Jliruwr geiïtórlj r (ünumt 11
Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken
EERSTE BLAD.
Bij Heemskerks dood
ABONNEMENT:
Per kwartaal 3.7"
(Beschikkingskosten 0.15.)
Per week 0.25
Voor het Buitenland bij Wekelijk-
sche zending6.—
Bij dagelijksche zending7—
Alles bij vooruitbetalinb
Losse nummers 5 cent
met Zondagsblad 7Vfe cent
Zondagsblad niet afzonderlijk verkrijgbaar
Bureau: Breestnat 123 Telefoon 2710 (na 6 uur 3166) Postbox 20 Postgiro 58936
NO. 3685 DONDERDAG 16 JUN! 1932
ADVERTENTIE!)
Van 1 tot 5 regels
van 1—5 regpls D 2.30
Elke regel meer 0.45
Bij contract belangrijke korting.
Voor het bevragen aan 't bureau
wordt berekend f (MO
12e Jaargang
Dit nummer bestaat uit TWEE bladen
Met 1 Juli wordt de abonnementsprijs
18 ct. per week of 2.35 per kwar
taal. Alle tot dien datum verschijnende
nummers gratis voor nieuwe abonné's.
DOOR DIK EN DUN
Onze korte, zachtmoedige opmerkingen,
over het besluit van Ged. Staten van Zuid-
Holland om toch te komen met een defini
tief annexatie-ontwerp voor een zeer ver
groot Den Haag ontlokten aan de r.k. Resi
dentiebode een scherp artikel, drie keer
zoo lang als het onze en drie keer zoo fel.
Want heusch, we gelooven niet dat iemand
buiten de redactie van genoemd blad, ge
merkt heeft, dat wij „buitengewoon ont
stemd en verontwaardigd" waren.
Nu had de Residentiebode in dit
stadium van het debat liever gezwegen;
maar onze beschouwing „wemelde zoo van
onjuistheden", dat het blad zulks niet kan.
Én dan handelt het over: het rapport der
professoren v. d. Grinten en Van der Pot;
over principieele tegenstanders als de heer
van Boeyen, lid van Ged. Staten en Mr. van
Baren, burgemeester van Delft, die voorstan
ders werden en over het feit, dat er ook in
Rijswijk en Voorburg voorstanders van de
annexatie zijn.
We brengen beleefdelijk in herinnering,
'dat over al deze dingen met geen woord door
ons gesproken is en dat men dus ook moei
lijk kan spreken van een gewemel van on
juistheden; al zouden wij van onze kant nog
wel eenige critiek kunnen oefenen op de
nieuwe beweringen van de Res.-bode, dat
het rapport der professoren er „bedenkelijk
naast was" en dat de heeren van Boeyen en
.Van Baren principieele tegenstan
ders van annexatie zijn.
Maar daarin hebben wij nu weer geen lust
Wat ons verbaast en waarover onze con
frater wijselijk zwijgt, is het feit, dat zelfs
in Den Haag, dat immers zoo dringend om
bouwgrond verlegen zit. een vrij sterke
minderheid tegen de annexatie was, een
grooter minderheid dan voor eenige jaren;
en dat desondanks Ged. Staten Den Haag
toch willen begiftigen met tegenstrevende
gemeenten.
Toen wij daarop, vlak na de stemming in
Den Haag voor de dubbele Raad wezen, viel
bijna heel de Haagsche pers ons bij-; behou
dens dan het toenmalige Haagsche Volk, dat
principieel vóór elke annexatie is ènde
R es-bode, die met meer dan gewone hef
tigheid de annexatielust door dik en dun
verdedigt.
Echter, de felheid, waarmee ze nu op ons
artikeltje aanvalt, versterkt onze hoop, dat
het voorstel nog niet zoo heel veel kans van
slagen heeft; want wie zeker is van zijn
zaak, legt het er niet zoo dik op en bestrijdt
geen „onjuistheden" ,die alleen in de „ge
achte verbeelding" van hemzelf zijn opge
komen.
De R e s.-b ode gaat zelfs zoo ver om te
bewereni dat er bij Ged. Staten geen sprake
was van meerderheid en minderheid; het
geheele college is na uitvoerige studie tot
de overtuiging gekomen, dat deze grenswij
ziging onafwendbaar is.
