DINSDAG 26 JULI 193* TWEEDE BLAD PAG. 5 UIT TROPISCH NEDERLAND EEN JOURNALISTIEKE RECHTZAAK. Indisch Journalist voor het ge recht Geheime stukken >,Provoceerend optreden" van procureur-generaal en hoofd redacteur Java-bode Ambte naar en journalist veroordeeld, hoofdredacteur Java-bode ont slagen. Onze correspondent te Batavia schrijft ons 'd.d. 1 Juli: Beden is het vonnis gevallen in een jour nalistieke rechtzaak, welke de afgeloopen maand te Batavia in het middelpunt der belangstelling stond: de z.g. zaak der ge heime stukken, die twee slachtoffers heeft gemaakt: den journalist De Wit, in dienst van de Java-bode, en den ambtenaar Noya, van het departement van Marine. Lange rechtzittingen zijn noodiig geweest c*m de zaak tot „klaarheid" te brengen, hoewel alles in wezen vrij eenvoudig was en hierop neerkwam, dat De Wit, in zijn beroepsijver, om de Java-bode primeurs te verschaffen' wegen zocht, waarlangs hij politiek nieuws kon verkrijgen; hij verkreeg contact met een commies bij Marine, Noya, een man, die best wat geld kon gebruiken, en die hem beloofde stukken ter inzage te verschaffen, waaruit hij dingen kon putten van belang voor zijn krant. Op een middag in Januari had Noya De Wit o.a. bezorgd een geheim verbaal van den vlootvoogd met het ministerie van 'defensie in Holland over den bouw van den 'derden kruiser, waarover de journalist een artikel schreef, dat de hoofdredacteur, van Wijk, inoverlegmetdenprocureu r generaal, dien hij intusschen had gewaar schuwd, plaatste op een in het oog loopende plek van de krant Dit- om het tegenover de wit en den ambtenaar, waarvan De Wit 'den naam niet had genoemd, te doen voor komen, alsof dergelijke berichten op hoogen prijs werden gesteld. Hier begint het eigenaardige dat in deze taak de publieke verontwaardiging gaande heeft gemaakt: inplaats van den journalist te waarschuwen, komen de proc.-generaal en Van Wijk overeen „provoceerend op te treden tegenover den stukken-leveraar, door middel van de „Javabode" en De Wit," zooals het Bataviaasch Nieuwsblad het uit drukt in een scherp artikel „Pro Justitia" van 28 Juni j.l.« den datum waarop oorspron kelijk het vonnis zou vallen. Dit zou dan gebeurd zijn, om den schuldigen ambtenaar bij een nieuwe gelegenheid te kunnen be trappen. Men vraagt zich af, waarom de justitie niet de moeite nam, een onderzoek bij de Marine in te stellen, waar het toch 'duidelijk was, dat daar het lek moest zijn. Inderdaad doet het vreemd aan, dat een rechterlijk ambtenaar een misdrijt aanmoe digt.. Tot eer van Van Wijk, den hoofd redacteur moet gezegd worden, dat hij (meende staat te mogen maken op een be lofte van den procureur-generaal, als zou De Wit in elk geval vrij loopen. Aldus ver klaarde hij tenminste ter terechtzitting. Op heeterdaad. terwijl Noya bij De Wit feen geheim stuk laat lezen en excerpeeren, worden de twee betrapt, later komen zij in hechtenis- en thans zijn zij veroordeeld, de journalist, die inmiddels bij de Java-bode werd ontslagen, tot een jaar en ''ne maan den, en de ambtenaar tot een ja." Doch hiermee is de ellende de,.er droeve historie nog niet ten einde; zij heeft ook als nasleep, dat Van Wijk, de hoofd-redacteur, door de Java-bode werd ontslagen, waardoor voldoening is gegeven aan de groote veront waardiging van het publiek voor de wijze, waarop deze man, naar zijn zeggen, in 's lands belang, tewerk is gegaan. Het treft in deze zaak, dat Noya reeds vroeger om een dergelijke zaak is vervolgd; desniettemin heeft men hem ten departe- mente opnieuw aan de geheime en zeer ge heime stukken gezet; hier had dan ook van de zijde der rechtbank wel een terechtwij zing gepast aan het adres der betrokken autoriteiten. Ook moet worden vastgesteld- dat beide beklaagden minder straf zouden hebben gehad, indien de „provocatie" was uitgebleven en de justitie onmiddellijk samen met den vlootvoogd de moeite had genomen, grondig te onderzoeken, waar het lek zich bevond. Dat was toch een „perkara