e
WOENSDAG 29 JUNI 1932
VAN EN OVER DE ONTWAPE
NINGSCONFERENTIE
HET INITIATIEF VAN PRESIDENT
HOOVER
Zal het vruchtdragend zijn?
xvm
Slechts enkele dagen geleden, toen aan
President Henderson werd gevraagd, wan
neer de algemeene Commissie der Ontwape
ningsconferentie opnieuw zou bijeenkomen,
gaf hij ten antwoord, dat dit in elk geval
niet voor 1 Juli zou geschieden. Inmiddels
hoeft de gedenkwaardige zitting van Woens
dag 22 Juni plaats gehad, gevolg ,van het
initiatief, dat President Hoover weer eens
genomen heeft.
Al kan men beteekenis aan dit initiatief
van Hoover niet ontkennen, eerst de toe
komst zal kunnen leeren of het vruchtdra
gend is. In de internationale politiek gaat
hét nu eenmaal niet om mooie gebaren of
mooie woorden, maar gaat het om daden,
die passen in het kader van het bereikbare
Amerika heeft aan de Ontwapeningsconfe
rentie zijn wil niet op te leggen, en het Is
de vraag of dit ietwat ongewone en plotse
ling ingrijpen in de handelingen dezer Ont
wapeningsconferentie niet wantrouwen zal
scheppen, dat de op gang zijnde onderlinge
besprekingen belemmert. Wat Hoover voor
stelt, is op zichzelf van zeer veel beteekenis;
werd het aangenomen, dan zou de Ontwa
peningsconferentie alleen daardoor reeds
haar recht van bestaan hebben bewezen.
Het is nu maar de vraag of deze wijze van
handelen de toestemming der andere lan
den bevordert of belemmert. Ongetwijfeld
staat Amerika op het standpunt dat Europa,
openlijk tegenover deze Amerikaansche
voorstellen geplaatst, moeilijker kan weige
ren dan wanneer deze voorstellen geheel
binnenskamers waren behandeld, en wan
neer altijd later gezegd had kunnen wor
den, dat men niet had begrepen, dat
Amerika werkelijk zoover wilde gaan.
Daartegenover staat, dat Europa en
in het bijzonder Frankrijk, door dit onver
wacht openbaar initiatief de gelegenheid
heeft gemist om het parlement en het volk
op zoodanig initiatief voor te bereiden,
wanneer men denkt aan de onvriendelijke
commentaren, die een vorig jaar in Frank
rijk Hoovers moratoriumvoorstel vond en
men legt daarnaast de weliswaar koele,
maar toch ook weer niet geheel afwijzende
kritiek van de Fransche pers op Hoovers
voorstellen terzake van ontwapening, dan
zou men geneigd zijn een lichten voor
uitgang te constateeren. Dat kan echter
meer schijn dan wezen zijn, omdat Frank
rijk er vóór alles belang bij heeft den Ame-
rikaanschen schuldeischer niet al te on
vriendelijk te behandelen. Ook in dit op
zicht is er verband tussohen Lausanne en
Genève, omdat Frankrijk heel goed weet,
dlat, wat de besluiten van Lausanne ook
mogen zijn, van Duitschland in de eerste
jaren geen geld zal binnenkomen, terwijl
het nog altijd uitermate twijfelachtig is of
Amerika op dien grondslag aan Frankrijk
ook maar eenige financieele prestatie wil
kwijtschelden, zelfs voor een korten tijd. In
het Amerikaansche initiatief is ongetwijfeld'
opgesloten, dat al spreekt het niet over de
schulden, het toch vrij duidelijk aan Europa
zegt: indien gij, Europa, inzake de ontwa
pening geen krachtigen stap durft te onder
nemen, hetgeen wij, Amerika, noodzakelijk
achten tot herstel van den economischen
toestand, behoeft men van onze zijde ook
niet te rekenen op eenige verlichting van de
schuldverplichtingen, die ge tijdens den
oorlog hebt aangegaan.
Wat houden nu de voorstellen van Hoo
ver in? Zij staan in het algemeen op het
standpunt, dat vermindering van de thans
geldende bewapeningen met 1/3 zal plaats
hebben. Hoover stelt in het bijzonder voor
afschaffing van de tanks, den chemischen
oorlog, de zware verplaatsbare kanonnen en
vermindering van de effectieven van alle
continentale legers met 1/3. Hij vraagt bo
vendien afschaffing van alle bombarde
mentsvliegtuigen, algemeen verbod van
luchtbombardementen en vermindering met
1/3 van het aantal en de tonnage volgens de
verdragen van vliegtuigmoederschepen, krui
sers en torpedobootjagers, en vermindering
met 1/3 van het aantal duikbooten, zoodat
geen land meer dan 35.000 ton duikbooten
mag hebben. En Hoovers Boodschap, door
Gibson met werkelijk plechtigen ernst voor
gelezen en toegelicht, houdt verder in:
I. Hot pact van Kellogg, waarvan allen
onderteekenaars zijn, kan alleen beteeke-
nen, dat de landen der wereld overeengeko
men zijn, dat zij wapens slechts der verde
diging zullen gebruiken.
