TWEEDE KAMER
VRIJDAG 14 OCTOBER 1932
DERDE BLAD PAG. 9
Meer controle Minister Reymer
lijdt een nederlaagje Overbodig
verdrag De Rijkskweekschool voor
vroedvrouwen te Amsterdam Mevr.
de Vries-Bruins moet het veld ruimen
j OVERZICHT
Met een bescheiden agenda heeft de
[Tweede Kamer gisteren haar taak hervat.
Een tweetal conclusies hielden niet lang
Op. Bij behandeling van de eerste bleek, dat
het in de bedoeling ligt om nadere regelen
te stellen voor de financieele controle van
de Stichting, waarin de Utrechtsche univer
sitaire Klinieken zijn ondergebracht.
Minister Reymer leed een klein echecje,
"toen tegen zijn zin een amendement werd
Aangenomen op het wetje, dat het bij het
iRijk in beheer en onderhoud brengen van
Wegen bedoelde te vereenvoudigen. De Ka
mer wenschte uitdrukkelijk bepaald te zien,
dat zulks zou gelden alleen in gevallen, die
met de uitvoering van het wegenplan te ma
ken hadden. Den ambtenaren van Water
staat wenschte men geen volledige carte
blanche te geven. Wonderlijk genoeg verzet
ten de soc. dem. zich eenstemmig tegen de
desbetreffende amendementen der commissie
ivan raporteurs.
r Het ontwerp-verdrag betreffende den ge
dwongen of verplichten arbeid, een onbedui
dend product van internationale sociale wet
geving, werd goedgekeurd hoewel iedereen
de minister voorop toegaf, dat het voor
ons land niets te beteekenen heeft, omdat we
in Indië veel betere toestanden hebben dan
het verdrag aangeeft.
Dr. Beumer wenschte op stevige gronden
aan zulk een zinledig gebaar niet mee te
doen en met hem de anti-rev. fractie op de
heeren Smeenk en Amelink na. Met enkele
medestanders uit andere groepen steeg het
fverzet tot 15 stemmen.
Aan de orde was daarna de interpellatie
k an Mevr. de Vries-Bruins over de opheffing
pan de Rijkskweekschool voor vroedvrouwen
jte Amsterdam. Op deze interpellatie had de
Stampvolle gereserveerde tribune vermoede-
üijk met spanning zitten wachten. Daar merk
ten we op Dr Heyermans, directeur van den
Geneeskundigen Dienst te Amsterdam, met
parar.ymphen en bovendien een soort eere-
•wacht of hoe men het noemen wil van enkele
tientallen vrouwen, leden van de Haagsche
soc. dem. Vrouwenclub. Was het een stille
demonstratie?
Dan is zij, evenals de interpellatie, radi
caal mi-.lukt.Want minister Ruys de Beeren-
torouck toonde zoo overtuigend aan, dat het
(handhaven van de Amsterdamsche school
ben in dezen tijd niet te verantwoorden luxe
zou zijn, dat met de interpellatie heel het
Amsterdamsche verzet we dachten eerst
aan: relletje tegen de opheffing der
school als bomijs in elkaar zakte. Als oplei
dingsinrichting is zij volmaakt overbodig. De
Rotte'rdamsche school kon het alleen royaal
af en is als onderwijsinrichting en ook uit
sociaal oog unt veel belangrijker. Begrijpe
lijk is, dat Amsterdam niet gaarne de ver-
pleegafdL-ding der school mist. Maar het is
geen rijkstaak om voor Amsterdam kraam
inrichtingen te betalen. Wil men die en
desnoods ook de voor het Rijk overbodige
school met alle geweld behouden, welnu,
zoo verklaarde de minister ten slotte, dan
valt met mij te praten, als de gedachte be
zuiniging van zoowat 50.000 maar behouden
blijft
Tegen dit betoog was niet veel in te bren
gen. Zelfs de blijmoedige verwachting van
Mevr. De Vries, dat er in de toekomst meer
vroedvrouwen noodig zullen zijn, omdat
wat ze ook beter acht de dokters de ver
loskundige practijk meer en meer vaarwel
eullen zeggen, had daartegen weinig kracht.
Vooral ook omdat haar stelling met wat er
aanvast zit zeer betwistbaar is.
De interpellante zag en dat zegt wat voor
«leze militante dame wijselijk af van het
indienen van een motie. Ze meende dat Am
sterdam wel wat zou willen doen en verzocht
ook anderen hun meening te zeggen.
Mevr. BakkerNort deed het in een niets
zeggend speechje.
Pakkender kwam Mr Goseling voor den
'dag. Maar verder dan het advies: nader over
leg kwamen ze niet. De verantwoording voor
het tegenhouden der Regeerings-voornemens
durfde klaarblijkelijk noch de een noch de
ander aan.
