BLUE BAND 'ivetscAil ia ^p/tAjS Ticrïj aêtijd 2,5^^ Spionnage in den grooten oorlog OP DE EILANDEN IN DE MIDDELLANDSCHE ZEE HOE EEN „SIGARENHANDELAAR" WERD ONTMASKERD XI. 'Als de Intelligence Service zich van knappe jonge vrouwen bediende, en nog bedient, waren en zijn het, die ondanks een zacht en lieftallig uiterlijk van binnen hard zijn als staal en ijzer. Hoe zou het ook anders kunnen, want het beroep van de spion is niet slechts gevaarlijk, het is ook meedoogenloos. De spion dringt zich in het vertrouwen van anderen in, doet dit onder elk denkbaar voorwendsel, en als dat vertrouwen is verkregen en door dat vertrouwen berichten zijn ontvangen, wordt het geschonden en heeft het in het meeron- deel der gevallen den dood tengevolge Tot zoodanige agenten van de Intelligence Ser vice behoorde een zekere Emma, uit Wee- nen afkomstig, een dergenen, die lang voor den oorlog dienst namen in het Engelsche land, doch die, hetzij door toevallige om standigheden, hetzij door de banden die hen met dit land gingen binden, in het andere kamp terecht kwam. Voor de Intel ligence Service had deze Emma haar Ween- sche afkomst, manieren en spraak in het .voordeel, waarvan op allerlei denkbare wijzen werd gebruik gemaakt. Slechts zel den trok zij er twee keer in dezelfde ge daante op uit, en zij. die haar als mecie werkster kenden, waren ook alweer nim mer verhaasd haar in het meest onver wachte gezelschap en in de meest zonder linge omstandigheden te ontmoeten. De Zwitsersche apotheker. Het ls deze Emma, die erin slaagde een bombardement van Parijs, dat bijkans 100 dagen tevoren werd aangekondigd, aan het licht te brengen. Maar tevoren had zij een Zwitserschen apotheker, die in Duit- schen dienst bleek te staan, ontmaskerd. Deze apotheker ging wat erg veel de grens naar Frankrijk over, intusschen zonder dat dit het wantrouwen van den Franschen Veiligheidsdienst had opgewekt. Emma fun geerde als zijn vriendin, want haar lieftal ligheden waren zoodanige, dat weinigen daaraan weerstand konden bieden. En op de eerste reis, dat zij hem vergezelde, wer den zij in het speciale bureau van het sta tion van Bellegarde, waar het Fransclie gebied een aanvang neemt, geleid. Men sprak hen daar toe in dier voege, dat men zeide alles van hen te weten; dat op spion nage de doodstraf stond, en dat er slechts een kans voor hen was om het leven te reden: zich als gewoonlijk naar de gewone adressen te begeven, waardoor dan de vei ligheidsdienst een spoor kreeg. Emma wierp zich handenwringend aan de voeten Ivan den Franschen commissaris, en zij was het, die haar Zwitserschen vriend jam merend en weeklagend er toe bewoog om te bekennen, dat hij inderdaad spionnage- diensten verrichtte. In zijn verwarring stot terde hij de verontschuldiging, dat men hem geen rapporten medegaf, maar dat men hem deze dicteerde en hij ze dan in cijferschrift overschreef. Het een zoowel als het ander was voor den Franschen veiligheidsdienst van belang; men liet den man naar zijn correspondent gaan en greep hem opnieuw toen hij, met een groo ten schat berichten beladen, diens huis verliet; slechts korten tijd later konden vijf agenten van de Duitschers aan den Franschen krijgsraad worden overgeleverd! De geheimzinnige cijfers. Een anderen keer was het deze zelfde Emma, die de aandacht van de controle te Pontarlier vestigde op pakken couran ten, die schijnbaar onschuldige adverten ties bevatten, welke, teneinde de aandacht te verkrijgen van het toegezonden adres waren aangestreept. In den oorlogstijd maakte men van allerlei soorten inkt en potlood gebruik, die men onleesbaar kan maken en dan met bepaalde middelen weer 'uit den