DINSDAG 21 JUNI 1932
VAN EN OVER DE ONTWAPE
NINGSCONFERENTIE
Het verjoop der zaken wekt steeds
grooter ontevredenheid
MAC DONALD EN HERRIOT
XVII.
Stijgende ontevredenheid.
Geen wonder dat de ontevredenheid over
het verloop der zaken te Genève stijgende
is. Maar alweer, het is niet aan de confe
rentie zelve in de eerste plaats, dat men
daaraan verwijten kan en mag maken.
Niet aan de conferentie in haar geheel, niet
aan een harer omderdeelen, ook al zou men
de technische discussiën aanmerkelijk korter
willen hebben. De schuld is te zoekefl en te
vinden in de geringe overeenstemming, die
totdusver door de Rege-eringen der voor
naamste landen is verkregen, ja zelfs ge
zocht. Pogingen om tot zoodanige overeen
stemming te komen zijn in de laatste da
gen, vooral in het uitzicht op Lausanne,
aanmerkelijk toegenomen en hebben, bedrie
gen de officieuse voorspellingen niet, eenis
reslutaat gehad. Ware men vroeger met
deze pogingen begonnen, wellicht zou men
ook reeds vroeger in /deze richting zijn ge
slaagd. Maar het ontbrak aan initiatief, en
eerst thans, nu de nood aan den man komt,
neemt men dit initiatief. Want het is wel
duidelijk dat, hoezeer de doeleinden van. interessante voordracht plaats, die
Lausanne en Genève uit elkander mogen
loopen, er toch een nauw en niet te mis
kennen verband is. Een welslagen van Lau
sanne zou de zoozeer noodige ontspanning
te Genève brengeneen tastbaar succes
van Genève had een inzet voor Lausanne
beteek end, dien men zich niet beter denken
kon. Als men ziet naar den stand van za
ken, die thans te Genève bereikt is, vraagt
men zich af waarom eigenlijk in Januari
de Herstelconferentie te Lausanne geen
voortgang heeft gevonden. Het heette des
tijds, dat het door Duitsdhland ingenomci^
standpunt van niet meer te kunnen en dus
niet meer te willen betalen, daartoe aan
leiding gaf, maar ook in dat opzicht is er
weinig veranderd. Men staat nu bijkans
op dezelfde wijze tegenover de problemen
als men er in Januari tegenover had ge
staan, en wel is inmiddels de Ontwape
ningsconferentie aangevangen, en wel heeft
zij al bijkans vijf maanden geduurd, maar
van tastbaar resultaat is zij nog even ver
verwijderd als op het oogenblik der opening.
Arbeid Is er genoeg.
Intusschen, wat men zeggen moge, niet,
dat het aan arbeid ontbreekt. Aan de boor
den van het meer van Genève huizen
thans de voornaamste Staatslieden van
Europa en zij laten niets onbeproefd om
tot overeenstemming te komen, omdat allen
evenzeer den chaos duchten, die voor de
deur staat als noch Lausanne noch Genève
eeoig tastbaar resutaat bereiken. Er Is
reeds een bijeenkomst van het Bureau ge
weest, maar deze heeft geen ander resultaat
gehad dan dat voorloopig geen zittingen
noch van het Bureau noch van de Alge-
meente Commissie, laat staan dus van de
plénaire conferentie zullen plaats hebben,
voordat de voornaamste gedelegeerden
ruimschoots gelegenheid hebben gezocht en
gevonden om in onderlinge besprekingen
conferentie ontbreekt het niet Wat Genève
alleen betreft, heeft Duitschlandi, naar het
althans heet, het voorstel gedaan, dat tot
een oplossing in het ontwapeningsvraagstuk
zal worden gekomen door de cijfers in het
tractaat van Versailles op evenredige wijze
op de andere groote Mogendheden van toe
passing te verklaren. Daartegenover blijft
Amerika onderhandelen op dfen grondslag
van zijn voorstel tot beperking en vermin
dering der effectieven van het landleger. De
j Fransche delegatie heeft zich op duidelijk
kenbare wijze uitgesproken voor oplossing
van het ontwapenimrsvraagstu.k langs den
weg der budgetalre beperking. Terwijl ten
slotte aan Engeland en Macdbnald worden
toegeschreven .het plan eener wapenvacan-
tie, niet in dien zin, dat alles tenminste 15
jaren zal blijven gelijk het nu is, hetgeen
reeds dadelijk voor Duitschland onaanne
melijk moet worden geacht, maar toch op
een in zekeren zin evenredigen voet zal
worden voortgezet. Ieder „dezer voorstellen
op zichzelf is een duidelijk blijk van de
onmacht, waarin de Ontwapeningsconfe
rentie schijnt te verkeeren om tot een rede
lijke oplossing van een moeilijk vraagstuk
te komen. En toch, de algemeene Commis
sie zal moeten vergaderen, zoodra in Lau
sanne de paar moeilijke weken achter den
nig zijn, die den aanvang der besprekingen
zullen vormen.
