e WOENSDAG 29 JUNI 1932 VAN EN OVER DE ONTWAPE NINGSCONFERENTIE HET INITIATIEF VAN PRESIDENT HOOVER Zal het vruchtdragend zijn? xvm Slechts enkele dagen geleden, toen aan President Henderson werd gevraagd, wan neer de algemeene Commissie der Ontwape ningsconferentie opnieuw zou bijeenkomen, gaf hij ten antwoord, dat dit in elk geval niet voor 1 Juli zou geschieden. Inmiddels hoeft de gedenkwaardige zitting van Woens dag 22 Juni plaats gehad, gevolg ,van het initiatief, dat President Hoover weer eens genomen heeft. Al kan men beteekenis aan dit initiatief van Hoover niet ontkennen, eerst de toe komst zal kunnen leeren of het vruchtdra gend is. In de internationale politiek gaat hét nu eenmaal niet om mooie gebaren of mooie woorden, maar gaat het om daden, die passen in het kader van het bereikbare Amerika heeft aan de Ontwapeningsconfe rentie zijn wil niet op te leggen, en het Is de vraag of dit ietwat ongewone en plotse ling ingrijpen in de handelingen dezer Ont wapeningsconferentie niet wantrouwen zal scheppen, dat de op gang zijnde onderlinge besprekingen belemmert. Wat Hoover voor stelt, is op zichzelf van zeer veel beteekenis; werd het aangenomen, dan zou de Ontwa peningsconferentie alleen daardoor reeds haar recht van bestaan hebben bewezen. Het is nu maar de vraag of deze wijze van handelen de toestemming der andere lan den bevordert of belemmert. Ongetwijfeld staat Amerika op het standpunt dat Europa, openlijk tegenover deze Amerikaansche voorstellen geplaatst, moeilijker kan weige ren dan wanneer deze voorstellen geheel binnenskamers waren behandeld, en wan neer altijd later gezegd had kunnen wor den, dat men niet had begrepen, dat Amerika werkelijk zoover wilde gaan. Daartegenover staat, dat Europa en in het bijzonder Frankrijk, door dit onver wacht openbaar initiatief de gelegenheid heeft gemist om het parlement en het volk op zoodanig initiatief voor te bereiden, wanneer men denkt aan de onvriendelijke commentaren, die een vorig jaar in Frank rijk Hoovers moratoriumvoorstel vond en men legt daarnaast de weliswaar koele, maar toch ook weer niet geheel afwijzende kritiek van de Fransche pers op Hoovers voorstellen terzake van ontwapening, dan zou men geneigd zijn een lichten voor uitgang te constateeren. Dat kan echter meer schijn dan wezen zijn, omdat Frank rijk er vóór alles belang bij heeft den Ame- rikaanschen schuldeischer niet al te on vriendelijk te behandelen. Ook in dit op zicht is er verband tussohen Lausanne en Genève, omdat Frankrijk heel goed weet, dlat, wat de besluiten van Lausanne ook mogen zijn, van Duitschland in de eerste jaren geen geld zal binnenkomen, terwijl het nog altijd uitermate twijfelachtig is of Amerika op dien grondslag aan Frankrijk ook maar eenige financieele prestatie wil kwijtschelden, zelfs voor een korten tijd. In het Amerikaansche initiatief is ongetwijfeld' opgesloten, dat al spreekt het niet over de schulden, het toch vrij duidelijk aan Europa zegt: indien gij, Europa, inzake de ontwa pening geen krachtigen stap durft te onder nemen, hetgeen wij, Amerika, noodzakelijk achten tot herstel van den economischen toestand, behoeft men van onze zijde ook niet te rekenen op eenige verlichting van de schuldverplichtingen, die ge tijdens den oorlog hebt aangegaan. Wat houden nu de voorstellen van Hoo ver in? Zij staan in het algemeen op het standpunt, dat vermindering van de thans geldende bewapeningen met 1/3 zal plaats hebben. Hoover stelt in het bijzonder voor afschaffing van de tanks, den chemischen oorlog, de zware verplaatsbare kanonnen en vermindering van de effectieven van alle continentale legers met 1/3. Hij vraagt bo vendien afschaffing van alle bombarde mentsvliegtuigen, algemeen verbod van luchtbombardementen en vermindering met 1/3 van het aantal en de tonnage volgens de verdragen van vliegtuigmoederschepen, krui sers en torpedobootjagers, en vermindering met 1/3 van het aantal duikbooten, zoodat geen land meer dan 35.000 ton duikbooten mag hebben. En Hoovers Boodschap, door Gibson met werkelijk plechtigen ernst voor gelezen en toegelicht, houdt verder in: I. Hot pact van Kellogg, waarvan allen onderteekenaars zijn, kan alleen beteeke- nen, dat de landen