BLUE BAND
'ivetscAil ia
^p/tAjS
Ticrïj aêtijd 2,5^^
Spionnage in den grooten oorlog
OP DE EILANDEN IN DE
MIDDELLANDSCHE ZEE
HOE EEN „SIGARENHANDELAAR"
WERD ONTMASKERD
XI.
'Als de Intelligence Service zich van
knappe jonge vrouwen bediende, en nog
bedient, waren en zijn het, die ondanks
een zacht en lieftallig uiterlijk van binnen
hard zijn als staal en ijzer. Hoe zou het
ook anders kunnen, want het beroep van
de spion is niet slechts gevaarlijk, het is
ook meedoogenloos. De spion dringt zich
in het vertrouwen van anderen in, doet
dit onder elk denkbaar voorwendsel, en als
dat vertrouwen is verkregen en door dat
vertrouwen berichten zijn ontvangen, wordt
het geschonden en heeft het in het meeron-
deel der gevallen den dood tengevolge Tot
zoodanige agenten van de Intelligence Ser
vice behoorde een zekere Emma, uit Wee-
nen afkomstig, een dergenen, die lang voor
den oorlog dienst namen in het Engelsche
land, doch die, hetzij door toevallige om
standigheden, hetzij door de banden die
hen met dit land gingen binden, in het
andere kamp terecht kwam. Voor de Intel
ligence Service had deze Emma haar Ween-
sche afkomst, manieren en spraak in het
.voordeel, waarvan op allerlei denkbare
wijzen werd gebruik gemaakt. Slechts zel
den trok zij er twee keer in dezelfde ge
daante op uit, en zij. die haar als mecie
werkster kenden, waren ook alweer nim
mer verhaasd haar in het meest onver
wachte gezelschap en in de meest zonder
linge omstandigheden te ontmoeten.
De Zwitsersche apotheker.
Het ls deze Emma, die erin slaagde een
bombardement van Parijs, dat bijkans 100
dagen tevoren werd aangekondigd, aan
het licht te brengen. Maar tevoren had zij
een Zwitserschen apotheker, die in Duit-
schen dienst bleek te staan, ontmaskerd.
Deze apotheker ging wat erg veel de grens
naar Frankrijk over, intusschen zonder dat
dit het wantrouwen van den Franschen
Veiligheidsdienst had opgewekt. Emma fun
geerde als zijn vriendin, want haar lieftal
ligheden waren zoodanige, dat weinigen
daaraan weerstand konden bieden. En op
de eerste reis, dat zij hem vergezelde, wer
den zij in het speciale bureau van het sta
tion van Bellegarde, waar het Fransclie
gebied een aanvang neemt, geleid. Men
sprak hen daar toe in dier voege, dat men
zeide alles van hen te weten; dat op spion
nage de doodstraf stond, en dat er slechts
een kans voor hen was om het leven te
reden: zich als gewoonlijk naar de gewone
adressen te begeven, waardoor dan de vei
ligheidsdienst een spoor kreeg. Emma
wierp zich handenwringend aan de voeten
Ivan den Franschen commissaris, en zij
was het, die haar Zwitserschen vriend jam
merend en weeklagend er toe bewoog om
te bekennen, dat hij inderdaad spionnage-
diensten verrichtte. In zijn verwarring stot
terde hij de verontschuldiging, dat men
hem geen rapporten medegaf, maar dat
men hem deze dicteerde en hij ze dan in
cijferschrift overschreef. Het een zoowel
als het ander was voor den Franschen
veiligheidsdienst van belang; men liet
den man naar zijn correspondent gaan en
greep hem opnieuw toen hij, met een groo
ten schat berichten beladen, diens huis
verliet; slechts korten tijd later konden
vijf agenten van de Duitschers aan den
Franschen krijgsraad worden overgeleverd!
De geheimzinnige cijfers.
