O Pachters, let op! P, VAN BERK NS PRAATUURTJE LAM). EN TUINBOÜW No. 149 LlUM tkllAI, 2« Jl IJ 1932 BUREAU VOOR RECHTSBIJSTAND „LINKER MAASOEVER" Hillevliet 142, Rotterdam, Tel. 13224 Kantooruren: 9-5 en 7-9, Zaterdags 9-1 en 6-9 BEHANDELT ALLE RECHTZAKEN. geene uitgezonderd INFORMATIëN en INCASSO'S over het geheele land. mniiiiifiriiiflffifiii imwiiiiB'UPPiif iiiiiiiiHiii'BiiiiifiiiiiiiiiiPioiiiniiiiDiiPiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii'iiiiiii'i .iiiiiiipiiMiiMiiiJiuimuiiiiim Deze week nog kan men verlaging vragen voor de termijnen, die tusschen 12 Februari en 1 Juli l.l. betaald moesten zijn. Reeds enkele malen hebben wij, zoo hier 'als in de dagelijksche rubriek „Land en Tuinbouw", een en ander medegedeeld over de practijk van de Crisis-Pachtwet-1932. Zooals de officieele naam is. Meerdere belanghebbenden zijn door ons ingelicht, 't zij dat ze persoonlijk kwamen of dat ze ons per brief om advies vroegen. 't Blijkt ons echter dat er nog velen zijn, 'die gaarne de toepassing van de wet willen weten, die belangstellend zijn te weten hoe of ze moeten handelen om verlaging van de overeengekomen pachtsom te verkrijgen. Velen hebben indertijd voor 7 of voor 10 jaren gehuurd, en voor hen, die wat ver in deze periode heen zijn, die dus al enkele jaren geleden, hun pachtcontract teekenden of pachtovereenkomst aan gingen, is het heel zwaar de toen beloofde pachtsom thans op te brengen. Wij willen de velen, die om ons advies vroegen, en nog meer dezen, die plan moch ten hebben het alsnog te doen, terwille zijn en zullen trachten zoo eenvoudig en toch zoo beknopt mogelijk weer te geven, wat ons lijkt de meest gewenschte weg te zijn. Men moet niet vergeten, dat voor een goe den gang van zaken, ook in de toekomst, noo dig is dat men weet wat men aan elkaar heeft. We bedoelen, dat er zooveel mogelijk naar gestreefd moet worden om een goede (verstandhouding tusschen verpachter en pachter te,behouden. Ons zijn vele gevallen bekend, dat zoo'n goede verstandhouding van ouder tot ouder bestaan heeft. En nu lijkt het ons niet goed, dat de pach ter dadelijk zegt: „ik kan niet meer betalen, er is een pachtwet, dus ik ga naar den kan- itonrecliter." In de eerste plaats gaat dit niet, omdat er iandere tijden kunnen komen en de pacht over eenige jaren weer vernieuwd zal moe iten worden, waarbij de eigenaar zich kan herinneren, dat de pachter maar dadelijijk ,yzijn recht zocht." zonder eerst ee.is te pra- /ten. In de tweede plaats moet men bedenken, Idat er bij een pachtcontract twee zijn, die er geldelijk belang bij hebben. Dat de ver pachter ook moet leven en vaak alleen de pachtsommen als bron van inkomen heeft. In de derde plaats zal naar het ons voor komt de kantonrechter wel vragen of men onderling al eens overleg gepleegd heeft tvoor men zijn bemiddeling inriep. Ons advies is dus: zoek niet dadelijk den [weg, die de wet ons aangeeft, doch tracht eerst eens met den landheer overleg te ple gen. Maak de omstandigheden, waarin ge ver keert, duidelijk en tracht het zoover te krij gen dat er een minnelijke schikking tot stand kömt. Het zekerst is, dat dit even op het con- [tracht wordt aangeteekend en door beide partijen onderteekend. Voor beide partijen is, met het oog op eventueel overlijden, het 't beste dat de (tijdelijke) afwijking van het eenmaal aangegaan contract, schriftelijk vast gelegd wordt. Wanneer er niet met den eigenaar uwer landerijen is te praten en deze bij het een maal vastgestelde contract blijft, dan kan men als men overtuigd is, dat de indertijd vastgestelde pachtprijs, de perken van de thans normale opbrengsten, ver te buiten gaat, zich tot den kantonrechter wenden. Men moet zich wenden tot den kantonrech ter van het kanton, waarin het betrokken land ligt. De mogelijkheid is dus niet denk beeldig dat men tot meer dan een kanton rechter een verzoekschrift moet richten. Nu rijst voor velen de moeilijkheid hoe zoo'n {verzoekschrift ingericht moet worden. Aan zulke heeren te schrijven is niet het 'dagelijksch werk der boeren en tuinders en daardoor komt het dat ze het vaak niet goed doen, sommige dingen onvolledig zeggen en andere te wijdloopig behandelen. Wij geven den raad dit verzoekschrift