DINSDAG 21 JUNI 1932 VAN EN OVER DE ONTWAPE NINGSCONFERENTIE Het verjoop der zaken wekt steeds grooter ontevredenheid MAC DONALD EN HERRIOT XVII. Stijgende ontevredenheid. Geen wonder dat de ontevredenheid over het verloop der zaken te Genève stijgende is. Maar alweer, het is niet aan de confe rentie zelve in de eerste plaats, dat men daaraan verwijten kan en mag maken. Niet aan de conferentie in haar geheel, niet aan een harer omderdeelen, ook al zou men de technische discussiën aanmerkelijk korter willen hebben. De schuld is te zoekefl en te vinden in de geringe overeenstemming, die totdusver door de Rege-eringen der voor naamste landen is verkregen, ja zelfs ge zocht. Pogingen om tot zoodanige overeen stemming te komen zijn in de laatste da gen, vooral in het uitzicht op Lausanne, aanmerkelijk toegenomen en hebben, bedrie gen de officieuse voorspellingen niet, eenis reslutaat gehad. Ware men vroeger met deze pogingen begonnen, wellicht zou men ook reeds vroeger in /deze richting zijn ge slaagd. Maar het ontbrak aan initiatief, en eerst thans, nu de nood aan den man komt, neemt men dit initiatief. Want het is wel duidelijk dat, hoezeer de doeleinden van. interessante voordracht plaats, die Lausanne en Genève uit elkander mogen loopen, er toch een nauw en niet te mis kennen verband is. Een welslagen van Lau sanne zou de zoozeer noodige ontspanning te Genève brengeneen tastbaar succes van Genève had een inzet voor Lausanne beteek end, dien men zich niet beter denken kon. Als men ziet naar den stand van za ken, die thans te Genève bereikt is, vraagt men zich af waarom eigenlijk in Januari de Herstelconferentie te Lausanne geen voortgang heeft gevonden. Het heette des tijds, dat het door Duitsdhland ingenomci^ standpunt van niet meer te kunnen en dus niet meer te willen betalen, daartoe aan leiding gaf, maar ook in dat opzicht is er weinig veranderd. Men staat nu bijkans op dezelfde wijze tegenover de problemen als men er in Januari tegenover had ge staan, en wel is inmiddels de Ontwape ningsconferentie aangevangen, en wel heeft zij al bijkans vijf maanden geduurd, maar van tastbaar resultaat is zij nog even ver verwijderd als op het oogenblik der opening. Arbeid Is er genoeg. Intusschen, wat men zeggen moge, niet, dat het aan arbeid ontbreekt. Aan de boor den van het meer van Genève huizen thans de voornaamste Staatslieden van Europa en zij laten niets onbeproefd om tot overeenstemming te komen, omdat allen evenzeer den chaos duchten, die voor de deur staat als noch Lausanne noch Genève eeoig tastbaar resutaat bereiken. Er Is reeds een bijeenkomst van het Bureau ge weest, maar deze heeft geen ander resultaat gehad dan dat voorloopig geen zittingen noch van het Bureau noch van de Alge- meente Commissie, laat staan dus van de plénaire conferentie zullen plaats hebben, voordat de voornaamste gedelegeerden ruimschoots gelegenheid hebben gezocht en gevonden om in onderlinge besprekingen conferentie ontbreekt het niet Wat Genève alleen betreft, heeft Duitschlandi, naar het althans heet, het voorstel gedaan, dat tot een oplossing in het ontwapeningsvraagstuk zal worden gekomen door de cijfers in het tractaat van Versailles op evenredige wijze op de andere groote Mogendheden van toe passing te verklaren. Daartegenover blijft Amerika onderhandelen op dfen grondslag van zijn voorstel tot beperking en vermin dering der effectieven van het landleger. De j Fransche delegatie heeft zich op duidelijk kenbare wijze uitgesproken voor oplossing van het ontwapenimrsvraagstu.k langs den weg der budgetalre beperking. Terwijl ten slotte aan Engeland en Macdbnald worden toegeschreven .het plan eener wapenvacan- tie, niet in dien zin, dat alles tenminste 15 jaren zal blijven gelijk het nu is, hetgeen reeds dadelijk voor Duitschland onaanne melijk moet worden geacht, maar toch op een in zekeren zin evenredigen voet