II. De vermindering moet niet alleen
door groote algemeene verminderingen van
de wapeningen geschieden, maar ook door
verhooging van de verdedigingkracht tenge
volge van verlaging van de aanvalskracht.
III. De wapeningen der wereld zijn in ver
houding tot elkander toegenomen en in het
algemeen zal dezelfde maatstaf van verge
lijking bewaard moeten worden bij de ver-
minderingen.
IV. De verminderingen moeten reëel en
positief zijn en moeten in de eerste plaats
een verlichting brengen.
V. Er zijn drie vraagstukken op te los
sen, te weten de land-, lucht- en zeestrijd
XVII stond in ons blad van 21 Juni.
krachten, die alle betrekking op elkaar
hebben.
Er is geen bepaalde discussie op de in
diening van het Amerikaansche voorstel
gevolgd. Wat intusschen niet wegneemt, dat
de verschillende landen daartegenover stel
ling hebben genomen. Wat Groot-Brittanië
wil, blijkt niet duidelijk uit de rede van
Sir John Simon, die niet ten onrechte den
naam heeft van waarheden als koeien met
groot aplomb te kunnen zeggen; gedeelte
lijk komt het Amerikaansche voorstel in de
Engelsche richting, gedeeltelijk echter op
vlootgebied gaat het te ver en tegelijk niet
ver genoeg. Dat zoowel van Duitsche als
van Russische zijde het Amerikaansche ini
tiatief volledigen en hartelijken steun vond,
behoeft niet te verbazen; in het Amerikaan
sche voorstel, al wordt het niet met zooveel
woorden gezegd, ligt de gelijkgerechtigheid,
die Duitschland nastreeft, opgesloten.
Van meer belang is, dat Grandi het Ame
rikaansche voorstel namens Italië onvoor
waardelijk heeft aanvaard, en de bedoeling
van die aanvaarding heeft versterkt door
te wijzen op de overeenkomst tusschen de
Italiaansche voorstellen en het Amerikaan-
sohe initiatief. Van Fransche zijde sprak
Paul Boncour, het spreekt vanzelf, dat
deze den veiligheidskant naar voren bracht.
Een minimum van vermindering der bewa
pening kan, aldus Frankrijk, reeds worden
verwezenlijkt op de thans bestaande veilig
heidsgaranties den eersten keer, dat
Frankrijk onomwonden toegeeft, dat er
reeds veiligheidsgaranties zijn. Maar een
massieve ontwapening als Amerika beoogt,
eischt meer nauwkeurige organisatie der
veiligheid. Niet onvermakelijk was het, dat
Frankrijk voor de kleine Staten in de bres
heette te springen, omdat deze er nadeel
van zullen ondervinden, wanneer op hun
weermacht hetzelfde percentage wordt toe
gepast als op de zwaar bewapende landen.
Én ietwat paradoxaal klonk het ook, dai
Boncour verklaarde, dat het Amerikaan
sche voorstel geen rekening houdt met die
staten, die reeds sedert den oorlog aanzien
lijke vermindering hebben toegepast, gelijk
Frankrijk heeft gedaan, dat den diensttijd
van 3 op 1 jaar heeft teruggebracht maar
toch nog altijd tot de zwaarst bewapende
landen behoort! Opmerking verdient, in
verband met de beraadslagingen, die In de
afgeloopen week in de Luchtvaartcommissie
plaats hadden, dat Madriaga er zijn teleur
stelling over uitsprak, dat de Amerikaan
sche voorstellen niet de afschaffing der mi
litaire luchtvaart noch de internationalisa
tie der civiele luchtvaart behelzen. Over rii
laatste punt inderdaad hebben de bespre
kingen in de Luchtvaartcommissie geloo-
pen, waaraan van Fransche zijde in het bij
zonder door den bekenden Henri de Jouve-
nel is deelgenomen, die reeds het vorig jaar
een plan ontwikkelde tot internationalisa
tie der luchtvaart. Sinds 1913, zoo heeft hij
betoogd, heeft de voortdurend toenemende
ontwikkeling der luchtvaart geleid tot een
enorme stijging der budgetaire lasten en
een steeds grooter gevaar voor de burger
bevolking. Een beperking van de tonnen-
maat der civiele luchtvaart zou beteekenen.
dat men den vooruitgang belemmert. Daar
om diende de Fransche delegatie de vol
gende voorstellen in:
1. De luchtoorlog, die gepaard gaat met
den chemischen en bacteriologischen oorlog
en het stichten van branden ten doel heeft,
moet verboden worden.
2. Luchtbombardementen buiten de slag
velden, de luchtvaartbases, en de stand
plaatsen voor vèrdragende artillerie moeten
worden verboden.
3. Het is noodig een maximum ledig ge
wicht van militaire vliegtuigen te bepalen
en over te gaan tot contingenteering van
militaire vliegtuigen, welke de tonnenmaat
te boven gaan, die onmisbaar is voor zui
ver defensieve doeleinden; laatstbedoelde
toestellen moeten ter beschikking van den
Volkenbond worden gesteld.
4. Er moet worden overgegaan tot conti-
nentsgewijze internationalisatie van de ver-
keersluchtvaart.
