Gusfaaf Adolf van Zweden WOENSDAG 2 NOVEMBER 1932 DERDE BLAD PAG. 9 De Redder van hel Protestantisme in Duitschland 6 November 1632 1932 Door A. B. W. M. KOK Om de groote beteekenis van Gustaaf die de Protestanten bezaten, aan de Room- Adolfs reddende komst in Duitschland goed te verstaan moeten wo even in de ge schiedenis teruggaan. In Duitschland en Oostenrijk had het Roomsch-Katholicisme gevoelige verlieizen Bijna alle Duitsche vorsten waren allengs tot het Protestantisme overgegaan (of dit steeds uit volle overtuiging geschiedde zul len we maar in 't midden laten). In Oostenrijk was in het midden der 16de eeuw reeds twee derde deel der bewoners Protestant, Natuurlijk trachtten de Roomschen de verloren macht en in-vloed te herwinnen, en wilden zij de Roomsche kerk tot haar vroe- geren luister terugbrengen. Een oontra-reformatie begon. Wel verzekerde keizer Rudolf II in 1609 den Protestanten in Bohemen vrijheid vim godsdienst in zijn Majesteitsbrief maar heimelijk werd het Protestantisme tegengewerkt. In 1618 kwam het tot een uitbarsting. Een godsdienstoorlog van dertig jaron brak uit. Eerst scheen 't, alsof de Roomschen de overwinning zouden behalen, maar toen de GUSTAAF ADOLF VAN ZWEDEN nood op 't hoogst was, daagde er redding, zooals we straks zullen zien. In Bohemen begon de strijd. Daar verbrak keizer Matthias de gelofte, ln den Majesteitsbrief aan de Protestanten gedaan. Hij liet den bouw van een Protestantsche kerk in Bohemen staken. De Bohemers waren hierover diep veront waardigd. Zij riepen den keizer ter verantwoording en wierpen, toen hun geen voldoening werd geschonken, twee keizerlijke raads lieden het venster uit De Jezuïeten werden verdreven. Een al- gemeene opstand begon. Ondertusschen was Matthias gestorven en Ferdinand II keizer geworden. Deze Ferdinand was een felle Protestan ten-hater, leerling en speelbal der Jezuïeten Hij verscheurde aen Majesteitsbrief, waarin vrijheid van godsdienst aan de Pro testanten was verzekerd, verbood den Pro- testantschen eeredienst en liet hun kerkge bouwen vernielen of gaf ze aan de Room schen over. Met geweld trachtten de dragonders de Protestanten tot de Roomsche kerk te ..be- keeren". De paus stookte het vuur aan. en liet overal aflaat prediken voor allen, die de wapenen tegen de „ketters" opvatten. De Bohemers zwoeren den keizer af, en koaen keurvorst Frederik V van de Paltz tot koning. Deze vorst was echter voor die taak niet geschikt Bovendien schonken de Luthersch-protes- tantsche Duitsohe vorsten hem (den Gere formeerde) weinig medewerking. De legers van Frederik verloren den strijd Een buitengewoon moeilijke tijd brak nu voor do Protestanten aan. Overal werd gemoord en geplunderd. Het Protestantisme in Duitschland wem met algeheelen ondergang bedreigd. Daar kwam meende men een red der in den nood! Christiaan IV van Dene marken snelde te hulp. Maar ook zijn pogingen om zijn verdrukte geloofsgenooten te helpen mislukten. Door de bekwame veldheeren van Ferdinand II Tilly en Wallenstein werd hij gesla- gen. Toen klom de nood 't hoogst De toekomst leek zéér somber. De Roomschen hadden alle macht, en Ferdinand II vaardigde een edikt het beruchte Restitutie-edikt uit, waaroij bepaald werd, dat alle kerkelijke goederen sche kerk moesten worden teruggegeven, en aan alle katholieke vorsten vrijheid werd gegeven om het Protestantisme uit te roei en. Om het edikt tot uitvoering te brengen trok Wallenstein met zijn troepen door Noord-Duitschland en hield op ergerlij k« wijze onder de Protestantsche bevolking Maar juist toen de nood en de ellende der Protestanten het toppunt bereikt had den, en zij vrijwel alle hoop hadden laten varen gaf de Hecre uitkomst, en werd ie bijna-verloren strijd toch gewonnen. De dappere, vrome Gustaaf