zal worden voortgezet. Ieder „dezer voorstellen op zichzelf is een duidelijk blijk van de onmacht, waarin de Ontwapeningsconfe rentie schijnt te verkeeren om tot een rede lijke oplossing van een moeilijk vraagstuk te komen. En toch, de algemeene Commis sie zal moeten vergaderen, zoodra in Lau sanne de paar moeilijke weken achter den nig zijn, die den aanvang der besprekingen zullen vormen. Lausanne en Genève. Verder kan alleen gezegd worden, dat Macdonald en Herriot zich te Parijs, op reis naar Genève en ook daar ter plaatse veel vuldig en langdurig hebben onderhouden. Wie zich herinnert, dat uit hun soortge lijke besprekingen van 192-i het Protocol van Genève, al had dit met alleen voordee- len, is totstandgekomen, voelt zich daardoor hoopvol gestemd. Wie denkt aan de moei lijkheden, die naar alle zijden zijn te over winnen zoo in het herstelvraagstuk als in dat der ontwapening, is minder optimistisch XVI stond in in blad van 16 Juni. gestemd. Maar dient toch niet te vergeten dat alles twee zijden heeft. Ongetwijfeld is het uit zeker oogpunt ongewenscht, dat Genève en Lausanne worden dooreenge- haala, en zoozeer tracht Duitschland dezen ipdruk te vermijden, dat de Duitsche eerste gedelegeerde om met zijn Minister van Bui- tenlandsche Zaken, die te Lausanne zal zijn, overleg te plegen, niet naar Lausanne, maar heel naar Bazel reisde. Aan den anderen kant echter oefent de eene conferentie wel licht op de andere pressie uit; er mogen er zijn, die in het öntwapeningsvraagstuk toekijken nog volkomen geoorloofd achten, wel niemand is er, die niet op een oplos sing van het herstel- en oorlogsschulden- vraagstuk als noodig in de allerhoogste mate aandringt Genève is niets zonder Lausanne en Lausanne niets zonder Genève, en men spreekt reeds van politieke ruil-ob jecten. Maar aan den anderen kant, de arme, voortdurend vergeefs hopende menschheid is reeds zooveel malen wrec- delijk teleurgesteld, dat het niemand zou verbazen, wanneer nog één keer aan de vele andere werd toegevoegd! Wetenschap. COMBINATIE VAN TELEFOON EN TELEVISIE. Onzichtbare aftasting met inira-roode stralen nieuwe gebieden in de vérzien-techniek toonde. Tusschen het warenhuis „Galeries Lafayet te" en het redactiebureau van het dagblad „Matin" had de Baird-Nathan Co., een zus- tervereeniging der Baird-Television Co. in Londen, televisie zend- en ontvangappara ten opgesteld, die door middel van gewone telefoonleidingen met elkander verbonden waren. Bij de „Matin". kon men den spreker bij .Lafayette" duidelijk zien. Een bijzondere eigenschap bij de gebruikte apparaten was, dat de deelnemers zelf niet konden merken, dat zij uitgezonden werden, daar het aftasten, waarvoor anders sterke lichtbronnen gebruikt worden, pu geschied- door middel van infra-roode stralen, stralen die liggen tusschen de zichtbare lichtstralen en de warmtestralen. Hiervoor worden ook speciale gevoelige cellen gé- De uitgezonden persoon wordt dus door de onzichtbare infra-roode stralen „afge tast", die precies dezelfde electrische pul seeringen ge-ven als de licht-aftast methode. Dit aftasten in het donker wordt door Baird „Noctovision" genoemd. Binnenkort zal een dergelijk experiment plaats vinden over den veel langeren afstand Parijs-Dyon. Kunst en Letteren. FREDERIK VAN EEDEN BEGRAVEN Gistermorgen heeft te Bussum de plechtige kerkelijke uitvaart en begrafenis plaats gehad van Dr. Frederik van Eeden. Van het stille „Walden" trok omstreeks half tien de eenvoudige stoet naar de St. Vitus- kerk. De baar was gedekt met vele bloemstuk ken en kransen. Behalve door familie waren bloemstukken gezonden door de Ned. Vereeni- ging van Letterkundigen, Van Munster's Uit gevers-Maatschappij, den kunstschilder J. Ruys en de danseres Marjon Gray. Op het voorplein van de St. Vituskerk werd het lijk afgehaald door de geheele dienstdoende geestelijkheid. Onmiddellijk daarna had de