5. Er moet een maximumgewicht worden
vastgesteld voor niet-geïntemationaliseerde
civiele vliegtuigen.
6. Maatregelen dienen genomen te
den voor den particulieren handel en de
fabricage van luohtwapenen.
De Commissie juichte dit plan eenparig
toe.
Men raag aannemen, dat de bespreking
van deze voorstellen, op zichzelf en tegelijk
als appendix tot de Amerikaansche voorstel
len belangrijk, in de eerstkomende dagen
zal worden voortgezet.
GEMERKTE TONIJN
Het Ministerie van Marine van Portugal
houdt zich bezig sedert eenige jaren met
oceanografische studies betreffende de be
weging en de verspreiding van de tonijn.
Tot dit doel is thans een zestigtal exempla
ren van deze vischsoort voorzien van een
metalen plaatje, dat bevestigd is in een
riempje, dat om de staart van de visschen
is bevestigd. Het plaatje draagt het in
schrift: „R.P. Aquario Lisboa Portu
gal", en Is voorzien van een volgnummer.
Het Ministerie stelt dan ook een premie
beschikbaar voor den visscher. die het ge
luk heeft een der visschen te vangen en het
plaatje terugzendt met uitvoerige inlich
tingen aan het Consulaat-generaal van Por
tugal, Johannes Verhulststraat 128. Amster
dam-Zuid.
GEMEENTEL UNIVERSITEIT
TE AMSTERDAM
HET DERDE EEUWFEEST
Geschenken, redevoeringen, feesten
en onderscheidingen
Ter gelegenheid van het 300-jarig bestaan
van de Gem. Universiteit te .Amsterdam, had
in de aula van het Universtieitsgebouw een
plechtige, buitengewone Senaatszitting
plaats tot inzet der Universiteitsfeesten,
waarin verschillende corporaties en parti
culieren gelegenheid kregen hun gelukwen-
schen en geschenken aan te bieden.
Onder de vele aanwezigen bevuilden zich
o.a. de curatoren, burgemeester Dr. W. d e
V1 u g t, president-curator, Dr. C. C. D e 1-
prat, Mr. J. K r u s em an, Mr. Dr. A
R o11 en Mr. Dr. W. G. A. van Sons-
b e e k. Voorts waren aanwezig de profes
soren van de verschillende faculteiten, ver
tegen woorddgers van studentencorporaties,
vertegenwoordigers van binnen- en buiteo-
landsche Universiteiten e.a.
De rector-magnificus, Prof. Paul Schol
ten, opende de bijeenkomst en bood de
curatoren en wethouder E. Boekman een zil
veren herinneringspenning aan en de beer
Boekman offreerde den senaat een herdruk
van Vondel's gedicht: „Inleidingh tot de
HoogeschooJ". Namens het Evang. Luth.
Seminarium sprak Ds. P. Groote. die den
senaat een geschilderd portret van Luther
aanbood dat in de Theol. faculteitskamer
geplaatst zal worden. Namens de Araster-
Hamsche Universiteitsvereeniging voerde de
heer S. P. van E e g h e n het woord daarbij
den rector-magnificus een voorzittershamer
aanbiedend. Namens de J. Dekkerstichting
bood de curator. Dr. C. C Delprat een
plaatwerk op medisch gebied aan. De heer
v. d. B ij 11 overhandigde den rector-magni
ficus het eerste exemplaar van de Geschie
denis van het Amsterdamsche Studenten
leven, uitgegeven in opdracht van de histo
rische commissie van den senaat van het
Amsterdamsch Studentencorps. De vice-
voorzitter van het corps-consulaire, de
Duitsche consul-generaal Dr. v o n H a h n,
bood een fraai bloemstuk aan.
Dr. Blomberg, apotheker te Den Haag
oud-leerling der universiteit, bood de stich-
tingsacte van een studiefonds ter bevorde
ring der pharmacie aan.
Prof. Dr. Th. J. Stomps liet een penning
vervaardigen voor president-curator en rec
tor-magnificus.
De heer Henny W. Nordmeijer
bracht namens de New-York University zijn
eelukwenschen over en bood de iubileerende
zusterinstelling een exemplaar aan van het
boek van prof. Dr. Plooy: „Pilgrim fathers
from a Dutch point of view".
Na een samenzijn in de Senaatskamer
werd de bijeenkomst gesloten.
Van de openbare gebouwen, in de havens
en aan de trambeugels in de hoofdstad wap
perden de vlaggen en 's avonds waren ver
schillende gebouwen verlicht
's Morgens werden op het ijsclubterrein
kinderfeesten gehouden door 2000 kinderen
en 's avonds werden de lustrumgasten in
de schitterend verlichte zalen van het Rijks
museum officieel ontvangen. Enkele honder
den heeren en dames waren hier ter receptie
Promotie eere-doctoren.
Tegen half één vandaag verzamelden zich
alle hoogleeraren, zooweL van het binnen-
als buitenland om zich-te kleeden in ambts
gewaad, om daarna in optocht te wanderen
naar het Concertgebouw, waar de plechtige
zitting van den senatus amplissimus zal
gehouden worden.
