TWEEDE KAMER VRIJDAG 14 OCTOBER 1932 DERDE BLAD PAG. 9 Meer controle Minister Reymer lijdt een nederlaagje Overbodig verdrag De Rijkskweekschool voor vroedvrouwen te Amsterdam Mevr. de Vries-Bruins moet het veld ruimen j OVERZICHT Met een bescheiden agenda heeft de [Tweede Kamer gisteren haar taak hervat. Een tweetal conclusies hielden niet lang Op. Bij behandeling van de eerste bleek, dat het in de bedoeling ligt om nadere regelen te stellen voor de financieele controle van de Stichting, waarin de Utrechtsche univer sitaire Klinieken zijn ondergebracht. Minister Reymer leed een klein echecje, "toen tegen zijn zin een amendement werd Aangenomen op het wetje, dat het bij het iRijk in beheer en onderhoud brengen van Wegen bedoelde te vereenvoudigen. De Ka mer wenschte uitdrukkelijk bepaald te zien, dat zulks zou gelden alleen in gevallen, die met de uitvoering van het wegenplan te ma ken hadden. Den ambtenaren van Water staat wenschte men geen volledige carte blanche te geven. Wonderlijk genoeg verzet ten de soc. dem. zich eenstemmig tegen de desbetreffende amendementen der commissie ivan raporteurs. r Het ontwerp-verdrag betreffende den ge dwongen of verplichten arbeid, een onbedui dend product van internationale sociale wet geving, werd goedgekeurd hoewel iedereen de minister voorop toegaf, dat het voor ons land niets te beteekenen heeft, omdat we in Indië veel betere toestanden hebben dan het verdrag aangeeft. Dr. Beumer wenschte op stevige gronden aan zulk een zinledig gebaar niet mee te doen en met hem de anti-rev. fractie op de heeren Smeenk en Amelink na. Met enkele medestanders uit andere groepen steeg het fverzet tot 15 stemmen. Aan de orde was daarna de interpellatie k an Mevr. de Vries-Bruins over de opheffing pan de Rijkskweekschool voor vroedvrouwen jte Amsterdam. Op deze interpellatie had de Stampvolle gereserveerde tribune vermoede- üijk met spanning zitten wachten. Daar merk ten we op Dr Heyermans, directeur van den Geneeskundigen Dienst te Amsterdam, met parar.ymphen en bovendien een soort eere- •wacht of hoe men het noemen wil van enkele tientallen vrouwen, leden van de Haagsche soc. dem. Vrouwenclub. Was het een stille demonstratie? Dan is zij, evenals de interpellatie, radi caal mi-.lukt.Want minister Ruys de Beeren- torouck toonde zoo overtuigend aan, dat het (handhaven van de Amsterdamsche school ben in dezen tijd niet te verantwoorden luxe zou zijn, dat met de interpellatie heel het Amsterdamsche verzet we dachten eerst aan: relletje tegen de opheffing der school als bomijs in elkaar zakte. Als oplei dingsinrichting is zij volmaakt overbodig. De Rotte'rdamsche school kon het alleen royaal af en is als onderwijsinrichting en ook uit sociaal oog unt veel belangrijker. Begrijpe lijk is, dat Amsterdam niet gaarne de ver- pleegafdL-ding der school mist. Maar het is geen rijkstaak om voor Amsterdam kraam inrichtingen te betalen. Wil men die en desnoods ook de voor het Rijk overbodige school met alle geweld behouden, welnu, zoo verklaarde de minister ten slotte, dan valt met mij te praten, als de gedachte be zuiniging van zoowat 50.000 maar behouden blijft Tegen dit betoog was niet veel in te bren gen. Zelfs de blijmoedige verwachting van Mevr. De Vries, dat er in de toekomst meer vroedvrouwen noodig zullen zijn, omdat wat ze ook beter acht de dokters de ver loskundige practijk meer en meer vaarwel eullen zeggen, had daartegen weinig kracht. Vooral ook omdat haar stelling met wat er aanvast zit zeer betwistbaar is. De interpellante zag en dat zegt wat voor «leze militante dame wijselijk af van het indienen van een motie. Ze meende dat Am sterdam wel wat zou willen doen en verzocht ook anderen hun meening te zeggen. Mevr. BakkerNort deed het in een niets zeggend speechje. Pakkender kwam Mr Goseling voor den 'dag. Maar verder dan het advies: nader over leg kwamen ze niet. De verantwoording voor het tegenhouden