llirnwr £ri hsrijr Öiourattt Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor L eiden en Omstreken EERSTE BLAD. ABONNEMENT: per kwartaal In Lelden en In plaat sen waar 'n agentschap gevestigd ls ƒ2.35 Franco per post 2.35 portokosten Per week 0.18 Voor het Buitenland bij wekelijk- sche rending „4 50 Bij dagenjksche zending „5.50 Alles bij vooruitbetaling Losse nummers 5 cent met Zondagsblad TV^ cent Zondagsblad niet afzonderlijk verkrijgbaar Bureau: Breestriat 123 Telefoon 2710 (na 6 uur 3166) Postbox 20 Postgiro 58936 DONDERDAG 27 OCTOBER 1932 NO. 3798 ADVEBTEN.1EN Van 1 tot 5 repels...f l.r*Vi Elke repel meer3-22V» Ir.gez. Mededeelingen van 1—5 regels 2-30 Elke regel meer0.45 Bij contract belangrijke korting. Voor het bevragen aan t bureau wordt berekend 0.10 12e Jaargang Dit nummer bestaat uit DRIE bladen EEN VREEMD GEVAL i In het Weekblad voor Gemeentebelangen 1932, 38/39, publiceert dr. Philip J. Idenburg !een overzicht van den huidigen stand der ge meentelijke bemoeiingen met het bewaar- schoolondenvijs. Dat overzicht is samenge steld door de afdeeling Onderwijs-statistiek. Maar omdat het budget van het Bureau de publicatie daarvan niet gedoogde, plaatst dr. Idenburg, Chef van die afdeeling, het over 'zicht nu maar in het Weekblad voor Ge meentebelangen, het orgaan der Vereeniging kan Nederlandsche Gemeenten, uitgegeven vraagt de „Maasbode" en geeft daarop een luitvoerig antwoord, dat wij hier gedeeltelijk releveeren, omdat het ons volkomen juist noeschijnt. In de eerste plaats moet er de aandacht op vallen, dat het bijeenbrengen en verwerken der gegevens natuurlijk veel en veel meer geld kost dan de publicatie. Dat maakt het geval reeds vreemd. „Maar, dat daargelaten, hebben we nu te (doen met een officieele publicatie van een xijksinsteling, het Centraal Bureau voor de (Statistiek, of met een artikel van een parti culier, dr. Idenburg, in het Weekblad van Die vraag moet noodzakelijk beantwoord kvorden. Want, met welk recht worden deze gegevens het eerst in een bepaald weekblad gepubliceerd? Dat is zeker niet in orde. De heer Idenburg heeft de gegevens toch miet verzameld, of op rijkskosten en met me Idewerking der schoolbesturen doen verzame i]en om als particulier een artikel te schrijven in een periodiek door een particulier uitge geven? Erger wordt de zaak nog, als de schrijver [ten slotte'de vraag beantwoordt: wat zou een (behoorlijke regeling van het voorbereidend Onderwijs kosten? Dat is toch geen vraag, 'die door het Centraal Bureau voor de Statis itiek beantwoord moet worden. Eln.ook niet in een „officieele" publicatie door een ambte aar op eigen gezag. Hoe die vraag beantwoord wordt, laten we ihans rusten. We hadden het artikel reeds terzijde gelegd om er, wat h"t zakelijke deel betreft binnenkort aandacht aan te schenken. Maar het is goed, dat de „Maasbode" op het form eel e van het geval wijst en terecht be 6luit het blad met de opmerking: „Wat wij wilden betoogen is, dat het hoog tijd wordt, dat het Centraal Bureau voor de Statistiek zich eens met zijn Chef van de iafdeeling Onderwijsstatistiek, dr. Philip J. [Idenburg, verstaat ten aanzien van de vraag .hoe de officieele publicaties van het eerste ien politieke beschouwingen van den laatste lyoortaan uit elkaar gehouden zullen worden j Wij behooren te weten met wien wij te doen hebben." En wat er met officieel verzamelde gege vens gebeurt zouden wij er nog aan toe wil len voegen. Want nu deze zaak aan de orde I wordt gesteld, willen we nog iets