Jliruwr geiïtórlj r (ünumt 11 Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken EERSTE BLAD. Bij Heemskerks dood ABONNEMENT: Per kwartaal 3.7" (Beschikkingskosten 0.15.) Per week 0.25 Voor het Buitenland bij Wekelijk- sche zending6.— Bij dagelijksche zending7— Alles bij vooruitbetalinb Losse nummers 5 cent met Zondagsblad 7Vfe cent Zondagsblad niet afzonderlijk verkrijgbaar Bureau: Breestnat 123 Telefoon 2710 (na 6 uur 3166) Postbox 20 Postgiro 58936 NO. 3685 DONDERDAG 16 JUN! 1932 ADVERTENTIE!) Van 1 tot 5 regels van 1—5 regpls D 2.30 Elke regel meer 0.45 Bij contract belangrijke korting. Voor het bevragen aan 't bureau wordt berekend f (MO 12e Jaargang Dit nummer bestaat uit TWEE bladen Met 1 Juli wordt de abonnementsprijs 18 ct. per week of 2.35 per kwar taal. Alle tot dien datum verschijnende nummers gratis voor nieuwe abonné's. DOOR DIK EN DUN Onze korte, zachtmoedige opmerkingen, over het besluit van Ged. Staten van Zuid- Holland om toch te komen met een defini tief annexatie-ontwerp voor een zeer ver groot Den Haag ontlokten aan de r.k. Resi dentiebode een scherp artikel, drie keer zoo lang als het onze en drie keer zoo fel. Want heusch, we gelooven niet dat iemand buiten de redactie van genoemd blad, ge merkt heeft, dat wij „buitengewoon ont stemd en verontwaardigd" waren. Nu had de Residentiebode in dit stadium van het debat liever gezwegen; maar onze beschouwing „wemelde zoo van onjuistheden", dat het blad zulks niet kan. Én dan handelt het over: het rapport der professoren v. d. Grinten en Van der Pot; over principieele tegenstanders als de heer van Boeyen, lid van Ged. Staten en Mr. van Baren, burgemeester van Delft, die voorstan ders werden en over het feit, dat er ook in Rijswijk en Voorburg voorstanders van de annexatie zijn. We brengen beleefdelijk in herinnering, 'dat over al deze dingen met geen woord door ons gesproken is en dat men dus ook moei lijk kan spreken van een gewemel van on juistheden; al zouden wij van onze kant nog wel eenige critiek kunnen oefenen op de nieuwe beweringen van de Res.-bode, dat het rapport der professoren er „bedenkelijk naast was" en dat de heeren van Boeyen en .Van Baren principieele tegenstan ders van annexatie zijn. Maar daarin hebben wij nu weer geen lust Wat ons verbaast en waarover onze con frater wijselijk zwijgt, is het feit, dat zelfs in Den Haag, dat immers zoo dringend om bouwgrond verlegen zit. een vrij sterke minderheid tegen de annexatie was, een grooter minderheid dan voor eenige jaren; en dat desondanks Ged. Staten Den Haag toch willen begiftigen met tegenstrevende gemeenten. Toen wij daarop, vlak na de stemming in Den Haag voor de dubbele Raad wezen, viel bijna heel de Haagsche pers ons bij-; behou dens dan het toenmalige Haagsche Volk, dat principieel vóór elke annexatie is ènde R es-bode, die met meer dan gewone hef tigheid de annexatielust door dik en dun verdedigt. Echter, de felheid, waarmee ze nu op ons artikeltje aanvalt, versterkt onze hoop, dat het voorstel nog niet zoo heel veel kans van slagen heeft; want wie zeker is van zijn zaak, legt het er niet zoo dik op en bestrijdt geen „onjuistheden" ,die alleen in de „ge achte verbeelding" van hemzelf zijn opge komen. De R e s.