zoo Meer dan ooit is het THANS noodig NAUW KEURIG BOEK te HOUDEN. Laat het doen door VEEMARKT lb, ROTTERDAM TELEFOON 57796 Eiken Maandag en Dinsdag van 9—5 u. te spreken. Zonder eenige verplichting ook Jhuis te ontbieden. eenvoudig mogelijk in te richten. Het be hoeft niet gezegeld te worden, 't Kan dus op een gewoon vel papier. Wij zouden het aldus doen: Aan den Heer Kantonrechter te Ondergeteekende (naam en voornamen, voluit) wonende te (duidelijk adres en huisnummer) verzoekt U WelEdel Gestrenge beleefd medewerking te willen verleenen tot gedeeltelijke onthef fing van de betaling van pacht van de per- ceelcn (het perceel) door hem gepacht van (duidelijk opgeven naam, voor naam en woonplaats van den pachter); welke perceel (en) gelegen zijn (is) te (opgeven, waar het gehuurde is gelegen). De betalingstermijnen zijn (of de betalings termijn is) 1932. De pacht som bedraagt: (in letters) en de grootte van de perceelen (het perceel) is 't Welk doende, enz. (woonplaats) (datum) (Handteekening.) Nog eens willen wij nadrukkelijk er op wijzen, dat deze pachtontheffing alleen ge vraagd kan worden voor het geval de pacht overeenkomst is aangegaan vóór 1 Januari 1932, en alleen dan, wanneer de huur betaald moest worden na 12 Februari jl. Voor het geval de vastgestelde betaaldag viel tusschen 12 Februari en 1 Juli jl. moet nog voor den 31sten dezer maand het boven bedoelde verzoekschrift ingediend worden, dus nog deze week. Als de pachttermijnen betaald moeten wor den na 31 Juni 1.1. moet uiterlijk 14 dagen na het verstrijken van die termijn het ver zoekschrift ingediend worden. 1-Iet doet er niet toe of de pacht reeds be taald is of niet, als men zich houdt aan ge noemde termijnen van inzending der verzoek schriften kan men vermindering vragen. In dien men al betaald heeft kan een eventueel verkregen tijdelijke pachtverlaging in min dering gebracht worden bij een volgende be taling. Wanneer men nog niet betaalde, dan heeft men zoolang de uitspraak van den kanton rechter nog niet plaats had, uitstel en be hoeft dus niet eerder te betalen dan wanneer de definitieve beslissing valt Men lette er wel op, dat al heeft men maar met één kantonrechter te doen men toch voor iedere pachtovereenkomst voor ieder contract dus een afzonderlijk verzoekschrift indient Ook al huurt men al zijn landerijen yan eenzelfden eigenaar. Als men dus land heeft gehuurd van A„ waarvoor men op 1 Mei 1.1 pacht betaalde of had moeten betalen; ook een stuk waarvan men 1 Aug. moet betalen en nog een dat 1 Nov. betaald moet worden, dan moet men drie verzoekschriften indienen, één voor 31 Juli het tweede uiterlijk 13 Augustus en het derde uiterlijk 13 Nov. a.s. Indien men meent, dat men een bepaald voorstel kan doen hoeveel men billijkheids halve dacht te betalen, dan kan dit even in bedoeld verzoeksscrift vermeld worden. Noo dig is het niet Want de kantonrechter roept pachter en verpachter bij zich om samen te overleggen. Komt de pachter niet, dan ver valt zijn erzoekschrift, en wordt geen ver mindering toegestaan. Men lette hier wel op. Komt het bij den kantonrechter tusschen pachter en verpaohter niet tot een accoord, dan wordt het gebracht voor de Kamer van Crisispachtzaken waarvan de leden nog niet benoemd zijn. In dit geval duurt het wel een poosje voor een definitieve beslissing volgt. We hopen dat het belanghebbenden nu dui delijk is geworden. Vroeg-los Op velerlei zaken moet men letten De Rijkszuivelconsulent voor Zuid-Hol land, Ir. W. J. Huisman schrijft over dit thans weer veel voorkomend gebrek bij de kaas het volgende: Met de warmte is het gebrek vroeg-los in sterke mate komen opzetten, tot groote schade voor den kaasmaker. Het is niet ge makkelijk aan te geven, waar de oorzaak van het gebrek ligt, daar er vele oorzaken aanwezig kunnen zijn. Ik iwdl echter op de volgende punten wijzen: Inspecteer nauwkeurig het gereedschap. Ga na of alles vlug opdroogt. Dit moet ge schieden. want op vochtige plaatsen ont wikkelen de Coli-organismen zich in sterke mate. Is b.v. de onderkant van het snijmes hol en zijn enkele afzonderlijke messen los, dan komt bij schuin zetten van het mes, vocht uit den onderkant van het mes. Dit vocht bevat zeer groote aantallen