der Regeerings-voornemens durfde klaarblijkelijk noch de een noch de ander aan. Het rijke Amsterdam moet nu maar zeg gen wat het op tafel wil leggen. Als de mi nister zijn bezuinigingsdoel maar bereikt is hij te vreden. Wil Amsterdam het betalen het heeft de kans en beschikt over de millioe men bij tientallen. Vandaag' verder. Na de interpellatie volgt «de Bedrijfsradenwet. i-slag bedeelde ntrOle zulle" uttt de betrok- ocdlg mogelijk de In het rzienlngen betreffende de i departement beheer der Utrechtsche klinieken tl 13 wal erg vaag. De heer v. WIJNBERGEN (r.k.) was bereid oor het amendement-Tilanus te stemmen, ma at beteekent niet. dat een wettelijke regelir loet komen voor deze privaatrechtelijke inste ng. el zijn regelen noodig. MINISTER TERPSTRA merkte op. dat Inde tijd bedoeld ls te zeggen dat niet autom; "cti voiüoiin *a.a.) acntte net amen- nt-Tilanus overbodig. De voorsteller trok de rijksuitgaven omtrent den staa n, ten laste van de hoofdstukke rooting en de begrootingen van d 1932. verleend met toepassing va zullen hebben om de voorwaarden dracht te bezien. MINISTER REYMER antwoordde, dat. indien er lets tot stand komt. de Stnten-Generaal daar mee gemoeid zullen zijn. De heer BONGAERTS (r.k.) verdedigde daar na namens de commissie van rapporteurs enkele amendementen, waarbij in de algemeene regels erp de samenhang met het Rjjks- >rdt c De heer BONGAERTS trok er een in en hand haafde er twee. om duldelilk te doen uitkomen dat de regeling moet gelden voor behoeften samenhangende met het rijkswegenplan en voor den duur van de uitvoering der wegen plannen als bedoeld In de Wegenbelastingwet. De heer v. d. BILT (lib) en v. VOORST TOT i de amende- de Waterstaat-bureaucratie de soc.- met de heeren Slotemaker de Bruine en i. Het tweede amendement en het wets- rvolgens kwam ln behandeling de goed- in^g van^het ontwerp-verdrag van Genève gedwongen of verplichten arbeid de zgn. poenale sanctie Den heer CRAMER (s.d.) ging het verdrag et ver genoeg maar h\j zou toch voorstemmen De minister ls naar zijn inzicht te optimis- sch. wat betreft de breideling van voor komende misbruiken. Voorts had hij eenige be zwaren ten opzichte van de particuliere lande rijen en bepleit de mogelijkheid van afkoop der desbetreffende diensten. De heer JOEKES (v.d.) constateerde, dat 't hier de belangrijke kwestie der heerendiensten raakt. De praktijk doet dienaangaande herhaal- '?l(jk misbruiken naar voren komen. Van de ofkoopbaarheid der heerendiensten wordt steeds meer gebruik gemaakt, al is er eenige mindering den laatsten tijd wegens de hevige depressie. Ten aanzien van de heeren diensten is er een geleidelijke verbetering. De koloniale arbeidsvraagstukker Internationale forum te Genève. en men zich daarbij niet beroepen op ondeskun- ïtwerp-verdrag reohtstreeksch idië. De regeering van de heerend derlien. Zij kan liie; heid betrachten. Dr. BEUMER (ar.) wilde, met sympathie voor ten minister, zijn stem tegen 't wetsontwerp itiveeren. Dit verdrag is niet noodig: Indië bekend. Wat er bestaat 1 beter, dan wat in het verdrag ontwor pen is. We kennen onze verplichting tegenover le Indische bevolking en leven die na. Ook uit het oogpunt van gelijkmaking van nternationale com .oden uit over wc solidariteit. Waarc meewerken aan regelini hebben, terwijl andi gen. waaraan we niets i dingen waar wjj iets i meer de dupe geword t de internationale soil lichting daarover verstrekt de directie van d« Ned. Bank te Amsterdam. Er is geen enkel argument om voor dit wets- °nDeeMINISTERnVAN KOLONIëN erkende den onbevredigenden en voor^ on^vrflwel overbodl- gen inhoud landen bren De heerendiensten zullen zooveel mogelijk orden ingeperkt. Maar we moeten er thans voorzichtig mee zijn, gelijk ook de heer Joekes kende. Met 't aankoopen van particuliere landerijen hoopt de minister mettertijd weer voort te ran. Dan verdwijnt meteen de gedwongen •beid voor particulieren. Het