-b ode gaat zelfs zoo ver om te bewereni dat er bij Ged. Staten geen sprake was van meerderheid en minderheid; het geheele college is na uitvoerige studie tot de overtuiging gekomen, dat deze grenswij ziging onafwendbaar is. We zijn niet zoo goed op de hoogte; maai* als het waar is, waarom dan zooveel drukte tegen ons te maken? Dan zullen de onweer legbare argumenten der voorstanders verder wel hun werk doen. Als heel het college van Ged. Staten de redelijkheid heeft ingezien, dan komt het wel in orde. Wij beginnen er echter aan te twijfelen, juist omdat onze confrater zoo heel veel woorden noodig heeft om onze niet gemaak te onjuistheden te weerleggen. BINNENLAND. CRIS1SZUIVELWET 1932 De Minister van Economische Zaken en Ar beid heeft een schrijven gericht tot de ge meentebesturen, waarbij o.m. het volgende is vermeld Ingevolge art. 22 der Crisiszuivelwet, zul len aan melkveehouders gedurende ten hoogste drie weken uitkeeringen kunnen worden ver strekt, berekend naar een bedrag van 75 ets. per melkgevende koe per week (düs droog staande dieren niet mede te rekenen). In ver band met de nooddruft, welke alom in het melkveehoudersbedrijf heerscht, is het mijn bedoeling, dat tot deze uitkeeringen thans zoo snel mogelijk wordt overgegaan, waarvoor hierbij uwe hulp wordt ingeroepen. Met name zal ik het bijzonder op prijs stellen, indien bedoelde uitlceeringe- te spoedigste door u zelf worden ter hand genomen, waarvoor de noodige middelen door de gemeentekas tijde lijk ter beschikking waren te stellen. Alle melkveehouders, die aanspraak maken op de in den aanhef bedoelde uitkeering, worden op door u te bepalen dagen verzocht om ter secre tarie opgaaf te doen van de op 15 Juni 1932 in hun bedrijf verzorgd wordende melkgevende koeien. Ik wys er voorts op, dat zy, die een onware opgaaf verstrekken ingevolge art. 225 Plechtige Herdenking in de Oosterkerk Redevoeringen van Mr de Wilde, Dr. Colijn en Dr Bouma „De strijd der toekomst zonder Heemskerk Den Haag, 15 Juni Heemskerk in hoogen ouderdom tot zich te Aan den vooravond van de uitvaart van Mr. Th. Heemskerk is in de Oosterkerk een plechtige herdenking gehouden ter nage dachtenis van den grooten staatsman. Deze bijeenkomst was georganiseerd door de Centrale A. R. Kiesvereeniging „Neder land en Oranje" en stond onder leiding van Mr. J. A. de Wilde. Onder de aanwezigen merkten we o. m. op de ministers Donner en de Geer, oud-minis ter J. J. C. van Dijk en de Tweede Kamer leden Van den Heuvel, Schouten en ZijlslraJ De organist der kerk, de heer M. W. v. d. Laan, speelde Ase's Tod van Grieg en ao- dere gepaste muziek. Mr. d e W i 1 d e deed ter opening van het samenzijn zingen Ps. 84 3 en 6. Daarna ging hij voor in gebed en las 2 Cor. 4 5 tot 5 1. In zijn rede zeide Mr. de Wilde o.m.: Dat juist in onze Kiesvereeniging de wensch opkwam om saam te komen ter ge dachtenis van Mr. Heemskerk, ligt niet al leen in de omstandigheid, dat hij als in woner onzer stad lid was van onze vereeni- ging, maar vooral ook in de overweging, dat hij in 1929 bij de verkiezingen ónze man is geweest, en wij hier de eer hebben gehad hem een zetel in de Tweede Kamer te verschaffen. Dat was voor ons een eere. Immers, hij was maar niet een Kamerlid, hij was een Staatsman. Levend uit een wereldbeschouwing, die zijn eigendom was, staande in de ootmoedige belijdenis dat Je zus' verzoenend sterven het rustpunt was van zijn hart, bezag hij de belangen van land en volk, van Koningin en onderdaan in het licht van Gods heilig getuigenis. Hij kende ons volk en had het lief. Hij wist het in zijn béste traditiën te eeren. Maar hij zag ook de groote gevaren, die het in dezen tijd met verwording en ondergang bedreigen. Zoo was er een nauwe band tusschen hem en ons,, en nu hij dit aardsche strijdperk heeft moeten verlaten, worden wij gedron gen om in een opzettelijk daartoe belegd