Coli-bac- teriën. Verwijder den onderkant van hel mes of laat het nauwkeurig soldeeren. Beoordeel verder de teems en schepbak en vooral ook de emmers en bussen. De z.g melktonnen uit de Rijnstreek zijn vaak zeer verkeerd, de diepe naad tusschen den meta len rand en den houten bovenkant kan met voldoende gereinigd iworden. Het gereedschap moet zijn: glad van oppervlak, naadloos, massief en rond in kim en in hoeken, opdat nergens vocht kan achterblijven en vlug opdrogen mogelijk is. De reiniging van het gereedschap moet nu met de uiterste zorgvuldigheid geschie den. Inspoelen met koud water, dan boenen met heet sodawater en naspoelen met ko kend of gekookt water is een vereischte. Heeft men leidingwater, dan kan men dat voor het naspoelen gebruiken en is voorat koken niet noodig: heeft men daarentegen slechts slootwater tot zijn beschikking, dan is koken van het water noodzakelijk, tenzij men chloorloog gebruikt, 15 gram chloor- loog op een emmer met 15 L. water is vol doende om alle bacteriën te dooden. Met die 15 L. water kan men al het gereedschap naspoelen, kaastobbe en zelfs het naspoelen van de kaasdoeken inbegrepen. De lucht van het chloor is reeds na een klein uurtje verdwenen en oefent geen nadeel uit op de later te maken kaas. Na het naspoelen met chloorloog dus met géén ander water meer aan de gereedschap pen komen. Verder is zindelijkheid bij het melken noodzakelijk. Handen wasschen vóór, maar ook ti]dens het melken. Het gebruik van een zindelijk doekje of, zoo noodig, zuiver water voor het reinigen van den uier en omliggende deelen, kan zeer noodzakelijk zijn. Zijn echter alle voorzorgen genomen voor het verkrijgen van een goede grondstof en heeft men nog met „los" te kampen, dan moet de bereiding van de kaas nauwkeurig worden nagegaan. De aard van het boorsel moet behoorlijk stevig zijn, is het te zacht, of zakt de kaas uit. dan is stevig maken noodzakelijk. Dit kan men bereiken door b.v. 5 minuten lan ger te roeren, nadat het laatste heete water is toegevoegd of in plaats van langer roeren kan men de tobbe een poos laten staan, daarna de wrongel eens flink losroeren en verder op de normale manier de bewerking vervolgen. Helpt één maal laten staan niet of onvoldoende, dan moet deze tijd worden verlengd. Hooger opwarmen, waardoor de wrongel ook steviger gemaakt kan worden, is in deze verkeerd, daar een hooge opwarmings- temperatuur het „vroeg-los" in de hand werkt. 37 graden Celsius is een geschikte opj warmingstemperatuur. Velen warmen lager op en ondervinden daarbij goede resultaten. Bij een lagere opwarmingstemperatuur be hoort een langere bewerkingstijd. Men gebruike op 100 L. melk 30 gram (een eetlepel met een flinken kop) salpeter. Dit wordt vóór het stremsel aan de melk toegevoegd. Ten slotte is verandering of vermeerde ring van de hoeveelheid „zuur-toevoegsel" noodzakelijk. Heeft men zeer „losse kaas", nadat de kaas één dag in de pekel drijft, dan raad ik aan het zure toevoegsel niet langer te gebruiken. Gebruik eens „niets", ook geen salpeter. Helpt dit niet. gebruik dan een ander zuur-toevoegsel, waarvan u weet dat het op een ander bedi'ijf goed voldoet. Velen heb ben baat door melk uit zich zelf „dik" te la ten worden. Is de melk dik, dan neemt men het roomlaagje eraf, klutst het goed door een en gebruik hiervan 50 tot 200 gram per 100 L. melk. De manier, om dit „zuursel" te verkrij gen, is aldus: Men zet 's morgens en 's avonds in een schoon wedkglas of kannetje, melk van een gezonde koe weg. gebruik het niet voordat het dik is. Men heeft alzoo steeds 3 4 kan netjes staan te zuren. Dit moet geschieden op een niet al te koude plaats. Is de melk dik, dan moet zé verder zoo koud mogelijk bewaard worden. Het karnen van de dik geworden melk zooals ook door velen geschiedt, geeft geen andere bacterie-flora aan de melk. De wei- afscheiding wordt evenwel verminderd, zoo dat karnemelk wel gedurende en tweetal dagen gebruikt kan worden. Het z.g. kaaszuursel kan eveneens zeer goede diensten belwijzen. Doorgaans kan men dit bij een melkcontroleur bekomen. VVenscht men het echter zelf te maken, dan verzuime men niet eerst inlichtingen om trent de bereiding daarvan te komen in winnen aan het