anders 'naar voren brengen. Ook op andere wijze wordt of werd o.i. mis bruik gemaakt van officieele gegevens. Wij zulen in algemeen© termen een, voorbeeld geven. Het is gebeurd of gebeurd nog, dat een amb tenaar aan een der departementen, waar ook regelmatig belangrijke gegevens binnenko men deze blijkbaar met volle instemming van hoogere en hoogste chefs gebruikte voor een dagbladartikel en op zoodanige wij ze,' dat het dagblad regelmatig een mooie primeur had. De gang van zaken was dan aldus: de ge gevens kwamen in den loop van den dag, vaak soms des avonds binnen. De ambtenaar, wiens taak het was deze te verwerken, maakte laat in den avond vliegensvlug 'n excerpt en gaf dat door aan dc redactie van het blad, waarmee hij een contract had afgesloten; laat ons zeggen te gen een prijs van ongeveer een gulden per regel. Een flink bedrag; maar een belangrijk arti kei, dat geen enkel blad op dat oogenblik kon hebben is wel een lieve duit waard. Het geval, waarvan we de algemeene om schrijving gaven, loopt feitelijk parallel met de ongewone publicatie van het Centraal Bu reau; maar beide gevallen loopen o.i. niet weinig mank. RARE DEMOCRATEN In de R.K. Staatspartij komt men in de laatste jaren rare democraten tegen. Een bizonder soort vindt men thans te Rijswijk (Z.-H.). Ze hebben daar een club gevormd ter bestudeering van de Kath. Democrati sche beginselen. Nu, studie is nooit verkeerd; vooral niet Voor jonge mensclien, en vooral niet, 1 Deer ze zich met de politiek wenschen in te laten. Maar deze radicale roomsch-katholie- ken meenen, dat kamerleden niet. mogen Studeer en; dezen behooren alleen ui! te voe ren, wat in het verkiezingsprogram is opge nomen cn dan nog volgens de exegese van de radicale jongeren. Een drietal R.K. leden der Eerste Kamer heeft het onlangs onder- vonden; ze werden uitgeworpen. Wat er in het verkiezingsprogram komt te staan, dient men eveneens aan anderen over te laten. De kamerleden zijn feitelijk geen leden, doch slechts werktuigen der partij. En daarom spraken de R.K. radicalen te Rijswijk er hun misnoegen en ontevre denheid over uit, dat enkele r.k. kamerleden deel genomen hebben aan het debat ovei amendementen op het verkiezingsprogram ingediend; ja, dat sommige van die (radi cale) amendementen zelfs werden afgekeurd. Het is eenvoudig ongehoord. Waar bemoeien die kamerleden zich toch mee? De roomsche, radicale Rijswijkers gaven dan ook „als hun meening te kennen, dat het niet strookt met den democratische» geest der R.K. Staatspartij, dat haar verte genwoordigers in de Staten-Generaal op eênigerlei wijze invloed uitoefenen op het samenstellen van de eindredactie van het program dier partij". Ziezoo, die zit De kamerleden onmondig en onbevoegd verklaard om mee te beraad slagen over het program, dat ze straks ver dedigen moeten, 't Is voor mekaar. Doch, de Ma a s b o d e oordeelt anders. „Het heeft er allen schijn van", schrijft het blad, „dat in sommige kringen buiten gewoon vreemde begrippen gaan heerschen omtrent democratie- en democratische» geest. Als het zoo doorgaat kan men ten slotte aan deze termen volstrekt geen waar de meer hechten. Dat leden der Staten- Generaal, evengoed lid der partij als ieder ander, en zeker niet met minder politieke ervaring, daarenboven juist namens de par tij met het politieke werk bij uitstek belast, geen invloed zouden mogen uitoefenen op de eindredactie van ons politiek program, is eenvoudig verbluffend. Wij kunnen ons moeilijk een meer ondemocratisch