plechtige uitvaart plaats aan het in zware rouw gehulde hoofdaltaar. De Requiem-mis van Perosi werd gezongen door Bussumsche en Amsterdamsche kerkgan gers. De dienst duurde meer dan anderhalf Te 12 uur bereikte de stoet het RL. kerk hof. In het eerste rijtuig zaten mevr. van Eeden- Everts, de oudste zoon, de heer Hans van Eeden en diens vrouw, mevr. Van EedenBrun ner. In het tweede rijtuig zaten Evert van Eeden en diens verloofde mej. Anna van Pinx- teren, de huishoudster, die gedurende 30 jaren eht huisgezin van Van Eeden heeft bestuurd, en een nicht. In het derde rijtuig de schoonzuster, mevr. JanssenEverts, de heer August W. Janssen en de beide verpleegsters, die het laatste jaar den patiënt hebben bijgestaan mevrouw Otten, Marjon Gray en de heer en mej. Gurtowska (de beide laatsten als neef en nicht) zaten in het vierde rijtuig. De heer J. Ruys uit Parijs, die de vriend is ge weest van Paul van Eeden, volgde in diens auto den stoet. Op het kerkhof waren nog gekomen namens de Vereeniging van Nederlandsche Letterkun digen de heeren Cornells Veth en Siegfried van Praag; voor de Groene Amsterdammer C. F. van Dam; voorts de letterkundigen Albert Verwey, Frans Bastiaanse en Maurits Uyldert. Uit den tyd van de Waldenkolonie waren ge komen de heeren Elbring, Gerberts en Ver hulst. De architect de heer J. London, die des tijds dpn tempel der menschheid heeft ontwor pen, in verband met hetgeen Van Eeden heeft geschreven over het Godshuis in de Lichtstad, was ook gekomen. Wij zagen er nog Prof. Van Hinlopen Labberton, rector van het Theoso fisch Lyceum, Ds. Schep, Ds. Van der Wolff, predikanten van de Gereformeerde Kerk, en Ds. Hoekendijk, predikant van de Vrije Evang. Gemeente te Bussum, en architect G. de Graeff uit Blaricum. Zeer vele Bussumsche ingezete nen, voornamelijk katholieken, stonden om de groeve, waar de plechtigheid, evenals in de kerk, geleid werd door pastoor Beumer. Toen zich niemand daarna als spreker opgaf, in tegenstelling met de verwachting, trad de jongste zoon, Hugo van Eeden, naar voren. Hij herinnerde slechts aan de woorden die zijn vader op „het kerkhof aan den overkant" (de Alg. Begraafplaats) gesproken had bij de be grafenis van diens eigen moeder: „er is groote reden tot droefheid, maar nog meer tot blyd- Een andere zoon van den overledene, Hans van Eeden, sprak nog een persoonlijk woord, waarin hy in gevoelvolle taal zijn erkentelijk heid betuigde voor al hetgeen de vader voor hem had gedaan. Familieleden en vrienden strooiden bloemen op het ffraf- Hiermede was de plechtigheid af- geloopen. Op Walden zyn tal van brieven binnengeko men, o.a. van minister Terpstra. OUDE GEBOUWEN TE MIDDELBURG. Gisteren was het 25 jaar geleden, dat on der de auspiciën van wijlen den heer J. A. Frederiks te Middelburg de vereeniging tot instandhouding van oude Gebouwen werd opgericht. In deze kwart-eeuw heeft de ver eeniging veel goeds verricht en dan denken wij o. a. aan haar krachtig werken voor het behoud van het gebouw „In de Steenrotse" en van verschillende andere typische gevels, speciaal trapgevels. Maar daarnaast heeft de vereeniging of beter gezegd heeft haar secre taris, dr. W. S. Unger, zijn arbeid gegeven voor de beschrijving der Middelburgsche mo numenten, welke reeds ver is gevorderd, doch die nog wordt voortgezet. STEMMEN DES TUDS Juni 1932 Dr. C. Ta-zelaar herdeukt Pol de Mont. Na een kort overzicht te hebben gegeven van de gang van leven en werken van deze Ylaamsche dichter, bepaalt Dr. Tazelaar de Monts plaats in de Ylaamsche beweging en literatuur. Dr. J. W. Marmelstein verplaatst ons in de worstelstrijd van het handjevol getrouwe Protestanten in Frankrijk tegen hun 18e- eeuwsche belagers. Speciaal woraen ons, bij eenige illustraties, geteekend „De gevange nen van Aigues—Martes", waaronder Marie Durand een eerste plaats inneemt. D. Schouten snijdt een probleem aan, dat