Het rijke Amsterdam moet nu maar zeg
gen wat het op tafel wil leggen. Als de mi
nister zijn bezuinigingsdoel maar bereikt is
hij te vreden. Wil Amsterdam het betalen
het heeft de kans en beschikt over de millioe
men bij tientallen.
Vandaag' verder. Na de interpellatie volgt
«de Bedrijfsradenwet.
i-slag bedeelde
ntrOle zulle"
uttt de betrok-
ocdlg mogelijk de In het
rzienlngen betreffende de
i departement
beheer der Utrechtsche klinieken
tl 13 wal erg vaag.
De heer v. WIJNBERGEN (r.k.) was bereid
oor het amendement-Tilanus te stemmen, ma
at beteekent niet. dat een wettelijke regelir
loet komen voor deze privaatrechtelijke inste
ng. el zijn regelen noodig.
MINISTER TERPSTRA merkte op. dat Inde
tijd bedoeld ls te zeggen dat niet autom;
"cti voiüoiin *a.a.) acntte net amen-
nt-Tilanus overbodig. De voorsteller trok
de rijksuitgaven omtrent den staa
n, ten laste van de hoofdstukke
rooting en de begrootingen van d
1932. verleend met toepassing va
zullen hebben om de voorwaarden
dracht te bezien.
MINISTER REYMER antwoordde, dat. indien
er lets tot stand komt. de Stnten-Generaal daar
mee gemoeid zullen zijn.
De heer BONGAERTS (r.k.) verdedigde daar
na namens de commissie van rapporteurs enkele
amendementen, waarbij in de algemeene regels
erp de samenhang met het Rjjks-
>rdt c
De heer BONGAERTS trok er een in en hand
haafde er twee. om duldelilk te doen uitkomen
dat de regeling moet gelden voor behoeften
samenhangende met het rijkswegenplan en
voor den duur van de uitvoering der wegen
plannen als bedoeld In de Wegenbelastingwet.
De heer v. d. BILT (lib) en v. VOORST TOT
i de amende-
de Waterstaat-bureaucratie de soc.-
met de heeren Slotemaker de Bruine en
i. Het tweede amendement en het wets-
rvolgens kwam ln behandeling de goed-
in^g van^het ontwerp-verdrag van Genève
gedwongen of verplichten arbeid
de zgn. poenale sanctie
Den heer CRAMER (s.d.) ging het verdrag
et ver genoeg maar h\j zou toch voorstemmen
De minister ls naar zijn inzicht te optimis-
sch. wat betreft de breideling van voor
komende misbruiken. Voorts had hij eenige be
zwaren ten opzichte van de particuliere lande
rijen en bepleit de mogelijkheid van afkoop
der desbetreffende diensten.
De heer JOEKES (v.d.) constateerde, dat 't
hier de belangrijke kwestie der heerendiensten
raakt. De praktijk doet dienaangaande herhaal-
'?l(jk misbruiken naar voren komen.
Van de ofkoopbaarheid der heerendiensten
wordt steeds meer gebruik gemaakt, al is er
eenige mindering den laatsten tijd wegens de
hevige depressie. Ten aanzien van de heeren
diensten is er een geleidelijke verbetering. De
koloniale arbeidsvraagstukker
Internationale forum te Genève. en men
zich daarbij niet beroepen op ondeskun-
ïtwerp-verdrag reohtstreeksch
idië. De regeering
van de heerend
derlien. Zij kan liie;
heid betrachten.
Dr. BEUMER (ar.) wilde, met sympathie voor
ten minister, zijn stem tegen 't wetsontwerp
itiveeren. Dit verdrag is niet noodig: Indië
bekend. Wat er bestaat
1 beter, dan wat in het verdrag ontwor
pen is. We kennen onze verplichting tegenover
le Indische bevolking en leven die na.
Ook uit het oogpunt van gelijkmaking van
nternationale com
.oden uit over wc
solidariteit. Waarc
meewerken aan regelini
hebben, terwijl andi
gen. waaraan we niets
i dingen waar wjj iets i
meer de dupe geword
t de internationale soil
lichting daarover verstrekt de directie van d«
Ned. Bank te Amsterdam.
Er is geen enkel argument om voor dit wets-
°nDeeMINISTERnVAN KOLONIëN erkende den
onbevredigenden en voor^ on^vrflwel overbodl-
gen inhoud
landen bren
De heerendiensten zullen zooveel mogelijk
orden ingeperkt. Maar we moeten er thans
voorzichtig mee zijn, gelijk ook de heer Joekes
kende.
Met 't aankoopen van particuliere landerijen
hoopt de minister mettertijd weer voort te
ran. Dan verdwijnt meteen de gedwongen
•beid voor particulieren.