Een anderen keer was het deze zelfde
Emma, die de aandacht van de controle
te Pontarlier vestigde op pakken couran
ten, die schijnbaar onschuldige adverten
ties bevatten, welke, teneinde de aandacht
te verkrijgen van het toegezonden adres
waren aangestreept. In den oorlogstijd
maakte men van allerlei soorten inkt en
potlood gebruik, die men onleesbaar kan
maken en dan met bepaalde middelen weer
'uit den slaap kan opwekken! Ook hier
geschiedde dat, en het eigenaardige was,
dat men toen twee cijfers op het spoor
kwam, met deze geheimzinnige inkt ge
schreven en wel: 87 12. Men slaagde
er in den werkelijken afzender der cou
ranten te vinden, en deze Hartmann zoo
was hij geheeten werd nauwkeurig ge
volgd. Men zou echter niets op of bij hem
gevonden hebben wanneer Emma zich niet
in zijn vertrouwen had ingedrongen. Zij
werd zijn vriendin, en hij vertrouwde haar
toe, dat naar zijn meening de oorlog niet
lang meer kon duren. Want, zoo zeide hij,
over enkele weken zouden de Parijzenaars
bemerken over welke kracht de Duitschers
beschikten; ja hij gaf zelfs nauwkeurig
den datum aan, waarop die verrassing
moest plaats 'hebben, en het aantal door
hem genoemde dagen stelde het ontdekte
cijfer in nog helderder licht. Dat Emma
voor die geschiedenis belangstelling had,
wie zou het niet begrijpen? Het eenige wat
eerst later bleek, was dat deze Hartmann
als niet veel meer diende dan als brieven
bus; men bracht hem berichten en hij had
deze door te geven, maar de werkelijke
beteekenis er \an kende hij slechts' ten
deele, en de juiste vertaling er van in het
geheel niet. Naar aanleiding van het door
Emma ingediend rapport namen de Gene
rale Staven der Geallieerden hun maatre
gelen. en het is juist op den dag, door de
cijfers aangegeven, dat de geweldige be
schieting van Parijs door de beroemde
dikke Bertha begon, en aanvankelijk een
soort paniek veroorzaakte. De berekening
was drie dagen, later dan gedacht werd,
maar dan kon noch Hartmann noch de
Fransche veiligheidsdienst helpen, want
eerst later bemerkte men, dat bij die cijfers
een drie diende te worden geteld.
Gezien het vrij onschadelijk karakter
van dezen Hartmann, werd hij niet terecht
gesteld doch onder nauwkeurige bewaking
in dienst genomen. Zijn intermediair leidde
er toe dat Emma met een jong officier
van den Duitschen Generalen Staf, die to
Lugano vertoefde en die verdacht werd
van het volbrengen eener zeer belangrijke
opdracht, in aanraking kwam. Maar, zie
daar de wonderlijke gang van zaken:
Emma raakte op dezen officier zoodanig
verliefd, dat het haar onmogelijk was zijn
vertrouwen te misbruiken. Dat heeft er niet
temin toe geleid, dat zij later opnieuw in
dienst werd gesteld, cn zij heeft daarna
het vertrouwen, in haar gesteld, niet be
schaamd
Zij was het dan ook, die „verkleed" als
weduwe van een Oostenrijksch officier, ge
komen om aan het front het stoffelijk over
schot van haar echtgenoot te vinden, het
vertrouwen genoot van den Duitschen
Groothertog, belast met de niet onbelang
rijke taak om spionnage te verrichten in
de kampen der krijgsgevangenen. D?
Haagsche verdragen van 1899 en 1907 schrij
ven met groote gestrengheid voor, dat men
op krijgsgevangenen geen middelen mag
laten inwerken teneinde hun geheimen
van den dienst te ontfutselen. Dat het niet
temin aan heide zijden anders is gebeurd,
mag wel vaststaand worden gerekend.
Slechts zelden echter gelukte het, want of
de krijgsgevangenen wisten te weinig, of
zij waren, zoodra zij den rang van officiei
hadden te standvastig, om het gegeven
woord te schenden. Vandaar dat men er
van Duitsche en niet lang daarna van
Engelsche en Amerikaansche en Fransche
zijde toe overging om in de kampen der
krijgsgevangenen hetzij spionnen te plaat
sen. hetzij geheime geluidsopvangers op te
stellen. De spionnen waren gekleed in de
uniform van een officier van de krijgsge
vangenen; zij trachtten te weten te korxvm
wat mogelijk was, al werd dit moeilijk
naarmate deze listen aan den vijand be
kend waren en de Generalen Staven drin
gende bevelicn uitgaven aan de eventueele
krijgsgevangenen om alleen aan die eigen
officieren, wier bestaan hen bekend was,
mededeelingen te doen. Met de geheime ge
luidsopvangers was het nog erger en menig
geheim is men aan weerszijden op die wijze
op het spoor gekomen. Emma verwierf zich
zoozeer het vertrouwen van haar vorste-
lijken vriend, dat deze haar heel wat meer
van den dienst leerde kennen, dan ge-
wenscht was. Zooveel zelfs, dat zij een vrij
wel volledig overzicht kreeg van de Mo-
ritzen in den uitgebreiden sector dien hij
beheerschte om zoodoende aan de Gealli
eerden aanwijzing te geven om deze Mo-
ritzen zoo werden dëze geheime geluids
opvangers der Duitschers genaamd te
vernietigen.
