De dictatuur over Pruisen Rijkskanselier Von Papen Rijkscommissaris voor Pruisen DONDERDAG 21 JULI 1932 EERSTE BLAD PAG. 2 De Pruisische regeering afgezet; staat van beleg voor Berlijn en Brandenburg; Severing wijkt voor het geweld; politie-hoofden gearresteerd; het staatsministerie gesloten; de persvrijheid aan banden gelegd; het briefgeheim opgeheven; Pruisen en Beieren doen een beroep op het staatsgerechtshofVon Papen zet uiteen, waarom ingegrepen werd; de Chr. vakvereenigingen protesteeren; vreugde bij de nationaal-socialisten; geruchten over een alge- meene werkstaking. In onze vorige oplage deelden wij reeds mee, dat de Rijkskanselier Von Papen tot Rijkscommissaris voor Pruisen en de opperburgemeester D r. B r a c h t uit Essen tot Commissaris-Minister van Binnenland sche Zaken voor Pruisen en leider van de Stsatskanselarij is benoemd. Zooals van zelf preekt kan dit conflict VON PAPEN tusschen Rijksregeering en Pruisen van niet te overziene gevolgen eöjn. In een verordening van den Rijkspresi dent, gedateerd 20 Juli 1932, wordt de taak van den Rijkscommissaris uiteengezet en wordt o.a. meegedeeld, dat de Rijkskanse lier Rijkscommissaris voor den Staat Prui- Br. BRACHT sen gemachtigd is de leden van het Prui sische Staatsministerie van hun posten te ontheffen. Hij is verder gemachtigd zelf de zaken van den Pruisische» minister president over te nomen en andere perso nen als commissarissen van het rijk met de leiding der Pruisische ministeries te be lasten. Den Rijkskanselier staan alle ba .Voegdhedcn van den Pruisichen minister president, den door hem met de leiding ,van de Pruisische ministeries belaste per sonen voor zoover hun functie betreft, alle bevoegdheden van de Pruisische Staatsmi nisters ten dienste. De Rijkskanselier en de door hem met de (leiding van de Pruisische ministeries be laste personen, oefenen de bevoegdheden van het Pruisische Staatsministerie uiL Systeem en doelbewustheid ont braken in Pruisen. Officieel wordt medegedeeld: Door de ver ordening van den Rijkspresident van 20 Juli 1932 is de Rijkskanselier tot Rijkscom missaris voor Pruisen benoemd. In deze VON HINDENBURG functie hoeft hij op grond van de hem ge geven volmachten den minister-president Braun en den minister van Binnenlandsche Zaken Severing uit hun functies onthoven- De bevoegdheden en de taak van den Prulslschcn minister-president zijn op den rijkskanselier als rijkscommissaris overge gaan. De zelfstandigheid van den staat Pruisen binnen het raam van de Rijksgrondwet wacht eerder, dat spoedig ndigiug van den op grond van de noodverordening geschapen toestand zal intreden. De bloedige van communistische zijde ver oorzaakte onlusten hebben de rijksregeering voor de moeilijke taak gesteld zelf voor d-e rust en de veiligheid in 't grootste gebieJ van Duitschland te zorgen. In de overige Duitsche landen, waarin de politie krachtig optreedt, bestaat geen vrees, dat communistische acties succes zullen hebb°n. De rijksregeering betreurt ten zeerste, dat deze omstandigheden voor Pruisen niet ten voile gelden, ofschoon de plaatselijke poli- tie-organen, door inzetting van persoon en leven der beambten, hebben getracht de schijnbaar voorbereide onlusten meester te worden. In Pruisen 'heeft de Rijksregeering moe ten waarnemen dat bij de bestrijding der communistische beweging systeem en doel bewustheid ontbreken. Het is geen toeval dat juist in Pruisen de <mmmunistlschc strijdorganisatie het sterk#, en met het meeste succes is opgetreden en in verschil lende plaatsen ernstige en bloedige on lusten heeft veroorzaakt. De autoriteit van den staat was aangetast. ■Er bestaat gegrond vermoeden, dat hoogo Pruisische officieele instanties te Berlijn en op andere belangrijke posten niet meer rio innerlijke onafhankelijkheid bezitten, welke voor de uitvoering van hun taak noodzake lijk is. Daardoor Is in wijde kringen van autoriteiten, uitvoerende beambten evenals