gemeenschappelijk samenzijn hem te geden ken. Wij kunnen ons nog niet recht voor stellen, dat onze partij voortaan zonder Heemskerk ten strijde zal moeten gaan. De voorzitter der Tweede Kamer, Mr. Schaik, zeide gisteren in zijn schoone her denkingsrede zoo veelbeteekenend: De Kamer zonder Heemskerk! En het Vaderland van hedenmorgen voegt daaraan toe: „het is een gedachte, welke allen, die hem zoo vele jaren mee maakten, niet mogelijk lijkt. Een onherstel baar verlies voor de Tweede Kamer, waarin zijn nagedachtenis bij allen in hooge eere zal blijven". Zoo sprak de R.-Kath. voorzit ter der Tweede Kamer en zoo sprak het liberale Vaderland. En wij zeggen: de anti-rev. partij zonder Heemskerk; de Vrij e Un i v. zonder Heemskerk; de strijd der toekomst zonder Heemskerk. Toch mag geen klacht onze lippen ont snappen. Neen, hier is enkel reden tot dank. Hij was bijna 80 jaar. Als wij dan denken aan de worsteling, die Kuvper na zijn tach tigste jaar nog gehad heeft, om zich los te maken van zijn arbeid; als wij ons herinne ren, hoe Lobman nog heeft moeten lijden; en wij zien dan, dat er tusschen de korte maar schitterende improvisatie, die Heems kerk op 27 Mei nog in de Tweede Kamer hield over het wetsontwerp tegen de Gods lastering en het uur van zijn dood nog geen volle 16 dagen liggen, dan mogen wij zeg gen, dat heel dit lange leven op volle kracht is werkzaam geweest voor land en volk, voor staat en maatschappij, voor kerk en school tot het einde toe. Daarom danken wij God. En wij loven Hem omdat ook van deze groote in Israel bewaarheid is het woord van den Psalmist (Ps. 92 13): Heemskerk is van ons heengegaan. Kuvper ontviel ons, en Lohman is niet meer. Voelen wij ons eenzaam en beklemd? Buigt onze ziel zich neer en is zij onrus tig in ons? Moge daarop in oprechtheid des harten uw antwoord luiden: Neen. Want: de H e e r e is onze Rotssteen en in Htm is geen onrecht. REDE VAN Dr. H. COLIJN Nadat gezongen was Ps. 42 7, voerde Dr. H. C o 1 ij n het woord. Van de draden die het geslacht van he den nog met het politieke verleden verbin den is er weer een afgeknapt. Voor enkele maanden ontviel Fabius ons, de man die nog persoonlijken omgang met Gr. v. Pr. had gehad en de eerste secretaris was van het C. C. van A.R. Kiesvereenigin- gen. En nu behaagde het den Heere ook Wetb. v. Strafrecht strafrechterlijk vervolg baar zijn. Ter toelichting zij opgemerkt, dat nauwkeurige gegevens betreffende het aantal stuks melk gevend vee niet alleen onmisbaar zijn met het oog op de daaraan verbonden financieele belangen, doch ook omdat derge lijke betrouwbare gegevens noodzakelijk zijn voor het ramen van de melkpro^'ictie hier te lande in de naaste toekomst. In die jaren van 1876 tot 1S81 valt het geestelijk proces, dat hem uit de li berale gelederen in onzen toen nog zoo onbe- duidenden kring had gebracht Want het was niet maar een bloote veran dering van staatkundige inzichten, die dezen begaafden jurist van hooge geboorte de anti revolutionaire beginselen had doen omhel zen. Neen, zijn politieke verandering was een gevolg van een geestelijken omkeer, die voortgekomen was uit de erkenning" van de geheel eenige heteekenis van het verzoe nend sterven van onzen Heiland, zoowel voor de wereld als geheel, als voor de enkele menschenziel. Naar hij het zelf eens gezegd heeft was zijn staatkundige overtuiging vrucht van het geloof in de eeuwige verkie zing Gods, die ons noopt om ook in dit le ven, ook in de staatkunde God te dienen. Denk U nu in de omgeving van dien jon gen jurist van groote begaafdheid, wiens