stand punt indenken!" Ja, wie nuchter oordeelt, stemt met dit betoog in. Maar een feit is nu eenmaal, dat would-be radicalisme in den regel niet hee- lemaal nuchter, doch min of meer „onder den invloed" is. Vandaar de politieke kinderpraat. BINNENLAND. DE VLEESCHCONTINGENTEERING IS ER IETS MEE BEREIKT? In het voorloopig verslag van de Tweede Kamer over het wetsontwerp tot regeling van den invoer van versch of gekoeld en bevroren rund- en kalfsvleesch vroegen ver scheidene leden welk effect door de contin- enteering is bereikt. De verwachte prijs- erhooging van het vee is uitgebleven. Wel is daartegen de prijs van het vleesch ge stegen Andere leden achtten het percentage van de contingenteering nog te hoog, gezien de uiterst lage veeprijzen. Sommige leden vroegen waarpm met De nemarken meer rekening dient te worden gehouden dan met andere landen. HET BOTER-CONTINGENT MOET HET VERLAAGD WORDEN? In het voorloopig verslag van de Tweede Kamer over het wetsontwerp tot wijziging an de Wet van 25 Juli 1932 tot regeling an den invoer van boter kon men zich al gemeen met dit wetsontwerp vereenigen. Alleen werd de vraag gesteld, of er niet, gezien het feit, dat men het surplus van boter met verlies tracht uit te voeren, alle redenen zijn om het contingent te verlagen. OPGAAF VAN VETVOORRAAD De Minister van Economische Zaken heeft bepaald, dat ieder die on 8 Oct. 1932 meer dan 500 K.G. vetten in zijn bezit had. daar van opgaaf moest doen bij de Crisis-Zuivcl- Centrale. Van bevoegde zijde vestigt men er de aan dacht op. dat bij niet aangffte de overtreder gestraft kan worden met 6 maanden hech tenis of een geldboete van f 10.000. terwijl de voorraad kan worden verbeurd verklaard. CONTINGENTEERING BROOD- INVOER EERSTDAAGS TE WACHTEN Op desbetreffende vragen van den heer Van Hellenberg H u b a r heeft de Mi nister van Economische Zaken meegedeeld, dat een hrood-contingenteeringsmaatvegel wordt voorbereid, waarvan de afkondiging eerstdaags zal volgen. AFVLOEIING VAN SPOORWEG PERSONEEL EEN TEGENSPRAAK Naar aanleiding van het ook door ons over genomen bericht van het Leidsch Dagblad, betreffende afvloeiing van het spoorwegper soneel boven de 00 jaar, heeft de Standaard van den heer J. Augusteijn, voorzitter van den Prot. Christ. Bond van Spoor- en Tram wegpersoneel, vernomen, dat dit bericht, vol gens de door den heei Augusteijn aan het meest bevoegde adres ingewonnen informa ties, niet op waarheid berust, doch dat in tegendeel niet te verwachten valt. dat men zoover zal gaan. NEDERLANDSCHE HANDELS POLITIEK WORDT EEN ZWENKING NAAR ENGELAND VOORBEREID? GROEIENDE ERGERNIS TEGEN DUITSCHLAND De Londensche correspondent van het Berliner Tageblatt, Walter Schindler. heeft uil Den Haag een zeer belangrijk artikel aan zijn blad geschreven, dat wel eens sug gestief op de Duitsche regeering en het Duit sche volk zou kunnen, inwerken. Over de waarheid van zijn interessante beweringen kunnen wij natuurlijk niet oordeelen; ze zijn belangwekkend genoeg er aandacht aan te besteden. We willen er alleen de aandacht op ves tigen dat in onze rubriek Economische Pro blemen van 12 Oct. en uitvoeriger in die van 22 October het vraagstuk van een her-oriën- teering van onze relaties met onze Ooster en Westerburen is besproken. Hij schrijft: „Een kort oponthoud in Nederland beves tigt den indruk, dien men een tijdlang kon ontleenen aan de Nederlandsche pers, n.l. dat een ongewoon diepe ergenis over Duitschland voelbaar wordt Men zal verder moeten treden in de struc