van de bevolking de autoriteit van den Staat aangestast. Openlijk is deze In druk versterkt door de buitengewone scherpe aanvallen van den Pruisischcn mi nister van binnenlandsche zaken en andere hoogere ambtenaren tegen de rijksregeering De noodzakelijke vertrouwelijke samenwer king tusschen rijks- en staatsregeering is door dit optreden onmo' lijk geworden. On der deze ondraagliike omstandighc len is het tijdelijke saamvatten van de machtsmidde len van het rijk en van Pruisen ln handen vi den rijkskanselier nis rijksi -mmissaris voor Pruisen de eenige weg voor een snol herr'el van den vrede in den grootaten Duit- schen Staat. De scherpe aanvallen van Severing in zijn verkiezings redevoeringen tegen de Rijksre geering, in het bijzonder in de de vorige week te Witenersdorf gehouden rede, waar in hij de kiezers opriep de regeering Von Papan „weg te Jagen", hebben mede tot de besiliissing van de Rijksregeering bijgedra gen. Severing wijkt voor geweld. In hot onderhoud met den Rijkskanselier heeft de Pruisische minister van binnen landsche zaken, Severing, geweigerd de ver ordening van den Rijkspresident te erken- SEVERING nen. Hij verklaarde slechts voor geweld te zullen wijken. De van zijn ambt ontheven Pruisische minister von Binnenlandsche Zaken, Seve ring, heeft Woensdagmiddag laat door een zijuitgang het gebouw van het ministerie verlaten. Naar de leider van het persbureau van het ministerie, ministerialrat Hirschfeld, mededeelde, zou Severing, wiens particulie re woning onmiddellijk aan zijn werkka mers grenst, nog in den loop van den avond terugkoeren. De grootc menschenmenigte, die zich des middags voor het gebouw had verzameld, verspreidde zich langzamerhand, nadat de verwachte gebeurtenissen uitbleven. In het gebouw van het Pruisische minise rie van Binnenlandsche Zaken, Unter don Linden, verschenen gisteravond om 8 uur 10 de gevolmachtigde van Rijkscommissa ris, Dr. Bracht, zoomede de Berlijnsche po litiecommissaris, Melcher, en een kaïpitein van politie. De heoren zochten den voor- maligon minister van Binnenlandsche Za ken Severing op in zijn werkkamer. Dr. Bracht verzocht Severing zijn ambts bezigheden neer te leggen. Hierop herhaalde Severing zijn verkla ring, dat hij tegen een dergelijke maatregel moest protesteeren en overigens slechts, voor de bedreiging met geweld zou wij ken. Vervolgens werd hem met dit geweld gedreigd, waarna Severing zich in zijn ap partement ln het ministerie begaf. Óp de ze wijze is Severing uit zijn functie ont heven. Ook de overige ministers ontheven. dat de Pruisische ministers collectief go- weigerd hebben verder te werken met Von Papen, heeft de heer Von Papen in zijn kwaliteit van Rijkscommissaris voor Prui sen alle Pruisische ministers van hun func ties ontheven. Op grond van de hem bij de verordening van den Rijkspresident d.d. 20 Juli gegeven machtiging heeft de Rijkskanselier den staatssecretaris van het Pruisische ministe rie voor handel en nijverheid, Dr. Staudin- ger, en den staatssecretaris van het Pruisi sche ministerie voor Landbouw, domeinen en wouden, Krucger, tot nader order met onmiddellijkcn ingang verlof gegeven en hun verzocht hun functies niet meer uit te oefenen. De staatssecretaris van het Pruisische staatsministerie Dr. Weismann, heeft pen sioen aangevraagd, aan welk verzoek zai morden voldaan. De militaire uitzonderingstoestand De Rijkspresident heeft een tweede veror dening uitgevaardigd, waarbij over Berlijn en de provincie Brandenburg de militaire uitzonderingstoestand wordt afgekondigd. Het uitvoerend bestuur is dientengevolgo voor Berlijn en Brandenburg op den bevel hebber van het derde militaire district, ge neraal von Rundstedt, overgegaan. Onder hem staan ook de Berlijnsche en Branden- burgsche politie. De artikelen 114, 115, 117, 118, 123, 124 en 153 van de grondwet van het Duitsche Riik worden tot nader order buiten werking ge steld. pientengevolge zijn