vader toen reeds lid van den Hoogen Raad en reeds tweemaal Minister was geweest; die straks opnieuw Minister-president zou worden om de groote Grondwetsherziening van 1887 tot stand te brengen. En stel U dan aan den anderen kam voor die onbeduiden de groep van kleine burgers en ambachts lieden, die nergens m tel waren dan alleen bij spotbladen als Uilenspiegel; omdat ze zooveel stof boden voor de caricaturisten van die dagen. En toch en toch viel de keuze op dat uiterlijk zoo weinig aanlokkelijke deelge nootschap. En toch was die keuze een onbe- rouwelijke, gelijk een kleine 15 jaren later reeds bleek, toen ernstige moeilijkheden in den boezem der partij hem evenmin deden weifelen als bij zijn eerste keuze het geval Het is tegen dien achtergrond van de toe standen en de tegenstellingen van de jaren zeventig der vorige eeuw, dat we Heemskers politieke levenskeuze moeten zien en niet in het licht vau de toestanden van de laatste dertig jaren. En als we d&t doen, dan voe len we ook dadelijk, dat De mensch die alleen zijn verstand raad pleegt handelt, onder zulke omstandigheden en met zulke vooruitzichten, anders. Ook in zijn maatschappelijken arbeid, in zijn beroepswerk kan men dienzelfden die nenden trek terugvinden. Wie waren het vooral voor wie hij zijn scherpzinnigheid spitste? Waren dat de grooten uit zijn vaderstad Amsterdam? Waren het de wijzen en edelen des volks voor wie hij zich het liefste inspande? Zeker, ook hun heeft hij zijn raad en hulp niet onthouden als zij er om kwamen vra gen. Maar uitblinken als advocaat deed hij toch wel liet meest, als hij een in zijn col lecteeren belemmerden agent van de Unie „Een School met den Bijbel", als rechtsge leerd raadsman ter zijde stond. En nu keeren we een oogenblik tot ons zelf in. Nu vragen we in stille overpeinzing onszelf af, of ons volk voor dit alles wel een voldoend open oog heeft gehad? Of dit tenminste wel altijd het geval is geweest? En dan behoeven we zelfs bij het opge baarde lijk niet te verzwijgen, dat er wel eens schaduwen gevallen zijn op De ouderen onder ons weten nog wel van een geruchtmakende brochure en van „starrentritsen"; ze herinneren zich nog wel den val van het Kabinet-De Meester en het optreden van het Kabinet-Heemskerk in 1908. En ze verbinden daarmee in hun ge dachten de wrijving die er enkele jaren ge weest is tusschen Kuyper en Heemskerk en die tijdelijk niet zonder invloed is gebleven op de waardeering van ons volk voor den nu heengeganen staatsman. Men weet nu echter ook, dat het gelijk hierin niet aan Kuyper's zijde geweest is. En men weet eveneens, dat deze, een jaar voor zijn heengaan, dit ook ruiterlijk heeft erkend, toen hij aan Idenburg meedeelde er van overtuigd te zijn, dat Heemskerk des tijds alleen had gehandeld uit bezorgdheid voor de belangen des lands. Maar er was gedurende eenigen tijd toch ook nog iets anders, dat in warme ver eering tekort deed schieten. Het was om het nu maar eenvoudig te zeggen een zekere nuance in levenshouding. Men placht van Heemskerk wel te spreken als van den belijder van een Jolig" Christendom en men verbond daarmee dan de gedachte van weinig diepte en van gemis aan levensernst Toch is niets minder juist dan dat. Inte gendeel In alles wat het diepste zieleleven raakte was hij van een teerheid die niet zoo heel vaak voorkomt en slechts bij de besten on der ons wordt aangetroffen. God had hem begiftigd, begenadigd mag ik wel zeggen, met een sprankelenden geest cn een kustelijken zin voor humor, die soms lachen deed als een traan in het oog