Zuivelconsulentschap, Kar- nemelksloot 20, Gouda, Het gebruik van zure-wei, ofschoon voor het „Vroeg-los" soms een goed middel, moet worden afgeraden, daar deze vloeistof het ontstaan van „Laat Los" in sterke mate in de hand werkt. De veehouder is vaak geneigd de voor naamste oorzaak van het „los" bij zijn koeien te veronderstellen. Deze opvatting acht ik niet juist, ofschoon de geringe mo gelijkheid bestaat dat een koe, die slecht stremmende melk levert, een wrongel geeft, die het vocht niet goed laat schieten; door dat te hooge vochtgehalte kan de kaas „los" worden. Door langere bewerking van de wrongel had het gebrek dus voorkomen kunnen worden. Heeft men over het algemeen „slecht stremmende melk" dan kan men dit verhel pen door aan de melk toe te voegen per 100 L. 15 gram van een bijna verzadigde op lossing van caicium-chloride in water, welke bij drogisten en apothekers verkrijg baar is. Het toevoegen van calcium-chloride moet geschieden voor het stremmen der melk. Melk met afwijkende kleur of melk van een koe, die uit één of meerdere spenen zeer weinig geeft, moet echter buiten de kaas tobbe worden gehouden. Ten slotte merk ik nog op dat een enkele losse kaas niet ten gevolge moet hebben dat men de bereiding verandert Komt „pekel-los" in geringe mate voor, hetgeen vooral het geval is als men de kaas gekruimeld in het vat brengt, dan ver dwijnt dat gewoonlijk wel weer, dat is du? ongevaarlijk. Door te zorgen dat tijdens het kruimelen meer wei in het kaasvat is, kan men dit ,ypekel-los" in sterke mate vermin deren. Zoo ziet men, dat er verschillende oorza ken van het ontstaan van „vroeg-los" ziin aan te geven, de kaasmaker moet doorpro- beeren zelf uit maken wat op zijn bedi'ijf het beste bevalt en dan volgens dat systeem doorgaan. Tot nadere inlichtingen gaarne bereid. Een groote tarweoogst De Tarwe-Centrale te Rotterdam brengt het volgende ter kennis van belanghebben den: Het is bekend, dat van de te velde staande tarwe een zoo groote opbrengst is te ver- wachten, dat het bij het thans in de Tarwe- wet bepaalde maximum-mengpercentage van 25 niet mogelijk is het geheele kwantum in het brood te laten verwerken.Er zal vermoe delijk meer dan 100.000 ton tarwe op de vi*ije markt moeten worden verkocht. Teneinde toch een behoorlijken prijs aan de verbouwers te kunnen uitkeeren is door de Minister van Economische Zaken en Landbouw bepaald, dat voor de Vita-tarwe f 15 (excl. kosten) mag worden berekend. Hierbij is uitgegaan van de gedachte, dat het dan mogelijk zal zijn voor tarwe, die aan de gestelde eischen voldoet, gemiddeld f 12 per 100 Kg. te kunnen betalen. De te genwoordige marktpositie is echter dermate ongunstig, dat genoemde f 12 zeer zeker niet bereikt zal worden, in tegendeel misschien nauwelijks f 11 aan de boeren kan worden uitgekeerd. Ten aanzien van den verkoop van vrije tarwe (T.C.-tarwe) zijn door het bestuur der Tarwe-Centrale voorloopig de navolgende voorschriften gegeven. De te leveren kwaliteiten en de verkoop- condities worden door de Tarwe-Centrale in overleg met de Gewestelijke Tarwe-Organi- satie vastgesteld. De T.C.-tarwe wordt door tusschenkomst van de Tarwe-Centrale verkocht, waarbij ze zich kan bedienen van de bemiddeling van de Gewesten of andere door haar erkende personen. Er zullen twee soorten T.G-tarwe worden onderscheiden, nl.: a. ongedenatureerac tarwe, b. gedenatureerde tarwe. Van de on der a. genoemde soort moet de Tarwe-Cen trale kunnen controleeren of deze inderdaad wordt verwerkt of zoodanig gemengd dat te ruglevering aan landbouwers of erkende handelaren is uitgesloten. Voor de controle bij het eventueel derna- tui'eeren dezer partijen groot of klein, wordt door de Tarwe-Centrale f 25 per partij aan het gewest in rekening gebracht, welk be drag aan konners wordt door berekend. De onder b genoemde soort wordt door, vanwege, of onder conti'ole van de Tarwe- Centrale gedenatureerd door kleuren of men gen, waarna deze tarwe verder in den han del geheel vrij is. Voor de controle op deze denaturatie war- den gee kosten in rekening gebracht. Het kleuren zal geschieden door toevoe ging van een absoluut onschuldige kleur stof, welk procédé i"eeds veelvuldig in de practijk met succes voor een dergelijk