We zijn niet zoo goed op de hoogte; maai*
als het waar is, waarom dan zooveel drukte
tegen ons te maken? Dan zullen de onweer
legbare argumenten der voorstanders verder
wel hun werk doen. Als heel het college van
Ged. Staten de redelijkheid heeft ingezien,
dan komt het wel in orde.
Wij beginnen er echter aan te twijfelen,
juist omdat onze confrater zoo heel veel
woorden noodig heeft om onze niet gemaak
te onjuistheden te weerleggen.
BINNENLAND.
CRIS1SZUIVELWET 1932
De Minister van Economische Zaken en Ar
beid heeft een schrijven gericht tot de ge
meentebesturen, waarbij o.m. het volgende is
vermeld
Ingevolge art. 22 der Crisiszuivelwet, zul
len aan melkveehouders gedurende ten hoogste
drie weken uitkeeringen kunnen worden ver
strekt, berekend naar een bedrag van 75 ets.
per melkgevende koe per week (düs droog
staande dieren niet mede te rekenen). In ver
band met de nooddruft, welke alom in het
melkveehoudersbedrijf heerscht, is het mijn
bedoeling, dat tot deze uitkeeringen thans
zoo snel mogelijk wordt overgegaan, waarvoor
hierbij uwe hulp wordt ingeroepen. Met name
zal ik het bijzonder op prijs stellen, indien
bedoelde uitlceeringe- te spoedigste door u
zelf worden ter hand genomen, waarvoor de
noodige middelen door de gemeentekas tijde
lijk ter beschikking waren te stellen. Alle
melkveehouders, die aanspraak maken op de
in den aanhef bedoelde uitkeering, worden op
door u te bepalen dagen verzocht om ter secre
tarie opgaaf te doen van de op 15 Juni 1932 in
hun bedrijf verzorgd wordende melkgevende
koeien. Ik wys er voorts op, dat zy, die een
onware opgaaf verstrekken ingevolge art. 225
Plechtige Herdenking in de Oosterkerk
Redevoeringen van Mr de Wilde,
Dr. Colijn en Dr Bouma
„De strijd der toekomst
zonder Heemskerk
Den Haag, 15 Juni Heemskerk in hoogen ouderdom tot zich te
Aan den vooravond van de uitvaart van
Mr. Th. Heemskerk is in de Oosterkerk een
plechtige herdenking gehouden ter nage
dachtenis van den grooten staatsman.
Deze bijeenkomst was georganiseerd door
de Centrale A. R. Kiesvereeniging „Neder
land en Oranje" en stond onder leiding van
Mr. J. A. de Wilde.
Onder de aanwezigen merkten we o. m. op
de ministers Donner en de Geer, oud-minis
ter J. J. C. van Dijk en de Tweede Kamer
leden Van den Heuvel, Schouten en ZijlslraJ
De organist der kerk, de heer M. W. v. d.
Laan, speelde Ase's Tod van Grieg en ao-
dere gepaste muziek.
Mr. d e W i 1 d e deed ter opening van het
samenzijn zingen Ps. 84 3 en 6. Daarna
ging hij voor in gebed en las 2 Cor. 4 5
tot 5 1.
In zijn rede zeide Mr. de Wilde o.m.:
Dat juist in onze Kiesvereeniging de
wensch opkwam om saam te komen ter ge
dachtenis van Mr. Heemskerk, ligt niet al
leen in de omstandigheid, dat hij als in
woner onzer stad lid was van onze vereeni-
ging, maar vooral ook in de overweging,
dat hij in 1929 bij de verkiezingen ónze
man is geweest, en wij hier de eer hebben
gehad hem een zetel in de Tweede Kamer
te verschaffen.
Dat was voor ons een eere.
Immers, hij was maar niet een Kamerlid,
hij was een Staatsman. Levend uit een
wereldbeschouwing, die zijn eigendom was,
staande in de ootmoedige belijdenis dat Je
zus' verzoenend sterven het rustpunt was
van zijn hart, bezag hij de belangen van
land en volk, van Koningin en onderdaan in
het licht van Gods heilig getuigenis. Hij
kende ons volk en had het lief. Hij wist het
in zijn béste traditiën te eeren. Maar hij zag
ook de groote gevaren, die het in dezen tijd
met verwording en ondergang bedreigen.