Belangrijk werk op Korfoe.
Maar haar zeker niet minst belangrijke
werk deed Emma op de eilanden in do
Middellandsche Zee. eerst op Malta, maar
daarna op Korfoe. Het is begrijpelijk, dat
deze beide eilanden broeipunten van spion
nage waren, en berichten over de Engelsche
vloot naar het Turksche leger vanuit Mal
ta en over de samenstelling der .Geallieer
de vloot naar het Oostenrijksche leger uit
Korfoe gingen regelmatig over. Op Malta
ontdekte men een organisatie, die bijkans
een harem gelijk was en m,ot haremach
tige gehoorzaamheid de bevelen van een
vermetel Duitsch agent opvolgde Op Kor
foe was men langen tijd niet zoo gelukkig.
Totdat alweer Emma te hulp geroepen
werd. En deze schrandere vrouw ontdekte
al spoedig een koopman in sigaren en
tabak, wiens winkel naast het Hotel Suisse
was gelegen. In dat hotel gingen de ge
allieerde officieren in en uit, en de winke
lier kon. zonder iets anders te doen dan
in zijn winkel te blijven, voel zien en wel
licht ook veel hooren. Door middel van
eenvoudige catalogi correspondeerde hij met
zijn opdrachtgever in Athene. De opdracht
gever was een zoogenaamde grossier in ta
bak en sigaren, en de winkelier bestelde
naar de kwaliteiten, in den catalogus afge
drukt. Soort no. 1 waren groote sigaren,
soort no. 2 iets kleiner, soort no. 3 lichte,
soort na 4 kleine sigaartjes, soort no. 5 si
garetten En alle deze soorten waren een
bepaald type schepen, achtereenvolgens li
nieschepen, gepantserde kruisers, lichte
kruisers, torpedojagers en onderzee
booten. Wanneer zoodoende de win
kelier aan het adres te Athene schreef:
zend mij zoo spoedig mogelijk 800 Havan
na's No. 2, 900 Havanna's No. 3 en 1200 No.
4. dan beteekende dit, dat er zich op dat
oogenhlik in de haven van Korfoe 8 gepant
serde kruisers, 9 lichte kruisers en 12 tor-
pedovernielere bevonden. Bestelde de win
kelier 300 sigaren no. 3 zonder bandje, dan
beteekende dit, dat er 3 lichte kruisers i'i
de haven waren, die herstelling ondergin
gen. Is het wonder, dat op deze wijze de
zgn. grossier te Athene op de hoogte kwam
van de troepenbewegingen, die in Korfoe
werden ondernomen, welke hij doorgaf via
Turkije en Bulgarije naar de admiraliteit te
Weenen!
Emma drong zich in hot vertrouwen van
den winkelier in, en slaagde er in hem te
overrompelen door hem het vertrouwens-
woord toe te fluisteren. Zij deelde hem
mede, dat zij gezonden was om de agenten
van geheel de streek te inspecteeren. Hij
moest, zoo zeide zij, een middel uitvinden
om zijn correspondentie maandelijks te ver
wisselen, want men was deze correspon
dentie op het spoor en men wilde haar op
een of andere wijze vernietigen. Na eenig
nadenken stelde de winkelier voor, dat hij
eenvoudig de nummers zou doen opschui
ven. zoodat de eene maand No. 1 liniesche
pen doch de volgende maand de gepantser
de kruisers zou aangeven en aldus voort
gaande. Emma achtte dit een uitstekend
middel en bereikte daardoor dat van den
zei fdon dag af de inlichtingen, die de win
kelier aan het centraal bureau te Athene
verschafte, -waardeloos iwerden. Totdat op
een goeden dag de man haar mededeelde,
dat zij aan den chef van dienst had te zeg
gen, dat hij hooger honorarium moest uit-
keeren, want het werk was te gevaarlijk
om het voor de kleine sommen, die hij ter
beschikking stelde, te doen.