Langs den weg naar het Concertgebouw
hadden zich honderden geschaard om de
hooggeleerde heeren in hun dikwijls luister
rijke toga's, versierd met de onderscheidin
gen van wetenschap en staat, gade te slaan.
De lange stoet werd geopend door het
college van Rector en assessoren van de
feestvierende hoogeschool voorafgegaan door
de pedellen en gesloten door de hoogleeraren
der Amsterdamsche universiteit.
Burgemeester W. de V1 u g t opende de
zitting met een toespraak, waarin hij zich
bijzonder richtte tot Prins Hendrik, den
Minister van Onderwijs, K. en W., de ver
tegenwoordigers van geleerde genootschap
pen, curatoren en afgevaardigden van bui-
tenlandsche universiteiten en hoogescholen.
De rector-magnificus hield een feestrede,
waarin hij de motieven tot de oprichting
der Universiteit, haar geschiedenis en haar
beteekenis naging. Daarna had volgens de
gebruikelijke formule de promotie plaats van
de eere-doctoren, o.w. de heeren W. de Vlugt,
Amsterdam, P. J. A. Adriani, Amsterdam, I.
H. Gosses Groningen, S. van Mesdag, Gro
ningen (in de faculteit der rechtsgeleerd
heid), C. B. Biezeno, Delft, W. C. de Graaff,
Utrecht, E. R. Jacobson, Fort de Koek. P
C. Korteweg, Amsterdam, H. ter Meulen,
Delft, (in de faculteit der wis- en natuur
kunde), Henri Polak, Laren, H. Poutsma,
Amsterdam, F. Schmidt Degener, Amster-
dam. L. Simons, Den Haag, C van Vollen
hoven, Leiden (in de fac. der letteren en
wijsbegeerte). E. Heldring, Amsterdam, en
J. W. Meijer Ranneft, Batavia (in de fac
der handelswetensch.).
Dadelijk na deze plechtigheid verhief zich
ïir. W. de Vlugt van zijn zetel om persoon
lijk dank te zegqgen voor de bijzondere on
derscheiding die de Senaat hem heeft ver
leend en als burgemeester van Amsterdam
zijn gelukwenschen aan te bieden
Vervolgens sprak Minister Mr. J. Ter
stra, die gelukwenschen namens de rege
ring aanbood. Spr. deelde mede, dat het
H.M. de Koningin had behaagd te bevorde
ren tot Commandeur in de Orde van den
Nederlandschen Leeuw dr. W. de Vlugt,
burgemeester van Amsterdam en president
curator der Universiteit; en verder te be
noemen tot commandeur in de orde van
Oranje-Nassau: dr. C. Ch. Delprat, curator
dezer universiteit, Mr. P. Scholten, rector-
magnificus; tot ridder in de orde van den
Nederlandschen Leeuw: de hoogleeraren dr.
B. Brouwer, dr. L. E. J. Brouwer, Mr. Ph.
Kleintjes, dr. W. J. Kühler, Th, Liniperg Jr.,
dr. A E. H. Swaen;
tot officier in de orde van Oranje Nassau:
Mr. W. L. Hendriks, directeur der afdeeling
onderwijs ter Gemeente-secretariA'
tot Ridder: A. J. van Laren, hortulanus
aan den Hortus Botanicus;
toe te kennen de eere-medaille der Orde
van Oranje-Nassau: in goud aan J. van der
Zwaai bedrijfschef aan het Laboratorium
„Physica"; in zilver aan J. M. Redcher,
Amanuensis aan het Laboratorium voor
Gezondheidsleer en P. Lemstra, Amanuensis-
concierge aan het Anorganisch Chemisch
Laboratorium; in brons aan J. J. van der
Voort en H. Schuurman, bedienden aan het
Hoofdgebouw aan deze Universiteit
Prof. Dr. J. Huizinga, sprak als
zitter der Kon. Academie van Wetenschap
pen en namens de Nederlandsche Univ
siteiten en hoogescholen Prof. Dr. J. J.
B 1 a n k s m a, rector-magnificus van de
Leidsche hoogeschool.
Hierop volgden drie redevoeringen van
buitenlandsche hoogleeraren, die namens de
zoo juist gepromoveerde eere-doctoren dan-
ken voor de onderscheiding hun en hun
collega's verleend.
Nadat een défilé heeft plaats gehad van
de buitenlandsche gedelegeerden, biedt de
voorzitter van de Algemeene Lustrum Com
missie der Studenten, de heer B. W. L
Siemens, namens alle studentenvereeni-
gingen een beeld aan, voorstellende „De
Voorzienigheid" vervaardigd door den beeld
houwer Johan Polet
Door den Rector-Magnificus, prof. Mr. P.
Schol ten, wordt het beeld onthuld en
onder dankzegging aanvaard. Deze laatste
sluit dan de plechtige zitürig, waarna onder
het zingen van het „Io vivat" de uittocht
plaats heeft
Kunst en Letteren.
WINKLER PRINS' ENCYCLOPAEDIE
Van Winkler Prins' Encyclopaedie zal
een vijfde geheel herziene en nieuw be
werkte uitgave verschijnen, onder redactie
ven Prof. Drr Jan de Vrie6, Prof. Dr. Aug.