beperkingen van de persoonlijke vrijheid, het recht van vrije meeningsuiting, met' inbegrip van de pers vrijheid, het vergaderings- en veréeniginas- recht, het ingrijpen in het brief-, post- te je-' graaf- en teiefoongeheim, bevelen voor huis zoekingen en inbeslag nemingen evenals beperkingen van het eigendom ook buiten de anders hiervoor bestaande wettelijke be palingen, toegelaten. Met het bekend maken van .deze veror dening gaat' het uitvoerend bestuur aan den Rijksweerminister over, die dit op mi litaire bevelhebbers overdragen kan. Ter uitvoering van de voor het herstel van de openbare veiligheid noodige maat regelen wordt de geheele politie van het genoemde getbied ter beschikking gesteld van het uitvoerend bestuur. Wie handelt in strijd met de in het be lang van de openbare veiligheid afgekon digde verordeningen van den Rijksminis ter of van de militaire bevelhebbers of tot dusdanig verzet opwekt of aanhitst, wordt, voor zoover de bestaande wetten geen hoo gere straf stellen, gestraft met gevangenis straf of geldboeten tot 15 000 mark. raad, brandstlcl Wie gevaar veroorzaakt voor menschen- leveris wordt met tjuchthuis, ibij verzachten- tende omstandigheden met gavangenisstraf niet onder zes maanden en wie den dood van een menschenleven veroorzaakt, met den dood, bij verzachtende omstandigheden met tuchthuisstraf niet onder twee jaren, gestraft. Daarnaast kan beslag op het ver mogen worden gelegd. Wie tot gevaarlijke daden tegen de gemeenschap oproept of op hitst wordt met tuchthuisstraf, bij verzach tende omstandigheden met gevangenisstraf niet beneden drie maanden, gestraft Paragraaf 4: De in de paragrafen 81 (hoog verraad). 302 (brandstichting), 311 (ontplof fing), 312 (overstrooming), 315 sub 2 (be schadiging van spoorwegwerken) van het Strafwetboek met levenslange tuchthuis straf bedreigde misdaden, moeten met den dood worden gestraft, wanneer zij na de afkondiging van de verordening gepleegd zijn. Onder dezelfde bepaling kan in geval van par. 92 (laiidsverraad) van het Strafwet boek de doodstraf gesteld worden, evenals in de gevallen van paragraaf 125 sub. 2 (raddraaiers en gewelddadigheden bij sa menscholingen) en paragraaf 115 sub 2 (raddraaiers en tegenstand bij oproer), wan neer 3e plegers van don tegenstand geweld of bedreiging met wapens gebruiken. Op verzoek van den bekleeder van het uitvoerend bestuur moeten door den Rijks minister van Justitie buitengewone recht banken worden gevormd. Voor de bevoegdheid van deze rechtban ken gelden behalve de in paragraaf 9 van de verordening van den Rijkspresident van 29 Maart 1921 genoemde zaken ook de mis drijven en overtredingen volgens par. 3 van deze verordening. Deze verordening treedt bi' de afkondiging in werking. De verordening, gedagteekend Neudeck en Berlijn 20 Juli 1032, is geteekend door den Rljksprosident, den Rijkskanselier, den Rijksminister van Binnenlandsche Zaken en den Rijkswoerministor. mt- Het gebouw van het Pruisische Staats ministerie in de Willemstrasse werd Woens dag gesloten. Er wordt niemand in- of uit gelaten, Het gebouw werd door één officier en een aantal manschappen van de Rijks- weer bezet. Naar verluidt is ook reeds de Berlijnsche politiepresident Grzesinskl uit zijn post ont heven. Als zijn opvolger wordt de politiepre sident uit Essen Dr. Melcher genoemd. De persdienst van het Pruisische staatsmi nisterie werd gesloten. Officieel wordt verder de enoeming van luitenant-generaal Von Rundstedt bekend gemaakt, aan vvien de uitvoerende macht in het district Groot-Berlijn en de provincie Brandenburg is overgedragen. De Berlijnsche politiepresident gearresteerd. In den namiddag tegen half vijf verscheen een afdeeling Rijksweer in het gebouw van het hoofdcommissariaat van politie te Ber lijn om de heeren Grzeslnski, politiecommis saris van Berlijn, en Dr. Weiss in verzekerde bewaring te nemen, De nieuwe door den Rijkscommissaris voor Pruisen benoemde