De Fransche en Engelsche dienst oordeel
den 't niet noodig zich var den man mees
ter te maken; het was beter, dat men eenig
vertrouwen van vijandelijke zijde in hem
bleef koesteren. Totdat op een dag een ano
nieme mededeeling den Franschen dienst
bereikte over de diensten, die deze winke
lier aan de Duitschers bezorgde. Arrestatie
diende nu wel plaats te hebben en wat
bleek? De Oostenrijkers, vertoornd over de
berichten, die zij door het zgn. nieuwe ge
helmschrift ontvingen, en die al spoedig als
waardeloos werden gekwalificeerd, hadden
wantrouwen tegen den winkelier opgevat
en pasten op hem het gebruikelijk middel
toe door hem aan den vijand over te leve
ren. Of deze er inderdaad toe is overge
gaan hem terecht te stellen of hem wat
in zulke gevallen dikwerf verstandiger is
in eigen dienst heeft genomen, vermeldt de
geschiedenis niet.
Kerknieuws.
HERST. EVANG. LUTH. KERK
Bedankt: Voor Gorinchem, J. C. V. van
Bemmel te Hoorn.
CHR. GEREF. KERK.
Tweetal: Te 's-Gravemoer, cand. A. M.
Franssen te Rotterdam en W. Meijnhout te
Haarlem.
Beroepen: Te Biezelinge, cand. A. M.
Franssen te Rotterdam. Te Aalten, cand.
D. Biesma te Groningen.
NED. HERV. KERK.
Beroepen: Te Oostmarsum (toez.), cand.
W. van Oest, hulppred. te Usselo.
Bedankt: Voor Hedel, J. H. Gunning
E.Bzn. te Schoonhoven. Voor Vleuten, A.
Buurman te Wijk by Duurstede.
BAPTISTEN-GEMEENTEN
AFSCHEID, BEVESTIGING, INTREDE.
Men schrijft ons:
'T>s. E. H. B1 aa u w e n d r a a d, die het
beroep naar Baarn aannam, Ihield Zondag
avond j.l. voor de-Ned. Hervormde Gemeen
te van Vlissingen een afscheidspredikatie
over Hebr. 13 8: „Jezus Christus js giste
ren en heden Dezelfde en tot in eeuwig-
Bij de toespraken die hij hield, mocht
Ds. Blaau'wendraad zich ook richten tot Ds.
A. T. W. de Kluis, van Serooskerke (W.),
die zijn opvolger zal worden. Aan het einde
werd hem door de groote schare, die de St.
Jacobskerk geheel \ulde, Gezang 96 (gewij
zigd) toegezongen.
Ds. H. C. van den Brink, wienom
gezondheidsredenen eervol emeritaat is ver
leend. hoopt van de Geref. Kerk in Hersteld
Verband te Amersfoort afscheid te nemen
op Donderdagavond 1 September a.s.
Ds. G. Gerbrandy, gekomen van
Nijeuw-Vennep, werd Zondag j.l. bevestigd
als predikant der Ned. Herv. Gemeente van
Leeuwarden door Prof. Dr. Th. L. Haitjema,
van Groningen, die tot tekst had Lukas
4 21: „Heden is deze Schrift in uwe ooren
vervuld", en die zijn gehoor bepaalde bij:
1. den vorm, 2. den inhoud en 3. de beoor
deeling der prediking. Des avonds hield
Ds. Gerbrandy een intreepredikatie over
2 Thess. 3 1: „Voorts, broeders, bidt voor
ons, opdat het iWoord zijn loop hebbe",
waarbij hij handelde over: 1. den loon of
de werking, en 2. de uitwerking of verheer
lijking van het Woord. De Groote Kerk was
beide malen vol. Toegezongen is Psalm 131
vers 3.
D s. R. H. Pel, aan wien door "de Clas
sis Bolsward emeritaat is verleend', hoopt
Zondag 31 Juli a s. voor de Geref. Kerk tc
Schraard afscheid te preeken.
Dr. W. AXLING.
Behalve Rev. P. O. Philip, een der secre
tarissen van den Nationalen Christen-Raad
van Britsch-Indië, Birma en Ceylon, die op
Dinsdag 2 Augustus of Woensdag 3 Aug.
de eerste Conferentie voor Zendingsstudie
te Lunteren hoopt bij té wonen, zal ook de
bekende Dr. W. Axling. secretaris van den
Nationalen Christen-Raad van Japan, op
weg van Parijs naar Londen, een paar da
gen in ons land verblijven en op Donder
dag 11 Augustus, op de tweede Conferentie
voor Zendingsstudie een toespraak houden
over „Kagawa and the Kingdom of God
Movement", die door Dr. C. W. Th. Baron
van Boetcelaar van Dubbeldam zal worden
vertaald.