ketjil" geweest, een geringe moeite. En in dien Van Wijk zijn landslievende ideeën onmiddellijk in practijk had gebracht, door De Wit te waarschuwen, zou deze man nu niet de voor dit geval zeer zware gevange nisstraf hebben gekregen- benevens ontslag en onzekerheid aangaande zijn verdere leven als journalist. Natuurlijk gaat hij niet ge- heél vrij uit, het is thans niet meer noodig, dat een krant in Indië door dergelijke prac- t ij ken als de genoemde, aan nieuws komt, doch hier is onnoodige verzwaring van schuld en straf. De Wits vrouw en Noya's vrouw en zeven kinderen blijven onverzorgd achter; dat feit moge degenen die aan die verzwaring schuldig staan, tot nadenken stemmen. Wanneer ik tenslotte nog even memoreer, dat de president zich ter terechtzitting uit drukkingen veroorloofde, welke niet alleen een Christen, maar ook een beschaafd mensch veroordeelt, moge deze „zwarte bladzijde in de annalen van het hoofd parket" waarop dit „onzindelijke proces" werd behandeld- omgeslagen worden. Kunst en Letteren. Advocaat C. J. Langenhoven t Eén der meest bekende Afrikaansche dich- ter-prozaïsten, advocaat C. J. Langenhoven, is overleden. Authentieke gegevens over ge boortejaar en jeugd heeft Langenhoven steeds geweigerd te verstrekken. In zijn dik ke verzameling verzen en schetsen „Aan Stille Waters" in 1930 bij de Nationale pers te Kaapstad verschenen, nam hij een loopje met de „bloemlesing-skêr-en-gompot-litera- teurs" die op „besonderhede omtrent sy per- soonlike geskiedenis" aasden. Na diverse examens afgelegd te hebben, werd Langenhoven advocaat bij het hoog gerechtshof van de Kaapkolonie. Daarna wijdde hij zich aan de journalistiek en was jarenlang redacteur van „Het Zuid-Westen". Sedert 1914 was hij achtereenvolgens lid van de Kaapsche Provinciale Raad, Volksraad en Senaat. Langenhoven heeft zich zeer beijverd als propagandist voor het Afrikaansch. Naar Prof. Pienaor zegt, is Langenhoven een der vruchtbaarste cn geniaalste schrij vers geweest, vooral op 't gebied van 't Afrikaansche proza; „terwijl hy as spreuk- skryver 'n enige plek inneem niet alleen in die Afrikaanse letterkunde nie, maor ook in die Dietse letterkunde as geheel". Langenhovens prozawerk omvat: „Ons weg deur die Wereld", „Sonde met die Bu- re", Doppers en Rilistijne", „Loeloeraai", ,„Die Lig van verre Dae", „Geeste op Aarde", „Brolloks en Bittergal". Zijn drama's: „Die IIoop van Suid-Afrika" en „Die Vrou van Suid-Afrika". Zijn poëzie: „Eerste skoffies op Die Pad van Suid-Afrika", „Gesange in Afri kaans" en een vertaling van „Die Rubaiyat" van Omar Khayyam. Langenhoven trad niet op met literaire pretenties. Recensie's vroeg, noch waardeer de hij. Zijn werk was zeer ongelijkmatig. Zijn bedoeling was vóór alles didactisch. Individualistisch kunstenaar was hij niet en wilde hij niet zijn. Hij greep de voor beelden uit het leven van mensch en na tuur rond hem als demonstratie van „nut tige leering". Daarmee bereikte Langen hoven soms werkelijk iets treffends, dat her innert aan de „Sinnepoppen" of S taring's puntdicht en. Een bekend gedicht is: „Die Mot en die Die ander motte was dom en dwaas, Maar e k sal vèr van die kers afbly; Hier vèr uit de skemerte sa lek kyk, Hier vèr is dit veilig en kyk is vry. Maar ek hoef nie van één kant net te kyk Ek vlieg op dieselfde afstand om. Dan weet ek van 41-kant hoe hy lyk Om beter te sorg om nie nader te kom. My sirkel was skeef en ingebuig, Maar daér ook nog, waar ek naaste was, Het daar niks gebeur ek maak verniet My velling so groot en so vèr van die as. Die wieletjie draai 41 vinniger om, En die lig en die gloed word 41 groter genot., En die veilings word nouer 41 rondom die as En die end van die wiel is die as van die Aardige weergave van de werkelijkheid eener-, en treffende waarschuwing tegen verblind zelfvertrouwen, dat het gevaar licht acht,- anderzijds! Sterk heeft Langenhoven zijn land en volk bemind, fel heeft hij daarom de vijand gehaat. Maar tenslotte heeft