Vermeylen en Pater J. Verschueren S. J.
met medewerking van meer dan 300 Noord
en Zudd-Nederlandsche geleerden.
DIE NUWE BRANDWAG
Deel n, No. 1.
Dit belangrijke Afrikaansche kwartaal
tijdschrift voor beoefening van kunst en
letteren heeft, wat redactie betreft, veran
dering ondergaan. De leiding berust thans
bij de professoren Dr. G. Dekker en Dr. H.
G. Viljoen Hoofdkunstmedewerker ie geble
ven de verdienstelijke J H. Pierneef.
Prof. Dr. G. DEKKER
Prof. Dekker opent de vierde Jaargang
met een opstel over „Woordkuns". De
Auteur omschrijft het woord els „die meest
direkte, die natuurlikete middel wat die
Skepper die mens gegee het om ey geestes-
lewe te openbaar." Hert woord is drager van
een dubbele waarde: verstandelijk begrips
symbool èn gave van klank en ritme.
In goede kunst ie het woord beide:
„Die woord kry eens se gevoelswaarde,
sy inhoud, word dus :ens veropenbarings-
middel van die kunstenaar as die twee ele
ment© van begripsinhoud en die ritmies-
musikale 'n harmonie vorm."
Bij Gorter ontbreekt in vele Verzet le
eerste, du6 geen kunst meer! Anderzijds
levert Juist de kunst van het woord vaak
verstarde holle rethoriek, er is geen leven
de, waarachtige realiteit, die aan de woor
den beantwoordt
Schrijver gaat na, wanneer tegen doe
starring weer opnieuw reactie kwaan, in de
kunst zelf èn in de kritiek.
C. M. v. d. Heever. D. F Malherbe en To-
tius dragen poëzie bij; ven de laatste, die
rusteloos bezig aan de Afrikaansohe
psalmbewerking weinig andere poëzie
meer schrijft is
EENSAAMHEID.
As ek maar net alleen kan wees.
en voor my velde oordek met gras;
ver in die verte 'n waterplas,
daaragter dan weer velde wyd
wat wegsmelt in die deins'righeid.
Die mensewèreld is daér nie
wat eind'loos dryf en drei g en jaag;
geen storm wat deur die stilte breek,
die voetstap net van vriend en maag
met wie 'k van hart tot hart kan spreek.
Net soos "n ekaap wat eiek is, dwaal
en uit die kudde, stil aan 't wed,
verlate alleen will agterblij
so dwaal ek weg, en wil my gees,
in eensaamihedd gekoester wees.
J. J. Dekker handelt over Goethe. G. P.
Lestrade geeft proeven ui tde Bantoe-folk-
lore. Voorts proza en boekbesprekingen.
Bij de voortduur zij „Die Nuwe Brand-
wag" aanbevolen. Uitgever voor Nederland
is J. H. de Bussy. Rokin, Amsterdam.
UIT VERLEDEN EN HEDEN
Bij De Kemper te Tilburg verscheen deed I
van een nieuwe letterkundige bloemlezing
„Uit Verleden en Heden" door Dr Joe. J.
Gielen, met een inleiding van Dr H. W. E.
Moller.
De bedoeling dezer bloemlezing een
zeer gevulde! is niet vooral het geven
van een overzicht over zooveel mogelijk
goede literatuur, maar het geven van in
zicht in de voornaamste letterkundige ver
schijnselen, zooalö die in de loop der ge
schiedenis zich hebben voorgedaan.
In verband met dit dool zijn in „Uit Ver
leden en Heden" de fragmenten met de toe
lichtende of wel inleidende beschouwingen
gecombineerd. Het boek is dus aesthetics en
bloemlezing tegelijk en lijkt als zoodanig
©enigszins op de slotbundel van „Neerlan-
dia".
Dr Gielen handelt in aansluiting bij de
gekozen leesstof over: schoonheid en waar
heid; doel, zuiverheid en invloed der kunst;
realisme, naturalisme, impressionisme, ex
pressionisme; individualisme, romantisme,
klassicieme, 6ymboli6me.
Met goede smaak gekozen en instructief
ingeleid, moge deze bundel aan alle litera
tuur-liefhebbers en -docenten aanbevolen
worden. Eenige portretten verluchten de
tekst.
Het bekende boek van Prof. Dr. J. Hui
zinga, „Herfsttij der Middeleeuwen", ls door
J. Bastin in het Fransch vertaald onder den
titel „Le Déclin du Moyen Age". Het is met
een inleiding van Gabriel Hanotaux bij
Payot verschenen.
Radio Nieuws.
Wetenschap.
ONBEMANDE PROEFBALLONNEN NAAR
DE STRATOSFEER.
Vanuit den tuin van het physicalisch insti
tuut te Zürich heeft Prof. Regnek drie bal
lonnen, door middel van een lijn op 4 M. af
stond onderling aan elkaar verbonden, laten
opstijgen. De ballonnen hadden een doorsnede
van 2 M. en waren met waterstof gevuld. In
een gondel waren zelfregistreerende instru
menten geplaatst, die bestand waren tegen
een koude van minstens 60 graden. Na tien
minuten waren de ballonnen niet meer zicht-
WOENSDAG 29 JUNI
i VARA: OrkMt
l Hulzen NCRV: Concert
War schau: Populair concert
Lanaenberg: Omroeporkest
i Hilversum VARA; Orgelspel
Hulzen NCRV: Carlllonbespe'.-.ng
i Kalundborg: Omroeporkest
Hilversum VARA: Orkest
Londen R.: Concert
P arlJs-Blf fel: Concert
RVCarlllonbe
i VARA: Orkest
i VARA: G.-amofooomuzlek
18.00
18.40
19.00 Hu"[is n NCRV: Caui
19.16
itafkapltetn P.