slaap kan opwekken! Ook hier geschiedde dat, en het eigenaardige was, dat men toen twee cijfers op het spoor kwam, met deze geheimzinnige inkt ge schreven en wel: 87 12. Men slaagde er in den werkelijken afzender der cou ranten te vinden, en deze Hartmann zoo was hij geheeten werd nauwkeurig ge volgd. Men zou echter niets op of bij hem gevonden hebben wanneer Emma zich niet in zijn vertrouwen had ingedrongen. Zij werd zijn vriendin, en hij vertrouwde haar toe, dat naar zijn meening de oorlog niet lang meer kon duren. Want, zoo zeide hij, over enkele weken zouden de Parijzenaars bemerken over welke kracht de Duitschers beschikten; ja hij gaf zelfs nauwkeurig den datum aan, waarop die verrassing moest plaats 'hebben, en het aantal door hem genoemde dagen stelde het ontdekte cijfer in nog helderder licht. Dat Emma voor die geschiedenis belangstelling had, wie zou het niet begrijpen? Het eenige wat eerst later bleek, was dat deze Hartmann als niet veel meer diende dan als brieven bus; men bracht hem berichten en hij had deze door te geven, maar de werkelijke beteekenis er \an kende hij slechts' ten deele, en de juiste vertaling er van in het geheel niet. Naar aanleiding van het door Emma ingediend rapport namen de Gene rale Staven der Geallieerden hun maatre gelen. en het is juist op den dag, door de cijfers aangegeven, dat de geweldige be schieting van Parijs door de beroemde dikke Bertha begon, en aanvankelijk een soort paniek veroorzaakte. De berekening was drie dagen, later dan gedacht werd, maar dan kon noch Hartmann noch de Fransche veiligheidsdienst helpen, want eerst later bemerkte men, dat bij die cijfers een drie diende te worden geteld. Gezien het vrij onschadelijk karakter van dezen Hartmann, werd hij niet terecht gesteld doch onder nauwkeurige bewaking in dienst genomen. Zijn intermediair leidde er toe dat Emma met een jong officier van den Duitschen Generalen Staf, die to Lugano vertoefde en die verdacht werd van het volbrengen eener zeer belangrijke opdracht, in aanraking kwam. Maar, zie daar de wonderlijke gang van zaken: Emma raakte op dezen officier zoodanig verliefd, dat het haar onmogelijk was zijn vertrouwen te misbruiken. Dat heeft er niet temin toe geleid, dat zij later opnieuw in dienst werd gesteld, cn zij heeft daarna het vertrouwen, in haar gesteld, niet be schaamd Zij was het dan ook, die „verkleed" als weduwe van een Oostenrijksch officier, ge komen om aan het front het stoffelijk over schot van haar echtgenoot te vinden, het vertrouwen genoot van den Duitschen Groothertog, belast met de niet onbelang rijke taak om spionnage te verrichten in de kampen der krijgsgevangenen. D? Haagsche verdragen van 1899 en 1907 schrij ven met groote gestrengheid voor, dat men op krijgsgevangenen geen middelen mag laten inwerken teneinde hun geheimen van den dienst te ontfutselen. Dat het niet temin aan heide zijden anders is gebeurd, mag wel vaststaand worden gerekend. Slechts zelden echter gelukte het, want of de krijgsgevangenen wisten te weinig, of zij waren, zoodra zij den rang van officiei hadden te standvastig, om het gegeven woord te schenden. Vandaar dat men er van Duitsche en niet lang daarna van Engelsche en Amerikaansche en Fransche zijde toe overging om in de kampen der krijgsgevangenen hetzij spionnen te plaat sen. hetzij geheime geluidsopvangers op te stellen. De spionnen waren gekleed in de uniform van een officier van de krijgsge vangenen; zij trachtten te weten te korxvm wat mogelijk was, al werd dit moeilijk naarmate deze listen aan den vijand be kend waren en de Generalen Staven drin gende bevelicn uitgaven aan de eventueele krijgsgevangenen