llirnwr £ri hsrijr Öiourattt
Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor L eiden en Omstreken
EERSTE BLAD.
ABONNEMENT:
per kwartaal In Lelden en In plaat
sen waar 'n agentschap gevestigd ls ƒ2.35
Franco per post 2.35 portokosten
Per week 0.18
Voor het Buitenland bij wekelijk-
sche rending „4 50
Bij dagenjksche zending „5.50
Alles bij vooruitbetaling
Losse nummers 5 cent
met Zondagsblad TV^ cent
Zondagsblad niet afzonderlijk verkrijgbaar
Bureau: Breestriat 123 Telefoon 2710 (na 6 uur 3166) Postbox 20 Postgiro 58936
DONDERDAG 27 OCTOBER 1932
NO. 3798
ADVEBTEN.1EN
Van 1 tot 5 repels...f l.r*Vi
Elke repel meer3-22V»
Ir.gez. Mededeelingen
van 1—5 regels 2-30
Elke regel meer0.45
Bij contract belangrijke korting.
Voor het bevragen aan t bureau
wordt berekend 0.10
12e Jaargang
Dit nummer bestaat uit DRIE bladen
EEN VREEMD GEVAL
i In het Weekblad voor Gemeentebelangen
1932, 38/39, publiceert dr. Philip J. Idenburg
!een overzicht van den huidigen stand der ge
meentelijke bemoeiingen met het bewaar-
schoolondenvijs. Dat overzicht is samenge
steld door de afdeeling Onderwijs-statistiek.
Maar omdat het budget van het Bureau de
publicatie daarvan niet gedoogde, plaatst
dr. Idenburg, Chef van die afdeeling, het over
'zicht nu maar in het Weekblad voor Ge
meentebelangen, het orgaan der Vereeniging
kan Nederlandsche Gemeenten, uitgegeven
vraagt de „Maasbode" en geeft daarop een
luitvoerig antwoord, dat wij hier gedeeltelijk
releveeren, omdat het ons volkomen juist
noeschijnt.
In de eerste plaats moet er de aandacht op
vallen, dat het bijeenbrengen en verwerken
der gegevens natuurlijk veel en veel meer
geld kost dan de publicatie. Dat maakt het
geval reeds vreemd.
„Maar, dat daargelaten, hebben we nu te
(doen met een officieele publicatie van een
xijksinsteling, het Centraal Bureau voor de
(Statistiek, of met een artikel van een parti
culier, dr. Idenburg, in het Weekblad van
Die vraag moet noodzakelijk beantwoord
kvorden. Want, met welk recht worden deze
gegevens het eerst in een bepaald weekblad
gepubliceerd? Dat is zeker niet in orde.
De heer Idenburg heeft de gegevens toch
miet verzameld, of op rijkskosten en met me
Idewerking der schoolbesturen doen verzame
i]en om als particulier een artikel te schrijven
in een periodiek door een particulier uitge
geven?
Erger wordt de zaak nog, als de schrijver
[ten slotte'de vraag beantwoordt: wat zou een
(behoorlijke regeling van het voorbereidend
Onderwijs kosten? Dat is toch geen vraag,
'die door het Centraal Bureau voor de Statis
itiek beantwoord moet worden. Eln.ook niet
in een „officieele" publicatie door een ambte
aar op eigen gezag.
Hoe die vraag beantwoord wordt, laten we
ihans rusten. We hadden het artikel reeds
terzijde gelegd om er, wat h"t zakelijke deel
betreft binnenkort aandacht aan te schenken.
Maar het is goed, dat de „Maasbode" op het
form eel e van het geval wijst en terecht be
6luit het blad met de opmerking:
„Wat wij wilden betoogen is, dat het
hoog tijd wordt, dat het Centraal Bureau voor
de Statistiek zich eens met zijn Chef van de
iafdeeling Onderwijsstatistiek, dr. Philip J.
[Idenburg, verstaat ten aanzien van de vraag
.hoe de officieele publicaties van het eerste
ien politieke beschouwingen van den laatste
lyoortaan uit elkaar gehouden zullen worden
j Wij behooren te weten met wien wij te
doen hebben."