hoofdcommissaris van Politie, Dr. Melcher, aanvaardde hier op zijn functie. Behalve de vroegere hoofdcommissaris en den vroegeren plaatsvervangende hoofdcom missaris Dr. Weiss is thans ook de vroegere commandant van de Berlijnsche Schutz- polizei, Heimanssberg voorloopig in arrest gesteld. Grzesinski, Dr. Weiss en Heimajinsberg werden na hun arrestatie te Moabit opge sloten in het officierenverblijf. Des avonds zijn ze echter weer in vrijheid gesteld, nadat zij een verklaring hadden onderteekend, dat zij afzien van de verdere bezetting van hun functie. De nieuwe commissaris van politie, Mel cher, en de nieuwe commandant van de Schutzpolizei, Poten, begaven zich later naar de Prinz Friedrich Karlstrasse, waar Poten de leiding over de Schutzpolizei op zich nam. De arrestatie der vroegere politiecommis sarissen geschiedde door twaalf man van de Rijksweer onder leiding van kapitein Hausse. Bijzonderheden over de bespreking bij den Rijkskanselier. Omtrent de besprekingen van den Rijks kanselier met de Pruisische ministers kan nog medegedeeld worden, dat de Rijkskanse lier de Pruisische ministers Severing, Hirt- siefer en Klepper in de Rijkskanselarij ont ving om hen in kennis te stellen van de verordening van den Rijkspresident en hen tegelijkertijd mede te deelen, dat hij, de Rijkskanselier, als Rijkscommissaris voor Pruisen den minister-president Braun en den minister van Binnenlandsche Zaken Seve ring uit hun functie ontheft. Tegelijkertijd om tien uur ontving de Rijkskanselier den opperburgemeester van Essen, Bracht, om hem als zijn permanenten plaatsvervanger met de waarneming van de zaken'van het Pruisische ministerie van Binnenlandsche Zaken tè belasten. De Rijkskanselier verzocht minister Seve ring telegelijkertijd zijn functie aan den heer Bracht over te dragen. Severing weigerde echter zijn functie over te geven, daar hij er aan twijfelde dat de verordening van den Rijkspresident langs wettigen weg was tot Stand gekomen. De Rijkskanselier antwoordde hierop, dat de wettigheid van de verordening door het Staatsgerechtshof moet worden onderzocht, dat echter aan haar geldigheid na de onder- teekening door den Rijkspresident en de contra-tcekening door den Rijkskanselier, niets te veranderen is. Hij verzocht daarom minister Severing dringend, zijn functie over te dragen. Severing antwoordde hierop, dat hij zijn functie slechts voor gweld zal opgeven. Hierop heeft de Rijkspresident de reeds ge melde verordening tot afkondiging van den militairen uitzonderingstoestand over Berlijn en Brandenburg afgekondigd. PROTESTEN Een uitnoodiging zonder gevolg De Rijksregeering heeft de nog niet van hun post ontheven leden van de Pruisische regeering uitgenoodigd voor een bespreking in de Rijkskanselarij. Tegelijkertijd is Dr. Bracht verzocht in de Rijkskanselarij te verschijnen om van het Pruisische ministe rie van Binnenlandsche Zaken de zaken over te nemen. Tegen zes uur 's avonds is een zitting van het Rijkskabinet bijeen ge roepen. Naar van Pruisische zijde verluidt zouden de Pruisische ministers echter geen gevolg geven aan de uitnoodiging van den Rijkskanselier. De ministers Hirtsiefer, Klep per, Grimme, Schmidt en Schrciber staan op het standpunt, dat een dergelijke uitnoo diging van Von Papen geen rechtsgeldig heid bezit en daarom als niet gedaan moet worden beschouwd. De Pruisische ministers verlieten het gebouw van Het Pruisische ministerie van Binnenl. Zaken en begaven zich naar de werkkamers van hun eigen ministeries. Het protest van de Pruisische Staats regeering bij het Rijksgerechtshof, is reeds telegrafisch verzonden. Naar verluidt is de Rijksregeering niet voornemens commentaar te geven op de be sluiten van het Pruisische kabinet. In wel ingelichte krlngon is men van meening, diat het Rijksgerechtahof het beroep van de Prui sische regeering om door het Staatsgerechts hof een tijdelijke beschikking te doen nemen niet zal aanvaarden. Het