Adolf, Koning van Zweden was het middel in Gods hand om het Protestantisme in Duitschland te red den. Wie was deze Gustaaf Adolf? Den Oden December 1594 werd Gustaaf Adolf op het slot te Stockholm geboren. Hij was dus nog geen 38 jaar, toen hij bij Lüt- zen den heldendood stierf. Kleinzoon was hij van don beroemden Gustaaf Wasa, den grondlegger van den Zweedschen staat Reeds vroeg openbaarden zioh zijn rijke gaven en zeldzame begaafd heden. Zijn vader was gewoon bij moei lijke regeeringsvragen te zeggen: „ille fa- ciet" (hij zal 't wel in orde maken). Daar deze in 1611 reeds stierf werd Gus taaf Adolf op zeventienjarigen leeftijd al door de Zweedsche stenden meerderjarig verklaard en opvolger van Karei IX op den Zweedschen troon. Tien jaar vóórdat hij als bevrijder van de Protestanten den Duitschen bodem betrad was hij naar Duitschland gekomen om te dingen naar de hand van Marie Eleonora Brandenburg.'In Berlijn verscheen hij onder den naam „Gars" (naar de begin letters van zijn titel Gustavus Adolfus Rex Suecorum). De zaak liep eerst niet zoo vlot, maar zijn ridderlijk optreden en open karakter stalen 't hart van de keurvorstin moeder, en zooals 't meer gaat toen de moeder eenmaal gewonnen was. werden de overige moeilijkheden gemakkelijk uit den weg geruimdi. Iemand schrijft: „dit was de eerste over winning, die hij op Duitschen bodem be haalde, en hij bevocht haar (evenals zijn latere overwinningen) doordat hij moedig direkt op zijn doel afging". Gustaaf Adolf sprak het Duitsóh alsof 't jn moedertaal was. Trouwens geheel Zwe den werd gedragen en gevoed door den Duitschen geest Nooit is opgemerkt hebben Duitsche gedachten zóó sterk en algemeen in Zweden geheerscht als in dit tijdvak. Op alle Protestantsche hoogescho len in geheel Duitschland waren zonen van de edelen en burgers uit dit land. Waarom greep de Zweedsche koning nu in de Duitsche verhoudingen in? Waren 't alleen godsdienstige over wegingen? Neen, ongetwijfeld speelden ook politieke overwegingen een groote rol, en hield hij 't in het belang van zijn eigen land voor geboden de sterke positie van den keizer afbreuk te doen. Maar wanneer we in zijn optreden al leen persoonlijke eerzucht of 't najagen van nationale belangen zien doen we hem toch groot onrecht Wanneer hij alleen politieke oogmer ken had gehad zou hij andere zijn opgetre den. 't Is waar, 't valt moeilijk over de groote mannen der geschiedenis een recht vaardige uitspraak te doen, omdat hun edele daden nooit zijn los te maken van hun motieven, en die beweegredenen veels zins in 't donker wegschuilen. Maar zóo veel weten we toch wel van dezen vroeg- gestorven Zweedschen koning, dat we hem kunnen eeren niet alleen als een van de grootste veldheeren van zijn tijd (de paus noemde hem zelfs „de grootste vorst der wereld") maar ook als een man van edel karakter en diepe vroomheid, die met volle toewijding, onder verzaking van persoon lijke belangen en voorbijzien van eigen eer en grootheid, zich heeft gegeven aan de zaak der reformatie. Persoonlijke eehbetuigingep stonden hem tegen. Eens sprak hij tot zijn officieren: „Is 't niet alsof dit volk mij tot een God maakt? Onze zaken staan goed, maar ik vrees, dat de wraak des hemels mij treffen zal voor dit ij del doen en dat deze dwaze scharen inijn sterfelijkheid vroeg genoeg zullen on dervinden". Nadat in Zweden alle voorbereidingen tot den oorlog getroffen waren verscheen de koning voor 't laatst, met zijn vierjarig dochtertje aan de hand. in de vergadering van den Rijksdag. Het besluit tot 't openen van den krijg werd voorgelezen en met al- gemeene stemmen aangenomen. Ziin eenige dochter werd bij rijksdagbesluit tot zijn op volgster benoemd, indien de koning niet levend terugkeerde. „Niet lichtzinnig" sprak hij „stort