wetsontwerp werd aangenomen met 51 tegen 15 stemmen. Tegen de anti-rev. Schou ten, ColUn. Beumer. v. d. Heuvel, v. DUk. Dam- brink. Zijlstra en Duymaer v. Twist en do •en Kortenhorst, Tllanus, Peereboom, Lang- I. Weltkamp, Zandt en v Dis. e inlerpellatii BRUINS (s.d.) o\ DE VRIES- opheffing van de Rijkskweek school voor vroedvrouwen te Amsterdam Blnnenlandsche Zaken beter had gedaan he overleg met de Kamer af te wachten, dan reeds te beginnen met de desorganisatie - der school. Zó meende, dat nu de rechten Kamer aangetast worden. Ook is met dam onvoldoende overlegd; eigenlijk begon dat nadat de minister reeds beslist had. Bezuini ging van beteekenis zal niet worden bereikt. ak van algemeen belang behoort ihoorèn -- ticuliere school te Heerlen. len wordt met f 5000 1 minder dan de alge- De subsidie rlnagd. maar d! ïene bc-zuinigin i deze school is echter noodig. Man kan men Rotterdam en Amsterdai Belde scholen beschikken over ee lang is van de vroedvrouwenopleiding. De be dreigde Amsterdamsche school ls een bloeiende inrichting, die niet vallen mag. omdat er tijde- Uilc mlnd. r leerlingen zijn. Het ware onverant woordelijk met het oog op de verloskundige Op 't oogenbllk loopt men naar de medici maar hun verloskundige praktijk zal op den duur inkrimpen en dan zUn weer meer vroed vrouwen noodig. Deze zijn ook meer geschikt dan de jonge medici, die tegenwoordig begin nen met verloskundige praktijk te zoeken. - verloskundige bil. ar verloskundigen Op den duur zal de >g bi), dat door één persoon in ons verlossingen worden gedaan. Dat leren. Ook ziin er nog plaatsen, ïrloskundige of geneeskundige ge- richting niet verantwoord, vooral nu tegen de nadeelen van opheffing de te verwachten be zuiniging niet opweegt. De Regeering bereken de een bezuiniging van f 67.000. Maar de wacht gelden dan en bet gebouwencomplex? De lei ding van de school ls bereid tot aanmerkelijke bezuiniging en als men dan alle verdere dingen in rekening brengt, blijft naar deskundige be rekening de bezuiniging f 10.000 hoogstens. Ten slotte werd gevraagd of de minister als gebrachte be- ireid is de school, doen func- MINISTER RUYS DE REERENBROUCK be- ntwoordde de Interpellatie. dat reeds ln 1924 aan ophef- 'al leerlingen op de beide scholen, n cursus van 3 jaar. bedraagt 48. - In Heerlen zijn er 3"> leerlingen. Nu de toestand van 's langs financiën hoogst >rgeluk is. moest wel worden nagedaan of de beide rijksscholen waren te handhaven. Hand haven zoo echter een thans niet te verdedigen veelde zpn. Daarom is besloten Amsterdam op e heffen dat wel da oudste is. maar minder goed behuisd. In Amsterdam komen ook weinig bnormale gevallen voor; die zijn juist voor het onderwijn lÉÉ I eter Itotterdai de Universiteitskliniek. Daarom is het behouden, waar ook be geren worden verpleegd. Sociaal Us van meer nut dan Amsterdam, tijden liet niet toe te wachten iet opheffing, i I •aarom heeft de Regeering de haaraTnzïèi^ verbod!ge schvol opgeheven bij deu aanvang an dc-n cursus van Sept. 1932. De Staten-Gene- raal behielden volle gelegenheid de Regeering De Rotterdamsche school beschikt over vol- ln verloskundige hulp op voldoende wijze ivaarloosd. De Inrichting in Amsterdam was ïaar haar doel een school en geen verpleeg- nrichting. al profiteerde Amsterdam er In dit Nu het doel der school izicht een sterk particulier initiatief bestaat. De besparing voor het Rijk Is niet gering. De door Amsterdam voorgestelde bezuiniging •dingsko! -rljwei uitgesloten. En hoe zal chaffing van linnengoed kunnen stc Ook als de verpleeggelden zouden wor hoogd, blijft een uitguaf van f 50.000 -*-* noodig ls. verloskundige verzorging van MINISTER RUYS DE BEERENBROUCK redelijke voorstellen zal de minister niet afwij- Mevr. DE VRIES-BRUINS repliceerde. Ze Mevr. BAKKER-NORT (v.d.) zou de inrtch- ing in Amsterdam maar willen handhaven: Mr. GOSELING (r.k.) becijferde dat. met toe passing van bezuiniging, de