tuur van het Nederlandsche zakenleven en zich moeten verdiepen in de mentaliteit van den Nederlander, om deze ontstemming ge heel te begrijpen. De landbomvstaat Nederland beschouwt zich van oudsher als het natuurlijk agrari sche achterland van het industriegebied van West-Duitschland." Maar Nederland koopt ook heel veel van Duitschland en kan niet toelaten, dat Duitschland feitelijk voor ons de grenzen sluit, want vrijhandel is den Nederlander aangeboren. „Geschat naar de waarde stond tegenover den Nederlandschen export van 256 millioen gulden een import van niet minder dan 619 millioen gulden. Ook Nederland heeft intus- schen in strijd met zijn principe, besloten lot zekere invoerbeperkingen op grond van zijn coniingentceringswettcn. Maar de prin- cipieele opzet is onveranderd gebleven" en daarom moest men de „Tomatencommissie" wel ongetroost heen laten gaan. Deze Duitsche voorstellen gaven geen enkele mogelijkheid tot ernstige overweging. Want „men heeft de invocrcijfersvan het laatste kwartaal van 1931 voorgesteld als basis van de con tingenteering van ongeveer 40 pet., dus van een kwartaal, dat op zichzelf een zeer lagen Nederlandschen export naar Duitschland kon aanwijzen. Men zie het volgende staatje van den Ne derlandschen uitvoer naar Duitschland in de eerste negen maanden, in millioenen K.G. 1929 1930 1931 1932 Boter 28,1 24,8 15,2 6.9 Kaas 33,6 30,5 27,1 25,2 Roodekool 31,7 31,3 14,8 19,5 Bloemkool 27,4 27,5 14,0 8,1 Tomaten 24,5 32,2 27,6 36,9 Men heeft de Duitsche contingenten en in voerrechten tot nu toe met een zeker geduld en met een zeker begrip gedragen in Neder land. Het botercontingcnt van 5000 ton had toch al eenige opschudding verwekt, maar de nieuwe meer elastische Duitsche regeling zal hier een verhooging voor Nederland mo gelijk maken. Maar ter zake kundigen be weren, dat de nieuwe contingenteerings- voorstellen ten slotte op niets anders zullen uitioopen dan den Nederlandschen levens- middclepexport naar Duitschland te beper ken tot ongeveer 12 pet. van dien in een normaal jaar." Intusschen zint men in Den Haag op ver weer. „In alle stilte worden daar plannen gemaakt en besproken, over de draagwijdte waarvan men in Duitschland niet weinig verbaasd zal staan. Maar op de een of andere manier koestert men toch ook wel de stille hoop, dat de Duitsche regeerimg of geheel van de contin genteering zal afzien of ten minste zeer be langrijke veranderingen zal invoeren. Gebeurt dat echter niet, dan kan men er zeker van zijn, dat Den Haag ernaar streeft zijn handelsrelaties met andere landen uit te breiden ten koste van Duitschland. Hei feit, dat het Duitsch-Nederlandsche handels verdrag op 31 December afloopt kan zulks in de hand werken. Herhaaldelijk is in den la&tsten tijd het probleem van een toenadering tot Groot-Britannië besproken. Maar met de aankondiging van te verwachten onderhandelingen over han delsverdragen tusschen Engeland en de Scandinavische staten, is de zaak pas op gang geraakt. Volgens mijn inlichtingen zal dezer da gen een vertegenwoordiger van de Neder landsche regeering naar Londen gaan, om inet de Engelsche regeering voeling te krij gen, aanvankelijk alleen nog maar voor in lichtingen. Engeland voelt veel voor toenadering, en schijnt van plan, „om Nederland evenals de Scandinavische landen op te nemen in een min of meer gesloten Empire-handelssysteem en ook met N">d' rland een daaraan beant woordende soort „koehandel" te beginnen. Er moet de nadruk op worden gelegd, dat men ook in