der wereld overeengeko men zijn, dat zij wapens slechts der verde diging zullen gebruiken. II. De vermindering moet niet alleen door groote algemeene verminderingen van de wapeningen geschieden, maar ook door verhooging van de verdedigingkracht tenge volge van verlaging van de aanvalskracht. III. De wapeningen der wereld zijn in ver houding tot elkander toegenomen en in het algemeen zal dezelfde maatstaf van verge lijking bewaard moeten worden bij de ver- minderingen. IV. De verminderingen moeten reëel en positief zijn en moeten in de eerste plaats een verlichting brengen. V. Er zijn drie vraagstukken op te los sen, te weten de land-, lucht- en zeestrijd XVII stond in ons blad van 21 Juni. krachten, die alle betrekking op elkaar hebben. Er is geen bepaalde discussie op de in diening van het Amerikaansche voorstel gevolgd. Wat intusschen niet wegneemt, dat de verschillende landen daartegenover stel ling hebben genomen. Wat Groot-Brittanië wil, blijkt niet duidelijk uit de rede van Sir John Simon, die niet ten onrechte den naam heeft van waarheden als koeien met groot aplomb te kunnen zeggen; gedeelte lijk komt het Amerikaansche voorstel in de Engelsche richting, gedeeltelijk echter op vlootgebied gaat het te ver en tegelijk niet ver genoeg. Dat zoowel van Duitsche als van Russische zijde het Amerikaansche ini tiatief volledigen en hartelijken steun vond, behoeft niet te verbazen; in het Amerikaan sche voorstel, al wordt het niet met zooveel woorden gezegd, ligt de gelijkgerechtigheid, die Duitschland nastreeft, opgesloten. Van meer belang is, dat Grandi het Ame rikaansche voorstel namens Italië onvoor waardelijk heeft aanvaard, en de bedoeling van die aanvaarding heeft versterkt door te wijzen op de overeenkomst tusschen de Italiaansche voorstellen en het Amerikaan- sohe initiatief. Van Fransche zijde sprak Paul Boncour, het spreekt vanzelf, dat deze den veiligheidskant naar voren bracht. Een minimum van vermindering der bewa pening kan, aldus Frankrijk, reeds worden verwezenlijkt op de thans bestaande veilig heidsgaranties den eersten keer, dat Frankrijk onomwonden toegeeft, dat er reeds veiligheidsgaranties zijn. Maar een massieve ontwapening als Amerika beoogt, eischt meer nauwkeurige organisatie der veiligheid. Niet onvermakelijk was het, dat Frankrijk voor de kleine Staten in de bres heette te springen, omdat deze er nadeel van zullen ondervinden, wanneer op hun weermacht hetzelfde percentage wordt toe gepast als op de zwaar bewapende landen. Én ietwat paradoxaal klonk het ook, dai Boncour verklaarde, dat het Amerikaan sche voorstel geen rekening houdt met die staten, die reeds sedert den oorlog aanzien lijke vermindering hebben toegepast, gelijk Frankrijk heeft gedaan, dat den diensttijd van 3 op 1 jaar heeft teruggebracht maar toch nog altijd tot de zwaarst bewapende landen behoort! Opmerking verdient, in verband met de beraadslagingen, die In de afgeloopen week in de Luchtvaartcommissie plaats hadden, dat Madriaga er zijn teleur stelling over uitsprak, dat de Amerikaan sche voorstellen niet de afschaffing der mi litaire luchtvaart noch de internationalisa tie der civiele luchtvaart behelzen. Over rii laatste punt inderdaad hebben de bespre kingen in de Luchtvaartcommissie geloo- pen, waaraan van Fransche zijde in het bij zonder door den bekenden Henri de Jouve- nel is deelgenomen, die reeds het vorig jaar een plan ontwikkelde tot internationalisa tie der luchtvaart. Sinds 1913, zoo heeft hij betoogd, heeft de voortdurend toenemende ontwikkeling der luchtvaart geleid tot een enorme stijging der budgetaire lasten en een steeds grooter gevaar voor de burger bevolking. Een beperking van de tonnen- maat der civiele luchtvaart zou beteekenen. dat men den vooruitgang belemmert. Daar om diende de Fransche delegatie de vol gende voorstellen in: 1. De luchtoorlog, die gepaard gaat met den chemischen en bacteriologischen oorlog en het stichten van branden ten doel heeft, moet verboden worden. 2. Luchtbombardementen buiten de slag velden, de luchtvaartbases, en de stand plaatsen voor vèrdragende artillerie moeten worden verboden. 