En wat er met officieel verzamelde gege
vens gebeurt zouden wij er nog aan toe wil
len voegen. Want nu deze zaak aan de orde
I wordt gesteld, willen we nog iets anders
'naar voren brengen.
Ook op andere wijze wordt of werd o.i. mis
bruik gemaakt van officieele gegevens. Wij
zulen in algemeen© termen een, voorbeeld
geven.
Het is gebeurd of gebeurd nog, dat een amb
tenaar aan een der departementen, waar ook
regelmatig belangrijke gegevens binnenko
men deze blijkbaar met volle instemming
van hoogere en hoogste chefs gebruikte
voor een dagbladartikel en op zoodanige wij
ze,' dat het dagblad regelmatig een mooie
primeur had.
De gang van zaken was dan aldus: de ge
gevens kwamen in den loop van den dag,
vaak soms des avonds binnen.
De ambtenaar, wiens taak het was deze
te verwerken, maakte laat in den avond
vliegensvlug 'n excerpt en gaf dat door aan
dc redactie van het blad, waarmee hij een
contract had afgesloten; laat ons zeggen te
gen een prijs van ongeveer een gulden per
regel.
Een flink bedrag; maar een belangrijk arti
kei, dat geen enkel blad op dat oogenblik
kon hebben is wel een lieve duit waard.
Het geval, waarvan we de algemeene om
schrijving gaven, loopt feitelijk parallel met
de ongewone publicatie van het Centraal Bu
reau; maar beide gevallen loopen o.i. niet
weinig mank.
RARE DEMOCRATEN
In de R.K. Staatspartij komt men in de
laatste jaren rare democraten tegen. Een
bizonder soort vindt men thans te Rijswijk
(Z.-H.). Ze hebben daar een club gevormd
ter bestudeering van de Kath. Democrati
sche beginselen.
Nu, studie is nooit verkeerd; vooral niet
Voor jonge mensclien, en vooral niet, 1
Deer ze zich met de politiek wenschen in te
laten. Maar deze radicale roomsch-katholie-
ken meenen, dat kamerleden niet. mogen
Studeer en; dezen behooren alleen ui! te voe
ren, wat in het verkiezingsprogram is opge
nomen cn dan nog volgens de exegese van
de radicale jongeren. Een drietal R.K. leden
der Eerste Kamer heeft het onlangs onder-
vonden; ze werden uitgeworpen.
Wat er in het verkiezingsprogram komt
te staan, dient men eveneens aan anderen
over te laten. De kamerleden zijn feitelijk
geen leden, doch slechts werktuigen der
partij. En daarom spraken de R.K. radicalen
te Rijswijk er hun misnoegen en ontevre
denheid over uit, dat enkele r.k. kamerleden
deel genomen hebben aan het debat ovei
amendementen op het verkiezingsprogram
ingediend; ja, dat sommige van die (radi
cale) amendementen zelfs werden afgekeurd.
Het is eenvoudig ongehoord. Waar bemoeien
die kamerleden zich toch mee?
De roomsche, radicale Rijswijkers gaven
dan ook „als hun meening te kennen, dat
het niet strookt met den democratische»
geest der R.K. Staatspartij, dat haar verte
genwoordigers in de Staten-Generaal op
eênigerlei wijze invloed uitoefenen op het
samenstellen van de eindredactie van het
program dier partij".
Ziezoo, die zit De kamerleden onmondig
en onbevoegd verklaard om mee te beraad
slagen over het program, dat ze straks ver
dedigen moeten, 't Is voor mekaar.
Doch, de Ma a s b o d e oordeelt anders.
„Het heeft er allen schijn van", schrijft
het blad, „dat in sommige kringen buiten
gewoon vreemde begrippen gaan heerschen
omtrent democratie- en democratische»
geest. Als het zoo doorgaat kan men ten
slotte aan deze termen volstrekt geen waar
de meer hechten. Dat leden der Staten-
Generaal, evengoed lid der partij als ieder
ander, en zeker niet met minder politieke
ervaring, daarenboven juist namens de par
tij met het politieke werk bij uitstek belast,
geen invloed zouden mogen uitoefenen op
de eindredactie van ons politiek program,
is eenvoudig verbluffend. Wij kunnen ons
moeilijk een meer ondemocratisch stand
punt indenken!"