opwelde. Voeg daarbij nu zijn hoffelijke om gangsvormen en zijn diepe innerlijke be schaving cn we hebben voor ons een type yan een Christen, zooals men er in het bui tenland wel vaker aantreft, doch die men hier te lancte maar betrekkelijk zelden ont moet. Een rotsvast geloof, teederheid van ge moed, 'liepe ernst als het het heilige gold, maar dat alles soms gehuld in een drapee ring dia on-Nederlandsch aandeed, doch niettemin door en door echt was. Eerlijkheid, voorzichtigheid, zachtmoedig heid en zelfbeheersching, de door Calvijn reeds aangeprezen eigenschappen van den regent, ze waren hem van nature eigen en werden gelouterd door innige vroomheid, door de begeerte om, ook in het publieke leven, met onzen Catechismus te kunnen getuigen, dat wij met lichaam en ziel, bei de in het leven en in het sterven, onzen ge trouwen Zaligmaker, Jezus Christus, eigen Waarschijnlijk is aan onzen ontslapen Heemskerk veel leed en zorg bespaard ge bleven. Want wij gaan moeilijke tijden te gen en de druk daarvan zou ook hem, mei zijn zachtmoedigen aard, veel leed hebben berokkend. Veel werd ons in hem ontnomen, maar dat kon toch slechts omdat we eerst zoo veel in hem ontvangen hadden. Wij treuren over het verlies, dat wij leden. En dat mag. Mits de dank voor wat wij ont vingen het treurlied overstemme. En bovenal, indien ook dit sterven ons bij ver nieuwing sterke in den Heere, die een toe vlucht voor de Zijnen is. SLOTWOORD VAN Dr. C. BOUMA Deze Psalm (Ps. 46 1) werd door de aanwezigen gezongen, waarna Dr, C. Bou ma, predikant der Geref. Kerk Den Haag- Oost, een slotwoord sprak. Als er in onze namen nog iets nagloort van de oude profetische beteekenis en glo rie van den naam, dan is dat „toevallig". En toch daar is een wonderlijke gedaente in den naam van Mr. Theodoor Heemskerk. Theodoor is Nathanael, gave Gods. Dat Heemskerk een Christen was is voor niemand onder ons iets nieuws. Maar we herdenken het van avond Hij was niet sleohts belijder van Christus en strijder voor de eere Gods was hij niet slechts ver dediger, maar hij mocht door Gods genade zeggen, dat hij van de kerk Gods een le vend lidmaat was en dat eeuwig zou blij- Zoo hebben w;e hem gekend en gehoord op allerlei terrein. Heemskerk was echter ook Christen in de stilte. Hij toonde het ook te zijn in deze kerk, die zijn kerk was, en waarin hij aanzat aan den disch des Verbonds. Christen is Heemskerk gebleven tot in zijn sterven, toen het moede hoofd in de kussens, lag gesteund in de stille zieken kamer. Hij, een der grooten, lag daar, maar klein voor God. De zon der genade en de heerlijkheid van Jezus Christus scheen daar voor hem. Hij wist zich zondaar en zocht zijn eenige toevlucht bij God. Hij be leed het daar wat door de beide sprekers is gereciteerd. Gods: gave is van ons genomen. Maar we mogen zeggen: we hebben een Christen zien leven, een Christen zien strijden, een Chris ten ziemsterven. Het hoogste! En zachtkens zingen Gods engelen: Gloria. Maar wij mo gen bidden dat Gods gave toch blijve en ons vereenige in dien weg. Nadat nog staande gezongen was Psalm 90 het laatste vers, eindigde Dr. Bouma met gebed. De organist speelde bij het uitgaan: Wenn ich einmal soil scheiden, van Bach. Onder den indruk van het gehoorde keer den allen huiswaarts. DE UITVAART VAN MR. TH. HEEMSKERK EEN SOBERE MAAR INDRUK WEKKENDE PLECHTIGHEID Overweldigende belangstelling Met den eenvoud, die bij het Gereformeer de volksdeel levensstijl is, maar met de eere, die God hem genadig gegeven bad, is hedenmiddag op de Alg. Begraafplaats te 's-Gravenhage