TWEEDE KAMER de Radio Nieuws. VRIJDAG 28 OCTOBER 1932 DERDE BLAD PAG. 9' OPCENTEN OP DE INVOER RECHTEN Minister De Geer doet concessies DE KABINETSKWESTIE GESTELD DR. COLIJN HOUDT VOET BIJ STUK DE BEHANDELING GESCHORST Vergadering van 27 October 1932 Het Kabinet heeft den wijsten weg gekozen berust in het voorloopig ter zijde stellen van de verhooging der invoerrechten van 10 op 13 Gemakkelijk is het niet gegaan, maar toen Dr. Colijn ten slotte geen kamp gaf en met de anti-rev. fractie zic'h tegen het voorstel van minister De Geer bleef kanten, moest het buigen of barsten. En toen is er gebogen voor het reeds een jaar geleden aangekon digde anti-rev. verzet. Voorloopig dus geen tariefsverhooging van 22 millioen. Den minister van Financiën zal deze be slissing vermoedelijk weinig aangenaam zijn. Maar was in redelijkheid anders te verwach ten? De minister toonde zelf wel te begrijpen, dat hij er zonder concessies niet afkwam. Want hij deed zelf enkele tegemoetkomingen die niet zonder beteekenis waren. Die betroffen allereerst den fiscalen kant van het ontwerp, waaraan de minister niets beschermends kon ontdekken. Hij begreep ook niet, dat een heffing van 13 niet meer fiscaal zou zijn. Toch wilde hij niet alle be teekenis aan geopperde bezwaren ontzeggen en deelde mede, dat de verhooging ten aan zien van verschillende artikelen, o.a. suiker houdende artikelen e,n onderdeelen van mo toren, werd teruggenomen. Maar daarbij bleef het niet. Wel konden minister noch regeering inzien, dat de 30 op centen ook maar iets konden schaden aaji de toetreding tot het verdrag van Ouchy, maar ook hier wenschte hij zijn goeden wil te toonen door te bepalen, dat bij de inwerking treding van het tractaat van Ouchy niet al leen voor de toetredende staten, maar voor ale landen de verhooging der invoerrechten zou vervallen. M.a.w. dan keoren we auto matisch terug tot ons tegenwoordig 10 -ta rief. Waar dan ineens de wegvallende 22 mil lioen vandaan zouden moeten komen, viel nu niet te zeggen, maar ze zouden er komen, ver klaarde, minister De Geer. Op deze wijze zoo klonk het met na druk aan het slot zijner rede hoopte de Regeering het mogelijke te hebben ge daan om een conflict te vermijden. Dat was blijkbaar de vrucht van het den vorigen avond nog gepleegde overleg en van de gistermiddag gehouden vergadering van den ministerraad. Minister Ruys de Beerenbrouck zat er ook bij, keek wel heel ernstig, maar zeide niets. De groote vraag was: wat zal de heer Colijn hu doen? Zou hij bevredigd zijn. Bij de replieken gingen hem enkele spre kers vooraf waarvan de heer Albarda er op wees, dat als Ouchy nu eens wel in werking trad, de minister ineens 22 millioen moest missen en daarvoor andere middelen had te vinden. Waarom kan dat dan nu ook niet, nu gebleken is, dat een overgroot» meerder heid in de Kamer de opcenten niet wil? De heer Colijn liet Minister. Regeoring en Kamer niet lang in onzekerheid. Hij verklaarde de tegemoetkomende hou ding der Regering ete waardeeren, maar kon toch onmogelijk over zijn bezwaren heen stappen. Een jaar geleden is met nadruk tot de Regeering gezegd, dat de anti-rev. fractie niet bereid was haar verder op den weg der automatische verhooging van bet tarief van invoerrechten te volgen. Daarom is het onredelijk deze groep, die de Regee ring in haar algemeen beleid gaarne wil steunen, thans door het op indirecte wijze stellen der Kabinetskwestie, voor een moei lijke beslissing te. plaatsen. Dat was niet noodig geweest, maar als de Regeering het toch doet is er geen andere uitweg, dan dat het conflict met de Kamer ontstaat. Want op één uitzondering na zou de anti-rev. fractie haar stem aan het ontwerp onthouden. Mei deze uitspraak, die