Zoo was er een nauwe band tusschen hem
en ons,, en nu hij dit aardsche strijdperk
heeft moeten verlaten, worden wij gedron
gen om in een opzettelijk daartoe belegd
gemeenschappelijk samenzijn hem te geden
ken. Wij kunnen ons nog niet recht voor
stellen, dat onze partij voortaan zonder
Heemskerk ten strijde zal moeten gaan.
De voorzitter der Tweede Kamer, Mr.
Schaik, zeide gisteren in zijn schoone her
denkingsrede zoo veelbeteekenend:
De Kamer zonder Heemskerk!
En het Vaderland van hedenmorgen
voegt daaraan toe: „het is een gedachte,
welke allen, die hem zoo vele jaren mee
maakten, niet mogelijk lijkt. Een onherstel
baar verlies voor de Tweede Kamer, waarin
zijn nagedachtenis bij allen in hooge eere
zal blijven". Zoo sprak de R.-Kath. voorzit
ter der Tweede Kamer en zoo sprak het
liberale Vaderland.
En wij zeggen:
de anti-rev. partij zonder Heemskerk;
de Vrij e Un i v. zonder Heemskerk;
de strijd der toekomst zonder
Heemskerk.
Toch mag geen klacht onze lippen ont
snappen.
Neen, hier is enkel reden tot dank.
Hij was bijna 80 jaar. Als wij dan denken
aan de worsteling, die Kuvper na zijn tach
tigste jaar nog gehad heeft, om zich los te
maken van zijn arbeid; als wij ons herinne
ren, hoe Lobman nog heeft moeten lijden;
en wij zien dan, dat er tusschen de korte
maar schitterende improvisatie, die Heems
kerk op 27 Mei nog in de Tweede Kamer
hield over het wetsontwerp tegen de Gods
lastering en het uur van zijn dood nog geen
volle 16 dagen liggen, dan mogen wij zeg
gen, dat heel dit lange leven op volle kracht
is werkzaam geweest voor land en volk,
voor staat en maatschappij, voor kerk en
school tot het einde toe.
Daarom danken wij God. En wij loven
Hem omdat ook van deze groote in Israel
bewaarheid is het woord van den Psalmist
(Ps. 92 13):
Heemskerk is van ons heengegaan.
Kuvper ontviel ons, en Lohman is niet
meer.
Voelen wij ons eenzaam en beklemd?
Buigt onze ziel zich neer en is zij onrus
tig in ons?
Moge daarop in oprechtheid des harten
uw antwoord luiden: Neen.
Want: de H e e r e is onze Rotssteen en in
Htm is geen onrecht.
REDE VAN Dr. H. COLIJN
Nadat gezongen was Ps. 42 7, voerde Dr.
H. C o 1 ij n het woord.
Van de draden die het geslacht van he
den nog met het politieke verleden verbin
den is er weer een afgeknapt.
Voor enkele maanden ontviel Fabius ons,
de man die nog persoonlijken omgang met
Gr. v. Pr. had gehad en de eerste secretaris
was van het C. C. van A.R. Kiesvereenigin-
gen. En nu behaagde het den Heere ook
Wetb. v. Strafrecht strafrechterlijk vervolg
baar zijn. Ter toelichting zij opgemerkt, dat
nauwkeurige gegevens betreffende het aantal
stuks melk gevend vee niet alleen onmisbaar
zijn met het oog op de daaraan verbonden
financieele belangen, doch ook omdat derge
lijke betrouwbare gegevens noodzakelijk zijn
voor het ramen van de melkpro^'ictie hier te
lande in de naaste toekomst.
In die jaren van 1876 tot 1S81 valt het
geestelijk proces, dat hem uit de li
berale gelederen in onzen toen nog zoo onbe-
duidenden kring had gebracht
Want het was niet maar een bloote veran
dering van staatkundige inzichten, die dezen
begaafden jurist van hooge geboorte de anti
revolutionaire beginselen had doen omhel
zen. Neen, zijn politieke verandering
was een gevolg van een geestelijken omkeer,
die voortgekomen was uit de erkenning" van
de geheel eenige heteekenis van het verzoe
nend sterven van onzen Heiland, zoowel voor
de wereld als geheel, als voor de enkele
menschenziel. Naar hij het zelf eens gezegd
heeft was zijn staatkundige overtuiging
vrucht van het geloof in de eeuwige verkie
zing Gods, die ons noopt om ook in dit le
ven, ook in de staatkunde God te dienen.