Lausanne en Genève.
Verder kan alleen gezegd worden, dat
Macdonald en Herriot zich te Parijs, op reis
naar Genève en ook daar ter plaatse veel
vuldig en langdurig hebben onderhouden.
Wie zich herinnert, dat uit hun soortge
lijke besprekingen van 192-i het Protocol
van Genève, al had dit met alleen voordee-
len, is totstandgekomen, voelt zich daardoor
hoopvol gestemd. Wie denkt aan de moei
lijkheden, die naar alle zijden zijn te over
winnen zoo in het herstelvraagstuk als in
dat der ontwapening, is minder optimistisch
XVI stond in in blad van 16 Juni.
gestemd. Maar dient toch niet te vergeten
dat alles twee zijden heeft. Ongetwijfeld is
het uit zeker oogpunt ongewenscht, dat
Genève en Lausanne worden dooreenge-
haala, en zoozeer tracht Duitschland dezen
ipdruk te vermijden, dat de Duitsche eerste
gedelegeerde om met zijn Minister van Bui-
tenlandsche Zaken, die te Lausanne zal zijn,
overleg te plegen, niet naar Lausanne, maar
heel naar Bazel reisde. Aan den anderen
kant echter oefent de eene conferentie wel
licht op de andere pressie uit; er mogen er
zijn, die in het öntwapeningsvraagstuk
toekijken nog volkomen geoorloofd achten,
wel niemand is er, die niet op een oplos
sing van het herstel- en oorlogsschulden-
vraagstuk als noodig in de allerhoogste
mate aandringt Genève is niets zonder
Lausanne en Lausanne niets zonder Genève,
en men spreekt reeds van politieke ruil-ob
jecten. Maar aan den anderen kant, de
arme, voortdurend vergeefs hopende
menschheid is reeds zooveel malen wrec-
delijk teleurgesteld, dat het niemand zou
verbazen, wanneer nog één keer aan de
vele andere werd toegevoegd!
Wetenschap.
COMBINATIE VAN TELEFOON EN
TELEVISIE.
Onzichtbare aftasting met inira-roode stralen
nieuwe gebieden in de vérzien-techniek
toonde.
Tusschen het warenhuis „Galeries Lafayet
te" en het redactiebureau van het dagblad
„Matin" had de Baird-Nathan Co., een zus-
tervereeniging der Baird-Television Co. in
Londen, televisie zend- en ontvangappara
ten opgesteld, die door middel van gewone
telefoonleidingen met elkander verbonden
waren.
Bij de „Matin". kon men den spreker bij
.Lafayette" duidelijk zien.
Een bijzondere eigenschap bij de gebruikte
apparaten was, dat de deelnemers zelf niet
konden merken, dat zij uitgezonden werden,
daar het aftasten, waarvoor anders sterke
lichtbronnen gebruikt worden, pu geschied-
door middel van infra-roode stralen,
stralen die liggen tusschen de zichtbare
lichtstralen en de warmtestralen. Hiervoor
worden ook speciale gevoelige cellen gé-
De uitgezonden persoon wordt dus door
de onzichtbare infra-roode stralen „afge
tast", die precies dezelfde electrische pul
seeringen ge-ven als de licht-aftast methode.
Dit aftasten in het donker wordt door
Baird „Noctovision" genoemd. Binnenkort
zal een dergelijk experiment plaats vinden
over den veel langeren afstand Parijs-Dyon.
Kunst en Letteren.
FREDERIK VAN EEDEN BEGRAVEN
Gistermorgen heeft te Bussum de plechtige
kerkelijke uitvaart en begrafenis plaats gehad
van Dr. Frederik van Eeden.
Van het stille „Walden" trok omstreeks half
tien de eenvoudige stoet naar de St. Vitus-
kerk. De baar was gedekt met vele bloemstuk
ken en kransen. Behalve door familie waren
bloemstukken gezonden door de Ned. Vereeni-
ging van Letterkundigen, Van Munster's Uit
gevers-Maatschappij, den kunstschilder J. Ruys
en de danseres Marjon Gray.
Op het voorplein van de St. Vituskerk werd
het lijk afgehaald door de geheele dienstdoende
geestelijkheid. Onmiddellijk daarna had de
plechtige uitvaart plaats aan het in zware rouw
gehulde hoofdaltaar.
De Requiem-mis van Perosi werd gezongen
door Bussumsche en Amsterdamsche kerkgan
gers. De dienst duurde meer dan anderhalf
Te 12 uur bereikte de stoet het RL. kerk
hof.