vooral zal interesseeren allen, die betrokken zijn bij het middelbaar onderwijs: „Mogelijk heden en moeilijkheden bij het onderwijs in de Wiskunde". Vele leerlingen hebben moei te met wiskunde, dit vak vormt voor velen hét struikelblok. Zou het dan maar niet he ter zijn, leerlingen, die later ten behoeve van hun studie of voor hun betrekking geen wiskunde noodig hebben, geen wis kunde te onderwijzen? Uet paedagogisoh nut van het wiskunde onderwijs wordt gezocht in haar vormende waarde. Het logisch denken wordt er door ontwikkeld. Derhalve: dit onderwijs bedoelt tweeërlei: het aanbrengen van wiskundige kehnis èn de vorming van verschillende zielkundige functies. Het waaraemingsverroo gen wordt door meetkunde geoefend. Wils kracht wordt vereischt voor het oplossen van vraagstukken. Geheugen is noodrj? voor het leeren van stellingen en formules. Bij dit vak leert de leerling kritisch te staan tegenover eigen en anderer oordeel. W. H. v. d. Pol bespreekt „Het kerkelijk vraagstuk in de Anglicaansche kerk". Dr. G. A. Lindeboom de verhouding van „Hel lenisme en Aestheticisme" en Dr. Bella Jansen Thomas Mann's „Mario und der Zauberer". EMTL LUDWIG De schrijver van ,,Im Westen nichts Neues" is als Zwitsersch burger erkena door het kanton Tissino. waar hij sinds ver scheidene jaren verblijft. WESTFALEN Alle respect! U kent ze toch wel? De flodderprospecti en pensioenhoekjes waarmee onze heerlijke Hollandsche Noordzeebadplaatsen en onze overschoone vacantieoorden in het Oosten Zuiden des lands reclame maken? Het papier is wit en de inkt is zwart natuurlijk- Hoe zou het anders „zwart op wit" kunnen staan? De tekst is breed opge zet, mitsgaders breedsprakig, zoodat het moeite heeft gekost alles netjes op een kwarto velletje te krijgen, maar, verlucht met een „oud versleten clichétje, dat men nog nèt in de kast had, maakt het „geheel" toch een „vriendelijken" indruk. Een boven dien, véél geld moet men er niet voor uitge ven, want ten slotte moet meii het toch van '3 recommandatie hebben...,-., o zoo! O ja? Wat zou ik graag al onze „Vereenigingen Voor Vreemdelingen Verkeer" op den trein naar Dortmund willen zetten om hen te brengen naar de aldaar geopende tentoon stelling ..Neuzeitliche Fremdenverkehrswer- bung". Stellig zouden velen er van daar ge nezen worden van het waandenkbeeld, dat het vreemdelingenverkeer er vanzelf komt aanwaaien en zij zouden er kunnen ziien hoe men moderne en pakkende reclame kan maken voor de schoonheid van eigen land. Alle respect voor de Duitschers, die in een tijd, waarin alles rondom hen keldert nog kans zien om propagandadrukwerk te leveren, zooals men dat niet alleen op bo venbedoelde tentoonstelling kan zien, maar zooals ook ieder dat op eerste aanvrage kan verkrijgen. Wat een verschil! Daar heeft het armoedigste dorpje nog pakkend drukwerk, waarin een keur van goede foto's is opgenomen, zoodat men z'n poilemonnaie al bijkans voor den dag haalt om na te gaan of een trip naar zulk een idyllisch gelegen bergkraaiennest door Bruin kan worden getrokken. En wat de Lippische badplaatsen geven aan offsetdruk in kleuren, met landkaarten met folders, met weer andere reclamege- schriften in vierkleurendruk, het is eenvou dig verbijsterend. Met dit vriendelijk bedoelde standje aan eigen landgenooten mogen we onze lezers in Dortmund introduceeren, de zetel van 't Westfüliohes Verkehrsverband, dat in deze maand zijn 25-jarig bestaan heeft gevierd Ter gelegenheid van dit feest heeft men niet alleen de bpvenbedoelde zeer leerzame tentoonstelling gehouden, maar ook een aan tal Hollandsche journalisten uitgenoodigd om kennis te komen maken met de schoon heid van Westfalenland. Van die kennismaking mag ik hier vrije lijk getuigen, dat he# voor ons allen een treffend aangename is geweest en ik zal 't doel van deze reis niet voorbijschieten als ik er iets van vertel. Een Hollander weet van