ik mijzelf en u in dezen gevaarlijken oorlog. De Alwetende is mijn getuige, dat ik hem niet uit strijdlust on derneem". Na een roerend afscheid van vrouw en dochter scheepte hij zich met zijn leger, dat 15000 man sterk was, voor den over tocht naar Duitschland in. Het groote voordeel van Gustaaf Adolfs leger was, dat hij geen huurtroepen had maar een nationaal leger goed gedis ciplineerd en met hoogen eerbied voor zijn vorst vervuld. Het leger wist dat de koning in den strijd vóórop ging en zich één met hen gevoelde. Den 26sten Juni 1630 Is de reis volbracht en zet de koning voet op Duitschen bodem. Ontroerd dankte hij Hem. die over hemel en aarde, woud en zee heerecht, voor Zijn genadige bescherming op de gevaarvolle reis en smeekte om Gods hulp voor den afloop van den krijg. Deze gewoonte heeft de vrome koning steeds gevolgd. Vóór eiken beslissenden slag knielde hij met zijn troepen, die eveneens bezield waren met vurigen ijver voor het Protestantisme, voor den Almachtige ne der om Zijn zegen op de wapenen te vragen Gustaaf Adolf bezette de eilanden Usedom en Wollin, evenals de monden van Oder. Daarop trok hij naar de hoofdstad van Pommeren Stettin, maakte zich van deze stad meester, en zuiverde snel in voor spoedigen overwinning^'ocht geheel Pom meren van de keizerlijke troepen. De her tog van Pommeren had zijn heil tot hiertoe in onzijdigheid gezocht. Beroemd is het woord, dat Gustaaf Adolf in verband daar mede tot den gezant gesproken heeft: „Wat is dat voor een ding. neutraliteit? Tk begrijp dat niet Vriend of vijand tertium non datur" (een derde is er niet). We zullen den koning niet van stap tot stap volgen op zijn tochten. Eerst vond hij bitter weinig steun bij de Noordduitsohe Protestantsche vorsten. Zij sloten zelfs met andere voreten een verbond van neutrali teit Zoo kwam *t, dat Gustaaf Adolf niet tij dig Maagdenburg, dat door Tilly belegerd werd, kon ontzetten. Toen werden de Pro testantsche volken wakker en stonden aan zijn zijde. Na onderscheiden veroveringen van Gu staaf Adolf en den dood van Tilly stelde de Keizer den bekwamen Wallenstein opnieuw tot opperbevelhebber aan. De beslissende slag tusschen Wallenstein en Gustaaf Adolf zou bij Lützen plaats vin den. De slag werd gewonnen, maar de over winning kostte aan Gustaaf Adolf 't leven. De zaak van het Protestantisme was ech ter gered. Bij den Westfaalschen vrede (1648) wend bepaald, dat de godsdienstvrede van Augsburg bevestigd zou worden. De Protestanten ontvingen vrijheid van godsdienst. Duitschland was voor een groot del .verwoest, maar de strijd was gewonnen. Gustaaf Adolf op zijn doodsbed Geen wonder dat èn in Zweden èn in Duitschland 6 November a.s. het feit van Gustaaf Adolfs sneuvelen te Lützen plech tig herdacht zal worden. Hij was geloofs held en krijgsheld. I$en edelman in dubbe len zin. God heeft dezen .goudkoning" (zoo noemde het Zweedsche volk hem om zijn blonde haren) willen gebruiken om Zijn werk te doen. Er zijn geschiedschrijvers, die meenen, dat voor den roem van Gustaaf Adolf zijn vroege dood een geluk was. Van een red der zou hij waarschijnlijk een verov raar zijn geworden en daardoor den luis ter, die thans zijfl naam omstraalt, verduis terd hebben. Wie zal zeggen of deze bewering waar heid bevat? In elk geval heeft God Zijn doel gehad met 't zoo vroeg tot zich nemen van den man, die een nobele taak vervuld had, en ons heeft voorgezongen (zie Gezang een vertaling van het lied, door Gustaaf Adolf zelf gedicht): 't Is God es zaak, waarvoor gij strijdt: Op Hem gehoopt, vertrouwd altijd; Laat rustig God regeeren. Gemengd Nieuws VOOR MANNEN MET BAARDEN Dobbelmann brengt een verbeterde scheerzeep in de handel. Hebt u last van een zware baard? Of bent u van plan het opkomende dons alvast met