Denk U nu in de omgeving van dien jon
gen jurist van groote begaafdheid, wiens
vader toen reeds lid van den Hoogen Raad
en reeds tweemaal Minister was geweest;
die straks opnieuw Minister-president zou
worden om de groote Grondwetsherziening
van 1887 tot stand te brengen. En stel U dan
aan den anderen kam voor die onbeduiden
de groep van kleine burgers en ambachts
lieden, die nergens m tel waren dan alleen
bij spotbladen als Uilenspiegel; omdat ze
zooveel stof boden voor de caricaturisten
van die dagen.
En toch en toch viel de keuze op dat
uiterlijk zoo weinig aanlokkelijke deelge
nootschap. En toch was die keuze een onbe-
rouwelijke, gelijk een kleine 15 jaren later
reeds bleek, toen ernstige moeilijkheden in
den boezem der partij hem evenmin deden
weifelen als bij zijn eerste keuze het geval
Het is tegen dien achtergrond van de toe
standen en de tegenstellingen van de jaren
zeventig der vorige eeuw, dat we Heemskers
politieke levenskeuze moeten zien en niet in
het licht vau de toestanden van de laatste
dertig jaren. En als we d&t doen, dan voe
len we ook dadelijk, dat
De mensch die alleen zijn verstand raad
pleegt handelt, onder zulke omstandigheden
en met zulke vooruitzichten, anders.
Ook in zijn maatschappelijken arbeid, in
zijn beroepswerk kan men dienzelfden die
nenden trek terugvinden.
Wie waren het vooral voor wie hij zijn
scherpzinnigheid spitste? Waren dat de
grooten uit zijn vaderstad Amsterdam?
Waren het de wijzen en edelen des volks
voor wie hij zich het liefste inspande?
Zeker, ook hun heeft hij zijn raad en hulp
niet onthouden als zij er om kwamen vra
gen. Maar uitblinken als advocaat deed hij
toch wel liet meest, als hij een in zijn col
lecteeren belemmerden agent van de Unie
„Een School met den Bijbel", als rechtsge
leerd raadsman ter zijde stond.
En nu keeren we een oogenblik tot ons
zelf in. Nu vragen we in stille overpeinzing
onszelf af, of ons volk voor dit alles wel
een voldoend open oog heeft gehad? Of dit
tenminste wel altijd het geval is geweest?
En dan behoeven we zelfs bij het opge
baarde lijk niet te verzwijgen, dat er wel
eens schaduwen gevallen zijn op
De ouderen onder ons weten nog wel van
een geruchtmakende brochure en van
„starrentritsen"; ze herinneren zich nog
wel den val van het Kabinet-De Meester en
het optreden van het Kabinet-Heemskerk in
1908. En ze verbinden daarmee in hun ge
dachten de wrijving die er enkele jaren ge
weest is tusschen Kuyper en Heemskerk en
die tijdelijk niet zonder invloed is gebleven
op de waardeering van ons volk voor den
nu heengeganen staatsman.
Men weet nu echter ook, dat het gelijk
hierin niet aan Kuyper's zijde geweest is.
En men weet eveneens, dat deze, een jaar
voor zijn heengaan, dit ook ruiterlijk heeft
erkend, toen hij aan Idenburg meedeelde er
van overtuigd te zijn, dat Heemskerk des
tijds alleen had gehandeld uit bezorgdheid
voor de belangen des lands.
Maar er was gedurende eenigen tijd toch
ook nog iets anders, dat in warme ver
eering tekort deed schieten. Het was om
het nu maar eenvoudig te zeggen een
zekere nuance in levenshouding. Men placht
van Heemskerk wel te spreken als van den
belijder van een Jolig" Christendom en
men verbond daarmee dan de gedachte van
weinig diepte en van gemis aan levensernst
Toch is niets minder juist dan dat. Inte
gendeel
In alles wat het diepste zieleleven raakte
was hij van een teerheid die niet zoo heel
vaak voorkomt en slechts bij de besten on
der ons wordt aangetroffen.