uiteraard eenige deining deed ontstaan, ware het lot van Mi nister en Kabinet bezegeld geweest, indien de heer Colijn zelf niet een uitweg had ge wezen. Meer dan één spreker had verklaard, dat aan behandeling van de invoerrechten bij het algemeen debat over de Rijksbegrooting de voorkeur zou zijn gegeven. Welnu, zeide de heer Colijn, laat ons dat doen. Wanneer we nu de beraadslagingen schorsen en de beslissing uitstellen tot na de algemeene be schouwingen. dan kan zij worden genomen in verband met het geheele financieele plan der Regeering. Edhter zou de heer Colijn niet zelf een voorstel daartoe doen. Blijkbaar wenschte hij gelegenheid te bieden om nog even over het denkbeeld te beraden, waarna dan van de zijde van voorstanders van het ontwerp de gegeven suggestie aan het oor deel der Kamer zou kunnen worden onder- Dat beraad had plaats tijdens de replieken van den heer Snoeck Henkemans, die van tegenstander tot voorstander bleek te zijn bekeerd en van Mr. Oud (v.d.) die op vrij onhebbelijke wijze tegen Minister De Geer te keer ging. Deze bleef den heer Oud een gepast scherp antwoord niet schuldig. Belangrijker echter was zijn verklaring dat hij zich bij een later behandeling van het ontwerp zou hebben neergelegd, indien de Kamer dat uitgespro ken had. Daarmee was het gevaar, dat er stukken zouden worden gemaakt bezworen. De leider der R. K. fractie, de lieer Aal- berse, kwam nu met de door den heer Colijn aanbevolen motie voor den dag, welke mede onderteekend was door Dr. Beumer, onder voorzitter der anti-rev. Kamerclub. en den heer Snoeck Henkemans. Voorgesteld werd de behandeling van het wetsontwerp te schorsen en die te hervatten na de algemeene beschouwingen over de Rijksbegrooting. Met 93 stemmen tegen de twee der com munisten aanvaardde de Kamer deze motie. Het gevaar van minister- of kabinetscrisis was afgewend. Tijd brengt raad. Politieke waarzeggers en rekenmeesters, die zich sinds een paar dagen aan profe- teeren of rekensommetjes hebben gewaagd zullen dit verloop van zaken, dat hun denke lijk niet brengt de vervulling hunner wen- schen, waarschijnlijk niet hebben vermoed. Wij gelooven nog niet zoo hard aan een met het hoofd tegen den muur loopen van Mi nister en Regeering. Het ware niet in 's lands belang geweest. Gelukkig is gekozen voor een verstandig uitstel van beslissing. Dat is bereikt dank zij het besliste optre den van Dr. Colijn en de anti-rev. fractie. Te hopen is nu maar, dat een definitief halt houden op den verkeerden weg der kunst matige handelsbelemmeringen het gevolg er van zal zijn. Aan de anti-rev. zal het zeer ze ker niet liggen. Hun daad moge door het Nederlandsche volk en ook over onze gren zen worden begrepen en gewaardeerd als een kiezen voor een gezonde nationale en inter nationale politiek. ontwerp tot heffing rechten en op den bieraccijns vo Op de tribunes en In de loges was er groote belangstelling. MINISTER DE GEER zette zün rede voort klaren, dat de i het ontwerp door vrtl- MINISTER DE GEER fiscaal, maar gU komt toch In de sft-_ schernving, althans ten deole. Anderen beweer den weer, dat nog teveel vrü toegelaten wordt, Bezwaar is gemaakt tegen het Invoerrecht op thee, maar economisch Is dat een accijns en is geen Pijltje afgeschoten op de produceerende landen, met name Indië, dat 85 van onze thee levert. Er la dus geen bescherming en schaden van eigen belangen, gelflk de heer Bloremazei. Deze maakte een niet-bestaande tegenstelling. Het is met de thee als met den bieraccijns. Allereerst werden lók Is. tenzü nog grooter nadeelen ln worden geroepen. In dit debat z(jn geen nieuwe belastingen ge noemd, dan reeds in de stukke»^ besproken. De minister verwees ter zake dan ook