een scheermes te gaan bewerken? De firma Dobbelmann heeft iets voor u uitgevonden waar u plezier van zult kunnen beleven. Dat wil zeggen: scheren is eigenlijk nooit iets wat een man voor z'n genoegen doet. „Stoor vader asjeblieft niet," zegt moeder de vrouw, „hij is zich aan 't scheren". Maar nu gaat het een genot worden. De zeepfabriek „Het Anker" is uitgekomen met een bizondere scheerzeep. Eigenlijk is deze nieuwe uitvinding het ei van Columbus. Als je een druppel water op een vettige oppervlakte werpt, rolt die druppel eraf, bij na zonder het vlak nat te maken. Deze een voudige waarheid nam men als uitgangs punt bii het onderzoek in de laboratoria. De poriën onder onze baardharen scheiden een vocht af, dat als een beschermend man teltje de baardharen omgeeft Het doel van het inzeepen is de haren zooveel mogelijk week te maken. En daar rijst verzet tegen vanwege het „manteltje". We zullen een beetje helpen dat proces te bespoedigen, zei den de chemici. Acht maanden heeft men ge zocht en beproefd en toen kwam het resul taat: „R e c i n 11". Het lost de vetlaag van de baardhaartjes ln een minimum van tijd op. Doch dit put de voordeelen nog niet uit: Recinit dringt tot de stugge wortel door en maakt die gewillig. Komt dan het mes, dan is het nert alsof het stugge haar als malsche grassprietjes wordt afgesneden, De nieuwe scheerzeep, de Coco-Roso (ln sticks en in tubes) die de firma Dobbelmann brengt, bevat dit Recinit, hetwelk de firma Dobbelmann natuurlijk direct heeft laten re gistreeren onder No. 63453. Ten slotte vermelden wij nog, dat ook de tubes en kokere door Nederlandsche fabrie ken gemaakt worden. ZICH DOOD GEDRONKEN. In den Haarlemmermeer vond men langs den kant van den weg een man liggen, die overleden bleek te zijn door het overmatig gebruik van spiritus. Het was een zekere C. Mooij, 56 jaar oud en geboren te Alkmaar. ZIJN ZUSJE DOODGESCHOTEN Te Doesburg heeft het 13-jarig zoontje van den accountant Mulder in de Beitelstraat, bij het spelen zijn vijfjarig zusje Theresia met een revolver zoodanig in de borst geschoten, dat het kind binnen een kwartier overleed. De heer Mulder was tijdens het droeve voorval niet in zijn woning aanwezig. De jongen had een ouden dienstrevolver van zijn vader gevonden en was daarmee in den tuin gaan schieten. Het lijkje van het meisje is naar het St. Elisabeths Gasthuis te Does burg overgebracht. VROUWENHANDEL Door de politie te Lonneker is aangehou den de aldaar wonende caféhouder Ter B die verdacht wordt van vrouwenhandel, waar toe hij meisjes uit Duitschland liet komen. IN DE MESSEN GEDOOD Te Zutphen op den Deventerweg is de 21- arige slagersknecht v. Osch in aanrijding ge tomen met een andere wielrijder waardoor hij kwam te vallen. Daar hij op weg was naar het slachthuis had hij de noodige slageremessen in een zijner zakken gebor gen. Bij het vallen op de straat is een der messen hem in de rcchterlies gedrongen. Drie doktoren verleenden de eerste hulp, waarna hij per ziekenauto naar het algemeen ziekenhuis te Zutphen is vervoerd. Het slacht offer is een uur na 'het gebeurde overleden. De politie stelt een onderzoek in naar den onbekenden wielrijder. D00DELIJKE AUTO-ONGELUKKEN In den nacht van Zondag op Maandag van de vorige week heeft op den Amsteldijk te Amsterdam een autobotsing plaa's gehad waarbij al dadelijk een doode te betreuren was. De drie andere inzittenden werden naar het Wilhelminagasthuis overgebracht. Een van deze drie. de heer H. Meyer uit Ouder kerk is thans aan de bekomen verwondingen overleden. Het is niet uitgesloten dat ook nog een der beide andere verpleegden aan de opgeloopen verwondingen zal bezwijken. De toes'and toch van den heer W. van Nieuwen dijk die de auto bestuurde, is niet buiten le vensgevaar. De