3. Het is noodig een maximum ledig ge wicht van militaire vliegtuigen te bepalen en over te gaan tot contingenteering van militaire vliegtuigen, welke de tonnenmaat te boven gaan, die onmisbaar is voor zui ver defensieve doeleinden; laatstbedoelde toestellen moeten ter beschikking van den Volkenbond worden gesteld. 4. Er moet worden overgegaan tot conti- nentsgewijze internationalisatie van de ver- keersluchtvaart. 5. Er moet een maximumgewicht worden vastgesteld voor niet-geïntemationaliseerde civiele vliegtuigen. 6. Maatregelen dienen genomen te den voor den particulieren handel en de fabricage van luohtwapenen. De Commissie juichte dit plan eenparig toe. Men raag aannemen, dat de bespreking van deze voorstellen, op zichzelf en tegelijk als appendix tot de Amerikaansche voorstel len belangrijk, in de eerstkomende dagen zal worden voortgezet. GEMERKTE TONIJN Het Ministerie van Marine van Portugal houdt zich bezig sedert eenige jaren met oceanografische studies betreffende de be weging en de verspreiding van de tonijn. Tot dit doel is thans een zestigtal exempla ren van deze vischsoort voorzien van een metalen plaatje, dat bevestigd is in een riempje, dat om de staart van de visschen is bevestigd. Het plaatje draagt het in schrift: „R.P. Aquario Lisboa Portu gal", en Is voorzien van een volgnummer. Het Ministerie stelt dan ook een premie beschikbaar voor den visscher. die het ge luk heeft een der visschen te vangen en het plaatje terugzendt met uitvoerige inlich tingen aan het Consulaat-generaal van Por tugal, Johannes Verhulststraat 128. Amster dam-Zuid. GEMEENTEL UNIVERSITEIT TE AMSTERDAM HET DERDE EEUWFEEST Geschenken, redevoeringen, feesten en onderscheidingen Ter gelegenheid van het 300-jarig bestaan van de Gem. Universiteit te .Amsterdam, had in de aula van het Universtieitsgebouw een plechtige, buitengewone Senaatszitting plaats tot inzet der Universiteitsfeesten, waarin verschillende corporaties en parti culieren gelegenheid kregen hun gelukwen- schen en geschenken aan te bieden. Onder de vele aanwezigen bevuilden zich o.a. de curatoren, burgemeester Dr. W. d e V1 u g t, president-curator, Dr. C. C. D e 1- prat, Mr. J. K r u s em an, Mr. Dr. A R o11 en Mr. Dr. W. G. A. van Sons- b e e k. Voorts waren aanwezig de profes soren van de verschillende faculteiten, ver tegen woorddgers van studentencorporaties, vertegenwoordigers van binnen- en buiteo- landsche Universiteiten e.a. De rector-magnificus, Prof. Paul Schol ten, opende de bijeenkomst en bood de curatoren en wethouder E. Boekman een zil veren herinneringspenning aan en de beer Boekman offreerde den senaat een herdruk van Vondel's gedicht: „Inleidingh tot de HoogeschooJ". Namens het Evang. Luth. Seminarium sprak Ds. P. Groote. die den senaat een geschilderd portret van Luther aanbood dat in de Theol. faculteitskamer geplaatst zal worden. Namens de Araster- Hamsche Universiteitsvereeniging voerde de heer S. P. van E e g h e n het woord daarbij den rector-magnificus een voorzittershamer aanbiedend. Namens de J. Dekkerstichting bood de curator. Dr. C. C Delprat een plaatwerk op medisch gebied aan. De heer v. d. B ij 11 overhandigde den rector-magni ficus het eerste exemplaar van de Geschie denis van het Amsterdamsche Studenten leven, uitgegeven in opdracht van de histo rische commissie van den senaat van het Amsterdamsch Studentencorps. De vice- voorzitter van het corps-consulaire, de Duitsche consul-generaal Dr. v o n H a h n, bood een fraai bloemstuk aan. Dr. Blomberg, apotheker te Den Haag oud-leerling der universiteit, bood de stich- tingsacte van een studiefonds ter bevorde ring der pharmacie aan. Prof. Dr. Th. J. Stomps liet een penning vervaardigen voor president-curator en rec tor-magnificus. De heer Henny W. Nordmeijer bracht namens de New-York University zijn eelukwenschen over en bood de iubileerende zusterinstelling een exemplaar aan van het boek van prof. Dr. Plooy: „Pilgrim fathers from a Dutch point of view". Na een samenzijn in de Senaatskamer werd de bijeenkomst gesloten. Van de openbare gebouwen, in de havens en aan de trambeugels in de hoofdstad wap perden de vlaggen en 's avonds waren ver schillende gebouwen verlicht 's Morgens werden op het ijsclubterrein kinderfeesten gehouden door 2000 kinderen en 's avonds