W. Cohen, van het Leger des Helle
Hulzen NCRV: Causerie A Stapelkamp
Hulzen NCRV: MeJ. Dr. S. K- Bakker:
De aohool
Chr. sociale arbeid.
19.30 Hulzen NCRV: Polltleoencbtea
-- -• Hulzen NCRV: Persberichten
Hilversum VARA: Persberichten
DONDERDAG, SO JUNI
Hulzen KRO: Morgenconcert
l Hilversum VARA: Gramofoontnuzlek
Hulzen NCRVGramofoonmuzlek
5 Hilversum AVRO: Gramofoonmuzlek
0 Hilversum AVRO: Solistenconcert
5 Hulzen NCRV: Gramofoonmuzlek
i KRO: Orkest
Hilversum AVRO: Orgelconcert
i Hulsen NCRV .lederen-recital
Hilversum A :0 Strijktrio
"Londen R.: M utair concert
Hulzen NCRVConcert
10.01 Hilversum AVRO: Morgenwijding
10.15 Huizen NCRV: Ziekendlenst Ds. H. Ii
Boerlljst
16.00 Hilversum AVRO: Ziekenuur
16.00 Huizen NCRV: Ziekenuur Ds. H. Gult-
LttlngtD, Cursussen en*
11.00 Hilversum VVRO: Knippen kinder-
kleeding
14.00 Hilversum A'TtO: Voorlezen door
Elias van Traag
14.00 Hulzen NCRV: Cursus FraaJe Hand
werken
16 00 H11 v a r a u m AVRO: Causerie Max Tak
18.46 Hul zen NCRV: Knippen en stofver-
sieren
19.00 Huizen NCRV: Declamatie door:
M. Fuykschot
19.30 Hilversum AVRO: ..Antwerpen en
Gent"
16.00 Hulzen NCRV: Mevr. J. C. van Amstel:
Vrouwenuurtje
Kind*
rtjee m
Politie- en P*rab*rlebt*»
12.01 Hulzen KRO: Politieberichten
19.80 Hulzen KRO: Politieberichten
19.45 Hulzen KRO: Persberichten
baar en na twee uur en vijftig minuten daal
den zij weer bij Gerstaetten. De instrumenten
waren licht beschadigd, doch nietemin kon
geconstateerd worden dat de ballon tot in de
stratosfeer was gestegen en een hoogte van
ruim 20.000 M. had bereikt.
DE STANDAABDMOLEN TE DE LUTTE.
De bekende Standaardmolen te De Lutte (O.)
zal door de goede zorgen der Twentsche Oud
heidkamer en den steun der gemeente Lesser
en van de Oldenzaalsche Oudheidkamer voor
het Landschap behouden blijven. Een vakkun
dig molenmaker zal den molen restaureeren.
KAPITEIN KLAKKEBOS GAAT NAAR AMERIKA
37. Wel, zooals je weet, het touw was om
kapitein Klakkebos' hoofd, en vandaar
zijn hals terechtgekomen, en je begrijpt,
wat een gewaarwording het was voor den
armen man, toen ze'm zóó op wilden
hijschenl Alle haren op z'n hoofd trilden
van benauwdheid. Hij was ineens bijgeko
men en ging te keer van je welste. Gelukkig
kon hij zijn zakmes te pakken krijgen en
sneed ris! het touw door, zoodat de
professor en zijn metgezellen pardoes ach
terover rolden.
38. Onze drie „wolgasleepers", die spoe
dig weer op de been waren, dachten niet
anders of het touw was gebreke»ze haal
den het op, maakten opnieuw een lus en
lieten het weer zakken. Nu werkte de kapi
tein er z'n armen doorheen, schoof het om
z'n middel enhup! hup! daar ging hij,
met rukken de hoogte in. Maar o wee, wat
schrok hij, toen hij naar z'n beenen keek.
Want die waren, toen hij zoo draaiend den
grond in ging, heelemaal in den knoop ge
raakt!
(Wordt Vrijdag vervolgd.)
DE VAL VAN KONSTANTINOPEL
Door LEWIS WALLACE Naar het Engelsoh door ALMA
Hur" verplaatst den lezer in 't begin van dit
groote verhaal naar 't einde der veertiende
Een geheimzinnig reiziger van Joodectoe af-
komst. Tiet zich toen met zijn drie slaven door
een handelsvaartuig brengen naar de baal van
gestapt, begaf
zonder zich eenmaal l
te dringen tot de s
mie bewaard werd
jen oude bograaf-
>ed bekend te zijn. want
vergissen wist hij door
ten. i
"Co
65l *Dlens"'dochtertje. de 14-Jarige Lael,'her
innerde hem sterk aan zijn eigen kind van den
zelfden naam. dat ook 14 Jaar was. toen 't hem
door den dood werd ontnomen. HIJ wilde voor
dit kind een tweede vader zijn.