om alleen aan die eigen officieren, wier bestaan hen bekend was, mededeelingen te doen. Met de geheime ge luidsopvangers was het nog erger en menig geheim is men aan weerszijden op die wijze op het spoor gekomen. Emma verwierf zich zoozeer het vertrouwen van haar vorste- lijken vriend, dat deze haar heel wat meer van den dienst leerde kennen, dan ge- wenscht was. Zooveel zelfs, dat zij een vrij wel volledig overzicht kreeg van de Mo- ritzen in den uitgebreiden sector dien hij beheerschte om zoodoende aan de Gealli eerden aanwijzing te geven om deze Mo- ritzen zoo werden dëze geheime geluids opvangers der Duitschers genaamd te vernietigen. Belangrijk werk op Korfoe. Maar haar zeker niet minst belangrijke werk deed Emma op de eilanden in do Middellandsche Zee. eerst op Malta, maar daarna op Korfoe. Het is begrijpelijk, dat deze beide eilanden broeipunten van spion nage waren, en berichten over de Engelsche vloot naar het Turksche leger vanuit Mal ta en over de samenstelling der .Geallieer de vloot naar het Oostenrijksche leger uit Korfoe gingen regelmatig over. Op Malta ontdekte men een organisatie, die bijkans een harem gelijk was en m,ot haremach tige gehoorzaamheid de bevelen van een vermetel Duitsch agent opvolgde Op Kor foe was men langen tijd niet zoo gelukkig. Totdat alweer Emma te hulp geroepen werd. En deze schrandere vrouw ontdekte al spoedig een koopman in sigaren en tabak, wiens winkel naast het Hotel Suisse was gelegen. In dat hotel gingen de ge allieerde officieren in en uit, en de winke lier kon. zonder iets anders te doen dan in zijn winkel te blijven, voel zien en wel licht ook veel hooren. Door middel van eenvoudige catalogi correspondeerde hij met zijn opdrachtgever in Athene. De opdracht gever was een zoogenaamde grossier in ta bak en sigaren, en de winkelier bestelde naar de kwaliteiten, in den catalogus afge drukt. Soort no. 1 waren groote sigaren, soort no. 2 iets kleiner, soort no. 3 lichte, soort na 4 kleine sigaartjes, soort no. 5 si garetten En alle deze soorten waren een bepaald type schepen, achtereenvolgens li nieschepen, gepantserde kruisers, lichte kruisers, torpedojagers en onderzee booten. Wanneer zoodoende de win kelier aan het adres te Athene schreef: zend mij zoo spoedig mogelijk 800 Havan na's No. 2, 900 Havanna's No. 3 en 1200 No. 4. dan beteekende dit, dat er zich op dat oogenhlik in de haven van Korfoe 8 gepant serde kruisers, 9 lichte kruisers en 12 tor- pedovernielere bevonden. Bestelde de win kelier 300 sigaren no. 3 zonder bandje, dan beteekende dit, dat er 3 lichte kruisers i'i de haven waren, die herstelling ondergin gen. Is het wonder, dat op deze wijze de zgn. grossier te Athene op de hoogte kwam van de troepenbewegingen, die in Korfoe werden ondernomen, welke hij doorgaf via Turkije en Bulgarije naar de admiraliteit te Weenen! Emma drong zich in hot vertrouwen van den winkelier in, en slaagde er in hem te overrompelen door hem het vertrouwens- woord toe te fluisteren. Zij deelde hem mede, dat zij gezonden was om de agenten van geheel de streek te inspecteeren. Hij moest, zoo zeide zij, een middel uitvinden om zijn correspondentie maandelijks te ver wisselen, want men was deze correspon dentie op het spoor en men wilde haar op een of andere wijze vernietigen. Na eenig nadenken stelde de winkelier voor, dat hij eenvoudig de nummers zou doen opschui ven. zoodat de eene maand No. 1 liniesche pen doch de volgende maand de gepantser de kruisers zou aangeven en aldus voort gaande. Emma achtte dit een uitstekend middel en bereikte daardoor dat van den zei fdon dag af de inlichtingen, die de win kelier aan het centraal bureau te