Waar Dr. Axling jarenlang met Kagawa
heeft samengewerkt en in Japan een man
van groote autoriteit is. bovendien een uit
stekend boeiend en duidelijk spreker, zal
dit optreden de belangrijkheid van de twee
de Conferentie zeker nog aanmerkelijk ver
hogen.
In verband daarmee zij meegedeeld, dat
er op deze Conferentie nog wel deelnemers
Zijn onder te brengen, evenals ook op de
derde en vierde (de eerste Conferentie is
geheel bezet).
Ds. H. HUMMELEN.
Naar wij vernemen is de toestand van Ds.
H. Hummelen, predikant der Geref. Kerk
te Zutphen. die eenige weken geleden plot
seling door een ernstige ziekte jverd ge
troffen, thans gelukkig vooruitgaande en
is het directe levensgevaar waarschijnlijk
geweken. De patiënt is echter uiterst zwnk
en zal voorloopig rust moeten houden. Om
tijdelijk in den dienst des Woords en don
arbeid in de Gemeente te voorzien, besloot
de Kerkeraad voor den tijd van eenige
maanden een hulpprediker te benoemen.
Men zie hiervoor de advertentie in dit blad.
Ds. J. GROENEWEG.
Onder (groote belangstelling herdacht Ds.
J. Groeneweg, pred.-dir. der Chr. Phil. Inr. te
Doetinchem. op Zondag 24 Juli het feit zyner
40-jarige ambtsbediening.
Hij sprak daartoe een gedachtenisrede uit
de Hervormde kerk van Wester-Schelling,
aar hy voor 40 jaren zijn intree-prediking
hield. Na een voorafspraak, waarin hy al
lerlei persoonlijke herinneringen naar voren
bracht, preekte Ds. Groeneweg over Iiand.
4 12, er op wijzende, hoe bij den voortgang
der tijden Christus dezelfde blyft; hoe daarom
zy het in nieuwe vormen de oude bood
schap steeds weer moet worden gebracht;
terwijl van de gemeente dan ook altijd weer
hetzelfde wordt verwacht: geloof in Jezus
Christus.
Op verzoek van Ds. Groeneweg bleven toe
spraken achterwege; door het zangkoor „Sur-
sum Corda" werd hy echter toege zongen.
Na afloop van den dienst was er in het
vereenigingsgebouw „Ons Huis" indertijd
door Ds. Groeneweg gesticht een samen
komst, waar gelegenheid bestond om den ju
bilaris te complimenteeren. De zaal was fleu
rig met bloemen versierd. Namens de gemeen
te sprak de pastor loei, Ds. Visser hier eenige
hartelijke woorden van dank en waardeering,
en overhandigde den jubilaris een boekwerk,
als herinnering aan dezen feestdag. Van de
gelegenheid tot gelukwenschen werd door zeer
velen gebruik gemaakt. Oolc uit Groningen,
waar Ds. Groeneweg van 1905 tot 1909 werkte,
waren oud-catechisanten overgekomen. Tal
van brieven en telegrammen brachten geluk
wenschen. Nadat de jubilaris zelf nog een
woord gesproken had, werd gezongen Psalm
897, waarna Ds. Groeneweg voorging in
dankgebed.
ALG. SYNODE NED. HERV. KERK
Vijfde zitting. De Pres. opent met
het lezen van Joh. 14 117 en gebed.
Bericht is ingekomen van het overlijden
van het lid der Alg. Synode, den heer A.
Ohlen, ouderling te Alkmaar.
Ds. F. W. J. v. d. Kieboom, pred. te Bergen
zal worden uitgenoodigd. Dinsdagmiddag bij
de begrafenis te Alkmaar de Synode te ver
tegenwoordigen.
Overgegaan wordt tot het doen van ver
schillende benoemingen, allereerst voor de
Alg. Syn. Commissie.
Benoemd wordt tot predikant-lid Ds. J.
Boonstra, te Gieten, die deze benoeming aan
neemt en tot zijn secundus Dr. G. Visser te
Assen, wien hiervan kennis zal worden ge
geven; tot ouderling-lid Mr. H. E. Cost Budde
oud-ouderling te 's Gravenhage en tot zijn
secundus Mr. J. H. Bij ban, oud-ouderling te
Middelburg; tot secundus van het ouderling
lid, den heer L. Slagter, ouderling te 's Gra
venhage, opgetreden wegens bedanken van
den heer H. C. C. Franck, ouderling te Veen-
huizen, de heer Mr. H. Peluick, oud-ouder
ling te Assen.