Pruisische protest Het oude Pruisische kabinet heeft zijn standpunt tegenover de gebeurtenissen met algemeene stemmen als volgt vastgesteld: De benoeming van een Rijkscommissaris voor Pruisen, aan wien het geheele uitvoe rende bestuur wordt overgedragen, is naar de meening van de Pruisische regcering in strijd met de Rijksgrondwet, ten eerste om dat geen aanleiding voor een dergelijken maatregel aanwezig is, ten tweede, omdat de benoeming geen „noodzakelijke maat regel tot herstel van de openbare veiligheid en de orde is" en ten derde, omdat de be noeming veeleer andere doeleinden heeft. De Pruisische staatsregeering zal daarom onmiddellijk een beroep doen op het Staats gerechtshof en totdat dit een beslissing heeft genomen, een tijdelijke beschikking ver zoeken. Voor zoover op grond van art. 4S van de Rijksgrondwet onmiddellijk of middellijk door een Rijkscommissaris inbreuk wordt gemaakt op art 17 van de Rijksgrondwet (bijv. door het afzetten van ministers of benoeming van nieuwe ministers) of op art. 63 van de Rijksgrondwct (volgens hetwelk de staten in den Rijksraad slechts 'door leden van hun regeering vertegenwoordigd worden) zal de Pruisische Staatsregeering een dergelijk ingrijpen als ongeldig en niet plaats gehad hebbende beschouwen. Protest van Beieren. De Beiersche premier Dr. Held heeft den Rijkspresidont een telegram gezonden, waar in hij mededeelt in de aangelegenheid van den Pruisische» regeeringscommissaris een uitspraak van het staatsgerechtshof over do juridische zijde hiervan te hebben aange vraagd. Aan den Rijkskanselier heeft Dr. Held eveneens een telegram gezonden, waarin hij mededeelt, dat de aanstelling van den Rijks commissaris en 't uit hun functie ontheffen van landministers volgens de opvatting van het geheele Beiersche ministerie niet in overeenstemming kan worden gebracht met de Rijksgrondwet. Namens de Beiersche Staatsregeering eischt Held formeel een rechterlijke uitspraak. Tevens heeft Dr. Held een telegram gezonden aan het staats gerechtshof te Leipzig waarin hij uitspraak vraagt over dc juridische ontoelaatbaarheid van de aanstelling van een Rijkscommissa ris in plaats van landsregeeringen en het ontheffen uit hun functies van landsminis- ters. Het staatsgerechtshof welks leden voor een deel ver van Leipzig weg wonen en eerst bijeengeroepen moeten worden, kan op zijn vroegst vanmiddag een beslissing nemen over de aanvrage betreffende een onmiddellijke beschikking tegen de rijksre geering. Eenige bladen deelen mee, dat het staats gerechtshof deze beschikking heeft afgewe zen en eerst na de RijksdagverkLezingen zich kan bezig houden met de vraag of het op treden der rijksregeering grondwettelijk is. De uit zijn functie ontheven Pruisische premier Di. Braun heeft Rijkskanselier Von Papen het volgende schrijven gezonden: „Per schrijven van 20 Juli 1932 deelt U BRAUN mij mede, dat de heer Rij kspresident U tot Rijkscommissaris voor het land Pruisen heeft aangewezen en dat U mij als zoodanig ontheft van mijn functie van minister president Tegelijkertijd zou het ambtsge bouw door militairen zijn bezet ten einde het mij, voor het geval ik mijn verlof zou onderbreken, onmogelijk te maken mijn ambtsbezigheden te vervullen. Volgens mijn meening zijn deze maatregelen van iedere juridische basis ontbloot Ik verzoek U der halve mij te willen mededeelen, welke mo tieven U, mijnheer de Rijkskanselier aanlei ding hebben gegeven tot dit optreden en op welke bepalingen der grondwet en van de wet U zich daarbij baseert Luitenant-generaal Von Rundstedt, die be last is met het uitvoerend bestuur voor Groot Berlijn en de provincie Brandenburg heeft den volgenden oproep afgekondigd; „Ik ben door den Rijksweerminister be last met het uitvoerend bestuur voor Groot- Berlijn en de provincie Brandenburg. Ik verwacht van alle autoriteiten en van de bevolking dat zij gevolg zullen geven aan mijn tot handhaving van de openbare