werden de lustrumgasten in de schitterend verlichte zalen van het Rijks museum officieel ontvangen. Enkele honder den heeren en dames waren hier ter receptie Promotie eere-doctoren. Tegen half één vandaag verzamelden zich alle hoogleeraren, zooweL van het binnen- als buitenland om zich-te kleeden in ambts gewaad, om daarna in optocht te wanderen naar het Concertgebouw, waar de plechtige zitting van den senatus amplissimus zal gehouden worden. Langs den weg naar het Concertgebouw hadden zich honderden geschaard om de hooggeleerde heeren in hun dikwijls luister rijke toga's, versierd met de onderscheidin gen van wetenschap en staat, gade te slaan. De lange stoet werd geopend door het college van Rector en assessoren van de feestvierende hoogeschool voorafgegaan door de pedellen en gesloten door de hoogleeraren der Amsterdamsche universiteit. Burgemeester W. de V1 u g t opende de zitting met een toespraak, waarin hij zich bijzonder richtte tot Prins Hendrik, den Minister van Onderwijs, K. en W., de ver tegenwoordigers van geleerde genootschap pen, curatoren en afgevaardigden van bui- tenlandsche universiteiten en hoogescholen. De rector-magnificus hield een feestrede, waarin hij de motieven tot de oprichting der Universiteit, haar geschiedenis en haar beteekenis naging. Daarna had volgens de gebruikelijke formule de promotie plaats van de eere-doctoren, o.w. de heeren W. de Vlugt, Amsterdam, P. J. A. Adriani, Amsterdam, I. H. Gosses Groningen, S. van Mesdag, Gro ningen (in de faculteit der rechtsgeleerd heid), C. B. Biezeno, Delft, W. C. de Graaff, Utrecht, E. R. Jacobson, Fort de Koek. P C. Korteweg, Amsterdam, H. ter Meulen, Delft, (in de faculteit der wis- en natuur kunde), Henri Polak, Laren, H. Poutsma, Amsterdam, F. Schmidt Degener, Amster- dam. L. Simons, Den Haag, C van Vollen hoven, Leiden (in de fac. der letteren en wijsbegeerte). E. Heldring, Amsterdam, en J. W. Meijer Ranneft, Batavia (in de fac der handelswetensch.). Dadelijk na deze plechtigheid verhief zich ïir. W. de Vlugt van zijn zetel om persoon lijk dank te zegqgen voor de bijzondere on derscheiding die de Senaat hem heeft ver leend en als burgemeester van Amsterdam zijn gelukwenschen aan te bieden Vervolgens sprak Minister Mr. J. Ter stra, die gelukwenschen namens de rege ring aanbood. Spr. deelde mede, dat het H.M. de Koningin had behaagd te bevorde ren tot Commandeur in de Orde van den Nederlandschen Leeuw dr. W. de Vlugt, burgemeester van Amsterdam en president curator der Universiteit; en verder te be noemen tot commandeur in de orde van Oranje-Nassau: dr. C. Ch. Delprat, curator dezer universiteit, Mr. P. Scholten, rector- magnificus; tot ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw: de hoogleeraren dr. B. Brouwer, dr. L. E. J. Brouwer, Mr. Ph. Kleintjes, dr. W. J. Kühler, Th, Liniperg Jr., dr. A E. H. Swaen; tot officier in de orde van Oranje Nassau: Mr. W. L. Hendriks, directeur der afdeeling onderwijs ter Gemeente-secretariA' tot Ridder: A. J. van Laren, hortulanus aan den Hortus Botanicus; toe te kennen de eere-medaille der Orde van Oranje-Nassau: in goud aan J. van der Zwaai bedrijfschef aan het Laboratorium „Physica"; in zilver aan J. M. Redcher, Amanuensis aan het Laboratorium voor Gezondheidsleer en P. Lemstra, Amanuensis- concierge aan het Anorganisch Chemisch Laboratorium; in brons aan J. J. van der Voort en H. Schuurman, bedienden aan het Hoofdgebouw aan deze Universiteit Prof. Dr. J. Huizinga, sprak als zitter der Kon. Academie van Wetenschap pen en namens de Nederlandsche Univ siteiten en hoogescholen Prof. Dr. J. J. B 1 a n k s m a, rector-magnificus van de Leidsche hoogeschool. Hierop volgden drie redevoeringen van buitenlandsche hoogleeraren, die namens de zoo juist gepromoveerde eere-doctoren dan- ken voor de onderscheiding hun en hun collega's verleend. Nadat een défilé heeft plaats gehad van de buitenlandsche gedelegeerden, biedt de voorzitter van de Algemeene Lustrum Com missie der Studenten, de heer B. W. L Siemens, namens alle studentenvereeni- gingen een beeld aan, voorstellende „De Voorzienigheid" vervaardigd door den beeld houwer Johan Polet Door den Rector-Magnificus, prof. Mr. P. Schol ten, wordt het