In het eerste rijtuig zaten mevr. van Eeden-
Everts, de oudste zoon, de heer Hans van
Eeden en diens vrouw, mevr. Van EedenBrun
ner. In het tweede rijtuig zaten Evert van
Eeden en diens verloofde mej. Anna van Pinx-
teren, de huishoudster, die gedurende 30 jaren
eht huisgezin van Van Eeden heeft bestuurd, en
een nicht. In het derde rijtuig de schoonzuster,
mevr. JanssenEverts, de heer August W.
Janssen en de beide verpleegsters, die het
laatste jaar den patiënt hebben bijgestaan
mevrouw Otten, Marjon Gray en de heer
en mej. Gurtowska (de beide laatsten als
neef en nicht) zaten in het vierde rijtuig. De
heer J. Ruys uit Parijs, die de vriend is ge
weest van Paul van Eeden, volgde in diens
auto den stoet.
Op het kerkhof waren nog gekomen namens
de Vereeniging van Nederlandsche Letterkun
digen de heeren Cornells Veth en Siegfried van
Praag; voor de Groene Amsterdammer C. F.
van Dam; voorts de letterkundigen Albert
Verwey, Frans Bastiaanse en Maurits Uyldert.
Uit den tyd van de Waldenkolonie waren ge
komen de heeren Elbring, Gerberts en Ver
hulst. De architect de heer J. London, die des
tijds dpn tempel der menschheid heeft ontwor
pen, in verband met hetgeen Van Eeden heeft
geschreven over het Godshuis in de Lichtstad,
was ook gekomen. Wij zagen er nog Prof. Van
Hinlopen Labberton, rector van het Theoso
fisch Lyceum, Ds. Schep, Ds. Van der Wolff,
predikanten van de Gereformeerde Kerk, en
Ds. Hoekendijk, predikant van de Vrije Evang.
Gemeente te Bussum, en architect G. de Graeff
uit Blaricum. Zeer vele Bussumsche ingezete
nen, voornamelijk katholieken, stonden om de
groeve, waar de plechtigheid, evenals in de
kerk, geleid werd door pastoor Beumer.
Toen zich niemand daarna als spreker opgaf,
in tegenstelling met de verwachting, trad de
jongste zoon, Hugo van Eeden, naar voren. Hij
herinnerde slechts aan de woorden die zijn
vader op „het kerkhof aan den overkant" (de
Alg. Begraafplaats) gesproken had bij de be
grafenis van diens eigen moeder: „er is groote
reden tot droefheid, maar nog meer tot blyd-
Een andere zoon van den overledene, Hans
van Eeden, sprak nog een persoonlijk woord,
waarin hy in gevoelvolle taal zijn erkentelijk
heid betuigde voor al hetgeen de vader voor
hem had gedaan.
Familieleden en vrienden strooiden bloemen
op het ffraf- Hiermede was de plechtigheid af-
geloopen.
Op Walden zyn tal van brieven binnengeko
men, o.a. van minister Terpstra.
OUDE GEBOUWEN TE MIDDELBURG.
Gisteren was het 25 jaar geleden, dat on
der de auspiciën van wijlen den heer J. A.
Frederiks te Middelburg de vereeniging tot
instandhouding van oude Gebouwen werd
opgericht. In deze kwart-eeuw heeft de ver
eeniging veel goeds verricht en dan denken
wij o. a. aan haar krachtig werken voor het
behoud van het gebouw „In de Steenrotse"
en van verschillende andere typische gevels,
speciaal trapgevels. Maar daarnaast heeft de
vereeniging of beter gezegd heeft haar secre
taris, dr. W. S. Unger, zijn arbeid gegeven
voor de beschrijving der Middelburgsche mo
numenten, welke reeds ver is gevorderd,
doch die nog wordt voortgezet.
STEMMEN DES TUDS
Juni 1932
Dr. C. Ta-zelaar herdeukt Pol de Mont. Na
een kort overzicht te hebben gegeven van
de gang van leven en werken van deze
Ylaamsche dichter, bepaalt Dr. Tazelaar de
Monts plaats in de Ylaamsche beweging en
literatuur.
Dr. J. W. Marmelstein verplaatst ons in de
worstelstrijd van het handjevol getrouwe
Protestanten in Frankrijk tegen hun 18e-
eeuwsche belagers. Speciaal woraen ons, bij
eenige illustraties, geteekend „De gevange
nen van Aigues—Martes", waaronder Marie
Durand een eerste plaats inneemt.
D. Schouten snijdt een probleem aan, dat
vooral zal interesseeren allen, die betrokken
zijn bij het middelbaar onderwijs: „Mogelijk
heden en moeilijkheden bij het onderwijs in
de Wiskunde". Vele leerlingen hebben moei
te met wiskunde, dit vak vormt voor velen
hét struikelblok. Zou het dan maar niet he
ter zijn, leerlingen, die later ten behoeve
van hun studie of voor hun betrekking
geen wiskunde noodig hebben, geen wis
kunde te onderwijzen?