Athene verschafte, -waardeloos iwerden. Totdat op een goeden dag de man haar mededeelde, dat zij aan den chef van dienst had te zeg gen, dat hij hooger honorarium moest uit- keeren, want het werk was te gevaarlijk om het voor de kleine sommen, die hij ter beschikking stelde, te doen. De Fransche en Engelsche dienst oordeel den 't niet noodig zich var den man mees ter te maken; het was beter, dat men eenig vertrouwen van vijandelijke zijde in hem bleef koesteren. Totdat op een dag een ano nieme mededeeling den Franschen dienst bereikte over de diensten, die deze winke lier aan de Duitschers bezorgde. Arrestatie diende nu wel plaats te hebben en wat bleek? De Oostenrijkers, vertoornd over de berichten, die zij door het zgn. nieuwe ge helmschrift ontvingen, en die al spoedig als waardeloos werden gekwalificeerd, hadden wantrouwen tegen den winkelier opgevat en pasten op hem het gebruikelijk middel toe door hem aan den vijand over te leve ren. Of deze er inderdaad toe is overge gaan hem terecht te stellen of hem wat in zulke gevallen dikwerf verstandiger is in eigen dienst heeft genomen, vermeldt de geschiedenis niet. Kerknieuws. HERST. EVANG. LUTH. KERK Bedankt: Voor Gorinchem, J. C. V. van Bemmel te Hoorn. CHR. GEREF. KERK. Tweetal: Te 's-Gravemoer, cand. A. M. Franssen te Rotterdam en W. Meijnhout te Haarlem. Beroepen: Te Biezelinge, cand. A. M. Franssen te Rotterdam. Te Aalten, cand. D. Biesma te Groningen. NED. HERV. KERK. Beroepen: Te Oostmarsum (toez.), cand. W. van Oest, hulppred. te Usselo. Bedankt: Voor Hedel, J. H. Gunning E.Bzn. te Schoonhoven. Voor Vleuten, A. Buurman te Wijk by Duurstede. BAPTISTEN-GEMEENTEN AFSCHEID, BEVESTIGING, INTREDE. Men schrijft ons: 'T>s. E. H. B1 aa u w e n d r a a d, die het beroep naar Baarn aannam, Ihield Zondag avond j.l. voor de-Ned. Hervormde Gemeen te van Vlissingen een afscheidspredikatie over Hebr. 13 8: „Jezus Christus js giste ren en heden Dezelfde en tot in eeuwig- Bij de toespraken die hij hield, mocht Ds. Blaau'wendraad zich ook richten tot Ds. A. T. W. de Kluis, van Serooskerke (W.), die zijn opvolger zal worden. Aan het einde werd hem door de groote schare, die de St. Jacobskerk geheel \ulde, Gezang 96 (gewij zigd) toegezongen. Ds. H. C. van den Brink, wienom gezondheidsredenen eervol emeritaat is ver leend. hoopt van de Geref. Kerk in Hersteld Verband te Amersfoort afscheid te nemen op Donderdagavond 1 September a.s. Ds. G. Gerbrandy, gekomen van Nijeuw-Vennep, werd Zondag j.l. bevestigd als predikant der Ned. Herv. Gemeente van Leeuwarden door Prof. Dr. Th. L. Haitjema, van Groningen, die tot tekst had Lukas 4 21: „Heden is deze Schrift in uwe ooren vervuld", en die zijn gehoor bepaalde bij: 1. den vorm, 2. den inhoud en 3. de beoor deeling der prediking. Des avonds hield Ds. Gerbrandy een intreepredikatie over 2 Thess. 3 1: „Voorts, broeders, bidt voor ons, opdat het iWoord zijn loop hebbe", waarbij hij handelde over: 1. den loon of de werking, en 2. de uitwerking of verheer lijking van het Woord. De Groote Kerk was beide malen vol. Toegezongen is Psalm 131 vers 3. D s. R. H. Pel, aan wien door "de Clas sis Bolsward emeritaat is verleend', hoopt Zondag 31 Juli a s. voor de Geref. Kerk tc Schraard afscheid te preeken. Dr. W. AXLING. Behalve Rev. P. O. Philip, een der secre tarissen van den Nationalen Christen-Raad van Britsch-Indië, Birma en Ceylon, die op Dinsdag 2 Augustus of Woensdag 3 Aug. de eerste Conferentie voor Zendingsstudie te Lunteren hoopt bij té wonen, zal ook de bekende Dr. W. Axling. secretaris van den Nationalen Christen-Raad van Japan, op weg van Parijs naar Londen, een paar da gen in ons land