Het wetsontwerp werd aangenomen met 51
tegen 15 stemmen. Tegen de anti-rev. Schou
ten, ColUn. Beumer. v. d. Heuvel, v. DUk. Dam-
brink. Zijlstra en Duymaer v. Twist en do
•en Kortenhorst, Tllanus, Peereboom, Lang-
I. Weltkamp, Zandt en v Dis.
e inlerpellatii
BRUINS (s.d.) o\
DE VRIES-
opheffing van de Rijkskweek
school voor vroedvrouwen te
Amsterdam
Blnnenlandsche Zaken beter had gedaan he
overleg met de Kamer af te wachten, dan
reeds te beginnen met de desorganisatie - der
school. Zó meende, dat nu de rechten
Kamer aangetast worden. Ook is met
dam onvoldoende overlegd; eigenlijk begon dat
nadat de minister reeds beslist had. Bezuini
ging van beteekenis zal niet worden bereikt.
ak van algemeen belang behoort
ihoorèn --
ticuliere school te Heerlen.
len wordt met f 5000
1 minder dan de alge-
De subsidie
rlnagd. maar d!
ïene bc-zuinigin
i deze school is echter noodig. Man
kan men Rotterdam en Amsterdai
Belde scholen beschikken over ee
lang is van de vroedvrouwenopleiding. De be
dreigde Amsterdamsche school ls een bloeiende
inrichting, die niet vallen mag. omdat er tijde-
Uilc mlnd. r leerlingen zijn. Het ware onverant
woordelijk met het oog op de verloskundige
Op 't oogenbllk loopt men naar de medici
maar hun verloskundige praktijk zal op den
duur inkrimpen en dan zUn weer meer vroed
vrouwen noodig. Deze zijn ook meer geschikt
dan de jonge medici, die tegenwoordig begin
nen met verloskundige praktijk te zoeken.
- verloskundige bil.
ar verloskundigen
Op den duur zal de
>g bi), dat door één persoon in ons
verlossingen worden gedaan. Dat
leren. Ook ziin er nog plaatsen,
ïrloskundige of geneeskundige ge-
richting niet verantwoord, vooral nu tegen de
nadeelen van opheffing de te verwachten be
zuiniging niet opweegt. De Regeering bereken
de een bezuiniging van f 67.000. Maar de wacht
gelden dan en bet gebouwencomplex? De lei
ding van de school ls bereid tot aanmerkelijke
bezuiniging en als men dan alle verdere dingen
in rekening brengt, blijft naar deskundige be
rekening de bezuiniging f 10.000 hoogstens.
Ten slotte werd gevraagd of de minister als
gebrachte be-
ireid is de school,
doen func-
MINISTER RUYS DE REERENBROUCK be-
ntwoordde de Interpellatie.
dat reeds ln 1924 aan ophef-
'al leerlingen op de beide scholen,
n cursus van 3 jaar. bedraagt 48.
- In Heerlen zijn er
3"> leerlingen.
Nu de toestand van 's langs financiën hoogst
>rgeluk is. moest wel worden nagedaan of de
beide rijksscholen waren te handhaven. Hand
haven zoo echter een thans niet te verdedigen
veelde zpn. Daarom is besloten Amsterdam op
e heffen dat wel da oudste is. maar minder
goed behuisd. In Amsterdam komen ook weinig
bnormale gevallen voor; die zijn juist voor
het onderwijn lÉÉ I
eter Itotterdai
de Universiteitskliniek. Daarom is het
behouden, waar ook be
geren worden verpleegd. Sociaal
Us van meer nut dan Amsterdam,
tijden liet niet toe te wachten
iet opheffing, i I
•aarom heeft de Regeering de haaraTnzïèi^
verbod!ge schvol opgeheven bij deu aanvang
an dc-n cursus van Sept. 1932. De Staten-Gene-
raal behielden volle gelegenheid de Regeering
De Rotterdamsche school beschikt over vol-
ln verloskundige hulp op voldoende wijze
ivaarloosd. De Inrichting in Amsterdam was
ïaar haar doel een school en geen verpleeg-
nrichting. al profiteerde Amsterdam er In dit
Nu het doel der school
izicht een sterk particulier initiatief bestaat.
De besparing voor het Rijk Is niet gering.
De door Amsterdam voorgestelde bezuiniging
•dingsko!
-rljwei uitgesloten. En hoe zal
chaffing van linnengoed kunnen stc
Ook als de verpleeggelden zouden wor
hoogd, blijft een uitguaf van f 50.000
-*-* noodig ls.
verloskundige verzorging van
MINISTER RUYS DE BEERENBROUCK
redelijke voorstellen zal de minister niet afwij-
Mevr. DE VRIES-BRUINS repliceerde. Ze
Mevr. BAKKER-NORT (v.d.) zou de inrtch-
ing in Amsterdam maar willen handhaven:
Mr. GOSELING (r.k.) becijferde dat. met toe
passing van bezuiniging, de school f 50.000 zou
kosten; hij vond. dat die wel besteed
inrichting, al ls zij
ïrgaderlng verdaagd.