school f 50.000 zou kosten; hij vond. dat die wel besteed inrichting, al ls zij ïrgaderlng verdaagd. DE WETENSCHAP DES GELOOFS Inaugureele oratie van Prof. Dr. F. W. A. Korff ALS HOOGLEERAAR TE LEIDEN VANWEGE DE NED. HERV. KERK D r. F. W. A. Korff, te Heemstede, be noemd vanwege de Ned. Herv. Kerk tot hoogleeraar aan de Leidsche universiteit, als opvolger van Prof. Dr. H. M. van Nes, om onderwijs te geven in de dogmatiek, zendingsgeschiedenis, kerkrecht en Christe lijke ethiek, heeft hedenmiddag in het groot auditorium zijn ambt aanvaard met het hou den van een rede, welke tot onderwerp had: De wetensdhaps des geloofs. Spr. gewaagde van den schroom, die hem vervult, nu hij temidden van de crisis het Prof. Dr. F. TE. A. KORFF ambt van kerkelijk hoogleeraar aanvaardt. Immers ook de Kerk is nauw bij die crisis betrokken; voor zoover zij waarachtig Kerk is, draagt zij de crisis als een oordeel van God. Evenwel, hij aanvaardt de hem gege ven opdracht en spreekt daarmede uit, dat de zaak der Kerk geenszins een verloren zaak is Juist in de tegenwoordige situatie kan het ware karakter der Kerk als draag ster van het Christelijk geloof des te dui delijker voor den dag treden. Alles wat de Kerk doet, staat in betrekking tot het ge loof en het is ook ter wille van het geloof, dat zij haar dienaar naar de Universiteit zendt, opdat hij n.l. daar te midden van de andere wetenschappen de wetenschap des gelnofs zal beoefenen. Het schijnt, dat door deze laatste kwali ficatie de theologie tegenover die andere wetenschappen in een hachelijke situatie geraakt. Kan een „wetenschap des ge loofs" wel met recht op den naam van we tenschap aanspraak maken? Op verschil lende wijzen heeft men getracht dit con flict op te lossen, nu eens door de poging om in de theologie het „geloof' door weten schap te vervangen, dan weer door de theo logie te maken tot een wetenschap over liet geloof, over het religieus© leven in het algemeen, tot godsdienstwetenschap dus. Deze oplosingen, die beide aan het geloofs- karakter der theologie afbreuk doen, zijn juist daarom ook beide af te wijzen. Veeleer moet in het licht worden gesteld, dat dit geloofskaraljter ook bij de andere weten schappen nooit geheel ontbreekt, aangezien het „zuiver" wetenschappelijke, het louter theoretisch element er voortdurend wordt gekruisd door een gansch ander, theore tisch bestanddeel. Hiermede is uit het zoo even genoemde conflict de scherpste prik kei weggenomen. Is derhalve ook bij de andere wetenschap- ;n sprake van „geloof', dit neemt niet weg, dat dit woord in de theologie in zeer speciale beteekenis wordt gebezigd. De theo logie weet van een openbaring Gods, door welke het geloof in den eigenlijken zin van het woord eerst wordt gewekt. Geloof en openbaring staan dientengevolge in een zeer nauw, correlatief verband; het geloof is niet te denken buiten ziin verhouding tot de openbaring, de openbaring wordt als zoodanig alleen gekend door het geloof Evengoed als wetenschap des geloofs kan de theologie dan ook de wetenschap der openharing heeten Het gevaar voor de theo logie is, dat zij op één dezer heide factoren, op het subjectieve of op het objectieve, een zijdig den nadruk legt. Is de theologie sinds Schleiermacher herhaaldelijk in de eerste fout vervallen, de dialectische theologie on- dagen blijft niet vrij van de tweede eenzijdigheid. Waarom stelt nu de Kerk prijs op de be oefening van deze wetenschap des geloofs? Welke taak heeft m.a.w. het wetenschap pelijk denken t.a.v. het geloof? Dit wordt inzonderheid aangewezen met betrekking tot de dogmatiek, bij welk vak we immers in het centrum der theologie zijn Naar haar arbeid vraagt in de eerste plaats het geloof zelf, dat noodzakelijkerwijze zoekt naar de meest verstandelijke formuleering van zijn inhoud. In de tweede plaats is de dogma tiek noodig met het oog op de prediking, voor welke zij de normen moet aangeven. Eindelijk