God had hem begiftigd, begenadigd mag
ik wel zeggen, met een sprankelenden geest
cn een kustelijken zin voor humor, die
soms lachen deed als een traan in het oog
opwelde. Voeg daarbij nu zijn hoffelijke om
gangsvormen en zijn diepe innerlijke be
schaving cn we hebben voor ons een type
yan een Christen, zooals men er in het bui
tenland wel vaker aantreft, doch die men
hier te lancte maar betrekkelijk zelden ont
moet. Een rotsvast geloof, teederheid van ge
moed, 'liepe ernst als het het heilige gold,
maar dat alles soms gehuld in een drapee
ring dia on-Nederlandsch aandeed,
doch niettemin door en door echt was.
Eerlijkheid, voorzichtigheid, zachtmoedig
heid en zelfbeheersching, de door Calvijn
reeds aangeprezen eigenschappen van den
regent, ze waren hem van nature eigen en
werden gelouterd door innige vroomheid,
door de begeerte om, ook in het publieke
leven, met onzen Catechismus te kunnen
getuigen, dat wij met lichaam en ziel, bei
de in het leven en in het sterven, onzen ge
trouwen Zaligmaker, Jezus Christus, eigen
Waarschijnlijk is aan onzen ontslapen
Heemskerk veel leed en zorg bespaard ge
bleven. Want wij gaan moeilijke tijden te
gen en de druk daarvan zou ook hem, mei
zijn zachtmoedigen aard, veel leed hebben
berokkend.
Veel werd ons in hem ontnomen, maar
dat kon toch slechts omdat we eerst zoo
veel in hem ontvangen hadden. Wij
treuren over het verlies, dat wij leden. En
dat mag. Mits de dank voor wat wij ont
vingen het treurlied overstemme. En
bovenal, indien ook dit sterven ons bij ver
nieuwing sterke in den Heere, die een toe
vlucht voor de Zijnen is.
SLOTWOORD VAN Dr. C. BOUMA
Deze Psalm (Ps. 46 1) werd door de
aanwezigen gezongen, waarna Dr, C. Bou
ma, predikant der Geref. Kerk Den Haag-
Oost, een slotwoord sprak.
Als er in onze namen nog iets nagloort
van de oude profetische beteekenis en glo
rie van den naam, dan is dat „toevallig".
En toch daar is een wonderlijke gedaente
in den naam van Mr. Theodoor Heemskerk.
Theodoor is Nathanael, gave Gods.
Dat Heemskerk een Christen was is voor
niemand onder ons iets nieuws. Maar we
herdenken het van avond Hij was niet
sleohts belijder van Christus en strijder
voor de eere Gods was hij niet slechts ver
dediger, maar hij mocht door Gods genade
zeggen, dat hij van de kerk Gods een le
vend lidmaat was en dat eeuwig zou blij-
Zoo hebben w;e hem gekend en gehoord
op allerlei terrein. Heemskerk was echter
ook Christen in de stilte. Hij toonde het
ook te zijn in deze kerk, die zijn kerk was,
en waarin hij aanzat aan den disch des
Verbonds.
Christen is Heemskerk gebleven tot in
zijn sterven, toen het moede hoofd in de
kussens, lag gesteund in de stille zieken
kamer. Hij, een der grooten, lag daar, maar
klein voor God. De zon der genade en de
heerlijkheid van Jezus Christus scheen
daar voor hem. Hij wist zich zondaar en
zocht zijn eenige toevlucht bij God. Hij be
leed het daar wat door de beide sprekers
is gereciteerd.
Gods: gave is van ons genomen. Maar we
mogen zeggen: we hebben een Christen zien
leven, een Christen zien strijden, een Chris
ten ziemsterven. Het hoogste! En zachtkens
zingen Gods engelen: Gloria. Maar wij mo
gen bidden dat Gods gave toch blijve en
ons vereenige in dien weg.
Nadat nog staande gezongen was Psalm
90 het laatste vers, eindigde Dr. Bouma
met gebed.
De organist speelde bij het uitgaan:
Wenn ich einmal soil scheiden, van Bach.
Onder den indruk van het gehoorde keer
den allen huiswaarts.