Benoemd wordt tot lid in het algemeen
College van Toezicht op het beheer der ker
kelijke goederen en fondsen van de Herv. ge
meenten in Nederland, Dr. G. J. Weyland
(aftr.) te Veere en tot zijn secundus Ds. F.
Tammens te Oostwold, die deze benoeming
aannemen; tot lid van den Raad van beheer
voor de predikantstraktementen wegens pe
riodieke aftreding van den heer D. Eilerts
de Haan, em. pred. te 's Gravenhage, wordt
deze herb.noemd; tot lid in den Raad van
beroep voor de predikantstraktementen in de
vacature van wijlen Dr. J. Th. de Visser, Ds.
A. B. te Winkel te 's Gravenhage, die deze
benoeming aanneemt; tot lid in den Pen
sioenraad (aftredend de heer D. Boer te 's
Gravenhage) de heer D. Boer te 's Graven
hage, aftredend, secretaris, die als zoodanig
weder wordt aangewezen.
In den namiddag hebben commissie-ver
gaderingen plaats.
Radio Nieuws.
DINSDAG 24 JfLI
sum AVRO: U. S O.
try: BBC-orkeet
l KRO: Orkest
20.20 Warsrh
21-00 Hulzen
21.00 H I 1 v e r
21.00 Par i-J
sum: U. S. O.
I 1 f e 1: Kamermuziek.
R: Symphonle-orkest.
borg'; Omroep-orkest.
Mim AVRO: Kovacs L
„Het wordende
i KRO: Politieberichten
.O: Persberichten,
i AVRO: Persberichten.
WO E VS DAG, 27 Jl'LI.
VARA: Graraofoon.
18.50 Londen R: B B C-Orkest.
.Oud-Berlfln".
Politie-
NCRV. Persberichten.
Volledige programma's in
de Omroepgids. Duidelijke
foto's; best verzorgd Radio
blad; 4 gld. per half jaar of
18 ct. per week. Ned. Chr.
Radio-Vereeniging, Voog-
lenzang, Ede. Draagt bij in
de omroepkosten.
Gemengd Nieuws.
ALWEER EEN GEHEIME ZENDER
Men meldt ons uit Gouda:
Zaterdagavond 1.1. heeft zich alhier op*
nieuw een geheime zender duidelijk doen
hooren. De uitzending bepaalde zich aan
vankelijk tot gramofoonmuziek. Later wer
den door den eigenaar-omroeper mededee»
lingen gedaan aan vrienden en bekenden.
Hij blies wel wat hoog van den toren met
zijn mededeeling, dat men er wel nooit In
slagen zal zijn installatie te ontdekken, 't
Kon wel eens gebeuren, dat deze amateur,
met dergelijke taal vooral, zijn uitzendingen
spoedig geëindigd zag. De tijd zal 't ook
hier wel leeren.
INBRAAK
Onbevoegden hebben zich toegang verschaft
tot een perceel in de Leidschedwarsstraat te
Amsterdam. Een aldaar staande brandkast
werd geforceerd en een bedrag van plm. f 200
hieruit ontvreemd.
tusschen Blue Band
Hollands beste kwaliteit
en andere soorten bedraagt
slechts enkele centen per pakje.
Versch gekarnd met 25^/c
allerfijnste Roomboter
onderJRij kscontröl e.
DE VAL VAN KONSTANTINOPEL
Door LEWIS WALLACE Naar het Engelsch door ALMA
KORTE INHOUD VOOR NIEUWE LEZERS
De schrijver van het beroemde boek „Ben
Hur" verplaatst den lezer ln 't begin van dit
groote verhaal naar 't einde der veertiende
6 Een geheimzinnig reiziger van Joodsche af.
komst liet zich toen met zbn drie slaven door
een handelsvaartuig brongen naar de baal van
Bidon.
Toen hij daar aan land was gestapt, begaf
hü zich met zün slaven naar een oude begraaf
plaats. H(j bleek hier goed bekend te zün, want
zonder zich eenmaal te vergissen wist hU door
te dringen tot de sarkophaag waarin de mum
mie bewaard werd van Hiran. koning van Tyrus
Toen de vreemdeling de sarkophaag verliet,
nam hü enkele der vele hier verborgen echat-
ten. met zich mede.
Kort hierna trok de Vorst naar Konstantlno-
pel. waar hü zün intrek nam bij den koopman
Uël. Diens dochtertje de 14-jarige Laël. her
innerde hem sterk aan zijn eigen kind van den-
zelTden naam. dat ook 14 jaar was, toen "t hem
door den dood werd ontnomen. Hij wilde voor
dit kind een tweede vader zijn.