Westfalen in hoofdzaak dit, dat het „aan de grens ligt" en dat men er langs komt als men naar den Rijn en er d o o r komt als men naar Berlijn wil. i Wie goed in de geschiedenis thuis is her- innert zich dan ook nog iets van „Varus, Varus, geeft me m'n legioenen weder", maar I daarmee is het dan ook uit. Wij hebben 't „land van de roode aarde" j van een heel anderen kant leeren 2ien en I het leeren liefhebben als een gebied van zeldzaam afwisselend landschapsschoon. met dorpen en steden, die bijna stuk voor stuk tenminste uit de 12de eeuw stammen en waarvan sommige hun oorsprong vonden in de Romeinsche of Karolingische tijd, met bouwwerken, die zeldzaam goed bewaard zijn en den kunstlievendon mensch in extase brengen. Dortmund, de plaats waar onze tocht begon, is een interessante stad. Kanjers van hoogovenbedrijven ziet ge er midden in het stadsgewoel en wat de arge- looze bezoeker als de eerste flinke bergen aanziet, zijn niet meer dan de afvalhoopen van deze gigantische bedrijven. Naar ver luidt worden de overhemden er met ten minste drie bijpassende boordjes geleverd omdat het kolenstof intens de stad over- stuiftEen werkstad dus in de trant van Rotterdam dat ongeveer evenveel in woners heeft Ho wat! Loop even door naar het prach tige raadhuis uit de 13de eeuw, een juweel uit den tijd. toen de Romaansche bouwstijl overging in de Gothische en die beide vor men van bouwkunst elkaar op het ovetr- schoonst troffen. En dan nóg wat: bezoek vooral de stads parken bij het slot Roomberg, Overzie van de heuvel van het schitte- temde sportterrein „Rote Erde" al het land tot een uur in het rond, park en bosch en park zoovèr ge ziet: dat is óók Dortmund, de op een na grootste stad van Duitschland wat de oppervlakte van den bodem betreft Vraagstukken als die van het behoud van natuurschoon aan de Hillegersbergsche plassen kent men in Dortmund niet, een grondruil met Schiedam om een nieuwe haven te kunnen maken is er ook niet noo dig en de stad beschikt er (en voor een deel is dat alles van de laatste jaren) in z'n na tuurschoon, over de longen, waardoor die werkstad kan ademhalen. Mijn bestek is maar klein graag zou ik nog iets gezegd hebben over het stedelijk museum, waarvan de zeer kostbare kunst schatten vrijwel alle door de burgerij bi; een zijn gebracht en waar men de school jeugd regelmatig leert de schoonheid van het sohoone te zien, maar een beschrijving daarvan zou te ver voeren. Voor den stedebouwer is er in Dortmund óók heel wat te zien in de nieuwere bouw stijlen waaronder de merkwaardige Nico- laikerk, die geheel uit ijzerbeton is opge trokken, doch ook een detailbespreking van deze nieuwere bouwkunde gaat buiten mijn bestek. Onze gastheeren hebben echter kans gezien ons >rin einem Gusz" de geest van Westfalen te laten proeven door ons den eersten dag al uit te noodigen op een „bun ten Westfalenabend". Die avond men kon het aan alles zien was ook voor de Dortmunders een ge beurtenis. In de gouden zaal van de West- faluhhaile. een machtig bouwwerk, waarvan de groote arena vele duizenden kan bevat ten, hadden zich de kopstukken uit heel Westfalen verzameld en daartusschen een afzonderlijke disch voor ons Hollanders aangeschoven (het rood-wit-blauw wees den weg), waar we met de anderen gepuurd hebben de Westfaalsche geest in de balla den en verzen, in de typische volksdansen, die in oud boerencostuum werden uitge voerd, mooi, heel mooi. Na het optreden van Wilm Böckenholt, de leider van het gezelschap, die met z'n on- vervalsoht oud-Westfaalsch, dat in zooveel op onze taal gelijkt, was het mij duidelijk geworden; dit land staat ons na. dit volk heeft veel punten van aanknooping in z'n karakter met het Nederlandsche, dat zich óók niet zoo gauw geeft, maar waarin toch een- kern zit waar men wat aan heeft, waar men op óón kan. En na een tocht door het Westfalenland met z'n schoonheid en met z'n