verblijven en op Donder dag 11 Augustus, op de tweede Conferentie voor Zendingsstudie een toespraak houden over „Kagawa and the Kingdom of God Movement", die door Dr. C. W. Th. Baron van Boetcelaar van Dubbeldam zal worden vertaald. Waar Dr. Axling jarenlang met Kagawa heeft samengewerkt en in Japan een man van groote autoriteit is. bovendien een uit stekend boeiend en duidelijk spreker, zal dit optreden de belangrijkheid van de twee de Conferentie zeker nog aanmerkelijk ver hogen. In verband daarmee zij meegedeeld, dat er op deze Conferentie nog wel deelnemers Zijn onder te brengen, evenals ook op de derde en vierde (de eerste Conferentie is geheel bezet). Ds. H. HUMMELEN. Naar wij vernemen is de toestand van Ds. H. Hummelen, predikant der Geref. Kerk te Zutphen. die eenige weken geleden plot seling door een ernstige ziekte jverd ge troffen, thans gelukkig vooruitgaande en is het directe levensgevaar waarschijnlijk geweken. De patiënt is echter uiterst zwnk en zal voorloopig rust moeten houden. Om tijdelijk in den dienst des Woords en don arbeid in de Gemeente te voorzien, besloot de Kerkeraad voor den tijd van eenige maanden een hulpprediker te benoemen. Men zie hiervoor de advertentie in dit blad. Ds. J. GROENEWEG. Onder (groote belangstelling herdacht Ds. J. Groeneweg, pred.-dir. der Chr. Phil. Inr. te Doetinchem. op Zondag 24 Juli het feit zyner 40-jarige ambtsbediening. Hij sprak daartoe een gedachtenisrede uit de Hervormde kerk van Wester-Schelling, aar hy voor 40 jaren zijn intree-prediking hield. Na een voorafspraak, waarin hy al lerlei persoonlijke herinneringen naar voren bracht, preekte Ds. Groeneweg over Iiand. 4 12, er op wijzende, hoe bij den voortgang der tijden Christus dezelfde blyft; hoe daarom zy het in nieuwe vormen de oude bood schap steeds weer moet worden gebracht; terwijl van de gemeente dan ook altijd weer hetzelfde wordt verwacht: geloof in Jezus Christus. Op verzoek van Ds. Groeneweg bleven toe spraken achterwege; door het zangkoor „Sur- sum Corda" werd hy echter toege zongen. Na afloop van den dienst was er in het vereenigingsgebouw „Ons Huis" indertijd door Ds. Groeneweg gesticht een samen komst, waar gelegenheid bestond om den ju bilaris te complimenteeren. De zaal was fleu rig met bloemen versierd. Namens de gemeen te sprak de pastor loei, Ds. Visser hier eenige hartelijke woorden van dank en waardeering, en overhandigde den jubilaris een boekwerk, als herinnering aan dezen feestdag. Van de gelegenheid tot gelukwenschen werd door zeer velen gebruik gemaakt. Oolc uit Groningen, waar Ds. Groeneweg van 1905 tot 1909 werkte, waren oud-catechisanten overgekomen. Tal van brieven en telegrammen brachten geluk wenschen. Nadat de jubilaris zelf nog een woord gesproken had, werd gezongen Psalm 897, waarna Ds. Groeneweg voorging in dankgebed. ALG. SYNODE NED. HERV. KERK Vijfde zitting. De Pres. opent met het lezen van Joh. 14 117 en gebed. Bericht is ingekomen van het overlijden van het lid der Alg. Synode, den heer A. Ohlen, ouderling te Alkmaar. Ds. F. W. J. v. d. Kieboom, pred. te Bergen zal worden uitgenoodigd. Dinsdagmiddag bij de begrafenis te Alkmaar de Synode te ver tegenwoordigen. Overgegaan wordt tot het doen van ver schillende benoemingen, allereerst voor de Alg. Syn. Commissie. Benoemd wordt tot predikant-lid Ds. J. Boonstra, te Gieten, die deze benoeming aan neemt en tot zijn secundus Dr. G. Visser te Assen, wien hiervan kennis zal worden ge geven; tot ouderling-lid Mr. H. E. Cost Budde oud-ouderling te 's Gravenhage en tot zijn secundus Mr. J. H. Bij ban, oud-ouderling te Middelburg; tot secundus van het ouderling lid, den heer