Ja, wie nuchter oordeelt, stemt met dit
betoog in. Maar een feit is nu eenmaal, dat
would-be radicalisme in den regel niet hee-
lemaal nuchter, doch min of meer „onder
den invloed" is.
Vandaar de politieke kinderpraat.
BINNENLAND.
DE VLEESCHCONTINGENTEERING
IS ER IETS MEE BEREIKT?
In het voorloopig verslag van de Tweede
Kamer over het wetsontwerp tot regeling
van den invoer van versch of gekoeld en
bevroren rund- en kalfsvleesch vroegen ver
scheidene leden welk effect door de contin-
enteering is bereikt. De verwachte prijs-
erhooging van het vee is uitgebleven. Wel
is daartegen de prijs van het vleesch ge
stegen
Andere leden achtten het percentage van
de contingenteering nog te hoog, gezien
de uiterst lage veeprijzen.
Sommige leden vroegen waarpm met De
nemarken meer rekening dient te worden
gehouden dan met andere landen.
HET BOTER-CONTINGENT
MOET HET VERLAAGD WORDEN?
In het voorloopig verslag van de Tweede
Kamer over het wetsontwerp tot wijziging
an de Wet van 25 Juli 1932 tot regeling
an den invoer van boter kon men zich al
gemeen met dit wetsontwerp vereenigen.
Alleen werd de vraag gesteld, of er niet,
gezien het feit, dat men het surplus van
boter met verlies tracht uit te voeren, alle
redenen zijn om het contingent te verlagen.
OPGAAF VAN VETVOORRAAD
De Minister van Economische Zaken heeft
bepaald, dat ieder die on 8 Oct. 1932 meer
dan 500 K.G. vetten in zijn bezit had. daar
van opgaaf moest doen bij de Crisis-Zuivcl-
Centrale.
Van bevoegde zijde vestigt men er de aan
dacht op. dat bij niet aangffte de overtreder
gestraft kan worden met 6 maanden hech
tenis of een geldboete van f 10.000. terwijl
de voorraad kan worden verbeurd verklaard.
CONTINGENTEERING BROOD-
INVOER
EERSTDAAGS TE WACHTEN
Op desbetreffende vragen van den heer
Van Hellenberg H u b a r heeft de Mi
nister van Economische Zaken meegedeeld,
dat een hrood-contingenteeringsmaatvegel
wordt voorbereid, waarvan de afkondiging
eerstdaags zal volgen.
AFVLOEIING VAN SPOORWEG
PERSONEEL
EEN TEGENSPRAAK
Naar aanleiding van het ook door ons over
genomen bericht van het Leidsch Dagblad,
betreffende afvloeiing van het spoorwegper
soneel boven de 00 jaar, heeft de Standaard
van den heer J. Augusteijn, voorzitter van
den Prot. Christ. Bond van Spoor- en Tram
wegpersoneel, vernomen, dat dit bericht, vol
gens de door den heei Augusteijn aan het
meest bevoegde adres ingewonnen informa
ties, niet op waarheid berust, doch dat in
tegendeel niet te verwachten valt. dat men
zoover zal gaan.
NEDERLANDSCHE HANDELS
POLITIEK
WORDT EEN ZWENKING NAAR
ENGELAND VOORBEREID?
GROEIENDE ERGERNIS TEGEN
DUITSCHLAND
De Londensche correspondent van het
Berliner Tageblatt, Walter Schindler. heeft
uil Den Haag een zeer belangrijk artikel
aan zijn blad geschreven, dat wel eens sug
gestief op de Duitsche regeering en het Duit
sche volk zou kunnen, inwerken. Over de
waarheid van zijn interessante beweringen
kunnen wij natuurlijk niet oordeelen; ze
zijn belangwekkend genoeg er aandacht aan
te besteden.
We willen er alleen de aandacht op ves
tigen dat in onze rubriek Economische Pro
blemen van 12 Oct. en uitvoeriger in die van
22 October het vraagstuk van een her-oriën-
teering van onze relaties met onze Ooster
en Westerburen is besproken.