het stoffelijk overschot van den ontslapen antirev. staatman Mr. Th. Heemskerk ter aarde besteld. De belangstelling daarbij was uit alle kringen der samenleving overweldigend groot. De rouwdlensi. Aan het woonhuis van den ontslapen staatsman leidde de wijkpredikant D r. C. Bouma, predikant te Den Haag-Oost, te voren een rouwdienst, slechts bijgewoond door de naaste bloedverwanten van aen overledene. Dr. Bouma sprak een woord van troost naar aanleiding van 2 Cor. 413—18. D© rouwstoet Even twaalf uur verliet de rouwwagen met het stoffelijk hulsel het gebouw van de firma Innemee, waar het eenige daeen opgebaard heeft gestaan. In de onmiddel lijke nabijheid van de Fa. Innemee aan den Dennenweg bevinden zich de kantoren van het Centraal-Comité van de A. R. Partij in de Dr. A. Kuyperstichting. Daar aangeko men hield de rouwwagen even stil, om den Adj.-Secretaris van het Centraal Bureau, den heer R. A. den Ouden, gelegenheid te geven namens het Centraal-Comité °an palmtak aan den rouwwagen als een laat- sten groet te hechten. De kist was gedekt door een krans van H. M. de Koningin; bloemen van de kinde ren van den ontslapene en een palmtak van de Centrale A. R. Kiesvereeniging te Utrecht Te half één, nadat de rouwwagen aan het \voonhuis was gearriveerd, stelde de stoet zich op ten einde den gang naar den doo- denakker te ondernemen. Onmiddellijk achter de rouwwagen reed een hofrijtuig. waarin had plaats genomen de vertegenwoordiger van H. M. de Koningin Jhr. Mr. R. de Ma rees van Swindercn, ge zant van H. M. de Koningin te Londen, ka merheer in ib.cL, die in liet in 190S opge treden kabinet-Heemskerk de portefeuille van Buitenl. Zaken beheerde. In het eerste rouwrijtuig, dat zich daar achter schaarde, hadden plaats genomen mevr. de wed. L. Heemskerk—De Zaremba, echtgenoote van den ontslapen staatsman: Mr. C. J. Heemskerk, kantonrechter te Dor drecht, oudste zoon van wijlen Mr. Heems kerk, met zijn echtgenoote mevr. c j. HeemskerkHockyn en mej. M. Heems kerk, oudste dochter van wijlen Mr. Heems kerk. Verder reden in den stoet, die uit vijl volgrijtuigen bestond, mede Ds. J. Kruger, Geref. predikant te Elburg en zijn ecïitgn- noote, mevr. A. S. KrugerHeemskerk; Mr. F. Heemskerk uit Engeland, eveneens een zoon van Mr. Heemskerk; het oud-Twe tde Kamerlid, de heer J. F. Heemskerk uit Mid delburg; Jkvr. H. S. Hartsen en Dr. Bouma Tegen half één stelde de stoet zich in be weging om zich te begeven in de richting van de Algem. Begraafplaats. Langs den weg hadden zich velen opgesteld, die bij het passeeren eerbiedig het hoofd ontbloot ten. De rouwstoet reed over den Ra am weg. de Laan Copes van Cattenburch, door de Bankastraat, over de Kerkhoflaan naar eten doodenakker, waar hij om ruim half één arriveerde. Op den doodenakker. Een groote schare had zich hier verzameld om van de plechtigheid getuige te zijn. Daaronder bevonden zich meerdere minis tère der kroon, tal van leden van de beide Kamers der Staten-Generaal en diplomaten en vertegenwoordigers van allerlei lichamen en corporaties waarmede Mr. Heemskerk gedurende zijn langdurige loopbaan relatie heeft gehad. De politie had uitgebreide orde-maatregr len genomen teneinde alles op de meest plechtige wijze te doen verloopen. Aan de geopende groeve hebben het woon! gevoerd de minister-president Jhr Mr. Ch. Ruys de Beerenbrouck, die namens de Regeering vertolkte het verlies dat ons land in het verscheiden van dezen staats man heeft geleden. D r. H. Colijn. leider der A.R. partij, die namens deze partij en de Kamerfracties stil stond