Den Haag de mogelijkheden van een toenadering bespreekt. Maar deze be sprekingen zijn tot nu toe nog zeer vaag ge bleven. De consekwenties van de verdragen vau Ottawa zijn voor Den Haag nog te onduide lijk. dan dat de Nederlandsche regeering reeds van haar kant zou kunnen zien of de aanslagen op het ineestbegunstigingssysteeui die in de besluiten van Ottawa zijn vastge legd, of de bezwaring tegen een uitbreiding van het voorkeurssystecm buiten het Em pire, zijn te overbruggen." „Overigons moet men wel bedenken, dat het handhaven van den gouden standaard in tegenstelling met de Scandinavische landenNederland in een heel andere posi ie tegenover Groot-Britannië plaatst' Maar er is toch wel een en ander te doen GEEN VARA-UITZEND1NG VAN DE HAAGSCHE BETOOGING. De Minister van Waterstaat heeft met be trekking tot de vragen van den heer Knot tenbelt, inzake 's Ministers verleening van medewerking aan jen uitzending door de Vara, van de op 8 Nov. a.s. ter gelegen heid van de voorgenomen betoogingen te Den Haag te houden redevoeringen en van het verloop van die betoogingen, aan den voorzitter der Tweede Kamer den volgenden brief gezonden: lo. Ik heb de eer U mede te deelen, dat ik met betrekking tot het onderwerp, in de vragen van den heer Knottenbelt bedoeld, een beslissing heb genomen: er bestaat bij mij overwegend bezwaar tegen om mijn medewerking te verleenen ten behoeve van 't in mijn aangehaalden brief bedoelde rui len van zenduren. De aangevraagde uitzen ding zal dus niet plaats hebben. 2o. Ik acht het wenschelijk met het oog op den vereischten spoed U hiermede thans reeds in kennis te stellen; de heer Knotten belt zal, na kennisneming van mijn beslis sing en in verband met hetgeen ik reeds in mijn vorig schrijven mocht opmerken, wel licht termen kunnen vinden, om van hel opnieuw stellen van zijn vragen af te zien. A. M. HENSt Te Den Haag is gisteren overleden de heer A. M. Hens, oud-lid van den Raad van Ned. Indië en oud-gouverneur van Atjeh en on- derhoorigheden. DE NEDERLANDSCH-DUITSCHE BETREKKINGEN Men meldt uit Essen aan de N. Rott. Crt: „In leidende kringen van de Rijnsch- West- faaische industrie worden tegenover den Ne derlandschen boycot van Duitsche industrie producten afweermiddelen beraamd, Zoo heeft voor het geval, dat de propaganda van zekere Nederlandsche kringen tegen Duitsch land op de huidige wijze verder gedreven en verscherpt wordt, de vereeniging tot be scherming van de oeconomische belangen in het Rijnland en Westfalen de vorming van een comité in overweging genomen. Dit co mité moet onderzoeken, of en in hoeverre het groot Nederlandsche verkeer met Duitsch land, met inachtneming van de belangen van de Duitsche zee- en binnenscheepvaart, door Duitschland ontlast kan worden. Zooals daarbij uitdrukkelijk opgemerkt werd, gaat het slechts om voorzorgmaatrege len. Men wenscht dringend, dat de hartelijke betrekkingen, die tusschen West Duitsch land en Nederland bestaan, in vollen om- T' beschermd worden, zoodat de voor bei- do landen zoo nadeelige moeilijkheden van vorenaf aan vermeden kunnen worden." België is met name in Antwerpen en Gent druk doendé om het verkeer aan Rotterdam te ontfutselen en een Duitsch blad beweert, dat men met verschillende firma's al aardig vorderingen maakt. PROV. STATEN VAN Z.