DE WETENSCHAP DES
GELOOFS
Inaugureele oratie van
Prof. Dr. F. W. A. Korff
ALS HOOGLEERAAR TE LEIDEN
VANWEGE DE NED. HERV. KERK
D r. F. W. A. Korff, te Heemstede, be
noemd vanwege de Ned. Herv. Kerk tot
hoogleeraar aan de Leidsche universiteit,
als opvolger van Prof. Dr. H. M. van Nes,
om onderwijs te geven in de dogmatiek,
zendingsgeschiedenis, kerkrecht en Christe
lijke ethiek, heeft hedenmiddag in het groot
auditorium zijn ambt aanvaard met het hou
den van een rede, welke tot onderwerp had:
De wetensdhaps des geloofs.
Spr. gewaagde van den schroom, die hem
vervult, nu hij temidden van de crisis het
Prof. Dr. F. TE. A. KORFF
ambt van kerkelijk hoogleeraar aanvaardt.
Immers ook de Kerk is nauw bij die crisis
betrokken; voor zoover zij waarachtig Kerk
is, draagt zij de crisis als een oordeel van
God. Evenwel, hij aanvaardt de hem gege
ven opdracht en spreekt daarmede uit, dat
de zaak der Kerk geenszins een verloren
zaak is Juist in de tegenwoordige situatie
kan het ware karakter der Kerk als draag
ster van het Christelijk geloof des te dui
delijker voor den dag treden. Alles wat de
Kerk doet, staat in betrekking tot het ge
loof en het is ook ter wille van het geloof,
dat zij haar dienaar naar de Universiteit
zendt, opdat hij n.l. daar te midden van de
andere wetenschappen de wetenschap des
gelnofs zal beoefenen.
Het schijnt, dat door deze laatste kwali
ficatie de theologie tegenover die andere
wetenschappen in een hachelijke situatie
geraakt. Kan een „wetenschap des ge
loofs" wel met recht op den naam van we
tenschap aanspraak maken? Op verschil
lende wijzen heeft men getracht dit con
flict op te lossen, nu eens door de poging
om in de theologie het „geloof' door weten
schap te vervangen, dan weer door de theo
logie te maken tot een wetenschap over
liet geloof, over het religieus© leven in het
algemeen, tot godsdienstwetenschap dus.
Deze oplosingen, die beide aan het geloofs-
karakter der theologie afbreuk doen, zijn
juist daarom ook beide af te wijzen. Veeleer
moet in het licht worden gesteld, dat dit
geloofskaraljter ook bij de andere weten
schappen nooit geheel ontbreekt, aangezien
het „zuiver" wetenschappelijke, het louter
theoretisch element er voortdurend wordt
gekruisd door een gansch ander, theore
tisch bestanddeel. Hiermede is uit het zoo
even genoemde conflict de scherpste prik
kei weggenomen.
Is derhalve ook bij de andere wetenschap-
;n sprake van „geloof', dit neemt niet
weg, dat dit woord in de theologie in zeer
speciale beteekenis wordt gebezigd. De theo
logie weet van een openbaring Gods, door
welke het geloof in den eigenlijken zin van
het woord eerst wordt gewekt. Geloof en
openbaring staan dientengevolge in een zeer
nauw, correlatief verband; het geloof is
niet te denken buiten ziin verhouding tot
de openbaring, de openbaring wordt als
zoodanig alleen gekend door het geloof
Evengoed als wetenschap des geloofs kan
de theologie dan ook de wetenschap der
openharing heeten Het gevaar voor de theo
logie is, dat zij op één dezer heide factoren,
op het subjectieve of op het objectieve, een
zijdig den nadruk legt. Is de theologie sinds
Schleiermacher herhaaldelijk in de eerste
fout vervallen, de dialectische theologie on-
dagen blijft niet vrij van de tweede
eenzijdigheid.
Waarom stelt nu de Kerk prijs op de be
oefening van deze wetenschap des geloofs?
Welke taak heeft m.a.w. het wetenschap
pelijk denken t.a.v. het geloof? Dit wordt
inzonderheid aangewezen met betrekking
tot de dogmatiek, bij welk vak we immers
in het centrum der theologie zijn Naar haar
arbeid vraagt in de eerste plaats het geloof
zelf, dat noodzakelijkerwijze zoekt naar de
meest verstandelijke formuleering van zijn
inhoud. In de tweede plaats is de dogma
tiek noodig met het oog op de prediking,
voor welke zij de normen moet aangeven.
Eindelijk is aan den arbeid der dogmatiek
behoefte ter wille van de uiteenzetting met
andere stroomingen en beschouwingen.
Is dus de theologie onmisbaar voor de
Kerk, niet minder is omgekeerd de Kerk
onmisbaar voor de theologie. Zij is het sub
ject der theologie, met name der dogma
tiek. Niet in strijd hiermede is het kritisch
karakter der dogmatiek, dat haar al het
vroeger bereikte telkens van voren af aan
in den smeltkroes doet werpen. Ten slotte
wees spreker op het positief belang, dat de
andere wetenschappen bij de theologie heb
Gemengd Nieuws.