doel einde is toegepast. Het mengen kan met gebroken mais, gerst of dergelijke geschieden, geheel in overleg met den kooper, mits de bedoeling de tarwe te denatureeren wordt bereikt. De Tarwe-Centrale kan onder bepaalde voorwaarden een landbouwer zijn eigen tarwe laten behouden, door deze tarwe aan hem zelf te laten verkoopen, waardoor de landbouwer toch in het bezit van de „kop" kan komen. De kosten voor monsterneming en controle op de in dit geval verplichte de- nutaratie door vermengiing komen voor re kening van den landbouwer. Er zal zoo veel mogelijk op monster wor den verkocht, zoowel voor directe levering als in voorverkoop, een en anuer uil de hand of doormiddel van veiling. De provisie voor tusschenpersonen is bepaald op f 0.50 per 100 K.G. Behalve voor de prima-krop partijen zal als regel in eenheden van 10.000 Kg. woi'den verkocht. Bij het koopen van meer eenhe den, welke in eens worden ontvangen, zal voor iedere meerdere een korting op den prijs van pet., tot een maximum van 4% pet over de geheele partij worden toege staan. Voor partijen grooter dan 500 ton kan een afzonderlijke reductie-regeling worden over eengekomen. Verkoop-condities, ve/ilingvoorwaarden en arbitrage-bepalingen zullen na bekendma king voor belanghebbenden bij de Tarwe- Centrale verkrijgbaar zijn. Er zal geen tarwe worden verkocht aan hen, die geen voldoende zekerheid bieden, dat de tarwe zijn juiste bestemming zal ver krijgen. Vanaf 1 Augustus 1932 zal met het verihan- dele der T.C.-tanve een aanvang worden ge. maakt. De Wereldgraanoogst Mededeelingen uit Amerika, Sovjet- Rusland, Noord-Afrika en Britsch- Indië. De directie van den Landbouw deelt in Handelsberichten mede wat het Interna tionaal Landbouw-Instituut in vei'volg op hetgeen ter zake reeds is gepubliceerd ten aanzien van Europa, weet met betrekking tot de vooruitzichten van den graanoogst in andere landen. In Noord-Amerika is Mei niet gunstig ge weest voor de wintertarwe in de Vereenigde Staten. Men vermoedt, dat de productie een van de geringste der laatste 20 jaren zal blijken. Daarentegen wordt de oogst van zomertarwe op ongeveer 7.000.000 ton ge schat, terwijl verloden jaar nauwelijks 1.800.000 ton werden geproduceerd in ver band met de buitengewone droogte, waar door de opbrengst gevoelig werd geschaad. Verwacht wordt, dat de tarweproductie in de Vereenigde Staten niet voldoende zal zijn voor het normale binnenlandsdhe verbruik, dat thans begroot wordt op 19.000.000 ton per jaar. De voorraad van den ouden oogst, welke naar schatting meer dan 10.000.000 ton bedraagt', zal echter dan niet alleen vol doende zijn om het betrekkelijk kleine te kort te dekken, maar bovendien nog gele genheid geven nog vrij belangrijke hoeveel heden uit te voeren. In Canada was de stand der gewassen reeds goed aan het eind van Mei. Door veel neerslag en overvloed van vocht in den bo dem is deze nog verbeterd gedurende ae eerste twee weken van Juni in de Prairie provinciën is voldoende regen gevallen. Deze was ook vrij goed over de in aanmerking komende oppervlakte verdeeld. In verband met een en ander wordt een oogst venvacht boven het gemiddelde. Naar verluidt bedra gen niet-officieele sohattingscijfers 12 13.000.000 ton tegen 8.300.000 ton in 1931. In Sovjet-Rusland is de maand Mei vrij gunstig geweest voor de ontwikkeling van het wintergraan, daar de regen voldoende w-as en goed vei'deeld over het beteelde land. Men rekent ten minste op een gemid delde opbrengst op een opnervlakte, welke grooter is dan verleden jaar. De uitzaai van de zomertarwe heeft met groote vertraging plaats gevonden, maar daai'entegen heeft de voor een regelmatige ontkieming noodige vochtigheid niet ontbroken, hetgeen in 1931 wel het geval was. Het eerste stadium van den groei kan dan ook bevi-edigend worden genoemd. Er dient echter niet uit het oog te worden vei'loren, dat de met zomertarwe beteelde oppervlakte ongeveer 3.000.000 H.A. kleiner is dan verleden jaar. Naar schatting is het in totaal met tarwe bezette aantal H.A. ongeveer 2.000.000 H.A. kleiner dan ln 1931. Gedurende de eerste twee weken van Juni wasde stand van de gewassen bij voortduring bevredigend. Daarna begon men echter in enkele productie-gebieden