Hij schrijft:
„Een kort oponthoud in Nederland beves
tigt den indruk, dien men een tijdlang kon
ontleenen aan de Nederlandsche pers, n.l.
dat een ongewoon diepe ergenis over
Duitschland voelbaar wordt
Men zal verder moeten treden in de struc
tuur van het Nederlandsche zakenleven en
zich moeten verdiepen in de mentaliteit van
den Nederlander, om deze ontstemming ge
heel te begrijpen.
De landbomvstaat Nederland beschouwt
zich van oudsher als het natuurlijk agrari
sche achterland van het industriegebied van
West-Duitschland."
Maar Nederland koopt ook heel veel van
Duitschland en kan niet toelaten, dat
Duitschland feitelijk voor ons de grenzen
sluit, want vrijhandel is den Nederlander
aangeboren.
„Geschat naar de waarde stond tegenover
den Nederlandschen export van 256 millioen
gulden een import van niet minder dan 619
millioen gulden. Ook Nederland heeft intus-
schen in strijd met zijn principe, besloten
lot zekere invoerbeperkingen op grond van
zijn coniingentceringswettcn. Maar de prin-
cipieele opzet is onveranderd gebleven" en
daarom moest men de „Tomatencommissie"
wel ongetroost heen laten gaan.
Deze Duitsche voorstellen gaven
geen enkele mogelijkheid
tot ernstige overweging. Want „men heeft
de invocrcijfersvan het laatste kwartaal
van 1931 voorgesteld als basis van de con
tingenteering van ongeveer 40 pet., dus van
een kwartaal, dat op zichzelf een zeer lagen
Nederlandschen export naar Duitschland
kon aanwijzen.
Men zie het volgende staatje van den Ne
derlandschen uitvoer naar Duitschland in
de eerste negen maanden, in millioenen K.G.
1929 1930 1931 1932
Boter 28,1 24,8 15,2 6.9
Kaas 33,6 30,5 27,1 25,2
Roodekool 31,7 31,3 14,8 19,5
Bloemkool 27,4 27,5 14,0 8,1
Tomaten 24,5 32,2 27,6 36,9
Men heeft de Duitsche contingenten en in
voerrechten tot nu toe met een zeker geduld
en met een zeker begrip gedragen in Neder
land.
Het botercontingcnt van 5000 ton had toch
al eenige opschudding verwekt, maar de
nieuwe meer elastische Duitsche regeling
zal hier een verhooging voor Nederland mo
gelijk maken. Maar ter zake kundigen be
weren, dat de nieuwe contingenteerings-
voorstellen ten slotte op niets anders zullen
uitioopen dan den Nederlandschen levens-
middclepexport naar Duitschland te beper
ken tot ongeveer 12 pet. van dien in een
normaal jaar."
Intusschen zint men in Den Haag op ver
weer. „In alle stilte worden daar plannen
gemaakt en besproken, over de draagwijdte
waarvan men in Duitschland niet weinig
verbaasd zal staan.
Maar op de een of andere manier koestert
men toch ook wel de stille hoop, dat de
Duitsche regeerimg of geheel van de contin
genteering zal afzien of ten minste zeer be
langrijke veranderingen zal invoeren.
Gebeurt dat echter niet, dan kan men er
zeker van zijn, dat Den Haag ernaar streeft
zijn handelsrelaties met andere landen uit
te breiden ten koste van Duitschland. Hei
feit, dat het Duitsch-Nederlandsche handels
verdrag op 31 December afloopt kan zulks
in de hand werken.
Herhaaldelijk is in den la&tsten tijd het
probleem van een
toenadering tot Groot-Britannië
besproken. Maar met de aankondiging van
te verwachten onderhandelingen over han
delsverdragen tusschen Engeland en de
Scandinavische staten, is de zaak pas op
gang geraakt.
Volgens mijn inlichtingen zal dezer da
gen een vertegenwoordiger van de Neder
landsche regeering naar Londen gaan, om
inet de Engelsche regeering voeling te krij
gen, aanvankelijk alleen nog maar voor in
lichtingen.
Engeland voelt veel voor toenadering, en
schijnt van plan, „om Nederland evenals de
Scandinavische landen op te nemen in een
min of meer gesloten Empire-handelssysteem
en ook met N">d' rland een daaraan beant
woordende soort „koehandel" te beginnen.