EEN REGENBOOG BIJ MAANLICHT
Naar aanleiding van een bericht in ons
blad over een regenboog bij maanlicht,
waargenomen op Zuid-Beveland, deelt een
lezer ons mede, dat hij in het najaar van
1929 (de datum is hem ontgaan) fietsende
van Rijnsburg naar Noordwijk in een regen
bui uit het Z.W. een volkomen regenboog
waarnam in diezelfde richting In het zui
delijk benedengedeelte van den boog zag hij
een donkere kleurmassa en aohter hem in
het N.O. stond hoog aan den hemel de bijna
volle maan. Ongeveer acht minuten werd
het verschijnsel waargenomen.
Nu weer lenig als toen hij 40 was
Men schrijft ons uit Rotterdam:
„Ik had veel last van kramp en stijfheid
in mijn beenen. Daar ik 70 jaar ben en ik
eiken avond 2 uur moet loopen om kranten
te bezorgen, gaf mijn vrouw mij den raad
om ook eens Kruschen Salts in te nemen.
Ik ben daar zes weken geleden mede begon
nen en ik heb nu geen pijn meer. Mijn bee
nen zijn nu weer net zoo lenig als toen ik
40 jaar was. Dus ben ilc vast besloten om
er meedoor te gaan zoolang ik leef. Als U
het noodig acht, kunt U mijn schrijven be
kend maken." P. J. P. te Rotterdam
70 jaar. Dan functionneert alles zoo
vlot niet ineer; inwendige stoornissen bren
gen kwalen mee en kunnen aanleiding zijn
tot rheumatiek en hevige pijnen. Nu wordt
Kruschen onmisbaar. Kruschen Salts tast di
rect de oorzaak van het kwaad aan; de
scherpkantige urinezuurkristallen, die de
ondraaglijke pijnen veroorzaken, worden
opgelost en met de andere afvalproducten
volkomen verwijderd. Door de ideale com
binatie van zes verschillende zouten is Kru
schen tevens een zachte aansporing voor alle
organen, dus zal het onmogelijk zijn, dat
dergelijke zuren zich weder kunnen ophoo-
pen en zioh in uw gewrichten nestelen. Dat
is de reden waarom een trouw Kruschen-
gebruiker geen last van rheumatiek kan
hebben.
Krusohen Salts is uitsluitend verkrijgbaar
bij alle apothekers en drogisten ƒ0.90 en
ƒ1.60 per flacon.
Nu is het de meest geschikte tijd, dit alles
eens zelf te ondervinden op 't oogenblik
kunt U Kruschen Salts probeëren op onze
kosten. Want door heel Holland zijn onder
de apothekers en drogisten duizenden fla
cons Kruschen verdeeld, die verpakt zijn
met een gratis proefflacon. U kunt deze
gratis proefflacon gebruiken zonder de ge
wone flacon Krusohen te openen. En als U
na deze proef niet volkomen tevreden bent,
kunt LT de groote flacon terugbrengen bij
den winkelier waar U haar kocht en hij zal
U Uw 1.60 (Uw geheele uitgave) zonder
omwegen terugbetalen. Maar vergeet niet,
dat de gratis proefflacon alleen verpakt is
bij de groote maat van 1.60 en dan nog
slechts voor beperkten tijd.
Gaat dus naar Uw apotheker of drogist,
voordat hij deze groote proef pakken uitver
kocht heeft. (Adv.)
Radio Nieuws.
YRLJDAG 14 OCTOBER.
I H i 1 v e r 3 u m. VARA. Orgelspel.
Londen R Orkest.
I Hilversum. VARA Orgelspel,
i Hilversum. VARA. Klein orkest.
Warschau. Brahms-concert.
i Hulzen. NCRV. Gramofoonmuziek,
Hulzen. NCRV. H. O. V.
i Huizen. NCRV. Gramofoonmuziek. I
I L o n d e n R. B.B.C.-Orkest.
I Hilversum. VPRO. Concert,
i Kalundborg. Deensche muziek.
0 Huizen. NCRV. Concert.
Hilversum. VPK> ncert.
1 Daventry. B.B.C.-Orkest
Hulzen. NCRV. Gramofoonmuziek.
Hilversum. VPRO. Gramofoonm uziok,1
Hilversum. VARA. GramofoonmuziekJ
C* i n g e n, Ou r u s s o. «ai
Hulzen. NCRV. Handenarbeid.
Huiz«n. NCRV Kol. Govaards: Leger!
des Hei Is-herinneringen.