naar zfln antwoord daar. De verhooging van den tabaksaccijns zal eventueel moeten worden gereserveerd voor crisisuitgaven, waarvoor ook de sigaretten- accUnsverhooglng besteed wordt. Voor de crisis uitgaven Is reeds veel meer noodig dan er beschikbaar de tabak a; n omtrent d. - stel in de betrokken Industrie, waar reeds veel werkloosheid heerscht. Ons op dit punt richten naar Engeland, zou een volkomen wijziging moeten brengen in dt» contröle op de ruwe tabak. Deze brengt ge varen voor onze tabaksmarkt. Vroeger progressie ln de opcenten op de Ge ls niet zoo gemakkelijk uit te i ter deelde een geval mede. dat een Industrieel met f40.000 Inkomen zou moeten betalen f 28.500 aan belasting, nadat de aanhangige voorstellen zullen zijn aangekomen. En moet men dan nog vroeger met progressie beglnen? Vele deskun digen meenen, dat men daarmee reeds over de Quadrageslmo Anno te lezen. Dat is een beharti genswaardig woord. Over do aanbevolen middelen om de 22 mil lioen uit de opcenten op de invoerrechten te vervangen, zün de bezwaarden tegen 't ontwerp loods het tekort c het ongedekte spoorwegtekort moet reeds ge leend en ook voor de 18 millioen uit 't Reserve fonds, die daarin niet meer zijn. maar gebruikt werden voor schuldaflossing. Moet er dan nog 22 millioen bü? Men bedenke, dat verleden Jaar buiten het concessiegcld, reeds 200 millioen ia De opbrengst kan tegenvallen, maar niemand wss» Via» uien nverwe.ire.nd bezwaar kan dat Iedere nieuwe heffing Vaststaat, dat niet op andere minder schade lijke manier, het geld voor middelenversterking is te verkrijgen. De heer Kerkten wilde de stortingen In he* Invallditeltsfonds Inderen en sprak v..--. Eumulatie. Deze stortingen zon reeds sterk gereduceerd en bovendien is dezer zake kunnen °Uit "de cumulatie van salarissen en pensioe nen is weinig te halen. De Pensloonwet bevat reeds scherpe bepalingen en grootendeels druk ken de lasten op andere dan de Rijksmiddelen. Bovendien zal het doen van wat op dlt^pur agd ordt. vaak betoekei >rdt. w- suggesties van den heer Kersten zijn onmogelijk de noodige middelen te halen en daarom zou hü met een gerust geweten ztfn stem aan het ontwerp kunnen geven, ondanks het feit. dat hl) op sommige punten nog zwaar der heffing wenschte. Met de bescherming door den heer Bierema bü vroeger gelegenheid, voor den landbouw ge vraagd. was niet in itemming diens be- I, dat heel het bedrijfsleven wordt geschaad door '|j l.o« desbetreffende voorstellen vereenigen? Het werd betwijfeld. Intusschen zu is ln overweging. Aan bezwaren ten aauzien van suikerhouden de artikelen is tegemoet gekomen, door een reeds ingediende wijziging, die ook geldt voor de onderdeelen van motoren. Aan verhooging der benzinebelasting is de voorkeur gegeven hooger belast?-- autobussen, gelijk .u^uun.w.., jommissle-Welter had i&nbevolen. De 30 opcenten zullen de benzine 11/3 cent per liter duurder maken. Het tijdel uk karakter der heffing zal voor zichtig maken bij inkoopen. Maar wat geeft dat? We hebben meer bepalingen in onze wet geving waarin een termijn van afloop ie opge- n°Nii'afloop van 1933 zjjn er tal van mogelijk heden. Als overbruggingamaatregel door bezuiniging te verkrijgen voorgestelde maatregel noodig. Da: de i ia de kan de bezuiniging voortgaan. De technische herzie- jorkeur worden f, tegen zouden kunnen worden ondervangen door de couponbelasting af te trekken van den aan slag ln de Inkomstenbelasting. Niet alleen deze heffing, maar ook de dek- kingsvoorotellen en directe belastingen van den heer Albarda hebben de strekking het leven duurder te maken. Dat de beschermende werking van het ontwerp begint boven 10 is niet vol uit den aard der zaak eenige bescherming oi Het buitenland