vroomheid werd het mij duidelijk, wat een man uit het land van de roode aarde gevoelen moet als hij die oude spreuk zegt: Oh, grüsz dich Gott, Westfalenland! Van dien tocht ga ik in een volgend artikeltje nog wat verder vertellen. Radio Nieuws. DINSDAG SI Jl'XI n KRO: Graroofoonrmiaiek 18.55 Londen R.: Coi AVRO: Fransche kamer- m AVRO: Omroeporkest ore: Deensche muziek R.: BBC-orkest Omroeporkest sum AVRO: Bandmuziek Lezingen. Cursussen em i KRO: Int. PooljaaY 1933—1933 sum AVRO: „Een rela naai Hulzen KRO: Politieberichten l Huizen KRO: Persberichten i Hilversum AVRO: Persberichten WOENSDAG 22 JCNI Concerten enz. Hilversum VARA: Gramofoontnuzlek Huizen NCRV: Morgenconcert I Huizen NCRV: Dameskoor I Hulzen NCRV: Harmonlummu*lek 1 Hilversum VARA: Septet i Huizen NCRV: Middagconcert Langenberg: Concert Daventry: Orgelconcert Huizen NCRV: Concert 20.00 Huiz i R.: Militair orkest sum VARA: Mandollne-ei i NCRV: „Haxpe Davlda" i NCRV: L. BQckmannDe crleae- 'e u m VARA: „Veiligheid bij ba.- Hulzen NCRV: Politie^ i Hulzen NCRV: Persberichten Hilversum VARA: Persberichten Volledige programma's in de Lmroepglds. Duidelijke foto's; best verzorgd Radio blad; 4 gld. per half jaar of 18 ct. per week. Ned. Chr. Radio-Vereeniging, Voog- lenzang, Ede. Draagt bij in de omroepkosten. PAUL VERLAINE Op initiatief van de „Sociéte des Ecrivains Ardennais" zal een gedenksteen worden ge plaatst in de gevel van het huis van Pali- seut, waar Verlaine lange tijd verbleef. DE HEILIGE PROLETAB IER van Franz Herwig, een „korte, maar hevige legende, waaraan allerwege veel aandacht werd gewijd, verscheen bij Ned. Boekhuis, Tilburg in tweede druk. STEUN AAN KUNSTENAARS Het bestuur der stad Parijs heeft veertig mililoen francs beschikbaar gesteld als steuu voor de kunstenaars. Uit het Sociale Leven dorlandaolvs arbeiders ontsloeg en zes Belgen aannam, schrijft een arbeider uit Zaomslag aan „De- Zeeuw", dat dit geval niet het eenige ie. Nog meer werkgevers nemen helaas buJten- landsohe arbeider» aan en laten de werklooze landarbeiders uit het eigen dorp loopen. Dat dat kwaad bloed zet onder de arbeiders, is te begrijpen. Maar niet alleen onder de ar beiders, vertrouwen wij, aldus ,.De Zeouw", die hier nog hot volgende aan toe voegt: ..Door de landbouwers ls geroepen en ge schreeuwd om maatregelen van de regeering te gen den Invoer van goedkoope bultenlandsclio producten. Con tingen teerlngsmaatregelen zijn gekomen of toegezegd. En zal men dan nu de eigen arbeiders werkloos laten rondloopen ca Belgische in dienst nemen? Ons dunkt, dat zulke landbouwers van den regeerlngssteun in geen enkel opzicht moesten proflteeren. De regeering geeft de steunbe dragen waarlijk niet om het loon. dat in do bedrijven wordt uitbetaald, naar het buiten land te doen afvloeien. De houding van zulke landbouwers kan niet sterk genoeg worden afgekeurd. Zo ls on- Nederlandsoh en on-ChrlstellJk. Ook de middenstand kan hiervan niet anders dan nadeel ondervinden. Het verdiende loon buitenland verteerd en In eigen vordt de koopkracht vermlrJ J Nederlandsche land hou i arbeiders In dlem DE VAL VAN KONSTAN.TINOPEL Door LEWIS WALLACE - Naar het Engelsch door ALMA Zij voelde zich echter spoedig gerustge- jsteld. en antwoordde: Ik geloof u, Sergius De Heilige Maagd weet hoe gaarne, en hoe 'van ganscher harte. Na een oogenblik zwijgens vervolgde zij met een glans in de oogen, die aan tranen deed denken: Gij vraagt mijn vertrouwen en belooft mij wederkeerig uw trouw, wol nu. ik vind beter dat gij dadelijk terug gaat. De Abt zal morgenochtend van u wil- |len vernemen wat gij hier gehoord en ge zien hebt. Mijn matrozen zullen u roeien Zij kunnen in de stad overnachten. Mijn huis in de stad is te allen tijde voor heu toegankelijk. Hij wilde gaan. maar zij hield hem tegen, (zeggende: Blijf nog even. Vandaag had ik (geen tijd om de beschuldigingen van den Abt met u te