DE UITVAART
VAN MR. TH. HEEMSKERK
EEN SOBERE MAAR INDRUK
WEKKENDE PLECHTIGHEID
Overweldigende belangstelling
Met den eenvoud, die bij het Gereformeer
de volksdeel levensstijl is, maar met de
eere, die God hem genadig gegeven bad, is
hedenmiddag op de Alg. Begraafplaats te
's-Gravenhage het stoffelijk overschot van
den ontslapen antirev. staatman Mr. Th.
Heemskerk ter aarde besteld.
De belangstelling daarbij was uit alle
kringen der samenleving overweldigend
groot.
De rouwdlensi.
Aan het woonhuis van den ontslapen
staatsman leidde de wijkpredikant D r. C.
Bouma, predikant te Den Haag-Oost, te
voren een rouwdienst, slechts bijgewoond
door de naaste bloedverwanten van aen
overledene. Dr. Bouma sprak een woord
van troost naar aanleiding van 2 Cor.
413—18.
D© rouwstoet
Even twaalf uur verliet de rouwwagen
met het stoffelijk hulsel het gebouw van
de firma Innemee, waar het eenige daeen
opgebaard heeft gestaan. In de onmiddel
lijke nabijheid van de Fa. Innemee aan den
Dennenweg bevinden zich de kantoren van
het Centraal-Comité van de A. R. Partij in
de Dr. A. Kuyperstichting. Daar aangeko
men hield de rouwwagen even stil, om den
Adj.-Secretaris van het Centraal Bureau,
den heer R. A. den Ouden, gelegenheid
te geven namens het Centraal-Comité °an
palmtak aan den rouwwagen als een laat-
sten groet te hechten.
De kist was gedekt door een krans van
H. M. de Koningin; bloemen van de kinde
ren van den ontslapene en een palmtak
van de Centrale A. R. Kiesvereeniging te
Utrecht
Te half één, nadat de rouwwagen aan het
\voonhuis was gearriveerd, stelde de stoet
zich op ten einde den gang naar den doo-
denakker te ondernemen.
Onmiddellijk achter de rouwwagen reed
een hofrijtuig. waarin had plaats genomen
de vertegenwoordiger van H. M. de Koningin
Jhr. Mr. R. de Ma rees van Swindercn, ge
zant van H. M. de Koningin te Londen, ka
merheer in ib.cL, die in liet in 190S opge
treden kabinet-Heemskerk de portefeuille
van Buitenl. Zaken beheerde.
In het eerste rouwrijtuig, dat zich daar
achter schaarde, hadden plaats genomen
mevr. de wed. L. Heemskerk—De Zaremba,
echtgenoote van den ontslapen staatsman:
Mr. C. J. Heemskerk, kantonrechter te Dor
drecht, oudste zoon van wijlen Mr. Heems
kerk, met zijn echtgenoote mevr. c j.
HeemskerkHockyn en mej. M. Heems
kerk, oudste dochter van wijlen Mr. Heems
kerk. Verder reden in den stoet, die uit vijl
volgrijtuigen bestond, mede Ds. J. Kruger,
Geref. predikant te Elburg en zijn ecïitgn-
noote, mevr. A. S. KrugerHeemskerk; Mr.
F. Heemskerk uit Engeland, eveneens een
zoon van Mr. Heemskerk; het oud-Twe tde
Kamerlid, de heer J. F. Heemskerk uit Mid
delburg; Jkvr. H. S. Hartsen en Dr. Bouma
Tegen half één stelde de stoet zich in be
weging om zich te begeven in de richting
van de Algem. Begraafplaats. Langs den
weg hadden zich velen opgesteld, die bij
het passeeren eerbiedig het hoofd ontbloot
ten. De rouwstoet reed over den Ra am weg.
de Laan Copes van Cattenburch, door de
Bankastraat, over de Kerkhoflaan naar eten
doodenakker, waar hij om ruim half één
arriveerde.
Op den doodenakker.
Een groote schare had zich hier verzameld
om van de plechtigheid getuige te zijn.
Daaronder bevonden zich meerdere minis
tère der kroon, tal van leden van de beide
Kamers der Staten-Generaal en diplomaten
en vertegenwoordigers van allerlei lichamen
en corporaties waarmede Mr. Heemskerk
gedurende zijn langdurige loopbaan relatie
heeft gehad.
De politie had uitgebreide orde-maatregr
len genomen teneinde alles op de meest
plechtige wijze te doen verloopen.