is aan den arbeid der dogmatiek behoefte ter wille van de uiteenzetting met andere stroomingen en beschouwingen. Is dus de theologie onmisbaar voor de Kerk, niet minder is omgekeerd de Kerk onmisbaar voor de theologie. Zij is het sub ject der theologie, met name der dogma tiek. Niet in strijd hiermede is het kritisch karakter der dogmatiek, dat haar al het vroeger bereikte telkens van voren af aan in den smeltkroes doet werpen. Ten slotte wees spreker op het positief belang, dat de andere wetenschappen bij de theologie heb Gemengd Nieuws. EEN REGENBOOG BIJ MAANLICHT Naar aanleiding van een bericht in ons blad over een regenboog bij maanlicht, waargenomen op Zuid-Beveland, deelt een lezer ons mede, dat hij in het najaar van 1929 (de datum is hem ontgaan) fietsende van Rijnsburg naar Noordwijk in een regen bui uit het Z.W. een volkomen regenboog waarnam in diezelfde richting In het zui delijk benedengedeelte van den boog zag hij een donkere kleurmassa en aohter hem in het N.O. stond hoog aan den hemel de bijna volle maan. Ongeveer acht minuten werd het verschijnsel waargenomen. Nu weer lenig als toen hij 40 was Men schrijft ons uit Rotterdam: „Ik had veel last van kramp en stijfheid in mijn beenen. Daar ik 70 jaar ben en ik eiken avond 2 uur moet loopen om kranten te bezorgen, gaf mijn vrouw mij den raad om ook eens Kruschen Salts in te nemen. Ik ben daar zes weken geleden mede begon nen en ik heb nu geen pijn meer. Mijn bee nen zijn nu weer net zoo lenig als toen ik 40 jaar was. Dus ben ilc vast besloten om er meedoor te gaan zoolang ik leef. Als U het noodig acht, kunt U mijn schrijven be kend maken." P. J. P. te Rotterdam 70 jaar. Dan functionneert alles zoo vlot niet ineer; inwendige stoornissen bren gen kwalen mee en kunnen aanleiding zijn tot rheumatiek en hevige pijnen. Nu wordt Kruschen onmisbaar. Kruschen Salts tast di rect de oorzaak van het kwaad aan; de scherpkantige urinezuurkristallen, die de ondraaglijke pijnen veroorzaken, worden opgelost en met de andere afvalproducten volkomen verwijderd. Door de ideale com binatie van zes verschillende zouten is Kru schen tevens een zachte aansporing voor alle organen, dus zal het onmogelijk zijn, dat dergelijke zuren zich weder kunnen ophoo- pen en zioh in uw gewrichten nestelen. Dat is de reden waarom een trouw Kruschen- gebruiker geen last van rheumatiek kan hebben. Krusohen Salts is uitsluitend verkrijgbaar bij alle apothekers en drogisten ƒ0.90 en ƒ1.60 per flacon. Nu is het de meest geschikte tijd, dit alles eens zelf te ondervinden op 't oogenblik kunt U Kruschen Salts probeëren op onze kosten. Want door heel Holland zijn onder de apothekers en drogisten duizenden fla cons Kruschen verdeeld, die verpakt zijn met een gratis proefflacon. U kunt deze gratis proefflacon gebruiken zonder de ge wone flacon Krusohen te openen. En als U na deze proef niet volkomen tevreden bent, kunt LT de groote flacon terugbrengen bij den winkelier waar U haar kocht en hij zal U Uw 1.60 (Uw geheele uitgave) zonder omwegen terugbetalen. Maar vergeet niet, dat de gratis proefflacon alleen verpakt is bij de groote maat van 1.60 en dan nog slechts voor beperkten tijd. Gaat dus naar Uw apotheker of drogist, voordat hij deze groote proef pakken uitver kocht heeft. (Adv.) Radio Nieuws. YRLJDAG 14 OCTOBER. I H i 1 v e r 3 u m. VARA. Orgelspel. Londen R Orkest. I Hilversum. VARA Orgelspel, i Hilversum. VARA. Klein orkest. Warschau. Brahms-concert. i Hulzen. NCRV. Gramofoonmuziek, Hulzen. NCRV. H. O. V. i Huizen. NCRV. Gramofoonmuziek. I I L o n d e n R. B.B.C.-Orkest. I Hilversum. VPRO. Concert, i Kalundborg. Deensche muziek. 0 Huizen. NCRV. Concert. Hilversum. VPK> ncert. 1 Daventry. B.B.C.