L. Slagter, ouderling te 's Gra venhage, opgetreden wegens bedanken van den heer H. C. C. Franck, ouderling te Veen- huizen, de heer Mr. H. Peluick, oud-ouder ling te Assen. Benoemd wordt tot lid in het algemeen College van Toezicht op het beheer der ker kelijke goederen en fondsen van de Herv. ge meenten in Nederland, Dr. G. J. Weyland (aftr.) te Veere en tot zijn secundus Ds. F. Tammens te Oostwold, die deze benoeming aannemen; tot lid van den Raad van beheer voor de predikantstraktementen wegens pe riodieke aftreding van den heer D. Eilerts de Haan, em. pred. te 's Gravenhage, wordt deze herb.noemd; tot lid in den Raad van beroep voor de predikantstraktementen in de vacature van wijlen Dr. J. Th. de Visser, Ds. A. B. te Winkel te 's Gravenhage, die deze benoeming aanneemt; tot lid in den Pen sioenraad (aftredend de heer D. Boer te 's Gravenhage) de heer D. Boer te 's Graven hage, aftredend, secretaris, die als zoodanig weder wordt aangewezen. In den namiddag hebben commissie-ver gaderingen plaats. Radio Nieuws. DINSDAG 24 JfLI sum AVRO: U. S O. try: BBC-orkeet l KRO: Orkest 20.20 Warsrh 21-00 Hulzen 21.00 H I 1 v e r 21.00 Par i-J sum: U. S. O. I 1 f e 1: Kamermuziek. R: Symphonle-orkest. borg'; Omroep-orkest. Mim AVRO: Kovacs L „Het wordende i KRO: Politieberichten .O: Persberichten, i AVRO: Persberichten. WO E VS DAG, 27 Jl'LI. VARA: Graraofoon. 18.50 Londen R: B B C-Orkest. .Oud-Berlfln". Politie- NCRV. Persberichten. Volledige programma's in de Omroepgids. Duidelijke foto's; best verzorgd Radio blad; 4 gld. per half jaar of 18 ct. per week. Ned. Chr. Radio-Vereeniging, Voog- lenzang, Ede. Draagt bij in de omroepkosten. Gemengd Nieuws. ALWEER EEN GEHEIME ZENDER Men meldt ons uit Gouda: Zaterdagavond 1.1. heeft zich alhier op* nieuw een geheime zender duidelijk doen hooren. De uitzending bepaalde zich aan vankelijk tot gramofoonmuziek. Later wer den door den eigenaar-omroeper mededee» lingen gedaan aan vrienden en bekenden. Hij blies wel wat hoog van den toren met zijn mededeeling, dat men er wel nooit In slagen zal zijn installatie te ontdekken, 't Kon wel eens gebeuren, dat deze amateur, met dergelijke taal vooral, zijn uitzendingen spoedig geëindigd zag. De tijd zal 't ook hier wel leeren. INBRAAK Onbevoegden hebben zich toegang verschaft tot een perceel in de Leidschedwarsstraat te Amsterdam. Een aldaar staande brandkast werd geforceerd en een bedrag van plm. f 200 hieruit ontvreemd. tusschen Blue Band Hollands beste kwaliteit en andere soorten bedraagt slechts enkele centen per pakje. Versch gekarnd met 25^/c allerfijnste Roomboter onderJRij kscontröl e. DE VAL VAN KONSTANTINOPEL Door LEWIS WALLACE Naar het Engelsch door ALMA KORTE INHOUD VOOR NIEUWE LEZERS De schrijver van het beroemde boek „Ben Hur" verplaatst den lezer ln 't begin van dit groote verhaal naar 't einde der veertiende 6 Een geheimzinnig reiziger van Joodsche af. komst liet zich toen met zbn drie slaven door een handelsvaartuig brongen naar de baal van Bidon. Toen hij daar aan land was gestapt, begaf hü zich met zün slaven naar een oude begraaf plaats. H(j bleek hier goed bekend te zün, want zonder zich eenmaal te vergissen wist hU door te dringen tot de sarkophaag waarin de mum mie bewaard werd van Hiran. koning van Tyrus Toen de vreemdeling de sarkophaag verliet, nam hü enkele der vele hier verborgen echat- ten. met zich mede. Kort hierna trok de Vorst naar Konstantlno- pel. waar hü zün intrek nam bij den koopman Uël. Diens dochtertje de 14-jarige Laël. her innerde hem sterk aan zijn eigen kind van den- zelTden naam. dat ook 14 jaar was, toen "t hem door den dood werd ontnomen. Hij wilde voor