van de zomertarwe te klagen over onvoldoenden regen en hevige warmte. De schatting van den tarwe-oogst in Britsch-Indië is van 9.460.000 tot 9.280.000 ton verminderd. Verleden jaar bedroeg de pro ductie daar te lande 9.450.000 ton. Onder de andere productielanden van Azië is van Syrië en Palestina bekend, dat daar wordt verwacht, dat de tarweproductie ten gevolge van de droogte in het voorjaar een tekort zal opleveren. In Nood-Afrika schijnt de oogst overvloe dig te worden in Tunis en Egypte, vrij goed in Marokko en ongeveer gelijk aan het ge middelde in Algei'ië. Op grondslag van de beschikbare gege vens is er aanleiding te venvachten, dat op het noordelijk halfrond, met uitzondering van Sovjet-Rusland, de totale tarweproduc tie eenigszins minder groot zal zijn dan die van 1931 en dat de rogge-opbrengst daai'en tegen grooter zal zijn dan die van verleden jaar. De uitzaai op het zuidelijk halfrond vindt onder zeer gunstige omstandigheden plaats op oppervlakten, welke grooter zijn dan ver- leden jaar. MARKTOVERZICHT Medegedeeld door het Centraal Bureau i VOERARTIKELEN. De maisvraag was de laatste dagen nog zoo goed, dat, ondanks de groote aankom sten en de ruime aandieningen op de ter- mijnmarkt, de prijzen zich niet alleen hand haafden. doch nog een weinig hooger lie pen. Een aangekomen partij Besseraabmais was goed, een andere daarentegen weer minder. Gerst bleef nog steeds hoofdzakelijk voor directe levering als Canadagerst ge vraagd; de prijzen handhaafden zich even eens, ondanks groote aankomsten. De Do* naugerst bleef prijshoudend, doch de offer tes loopen uitsluitend op Augustus aflading en verder, zoodat wij voorloopig op de Ca nada zijn aangewezen. Tarwe liep de laat ste dagen veel vaster, vooral de zeer ge wilde Australische tarwe. De nieuwe oogst Duitsch/Poolsche trok eenige attentie. Ca- nadarogge eveneens iets hooger met goede vraag. De Duitsch/Poolsche van den niou- wen oogst komt concurreerend aan da markt. Haver was in Canadasoorten slechts schaarsch aangeboden. Ook de betere par tijen Russische zijn geruimd. Men biedt thans druk aan Roode Texas haver op Aug.- aflading. Voor lijnkoek, cocos- en grondnotenkoeK is de markt geheel en al onveranderd ge* bleven. MESTSTOFFEN. Stikstofmeststof f en. De dagbla* den hebben ons bericht, dat er een voorloo pige overeenkomst is bereikt tusschen de producenten van chilisalpeter en die van synthetische stikstof. Er is dus kans, dat wij binnenkort resultaten zien in den vorm van prijzen van die meststoffen, die in het nieuwe seizoen zich nog afzijdig hadden gehouden, n.l. de chili, dé kalksalpcter en ten slotte de kalkstikstof. In het belang van de producenten dier meststoffen lijkt ons dit lang uitblijven minder gewenscht. Wel was er de laatste weken niet zoo erg veel belangstelling voor het nieuwe seizoen, doch er was een goede vraag voor direct ge bruik en daarvan profiteerden kalksalpeter en chili resp. weinig en zeer weinig wegens de minder gunstige prijsverhouding. Zwavel zure ammoniak en ammonsalpeter gingen met de orders strijken van de voor dezen tijd werkelijk uitstekende vraag. Misschien, dat er ook reeds iets gekocht wordt voor de herfstmaanden .hetgeen onzes inziens het best op de prijzen, die voor Juli en Augustus gesteld zijn, gebeuren kan. Thomasmeel. Ondanks het feit, dat er zeer weinig kooplust is, heeft de markt zich volkomen gehandhaafd. Ook in de loopende maand hebben er weinig verschepingen naar Nederland plaats. Uit Frankrijk en Luxem burg komt niets, uit Duitschland ook slechts zeer weinig en van België komen er ook niet veel geladen schepen naar Nederland. Het vorige jaar was er, den voorraad mee geteld, op 1 Juli reeds 70.000 ton beschikbaar, dit jaar slechts 30.000 ton. Bij een te ver wachten omzet van c.a. 300.000 ton, moeten Ier dus nog 270.000 ton aangevoerd worden vóór einde Maart Zooiets is natuurlijk in het geheel niet onmogelijk, maar toch is dia hoeveelheid te groot om in een kort tijdsbe stek aangevoerd te worden. Voor Duitschland bedraagt het invoerover- sohot in Juni 1932 66.600 ton tegenover 85.000 ton in Juni 1931. Over drie maanden zijn de cijfers: April/Juni 1932: 127.800 ton; April/ Juni '31: 194.200 ton. In het