Er moet de nadruk op worden gelegd, dat
men ook in Den Haag de mogelijkheden van
een toenadering bespreekt. Maar deze be
sprekingen zijn tot nu toe nog zeer vaag ge
bleven.
De consekwenties van de verdragen vau
Ottawa zijn voor Den Haag nog te onduide
lijk. dan dat de Nederlandsche regeering
reeds van haar kant zou kunnen zien of de
aanslagen op het ineestbegunstigingssysteeui
die in de besluiten van Ottawa zijn vastge
legd, of de bezwaring tegen een uitbreiding
van het voorkeurssystecm buiten het Em
pire, zijn te overbruggen."
„Overigons moet men wel bedenken, dat
het handhaven van den gouden standaard
in tegenstelling met de Scandinavische
landenNederland in een heel andere
posi ie tegenover Groot-Britannië plaatst'
Maar er is toch wel een en ander te doen
GEEN VARA-UITZEND1NG
VAN DE HAAGSCHE BETOOGING.
De Minister van Waterstaat heeft met be
trekking tot de vragen van den heer Knot
tenbelt, inzake 's Ministers verleening
van medewerking aan jen uitzending door
de Vara, van de op 8 Nov. a.s. ter gelegen
heid van de voorgenomen betoogingen te
Den Haag te houden redevoeringen en van
het verloop van die betoogingen, aan den
voorzitter der Tweede Kamer den volgenden
brief gezonden:
lo. Ik heb de eer U mede te deelen, dat
ik met betrekking tot het onderwerp, in de
vragen van den heer Knottenbelt bedoeld,
een beslissing heb genomen: er bestaat bij
mij overwegend bezwaar tegen om mijn
medewerking te verleenen ten behoeve van
't in mijn aangehaalden brief bedoelde rui
len van zenduren. De aangevraagde uitzen
ding zal dus niet plaats hebben.
2o. Ik acht het wenschelijk met het oog
op den vereischten spoed U hiermede thans
reeds in kennis te stellen; de heer Knotten
belt zal, na kennisneming van mijn beslis
sing en in verband met hetgeen ik reeds in
mijn vorig schrijven mocht opmerken, wel
licht termen kunnen vinden, om van hel
opnieuw stellen van zijn vragen af te zien.
A. M. HENSt
Te Den Haag is gisteren overleden de heer
A. M. Hens, oud-lid van den Raad van Ned.
Indië en oud-gouverneur van Atjeh en on-
derhoorigheden.
DE NEDERLANDSCH-DUITSCHE
BETREKKINGEN
Men meldt uit Essen aan de N. Rott. Crt:
„In leidende kringen van de Rijnsch- West-
faaische industrie worden tegenover den Ne
derlandschen boycot van Duitsche industrie
producten afweermiddelen beraamd, Zoo
heeft voor het geval, dat de propaganda van
zekere Nederlandsche kringen tegen Duitsch
land op de huidige wijze verder gedreven
en verscherpt wordt, de vereeniging tot be
scherming van de oeconomische belangen in
het Rijnland en Westfalen de vorming van
een comité in overweging genomen. Dit co
mité moet onderzoeken, of en in hoeverre het
groot Nederlandsche verkeer met Duitsch
land, met inachtneming van de belangen
van de Duitsche zee- en binnenscheepvaart,
door Duitschland ontlast kan worden.
Zooals daarbij uitdrukkelijk opgemerkt
werd, gaat het slechts om voorzorgmaatrege
len. Men wenscht dringend, dat de hartelijke
betrekkingen, die tusschen West Duitsch
land en Nederland bestaan, in vollen om-
T' beschermd worden, zoodat de voor bei-
do landen zoo nadeelige moeilijkheden van
vorenaf aan vermeden kunnen worden."
België is met name in Antwerpen en Gent
druk doendé om het verkeer aan Rotterdam
te ontfutselen en een Duitsch blad beweert,
dat men met verschillende firma's al aardig
vorderingen maakt.
PROV. STATEN VAN Z.-HOLLANP
EEN VACATURE
De heer G van Muiswinkel Mzn.
heeft naar men ons meldt om gezondheids
redenen zijn ontslag ingediend als lid van
de Provinciale Staten van Zuid-Holland.