Uet paedagogisoh nut van het wiskunde
onderwijs wordt gezocht in haar vormende
waarde. Het logisch denken wordt er door
ontwikkeld. Derhalve: dit onderwijs bedoelt
tweeërlei: het aanbrengen van wiskundige
kehnis èn de vorming van verschillende
zielkundige functies. Het waaraemingsverroo
gen wordt door meetkunde geoefend. Wils
kracht wordt vereischt voor het oplossen
van vraagstukken. Geheugen is noodrj?
voor het leeren van stellingen en formules.
Bij dit vak leert de leerling kritisch te staan
tegenover eigen en anderer oordeel.
W. H. v. d. Pol bespreekt „Het kerkelijk
vraagstuk in de Anglicaansche kerk". Dr.
G. A. Lindeboom de verhouding van „Hel
lenisme en Aestheticisme" en Dr. Bella
Jansen Thomas Mann's „Mario und der
Zauberer".
EMTL LUDWIG
De schrijver van ,,Im Westen nichts
Neues" is als Zwitsersch burger erkena
door het kanton Tissino. waar hij sinds ver
scheidene jaren verblijft.
WESTFALEN
Alle respect!
U kent ze toch wel? De flodderprospecti
en pensioenhoekjes waarmee onze heerlijke
Hollandsche Noordzeebadplaatsen en onze
overschoone vacantieoorden in het Oosten
Zuiden des lands reclame maken?
Het papier is wit en de inkt is zwart
natuurlijk- Hoe zou het anders „zwart op
wit" kunnen staan? De tekst is breed opge
zet, mitsgaders breedsprakig, zoodat het
moeite heeft gekost alles netjes op een
kwarto velletje te krijgen, maar, verlucht
met een „oud versleten clichétje, dat men
nog nèt in de kast had, maakt het „geheel"
toch een „vriendelijken" indruk. Een boven
dien, véél geld moet men er niet voor uitge
ven, want ten slotte moet meii het toch van
'3 recommandatie hebben...,-., o zoo!
O ja?
Wat zou ik graag al onze „Vereenigingen
Voor Vreemdelingen Verkeer" op den trein
naar Dortmund willen zetten om hen te
brengen naar de aldaar geopende tentoon
stelling ..Neuzeitliche Fremdenverkehrswer-
bung". Stellig zouden velen er van daar ge
nezen worden van het waandenkbeeld, dat
het vreemdelingenverkeer er vanzelf komt
aanwaaien en zij zouden er kunnen ziien
hoe men moderne en pakkende reclame kan
maken voor de schoonheid van eigen land.
Alle respect voor de Duitschers, die in
een tijd, waarin alles rondom hen keldert
nog kans zien om propagandadrukwerk te
leveren, zooals men dat niet alleen op bo
venbedoelde tentoonstelling kan zien, maar
zooals ook ieder dat op eerste aanvrage
kan verkrijgen.
Wat een verschil!
Daar heeft het armoedigste dorpje nog
pakkend drukwerk, waarin een keur van
goede foto's is opgenomen, zoodat men z'n
poilemonnaie al bijkans voor den dag haalt
om na te gaan of een trip naar zulk een
idyllisch gelegen bergkraaiennest door Bruin
kan worden getrokken.
En wat de Lippische badplaatsen geven
aan offsetdruk in kleuren, met landkaarten
met folders, met weer andere reclamege-
schriften in vierkleurendruk, het is eenvou
dig verbijsterend.
Met dit vriendelijk bedoelde standje aan
eigen landgenooten mogen we onze lezers
in Dortmund introduceeren, de zetel van 't
Westfüliohes Verkehrsverband, dat in deze
maand zijn 25-jarig bestaan heeft gevierd
Ter gelegenheid van dit feest heeft men
niet alleen de bpvenbedoelde zeer leerzame
tentoonstelling gehouden, maar ook een aan
tal Hollandsche journalisten uitgenoodigd
om kennis te komen maken met de schoon
heid van Westfalenland.
Van die kennismaking mag ik hier vrije
lijk getuigen, dat he# voor ons allen een
treffend aangename is geweest en ik zal 't
doel van deze reis niet voorbijschieten als
ik er iets van vertel.
Een Hollander weet van Westfalen in
hoofdzaak dit, dat het „aan de grens ligt"
en dat men er langs komt als men naar
den Rijn en er d o o r komt als men naar
Berlijn wil.
i Wie goed in de geschiedenis thuis is her-
innert zich dan ook nog iets van „Varus,
Varus, geeft me m'n legioenen weder", maar
I daarmee is het dan ook uit.