zijn Christen dom daarover gezegevierd. Deze twee karak tertrekken, het nationaal-Afrikaansche èn religieuse vinden wij wel zéér scherp afge- teekend in „Die Stem van Suid-Afrika", vol gens Pienaar voorbestemd tot het toekom stige nationale volkslied: Uit die blou van onse hemel, uit die diepte van ons see; Oor die ewige gebergtes, waar die kranse antwoord geé, Dgur ons vér verlate vlaktes met die kreun van ossewa Ruis die stem van ons geliefde, van ons land Suid-Afrika. Ons sal antwoord op jou roepstem, ons sal offer wat jy vra: Ons sal lewe, ons sal sterwe ons vir jou, Suid-Afrika! Op U almag vas vertrouend het ons vadere gebou; Skenk ook ons die krag, o Here, om te handhaaf en te hou Dat die crwe van ons vaad're vir ons kinders erwe bly: Knegte van die Allerhoogste, teen die hele wereld vrij! Soos ons vadere vertrou het, leer ook ons vertrou, Heer, Met ons land en met ons natie sal dit wèl wees God regeer! DIETSCHE WARANDE EN BELFORT 32e Jaargang, No. 6 Van Marnix Gijsen is afgedrukt de toe spraak op de Vermeylenviering te Brussel: Gezelle herdacht De vraag, die onder het oog wordt gezien, luidt: Zal Gezelle voor Vlaanderen worden, wat Goethe voor Duitschland is en Dante voor het ééngeworden Italië? Dé kenmerken, die men Gezelle's werk zaamheid toeschrijven kan zijn: natuurge voel, diep Christelijk besef, onverwoestbare solidariteit met het Vlaamsch nationaal levenslot, volledig particularisme, alles over- heerschend gevoelsleven en een zeer ver vaagd intellectualisme. Zoolang Vlaanderen een volk zal blijven in hoofdzaak van boeren en „der natueren bloeme" zal weten te waardeeren, .zoolang ook zal Gezelle monklend in haar midden Zoolang Vlaanderens elementaire levens opvattingen voor een groot deel in meerdere of mindere mate katholiek zullen blijven, zal Gezelle's godsdienstige poëzie een vrij groot aantal lezers blijven toespreken. Zoolang Vlaanderen een strijdend volk zal zijn, zal Gezelle's dichtkunst het wapenhuis blijven, waaruit het volk zijn bezielende lie deren en slagwoorden betrekt. En ook daarna als de overwinning volledig zal zijn, zullen deze blijven leven, zooals nog thans de Geu zenliederen opruischen in ons hart". Van de verdere bijdragen uit dit nummer wijzen wij op die van Jörgen Bukdahl over Sigrid Undset en het Katholicisme „Sigrid Undset is een groote kunstenares, niet omdat haar werk een onrechtstreeksch pleidooi voor een godsdienstige levensopvat ting is, maar omdat zij door hare psychologie een oordeel over het menschelijke velt waar aan wij allen deelachtig zijn, maar dat zij van haar kant gebruikt om de verwaand heid van den mensch te bestrijden, en omdat zij om den gevallen mensch op te richten, van meet af hare toevlucht neemt tot een rijk dat niet van deze wereld is". Kristin en 01 av werden geboren uit Sigrid Undset's eigen twijfel en hoop. Schrijfster is gekomen tot het onbevreesd erkennen, dat zij niet meer gelooft in de genoegzaamheid van eigen kracht. Bukdahl verklaart Sigrid Undset's bekeering vooral intellectualistisch: „Zij moet niet gezocht worden in een nei ging voor het gevoelsvolle en het kleurrijke dat vooral voor een buitenstaander in de katholieke mystiek kan gevonden worden, maar wel in een intellectueel en psycholo gisch proces." Land- en Tuinbouw. DE RUSSISCHE BOTER GEWEIGERD Begin Mei werd druk in de dagbladen en in de landbouwpers besproken het feit dat n4 het inwerking treden van onze botercontingen- teering nog bijna 350.000 K.G. Russische boter in ons land binnen kwam. De bepaling van het contingenteeringsbesluit was, dat boter die rechtstreeks op weg was uit het land van her komst en vóór 19 April afgezonden was, nog moest ingevoerd worden. Zooals men weet twijfelde men er aan of deze 344.000 K.G. reeds vóór dien datum inge schreven was. Daarom werd ze vastgehouden tot nader onderzoek zou uitmaken of ze op grond van het besluit mocht ingevoerd worden. Men bericht ons thans, dat de invoer defini tief geweigerd is, zoodat