motorfietsrijder W. uit Groningen, die eenigen tijd geleden op den rijksstraat weg bij Velp in botsing kwam met een auto en hierbij ernstige verwondingen opliep, is ln het ziekenhuis te Velp overleden. In de Nieuwstraat te Kerkrede werd de 34-jarige gehuwde Duitscher Th. Bremekamp uit Oberhausen, die te Pannesheide op fa miliebezoek was door een auto aangereden. Br bleef ter plaatse dood. De bestuurder doofde daarop de lichten en reed met groote snelheid door. De gewaarschuwde polittie te Kerkrade stelde aanstonds een onderzoek in De 16 jarige mej. G. van Laar reed op de splitsing Verlengde Maanderweg en Kerk- weg te Ede met haar rijwiel tegen de auto van den heer Kop. Het meisje bemerkte te laat, dat de chauffeur niet rechtuit wilde doorrijden en schijnt den richtingwijzer niet te hebben gezien. Zij werd met een zware hersenschudding opgenomen. Dr. Heijmans en Offerhaus verleenden bijstand. Haar toe stand is ernstig. Zij is nog niet tot bewust zijn teruggekeerd. Te Apeldoorn is op den Arnhemscheweg ter hoogte van de R. K. begraafplaats de motorrijder W. uit Arnhem in botsing geko men met een hem tegenkomenden vracht wagen. Deze zwenkte plotseling naar links, zonder den motorrijder, die van rechts kwam, den voorrang te laten. De hee.r W. kwam te vallen en bekwam een enkelblessure. Nadat proces verbaal was opgemaakt is de heer W naar Arnhem vervoerd. Te Finsterwolde (Gr.) werd de bejaarde B. door een auto overreden. De ongelukkige werd ln het ziekenhuis ter verpleging opge nomen. Zijn toestand is ernstig. DOODELIJKE VAL Te Heinkenszand zag de landbouwer v. d. Dries een wagen met paarden bespannen aan het hek van een hofstede staan. Waar hij wist dat zijn knecht met deze paarden aan het vervoeren van bietenblad bezig was, ging hij eens zien waar de knecht was. toen hij tot de ontstellende ontdekking kwam dat zijn knecht, de 75-jarige J. Koens, even van den wagen verwijderd voorover op den grond lag. Hij kon slechts den dood constateeren. KIND LEVEND VERBRAND Een 3-jarig zoontje van N. K. te Waddinx- veen kreeg een hoeveelheid kokend water over het lichaam en is aan de bekomen brandwonden overleden. ERNSTIG MOTORONGELUK Men meldt ons uit Waddinrveen: De motorrijder S. uit Moercapelle reed in volle vaart tegen een auto. Zwaar gewond moest hij naar een ziekenhuis te Rotterdam worden overgebracht. VERDRONKEN Te Woerden is het 5-jarig zoontje van S. te Rietveld te water geraakt en verdronken DOODELIJKE AANRIJDING Te Hoek van Holland werd op den Zek- kenweg de 68-jarige B J v d Beek, terwijl hij huiswaarts keerde, aangereden door den 15- jarigen wielrijder H. v. d. Velden, die zon der licht aan den verkeerden kant van den den weg reed. De man werd doodelijk ge wond door leden van den E.H.B.O. naar zijn woning gebracht Radio Nieuws. WOEXSOAO 3 NOVEMBER. izlek. en. NCRV. Gramofoon e r s u m. VARA. De e a. R. Kwintet ereum. VARA. De Flierefluiters, e r s u m. VARA. Stem des Volks, n d b o r g. Altviool, en R. Militair orkest en NCRV. Dameekoor. en. NCRV. Gramofoon. e n. NCRV. Gramofoonmuxlek. r s u m. VARA. Gramofoonmuziefc. e n. NCRV. Gramofoonmusiek. x 1 n a e n. Cursussen, ens. en. NCRV. Causerie A Stapelkamp e n. NCRV. Cursus Enselsch. 19.30 Halten. NCRV. Politieberichten. 19.45 H u 1 s e n. NCRV. Persberichten. 21.40 Huilen. NCRV. Persberichten. DONDERDAG S NOVEMBER. 