werkt sterk met specifieke rechten en dat werkt sterk beschermend. Meer malen is daarom ook hier te lande gevraagd, maar de minister wil dat niet doen. Juist om de bescherming. Maar de 13 vindt hü. zijn niet sterk beschermend. Het bezwaar aan Ouchy ontleend, kon de minister niet deelen. Inwerkingtreding van dat verdrag ia afhankelijk van toetreding van ver schillende mogendheden, maar de voorgestelde verhooging kan die toetreding bezwaarlijk tegen houden, omdat de mede-contractanten dadelllk proflteeren van de voordeelen van toetreding, die in art. 2 ziln omschreven. Wie tot Ouchy toetreedt, zal dat ln de eerste plaats princi pieel doen. weg der automatl- der zouden volgen eehe verhooging van net tanei >«n m.™ -echten. Zü staan nog op dat standpunt. Het I Is de Regeering bereid Zoo wordt art. 2 een motor tot toetreding Komt een Tolunie tot stond, don sol de dek- dng der middelen uit anderen hoofde wo Replieken volgden. De heer ALBARDA (s.d.) vond. dat aJs de minister op andere wtjze de middelen kan vin den bij inwerkingtreding van Ouchy. hö het nu ook kan. Men denke er aan. dat Ouchy snel in werking kan treden Dat is niet aan te bev dekikng Beter is heel 1 het tekort uit te stellen tot 1 behandeling der begrootlng. De heer BIEREMA (11b.) betoogde, dat hü niet lnconsekwent was. De heer VLIEGEN (s.d.) meende, dat Ouchy nog even duren kan en daarom beteekent do toezegging van den minister weinig. Het geld komt onderwijl binnen. Dat ls geen der Regie ring waardige houding. De tariefmuren moeten omlaag en zoker niet verhoogd. De minister van Buitenlandsche Zaken moest de eerste z(jn om daartegen te protesteeren. Wie protectie wil. zal Ouchy tegenhouden. De heer KERSTEN (s.g.p.) handhaafde zön "nTheer COLIJN (a.r.) waardeerde de poging maakt de beslissing niet gemakkelijk. De houding van den minister kan ook .ge varen meebrengen en de pogingen verzwakken om Ouchy tot stand te brengen De Regeering verklaarde steeds, dat geld i Wai den i het etaontwerp onthouden. Intusschen wilde de heer Colün de vraag ...ellen of het niet beter ware het voorstel der Regeering af te handelen, wanneer haar alge- ■neene financieele plan aan de orde zal zijn. Oe wenschelükheld daarvan ls door meer dan ién lid betoogd. Zelf wilde de hepr Colijn hler- toe geen voorstel doen, maar volstaan met de suggestie omtrent de mogelijkheid om ds be- illssing over het wetsontwerp te verschuiven Lot na het algemeen debat over de RUhstH» ^De^hfer SNOECK HENKEMANS (c.h.) was door 't rumoer in de Kamer moeilijk te volgen. Zijn. hoofdbezwuar was echter vervallen, naar hüD«eheer^OUD (v.d.) verwachtte van uitstel geen heiL Een kabinet, dat het *{2 den heer Colün in Genève vernietigt. Is niet waard, de reddende hand te worden toege stoken. Wat moet het buitenland daarvan «ei ^MINISTER DE GEER dupliceerde. HÜ zoto zich bü later behandeling van het ontwerp heb- on neergelegd, indien de Kamer zlon daarover 'DeeSRe°géerlngdwenscht even hartgrondig als wie ook Ouchy te zien slagen en za er gaa een deel der fiscale rechten voor opofferen Komt Ouchy op korten termündan geldt, aux „T,nj, rnanx les grands remedes. evenajs i» 1914 toen we ln 14 maanden 250 millioen uit- Kavén voor mobni.ntle en I» December ven dat laar ook 250 millioen leenden Maar met een tekort van 23 millioen voor 1933 valt niet te WWafde minister over Ouchy zeide en zegging, die hü deed. kunnen voor het verdrag |4n handicap zön. Wat de heer Oud daarover sprak ls niet vaderlandslievend de uitstel-motie De heer AALBERSE (r.k.) merkte op. .dat XZgS&ttSSSJZ tBffK van de laatste dagen toont, dat verscnuiving van de beslissing over het wetsontwerp no nu. do behandeling der Rijksbegrooting "er scbelijk ia. Er Is een meerderheid die bereid foor dekking te zorgen, ook als het «est werp niet mocht worden aanvaard. En daar werd mede namens de herren Snc*£k lïem- lcemans en Beumer een motie voorgesteld om ivingen over de Rijksbegrooting voor 1933- De heer DE VISSER (oomm.) deed zeer ver- jntwaardlgd over dit ultjt. 