I Huizen NCRV. A. J. Herwig: VruchtJ
20.01 H I 1 v e r
21.00 H i 1 v e r
pel Ijk lei
s u m. VPRO Cursus Kerkgesch^
s u m. VPRO Cursus Maatschap,
an
NCRV. Dr. Ph. J. Idenburg: De
loeicomsi van den hedendaagschon student'
Politie- o firiutnoBlia
19.30 Hulzen NCRV: Politieberichten
22.00 Huizen. NCRV. Persberichten.
22.00 Hilversum. VPRO. Persberichten
22.05 Hilversum. VPRO. Persberichten.
ZATERDAG 15 OCTOBER.
Cono.rt.o
8 00 Huizen. KRO. Morgenconcert.
8.01 Hilversum. VARA Gramofoonmuziek,
10.00 H u i z - -
12.00 H i 1 v
12.15 H u 1 z
11.15 H i 1 v
15 10 H i 1 v
15.50 L on a
16.00 H u i z
16.15 H u i z
16.20 Lang
16.50 H i 1 v
17.00 H u i z
17.05 Dave
17.30 H u i z
18.30 H u iz
19.00 H u
H i 1 v
19.50 Da
17.40 Hi 1 v
18.00 H 1 1 v
18.10 H u i z
20.00 Hilv
KRO. Gramofoonmuziek.
i b e r g. Vesperconcert
sum. VARA Mandoline-ensemble
KRO. Mond-accordeon muziek,
r y. Orgelconcert
ICRO. Gramofoonmuziek.
KRO. Gramofoonmuziek.
KRO. Gramofoonmuziek.
sum. VARA. Gramofoonmuziek.!
r y. Viool-recital.
KRO. „KRO-Boys".
sum. VARA.
KRO. Weekoverzicht,
s u ra. VARA. „Bonte avond".
3um. VPRO. Morgenwijding.
Atnderuurtjeo e
KRO. Kinderuurtje.
Te Haatwade bij Eygelshoven (L.) sloeg
een auto in razende vaart bij het nemen!
van een bocht eenige keeren over den kop
en bleef toen met veel averij liggen. De
beide inzittenden bleven ongedeerd
Politie en rijksambtenaren waren spoedig
aanwezig. Daar de auto frauduleus over de
grens was gereden, hebben belastingambte
naren beslag op de auto gelegd. De politie
verbaliseerde den Duitsdien bestiuunder,
wegens het in staat van dronkenschap be
sturen van een auto.
AUTO CONTRA KERMISKAST
Te Nijmegen werd op den Graafschenwegt
een kermiswagen, welke wagen werd gc-l
trokken door een tractor, door een vracht-1
auto aangereden. Bij den schok veroor del
chauffeur van den tractor, J. A uit Alphen I
a. d. Rijn, de macht over het stuur en reed I
tegen een boom. De kenniswagen werd
zwaar beschadigd. Een vrouw, die uit den
wagen viel, kwam er met lichte verwondin- j
gen af.
Het ongeluk moet te wijten zijn aan on
voorzichtigheid van den bestuurder van
de vrachtauto, die bij het passeeren te vlug
naar rechts aanhield.
AVONTUREN VAN 100SJE PINDA EN PIETJE ROET
door G. TH. ROTMAN
Maar o, jongens, ze hadden geen van
beiden erg in den waterput er vlak bij. En
op 'n gegeven oogenblik schoof de plank
onder 't wippen wat op zij en kwam, bom'
op het randje van den put terecht, zoodat
Pietje er hals over kop in tuimelde. Heel in
de diepte hoorde je hem met een plons in
het water vallen.
8. Joosje, die met een smak op den grond
terechtgekomen was, krabbelde overeind en
liep naar den put. „Ben je daar nog?" riep j
hij. „Ja!" riep Pietje Roet, „er staat gelukkig
niet zooveel water in; ik blijf net nog met
mijn hoofd boven! Maar haal me er alsje-
blieft gauw uit!" Ja, dat was gemakkelijker
gezegd dan gedaan!
(Wordt Maandag vervolgd.)
DE VAL VAN KONSTANTINOPEL
Door LEWIS WALLACE Naar het Engelsch door ALMA
(144
Konstantijn ontving de nieuw-aangekome-
nen in persoon bij de haven van Blacherne.
Van den muur boven de poort was de prinses
met een edele vrouwenschaar getuige van
het laden.
Een geharnast ridder stapte uit de boot en
maakte zichzelven bekend. Ik ben Giovanni
Giustiniani van Genua en breng tweedui
zend wapenbroeders mede, om den Aller-
christelijksten Keizer Konstantijn bij te
staan. Geleid mij tot hem, bid ik u.
De Keizer is hier. Ik ben het zelf.
Giustiniani kuste de hem toegestoken
hand en antwoordde vol vuur: Geloofd zij
Christus en de Madonna! Ik was zeer be
angst, dat wij te laat zouden komen. Uwe;
Majesteit gelieve te bevelen wat ik doen
zal.
