e Maatschappij Laura en Vereeniging Nederlandsche Staatsmijnkolen kwaliteiten Industrie-KoEen De Mijnen LAURA en JULIA te Eygelshoven leveren PRIMA huisbrand- en industriekolen voor elke Industrie Prima 1/ I voor Huisverwarming W;IUA|m:n9 Anthraciet Wilhelmina Eierbriketten Emma Cokes 3e MIJNENNUMMER 6 OCTOBER 1932 Alb. 3 De omvangrijke leveringen van bogen en ringen uit bokaalijzer aan binnen- en buitenlandsche mij nen en de daarmede in den loop der jaren opge dane ervaringen, bevestigen, dat de bekleeding in het bokaal-profiel aan de door de mijnen ge- Afb. 4 stelde beide hoofdcischen, nl. weerstand tegen ontspanningen en storingen in het gebergte en weerstandskracht tegen de optredende spanningen, door haar vorm van uitvoering in ieder opzicht voldoe* De Mijn Julia Ofschoon eerst in 1929 in bedrijf gesteld, heeft zij zich reeds een grooten roep vti- Nieuwe zetel Mij. Laura en Vereeniging De Mijn „Julia", de nieuwe zetel der Maatschap pij „Lnura en Vereeniging", welke ook de mijn „Laura"' ontgint, is gelegen te Eijgelshovcn in de onmiddellijke nabijheid der Duitsche grens, aan den weg die naar Rimburg leidt Temidden van het nog vrijwel ongerepte, prachtige heuvelland ligt het machtig complex der gebou wen, gekarakteriseerd door de zware 55 meter hoo- ge schachtbokken. Van den Rimburgerwcg glooit het terrein sterk af naar de Anselderbeck. Van dit niveauverschil is gebruik gemaakt om on der de hoofdgebouwen, die geleidelijk opgaan naar den losvioer, de werkplaatsen en magazijnen aan te leggen. De rangeersporen, in een driehoek aangelegd, ma ken het mogelijk op het geheele uitgebreide ter rein het één-richtingssysteem te volgen. Ten behoeve van het toezicht en ter vergemakke lijking van eventueele herstellingen, zijn de elec- trische-, de water- en luchtleidingen gelegd in een groot kanaal, dat het geheele emplacement door- Bij den aanleg van de bouwwerken is getracht de ruime bedrijfsgebouwen samen te voegen tot een logisch geheel bij geringe afstanden der verschil lende afdeelingcn. Aan het aesthetisch uiterlijk der gebouwen werd veel zorg besteed. Aan den eigen, aan weerszijden beplanten weg, die naar de mijn leidt, staat het hoofdgebouw. Binnenkomende en vertrekkende arbeiders passee- ren langs verschillende wegen de ruime loonhal, om welke de kantoren voor de ingenieurs, het op zichthoudend personeel, het loonwezen, de verband- kamer, etc. zijn gegroepeerd. De arbeider, die naar zijn we-k gaat, krijgt in het voorbijgaan zijn controle-nummer, houdt zich zoo noodig even op aan het loket van zijn af deel ingsopzichter om inlichtingen en instructies voor zijn werk te vragen en begeeft zich naar het badlokaal, 75X37.50 M. groot. Ieder arbeider beschikt hier over een optrekbare kleerenhaak en een schoenkastje. De badcellen, allen gescheiden, zijn uitgevoerd in witte tegels. Dank zij de groote hoogte van het gebouw en de Stoomcenlrale met ketelhuis Wilhelmina 6 3e MIJNENNUMMMER 6 OCTOBER 1932 goed verdeelde luchttoevoer, heerscht in het ge bouw ook bij de sterkste bezetting, een goede at mosfeer. De arbeider verwisselt in het badgebouw zijn wan- delplunje tegen zijn werkpak. Zijn dagelijksoh, verplicht voorgeschreven bad, neemt hij uiteraard eerst wanneer hij van zijn werk terugkeert. Hij begeeft zich nu naar de lampenkamcr, waar hij zijn eigen lamp in ontvangst neemt. De oude Davy-lamp, die benzine brandt, wordt slechts voor het onderzoek naar mijngas gebruikt Overigens worden electrische lampen verstrekt, die gevoed worden door accumulatoren, dagelijks nieuw geladen. Deze moderne lampen zijn veel zwaarder, geven evenwel meer licht De wandeling gaat nu verder naar het schacht gebouw, op ca. 12 meter boven den beganen grond gelegen. In dit gebouw 146 meter lang monden de bei de schachten uit. Van beide zijden hoort en ziet men do signalen gewisseld met de ondergrondscho laadplaatsen eenerzijds en de machinisten der op haalmachines anderzijds. De kooien, welke bij het goederenvervoer met een snelheid van 16 meter per seconde door de schach ten suizen, werpen telkens 8 wagentjes met ca. 700 K.G. kolen uit op den losvioer. Het geheele vervoer gaat automatisch. Tusschcn de honderden, door kettingen bewogen vol gaande en ledig terugkeerende wagentjes is nauwelijks een arbei der te bekennen. De wagentjes worden naar de zeverij gevoerd; automatisch worden de kolen hier gestort op do zeven, automatisch gaan de wagentjes terug naar de schachten, waar zij zich zelf over de verschil lende sporen verdeelen. In de zeverij worden de kolen gescheiden in stuk kolen en gruis van 0.80 m.M. De stukkolen loopen over een beweegbaren band rechtstreeks naar de wagons. Onderweg worden de stcenen uitgelezen. Deze vallen op ijzeren ban den, die zo wegvoeren naar buiten. Het gruis wordt door een gummiband circa 1 meter breed en 64 meter lang naar de was- scherij gevoerd, waar de kolen eerst naar korrel grootte gesorteerd en dan gewasschen, d.w.z. van steencn ontdaan worden. Dit wasschen geschiedt in met water gevulde bakken. De door 6teen ver ontreinigde kolen worden in het water opgeworpen. De steenen zinken door hun grooter soortelijk ge wicht; de kolen drijven boven en worden over den drempel der bakken gespoeld. De verschillende nootjeskolen (50/80 m.m. 30/50 m.m. 20/30 m.m. 8/20 m.m. en 5/8 m.m.) worden door ban den naar de bunkers geleid. Onderweg worden de enkele platte steenen, die ondanks het was schen in de grovere soorten achtergebleven moch ten zijn, uitgelezen. De mijn „Julia", in Januari 1929 in bedrijf ge nomen, produceert thans ca. 60.000 ton per maand, een cijfer dat gemakkelijk verdubbeld zal kunnen worden. Daar de mijn „Laura" maandelijks 65.000 ton levert, beloopt de tegenwoordige jaarproductie der onderneming c.a. 1.500.000 ton, welk getal geleide lijk zal kunnen worden opgevoerd tot ruim 2.000.000 ton. De moeilijke tijdsomstandigheden zijn evenwel oorzaak dat thans c.a. IVi millioen ton per jaar wordt geproduceerd. Voorloopig kan al leen een vergrooting der binncnlandsche vraag het bedrijf opvoeren. De Julia-kolen, die c.a. 14 pet. vluchtige bestand- Vraagt Uw leverancier de alom bekende de brandstof voor Centrale Verwarmingen i Was scherij gebouw Mijn Juliana

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1932 | | pagina 12