5ss,drs: communisten, tegen -.„.tinmt „n de De hebben en niet wachten kon. neer andere middelen met 1 April kon erken. scheelde dat 5 millioen: dat ls als Ouchy in werking treedt en ineens het heele bedrag wegvalt? De minister heeft, indirect, aan het slot de kabinetskwestie gesteld. Is dat standpunt in de gegeven omstandig heden redelük? Verladen jaar ls gezegd, dat de Hi' - Een verstandige huisvrouw heeft altijd Blue Band in huis! Zij weet uit ondervinding dat zij niets beters VERSCH GEKARND 30 ets. per ,/2 pondspakje met 25% allerfijnste Roomboter onder Rijkscontróle het conflict ontstaat vergadering te Uit het Sociale Leva*. PERMANENTE COMMISSIE DER RIJKS VERZEKERINGSBANK. De op voorstel van 't bestuur der Rökaverzeke rine-bank uit de centrale organisaties werkgever sen werknemers ingestelde perma nente commissie van overleg, welke met en on- leiding van voornoemd bestuur periodiek zal bijeenkomen ter behandeling van zaken, betref fende de aan de Rijksverzekeringsbank opge dragen uitvoering der sociale verzekeringswet- zal 3 November as. haar werkzaamheden Was Dinsdagmiddag, dat gedeelte der week waarop ik van mijn bü de wet voorgeschreven rust geniet. ■k Was een loopje gaan doen en kwam zoo doende ln het gemeentelijk slachtlokaal terecht. 'k Had er een oogenblik gestaan, toen een patroon zich nevens ml) plaatste en een ge sprek begon. „Heb Je alweer vacantia?" «oo ving bü de 'ik'beduidde hem, dat ik mün vrüen middag had, waarop ieder slagersgezel recht heeft, krügt een belangrük deel van hen dien njet. Venfinig kwam het antwoord: „Ja, Ja, Jul vrü en w|j het werk doen." Waarop ik weer repliceerde, dat wü alleen maar over vrüen tüd de beschikking hebben, wanneer do wet ons dien toestaat. 't Gesprek stokte. Even later wees hü naar een gezel, die bezie- was een koe af te werken en vroeg: „Is di VRIJDAG 28 OCTOBER. Concerten, en r e r u m VARA. Orgelspel. e r s u m. VARA- Orgelspel, i- "e r s u m. VARA. De Flierefluli .-er sum. VARA. De Fliereflultei schau Symphonie-concert. ren NCRV. Gramofoonmuziek. zen.' NCRV. H.O.V den R. B.B.C-orkest v e r s u m. VPRO. Concert, v e r s u m. VPRO. Concert, zen. NCRV. Concert, d e n K- Militair orkest, entry Concert- z e n. NCRV. VARAÜ Graniofoonmuzlek. Ingen. Cursussen, enz. NCRV. Handenarbeid NCRV. A. J. Herwig: Herfst- L Hilversum." VPRO. Cursus Kerkgesch. Hilversum. VPRO. Curue: „Moeilük- heden van het, heden". Huizon. NCRV. Meüer de Vries: Werk verschaffing. Hilvcuuu. VPRO. Fragmenten en ver halen. Politie- en Persberichten Hulzen NCRV. Politieberichten. 1 Hilversum. VPRO. Persberichten Huizes. NCRV. Persberichten. 2LATERDAG 2» OCTOBER. Huizen. KRO. Morgenconcert. Hilversum. VARA. Gramofoonmuziek Huizen. KRO. Gramofoonmuziek. Kalundborg. Strükorkest. Hilversum. VARA. Orkest. Huizen. ICRO. Lunchconcert. Hilversum. VARA. Orgelspel. Daventry. Orkest. Hilversum. VARA. Gramofoonmuziek. Hilversum. VARA. De Notenkrakers, y. Populair orkest. 15.50 16.00 Huizen. KRO. Gramofoonmuziek. 16.20 Langenberg. Vesperconcert. 16.50 Hilversum. VARA. Orgelspel. 17.30 Hulzen. KRO. Gramofoonmuziek. 18.00 Hilversum. VARA. Balalaika-orkest. 18.40 Hulzen. KRO. Gramofoonmuziek. 18.60 Londen R. Bandmuzlek. 19.30 Hilversum. VARA. Bonte avond. Lezingen. Cursussen, enz. 17.40 Hilversum VARA. Literair overzicht, 18.20 Hulzen. KRO. Weekoverzicht. 10.00 Hil 14.80 Huizen. KRO. Kinderuurtje. Politie- en Persberichten. 