bespreken- Gij herinnert u. dat ik beloofd heb ze openhartig met u te behandelen, en ik wil dat nu doen; want als gij alles weet kunt gij niet overvallen worden door verkeerde voorstellingen; even min kan de twijfel zoo gereedelijk uw hart binnensluipen. Ik zal mij niet door praatjes laten vangen. Wees voorzichtig, Sergius. Dwing hen jnooit u bewijzen te leveren; maar inoet gij (spreken, zwijg dan. zoodra gij hen aan den gang hebt gebracht. Hij die voorzichtig kan z:jn als de slangen is de beste toehoorder. En nu, lieve vriend, hoor mij aan. Dank zij de edelmoedigheid van mijn bloedverwant, (85 den Keizer, bezit ik een huis in de stad. en dit paleis, welke beide ik naar welgevallen kan bewonen. Het verblijf hier buiten, tus schen de groene heuvelen, en aan de ba'.i, is aangenaam en gezond. Misdaad zoekt de eenzaamheid, nietwaar? Welnu, hetzij gij des daags of des nachts komt, mijn poort is altijd open, en ik heb geen anderen poort wachter, dan den ouden Lysander. Zijn speer dient slechts om zijn zwakke schre den te steunen. Aan niemand is de toegang verboden. Christen. Turk, Zigeuner, ja de geheele wereld, mag alles zien wat ik hel»; en wat gevaron betreft, ik heb een betere verdediging dan wachters. Ik streef er met alle kracht naar mijn buren lief te hebben als mijzelf, en zij weten het. Ik geniet hier een vrijheid, dien geen enkel klooster in ie stad of op de eilanden mij geven kan. Hier word ik nooit lastig gevallen door sektaris- sen of partijgangers. De Grieken en Latij nen twisten in tegenwoordigheid des Kei zers en vóór de altaren; maar mij ontzien zij op dit afgelegen plekje. Vrijheid! ach ja. die vind ik hier, vrijheid om te werken, te slapen, en God te loven zooals mij dat het best dunkt; vrijheid om mijzelf te zijn in weerwil van afkeurenswaardige maat schappelijke gewoontenen daar steekt geen zonde in. Wat de koperen plaat aan de poort betreft, Sergius, ik zal u vertellen hoe zij daar komt en waarom ik ze daar 'aat blijven. Nu zelfs gij, friet uw bijzonder0 gevoelens van .vriendschap, haar tegen mij laat getuigen, geloof ik gaarne dat de be schuldiging, als zou ik omgang houden met den Turk, daarop berust. Maar zeg mij eerst, of de Abt u den naam noemde van ,een Turk, met wien ik zulk een omgafig zou hebben? De prinses bedwong met moeite hare aan doening. Ach, zeide zij, gij kunt niet weten hoeveel zelfbeheersching ik noodig heb om mijzelve aldus te verdedigen. Zal ik ooit we der mijn eigen oordeel kunnen vertrouwen? Hoe zullen in het vervolg twijfelingen en vrees mij bestormen, wanneer ik weder op eigen verantwoordelijkheid een weg wil in slaan, om een of ander doel te hereiken! Ach, God, op wien ik alles heb willen hou wen, schijnt zoo ver weg te zijn. Hij weet dat ik met opzet hier ben gaan wonen, om de zonde te ontvlieden en de verleidingen der wereld. Om verder zeker te zijn dat mijn karakter onbesmet zou blij-ven, heb ik niet dan goede vrouwen om mij heen, stelde ik mij van den beginne op vertrouwelijker) voet met mijn volk, en verleende het allerlei voorrechten, zoodat iedereen weten kan hoe ik leef. En dit is het einde!Maar om op de plaat terug te komen. Zij is werkelijk een vrijwaring. Heeft Mohammed u dan een bezoek ge bracht? De prinses verbleekte een weinig. Verbaast u dat zoozeer?Ziehier hoe het gekomen is. Gij herinnert u ons ver blijf in het Witte Kasteel, en zeker ook wel den gewapenden ridder, die ons aan de lan dingsplaats ontving, een hoffelijk jonkman, die wij voor den Gouverneur aanzagen, c-n die ons verzocht zijne gasten te zijn, zoolang de stonn voortduurde. Gij herinnert u hem. Ja zeker. Hij maakte een goeden indruk Welnu. De eunuch die mij tijdelijk on der zijn hoede nam, met Lael, de dochter van den Vorst van Indië als mijn gezel schapsdame, stelde, om ons wat afleiding te bezorgen 'n Arabischen verteller aan mij voor, een man van groote bekendheid onder