-Orkest Hulzen. NCRV. Gramofoonmuziek. Hilversum. VPRO. Gramofoonm uziok,1 Hilversum. VARA. GramofoonmuziekJ C* i n g e n, Ou r u s s o. «ai Hulzen. NCRV. Handenarbeid. Huiz«n. NCRV Kol. Govaards: Leger! des Hei Is-herinneringen. I Huizen NCRV. A. J. Herwig: VruchtJ 20.01 H I 1 v e r 21.00 H i 1 v e r pel Ijk lei s u m. VPRO Cursus Kerkgesch^ s u m. VPRO Cursus Maatschap, an NCRV. Dr. Ph. J. Idenburg: De loeicomsi van den hedendaagschon student' Politie- o firiutnoBlia 19.30 Hulzen NCRV: Politieberichten 22.00 Huizen. NCRV. Persberichten. 22.00 Hilversum. VPRO. Persberichten 22.05 Hilversum. VPRO. Persberichten. ZATERDAG 15 OCTOBER. Cono.rt.o 8 00 Huizen. KRO. Morgenconcert. 8.01 Hilversum. VARA Gramofoonmuziek, 10.00 H u i z - - 12.00 H i 1 v 12.15 H u 1 z 11.15 H i 1 v 15 10 H i 1 v 15.50 L on a 16.00 H u i z 16.15 H u i z 16.20 Lang 16.50 H i 1 v 17.00 H u i z 17.05 Dave 17.30 H u i z 18.30 H u iz 19.00 H u H i 1 v 19.50 Da 17.40 Hi 1 v 18.00 H 1 1 v 18.10 H u i z 20.00 Hilv KRO. Gramofoonmuziek. i b e r g. Vesperconcert sum. VARA Mandoline-ensemble KRO. Mond-accordeon muziek, r y. Orgelconcert ICRO. Gramofoonmuziek. KRO. Gramofoonmuziek. KRO. Gramofoonmuziek. sum. VARA. Gramofoonmuziek.! r y. Viool-recital. KRO. „KRO-Boys". sum. VARA. KRO. Weekoverzicht, s u ra. VARA. „Bonte avond". 3um. VPRO. Morgenwijding. Atnderuurtjeo e KRO. Kinderuurtje. Te Haatwade bij Eygelshoven (L.) sloeg een auto in razende vaart bij het nemen! van een bocht eenige keeren over den kop en bleef toen met veel averij liggen. De beide inzittenden bleven ongedeerd Politie en rijksambtenaren waren spoedig aanwezig. Daar de auto frauduleus over de grens was gereden, hebben belastingambte naren beslag op de auto gelegd. De politie verbaliseerde den Duitsdien bestiuunder, wegens het in staat van dronkenschap be sturen van een auto. AUTO CONTRA KERMISKAST Te Nijmegen werd op den Graafschenwegt een kermiswagen, welke wagen werd gc-l trokken door een tractor, door een vracht-1 auto aangereden. Bij den schok veroor del chauffeur van den tractor, J. A uit Alphen I a. d. Rijn, de macht over het stuur en reed I tegen een boom. De kenniswagen werd zwaar beschadigd. Een vrouw, die uit den wagen viel, kwam er met lichte verwondin- j gen af. Het ongeluk moet te wijten zijn aan on voorzichtigheid van den bestuurder van de vrachtauto, die bij het passeeren te vlug naar rechts aanhield. AVONTUREN VAN 100SJE PINDA EN PIETJE ROET door G. TH. ROTMAN Maar o, jongens, ze hadden geen van beiden erg in den waterput er vlak bij. En op 'n gegeven oogenblik schoof de plank onder 't wippen wat op zij en kwam, bom' op het randje van den put terecht, zoodat Pietje er hals over kop in tuimelde. Heel in de diepte hoorde je hem met een plons in het water vallen. 8. Joosje, die met een smak op den grond terechtgekomen was, krabbelde overeind en liep naar den put. „Ben je daar nog?" riep j hij. „Ja!" riep Pietje Roet, „er staat gelukkig niet zooveel water in; ik blijf net nog met mijn hoofd boven! Maar haal me er alsje- blieft gauw uit!" Ja, dat was gemakkelijker gezegd dan gedaan! (Wordt Maandag vervolgd.) DE VAL VAN KONSTANTINOPEL Door LEWIS WALLACE Naar het Engelsch door ALMA (144 Konstantijn ontving de nieuw-aangekome- nen in persoon bij de haven van Blacherne. Van den muur boven de poort was de prinses met een edele vrouwenschaar getuige van het laden. Een geharnast ridder stapte uit de boot en maakte zichzelven bekend. Ik ben Giovanni Giustiniani van Genua en breng tweedui zend wapenbroeders mede, om den Aller- christelijksten Keizer Konstantijn bij te staan. Geleid mij tot hem, bid ik u. De Keizer is hier. Ik ben het zelf. Giustiniani kuste de hem toegestoken hand en antwoordde vol vuur: Geloofd zij Christus en de Madonna! Ik was zeer be angst, dat wij te laat zouden komen. Uwe; Majesteit gelieve te bevelen wat ik doen zal. Hertog Notaras, sprak de Keizer, wil 'dezen edelen ridder en zijn makkers de hulpzame hand bicden. Geleid hen tot mij zoodra zij ontscheept zijn. Voor het oogen blik zal ik hen in Blacherne huisvesten. Daarop wendde hij zich tot den Genuees en zei: Onze