rust en orde uit te vaardigen verordeningen. Wie deze bekendmaking opzettelijk afscheurt, vernielt of beschadigt, wordt gestraft" De nieuwe Pruisische ministers. Het commissariale bestuur van het Prui sische ministerie van Landbouw zal in han den worden gesteld van den staatssecretaris van het Rijksministerie voor Voedingswezen Mussehl. Het ministerie van Handel zal door den commissaris voor het bankwezen, Ernst, en het ministerie van Financiën door staats secretaris Schleusinger worden bezet. Wat de overige ministeries betreft, zal heden eerst met de desbetreffende staats secretarissen worden onderhandeld. De staatssecretaris van het Pruisische mi nisterie van Binnenlandsche Zaken, Abegg, is e,veneens van zijn fuctie ontheven. In kringen welke de Rijksregeering na staan, stelt men er prijs op te constateeren, dat de maatregelen van het Rijk in Prui sen worden ten uitvoer gelegd met een zeer nauwgezette in achtneming van hun constitutioneels basis. Mochten individueele functionarissen, zooals minister Severing of Grzesinsky persoonlijk van meening zijn, dat de maatregelen van het Rijk van een constitutioneele basis ontbloot zijn, dan nog is het de zaak van het Staatsgerechtshof hierover te beslissen. De verordeningen van den Rijkspresident worden door een beroep op het Staatsge rechtshof evenwel niet uitgesteld. Ambtenaren die zich tegen de uitvoering van maatregelen verzetten, handelen zelf ln strijd met de constitutioneele rechten. Ove rigens wordt geconstateerd, dat alle maat regelen ln volkomen orde zijn ten uitvoer gelegd en dat er geen aanleiding bestaat tot eenige bezorgdheid. De stappen der Rijksregeering zijn, naar de „Vossische Zeitung" meldt tegelijkertijd met de bekendmaking aan de betreffende Pruisische instanties in de Zuid Duitsche landen medegedeeld. Alet deze opdraclit was naar MuiicUc*. Bu zonden freiherr von Lerchner; naar Stutt gart, de Rijksminister der Posterijen, frei herr von Ruebenach; naar Karlsruhe minis terialrat Wiedemann. In de middaguren heeft de Rijkskanselier de vertegenwoordigers te Berlijn van de landen Beieren, Wurtemberg, Baden, Sak sen, Thliringen, Hessen en Hamburg ont vangen teneinde hen op de hoogte te stel len van de intusschen van kracht geworden maatregelen. UITEENZETTINGEN EN VERDEDIGING Dc leider van den persdienst van het Prui sische ministerie van Binnenlandsche Za- Hirschfeld heeft mededeelingen gedaan over het verloop der besprekingen tusschen den Rijkskanselier Von Papen en de Pruisische ministers Hirtsiefer, Severing en Klepper. Uit deze mededeelingen blijkt, dat de ont slagen ministers niet bereid zijn vrijwillig hun post op te geven. De minister van Binnenlandsche Zaken Severing heeft tegenover den Rijkskanselier de noodzakelijkheid van de benoeming van den Rijkscommissaris en de toepassisng van art 48 bestreden. Severing heeft verder verklaard, dat het onjuist is dat de veiligheid in Pruisen meer in gevaar wordt gebracht dan in andere Duit sche landen. De Rijkskanselier heeft daarop, naar de heer Hirschfeld verder mededeelde een an dere regeling voorgesteld, waarop Severing heeft geantwoord dat een dergelijke regeling slechts onder gelijkgerechtigden mogelijk is. Nadat echter de Pruisische ministers voor een voldongen feit gesteld waren, kan niet meer van gelijkgerechtigdheid gesproken worden. Op grond daarvan verklaarde hij ook een andere regeling nht mogelijk. De Rijkskanselier Von Papen zou volgens mededeeling van Pruisische zijde aan het einde van het onderhoud nogmaals verklaard hebben, dat hij groote waarde hecht aan een minnelijke regeling van de kwestie van het overdragen der functies. Voor den persoon van den Pruisischen minister van Binnen landsche Zaken, Severing, heeft hij groote achting, doch redenen van staatsbelang dwongen hem tot deze maatregelen. Naar verluidt heeft hij een onderhoud met den Rijkskanselier ook de plaatsvervangende Pruisische ministerpresident