bij het leven en den arbeid van den heengegane en door Prof. Dr. H. Dooyeweerd. die als rector magnificus van de Vrije Universiteit den ontslapen president-curator herdacht. Op hun redevoeringen komen wij nader Hierna sprak de oudste zoon, Mr. C. J. Heemskerk, woorden van dank voor de betoonde overgroote belangstelling, waarbij hij zich in het bijzonder richtte tot den ver tegenwoordiger van H.M. de Koningin, dien hij verzocht den eerbiedigen dank aan Hoogstderzelve namens de kinderen te wil len overbrengen voor de tijdens de ziekte en bij het overlijden van zijn vader betoonde Koninklijke deelneming. Dr. Bouma las hierna als samenvatting en kroon van het leven van den ontslapene dé Apostolische Geloofsbelijdenis omvervolgens voor te gaan in gebed. Hiermede was de indrukwekkende plech tigheid ten einde. Voornaamste Nieuws. REGEERINGSSTEUN AAN DE NOORDZEE-HARINGVISSCHERIJ De Kamer van Koophandel voor de Bene den-Maas te Vlaardingen, schrijft in een adres aan den Minister van Econ. Zaken en Arbeid, dat zij de twee adressen, nl. van de Reedersverecniging voor de Ned. Haringvis- scherij en va'n de K. v. K. voor Rijnland te Leiden, beide aan Z.Exc. gericht, heeft on derzocht of de plannen, welke hier aan de hand worden gedaan toeslag per kantje haring en toeslag per uitvarende logger een wezenlijke verbetering in den toestand zouden vermogen te brengen. Zij is daarbij tot de slotsom gekomen, dat geen dezer vooretellen tot dit resultaat zal kunnen leiden en wel omdat beide eenzijdig de belangen der reederij op het oog hebben en onvoldoende rekening houden met den nauwen samenhang tusschen reederij en handel. Wil men dus de moeilijkheden waarmede de haringvisscherij te kampen heeft, af doende bestrijden, dan is een eerste ver- eischte, dat de handel weder tot reeele zaken kan komen met het buitenland, speciaal Duitschland. Een vrijgevige deviezenregeling met deze grootste afnemer is daarbij een factor van het hoogste belang. Voor het geval inzake het deviezenverkeer met Duitschland geen overeenstemming mocht zijn te bereiken, zien zij als alterna tief het openen van exportcredieten van regee rin gswege. Voor het oogenblik staat hen geen andere mogelijkheid voor den geest om in de haring visscherij tot een bevredigende oplossing te komen. Zij bevelen den Minister de overweging van het bovenstaande beleefd, doch met klem aan, in het vertrouwen dat deze oude Nederlandsche tak van bedrijf niet aan zijn lot zal worden overgelaten. WERKVERSCHAFFING TE DORDRECHT In de Dinsdag gehouden raadszitting dezer gemeente, werd het groote werkverschaffings plan aangenomen. Dit plan bevat het ophoogen der kaden langs de stadspolders, het aanleg gen van een groot park tusschen den Noor dend ijk en het Wanty en het maken van een benedenweg aan den Zuidendijk. De regeering geeft hiervoor bijdragen van resp. 70 pet., 70 pet., en 60 pet. Tegen het in deze plannen vastgestelde gemiddelde uurloon van 40 cent per uur werden vele bezwaren geopperd doch tenslotte werden de voorstellen aangenomen met 245 stemmen. Voor stemden de fracties der R.K., A.R., C.H., VJ3., en enkele leden der S.D.A.P. Er werd verder besloten om het gemeente drukwerk voortaan aan te besteden onder de georganiseerde drukkerspatroons van in of buiten Dordrecht. (Blz. 1) Herdenking van wijlen Mr. Th. Heemskerk in een samenkomst in Den Haag. De uitvaart van Mr. Heemskerk. (Blz. 2) Heden is ie conferentie van Lausanne begonnen. Stemmingen in den Pruisischen Landdag over radicale voorstellen van nazi's en com munisten. Het Matuschka-proca* (blz. 