12.00 Hulzen. KRO. Politieberichten. 19.30 Hulz KRO. Politieberichten. en antwoordde, dat die man inderdaad zün vak verstond, maar dut hü P" veertien dagen met een ge-Infecteerde hand geloopen had zoodat op dit moment de hand nog niet al te best te ge- 'üe p'atroon was blükbaar niet overtuigd. HU zette een einstlg gezicht en zeide: „Er zün hier vrijwel geen vakkundlgen onder de gezellen schuld. Men werkt alleen met Jongens deze 18 of 20 jaar geworden zün. gooit op straat, om weer nieuwe Jongens te De Jongens, die op straat komen, moeten maar zien ergens onder dak te kornec. Maar op die wüze komen er geer akmenschen Minachtend kwam het er toen uit: „Ik wensch van mün zaak geen oude-mannenhuls te maken" Kwaad antwoordde lk: „Maak er dan een in richting voor achterlüke kinderen van!" Weer trad een pauze in. „Uw vorige bediende was toch een goed vak man. ook in uw oogen?" „Wat verdiende hü bü u?" „Twee en twintig gulden loon. ongeveer f 8 verval en 6 pond vleesch per week." „En hoeveel uren werkte hü daarvoor per „Hoe kom Je daar zoo bü?" „De man werkte geregeld van morgens 5 tot 'a avonds 9 a 10 uur en als u dan zün loon per uur uitrekent, komt u op een bedrag, da' het rük ln de werkverschaffing aan ongeschool de arbeiders betaalt!" „Ja, JU bent voorzitter van den gezellenbond en 't begrÜP best dat Jü zoo praat Maar laat lk je zeggen, dat je Je zin toch niet krügt. Wy AVONTUREN VAN JOOSJE PINDA EN PIETJE ROET door G. TH. ROTMAN 19. Maar juist bovenaan de helling floep! daar pakte de wind Tommy's pet Tommy, die vol ontzetting zijn prachtig hoofddekstel zag verdwijnen, holde het ach terna en vergat opeens het heele wagentje. De gevolgen waren vreeselijk, want het kar retje rolde in volle vaart terug, achteruit de helling weer af! Joosje en Pietje schreeuw den van angst om het hardst. 20. Mevrouw Snip. die onderaan den heu vel woonde, had dien dag juist een heelen stapel spekpannekoeken gebakken, want er zou familie op bezoek komen. Maar die had den onverwachts een telegram gestuurd, dat ze verhinderd waren. „Tja. wat moeten we nu met al die pannekoeken beginnen?" zuchtte mevrouw, terwijl ze met haar man bij het open raam zat. Wordt Maandag vervolgd.), DE VAL VAN K< Door LEWIS WALLACE In een tamelijk breede, maar bochtige straat werpen tal van flambouwen een onzeker licht. Aan beide zijden ziet men de gevels van onbewoonde huizen, en midden op de straat lange reeksen van mannen die met vereende krachten een zwaar lichaam voorttrekken. Er wordt weinig gesproken. Het werk is zeer insuannend cn de werk lieden zijn somber gestemd. Sommige van hen dragen helmen, maar de meesten zijn burgers, ook eiet men hier en daar een monnik, door het Latijnsche kruis aan den gordel kenbaar als azymiot. Een kriius- man in volle wapenrusting rijdt op en neef langs de rijen- Hij is ook hoogst ernstie. Wanneer hij soms moet stilhouden om aan wijzingen te geven spreekt hij zacht, maar zijn gelaat heldert niet op. De mannen vor deren slechts langzaam, soms staan zii ge heel stil. Dan begeeft, de ruiter zich naar de achterhoede, naar den onttakelden romp eener galei op rolhouten. De halt was noo dig om de rollen onder den romp te ver leggen. Zoodra dat geschied is roept hij: Houdt u gereed, mannen! waarop ieder zijn touw weer ter hand neemt, en od ziin- Voorwaarts, ter liefde van Christus! vol et een krachtige ruk, en de romp schiet een eind vooruit. In de laatste «veen ziin vooral twee do-- sonen onvermoeid bezig, hoewel zij meer dan iemand anders lijden onder den on- Naar het Engelsch door ALMA (154 gunstigen stand van zaken. Het zijn d» Keizer en graaf Corti. Mem is het niet moeilijk de oorzaak van 's Keizers kommer te raden. Hem was maar al te