Wij hebben 't „land van de roode aarde"
j van een heel anderen kant leeren 2ien en
I het leeren liefhebben als een gebied van
zeldzaam afwisselend landschapsschoon.
met dorpen en steden, die bijna stuk voor
stuk tenminste uit de 12de eeuw stammen
en waarvan sommige hun oorsprong vonden
in de Romeinsche of Karolingische tijd, met
bouwwerken, die zeldzaam goed bewaard
zijn en den kunstlievendon mensch in
extase brengen.
Dortmund, de plaats waar onze tocht
begon, is een interessante stad.
Kanjers van hoogovenbedrijven ziet ge er
midden in het stadsgewoel en wat de arge-
looze bezoeker als de eerste flinke bergen
aanziet, zijn niet meer dan de afvalhoopen
van deze gigantische bedrijven. Naar ver
luidt worden de overhemden er met ten
minste drie bijpassende boordjes geleverd
omdat het kolenstof intens de stad over-
stuiftEen werkstad dus in de trant
van Rotterdam dat ongeveer evenveel in
woners heeft
Ho wat! Loop even door naar het prach
tige raadhuis uit de 13de eeuw, een juweel
uit den tijd. toen de Romaansche bouwstijl
overging in de Gothische en die beide vor
men van bouwkunst elkaar op het ovetr-
schoonst troffen.
En dan nóg wat: bezoek vooral de stads
parken bij het slot Roomberg,
Overzie van de heuvel van het schitte-
temde sportterrein „Rote Erde" al het land
tot een uur in het rond, park en bosch en
park zoovèr ge ziet: dat is óók Dortmund,
de op een na grootste stad van Duitschland
wat de oppervlakte van den bodem betreft
Vraagstukken als die van het behoud van
natuurschoon aan de Hillegersbergsche
plassen kent men in Dortmund niet, een
grondruil met Schiedam om een nieuwe
haven te kunnen maken is er ook niet noo
dig en de stad beschikt er (en voor een deel
is dat alles van de laatste jaren) in z'n na
tuurschoon, over de longen, waardoor die
werkstad kan ademhalen.
Mijn bestek is maar klein graag zou
ik nog iets gezegd hebben over het stedelijk
museum, waarvan de zeer kostbare kunst
schatten vrijwel alle door de burgerij bi;
een zijn gebracht en waar men de school
jeugd regelmatig leert de schoonheid van
het sohoone te zien, maar een beschrijving
daarvan zou te ver voeren.
Voor den stedebouwer is er in Dortmund
óók heel wat te zien in de nieuwere bouw
stijlen waaronder de merkwaardige Nico-
laikerk, die geheel uit ijzerbeton is opge
trokken, doch ook een detailbespreking van
deze nieuwere bouwkunde gaat buiten mijn
bestek. Onze gastheeren hebben echter kans
gezien ons >rin einem Gusz" de geest van
Westfalen te laten proeven door ons den
eersten dag al uit te noodigen op een „bun
ten Westfalenabend".
Die avond men kon het aan alles zien
was ook voor de Dortmunders een ge
beurtenis. In de gouden zaal van de West-
faluhhaile. een machtig bouwwerk, waarvan
de groote arena vele duizenden kan bevat
ten, hadden zich de kopstukken uit heel
Westfalen verzameld en daartusschen
een afzonderlijke disch voor ons Hollanders
aangeschoven (het rood-wit-blauw wees den
weg), waar we met de anderen gepuurd
hebben de Westfaalsche geest in de balla
den en verzen, in de typische volksdansen,
die in oud boerencostuum werden uitge
voerd, mooi, heel mooi.
Na het optreden van Wilm Böckenholt, de
leider van het gezelschap, die met z'n on-
vervalsoht oud-Westfaalsch, dat in zooveel
op onze taal gelijkt, was het mij duidelijk
geworden; dit land staat ons na. dit volk
heeft veel punten van aanknooping in z'n
karakter met het Nederlandsche, dat zich
óók niet zoo gauw geeft, maar waarin toch
een- kern zit waar men wat aan heeft, waar
men op óón kan.
En na een tocht door het Westfalenland
met z'n schoonheid en met z'n vroomheid
werd het mij duidelijk, wat een man uit het
land van de roode aarde gevoelen moet als
hij die oude spreuk zegt: Oh, grüsz dich
Gott, Westfalenland! Van dien tocht ga ik
in een volgend artikeltje nog wat verder
vertellen.
Radio Nieuws.