Tijdens een roeitocht, die de Vor*
op de Bosporus
zaakt aan de "Aziatische kust te lan
labijheid van het Witte Kasteel.
in de
Ook VH
Keizer Konstantün. die in ezelschap^ was van
hlnderd naai Kon^tantinopel terug te keeren.
Direct bil hun aankomst werden zü uitgenoo
digd in het kasteel gunstiger weder af te
En het was hier op het AVitte Kasteel,
dat Prinses Irene kennis maakte met een zoo
genaamd ..Arabisch verteller", die echter nie
mand minder wa-s dan do vermomde Prins
Mohammed, zoon van sultan Moerad
Toen de Prinses den volgenden dag het Witte
ïvustecl verliet, uitte zij den wensch, dat de
Dit bezoek had inderdaad plaats; en hoe meer
Prins Mobaammed de Jonkvrouw leerde kennen.
.0 grooter z(jn liefde voor haar werd. Doch
<k Keizer Konstanttjn koesterde het voorne
en, zün schoone bloedverwante als keizerin
.n zün zijde te neme ■---
genegenheid voor het
niet.
is, liefde voelde
de eigenaardige ontmoe
PL HHHHig. die de
Prinses Irene had gehad,
hij ook in aanraking gekomen met Keizer
Konstantijn.
"hjdens de
;e gezejsc JMBH
den Indruk gekomen van de grot
held. die uit de woorden van d
In zün uitvoerige rede bü de
tie zette de Vorst o.m. uiteen. d£
e* van d.^ «Ude der geesteltjken scnorp
Dit liep zelfs zóó hoog, dat velen luid
teerend de vergadering verlieten.
beti ekklng tusschen God den Vader en Christus
den Zoon op een wereldberoemd Concilie ln de
Geloofsbelijdenis werd vastgesteld.
Nu dit plan dus ls mislukt, besluit de Vorst
Tijdens e
n schattei
plannen uit
noodig om zün grootsche
i. wordt Laël geschaakt,
door handlangers van Dcmede»s. Hü ls de zoon
het klooste
nik Serglus woont, en de leider van de c
demie van Eplkurus. Door ziin groote geslepe
held .weet h(j het fieduaa te krijgen," dat i
üver van het volk om overal te zoeken, ver
mindert. hoewel het aangelokt was door de
zeer groote belooning, die de Vorst van Indië
had uitgeloofd, voor wie Laël dood of levend
Hij sloeg de oogen inaar boven en
zag dat de naastbij zij nde zuilen een
geAveif droegen waaruit hij terstond
begreep dat het dak gedragen werd
door een zeker aantal gewelven, naar
gelang der zuilen. Vorm, breedte, diepte van
dit grootsche bouwwerk waren natuurlijk
niet door hem te bepalen. Hij boog zich zoo
ver mogelijk voorover en spande zijn oogen
in, om den tegenoverliggenden muur te ont
dekken, maar er was niets dan een ondoor
dringbare duisternis. Hij stampte krachtig
op den grond... de gewelven boven zijn hoofd
gaven het geluid dreunend weer., dat was
alles. Hij riep: Lael! Lael! maar er kwam
geen antwoord, hoewel hij met zijn gansche
ziel luisterde. Toen probeerde hij niet langer
de groote spelonk te peilen, en mompelde:
't Is best mogelijk! Aan het einde van deze
rij pilaren kan een vlot zijn, er kan een
drijvend huis zijn, en zij!... o God, bewaar
haar, en help mij, want als zij hier is zal
ik haar vinden!
Hoe oud is dit reservoir Avel? vraagde
hij den beAvaarder toen hij weer boven Avas.
Onder Konstantijn den Groote is men
er aan begonnen te bouwen en onder Justi-
oianus is het afgemaakt, zegt men.
Wordt het nog gebruikt?
Ja zeker. Zij laten de emmers neer door
openingen in het dak.
Hoe groot zou het Avel zijn?
De waarder lachte en antwoordde: Ik heb
het nooit' onderzocht, ik heb et den moed
niet toe, en ik weet ook niemand die het
gedaan heeft. Men zegt dat er wel duizend
pilaren zijn en dat het Avater uit den grond
komt 1). Ook zegt men dat er Avel eens men-
schen met bootjes in zijn gegaan, maar dat
men ze nooit heeft zien terugkomen. Het
moet er sproken. Maar daar heb ik nooit
wat van gemerkt en kan er dus ook niets
van zeggen.