Zijn opvolger op de lijst is Mr. J. A. de
Wilde, te Den Haag.
om de Duitsche invoer ten bate van Enge
land te verminderen.
„Wij hebben allen grond om aan te ne
men. dat hierbii de vraag van de Neder
landsche kolenhehoefte een bijzonder be
langrijke rol speelt. Nederland heeft in 1931
ongeveer 9.4 millioen ton kolen ingevoeld
ter waarde van pl.m. 107 millioen gulden,
waarvan pl.m. S0 millioen uit Duitschland.
Het staat vast, dat de regeering in Den
Haag den
koleninvoer zal aanbieden.
als object voor de aanstaande onderhande
ling over een handelsverdrag met Engeland.
Men denkt daarbij niet aan een feitelijk
invoerverbod van Duitsche kolen of een
speciaal invoerrecht. Alleen met behulp van
de Nederlandsche contingenteeringswetten
zou men een regeling van den kolenimport
uit Duitschland kunnen doorzetten".
Er zullen moeilijkheden zijn, ook tegen
over Beigië, doch misschien neemt men En
geland wel op in het Verdrag van Ouchy.
Ook tegenover Engeland kan Nederland
zich beklagen.
„Nederland heeft, door de daling van het
pond en het neoprotectionisnie van Enge
land, buitengewoon groote verliezen geleden
cp de Engelsche markt Als voorbeeld zij
aangevoerd, dat in de eerste zeven maanden
van dit jaar, in vergelijking met denzelfden
tijd in 1931, de boterexport naar Groot Brit
tannië is gedaald van 60.438 tot 24.075 cwts.,
terwijl Denemarken en Nieuw-Zeeland mei
hun eveneens gedeprecieerde valuta's, hun
export van 1.41 tot 1,5 resp. van 1.24 tot
1.37 cwts. hebben verhoogd.
De uitvoer van Nederlandsche eieren is
gedaald van 2.33 millioen tot 993.000 „great
hundreds" (1 great hundred: 120 stuks).
Toch zou men te ver gaan als men de
zelfde ergernis zou willen vaststellen tegen
over de Engelsche politiek als die ei
hecrscht tegenover Duitschland.
Want per slot van rekening heeft Neder
land veel minder van Engeland dan van
Duitschland gekocht. Volgens de waarde be
droeg de invoer uit Groot-Brittannië over
1931 159 millioen gulden tegen 619 millioen
uit Duitschland. terwijl Engeland nog het
vorige jaar met 320 gulden de eerste impor
teur was van Nederlandsche waren".
Het bovenstaande is wel een ernstige
waarschuwing aan Duitschland.
KOFFELRIJMEN
,Nou juist... nieil"
Eindelijk een paar symptomen
Van Regeerings-meerderheid!
Eindelijk REGEERING contra
Roode machtswellustigheid
Albarda krijgt nuchter antwoord
Over 't Prinsjesdagkabaai;
Duidelijk laat Ruys hier hooren:
Ik doorzie je, héélemaal!
Zivart- noch roodhemd zal hier baas
zijn;
De Regeering geeft zijn woord:
Elke revolutiepog 'ng
Wordt hier in de kiem gesmoord.
De spreék(vloek)koren verboden!
De verwenschingen op straat
Doen natuurlijk de Regeering
Op zichzelf in 't minst geen kwaad;
Maar wanneer de roode leiding
Een tekort toont aan fatsoen,
Moet, in vrede, de Regeering
Daar het noodige aan doem.
S November geen ge-Vara!
Als „de massa" demonstreert
Tegen onze Landsregeering
En een „hoogtijdag" forceert
Om de zender te misbruiken
Voor zijn taterend gebral
Dan rijmt kort, Minister Reijmer:
Rood gebral in géén geval!
Of „Nou juist" al het parool is
Waarmee Rood de strijd in gaat
De Regeering heeft bewezen
Dat een „Nou juist niétI" bestaat.