Hirtsiefer zich bij de verklaring van Severing aangesloten, volgens welke Severing den maatregel der Rijksregeering niet erkent Een radiorede van Von Papen. Rijkskanselier Voji Papen heeft Woens dagavond voor de microfoon een redevoe ring gehouden, waarin «hij de interventie van het Rijk in Pruisen motiveerde. Von Pa pen zejde o.m.: De parlementaire basis van het Pruisische kabinet dat de zaken afwikkelt is afhanke lijk van de tactische houding der Commu nistische Partij. Want na de verkiezih'gen voor den Pruisischen Landdag veriaegen do i N.S.D.A.P. en de Duitsch Nationale Volks partij 47 pet. de overige partijen 37 pet. van het aantal uitgebrachte stemmen, terwijl de resteerende 16 pet werden uitgebracht op de Communisten. Ik wie er hier niet op ingaan in hoeverre men nog kan spreken van ge ordende politieke verhoudingen, indien door de houding der verschillende partijen de communistische partij op de wip zit. Deze gebeurtenissen zouden de regeering in geen geval aanleiding hebben gegeven onmiddel lijk invloed te nemen bij de gebeurtenissen in Pruisen, maar behalve de kwestie van den normalen politieken toestand moet de vraag worden gesteld of wij bij een verantwoorde lijk onderzoek naar de wenschen van het Duitsche Volk het recht hebben de op de Communistische Partij uitgebrachte stem men op dezelfde wijze te beoordeelen als do stemmen der andere partijen. De Communistische Partij van Duitsch land streeft er, naar eigen erkentenis en zoo als herhaaldelijk is geconstateerd, naar, de grondwet te schenden. Sinds jaar en dag werkt zij met alle mid delen aan de ontbinding van politie en weermacht. Zij tracht met de meest verschil lende methoden de religieuse, zedelijke en cultureele grondslagen van ons volk te ver nietigen, en ten slotte is het de K.P.D. welke door haar illegale terroristische groepen ge weld en moord in den politieken strijd heeft gebracht. Er moet een duidelijke scheidings lijn worden getrokken tusschen den staat en de verwoesters van onze cultuur. Wat de Rijksregeering bedoelde De Rijksregeering heeft moeten vaststel len, dat de ontwikkeling der politieke ge beurtenissen in Pruisen een aantal vooraan staande persoonlijkheden aanleiding heeft gegeven maatregelen achterwege te laten ter bestrijding van de staatsvijandige werkzaam heid der K.P.D.. Lndien bijv. hooge functio narissen van den Pruisischen staat zich er toe leenen leiders der communistische partij mogelijk te maken op illegale wijze op te tre den, indien een Pruisische commissariss van politie zijn partijgenooten opwekt de com munisten niet te storen, dan wordt de auto riteit van den staat van boven af onder graven op een wijze welke onverdraaglijk is voor de veiligheid van het Rijk. De maatregelen der Rijksregering zijn niet gericht tegen de zelfstandigheid van het land Pruisen, zij beperken zich er bewust toe de basis te scheppen voor het herstel van een ordelijken rechtstoestand. Deze basis moet evenwel zijn het herstel van een staats autoriteit welke volkomen vrij is van eenige staatsvijandige communistische partij. Een geordendo strijd. Do Rijksregeering wil door haar maatre gelen een geordendo doorvoering van den verkiezingsstrijd garandeeren. Zij zal de vrije politieke bedriivigheid slechts in zoo verre beperken als vereischt wordt voor de handhaving der openbare veiligheid. Zij gaat daarbij uit van de opvatting dat de ordeverstoorders om het evon tot welke groep zij behooren op zoodanige wifze moeten worden teruggedrongen, dat het het volk mogelijk wordt do verkiezingen to houden. De minister van binnenlandsche zaken heeft verklaard slechts voor geweld te zul len wijken. Slechts om dezen reden heeft de Rijksregeering op machtiging van den Rijkspresident den uitzonderingstoestand moeten afkondigen voor Berlijn en Bran denburg. De militaire uitzonderingstoestand '(Zie verder blz. 3).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1932 | | pagina 2