beeld onthuld en onder dankzegging aanvaard. Deze laatste sluit dan de plechtige zitürig, waarna onder het zingen van het „Io vivat" de uittocht plaats heeft Kunst en Letteren. WINKLER PRINS' ENCYCLOPAEDIE Van Winkler Prins' Encyclopaedie zal een vijfde geheel herziene en nieuw be werkte uitgave verschijnen, onder redactie ven Prof. Drr Jan de Vrie6, Prof. Dr. Aug. Vermeylen en Pater J. Verschueren S. J. met medewerking van meer dan 300 Noord en Zudd-Nederlandsche geleerden. DIE NUWE BRANDWAG Deel n, No. 1. Dit belangrijke Afrikaansche kwartaal tijdschrift voor beoefening van kunst en letteren heeft, wat redactie betreft, veran dering ondergaan. De leiding berust thans bij de professoren Dr. G. Dekker en Dr. H. G. Viljoen Hoofdkunstmedewerker ie geble ven de verdienstelijke J H. Pierneef. Prof. Dr. G. DEKKER Prof. Dekker opent de vierde Jaargang met een opstel over „Woordkuns". De Auteur omschrijft het woord els „die meest direkte, die natuurlikete middel wat die Skepper die mens gegee het om ey geestes- lewe te openbaar." Hert woord is drager van een dubbele waarde: verstandelijk begrips symbool èn gave van klank en ritme. In goede kunst ie het woord beide: „Die woord kry eens se gevoelswaarde, sy inhoud, word dus :ens veropenbarings- middel van die kunstenaar as die twee ele ment© van begripsinhoud en die ritmies- musikale 'n harmonie vorm." Bij Gorter ontbreekt in vele Verzet le eerste, du6 geen kunst meer! Anderzijds levert Juist de kunst van het woord vaak verstarde holle rethoriek, er is geen leven de, waarachtige realiteit, die aan de woor den beantwoordt Schrijver gaat na, wanneer tegen doe starring weer opnieuw reactie kwaan, in de kunst zelf èn in de kritiek. C. M. v. d. Heever. D. F Malherbe en To- tius dragen poëzie bij; ven de laatste, die rusteloos bezig aan de Afrikaansohe psalmbewerking weinig andere poëzie meer schrijft is EENSAAMHEID. As ek maar net alleen kan wees. en voor my velde oordek met gras; ver in die verte 'n waterplas, daaragter dan weer velde wyd wat wegsmelt in die deins'righeid. Die mensewèreld is daér nie wat eind'loos dryf en drei g en jaag; geen storm wat deur die stilte breek, die voetstap net van vriend en maag met wie 'k van hart tot hart kan spreek. Net soos "n ekaap wat eiek is, dwaal en uit die kudde, stil aan 't wed, verlate alleen will agterblij so dwaal ek weg, en wil my gees, in eensaamihedd gekoester wees. J. J. Dekker handelt over Goethe. G. P. Lestrade geeft proeven ui tde Bantoe-folk- lore. Voorts proza en boekbesprekingen. Bij de voortduur zij „Die Nuwe Brand- wag" aanbevolen. Uitgever voor Nederland is J. H. de Bussy. Rokin, Amsterdam. UIT VERLEDEN EN HEDEN Bij De Kemper te Tilburg verscheen deed I van een nieuwe letterkundige bloemlezing „Uit Verleden en Heden" door Dr Joe. J. Gielen, met een inleiding van Dr H. W. E. Moller. De bedoeling dezer bloemlezing een zeer gevulde! is niet vooral het geven van een overzicht over zooveel mogelijk goede literatuur, maar het geven van in zicht in de voornaamste letterkundige ver schijnselen, zooalö die in de loop der ge schiedenis zich hebben voorgedaan. In verband met dit dool zijn in „Uit Ver leden en Heden" de fragmenten met de toe lichtende of wel inleidende beschouwingen gecombineerd. Het boek is dus aesthetics en bloemlezing tegelijk en lijkt als zoodanig ©enigszins op de slotbundel van „Neerlan- dia". Dr Gielen handelt in aansluiting bij de gekozen leesstof over: schoonheid en waar heid; doel, zuiverheid en invloed der kunst; realisme, naturalisme, impressionisme, ex pressionisme; individualisme, romantisme, klassicieme, 6ymboli6me. Met goede smaak gekozen en instructief ingeleid, moge deze bundel aan alle litera tuur-liefhebbers en -docenten aanbevolen worden. Eenige portretten verluchten de tekst. Het bekende boek van Prof. Dr. J. Hui zinga, „Herfsttij der Middeleeuwen", ls door J. Bastin in het Fransch vertaald onder den titel „Le Déclin du Moyen Age". Het is met een inleiding van Gabriel Hanotaux bij Payot verschenen. Radio Nieuws. Wetenschap. ONBEMANDE PROEFBALLONNEN NAAR DE STRATOSFEER. Vanuit den tuin van het physicalisch insti tuut te Zürich heeft Prof. Regnek drie bal lonnen, door middel van een lijn op 4 M. af stond onderling aan elkaar verbonden, laten opstijgen. De ballonnen hadden een doorsnede van 2 M. en waren met waterstof gevuld. In een gondel waren zelfregistreerende instru menten geplaatst, die bestand waren tegen een koude van minstens 60 graden. Na tien minuten waren de ballonnen niet meer zicht- WOENSDAG 29 JUNI i VARA: OrkMt l Hulzen NCRV: Concert War schau: Populair concert Lanaenberg: Omroeporkest i Hilversum VARA; Orgelspel Hulzen NCRV: Carlllonbespe'.