we moeten aannemen dat valschelijk opgegeven is als zou deze scheepslading boter reeds vóór 19 April verzonden zijn geweest. VERVOER VAN BOTER De regeeringscommissaris. voorzitter der Crisis-zuivelcentra'.e, brengt ter kennis van de belanghebbenden, dat met ingang van 1 Augustus a.s. de termijn verstreken is, gedurende welken het toegestaan is uit de bewaarplaats rvam veehouders, die zelf melk tot boter verkamen; boter zonder melk te vervoeren. Na 31 Juli e.k. zal dus geen enkele hoe veelheid boter de fabriek, de melkinrich ting, de boerderij, de melkslijtcrij, in het algemeen de bereid- of bewaarplaats mo gen verlaten, tenzij voorzien van het rijks- botermerk of het speciale crisis-botermerk. Voorts zal het na dien datum niet ge oorloofd zijn, boter zonder merk te ver voeren, te verkoopen of af te leveren, tenzij in verpakkingen van ten hoogste 1 K.G. Zelf kamende boeren, die zich tot dusver niet bij de betrokken botercontrole-stations opgaven met verzcek botermerken te ont vangen, worden daarom in hun eigen be lang aangeraden zulks alsnog ten spoedig ste te doen. Het ligt n.l. in de bedoeling na 31 Juli nauwlettend op de naleving van de wet telijke voorschriften toe te zien en bij over treding van die voorschriften tot het doen opmaken van processen-verbaal over te ENGELSCHE INVOERRECHTEN Op AARDAPPELEN. Officieel wordt uit Londen gemeld, dat in Engeland een invoerrecht zal worden geheven op aardappelen vanaf Woensdag a.s., bedra gende één pond sterling per ton, terwijl een invoerrecht zal worden geheven van 1 shil lings 8 pence tusschen 1 Nov. en 30 Juni. ROFFELF I JMEN, Koffiedemocraien In de Amsterdamsche Raad hadden enkele leden voorgesteld vrtJwillig 5 To van het presentiegeld te laten vallen. De S.D. waren er voor. èn er tegen; en toen er over gestemd moest worden namen de heeren da wok naar de koffiekamer. De strijdkreet: „Kort van boven af"t Is bij de democratie (Zoover die rood en vrij mag zijn!) Bizonder in de gratie. Zoo is er onze hoofdstad weer Om klaarlijk te bewijzen Dat, zoo de heeren 't wijzen, al De gekken 't zullen prijzen: V er scheiden leden van de Raad Wilden, gezien de dagen, Hun eigen „loon" presentiegeld)J V rijwilliglijk verlagen; Dat is toch wel „van boven af Zou je als mensch zoo zeggen, Maar Rood zegt: neehet past ons niet Ons korting op te leggen; Dat zou een heel slecht voorbeeld zijn 't Zou zijn, of we erkennen Dat iéder in de crisis aan Versobering moet wennen. Toch knepen ze hem anderzijds Weer voor hun onderzaten, Van wie een heel groot aantal al Een veer had moeten laten. Dus moesten ze vóór 't voorstel zijn, En tegelijk er tégen; Zelfs met zoo'n moeilijk vraagstuk is Geen socialist verlegen: Om aan een eerlijke uitspraak door De stemming te ontkomen, Heeft 't heldendom de toevlucht tot De koffiezaal genomen Dat's grootemenschenpolitiek! Dat's rood en groot meneerenf Dat's toonen hoe je spijbelend De hoofdstad kunt regeeren! (Nadruk verboden.) LEO LENS. Wetenschap. NED. HERV. KERK TE DOKKÜM. De Minister van onderwijs, kunsten ert wetensch. heeft het gebouw der Ned. Herv. Kerk te Dokkum aangewezen als een gebouw bedoeld in art. 5 sub i van het Koninklijk besluit van 30 December 1924, zijnde oen monumënt van geschiedenis en kunst Natuursteen voor Boymans-Museum - Zangersfeest te Frankfort -iUlt in Hilversum %en rondwandeling met Sint-B erna rdshonden gemaakt, waaraan ook deze dreumes meedeed pp Coney Islandhet New-Yorksche amusementehoartier, heeft een brand gewoed, waardoor 5000 menschen dak* loos werden. De slachtoffers van de brand op Coney Island overnachten op veldbedden, in een clubgebouw BovenIn Noorwegen worden de blokken natuursteen uitge hakt, die naar Rotterdam wor den verscheept, voor den bouw van 't nieuwe Boy mans-Museum Rechts: Te Frankfort a. d. Main is een groot Duitsch zangers feest gehouden, in een hal, waar 30.000 menschen konden toe luisteren

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1932 | | pagina 5