-HOLLANP EEN VACATURE De heer G van Muiswinkel Mzn. heeft naar men ons meldt om gezondheids redenen zijn ontslag ingediend als lid van de Provinciale Staten van Zuid-Holland. Zijn opvolger op de lijst is Mr. J. A. de Wilde, te Den Haag. om de Duitsche invoer ten bate van Enge land te verminderen. „Wij hebben allen grond om aan te ne men. dat hierbii de vraag van de Neder landsche kolenhehoefte een bijzonder be langrijke rol speelt. Nederland heeft in 1931 ongeveer 9.4 millioen ton kolen ingevoeld ter waarde van pl.m. 107 millioen gulden, waarvan pl.m. S0 millioen uit Duitschland. Het staat vast, dat de regeering in Den Haag den koleninvoer zal aanbieden. als object voor de aanstaande onderhande ling over een handelsverdrag met Engeland. Men denkt daarbij niet aan een feitelijk invoerverbod van Duitsche kolen of een speciaal invoerrecht. Alleen met behulp van de Nederlandsche contingenteeringswetten zou men een regeling van den kolenimport uit Duitschland kunnen doorzetten". Er zullen moeilijkheden zijn, ook tegen over Beigië, doch misschien neemt men En geland wel op in het Verdrag van Ouchy. Ook tegenover Engeland kan Nederland zich beklagen. „Nederland heeft, door de daling van het pond en het neoprotectionisnie van Enge land, buitengewoon groote verliezen geleden cp de Engelsche markt Als voorbeeld zij aangevoerd, dat in de eerste zeven maanden van dit jaar, in vergelijking met denzelfden tijd in 1931, de boterexport naar Groot Brit tannië is gedaald van 60.438 tot 24.075 cwts., terwijl Denemarken en Nieuw-Zeeland mei hun eveneens gedeprecieerde valuta's, hun export van 1.41 tot 1,5 resp. van 1.24 tot 1.37 cwts. hebben verhoogd. De uitvoer van Nederlandsche eieren is gedaald van 2.33 millioen tot 993.000 „great hundreds" (1 great hundred: 120 stuks). Toch zou men te ver gaan als men de zelfde ergernis zou willen vaststellen tegen over de Engelsche politiek als die ei hecrscht tegenover Duitschland. Want per slot van rekening heeft Neder land veel minder van Engeland dan van Duitschland gekocht. Volgens de waarde be droeg de invoer uit Groot-Brittannië over 1931 159 millioen gulden tegen 619 millioen uit Duitschland. terwijl Engeland nog het vorige jaar met 320 gulden de eerste impor teur was van Nederlandsche waren". Het bovenstaande is wel een ernstige waarschuwing aan Duitschland. KOFFELRIJMEN ,Nou juist... nieil" Eindelijk een paar symptomen Van Regeerings-meerderheid! Eindelijk REGEERING contra Roode machtswellustigheid Albarda krijgt nuchter antwoord Over 't Prinsjesdagkabaai; Duidelijk laat Ruys hier hooren: Ik doorzie je, héélemaal! Zivart- noch roodhemd zal hier baas zijn; De Regeering geeft zijn woord: Elke revolutiepog 'ng Wordt hier in de kiem gesmoord. De spreék(vloek)koren verboden! De verwenschingen op straat Doen natuurlijk de Regeering Op zichzelf in 't minst geen kwaad; Maar wanneer de roode leiding Een tekort toont aan fatsoen, Moet, in vrede, de Regeering Daar het noodige aan doem. S November geen ge-Vara! Als „de massa" demonstreert Tegen onze Landsregeering En een „hoogtijdag" forceert Om de zender te misbruiken Voor zijn taterend gebral Dan rijmt kort, Minister Reijmer: Rood gebral in géén geval! Of „Nou juist" al het parool is Waarmee Rood de strijd in gaat De Regeering heeft bewezen Dat een „Nou juist niétI" bestaat. (Nadruk verboden) LEO LENS DE HAAGSCHE RELLETJES OP PRINSJESDAG MINISTER RUYS DIENT ALBARDA VAN REPLIEK Op vragen van het Kamerlid Albarda, betreffende het optreden van de Haagsche politie bij de opening der Staten Generaal, en van diverse vereenigingen en organisa ties welke de politie daadwerkelijk daarbij zouden hebben ondersteund, heeft de Minis ter van Binnenlandsche Zaken het