-.ng i Kalundborg: Omroeporkest Hilversum VARA: Orkest Londen R.: Concert P arlJs-Blf fel: Concert RVCarlllonbe i VARA: Orkest i VARA: G.-amofooomuzlek 18.00 18.40 19.00 Hu"[is n NCRV: Caui 19.16 itafkapltetn P. W. Cohen, van het Leger des Helle Hulzen NCRV: Causerie A Stapelkamp Hulzen NCRV: MeJ. Dr. S. K- Bakker: De aohool Chr. sociale arbeid. 19.30 Hulzen NCRV: Polltleoencbtea -- -• Hulzen NCRV: Persberichten Hilversum VARA: Persberichten DONDERDAG, SO JUNI Hulzen KRO: Morgenconcert l Hilversum VARA: Gramofoontnuzlek Hulzen NCRVGramofoonmuzlek 5 Hilversum AVRO: Gramofoonmuzlek 0 Hilversum AVRO: Solistenconcert 5 Hulzen NCRV: Gramofoonmuzlek i KRO: Orkest Hilversum AVRO: Orgelconcert i Hulsen NCRV .lederen-recital Hilversum A :0 Strijktrio "Londen R.: M utair concert Hulzen NCRVConcert 10.01 Hilversum AVRO: Morgenwijding 10.15 Huizen NCRV: Ziekendlenst Ds. H. Ii Boerlljst 16.00 Hilversum AVRO: Ziekenuur 16.00 Huizen NCRV: Ziekenuur Ds. H. Gult- LttlngtD, Cursussen en* 11.00 Hilversum VVRO: Knippen kinder- kleeding 14.00 Hilversum A'TtO: Voorlezen door Elias van Traag 14.00 Hulzen NCRV: Cursus FraaJe Hand werken 16 00 H11 v a r a u m AVRO: Causerie Max Tak 18.46 Hul zen NCRV: Knippen en stofver- sieren 19.00 Huizen NCRV: Declamatie door: M. Fuykschot 19.30 Hilversum AVRO: ..Antwerpen en Gent" 16.00 Hulzen NCRV: Mevr. J. C. van Amstel: Vrouwenuurtje Kind* rtjee m Politie- en P*rab*rlebt*» 12.01 Hulzen KRO: Politieberichten 19.80 Hulzen KRO: Politieberichten 19.45 Hulzen KRO: Persberichten baar en na twee uur en vijftig minuten daal den zij weer bij Gerstaetten. De instrumenten waren licht beschadigd, doch nietemin kon geconstateerd worden dat de ballon tot in de stratosfeer was gestegen en een hoogte van ruim 20.000 M. had bereikt. DE STANDAABDMOLEN TE DE LUTTE. De bekende Standaardmolen te De Lutte (O.) zal door de goede zorgen der Twentsche Oud heidkamer en den steun der gemeente Lesser en van de Oldenzaalsche Oudheidkamer voor het Landschap behouden blijven. Een vakkun dig molenmaker zal den molen restaureeren. KAPITEIN KLAKKEBOS GAAT NAAR AMERIKA 37. Wel, zooals je weet, het touw was om kapitein Klakkebos' hoofd, en vandaar zijn hals terechtgekomen, en je begrijpt, wat een gewaarwording het was voor den armen man, toen ze'm zóó op wilden hijschenl Alle haren op z'n hoofd trilden van benauwdheid. Hij was ineens bijgeko men en ging te keer van je welste. Gelukkig kon hij zijn zakmes te pakken krijgen en sneed ris! het touw door, zoodat de professor en zijn metgezellen pardoes ach terover rolden. 38. Onze drie „wolgasleepers", die spoe dig weer op de been waren, dachten niet anders of het touw was gebreke»ze haal den het op, maakten opnieuw een lus en lieten het weer zakken. Nu werkte de kapi tein er z'n armen doorheen, schoof het om z'n middel enhup! hup! daar ging hij, met rukken de hoogte in. Maar o wee, wat schrok hij, toen hij naar z'n beenen keek. Want die waren, toen hij zoo draaiend den grond in ging, heelemaal in den knoop ge raakt! (Wordt Vrijdag vervolgd.) DE VAL VAN KONSTANTINOPEL Door LEWIS WALLACE Naar het Engelsoh door ALMA Hur" verplaatst den lezer in 't begin van dit groote verhaal naar 't einde der veertiende Een geheimzinnig reiziger van Joodectoe af- komst. Tiet zich toen met zijn drie slaven door een handelsvaartuig brengen naar de baal van gestapt, begaf zonder zich eenmaal l te dringen tot de s mie bewaard werd jen oude bograaf- >ed bekend te zijn. want vergissen wist hij door ten. i "Co 65l *Dlens"'dochtertje. de 14-Jarige Lael,'her innerde hem sterk aan zijn eigen kind van den zelfden naam. dat ook 14 Jaar was. toen 't hem door den dood werd ontnomen. HIJ wilde voor dit kind een tweede vader zijn. Tijdens de