Sergius wenschte hem goeden avond en
ging heen.
VIER-EN-VIJFTIGSTE HOOFDSTUK.
Gedurende dien bangen nacht zat Syama
voor de studeerkamer, A\-aar zijn meester
onafgebroken op en neder ging. De arme
Syama Avas doodvermoeid. Medelijden be
zwaart, zonder in het minst den laat te
verlichten, die er de oorzaak van is.
De dag van morgen moge zich lang laten
wachten, hij komt toch. Uël stond vroeg op.
Hij had vast geslapen. Zijn eerste werk was
al de op de markt aamvezige klerken naar
den vorst te zenden, en kort daarna kon
men Avederom overal in de stad aanplak
biljetten vinden.
BYZANTIJNEN!
Vaders en moeders in Byzantium!
Lael. de dochter van den koopman Uël,
1) Dit reservoir, door Konstantijn d»n
Groote gebomvd, Averd in 527 door Justinia-
nus vergroot. Sedert is het altijd in gebr uik
geAveest. Het Avater komt uit onbekende on-
deraardsche bronnen en stijgt soms tot bij
de kapiteelen der zuilen, die alle nog in
goeden staat zijn, twaalf rijen, elke rij van
achtentwintig. Ook het dak is heden ton
dage nog in zeer goeden staat.
is niet gevonden. Daarom bied ik nu 10.000
goudstukken voor haar, dood of levend, en
6000 goudstukken voor iedere aanwijzing
die tot ontdekking van haar ontvoerders
kan leiden. De ibelooning loopt tot heden
avond.
De Vorst van Indië.
Wel brachten de nieuwe biljetten groots
opschudding teweeg, maar de jacht van
den Aorigen dag A\«rd niet hervat. M*u
wist niet meer waar te zoeken. Mannen en
vrouAven liepen op straat te samen, en
f raaten, praattenover den Vorst van
ndië. Alles Avat men van hem wist, en
nog veel meer dat men niet wist, werd tot
in het oneindige besproken, en had hij de
gevolgtrekkingen kunnen hooren, hij zou
nooit meer kunnen glimlachen. Volgens '1
al gem eene gevoelen was hij Indiër, onir.e
telijk rijk, maar niet een Vorst, en zijn be
langstelling in het gestolen meisje zou
voortkomen uit ongeoorloofde betrekkingen.
Deze laatste wreede bijzonderheid was door
Demedes uitgestrooid.
Onder aJ de ijverige Byzantijnen had
niemand meer ijver getoond dan Demedes.
Hij scheen overal tegenwoordig te zijn: op
de schepen, op de stadswallen, in de tui
nen, in de kerken, ja, waar al niet. En Avie
hem ontmoette vond hem hoopvol, vel
nieuwe plannen, en zeker van te zullen
slagen. Hij zocht onverdroten en ontwikk'd-
de een kennis van zaken, die iedereen ver
baasd deed staan. Natuurlijk was zijn stre
ven den ijver van de groote massa uit te
putten. Wat hem vooral genoegen deed
was dat niemand iets over dien tweedon
draagstoel zeide. Men sprak over Laels
prachtigon stoel, dien men op \rrschlllcn-
de punjen gezien had, maar an don tAvee-
het nutteloos was verder te zoeken. Het
Jodenmeisje was niet in Byzantium, zei
hij. de Bulgaren hadden haar weggevoerd en
hoogstwaarschijnlijk was zij nu op weg
naar een Turkschen harem. Van dat oogen-
blik de ijver en 's avonds zocht niemand
meer.
Toen de biljetten den volgenden dag aan
geplakt werden. was Demedes weer op zijn
post. Hij verzamelde zijne vrienden in den
Tempel, verdeelde hen in groepjes en zond
ze overal heen. naar Galata, langs de kust
van den Bosporus, langs de Zee van Mar
mora, naar de eilandenoveral Ken,
behalve naar het reservoir. En deze ge
dragslijn bezorgde hem wat hTj beoogde:
hij was de held van den dag, hij wekte de
bewondering van allen.
Toen men in den loop van den mor
gen aan den Vorst kwam meededen, dat
het volk weinig opgewektheid toonde om
het zoeken voort te zetten, keek hii onge-
loovig en riep: Wat! niet voor tienduizend
goudstukken? meer goud dan eij in 's lands
schatkist hebben! Waat gaat het heen!...
Daar zit iet© achter, iemand machtiger
dan goud.
(Wordt vervolgd.)