Aan de geopende groeve hebben het woon!
gevoerd de minister-president Jhr Mr. Ch.
Ruys de Beerenbrouck, die namens
de Regeering vertolkte het verlies dat ons
land in het verscheiden van dezen staats
man heeft geleden. D r. H. Colijn. leider
der A.R. partij, die namens deze partij en de
Kamerfracties stil stond bij het leven en
den arbeid van den heengegane en door
Prof. Dr. H. Dooyeweerd. die als rector
magnificus van de Vrije Universiteit den
ontslapen president-curator herdacht.
Op hun redevoeringen komen wij nader
Hierna sprak de oudste zoon, Mr. C. J.
Heemskerk, woorden van dank voor de
betoonde overgroote belangstelling, waarbij
hij zich in het bijzonder richtte tot den ver
tegenwoordiger van H.M. de Koningin, dien
hij verzocht den eerbiedigen dank aan
Hoogstderzelve namens de kinderen te wil
len overbrengen voor de tijdens de ziekte en
bij het overlijden van zijn vader betoonde
Koninklijke deelneming. Dr. Bouma las
hierna als samenvatting en kroon van het
leven van den ontslapene dé Apostolische
Geloofsbelijdenis omvervolgens voor te
gaan in gebed.
Hiermede was de indrukwekkende plech
tigheid ten einde.
Voornaamste Nieuws.
REGEERINGSSTEUN AAN DE
NOORDZEE-HARINGVISSCHERIJ
De Kamer van Koophandel voor de Bene
den-Maas te Vlaardingen, schrijft in een
adres aan den Minister van Econ. Zaken en
Arbeid, dat zij de twee adressen, nl. van de
Reedersverecniging voor de Ned. Haringvis-
scherij en va'n de K. v. K. voor Rijnland te
Leiden, beide aan Z.Exc. gericht, heeft on
derzocht of de plannen, welke hier aan de
hand worden gedaan toeslag per kantje
haring en toeslag per uitvarende logger
een wezenlijke verbetering in den toestand
zouden vermogen te brengen.
Zij is daarbij tot de slotsom gekomen, dat
geen dezer vooretellen tot dit resultaat zal
kunnen leiden en wel omdat beide eenzijdig
de belangen der reederij op het oog hebben
en onvoldoende rekening houden met den
nauwen samenhang tusschen reederij en
handel.
Wil men dus de moeilijkheden waarmede
de haringvisscherij te kampen heeft, af
doende bestrijden, dan is een eerste ver-
eischte, dat de handel weder tot reeele zaken
kan komen met het buitenland, speciaal
Duitschland. Een vrijgevige deviezenregeling
met deze grootste afnemer is daarbij een
factor van het hoogste belang.
Voor het geval inzake het deviezenverkeer
met Duitschland geen overeenstemming
mocht zijn te bereiken, zien zij als alterna
tief het openen van exportcredieten van
regee rin gswege.
Voor het oogenblik staat hen geen andere
mogelijkheid voor den geest om in de haring
visscherij tot een bevredigende oplossing te
komen.
Zij bevelen den Minister de overweging
van het bovenstaande beleefd, doch met
klem aan, in het vertrouwen dat deze oude
Nederlandsche tak van bedrijf niet aan zijn
lot zal worden overgelaten.
WERKVERSCHAFFING TE
DORDRECHT
In de Dinsdag gehouden raadszitting dezer
gemeente, werd het groote werkverschaffings
plan aangenomen. Dit plan bevat het ophoogen
der kaden langs de stadspolders, het aanleg
gen van een groot park tusschen den Noor
dend ijk en het Wanty en het maken van een
benedenweg aan den Zuidendijk. De regeering
geeft hiervoor bijdragen van resp. 70 pet., 70
pet., en 60 pet. Tegen het in deze plannen
vastgestelde gemiddelde uurloon van 40 cent
per uur werden vele bezwaren geopperd doch
tenslotte werden de voorstellen aangenomen
met 245 stemmen. Voor stemden de fracties
der R.K., A.R., C.H., VJ3., en enkele leden
der S.D.A.P.
Er werd verder besloten om het gemeente
drukwerk voortaan aan te besteden onder de
georganiseerde drukkerspatroons van in of
buiten Dordrecht.
(Blz. 1)
Herdenking van wijlen Mr. Th. Heemskerk
in een samenkomst in Den Haag.