de woestijnbewoners. Hij noemde zich Sheik Aboo-Obeidah. De Sheik was zoo onderhou dend dat ik hem hier noodigde. Hij kwam dan ook op een bepaalden dag. Heb ik goed begrepen, dat dit alles ge- sohiedde in tegenwoordigheid van Lael? Ja, zij verliet mij geen oogenblik. Dat mag ons een reden van dankbaar- heid zijn, lieve prinses! Ja, Sergius, en ook dit, dat ik tot het laatst getuigen heb. Gij hebt misschien ge hoord dat de keizer mij de eer bewees van een bezoek? Ja, want dat bezoek heeft veel opzien gewekt. Welnu, terwijl het hooge gezelschap nog aan tafel zat, versoheen Lysander en kondigde Aboo-Obeidah aan. Met toestem ming van den Keizer werd de Sheik toe gelaten en bleef zoo lang mijn gasten hier waren. Nu komt het vreemde van het geval. Aboo-Obeidah was Mohammed. Prins Mohammed! De zoon van den geweldigen Moerad? riep Sergius. Hoe weet gij dat hij het was? Door die koperen plaat Toen hij naar zijn boot terugging bleef hij staan, en spij kerde de plaat tegen de poort. Ik ging er naar zien, en daar ik het inschrift niet be greep, zond ik naar Thcrnpia om een Turk, die mij de verlangde opheldering gaf. De zigeuner snoefde dus niet. Wat zei hij? 1 Zelfde wat die Turk tegen u zeide. Zij staarde een oogenblik naar de fon tein en dacht misschien aan den sheik- prins en aan zijn beschrijving van zich- zelven, toen hij met haar alleen was onder de portiek. Daarna zeide zij: Nog één woord en dan zullen we de koperen plaat laten rusten. Ik kan mij niet blind houden voor den toestand, waarin dit keizerrijk verkeert. Het krimpt meer en meer in. Binnenkort zullen de muren van Konstan- tinopel zijn grenzen zijn. Dat wij nog vrede hebben danken wij daaraan, dat de Sultan te oud is voor een groote onderneming, maar wanneer do vrede verbroken wordt, zal die vrijwaring niet alleen mij te schade komen, maar vele anderen daarbenevens: landlieden, visschers, stedelingen. Zeg*" mij, Sergius, als gij zulke dingen in de toe komst voorzaagt, wat zoudt gij dan met die plaat doen? Wat ik er mee doen zou? O, ik zou evenals gij te rade gaan met mijn be zorgdheid. Gii keurt dus goed dat ik ze laat waar zij is? Heb dank!Is er nog meer op te helderen? O ja, mijn kettersrhe gevoe lens. Die kunt gij zelf beoordeelen. Wacht even, ik kom dadelijk terug. Zij stond op en verdween achter een dik gordijn. Bij haar terugkomst overhandigde zij hem een rol papier. Ziedaar, zeide zij, de geloofsbelijdenis, die nw Abt mij tot zoo groote zonde rekent Er moge ketterij in zijnik zal er, zoo helpe mij God. en Christus, en de heilige Moerder. voor ster ven. Neem ze mee, Sergius, gij zult zien dat ze zeer eenvoudig is. Negen woorden in 't geheel. Hier, doe ze in dezen om slag. Hij wikkelde de rol in den witzijden doek. die zij hem gaf, maar dacht niettemin aan de oude Niceaansche verordeningen- Slechts negen?ach prinses! Ja, negen. Dat moeten gulden woorden zijn! Ik laat hen voor ziohzelven spreken. Zal ik u het blad terugbrengen? Neen. het is een afschrift Maar het wordt tijd dat gij gaat Gelukkig is het een mooie avond, en zijn er veel sterren. Als ge vermoeid rijt, zal 't varen u doen uitrusten. Als gij mijn geloofsbelijdenis overdacht hebt, verneem ik gaarne uw gevoelen. Daarop wenschteu zij elkander goeden nacht Den volgenden morgen acht uur werd Sergius wakker. Hij was gekleed op /tja rustbed neergevallen, en had een verkwik- kenden slaap genoten. De dag van gister kwam hem weder in de gedachten...."., do mooie tuin, het fraaie paleis, de prinses, pu eindelijk het gesprek dat zij met hem gehou den had in den binnehof. De belijdenis iu negen woorden! Hij voelde er naar..,,., ja. daar was ze, veilig en wel. Daarop vlogen zijn gedachten naar Lael. Zij was gerecht vaardigd. Demcdes was een leugenaar, een schurk! Hij zou op het feest komen, maar hij had niet gedurfd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1932 | | pagina 3