(Nadruk verboden)
LEO LENS
DE HAAGSCHE RELLETJES OP
PRINSJESDAG
MINISTER RUYS DIENT ALBARDA
VAN REPLIEK
Op vragen van het Kamerlid Albarda,
betreffende het optreden van de Haagsche
politie bij de opening der Staten Generaal,
en van diverse vereenigingen en organisa
ties welke de politie daadwerkelijk daarbij
zouden hebben ondersteund, heeft de Minis
ter van Binnenlandsche Zaken het volgende
geantwoord:
Aan de regeering was bekend geworden
dat men van particuliere zijde, zoo vereeni
gingen als enkelingen, zich had opgemaakt
om zich op 20 September jl. te scharen langs
den weg dien het Staatshoofd bij het gaan
naar en komen van de Ridderzaal zou vol
gen, mede ten einde eventueele pogingen,
welke mochten worden gedaan om het
Staatshoofd met schreeuwen of anderszins
onaangenaam te zijn, door een krachtige hul
diging te overstemmen.
De vraag of de regeering wist dat in een
bijeenkomst in den Dierentuin o.a. de raad
is gegeven zich voor het optreden in de stra
ten aan een aangewezen adres van stalen
z.g. ploertendooiers te voorzien, wordt door
den minister ontkennend beantwoord.
Van een circulaire, onderteekend door den
heer Groeninx van Zoelen in zijn kwaliteit
van algemeen secretaris der Nationale Unie,
waarin opgeroepen werd tot anti-communis
tisch optreden op 20 September en waarin
werd medegedeeld dat men de zekerheid had
gekregen hiermede de betreffende organen
der overheid van dienst te zijn. heeft de re
geering, door de publicaties daarvan in de
pers kennis genomen. Inderdaad komt in de
circulaire een passus voor. waaruit de bedoe
ling kan worden afgeleid om desnoods met
geweld op te t-eden.
Het is de regeering bekend, dat een cadet
aan de politie hulp heeft verleend. Bedoelde
militair heeft overeenkomstig het bepaalde
bij art 24 ran het reglement betreffende de
Krijgstucht, deze hulp verleend, toen de po
litie zich in zijn nabijheid genoodzaakt zag
gewapenderhand op te treden tegen een
menigte demonstranten. Na afloop van dit
treffen heeft een inspecteur van politie den
cadet te kennen gegeven, dat zijn hulpver
leening niet werd verlangd. De cadet heeft
aan deze wenk terstond gevolg gegeven en
is zijns weegs gegaan.
Van
deelneming aan een charge
of aan eenig ander politieoptreden door jon
gelieden met stokken gewapend is niets geble
ken. Dat van de zijde van fascisten herhaal
delijk de orde in gevaar zou zijn gebracht
is evenmin gebleken. De politie moest een
aantal fascisten tegen een dreigende menig
te in bescherming nemen, hetgeen haar
plicht was. Om haar taak te vergemakkelij
ken heeft de politie de fascisten verzocht bij
elkaar te blijven. Deze bescherming, die
geen andere is geweest dan aan elke andere
groep burgers, zoonoodig, ware ten deel ge
vallen. is evenals bij andere gelegenheden
op weinig opvallende wijze verleend. Op
tochten zijn niet toegestaan.
Wat betreft den passus in de circulaire,
dat dc Nationale Unie de zekerheid zou heb
ben verkregen met haar actie oo 20 Septem
ber de desbetreffende organen der overheid
van dienst te zijn, de regeering en haar or
ganen hebben met deze aangelegenheid gee-
nerle: bemoeiing gehad.
Er zijn niet, dooi' dreigend en tartend op
treden van particulieren, gevaren voor de
openbare orde te voorschijn geroepen en
evenmin rijn uitdagende vertooningen van
fascisten door de politie begunstigd.
Indien ooit particulieren eigenmachtig een
gedeelte van de taak der politie zouden
trachten op zich te nemen, zou het de taak
der politie zijn aan dit revolutionnair optre
den onmiddellijk een einde te maken. Alleen
op de overheid drukt de plicht en de verant-
Voornaamste Nieuws.
(BIz. 1)
Nalatigen in de opgave van de yetvoor-
raa l worden met boete bedreigd-
De minister van Waterstaat heeft bezwaar
tegen het verleenen van medewerking aan
uitzending door de Vara van de redevoerin
gen ter gelegenheid van de betooging op
8 November.
Minister Braun heeft medegedeeld, dat de
Duitsche contingenteeringsplannen in volle
omvang zullen worden uitgevoerd.