Tijdens de roeitocht, die do Vorst met Lael
op de Bosporus maakte, werden zij door een
Bwaren storm overvallen. Daardoor werden zij
genoodzaakt aan de Aziatische kust te landen,
Jn de nabijheid van het Witte Kasteel.
Ook Prinses Irene, een bloedverwante van
Keizer Konstantljn, die ln gezelschap^ was van
nik Sergius. -
"--"itinopei tei
digd ïn'het kasteel gunstiger wéder "af
Gaarne werd van dit aanbod gebruik ge
maakt. En 't was hier od het Witte Kasteel,
dat Prinses Irene kennis maakte met een zoo
genaamd „Arabisch verteller", die echter nie
mand minder was dan de vermomde Prins Mo
hammed. zoon van sultan Moerad.
Toen de Prinses den volgenden dag het Witte
Kasteel verliet, uitte zij den wensch, dat dc
Dit bezoek had inderdaad plaats, en hoe
Prins Mohammed de Jonkvrouw leerde ke
hoe grooter zijn liefde voor haar werd.
ook Keizer Konstantijn koesterde het vo
voor hem niet
zij voor h.
Door de
Konstantijn.
En to(
eigenaardige ontmoeting, die de
Indië met prinses Irene had gehad.
1c iu aanraking gekomen met Keizer
de groote wijs-
toestond. wachtten allen in groote spanning
de komende gebeurtenissen af.
Met vriendelijke woorden werd de Vorst door
Konstantijn verwelkomd, en zich tot de door
luchtige vergadering wendende, sprak de Kei
zer: Bij een vorige gelegenheid sprak onze
"looge Indische gast over jgiir
-eloovii-
■js
-gde broederschap.
daar Ik mij geen heerlijker uitkomst kan voor
stellen. onder voorwaarde natuurlijk, dat de
grondslag van die broederschap de goedkeu
ring van ons geweten kan verwerven, wil ik
hem thans verzoeken verder te gaan n vrijuit
Met vriendelijke woorden werd de Vorst door
Konstantijn verwelkomd, waarna do grijsaard
zijn rede begon. In den breede zette hij uiteen
hoe in oude tüdon de Geest telkens vei
was: nu in dezen vorm. dan in dl<
sioen in den slaap, nu als een brai
bosch, dan weer als een engel,
nederdalende duif, totdat hij
Jezus Christus.
i dien. heden als
doorn-
;el, of wel als een
laaide op
Hier boog de Vorst zich over de tafel onder
voorwendsel van naar een woord te zoeken
in het Heiligste der Boeken, terwijl hij om
zoo te zeggen zijn toehoordei's met de ooren
bespiedde. Hij hoorde het geritsel, toen de
broeders zich in stomme verbazing tot el
kander keerden, hij hoorde hun vragen bij
na, hoewel zij ze slechts met hun oogen
deden. Toen hij ten laatste het hoofd ophief
werd zijn aandacht allereerst getroffen door
een lang mager man van hooghartig voor
komen. in een grove wollen pij gehuld, die
hem strak aanstaarde met sombere dreigen
de blikken. Hij wachtte of de onbekende
spreken zou, maar de man zweeg, hoewel hij
bleef staan.
Majesteit, begon de Vorst weer op kal-
rnen toon, dit zijn slechts ondergeschikte
zaken; toch kunnen zij veel licht verspreiden
over mijn hoofdargument, waarom ik het
beter oordeel ze door bewijzen te staven, op
dat niet deze vrome broederen mij laten
«aan als een man, die zich met holle klan
ken ophoudt.. Aanschouw den Bijbel van
den Boeddha, (hij hief een rol perkament
op), en sta mij toe u iets voor te lezen van
een Geboorte, Leven en Dood, welke plaats
vonden 1027 jaren voor Jezus Christus' ge
boorte
Hij las: Sterk, en zeker van dool als do
narde, rein van gemoed als de waterleliie,
hetgeen ook haar naam beteekent, was MAvft
in waarheid boven alle vergelijking verhe
ven. Op haar, een hemelsche Koningin ge
lijk, daalde de Geest neder. Een moeder,
maar vrij van smart en droefheid, was zij
zonder bedrog.
Dc Vorst hield op met lezen om te vragen:
Ziet mijn Heer in deze beschrijving niet ook
een Maria, gezegend boven alle vrouwen?
Hij las verder: De Koningin Mfiy& wist dat
haar uur gekomen was. Het was de achtste
dag van de vierde maan, een liefelijk seizoen
Toen werd de Boeddha geboren, hij, gekomen
om de wereld vrij te maken, gedreven do<
groot medelijden...