DINSDAG SI Jl'XI
n KRO: Graroofoonrmiaiek
18.55 Londen R.: Coi
AVRO: Fransche kamer-
m AVRO: Omroeporkest
ore: Deensche muziek
R.: BBC-orkest
Omroeporkest
sum AVRO: Bandmuziek
Lezingen. Cursussen em
i KRO: Int. PooljaaY 1933—1933
sum AVRO: „Een rela naai
Hulzen KRO: Politieberichten
l Huizen KRO: Persberichten
i Hilversum AVRO: Persberichten
WOENSDAG 22 JCNI
Concerten enz.
Hilversum VARA: Gramofoontnuzlek
Huizen NCRV: Morgenconcert
I Huizen NCRV: Dameskoor
I Hulzen NCRV: Harmonlummu*lek
1 Hilversum VARA: Septet
i Huizen NCRV: Middagconcert
Langenberg: Concert
Daventry: Orgelconcert
Huizen NCRV: Concert
20.00 Huiz
i R.: Militair orkest
sum VARA: Mandollne-ei
i NCRV: „Haxpe Davlda"
i NCRV: L. BQckmannDe crleae-
'e u m VARA: „Veiligheid bij ba.-
Hulzen NCRV: Politie^
i Hulzen NCRV: Persberichten
Hilversum VARA: Persberichten
Volledige programma's in
de Lmroepglds. Duidelijke
foto's; best verzorgd Radio
blad; 4 gld. per half jaar of
18 ct. per week. Ned. Chr.
Radio-Vereeniging, Voog-
lenzang, Ede. Draagt bij in
de omroepkosten.
PAUL VERLAINE
Op initiatief van de „Sociéte des Ecrivains
Ardennais" zal een gedenksteen worden ge
plaatst in de gevel van het huis van Pali-
seut, waar Verlaine lange tijd verbleef.
DE HEILIGE PROLETAB IER
van Franz Herwig, een „korte, maar hevige
legende, waaraan allerwege veel aandacht
werd gewijd, verscheen bij Ned. Boekhuis,
Tilburg in tweede druk.
STEUN AAN KUNSTENAARS
Het bestuur der stad Parijs heeft veertig
mililoen francs beschikbaar gesteld als steuu
voor de kunstenaars.
Uit het Sociale Leven
dorlandaolvs arbeiders ontsloeg en zes Belgen
aannam, schrijft een arbeider uit Zaomslag aan
„De- Zeeuw", dat dit geval niet het eenige ie.
Nog meer werkgevers nemen helaas buJten-
landsohe arbeider» aan en laten de werklooze
landarbeiders uit het eigen dorp loopen.
Dat dat kwaad bloed zet onder de arbeiders,
is te begrijpen. Maar niet alleen onder de ar
beiders, vertrouwen wij, aldus ,.De Zeouw", die
hier nog hot volgende aan toe voegt:
..Door de landbouwers ls geroepen en ge
schreeuwd om maatregelen van de regeering te
gen den Invoer van goedkoope bultenlandsclio
producten. Con tingen teerlngsmaatregelen zijn
gekomen of toegezegd. En zal men dan nu de
eigen arbeiders werkloos laten rondloopen ca
Belgische in dienst nemen?
Ons dunkt, dat zulke landbouwers van den
regeerlngssteun in geen enkel opzicht moesten
proflteeren. De regeering geeft de steunbe
dragen waarlijk niet om het loon. dat in do
bedrijven wordt uitbetaald, naar het buiten
land te doen afvloeien.
De houding van zulke landbouwers kan niet
sterk genoeg worden afgekeurd. Zo ls on-
Nederlandsoh en on-ChrlstellJk.
Ook de middenstand kan hiervan niet anders
dan nadeel ondervinden. Het verdiende loon
buitenland verteerd en In eigen
vordt de koopkracht vermlrJ J
Nederlandsche land hou i
arbeiders In dlem
DE VAL VAN KONSTAN.TINOPEL
Door LEWIS WALLACE - Naar het Engelsch door ALMA
Zij voelde zich echter spoedig gerustge-
jsteld. en antwoordde: Ik geloof u, Sergius
De Heilige Maagd weet hoe gaarne, en hoe
'van ganscher harte.
Na een oogenblik zwijgens vervolgde zij
met een glans in de oogen, die aan tranen
deed denken: Gij vraagt mijn vertrouwen
en belooft mij wederkeerig uw trouw, wol
nu. ik vind beter dat gij dadelijk terug
gaat. De Abt zal morgenochtend van u wil-
|len vernemen wat gij hier gehoord en ge
zien hebt. Mijn matrozen zullen u roeien
Zij kunnen in de stad overnachten. Mijn
huis in de stad is te allen tijde voor heu
toegankelijk.
Hij wilde gaan. maar zij hield hem tegen,
(zeggende: Blijf nog even. Vandaag had ik
(geen tijd om de beschuldigingen van den
Abt met u te bespreken- Gij herinnert u.
dat ik beloofd heb ze openhartig met u te
behandelen, en ik wil dat nu doen; want
als gij alles weet kunt gij niet overvallen
worden door verkeerde voorstellingen; even
min kan de twijfel zoo gereedelijk uw hart
binnensluipen.