volgende geantwoord: Aan de regeering was bekend geworden dat men van particuliere zijde, zoo vereeni gingen als enkelingen, zich had opgemaakt om zich op 20 September jl. te scharen langs den weg dien het Staatshoofd bij het gaan naar en komen van de Ridderzaal zou vol gen, mede ten einde eventueele pogingen, welke mochten worden gedaan om het Staatshoofd met schreeuwen of anderszins onaangenaam te zijn, door een krachtige hul diging te overstemmen. De vraag of de regeering wist dat in een bijeenkomst in den Dierentuin o.a. de raad is gegeven zich voor het optreden in de stra ten aan een aangewezen adres van stalen z.g. ploertendooiers te voorzien, wordt door den minister ontkennend beantwoord. Van een circulaire, onderteekend door den heer Groeninx van Zoelen in zijn kwaliteit van algemeen secretaris der Nationale Unie, waarin opgeroepen werd tot anti-communis tisch optreden op 20 September en waarin werd medegedeeld dat men de zekerheid had gekregen hiermede de betreffende organen der overheid van dienst te zijn. heeft de re geering, door de publicaties daarvan in de pers kennis genomen. Inderdaad komt in de circulaire een passus voor. waaruit de bedoe ling kan worden afgeleid om desnoods met geweld op te t-eden. Het is de regeering bekend, dat een cadet aan de politie hulp heeft verleend. Bedoelde militair heeft overeenkomstig het bepaalde bij art 24 ran het reglement betreffende de Krijgstucht, deze hulp verleend, toen de po litie zich in zijn nabijheid genoodzaakt zag gewapenderhand op te treden tegen een menigte demonstranten. Na afloop van dit treffen heeft een inspecteur van politie den cadet te kennen gegeven, dat zijn hulpver leening niet werd verlangd. De cadet heeft aan deze wenk terstond gevolg gegeven en is zijns weegs gegaan. Van deelneming aan een charge of aan eenig ander politieoptreden door jon gelieden met stokken gewapend is niets geble ken. Dat van de zijde van fascisten herhaal delijk de orde in gevaar zou zijn gebracht is evenmin gebleken. De politie moest een aantal fascisten tegen een dreigende menig te in bescherming nemen, hetgeen haar plicht was. Om haar taak te vergemakkelij ken heeft de politie de fascisten verzocht bij elkaar te blijven. Deze bescherming, die geen andere is geweest dan aan elke andere groep burgers, zoonoodig, ware ten deel ge vallen. is evenals bij andere gelegenheden op weinig opvallende wijze verleend. Op tochten zijn niet toegestaan. Wat betreft den passus in de circulaire, dat dc Nationale Unie de zekerheid zou heb ben verkregen met haar actie oo 20 Septem ber de desbetreffende organen der overheid van dienst te zijn, de regeering en haar or ganen hebben met deze aangelegenheid gee- nerle: bemoeiing gehad. Er zijn niet, dooi' dreigend en tartend op treden van particulieren, gevaren voor de openbare orde te voorschijn geroepen en evenmin rijn uitdagende vertooningen van fascisten door de politie begunstigd. Indien ooit particulieren eigenmachtig een gedeelte van de taak der politie zouden trachten op zich te nemen, zou het de taak der politie zijn aan dit revolutionnair optre den onmiddellijk een einde te maken. Alleen op de overheid drukt de plicht en de verant- Voornaamste Nieuws. (BIz. 1) Nalatigen in de opgave van de yetvoor- raa l worden met boete bedreigd- De minister van Waterstaat heeft bezwaar tegen het verleenen van medewerking aan uitzending door de Vara van de redevoerin gen ter gelegenheid van de betooging op 8 November. Minister Braun heeft medegedeeld, dat