Hertog Notaras, sprak de Keizer, wil
'dezen edelen ridder en zijn makkers de
hulpzame hand bicden. Geleid hen tot mij
zoodra zij ontscheept zijn. Voor het oogen
blik zal ik hen in Blacherne huisvesten.
Daarop wendde hij zich tot den Genuees
en zei: Onze Admiraal, hertog Notaras. zal
u in alles ten dienste staan. In den naam
van God en van onzen bedreigden gods
dienst heet ik u welkom.
Het scheen wel dat de luide toejuichingen
'den hertog niet aangenaam waren. Hij was
koel beleefd en gaf Giustiniani den indruk
{van een slechte dienaar te zijn voor den
statigen ridderlijken Keizer,
Dien avond hield de Keizer receptie, en
Giustiniani hielp Phranza in de voorstelling
van zijn krijgsmakkers. Ofschoon het banket
dat op de voorstelling volgde zeker niet heeft
kunnen wedijveren met dat, hetwelk Alexis
voorzette om de aanvoerders van den eer
sten kruistocht te verblinden, was het toch
zelcer niet gering te achten, want als men
aan de oude oorkonden geloof mag schen
ken, blijft het wegstervend licht van groote
Rijken het langst hangen in hun feestzalen
Wat ook bij deze gelegenheid mocht ont
breken, Konstantijn vergoedde alles ruim
schoots door zijn innemende vriendelijkheid.
Hij had er slag van een soldatenhart te
winnen, en van de vreemde gasten, hier
tegenwoordig, zijn velen zeker in den dood
gegaan zonder onderscheid te maken tus-
schen hem en de heilige zaak die zij kwamen
dienen.
EENENZEVENTIGSTE HOOFDSTUK.
Een gunstbewijs.
Op een der laatste dagen van Februari liet
graaf Corti zich des morgens vroeg bij prin
ses Irene aandienen. Zijn ijzeren schoenen
rinkelden op den marmeren vloer en de
afwezigheid van alles wat naar sieradiën
zweemde in zijn uitrusting, sprak van toe
rusting voor werkelijken dienst
Ik hoop dat de iMadonn," u bij de ge
zondheid bewaart? vraagde zij, hem de hand
reikende.
Met meer dan gewone warmte kuste hij de
blanke hand en wachtte totdat zij spreken
Mijn dames zijn naar de kapel gegaan,
maar ik wil u gaarne te woord staan, of
wilt gij eerst met ons den dienst bijwonen
en daarna zeggen wat u tot mij voert?
Men wacht mij bij de Adrianopelsche
poort en daarom wil ik, zoo het u goed dunkt
u maar eerst mijn bede voorleggen.
Met bange voorgevoelens vervuld ant
woordde zij: God sta ons bij, graaf! Ik vrees
dat gij mij slechte tijding brengt. Sinds de
goede Gregorius zich in ballingschap begaf
om aan zijn vervolgers te ontkomen, maar
bepaald sinds Kardinaal Isidoor getracht
heeft de Latijnsche mis in de Santa Sophia
te lezen en de heethoofdige Gennadius het
volk zoozeer met zijn zinnelooze anathema's
verschrikte, is mijn hart bekommerd, en
schrik ik bij het minste. Wees dus zoo goed
van zonder omwegen te zeggen wat u tot
mij voert
Zij stond hem toe haar naar een stoel te
geleiden; hij zelf bleef staan en begon op
vasten toon: Prinses Irene, nu gij besloten
hebt in de stad te blijven en den uitslag van
het beleg af te wachten, te recht oordeelende
dat God zelf in deze zaak beslissen zal, acht
ik het mijn plicht u te zeggen, dat niemand
meer belang heeft bij hetgeen ons overkomt,
dan gij; want als de Hemel ons zijn zegen
onthoudt op onze pogingen en de stad den
vijand in handen valt. dan hivft de over
winnaar door een wreede krijgswet niet
alleen recht op alle gebouwen, maar onk op
alle levende ziel. Wij, die strijden sterven
den dood dien hij over ons beschikt; gij...;
helaas, edele prinses, mijn tong weigert de
woorden uit te spreken, die zich opdringen!
De kleur op haar wangen verbleekte, maar
zij antwoordde: Ik weet wat gij zeggen wilt.
Meer dan eens ben ik in verzoeking geweest,
om te vluchten terwijl het nog tijd is; maar
dan zeg ik tot mijzelve dat ik uit het ge
slacht der Palaeologen ben. Ook mag ik niet
vergeten dat mijn neef, de Keizer, een steun
noodig heeft in den strijd die hem wacht,
en evenmin dat andere vrouwen, aanzien
lijke en geringe, die het lot van haar strij
dende echtgenooten en broeders willen dee-
len, ook hier blijven. Al moge er minder zijn
dat mij bindt, graaf, de eer eischt daaren
tegen meer van mij, dan van haar.