dit kind een tweede vader zijn. Tijdens een roeitocht, die de Vor* op de Bosporus zaakt aan de "Aziatische kust te lan labijheid van het Witte Kasteel. in de Ook VH Keizer Konstantün. die in ezelschap^ was van hlnderd naai Kon^tantinopel terug te keeren. Direct bil hun aankomst werden zü uitgenoo digd in het kasteel gunstiger weder af te En het was hier op het AVitte Kasteel, dat Prinses Irene kennis maakte met een zoo genaamd ..Arabisch verteller", die echter nie mand minder wa-s dan do vermomde Prins Mohammed, zoon van sultan Moerad Toen de Prinses den volgenden dag het Witte ïvustecl verliet, uitte zij den wensch, dat de Dit bezoek had inderdaad plaats; en hoe meer Prins Mobaammed de Jonkvrouw leerde kennen. .0 grooter z(jn liefde voor haar werd. Doch <k Keizer Konstanttjn koesterde het voorne en, zün schoone bloedverwante als keizerin .n zün zijde te neme ■--- genegenheid voor het niet. is, liefde voelde de eigenaardige ontmoe PL HHHHig. die de Prinses Irene had gehad, hij ook in aanraking gekomen met Keizer Konstantijn. "hjdens de ;e gezejsc JMBH den Indruk gekomen van de grot held. die uit de woorden van d In zün uitvoerige rede bü de tie zette de Vorst o.m. uiteen. d£ e* van d.^ «Ude der geesteltjken scnorp Dit liep zelfs zóó hoog, dat velen luid teerend de vergadering verlieten. beti ekklng tusschen God den Vader en Christus den Zoon op een wereldberoemd Concilie ln de Geloofsbelijdenis werd vastgesteld. Nu dit plan dus ls mislukt, besluit de Vorst Tijdens e n schattei plannen uit noodig om zün grootsche i. wordt Laël geschaakt, door handlangers van Dcmede»s. Hü ls de zoon het klooste nik Serglus woont, en de leider van de c demie van Eplkurus. Door ziin groote geslepe held .weet h(j het fieduaa te krijgen," dat i üver van het volk om overal te zoeken, ver mindert. hoewel het aangelokt was door de zeer groote belooning, die de Vorst van Indië had uitgeloofd, voor wie Laël dood of levend Hij sloeg de oogen inaar boven en zag dat de naastbij zij nde zuilen een geAveif droegen waaruit hij terstond begreep dat het dak gedragen werd door een zeker aantal gewelven, naar gelang der zuilen. Vorm, breedte, diepte van dit grootsche bouwwerk waren natuurlijk niet door hem te bepalen. Hij boog zich zoo ver mogelijk voorover en spande zijn oogen in, om den tegenoverliggenden muur te ont dekken, maar er was niets dan een ondoor dringbare duisternis. Hij stampte krachtig op den grond... de gewelven boven zijn hoofd gaven het geluid dreunend weer., dat was alles. Hij riep: Lael! Lael! maar er kwam geen antwoord, hoewel hij met zijn gansche ziel luisterde. Toen probeerde hij niet langer de groote spelonk te peilen, en mompelde: 't Is best mogelijk! Aan het einde van deze rij pilaren kan een vlot zijn, er kan een drijvend huis zijn, en zij!... o God, bewaar haar, en help mij, want als zij hier is zal ik haar vinden! Hoe oud is dit reservoir Avel? vraagde hij den beAvaarder toen hij weer boven Avas. Onder Konstantijn den Groote is men er aan begonnen te bouwen en onder Justi- oianus is het afgemaakt, zegt men. Wordt het nog gebruikt? Ja zeker. Zij laten de emmers neer door openingen in het dak. Hoe groot zou het Avel zijn? De waarder lachte en antwoordde: Ik heb het nooit' onderzocht, ik heb et den moed niet toe, en ik weet ook niemand die het gedaan heeft. Men zegt dat er wel duizend pilaren zijn en dat het Avater uit den grond komt 1). Ook zegt men dat er Avel eens men- schen met bootjes in zijn gegaan, maar dat men ze nooit heeft zien terugkomen. Het moet er sproken. Maar daar heb ik nooit wat van gemerkt en kan er dus ook niets van zeggen. Sergius wenschte hem goeden avond