Ik zal mij niet door praatjes laten
vangen.
Wees voorzichtig, Sergius. Dwing hen
jnooit u bewijzen te leveren; maar inoet gij
(spreken, zwijg dan. zoodra gij hen aan den
gang hebt gebracht. Hij die voorzichtig kan
z:jn als de slangen is de beste toehoorder.
En nu, lieve vriend, hoor mij aan. Dank zij
de edelmoedigheid van mijn bloedverwant,
(85
den Keizer, bezit ik een huis in de stad. en
dit paleis, welke beide ik naar welgevallen
kan bewonen. Het verblijf hier buiten, tus
schen de groene heuvelen, en aan de ba'.i,
is aangenaam en gezond. Misdaad zoekt de
eenzaamheid, nietwaar? Welnu, hetzij gij
des daags of des nachts komt, mijn poort
is altijd open, en ik heb geen anderen poort
wachter, dan den ouden Lysander. Zijn
speer dient slechts om zijn zwakke schre
den te steunen. Aan niemand is de toegang
verboden. Christen. Turk, Zigeuner, ja de
geheele wereld, mag alles zien wat ik hel»;
en wat gevaron betreft, ik heb een betere
verdediging dan wachters. Ik streef er met
alle kracht naar mijn buren lief te hebben
als mijzelf, en zij weten het. Ik geniet hier
een vrijheid, dien geen enkel klooster in ie
stad of op de eilanden mij geven kan. Hier
word ik nooit lastig gevallen door sektaris-
sen of partijgangers. De Grieken en Latij
nen twisten in tegenwoordigheid des Kei
zers en vóór de altaren; maar mij ontzien
zij op dit afgelegen plekje. Vrijheid! ach
ja. die vind ik hier, vrijheid om te werken,
te slapen, en God te loven zooals mij dat
het best dunkt; vrijheid om mijzelf te zijn
in weerwil van afkeurenswaardige maat
schappelijke gewoontenen daar steekt
geen zonde in. Wat de koperen plaat aan
de poort betreft, Sergius, ik zal u vertellen
hoe zij daar komt en waarom ik ze daar
'aat blijven. Nu zelfs gij, friet uw bijzonder0
gevoelens van .vriendschap, haar tegen mij
laat getuigen, geloof ik gaarne dat de be
schuldiging, als zou ik omgang houden
met den Turk, daarop berust. Maar zeg mij
eerst, of de Abt u den naam noemde van
,een Turk, met wien ik zulk een omgafig
zou hebben?
De prinses bedwong met moeite hare aan
doening. Ach, zeide zij, gij kunt niet weten
hoeveel zelfbeheersching ik noodig heb om
mijzelve aldus te verdedigen. Zal ik ooit we
der mijn eigen oordeel kunnen vertrouwen?
Hoe zullen in het vervolg twijfelingen en
vrees mij bestormen, wanneer ik weder op
eigen verantwoordelijkheid een weg wil in
slaan, om een of ander doel te hereiken!
Ach, God, op wien ik alles heb willen hou
wen, schijnt zoo ver weg te zijn. Hij weet
dat ik met opzet hier ben gaan wonen, om
de zonde te ontvlieden en de verleidingen
der wereld. Om verder zeker te zijn dat
mijn karakter onbesmet zou blij-ven, heb ik
niet dan goede vrouwen om mij heen, stelde
ik mij van den beginne op vertrouwelijker)
voet met mijn volk, en verleende het allerlei
voorrechten, zoodat iedereen weten kan hoe
ik leef. En dit is het einde!Maar om op
de plaat terug te komen. Zij is werkelijk een
vrijwaring.
Heeft Mohammed u dan een bezoek ge
bracht?
De prinses verbleekte een weinig.
Verbaast u dat zoozeer?Ziehier
hoe het gekomen is. Gij herinnert u ons ver
blijf in het Witte Kasteel, en zeker ook wel
den gewapenden ridder, die ons aan de lan
dingsplaats ontving, een hoffelijk jonkman,
die wij voor den Gouverneur aanzagen, c-n
die ons verzocht zijne gasten te zijn, zoolang
de stonn voortduurde. Gij herinnert u hem.
Ja zeker. Hij maakte een goeden indruk
Welnu. De eunuch die mij tijdelijk on
der zijn hoede nam, met Lael, de dochter
van den Vorst van Indië als mijn gezel
schapsdame, stelde, om ons wat afleiding
te bezorgen 'n Arabischen verteller aan mij
voor, een man van groote bekendheid onder
de woestijnbewoners. Hij noemde zich Sheik
Aboo-Obeidah. De Sheik was zoo onderhou
dend dat ik hem hier noodigde. Hij kwam
dan ook op een bepaalden dag.