Edele prinses, ik hoop dat gij het niet
ongepast zult vinden als ik beken dat ik de
laatste dagen bekommerd ben geweest om
Uwentwil. Ik vreesde dat gij te goed van
vertrouwen waart, met betrekking tot onze
bekwaamheid om den vijand te weerstaan.
Het schijnt mijn plicht te zijn u kennis te
geven van den waren stand der zaken, opdat
gij ons moogt toestaan voor uw veiligheid
te zorgen, terwijl de gelegenheid gunstig is.
Voor mijn vlucht, graaf?
Neen, prinses, voor uw vertrek uit de
stad.
Zij glimlachte over die fijne onderschei
ding, maar antwoordde: Ik luister.
Het staat aan u te beslissen, prinses.
Zoo de geruchten aangaande de toebereid
selen van den Sultan waar zijn, zal dit beleg
in een opzicht zeker ongeëvenaard zijn. De
groote kanonnen die het oponthoud veroor
zaakten, heeten grooter te zijn dan al wat
ooit gezien werd. Zij kunnen onze wallen
met één slag vernielen, ons in onze schuil
hoeken treffen; de onzekerheid dienaan
gaande geeft den dappersten krijger te den
ken, hoeveel te meer hun, die geen weer
stand kunnen bieden. Vervolgens acht ik
het zeer waarschijnlijk dat de legermacht,
die tegen de stad optrekt, veel grooter is
dan ooit voor haar muren verscheen. De
Sultan is nog te Adrianopel om zijn leger te
verzamelen. Groote troepen voetknechten
steken den Hellespont over bij Gallipoli en
den Bosporus bij Hissar. In de omtrek van
Adrianopel wemelt het van ruiters van alle
bekende natiën: Kozakken, Arabieren, Koer
den, Tartaren, Roumeniërs en Slaven. De
steden langs de kusten van de Zwarte Zee
zijn Mohammed bijgevallen; de st.den die
hem gehoorzaamheid weigerden liggen in
puin. Een leger is bezig Morea te verwoesten.
De broeder dien Zijne Majesteit daar tot
Gouverneur had aangesteld, is dood, of
zwerft om, niemand kan zeggen waar. Van
hem is geen hulp te wachten. Zoover het oog
reiken kan is de zee vol met vijandelijke
schepen van allerlei sooif Vierhonderd stuks
zijn geteld. En nu wij niet langer kunnen
hopen op meerdere hulp van de Christenen
in Europa, hebben al die berichten ontmoe
digend gewerkt op ons garnizoen. Ons gar
nizoen! Ach, prinses, met de vreemdelingen
mede is het nog niet voldoende, om de muren
aan de landzijde te dekken.
Dat is een somber tafereel, graaf, maar
als gij het ontworpen hebt om mijn voor
nemen aan het wankelen te brengen, dan is
het niet somber genoeg. Ik heb mij in Gods
hqsd gesteld. Tk zal blijven, en God zal met
mij doen wat Hem behaagt.
Ik vreesde zulks, prinses. Toch achtte
ik het mijn plicht u te zeggen waarop het
staat; en nu die plicht volbracht is, bid ik
u mij even welwillend t2 hooren over iets
anders. Daar ik hoog noodig vond kennis te
nemen van hetgeen de vijand verricht, ver
zocht ik Zijne Majesteit mij toe te staan den
weg naar Adriannpel op te rijden. Hij stond
het mij toe, en ik ben voornemens dadelijk
te vertrekken: maar voordat ik ga, voordat
ik afscheid van u neem, heb ik u iets te
vragen.
Hij aarzelde even, haalde diep adem en
vervolgde: Lieve prinses, uw besluit om te
blijven en de gevaren van het beleg en den
aanval te trotseeren vervult mij met vrees
voor uw veiligheid. Sta mij toe u te be
schermen. Ik wijd u mijn zwaard... mijn
leven, mijn ziel! Laat ik uw ridder mogen
Zij stond op, maar hij vervolgde: Later
misschien zal hetgeen ik voor uw land en
godsdienst heb mogen doen mij moed geven
om vrijmoediger te spreken over hetgeen ik
voel en hoop: maar nu durf ik niet meer
vragen dan dit Laat mij uw beschermer en
ridder zijh, tenminste zoo lang het beleg
duurt
De prinses was voldaan over de wending
die het gesprek nam. Zij dacht een oogen
blik na. Een dapper ridder, vooraan in den
strijd, met haar naam als triomfkreet op de
lippen... dat denkbeeld lachte haar toe. Zij
antwoordde: Graaf Corti ik neem uw aan
bod aan.
Hij lcustte eerbiedig de hero toegestoken
hand en zei: Gij hebt mij tot den gelukkig
sten man gemaakt. Maar ik moet uw kleur
dragen. Geef mij iets, een handschoen, een
sjerp, iets om te bewijzen dat ik uw ridder
ben.
Wordt vervolgd