Admiraal, hertog Notaras. zal u in alles ten dienste staan. In den naam van God en van onzen bedreigden gods dienst heet ik u welkom. Het scheen wel dat de luide toejuichingen 'den hertog niet aangenaam waren. Hij was koel beleefd en gaf Giustiniani den indruk {van een slechte dienaar te zijn voor den statigen ridderlijken Keizer, Dien avond hield de Keizer receptie, en Giustiniani hielp Phranza in de voorstelling van zijn krijgsmakkers. Ofschoon het banket dat op de voorstelling volgde zeker niet heeft kunnen wedijveren met dat, hetwelk Alexis voorzette om de aanvoerders van den eer sten kruistocht te verblinden, was het toch zelcer niet gering te achten, want als men aan de oude oorkonden geloof mag schen ken, blijft het wegstervend licht van groote Rijken het langst hangen in hun feestzalen Wat ook bij deze gelegenheid mocht ont breken, Konstantijn vergoedde alles ruim schoots door zijn innemende vriendelijkheid. Hij had er slag van een soldatenhart te winnen, en van de vreemde gasten, hier tegenwoordig, zijn velen zeker in den dood gegaan zonder onderscheid te maken tus- schen hem en de heilige zaak die zij kwamen dienen. EENENZEVENTIGSTE HOOFDSTUK. Een gunstbewijs. Op een der laatste dagen van Februari liet graaf Corti zich des morgens vroeg bij prin ses Irene aandienen. Zijn ijzeren schoenen rinkelden op den marmeren vloer en de afwezigheid van alles wat naar sieradiën zweemde in zijn uitrusting, sprak van toe rusting voor werkelijken dienst Ik hoop dat de iMadonn," u bij de ge zondheid bewaart? vraagde zij, hem de hand reikende. Met meer dan gewone warmte kuste hij de blanke hand en wachtte totdat zij spreken Mijn dames zijn naar de kapel gegaan, maar ik wil u gaarne te woord staan, of wilt gij eerst met ons den dienst bijwonen en daarna zeggen wat u tot mij voert? Men wacht mij bij de Adrianopelsche poort en daarom wil ik, zoo het u goed dunkt u maar eerst mijn bede voorleggen. Met bange voorgevoelens vervuld ant woordde zij: God sta ons bij, graaf! Ik vrees dat gij mij slechte tijding brengt. Sinds de goede Gregorius zich in ballingschap begaf om aan zijn vervolgers te ontkomen, maar bepaald sinds Kardinaal Isidoor getracht heeft de Latijnsche mis in de Santa Sophia te lezen en de heethoofdige Gennadius het volk zoozeer met zijn zinnelooze anathema's verschrikte, is mijn hart bekommerd, en schrik ik bij het minste. Wees dus zoo goed van zonder omwegen te zeggen wat u tot mij voert Zij stond hem toe haar naar een stoel te geleiden; hij zelf bleef staan en begon op vasten toon: Prinses Irene, nu gij besloten hebt in de stad te blijven en den uitslag van het beleg af te wachten, te recht oordeelende dat God zelf in deze zaak beslissen zal, acht ik het mijn plicht u te zeggen, dat niemand meer belang heeft bij hetgeen ons overkomt, dan gij; want als de Hemel ons zijn zegen onthoudt op onze pogingen en de stad den vijand in handen valt. dan hivft de over winnaar door een wreede krijgswet niet alleen recht op alle gebouwen, maar onk op alle levende ziel. Wij, die strijden sterven den dood dien hij over ons beschikt; gij...; helaas, edele prinses, mijn tong weigert de woorden uit te spreken, die zich opdringen! De kleur op haar wangen verbleekte, maar zij antwoordde: Ik weet wat gij zeggen wilt. Meer dan eens ben ik in verzoeking geweest, om te vluchten terwijl het nog tijd is; maar dan zeg ik tot mijzelve dat ik uit het ge slacht der Palaeologen ben. Ook mag ik niet vergeten dat mijn neef, de Keizer, een steun noodig heeft in den strijd die hem wacht, en evenmin dat andere vrouwen, aanzien lijke en geringe, die het lot van haar strij dende echtgenooten en broeders willen dee- len, ook hier blijven. Al moge er minder zijn dat mij bindt, graaf, de eer eischt daaren tegen meer van mij, dan van haar. Edele prinses, ik hoop dat gij het niet ongepast zult vinden als ik beken dat ik de laatste dagen bekommerd ben geweest om Uwentwil. Ik