Noorden des lands is een geringe kooplust waar te nemen, doch overigens wacht men nog af, zelfs voor hoefte. Nauwlijks had, na het praatje van de vo rige week, genoten van mijn kopje thee, dat nergens lekkerder dan op mijn eigen depar tement, door mijn eigen minister van bm- nenlandsche zaken (en financiën,nou!) geserveerd wordt en dat mij, volgens diezelf de ministers, na zoo'n gebabbel, toekomt, en nauwelijks had ik mijn kopje, met een veel zeggend gebaar van: 'k lust er nog wel eentje, op tafel teruggezet, of ik werd door aoo'n vinnige slag van onze kamerklok, die je natuurlijk anders nooit hoort, er aan her innerd. dat ik naar een vergadering moest. Geen tien minuten later trad ik de vergader- Knal binnen en nauwlijks had ik een tip van mijzelf laten zien of het nogal vrij drukke gebabbel verstomde ineens. Dat is steeds een verdacht verschijnsel: ze hebben het dan over je of over je werk of over het terrein, waarop je doen en denken voornamelijk gericht is. Om die plotselinge stilte en die glim lachende gezichten (dat was een goed tee- ken) wat weg te werken, vroeg een der aan wezigen mij dadelijk, hoe het met mijn gal was. Dit was, had ik immers zoo net verteld, door het bloed geloopen, Wat een belangstelling voor mijn gezond heid, nietwaar. 'k Was er 2Qcr gevoelig voor en dat maakte dat meteen al de gal weer terugkeerde naar de plaats waar ze behoorde. 'k Was dus gauw weer genezen, niet omdat de oorzaak der kwaal is weggenomen, doch omdat ik die zwartgalligheid niet gebruiken kan. Die past niet bij mij. Maar, dat fruit eten wel past in een café- restaurant, bewijst wel Ge weet wel, ik had het de vorige week juist over „de Turk" te Leiden, (dat die „verguld" is laat men meestal weg, en spreekt kortweg van de Turk), waar enkele jaren geleden een paar dames ieder een peer bestelden. Welnu, daar wordt me van be vriende zijde (dat moet er bij, want ik heb ook andere zijden) een Nieuwe Leidsche Courant toegezonden. Die lees ik anders ook wel eens, dat begrijpt ge. Doch de adverten ties niet altijd zoo nauwkeurig. En daarom was die bevriende zijde zoo goed een adver tentie met blauw potlood te merken, niet om deze blauw-blauw te laten, doch om mijn aandacht te trekken. Daar stond wat ik zoo graag van vele res taurants en lunchrooms zou lezen, dat er „ia den vergulden Turk" gelegenheid was dagelijks verscbe druiven tegen Westland- sche prijzen te eten. Als mijn vriend „uit den polder" mijn gal- kwaal al niet genezen had met zijn vraag, dan had mijn vriend „in den vergulden Turk" het vast wel gedaan. Zooiets zal het publiek ook wel bevallen. Als ik in Leiden kom ga ik „in den vergul den Turk" druiven eten. Zooals ik in Gouda en Alkmaar steeds kaas bestel. Maar nu vertel ik feitelijk privé-aangele- genheden. Zooals het ook privé-aangelegenheden wa ren van die Engelsche dame, die HAAR ROZEN MET OUDE PARASOLS BESCHERMDE TEGEN DE FELLE ZON. Bedoelde dame legde zich op bijzondere wij ze toe op de verzorging van rozen. Zij zond geregeld en met veel succes in op de plaat selijke tentoonstellingen. En welke waren de cultuurgeheimen, wel ke zij toepaste? Bij haar kennissen bedelde zij om afge dankte parasols. Eenigen tijd vóór de ten toonstelling en naar gelang van het weer, spande zij die parasols uit boven de bloemen, die zij wilde inzenden, om ze te beschermen tegen te felle zonnestralen of regen. Nu zullen er wel amateurs zijn, die dat leuk vinden en het voorbeeld zullen willen navolgen, doch ik hoop niet, dat onze bloe mentuinen met oude parasols zullen ontsierd worden. Stel je voor! En wat moest je deze week beginnen met al die afwisselingen van regen en zonneschijn. Van de eerste kregen wij echter het meeste. De aardappels zul len er niet beter van kwaliteit op worden. Misschien, voor de goede kwaliteit, zal de prijs iets beter worden. Doch daarover praten we maar niet Van daag voor twee weken deelde ik mede, dat minister gezegd had geen re den te hebben om tegen den Nederlandschen aardappelinvoer in Engeland onmiddellijk maatregelen te nemen. Maar Dinsdag kwam plotseling een besluit om VANAF HEDENMORGEN HET AARDAPPEL-INVOERRECHT TE VERHOOGEN. En niet zoo'n klein beetje ook. Per ton, dat is duizend kilo, waarvoor momenteel