roeitocht, die do Vorst met Lael op de Bosporus maakte, werden zij door een Bwaren storm overvallen. Daardoor werden zij genoodzaakt aan de Aziatische kust te landen, Jn de nabijheid van het Witte Kasteel. Ook Prinses Irene, een bloedverwante van Keizer Konstantljn, die ln gezelschap^ was van nik Sergius. - "--"itinopei tei digd ïn'het kasteel gunstiger wéder "af Gaarne werd van dit aanbod gebruik ge maakt. En 't was hier od het Witte Kasteel, dat Prinses Irene kennis maakte met een zoo genaamd „Arabisch verteller", die echter nie mand minder was dan de vermomde Prins Mo hammed. zoon van sultan Moerad. Toen de Prinses den volgenden dag het Witte Kasteel verliet, uitte zij den wensch, dat dc Dit bezoek had inderdaad plaats, en hoe Prins Mohammed de Jonkvrouw leerde ke hoe grooter zijn liefde voor haar werd. ook Keizer Konstantijn koesterde het vo voor hem niet zij voor h. Door de Konstantijn. En to( eigenaardige ontmoeting, die de Indië met prinses Irene had gehad. 1c iu aanraking gekomen met Keizer de groote wijs- toestond. wachtten allen in groote spanning de komende gebeurtenissen af. Met vriendelijke woorden werd de Vorst door Konstantijn verwelkomd, en zich tot de door luchtige vergadering wendende, sprak de Kei zer: Bij een vorige gelegenheid sprak onze "looge Indische gast over jgiir -eloovii- ■js -gde broederschap. daar Ik mij geen heerlijker uitkomst kan voor stellen. onder voorwaarde natuurlijk, dat de grondslag van die broederschap de goedkeu ring van ons geweten kan verwerven, wil ik hem thans verzoeken verder te gaan n vrijuit Met vriendelijke woorden werd de Vorst door Konstantijn verwelkomd, waarna do grijsaard zijn rede begon. In den breede zette hij uiteen hoe in oude tüdon de Geest telkens vei was: nu in dezen vorm. dan in dl< sioen in den slaap, nu als een brai bosch, dan weer als een engel, nederdalende duif, totdat hij Jezus Christus. i dien. heden als doorn- ;el, of wel als een laaide op Hier boog de Vorst zich over de tafel onder voorwendsel van naar een woord te zoeken in het Heiligste der Boeken, terwijl hij om zoo te zeggen zijn toehoordei's met de ooren bespiedde. Hij hoorde het geritsel, toen de broeders zich in stomme verbazing tot el kander keerden, hij hoorde hun vragen bij na, hoewel zij ze slechts met hun oogen deden. Toen hij ten laatste het hoofd ophief werd zijn aandacht allereerst getroffen door een lang mager man van hooghartig voor komen. in een grove wollen pij gehuld, die hem strak aanstaarde met sombere dreigen de blikken. Hij wachtte of de onbekende spreken zou, maar de man zweeg, hoewel hij bleef staan. Majesteit, begon de Vorst weer op kal- rnen toon, dit zijn slechts ondergeschikte zaken; toch kunnen zij veel licht verspreiden over mijn hoofdargument, waarom ik het beter oordeel ze door bewijzen te staven, op dat niet deze vrome broederen mij laten «aan als een man, die zich met holle klan ken ophoudt.. Aanschouw den Bijbel van den Boeddha, (hij hief een rol perkament op), en sta mij toe u iets voor te lezen van een Geboorte, Leven en Dood, welke plaats vonden 1027 jaren voor Jezus Christus' ge boorte Hij las: Sterk, en zeker van dool als do narde, rein van gemoed als de waterleliie, hetgeen ook haar naam beteekent, was MAvft in waarheid boven alle vergelijking verhe ven. Op haar, een hemelsche Koningin ge lijk, daalde de Geest neder. Een moeder, maar vrij van smart en droefheid, was zij zonder bedrog. Dc Vorst hield op met lezen om te vragen: Ziet mijn Heer in deze beschrijving niet ook een Maria, gezegend boven alle vrouwen? Hij las verder: De Koningin Mfiy& wist dat haar uur gekomen was. Het was de achtste dag van de vierde maan, een liefelijk seizoen Toen werd de Boeddha geboren, hij, gekomen om de wereld vrij te maken, gedreven do< groot medelijden... Wederom hief de Vorst zijn oogen op. Wat is dit anders, Heer, dan een Vleeschwor- ding? Wil nu hooren over dit Kind: Als naar een, geboren uit hooger sferen, staar den de menschen naar den buitengewonen glans, die hem omgaf; toch leed hun gezicht er geen schade door. Hij stond hun dat sta ren toe, de glans van zijn persoon voor een tijd bedekt, als wanneer wij naar de maan aan den hemel zien. Zijn lichaam echter