Heb ik goed begrepen, dat dit alles ge-
sohiedde in tegenwoordigheid van Lael?
Ja, zij verliet mij geen oogenblik.
Dat mag ons een reden van dankbaar-
heid zijn, lieve prinses!
Ja, Sergius, en ook dit, dat ik tot het
laatst getuigen heb. Gij hebt misschien ge
hoord dat de keizer mij de eer bewees van
een bezoek?
Ja, want dat bezoek heeft veel opzien
gewekt.
Welnu, terwijl het hooge gezelschap
nog aan tafel zat, versoheen Lysander en
kondigde Aboo-Obeidah aan. Met toestem
ming van den Keizer werd de Sheik toe
gelaten en bleef zoo lang mijn gasten hier
waren. Nu komt het vreemde van het geval.
Aboo-Obeidah was Mohammed.
Prins Mohammed! De zoon van den
geweldigen Moerad? riep Sergius. Hoe weet
gij dat hij het was?
Door die koperen plaat Toen hij naar
zijn boot terugging bleef hij staan, en spij
kerde de plaat tegen de poort. Ik ging er
naar zien, en daar ik het inschrift niet be
greep, zond ik naar Thcrnpia om een Turk,
die mij de verlangde opheldering gaf.
De zigeuner snoefde dus niet.
Wat zei hij?
1 Zelfde wat die Turk tegen u zeide.
Zij staarde een oogenblik naar de fon
tein en dacht misschien aan den sheik-
prins en aan zijn beschrijving van zich-
zelven, toen hij met haar alleen was onder
de portiek. Daarna zeide zij: Nog één
woord en dan zullen we de koperen plaat
laten rusten. Ik kan mij niet blind houden
voor den toestand, waarin dit keizerrijk
verkeert. Het krimpt meer en meer in.
Binnenkort zullen de muren van Konstan-
tinopel zijn grenzen zijn. Dat wij nog vrede
hebben danken wij daaraan, dat de Sultan
te oud is voor een groote onderneming,
maar wanneer do vrede verbroken wordt,
zal die vrijwaring niet alleen mij te schade
komen, maar vele anderen daarbenevens:
landlieden, visschers, stedelingen. Zeg*" mij,
Sergius, als gij zulke dingen in de toe
komst voorzaagt, wat zoudt gij dan met
die plaat doen?
Wat ik er mee doen zou? O, ik zou
evenals gij te rade gaan met mijn be
zorgdheid.
Gii keurt dus goed dat ik ze laat waar
zij is? Heb dank!Is er nog meer op
te helderen? O ja, mijn kettersrhe gevoe
lens. Die kunt gij zelf beoordeelen. Wacht
even, ik kom dadelijk terug.
Zij stond op en verdween achter een dik
gordijn. Bij haar terugkomst overhandigde
zij hem een rol papier. Ziedaar, zeide zij,
de geloofsbelijdenis, die nw Abt mij tot
zoo groote zonde rekent Er moge ketterij
in zijnik zal er, zoo helpe mij God. en
Christus, en de heilige Moerder. voor ster
ven. Neem ze mee, Sergius, gij zult zien
dat ze zeer eenvoudig is. Negen woorden
in 't geheel. Hier, doe ze in dezen om
slag.
Hij wikkelde de rol in den witzijden doek.
die zij hem gaf, maar dacht niettemin aan
de oude Niceaansche verordeningen-
Slechts negen?ach prinses!
Ja, negen.
Dat moeten gulden woorden zijn!
Ik laat hen voor ziohzelven spreken.
Zal ik u het blad terugbrengen?
Neen. het is een afschrift Maar het
wordt tijd dat gij gaat Gelukkig is het een
mooie avond, en zijn er veel sterren. Als ge
vermoeid rijt, zal 't varen u doen uitrusten.
Als gij mijn geloofsbelijdenis overdacht
hebt, verneem ik gaarne uw gevoelen.
Daarop wenschteu zij elkander goeden
nacht
Den volgenden morgen acht uur werd
Sergius wakker. Hij was gekleed op /tja
rustbed neergevallen, en had een verkwik-
kenden slaap genoten. De dag van gister
kwam hem weder in de gedachten...."., do
mooie tuin, het fraaie paleis, de prinses, pu
eindelijk het gesprek dat zij met hem gehou
den had in den binnehof. De belijdenis iu
negen woorden! Hij voelde er naar..,,., ja.
daar was ze, veilig en wel. Daarop vlogen
zijn gedachten naar Lael. Zij was gerecht
vaardigd. Demcdes was een leugenaar, een
schurk! Hij zou op het feest komen, maar
hij had niet gedurfd.