op de Langendijk 8 tot 23 gulden voor gemaakt wordt, komt thans een pound of ongeveer 8.80 invoerrecht op. Tot dusver was het 10 percent van de waarde ,dus, bij genoemde prijzen, 80 cent tot 2.20. Nu zal misschien de noodkreet weer door sommigen aangeheven worden: Erna, wat dan beteekent: eet meer aardappelen. Enfin, te zullen worden. Zooiets te lezen doet je weer goed, bij al de misère, die je hoort Moet ge niet meenen, dat het nu zooveel veranderen zal aan de al- gemeene malaise, doch ieder vleugje van verbetering geeft toch weer een prettig gevoel omdat je zoo goed als niets anders dan ma laise en crisis en voor de afwisseling crisis en malaise onder de oogen krijgt Dan vat je elk gunstig berichtje met meer dan de noodige interesse op en gaat het bekijken alsof je een wondere vondst had gedaan. De proportioneele contingenteering zal ons als de periode waarover de berekening ge maakt wordt, niet al te ongunstig gekozen wordt, geen kwaad doen. Wel goed. Maar 't gaat soms zoo vreemd. Doordat de Engelsche regeering ook in voerrecht ging leggen op eieren uit Ierland komen De eerste lading van eventjes 3 millioen eieren moet al onderweg zijn. Dat kan wat worden; b.v. voor Denemarken, dat wel de grootste buitenlandsche leverancier van eie ren op de Londensche markt is. Het totale eierenverbruik van Engeland, met uitzondering van den invoer in vloei baren vorm, bedroeg in het afgeloopen jaar 4.300.000.000 stuks, waarvan de helft van boerderijen in Engeland en Wales afkom stig was, terwijl ruim 925.000.000 eieren uit Denemarken werden ingevoerd. De waarde van den invoer van eieren bedroeg in het af geloopen jaar f 13.768.038. Natuurlijk speelt zoo'n zending van 3 mil lioen eieren uit Brazliië thans nog geen roj, doch als eenmaal de gang er in zit. De groo te vraag is nu maar, hoe het Engelsche pu bliek de Braziliaansche eitjes zal vinden. Wat we anders van Brazilië hooren is thans niet veel goeds. Maar dat ligt niet aan de eieren, doch aan het volk. In Rusland ligt het weer niet zoozeer aan wij zeggen, dat het daar op landbouwgebied het volk als wel aan het systeem. Zouden niet botert, 't Is er nogal eens hommeles. Nu weer Dat zult ge wel gelezen hebben. In Oekraïne en het Wolgabekken moeten reeds twee i millioen jonge communisten zijn, die de ko- renvelden moeten bewaken tegen plunderin gen van hongerige boeren en tevens moeten zorgen voor een uitbreiding van den graan oogst, door het organiseeren van z.g. „inza melingsdetachementen", welke de koren velden nog eens zorgvuldig moeten afzoeken nadat de boeren den oogst hebben binnen gehaald, Volgens het departement van statistiek te Moskou kunnen aldus nog verscheidene mil- lioenen tonnen graan verzameld worden. De communistische jeugdbrigade's moéten eveneens toezicht houden op de boerenbe drijven en „geheime ;jraancomplotten" trach ten op te sporen, daar de autoriteiten ont dekt hebben, dat de boeren in vele distric ten voor hun eigen gebruik meer gezaaid hebben dan zij hebben opgegeven en de oogstovenschotten in het geheim inzamelen, om ze op de particuliere markt te verkoo pen. Als je zoo iets leest en dan ook nog zoo' beetje de kunst verstaat om tusschen de rt gels door te lezen dan prijs je de zegeningen van de Sovjetrregeering nog niet. Nu zou ik wel eens willen eindigen, want ik ruik de thee, maar ik moet nog even de bloemenliefhebbers en -hebsters ter wille zijn. Want 'T IS NU TIJD OM VOOR DEN VOORJAARSBLOEI BLOEMZA DEN TE ZAAIEN. Wie het volgend voorjaar graag vroeg iu zijn bloementuin de silene, vergeet-mij-niet, viooltjes en primula's wil zien bloeien moet nu gaan zaaien. En daarbij geef ik den welgemeenden raad om niet te dik te zaaien. Werk het fijne zaad door wat zand, meng het er goed door en zaai zoo met zand en al het zaad uit Ge kunt dan beter acht ge ven of alles regelmatig uitgezaaid wordt. En verder, mijn mede-liefhebbers van Moe der Natuur, zorg goed voor Uw bloemper ken, Uw randen, Uw borders. Alles wat uit gebloeid is of bijna zoover, moet ge weg nemen. 't Staat zoo welgekleed als alles zoo welverzorgd is. 'k Wensch je een prettigen arbeid. Tot de volgende week, PRAATJESMAKER

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1932 | | pagina 8