8.00 Hu lx e 8.01 H 11 v e 10.00 Hulst 10.15 H 11 v e 10.30 Hilve 10.45 H u i x t 11.00 Hulii 11.20 K al u i 11.30 Hilve 12.01 Hilve 12.15 Hum 12.20 Lans 12.20 Lond< 12.50 D&ve; 14.30 H J 1 ve 15.45 Hilve 17.00 Hilve 17.00 Hulti 17.30 Hilve 17.45 Hilve 12.55 L> o n d 19.00 Hilve 19.20 Lang 19.20 W ar a 19.30 K al u i Concerten, cm. n. KRO. Morgenconcert r s u m. AVRO. Gramofoonmuxlek. i n. NCRV. Gramofoonmusiek. r s u m. AVRO. Gr&mofoonmuslek. r a u m. AVRO. Solistenconcert n. NCRV. Gramofoonmuxlek. n. KRO. Gramofoonmuxlek. idborf. Strbkorkest rsum. AVRO. Sollstenconcert r 8 u m. AVRO. Lunchconcert i n. KRO. Lunchconcert inberg. Concert. rsum. AVRO. Kinderkoor, n. NCRV. Gramofoonmuxiek. rsum. AVRO. Gramofoonmuxlek. rsum. Kovaca Lajos. n R Orkest rsum. AVRO. Kovaca Lajor nberg. Concert h a u. Populair concert d b o r g. Symfonie-orkest Lesingen, Cursussen, enz 11.00 H 11 v e r a u m. AVRO. Kookpraatje. 14.00 Hullen. NCRV. Fraaie handwerken. 15.00 Hilversum. AVRO. Naaicursus. 18.15 Hui men. NCRV. R» Rooyen: Laurens Jat. Coster. 18.45 Hulien. NCRV. Knippen en stofv*r- Kerkdleniten, enz 10.01 Hilversum. AVRO. Morgenwijding. 10.15 Hulxen. NCRV. Morgendienst Ds. H C 16.00 H u 1 x Worm 16.03 li 11 v NCRV. BtJbellexlng Da. A J. i u tn AVRO. Zlekenuur. 17.45 Huiien. NCRV. Handenarbeid. Politie- en Persber Ic 12.00 Hulxen. KRO. Politieberichten. 19.30 Hulxen. NCRV. Politieberichten. 19.45 Hulxen. NCRV. Pereberlchten. EEN DIEVENBENDE GEARRESTEERD De laatste zes weken werd Hertogen bosch onveilig gemaakt door een dieven bende, die op talrijke plaatsen haar slag sloeg en in totaal ongeveer een bedrag van 900 ontvreemde. Als gevolg van deze Inbraken werd een extrasurveillancedienat ingesteld. Thans is de politie er in geslaagd de leden van do bende te arresteeren. Vrijdag werd aange- houden een berucht individu W. V., Zater dag C M. v A.. C v d H en M H B en Zondag de heler E V, allen wonende op de Hofstad te 's Hertogenbosch. Zij zullen ter beschikking van de justitie worden gesteld. Uit het onderzoek is gebleken, dat nog heel wat inbraken op het programma stonden en: bij een er van zou, wanneer op tegenstand zou worden gestuit, zelfs niet voor moord zijn teruggedeinsd. Tijdens eenige inbraken waren enkele van de inbrekers in het bezit van brownings, die zij echter eenige weken geleden uit vrees voor de politie hebben weg geworpen. Van het gestolen geld is niets te ruggevonden. AVONTUREN VAN JOOSJE PINDA EN PIETJE ROET 23. Mevrouw Snip was woedend. Op het mooie karpet, waar ze haar leven lang zoo zuinig op was geweest, lag een dikko klod der stroop. Maar toen alles netjes opgedaan was en zij hoorde, dat het een ongeluk was geweest, klaarde mevrouws gezicht ineens op. „Nee maar. Jullie komen net van pas!" riep zij uit „Kijk eens, lusten jullie die pannekoeken? Die kunnen wij zelf niet op!' 24. Nu, dat was aan geen doovemansoor gezegdI Of ze ze lustten! Zelfs die panne koeken, die op den grond gevallen waren, werden netjes afgeveegd en verorberd. Bin nen vijf minuten was de schaal schoon leeg en toen de twee jongens, na netjes bedankt te hebben, weggingen, konden ze bijna niet loopen, 2ÓÓ dik hadden ze zich gegeten! Wordt Vrijdag a^. vervolgd DE VAL VAN KONSTANTINOPEL Door LEWIS WALLACE Naar het Engelsch door ALMA Zorgt er voor, zei hij tenslotte dat gij den hoofdaanval tegen de poort San Roma nos richt Laat de woeste horden voorop gaan. De dooden zijn goed om de gracht te vullen. Houdt de ladders gereed. Bij het eerste trompetgeschal rukt gij op. Verkon digt in mijn naam dat hij, die hat eeret op de wallen is, zich een provincie mag ki^ea. Ik zal hem tot gouverneur verheffen. God is God. Ik ben zijn dienstknecht en ik spreek hetgeen Hij mij bevolen heeft Op den 28sten Mei zond hy al de derwi- echen in het leger om voor ue Moslim-, te preeken, en zoo schitterend waren hun be loften van plundering en Paradijsvreugde, dat na de vijfde gebedsure hoi gansche heir, 250.000 man sterk, zich overga' nan do uit bundigste fanatieke vreugdebedrijven. Ten ten en winkels werden omgeworpen en 's avonds in brand gestoken, en daar de tenten der Pacha's en hoofdofficieren ver licht waren en de schepen alle lichten aan staken, was de