De minister heeft geantwoord op de vra
gen van den heer Albarda betreffende de
relletjes op 20 September.
De Londensche correspondent van het Ber
liner Tageblatt wijdt, na een bezoek aan Ne
derland, beschouwingen aan de groeiende
ergernis hier te lailde ten opi.chto van
Duitschland en de mogelijkheden an een
toenadering tusschen Nederland en Enge
land.
(Blz. 2)
Het Pruisische ministerie en de uitspraak
van Leipzig.
Minister TJiomas over den invloed, dien
hij van de Ottawa-overeenkomst op de werk
loosheid verwacht.
De minister heeft geantwoord op de vra
gen van Mej Mr. Katz inzake de Nederland
sche schippers in Frankrijk.
De vakgroep Verplegenden van de Alg.
Ned. Chi\ Ambtenarenbond heeft te Utrecht
een vergadering gehouden.
De P. C- B. in najaarsvergadering bijeen
ter behandeling van het vraagstuk dei: loons
verlaging bij de Spoorwegen.
De Den Helder is een scheepsstelling inge
stort, waarbij een persoon is gedood en een
ernstig gewond.
(blz. 3)
De derde dag van de Alg. Ned. Zendings
conferentie te Amsterdam.
Ter conferentie van ouderlingen der Geref.
Kerken in de provincie Utrecht heeft Ds.
Veder een schema voor liturgische diensten
voorgesteld.
(Blz. 5)
Dezer dagen is het 300 jaar geleden, dat
Johannes Vermeer, de bekende kunstschil
der, is overleden.
(Blz. 9)
De Tweede Kamer heeft gister de behan
deling van het ontwerp tot tijdelijke heffing
van opcenten op de invoerrechten en de
bieraccijns voortgezet. Redevoeringen zijn
o.m. gehouden door de heeren Colijn, Albar
da, Snoeck Henkemans en Kortenhorst.
Te Haarlem zijn ernstige werkloozen-
relletjes voorgevallen, waarbij een politie
agent onder de voet is geloopen.
Praatuurtje!
Brouwgerst;
Proef polder- Andijk;
Orchideeën.
woordelijkheid de openbare orde te handha
ven. Zij zal dien plicht te allen tijde met
alle haar ten dienste staande middelen on
verkort nakomen. Iedere poging om haar die
taak uit handen te nemen en buiten of tegen
het wettig gezag met geweldmiddelen "de
openbare orde te handhaven beteekent een
verstoring van de openbare orde en zal als
een begin van burgeroorlog in den kiem
worden gesmoord.
DUITSCHE CONTINGENTEERING
WORDT DOORGEVOERD
In tegenspraak met de loopende geruch
ten als zou het rapport der Commissie, die
de Duitsche contingenteeringsplannen met
de buitenlandsche regeeringen moest be
spreken, van dien aard zijn, dat het advies
zou luiden de plannen niet ten volle uit te
voeren, vernemen we dat de bedoelde maat
regelen door Vón Braun medegedeeld, in
vollen omvang zullen worden uitgevoerd.
LEIDENS FINANCIEELE
TOESTAND
HOE B EN W. HET TEKORT VAN
EEN MILLIOEN WILLEN DEKKEN
B. en W. van Leiden hebben hij den raad
ingediend de toelichting tot de begrooting
voor 19321933. De financieele toestand
f'ordt daarin als zeer zorgwekkend geschil
derd. F.r is voor een bedrag van 1.001.793
aan middelen moeten worden gevonden om
het te tekort te dekken, waarvan 399.600
over 1932 en 602.193 over 1983.
Dit tekort willen B. en W. gedekt zien
o.m. door besparing op de exploitatie van
de lichtfabrieken, beschikking over bouw-
reserve der lichtfabrieken n andere reser
ves en over het batig saldo van 1931 Voorts
willen zij overgaan tot verhooging van het
pensioenverhaal met 3 pet. voor eigen en I»
pet. voor weduwen- cn weezenpensioen en
indeeling van de gemeente voor do gemeen-
tefond&belasting in de tweede klasse.