duidleijk dat zijn rijk in groot gevaar verkeerde, dat met de dageujks toenemende aftakeling van S. Romanos, het inkrimpen van zijn staat en macht gelijken tred hield. En het aanschouwen daarvan stond vrijwel gelijk met het gedwongen aanschouwen van zijn eigen sterven. Wat graaf Corti betreft, naarmate het gevaar wies spande hij zich te meer ia Hij scheen overal tegenwoordig te zijn; nu op de ruinen der torens, dan in dc gracht, een volgend oogenblik vooraan in een tegen- mijn, en dagelijks werd hij overmoediger Ziin heldenfeiten met boog en zwaard ver baasden -zijn vrienden- Hij werd een schrik voor den vijand. Hij kende geen vermoeid heid. Niemand wist wanneer hij sliep. En die tijd had om zich met hem bezig te hou den vraagde onwillekeurig: Wat bezielt hem? Hij is een vreemdeling, hij heeft hier geen tehuis, geen familie, wat kan zijn drijf veer zijn? Sommigen zeiden: christelijke ijver; anderen: gewoonte of levensmoeheid: weer anderen, zelf lage naturen, onder stelden dat do Keizer hem een groote be looning had toegezegd. Evenmin als iemand in het Turksclie kamp de ware reden kende van Mohammeds volhouden, evenmin kon men aan de andere zijde vermoeden wat den graaf tot zoo ongeëvenaarde dapperheid aanspoorde. Enkelen, onder hen de Keizer, kenden de beteekenis van de roode das, die de Italiaan nimmer aflegde, maar in de algemeene schatting was hij eenvoudig de ridder dei- dame, en zijn wapenkreet: Voor Christus en Irene!... Vooruit! versterkte deze gissing. Herhaaldelijk verrichtte de graaf zijn hel dendaden als onder Mohammeds oog, hoorde deze zijn kreet, zag hij zijn zwaard flikkeren, nu in de verte dan van nabij, maar altijd waar de krijg het felst woedde. Is het vreemd dat hij alleen de oorzaak begreep? Hij behoefde slechts af te dalen in zijn eigen hart en de kracht van zijn eigen hartstocht te meten. De ruiter, in dien donkeren Meinacht met het bevel over het vervoeren van den galei- romp belast, is graaf Corti. Men ïeec't hen: bij S. Romanos noodig- De poort is een vorm- looze puinhoop, de gracht is bijna ge'ijk met den beganeu grond, en Ciustinxani besloot een barricade op te werpen achter een nieuwe grucht Hij zal den romp met stee- nen vullen en van het dek de verdediging leiden. Bij het aanbreken van den dag moet hij op het bedoelde punt zijn. Terwijl de graaf hiermee bezig was bevond Konstantijn zich in de S. Sophia, waar de mis bediend zou worden. De priesters ver wisselden van kleeding. de misdienaren staken de groote waskaarsen aan. De Kei zer zat op zijn gewone plaats binnen bet koperen hek, geheel alleen; slechts zijn wapendrager stond naast hem. T>» handen rustten op de knieën, 't hoofd was gebogen. Hij had groote behoefte aan hst gebed. De verwoesting bij de poort was schrikwek kend, maar God regeerde, en bewaarde zijn machtsbetoon misschien voor een wonder baarlijke uitredding. De toebereidselen waren zoo goed als ge ëindigd toen bij de meest verwijderde deu ren een geschuifel van vele voeten gehoord werd. Het was in dat gedeelte der kerk vrij donker, en het duurde geruimen tijd, voor dat de Keizer een kleine processie zag nade ren. Hij stond op- De pijen behoorden aan orthodoxe Broederschappen, die den bitter- sten haat jegens hem getoond hadden. Sinds vele weken was geen van hen het Godshuis binnengegaan. De Keizer ontroerde zeer op dat gezicht Gevoelden de Broederen berouw over hun onvaderlandslievend gedrag? Had de Hemel1 hen eindelijk het gevaar, waarin de stad verkeerde, doen inzien? Hadden zij einde- delijk leeren begrijpen welke de gevolgen zouden zijn, als de stad den Turken in han den viel? Dat het geheele Oosten dan voor het Christendom verloren zou zijn, zonder uitzicht om het ooit terug te