straalde van licht, en evenals de zon het schijnsel der lamp verduistert, zoo scheen de ware, goud gelijkende boeddha altijd door, en verspreidde zich naar alle kanten. Rechtop en flink, en onheneveld van geest, deed hij vastbesloten zeven stappen. De zolen zijner voeten drukten onder het gaan gelijkelijk den grond, en het afdruksel h'.esf schitteren als zeven sterren. Zich voortbewe gend als de leeuw, de koning der dieren, ©n ernstig ziende naar de vier windstreken, doordringende tot het middelpunt van 1c beginselen der waarheid, sprak hij met de grootste verzekerdheid aldus: Deze ge boorteplaats verplaatst mij in den toestand van den Boeddha; na deze heb ik afgeiaan met nieuwe geboorten; nu slechts ben ik ditmaal geboren, met het doel om de geheele wereld te behouden Ten derde male zweeg de Vorst en de hand opheffende, als om aandacht te ge bieden, vraagde hij: Heer, wie zal zeggen dat ook niet deze een Behouder was?Maar hoor wat volgt: En uit het mie den Ges Hemels Gaalden twee stroomen helder water de ecne warm, de andere koud, en doopten :ijii hoofd. Weer hield de Vorst op en zag zijn hoor ders rechts en links onderzoekend aan, ter wijl hij met klem herhaalde: Doop, l)cop, doop en wonderl Konstantijn zat evenals de anderen ln ge spannen aandacht, alleen de monnik in de grauwe pij stond nog steeds dreigen 1 toe H zien Thans hief hij plechtig een kruisbeeld op. alsof hij er bescherming achter zocht Mijn Heer ziet ongetwijfeld de over eenkomst dezer dingen met de ontvangenis, geboorte en zending van Jezus Christus, den lateren Gezegende, die echter de eerste plaats in uw hart beslaat. Gij vergelijkt de gebeur tenissen van de beide Vleeschwordingen van den Geest of den Heiligen Geest Gij vraagt uzeiven af: Kunnen er verscheiden Zonen Gods geweest zijn? en gij antwoordt: Dat ware Inderdaad genade... Eene zij Godt De Keizer gaf geen enkel teeken van goed- of afkeuring. Sta mij toe, Heer, nog een weinig ver der te gaan, vervolgde de Vorst zonder acht te slaan op het grimmig gelaat achter het crucifix. Mijn Heer herinnert zich dat in den nacht van Jezus' geboorte engelen nederdaalden; hij kan het lied niet vergeten dat zij voor de herders zongen. Hoe gelijken deze eerbewijzen op die, welke den Boeddha bewezen werden! Hij las verder: Intusschen grijpen de Deva's met uw welnemen. Heer. dit woord beteekent engelen. grijpen de Deva's in de lucht hun met edelgesteenten bezette harpen en heffen in heerlijke harmonie hun hemel sche liederen aan. om hem te bemoedigen. De aarde schudde op haar grondvesten... De kleinste atomen van sandelreukwerk en d© verborgen zoetheid van reine leliën, ver- vuldn de atmosfeer, zweefden omhoog in de lucht, waar zij zich vermengden en naar de aarde terugkeerden.» Alle wreede en kwaadwillige soorten van wezens ontvingen een liefhebbend hart; alle kwalen en ziekten onder de menschen genazen zonder genees middel vanzelf; in de dierenwereld werden geen smartkreten meer gehoord; de stilstaan de wateren der rivieren vloeiden opnieuv wolken pakten niet meer samen om d© lucht te verduisteren, maar de liefelijkste muziek, vanzelf ontstaan, werd rondom ge hoord... Aldus kwam de Boeddha, om van al wat leeft de droefheid weg te nemen. M&ra alleen was ontstemd O. eerwaardige broeders! riep de Vorst vol vuur, wie was deze MAra, dat hij niet deelen wilde in de verheuging der gansch© natuur? In de chris telijke spreekwijs: Satan, en MAra was ontstemd. Houdt de overeenkomst od bij de geboorte?, zullen de broeders nu vragen. Laat ons den Boeddha volgen. Toen hij den manlijken leeftijd bereikt had trok ook hij zich terug In de wildernis. Wij lezen: De vallei van den Se-na was vol yrnchtboomen, en er was geen enkel lastig insect te vinden, en daar woonde hij onder een sAlaboom. En hij vastte tot stervens toe. De Deva's boden hem zooten dauw aan, maar hij weigerde en nam slechts een korrel gierst per dag Wat dunkt u hiervan als parallel-gebeurtenis van Jezus' verblijf in de woestijn?... En verder: Mflra Devnrapa, een vijand van allen godsdienst, was toornig en verheugde zich niet. Hij had drie dochters, schon van aangezicht. (Wordt vervolgd)'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1932 | | pagina 7