Wederom hief de Vorst zijn oogen op. Wat
is dit anders, Heer, dan een Vleeschwor-
ding? Wil nu hooren over dit Kind: Als
naar een, geboren uit hooger sferen, staar
den de menschen naar den buitengewonen
glans, die hem omgaf; toch leed hun gezicht
er geen schade door. Hij stond hun dat sta
ren toe, de glans van zijn persoon voor een
tijd bedekt, als wanneer wij naar de maan
aan den hemel zien. Zijn lichaam echter
straalde van licht, en evenals de zon het
schijnsel der lamp verduistert, zoo scheen
de ware, goud gelijkende boeddha altijd
door, en verspreidde zich naar alle kanten.
Rechtop en flink, en onheneveld van geest,
deed hij vastbesloten zeven stappen. De
zolen zijner voeten drukten onder het gaan
gelijkelijk den grond, en het afdruksel h'.esf
schitteren als zeven sterren. Zich voortbewe
gend als de leeuw, de koning der dieren, ©n
ernstig ziende naar de vier windstreken,
doordringende tot het middelpunt van 1c
beginselen der waarheid, sprak hij met de
grootste verzekerdheid aldus: Deze ge
boorteplaats verplaatst mij in den toestand
van den Boeddha; na deze heb ik afgeiaan
met nieuwe geboorten; nu slechts ben
ik ditmaal geboren, met het doel
om de geheele wereld te behouden
Ten derde male zweeg de Vorst en de
hand opheffende, als om aandacht te ge
bieden, vraagde hij: Heer, wie zal zeggen dat
ook niet deze een Behouder was?Maar
hoor wat volgt: En uit het mie den Ges
Hemels Gaalden twee stroomen helder water
de ecne warm, de andere koud, en doopten
:ijii hoofd.
Weer hield de Vorst op en zag zijn hoor
ders rechts en links onderzoekend aan, ter
wijl hij met klem herhaalde: Doop, l)cop,
doop en wonderl
Konstantijn zat evenals de anderen ln ge
spannen aandacht, alleen de monnik in de
grauwe pij stond nog steeds dreigen 1 toe H
zien Thans hief hij plechtig een kruisbeeld
op. alsof hij er bescherming achter zocht
Mijn Heer ziet ongetwijfeld de over
eenkomst dezer dingen met de ontvangenis,
geboorte en zending van Jezus Christus, den
lateren Gezegende, die echter de eerste plaats
in uw hart beslaat. Gij vergelijkt de gebeur
tenissen van de beide Vleeschwordingen
van den Geest of den Heiligen Geest Gij
vraagt uzeiven af: Kunnen er verscheiden
Zonen Gods geweest zijn? en gij antwoordt:
Dat ware Inderdaad genade... Eene zij Godt
De Keizer gaf geen enkel teeken van goed-
of afkeuring.
Sta mij toe, Heer, nog een weinig ver
der te gaan, vervolgde de Vorst zonder
acht te slaan op het grimmig gelaat achter
het crucifix. Mijn Heer herinnert zich dat
in den nacht van Jezus' geboorte engelen
nederdaalden; hij kan het lied niet vergeten
dat zij voor de herders zongen. Hoe gelijken
deze eerbewijzen op die, welke den Boeddha
bewezen werden!
Hij las verder: Intusschen grijpen de
Deva's met uw welnemen. Heer. dit woord
beteekent engelen. grijpen de Deva's in de
lucht hun met edelgesteenten bezette harpen
en heffen in heerlijke harmonie hun hemel
sche liederen aan. om hem te bemoedigen.
De aarde schudde op haar grondvesten... De
kleinste atomen van sandelreukwerk en d©
verborgen zoetheid van reine leliën, ver-
vuldn de atmosfeer, zweefden omhoog in
de lucht, waar zij zich vermengden en naar
de aarde terugkeerden.» Alle wreede en
kwaadwillige soorten van wezens ontvingen
een liefhebbend hart; alle kwalen en ziekten
onder de menschen genazen zonder genees
middel vanzelf; in de dierenwereld werden
geen smartkreten meer gehoord; de stilstaan
de wateren der rivieren vloeiden opnieuv
wolken pakten niet meer samen om d©
lucht te verduisteren, maar de liefelijkste
muziek, vanzelf ontstaan, werd rondom ge
hoord... Aldus kwam de Boeddha, om van al
wat leeft de droefheid weg te nemen. M&ra
alleen was ontstemd O. eerwaardige
broeders! riep de Vorst vol vuur, wie was
deze MAra, dat hij niet deelen wilde in de
verheuging der gansch© natuur? In de chris
telijke spreekwijs: Satan, en MAra was
ontstemd. Houdt de overeenkomst od bij
de geboorte?, zullen de broeders nu vragen.
Laat ons den Boeddha volgen.
Toen hij den manlijken leeftijd bereikt had
trok ook hij zich terug In de wildernis. Wij
lezen: De vallei van den Se-na was vol
yrnchtboomen, en er was geen enkel lastig
insect te vinden, en daar woonde hij onder
een sAlaboom. En hij vastte tot stervens toe.
De Deva's boden hem zooten dauw aan,
maar hij weigerde en nam slechts een korrel
gierst per dag Wat dunkt u hiervan als
parallel-gebeurtenis van Jezus' verblijf in de
woestijn?... En verder: Mflra Devnrapa, een
vijand van allen godsdienst, was toornig en
verheugde zich niet. Hij had drie dochters,
schon van aangezicht.
(Wordt vervolgd)'