3.) Van en Over de Ontwapeningsconferentie XVI. De Tweede Kamer heeft het wetsontwerp betreffende de bevoegdheid van de tandheel kundigen met 44 tegen 30 stemmen ver worpen. De commissie-Welter heeft een tekort be cijferd van rond 124 millioen gulden voor de dienst 1933. (Blz. 5) De opening van de Volksraad door gouver^ neur-generaal Jhr. Mr. B. C. de Jonge. Praatuurtje. De steun aan de Melkveehouders. Het barsten bij de tomaten. HET RAPPORT-WELTER HOE GROOT IS HET TEKORT? Niet grooter dan 124 millioen Het Ned. Corr.bureau meldt: Van bevoegde zijde ontvingen wij onlangs een tegenspraak Van het bericht in een der bladen, dat de commissie-Welter op de be grooting voor 1933 een tekort van 170 mil lioen zou hebben becijferd. Het betrokken blad houdt het becijferd tekort van 170 mil lioen vol en acht de tegenspraak „muggen zifterij". omdat: lo. de becijfering ook wei door een ander dan door de commissie- Welter kon gemaakt zijn; 2o. het geraamd tekor op de gewone uitgaven 102 millioen bedraagt, maar daarbij opgeteld moeten worden 35 millioen voor werkloozenuitkee- ring en 35 millioen voor het Gemeentefonds, welke 70 millioen waarschijnlijk op den Crrisisdaenst verwerkt worden, maar toch ook betaald moeten worden. Naar aanleiding van een en ander ver nemen we van diezelfde bevoegde zijde het volgende: Nóch de commissie-Welter, nóch een an der heeft een tekort van 170 millioen becij ferd; noch op den gewonen dienst, noch op den gewonen dienst plus den crisisdienst. Dit cijfer blijft onjuist, al worden andermaal van onbevoegd adres „nadere inlichtitigen" ingewonnen". De bijdrage aan het Gemeen tefonds is door de commissie-Welter voor 1933 op rond 40 millioen geraamd en natuur lijk onder de gewone ui traven opgenomen, waar zij thuisbehoort en waar ook voor het loojrende jaar 1932 de bijdrage aan het Ge meentefonds is uitgetrokken. Inbegrepen du6 die 40 millioen komt de commissie-Weltea* tot een tekort voor 1933 van ruim 100 millioen op den gewonen dienst. Voor het tekort op den Crisisdienst (d.w.z. voor de crisis-uitgaven voor zoover n: e t gedekt door de bestaande crisis-hef fingen) raamt de commissie voot 1933 een cijfer vaoi 24 millioen. Een andere raming dan die van de commissie-Welter is er voors honds niet Het komt ons voor, zoo b^loot onze zegs man dat de peis in dezen moeilijken tijd wol iets betere heeft te doen dan hardnek kig vast te houden aan onjuiste cijfers. UIT HET SOCIALE LEVEN DE MALAISE IN DE GLASINDUSTRIE TE LEERDAM Men meldt ons uit Leerdam: Aan de Witglasfabnek is men moeten overgaan tot het inkrimpen van het bedrijf. Een oven in de oude fabriek heeft men ge doofd, en het bedrijf geconcentreerd in de nieuwe fabriek. Door dezen maatregel, be nevens het feit. dat men heeft opgehouden met rouleeren, zijn er verschillende ai lui dere. men spreekt van 200, geheel werkloos geworden. Naar wij vernemen, stelt men zich voor, het bedrijf met ongeveer vijf hunderd men- schen. alles bij elkaar, dus beambten en kantoorbedienden inbegrepen, gaande te houden. Energieke pogingen worden in het werk gesteld, den omzet te vergrooten, maar het is alles malaise, wat de klok slaat. Door bovenstaande maatregelen zullen er m de nevenhednjven ook slachtoffers moeten val len. Hoeveel dit zullen zijn is nog met be kend. NED. VEREENIGING VAN CHR. KANT03R- EN HANDELSBEDIENDEN De Ned Vereen vna Chr kantoor- en h*n- «•!e»edle»4rn schreef in Mei lil nieuwe leden In. Dei lig sfdeejingen deden trnn deze leden-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1932 | | pagina 1