stad als door een vurigen gordel omgeven. Van de muren aanschouwden de beleger den de uitgelatenheid der wilde Aziatische stammen en hoorden zij het schreeuwen en juichen en dansen bij hoorngeschal en trom geroffel. Voorzeker, wat zij zagen was genoeg om den dappereten onder hen allen moed te ontnemen, toch was de kreet Allah il Allah die telkens tot ben opsteeg, niets, vergeleken tnet wat zij bij de vreugd- vuren hadden ,(157 kunnen hooren. Waarom hebt gij uw tenten verbrand?, vraagde eén officier aan zijn manschappen. Omdat wij die niet meer noodig hebben. Morgen is de stad van ons. De Padishah heeft het beloofd en bezworen. Heeft hij het bezworen? Ja, bij het Graf van den Profeet Bij een ander vuur had het volgende ge sprek plaats. Zeker, ik heb mijn paleis al uitgezocht. Dat daarginds op dien heuvel in het Westen. Zeg ons, zoon van Mousa, waar kijkt gij bet eerst naar als wij in de stad zijn? Naar wat ik het liefste heb. Wat is dat? Is dat nu een vraag aan mijn moeders zoon! Natuurlijk twee paarden uit den kei zerlijken stal. En gij? Ik weet het nog niet. Ik denk over een klomp goud, groot genoeg om vader en zijn drie vrouwen naar Mekka te brengen en water voor ze te koopen uit de Zem-Zem- bron. Geloofd zij Allah! Bah! Goud zal goedkoop zijn. Ja, als bezanten; maar ik heb van een kan hooren vertellen die de ongeloovigen voor wijn en brood gebruiken. Dat doen zij, als zij het lichaam van hun God eten. Die kan moet zoo groot zijn dat zes dikke pries ters haar bijna niet kunnen optillen. Zoo, dan is ze mij te zwaar. Ik zal mij met de gouden beeanten tevreden stellen. Houd het goud maar, riep een derde met een luiden vloek, houd het goud maar. Ik... ik.- Ha hal hij weet zelf nog niet wat hij wil. Zwijg, Hindoesche aap! Welnu, wat dan? Een troep vrouwen. Oude of jonge? Bah! ik zoek alleen jonge. Domoor, lachte de ander, ik neem er een paar oude bij. Waarom? Om de jonge te bedienen. Heeft een wijs man niet gezegd: Zoet water in de kruik is niet kostbaarder, dan vrede in het huis gezin? In deze dagen was de Vorat van Indië de slechte genius van Byzantium geweest Heer, had hij met zijn cynischen glimlach gezegd, 't is een waarheid dat een man, dapper bij daglicht, bij nacht een lafaard wordt Men heeft slechts op zijn verbeelding te werken. Wat moet ik dan doen, Vorst? Laat de horden hedennacht vreugde vuren aansteken voor de muren der stad. Laat de vuren ontelbaar vele zijn; laat de duizenden er omheen dansen, opdat het een tooneel worde zoo als hier nog nooit aan schouwd is, dan... Dan, zoo vervolg'le hij, zal de beangste verbeelding het hare doen, en te midder nacht zal de halve stad op de knieën liggen en de Moeder Gods om hulp smecken en leder gewapende man op de muren, die vrouw of dochter heeft, 'al denken dat hij zich door haar hoort roepen om bescherming. Probeer het, Heer, en gij zult zien dat, als de morgen aanbreekt, uw zwaard slechts half werk heeft te doen. De Jood had gelijk. Aangetrokken door het sterke licht, dat aan een groot en vreeselijk luchtverschijnsel deed denken, en nog vol vertrouwen op een wondervolle uitredding, snelden duizenden naar de muren om het wonder te aanschou wen. Welk een ontnuchtering! Aan alle kanten schenen de vijanden uit de aarde te zijn opgerezen, duivels niet menschen. On mogelijk de beteekenis van wat zij zagen verkeerd te begrijpen! Morgen, morgen! fluisterden zij elkander toe. God helpe ons! waarop zij mot de vreeselijke tijding naar de stad terugkeerden. Maar de monniken verlieten hun cellen met woorden van op beuring op de lippen. Blijft gelooven, zeiden zij. Ziet, wij zijn niet bevreesd. De Gezegende Moeder heeft haar kinderen niet verlaten. Gelooft in haar. Zij zal den azymitlschen Keizer toestaan in zijn ijdelheid te volharden, opdat