de Duitsche contingenteeringsplannen in volle omvang zullen worden uitgevoerd. De minister heeft geantwoord op de vra gen van den heer Albarda betreffende de relletjes op 20 September. De Londensche correspondent van het Ber liner Tageblatt wijdt, na een bezoek aan Ne derland, beschouwingen aan de groeiende ergernis hier te lailde ten opi.chto van Duitschland en de mogelijkheden an een toenadering tusschen Nederland en Enge land. (Blz. 2) Het Pruisische ministerie en de uitspraak van Leipzig. Minister TJiomas over den invloed, dien hij van de Ottawa-overeenkomst op de werk loosheid verwacht. De minister heeft geantwoord op de vra gen van Mej Mr. Katz inzake de Nederland sche schippers in Frankrijk. De vakgroep Verplegenden van de Alg. Ned. Chi\ Ambtenarenbond heeft te Utrecht een vergadering gehouden. De P. C- B. in najaarsvergadering bijeen ter behandeling van het vraagstuk dei: loons verlaging bij de Spoorwegen. De Den Helder is een scheepsstelling inge stort, waarbij een persoon is gedood en een ernstig gewond. (blz. 3) De derde dag van de Alg. Ned. Zendings conferentie te Amsterdam. Ter conferentie van ouderlingen der Geref. Kerken in de provincie Utrecht heeft Ds. Veder een schema voor liturgische diensten voorgesteld. (Blz. 5) Dezer dagen is het 300 jaar geleden, dat Johannes Vermeer, de bekende kunstschil der, is overleden. (Blz. 9) De Tweede Kamer heeft gister de behan deling van het ontwerp tot tijdelijke heffing van opcenten op de invoerrechten en de bieraccijns voortgezet. Redevoeringen zijn o.m. gehouden door de heeren Colijn, Albar da, Snoeck Henkemans en Kortenhorst. Te Haarlem zijn ernstige werkloozen- relletjes voorgevallen, waarbij een politie agent onder de voet is geloopen. Praatuurtje! Brouwgerst; Proef polder- Andijk; Orchideeën. woordelijkheid de openbare orde te handha ven. Zij zal dien plicht te allen tijde met alle haar ten dienste staande middelen on verkort nakomen. Iedere poging om haar die taak uit handen te nemen en buiten of tegen het wettig gezag met geweldmiddelen "de openbare orde te handhaven beteekent een verstoring van de openbare orde en zal als een begin van burgeroorlog in den kiem worden gesmoord. DUITSCHE CONTINGENTEERING WORDT DOORGEVOERD In tegenspraak met de loopende geruch ten als zou het rapport der Commissie, die de Duitsche contingenteeringsplannen met de buitenlandsche regeeringen moest be spreken, van dien aard zijn, dat het advies zou luiden de plannen niet ten volle uit te voeren, vernemen we dat de bedoelde maat regelen door Vón Braun medegedeeld, in vollen omvang zullen worden uitgevoerd. LEIDENS FINANCIEELE TOESTAND HOE B EN W. HET TEKORT VAN EEN MILLIOEN WILLEN DEKKEN B. en W. van Leiden hebben hij den raad ingediend de toelichting tot de begrooting voor 19321933. De financieele toestand f'ordt daarin als zeer zorgwekkend geschil derd. F.r is voor een bedrag van 1.001.793 aan middelen moeten worden gevonden om het te tekort te dekken, waarvan 399.600 over 1932 en 602.193 over 1983. Dit tekort willen B. en W. gedekt zien o.m. door besparing op de exploitatie van de lichtfabrieken, beschikking over bouw- reserve der lichtfabrieken n andere reser ves en over het batig saldo van 1931 Voorts willen zij overgaan tot verhooging van het pensioenverhaal met 3 pet. voor eigen en I» pet. voor weduwen- cn weezenpensioen en indeeling van de gemeente voor do gemeen- tefond&belasting in de tweede klasse.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1932 | | pagina 1