en ging heen. VIER-EN-VIJFTIGSTE HOOFDSTUK. Gedurende dien bangen nacht zat Syama voor de studeerkamer, A\-aar zijn meester onafgebroken op en neder ging. De arme Syama Avas doodvermoeid. Medelijden be zwaart, zonder in het minst den laat te verlichten, die er de oorzaak van is. De dag van morgen moge zich lang laten wachten, hij komt toch. Uël stond vroeg op. Hij had vast geslapen. Zijn eerste werk was al de op de markt aamvezige klerken naar den vorst te zenden, en kort daarna kon men Avederom overal in de stad aanplak biljetten vinden. BYZANTIJNEN! Vaders en moeders in Byzantium! Lael. de dochter van den koopman Uël, 1) Dit reservoir, door Konstantijn d»n Groote gebomvd, Averd in 527 door Justinia- nus vergroot. Sedert is het altijd in gebr uik geAveest. Het Avater komt uit onbekende on- deraardsche bronnen en stijgt soms tot bij de kapiteelen der zuilen, die alle nog in goeden staat zijn, twaalf rijen, elke rij van achtentwintig. Ook het dak is heden ton dage nog in zeer goeden staat. is niet gevonden. Daarom bied ik nu 10.000 goudstukken voor haar, dood of levend, en 6000 goudstukken voor iedere aanwijzing die tot ontdekking van haar ontvoerders kan leiden. De ibelooning loopt tot heden avond. De Vorst van Indië. Wel brachten de nieuwe biljetten groots opschudding teweeg, maar de jacht van den Aorigen dag A\«rd niet hervat. M*u wist niet meer waar te zoeken. Mannen en vrouAven liepen op straat te samen, en f raaten, praattenover den Vorst van ndië. Alles Avat men van hem wist, en nog veel meer dat men niet wist, werd tot in het oneindige besproken, en had hij de gevolgtrekkingen kunnen hooren, hij zou nooit meer kunnen glimlachen. Volgens '1 al gem eene gevoelen was hij Indiër, onir.e telijk rijk, maar niet een Vorst, en zijn be langstelling in het gestolen meisje zou voortkomen uit ongeoorloofde betrekkingen. Deze laatste wreede bijzonderheid was door Demedes uitgestrooid. Onder aJ de ijverige Byzantijnen had niemand meer ijver getoond dan Demedes. Hij scheen overal tegenwoordig te zijn: op de schepen, op de stadswallen, in de tui nen, in de kerken, ja, waar al niet. En Avie hem ontmoette vond hem hoopvol, vel nieuwe plannen, en zeker van te zullen slagen. Hij zocht onverdroten en ontwikk'd- de een kennis van zaken, die iedereen ver baasd deed staan. Natuurlijk was zijn stre ven den ijver van de groote massa uit te putten. Wat hem vooral genoegen deed was dat niemand iets over dien tweedon draagstoel zeide. Men sprak over Laels prachtigon stoel, dien men op \rrschlllcn- de punjen gezien had, maar an don tAvee- het nutteloos was verder te zoeken. Het Jodenmeisje was niet in Byzantium, zei hij. de Bulgaren hadden haar weggevoerd en hoogstwaarschijnlijk was zij nu op weg naar een Turkschen harem. Van dat oogen- blik de ijver en 's avonds zocht niemand meer. Toen de biljetten den volgenden dag aan geplakt werden. was Demedes weer op zijn post. Hij verzamelde zijne vrienden in den Tempel, verdeelde hen in groepjes en zond ze overal heen. naar Galata, langs de kust van den Bosporus, langs de Zee van Mar mora, naar de eilandenoveral Ken, behalve naar het reservoir. En deze ge dragslijn bezorgde hem wat hTj beoogde: hij was de held van den dag, hij wekte de bewondering van allen. Toen men in den loop van den mor gen aan den Vorst kwam meededen, dat het volk weinig opgewektheid toonde om het zoeken voort te zetten, keek hii onge- loovig en riep: Wat! niet voor tienduizend goudstukken? meer goud dan eij in 's lands schatkist hebben! Waat gaat het heen!... Daar zit iet© achter, iemand machtiger dan goud. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1932 | | pagina 3