zij zal den azymitlschen Keizer toestaan in
zijn ijdelheid te volharden, opdat hij haar
niet in het laatste oogenblik met zijn La-
tijnsche handlangere de eet zou ontstolen.
Stelt u gerust en vreest niet. De engel zal
den armen man bij de zuil van Konstantijn
vinden.
Het volk luisterde maar al te gewillig naar
de priesterlijke wiegezangere. Ja, de troost
volle verzekerdheid vond zelfs hr.ar weg
naar de verdedigers aan de poorten, zoodat
honderden hun post verlieten, waardoor de
vijand ongehinderd in de gracht k<-n komen
en met lange haken eenige der nieuwe ver
dedigingsmiddelen neerhalen.
Wij behoeven nauwelijks te zeggen dat al
deze dingen de zorgen, waarmee de Keizer
reeds overladen was, niet weinig vermeer
derden. In den namiddag zat hij voo'* be;
open venster van een kamer boven de Cer-
caporta, aan de zuidzijde van zijn paleis en
ging de bewegingen der Turken na. De on
zichtbare profeet, die somtijds genadiglijk
den dood voorafgaat, had ook bij hem zijn
werk volbracht Hij had alle hoop opgege
ven. Voor Iemand die precies weet wat hem
wacht en zijn lot overdenkt Is wel niets zoo
moeilijk, als vrede te hebben met zichzelven.
want wat is het anders dan de aantrekke
lijkheden van dit leven als bontgevederde
vogels in een gouden kooi te bezien, om
daarna met vaste hand het deurtje te openen
en ze te laten wegvliegen, wetende dat zij
nooit kunnen terugkeeren. Dit had de ede"
ste en beste der Grieksche Keizere gedaan.
Hij was in volle wapenrusting, zijn zwaard
leunde tegen het vensterkozijn. Nu en dan
kwam een zijner getrouwen binnen, om hem
iets te berichten, maar meestal was hij
alleen.
Van uit het venster had hij een ruim
vergezicht Hij kon de loopgraven van den
vijand zien en de tenten daarachter. Hij zag
de banieren waarvan verscheidene hem on
bekend waren, de manschappen die dienst
hadden, of op post stonden, de ruitere die af
en aan reden. Hij hoorde hun schreeuwen,
en hij begreep er de beteekenis van- de
storm zou woldra losbarsten.
Te vier uur ongeveer trad Phranza binnen
en wilde zich als naar gewoonte voor zijn
sruverein nederwerpen.
Neen mijn vriend, zei de Keizer, de
hand naar hem uitstrekkende, stel verdere
verplichtingen ter zijde. Gij zijt een trouw
dienaar geweest dit betuig ik voor Gods
aangezicht. Spreek staande tot mij. Morgen
•al *rijn leven op aarde geëindigd zijn.
Zeg mij wat u hier brengt.
Op gebogen knieën nam de Grootkamer
heer de hem toegestoken hand en bracht ze
aan zijn lippen.
Majesteit, geen dienstknecht had ooit
eoD welwillende^ vriendelijker meester.
Hierop zwegen beiden. Beiden dachten
hetzelfde en die gedachte was te droevig om
uit te spreken.
Hetgeen Uwe Majesteit mij hedenmorgen
opcroeg, zei Phranza„ nadat hij zich her
steld had, heb ik volbracht.
fc'n wat vondt gij?
Hetgeen men Uwe Majesteit had doeu
weten. De verschillende Abten....
Allen, Phranza?
Allen, Hoer, waren verzameld in een
klooster van den Pentocrator.
—Alweer Gennadius!
De Keizer klemde do handen ineen en
eer. wolk trok over zijn voorhoofd. Maar
waarom verwonder ik mij nog? zei hij ten-
laatste. Luister, mijn vriend. U zal ik zeggen
wat ik nog aan niemand meedeelde. Gij
weet dat de Vizier Kalil sedert jaren mijn
schatplichtige geweest is en dat hij mij veel
vriendschap betoond heeft;... niet altijd in
het belang van zijn meester. Aan den avond
van den dag, waarop onze schepen do Tur
ken sloegen, zond de Vizier mij een verslag
van een stormachtig tooneel in Mohammed*
tent met den raad om op mijn hoede te zijn
voor Gennadius. Helaas, ik verbeeldde mij
Zi'n om ronder niurmurceren den
drinken, dien do hemelsch.
va,der mij te drinken zou geven, maar ach,
wij blijven menschen zoolang wij hier be
neden zijn Ach,- Phranza, wat denkt gij dat
die valsche monnik onder zijn monnikskap
draa«t? (Wont vervolgd)