vreesde dat gij te goed van vertrouwen waart, met betrekking tot onze bekwaamheid om den vijand te weerstaan. Het schijnt mijn plicht te zijn u kennis te geven van den waren stand der zaken, opdat gij ons moogt toestaan voor uw veiligheid te zorgen, terwijl de gelegenheid gunstig is. Voor mijn vlucht, graaf? Neen, prinses, voor uw vertrek uit de stad. Zij glimlachte over die fijne onderschei ding, maar antwoordde: Ik luister. Het staat aan u te beslissen, prinses. Zoo de geruchten aangaande de toebereid selen van den Sultan waar zijn, zal dit beleg in een opzicht zeker ongeëvenaard zijn. De groote kanonnen die het oponthoud veroor zaakten, heeten grooter te zijn dan al wat ooit gezien werd. Zij kunnen onze wallen met één slag vernielen, ons in onze schuil hoeken treffen; de onzekerheid dienaan gaande geeft den dappersten krijger te den ken, hoeveel te meer hun, die geen weer stand kunnen bieden. Vervolgens acht ik het zeer waarschijnlijk dat de legermacht, die tegen de stad optrekt, veel grooter is dan ooit voor haar muren verscheen. De Sultan is nog te Adrianopel om zijn leger te verzamelen. Groote troepen voetknechten steken den Hellespont over bij Gallipoli en den Bosporus bij Hissar. In de omtrek van Adrianopel wemelt het van ruiters van alle bekende natiën: Kozakken, Arabieren, Koer den, Tartaren, Roumeniërs en Slaven. De steden langs de kusten van de Zwarte Zee zijn Mohammed bijgevallen; de st.den die hem gehoorzaamheid weigerden liggen in puin. Een leger is bezig Morea te verwoesten. De broeder dien Zijne Majesteit daar tot Gouverneur had aangesteld, is dood, of zwerft om, niemand kan zeggen waar. Van hem is geen hulp te wachten. Zoover het oog reiken kan is de zee vol met vijandelijke schepen van allerlei sooif Vierhonderd stuks zijn geteld. En nu wij niet langer kunnen hopen op meerdere hulp van de Christenen in Europa, hebben al die berichten ontmoe digend gewerkt op ons garnizoen. Ons gar nizoen! Ach, prinses, met de vreemdelingen mede is het nog niet voldoende, om de muren aan de landzijde te dekken. Dat is een somber tafereel, graaf, maar als gij het ontworpen hebt om mijn voor nemen aan het wankelen te brengen, dan is het niet somber genoeg. Ik heb mij in Gods hqsd gesteld. Tk zal blijven, en God zal met mij doen wat Hem behaagt. Ik vreesde zulks, prinses. Toch achtte ik het mijn plicht u te zeggen waarop het staat; en nu die plicht volbracht is, bid ik u mij even welwillend t2 hooren over iets anders. Daar ik hoog noodig vond kennis te nemen van hetgeen de vijand verricht, ver zocht ik Zijne Majesteit mij toe te staan den weg naar Adriannpel op te rijden. Hij stond het mij toe, en ik ben voornemens dadelijk te vertrekken: maar voordat ik ga, voordat ik afscheid van u neem, heb ik u iets te vragen. Hij aarzelde even, haalde diep adem en vervolgde: Lieve prinses, uw besluit om te blijven en de gevaren van het beleg en den aanval te trotseeren vervult mij met vrees voor uw veiligheid. Sta mij toe u te be schermen. Ik wijd u mijn zwaard... mijn leven, mijn ziel! Laat ik uw ridder mogen Zij stond op, maar hij vervolgde: Later misschien zal hetgeen ik voor uw land en godsdienst heb mogen doen mij moed geven om vrijmoediger te spreken over hetgeen ik voel en hoop: maar nu durf ik niet meer vragen dan dit Laat mij uw beschermer en ridder zijh, tenminste zoo lang het beleg duurt De prinses was voldaan over de wending die het gesprek nam. Zij dacht een oogen blik na. Een dapper ridder, vooraan in den strijd, met haar naam als triomfkreet op de lippen... dat denkbeeld lachte haar toe. Zij antwoordde: Graaf Corti ik neem uw aan bod aan. Hij lcustte eerbiedig de hero toegestoken hand en zei: Gij hebt mij tot den gelukkig sten man gemaakt. Maar ik moet uw kleur dragen. Geef mij iets, een handschoen, een sjerp, iets om te bewijzen dat ik uw ridder ben. Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1932 | | pagina 10