krijgen? Een wonder dus!.... en Gode de eer! Zichzelven geheel vergetende ging de vrome Keizer naar de poort van het koperen hok opende haar en wachtte de boetvaar- ditren op. Voor de poort gekomen knielden zij voor hem neder... tot zoover velgden zij het ailoude gebruik. Broeders sprak de Keizer, dit hoogaltaar werd vele dagen lang niet met uw tegen woordigheid vereerd. Als Basileus roep ik u het welkom toe, ook in Gods heiligen naam Mijn verstand zegt mij dat uw terugkeer tot op zekere hoogte in verband moet staan met den ongelukkigen toestand, waarin stad en land. om van onzen godsdienst niet te spreken, verkeeren. Laat een van u op staan en mij zeggen wat uw komst in dit plechtig uur! beteekent- Een bejaarde Broeder stond op en ant woordde: Uwe Majesteit is natuurlijk be kend met de oude overleveringen aangaande Ivonstantinopel en dc Santa Sophia; duid ons echter niet euvel zoo wij vreezen, dot gij niet zoo goed zijt ingelicht met betrek king tot een latere profetie, zeer betrouw baar naar wij gelooven, waarom wij wagen er uwe Majesteit over te spreken. Deze profetie luidt aldus: De ongeloovigen zullen de stad binnentrekken, maar zoodra zij bij de zuil van Konstantijn den Groote genaderd zijn, zal een engel uit den hemel nederdalen en een zwaard geven in de hand van een eenvoudig man, gezeten aan den voet. der zuil, en hem bevelen Gods volk daarmede te wreken. Door plotselinge vrees bi vangen zullen de Turken alsdan op de vlucht slaan en uit de stad verdreven worden, ja tot aan de grenzen van Perzië. Deze voorzegging ontneemt ons en ieder die haar geloovig aan neemt alle vrees voor Mohammed en voor zijn goddelooze horden, en wij rijn den Hemel dankbaar voor de godio'.ijke tus- scl/ienkomist. Maar, Majesteit, wij wcnschon ir,cl uw welnemen de eer dier bevrijding aan de Heilige Moeder te laten, die reeds zooveel eeuwen lang voor onze vader.-n gezorgd heeft, en hen menigmaal op wonderbare wijze redde. Daarom hebben do Broeder schappen van Ivonstantinopel, één in trouw aan de gezegende Madonna .'an Blochcme, ons afgevaardigd, ten einde uw toestemming te vragen urn de Ponagia te halen en ze in handen te stellen van de vrome vrouwen dezer stad. Morgenmiddag zulten zij met goedvinden van uwe Majesteit in de Acro polis te samen komen, en met de banier aan 't hoofd in optocht langs de muren en be dreigde poorten gaan, niet twijfelende of op dat gezicht zullen de Sultan en zijn onge doopte horden van hun adem beroofd wor den, of op de vlucht slaan. Dit bidden wij van uwe Majesteit, opdat de Moeder Gods in deze droeve tijden weder moge ontvangen de eer en vereering, haar in vroeger dagen door de Keizers en do Grieken toegebracht. De oude man zweeg en viel weer op de knieën, terwijl zijn metgezellen luide hun Amen deden hooren. 't Was goed dat het schemerduister was en 's Keizers gei in de schaduw bleef; 't was goed dat ii. aouding der geestelijken hem vrijwaarde voor een te nauwlettende beschouwing. Een gevoel van medelijden, verachting en diepe verontwaardiging maak te zich van hem meester, verwrong zijn gelaatstrekken en deed zijn lichaam trillen. Herroeping en berouw!-.. Aanbod om bij de poorten en verwoeste muren te hol]>en!... God sta hem bij! Geen woord van leedwezen over hun dwalingen en verkeordlioden. geen syllabe van erkenning voor hetgeen hij gedaan had... en dat terwijl hij zich voorbe reidde, om indien het geëiseht werd. te sterven zooals den Ketoer van een dapper, edel volk paste!... Een oogenblik staarde hij hen aan, een oogenblik vol droefheid, schaamte, verontwaardiging, nog verzwaard door een smartelijk gevoel van persoonlijke verongelijking. Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1932 | | pagina 9