hij haar niet in het laatste oogenblik met zijn La- tijnsche handlangere de eet zou ontstolen. Stelt u gerust en vreest niet. De engel zal den armen man bij de zuil van Konstantijn vinden. Het volk luisterde maar al te gewillig naar de priesterlijke wiegezangere. Ja, de troost volle verzekerdheid vond zelfs hr.ar weg naar de verdedigers aan de poorten, zoodat honderden hun post verlieten, waardoor de vijand ongehinderd in de gracht k<-n komen en met lange haken eenige der nieuwe ver dedigingsmiddelen neerhalen. Wij behoeven nauwelijks te zeggen dat al deze dingen de zorgen, waarmee de Keizer reeds overladen was, niet weinig vermeer derden. In den namiddag zat hij voo'* be; open venster van een kamer boven de Cer- caporta, aan de zuidzijde van zijn paleis en ging de bewegingen der Turken na. De on zichtbare profeet, die somtijds genadiglijk den dood voorafgaat, had ook bij hem zijn werk volbracht Hij had alle hoop opgege ven. Voor Iemand die precies weet wat hem wacht en zijn lot overdenkt Is wel niets zoo moeilijk, als vrede te hebben met zichzelven. want wat is het anders dan de aantrekke lijkheden van dit leven als bontgevederde vogels in een gouden kooi te bezien, om daarna met vaste hand het deurtje te openen en ze te laten wegvliegen, wetende dat zij nooit kunnen terugkeeren. Dit had de ede" ste en beste der Grieksche Keizere gedaan. Hij was in volle wapenrusting, zijn zwaard leunde tegen het vensterkozijn. Nu en dan kwam een zijner getrouwen binnen, om hem iets te berichten, maar meestal was hij alleen. Van uit het venster had hij een ruim vergezicht Hij kon de loopgraven van den vijand zien en de tenten daarachter. Hij zag de banieren waarvan verscheidene hem on bekend waren, de manschappen die dienst hadden, of op post stonden, de ruitere die af en aan reden. Hij hoorde hun schreeuwen, en hij begreep er de beteekenis van- de storm zou woldra losbarsten. Te vier uur ongeveer trad Phranza binnen en wilde zich als naar gewoonte voor zijn sruverein nederwerpen. Neen mijn vriend, zei de Keizer, de hand naar hem uitstrekkende, stel verdere verplichtingen ter zijde. Gij zijt een trouw dienaar geweest dit betuig ik voor Gods aangezicht. Spreek staande tot mij. Morgen •al *rijn leven op aarde geëindigd zijn. Zeg mij wat u hier brengt. Op gebogen knieën nam de Grootkamer heer de hem toegestoken hand en bracht ze aan zijn lippen. Majesteit, geen dienstknecht had ooit eoD welwillende^ vriendelijker meester. Hierop zwegen beiden. Beiden dachten hetzelfde en die gedachte was te droevig om uit te spreken. Hetgeen Uwe Majesteit mij hedenmorgen opcroeg, zei Phranza„ nadat hij zich her steld had, heb ik volbracht. fc'n wat vondt gij? Hetgeen men Uwe Majesteit had doeu weten. De verschillende Abten.... Allen, Phranza? Allen, Hoer, waren verzameld in een klooster van den Pentocrator. —Alweer Gennadius! De Keizer klemde do handen ineen en eer. wolk trok over zijn voorhoofd. Maar waarom verwonder ik mij nog? zei hij ten- laatste. Luister, mijn vriend. U zal ik zeggen wat ik nog aan niemand meedeelde. Gij weet dat de Vizier Kalil sedert jaren mijn schatplichtige geweest is en dat hij mij veel vriendschap betoond heeft;... niet altijd in het belang van zijn meester. Aan den avond van den dag, waarop onze schepen do Tur ken sloegen, zond de Vizier mij een verslag van een stormachtig tooneel in Mohammed* tent met den raad om op mijn hoede te zijn voor Gennadius. Helaas, ik verbeeldde mij Zi'n om ronder niurmurceren den drinken, dien do hemelsch. va,der mij te drinken zou geven, maar ach, wij blijven menschen zoolang wij hier be neden zijn Ach,- Phranza, wat denkt gij dat die valsche monnik onder zijn monnikskap draa«t? (Wont vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1932 | | pagina 7