De uitvaart van Mr. Heemskerk.
(Blz. 2)
Heden is ie conferentie van Lausanne
begonnen.
Stemmingen in den Pruisischen Landdag
over radicale voorstellen van nazi's en com
munisten.
Het Matuschka-proca*
(blz. 3.)
Van en Over de Ontwapeningsconferentie
XVI.
De Tweede Kamer heeft het wetsontwerp
betreffende de bevoegdheid van de tandheel
kundigen met 44 tegen 30 stemmen ver
worpen.
De commissie-Welter heeft een tekort be
cijferd van rond 124 millioen gulden voor
de dienst 1933.
(Blz. 5)
De opening van de Volksraad door gouver^
neur-generaal Jhr. Mr. B. C. de Jonge.
Praatuurtje.
De steun aan de Melkveehouders.
Het barsten bij de tomaten.
HET RAPPORT-WELTER
HOE GROOT IS HET TEKORT?
Niet grooter dan 124 millioen
Het Ned. Corr.bureau meldt:
Van bevoegde zijde ontvingen wij onlangs
een tegenspraak Van het bericht in een der
bladen, dat de commissie-Welter op de be
grooting voor 1933 een tekort van 170 mil
lioen zou hebben becijferd. Het betrokken
blad houdt het becijferd tekort van 170 mil
lioen vol en acht de tegenspraak „muggen
zifterij". omdat: lo. de becijfering ook wei
door een ander dan door de commissie-
Welter kon gemaakt zijn; 2o. het geraamd
tekor op de gewone uitgaven 102 millioen
bedraagt, maar daarbij opgeteld moeten
worden 35 millioen voor werkloozenuitkee-
ring en 35 millioen voor het Gemeentefonds,
welke 70 millioen waarschijnlijk op den
Crrisisdaenst verwerkt worden, maar toch
ook betaald moeten worden.
Naar aanleiding van een en ander ver
nemen we van diezelfde bevoegde zijde het
volgende:
Nóch de commissie-Welter, nóch een an
der heeft een tekort van 170 millioen becij
ferd; noch op den gewonen dienst, noch
op den gewonen dienst plus den crisisdienst.
Dit cijfer blijft onjuist, al worden andermaal
van onbevoegd adres „nadere inlichtitigen"
ingewonnen". De bijdrage aan het Gemeen
tefonds is door de commissie-Welter voor
1933 op rond 40 millioen geraamd en natuur
lijk onder de gewone ui traven opgenomen,
waar zij thuisbehoort en waar ook voor het
loojrende jaar 1932 de bijdrage aan het Ge
meentefonds is uitgetrokken.
Inbegrepen du6 die 40 millioen komt de
commissie-Weltea* tot een tekort voor 1933
van ruim 100 millioen op den gewonen
dienst. Voor het tekort op den Crisisdienst
(d.w.z. voor de crisis-uitgaven voor zoover
n: e t gedekt door de bestaande crisis-hef
fingen) raamt de commissie voot 1933 een
cijfer vaoi 24 millioen. Een andere raming
dan die van de commissie-Welter is er voors
honds niet
Het komt ons voor, zoo b^loot onze zegs
man dat de peis in dezen moeilijken tijd
wol iets betere heeft te doen dan hardnek
kig vast te houden aan onjuiste cijfers.
UIT HET SOCIALE LEVEN
DE MALAISE
IN DE GLASINDUSTRIE TE LEERDAM
Men meldt ons uit Leerdam:
Aan de Witglasfabnek is men moeten
overgaan tot het inkrimpen van het bedrijf.
Een oven in de oude fabriek heeft men ge
doofd, en het bedrijf geconcentreerd in de
nieuwe fabriek. Door dezen maatregel, be
nevens het feit. dat men heeft opgehouden
met rouleeren, zijn er verschillende ai lui
dere. men spreekt van 200, geheel werkloos
geworden.
Naar wij vernemen, stelt men zich voor,
het bedrijf met ongeveer vijf hunderd men-
schen. alles bij elkaar, dus beambten en
kantoorbedienden inbegrepen, gaande te
houden. Energieke pogingen worden in het
werk gesteld, den omzet te vergrooten, maar
het is alles malaise, wat de klok slaat. Door
bovenstaande maatregelen zullen er m de
nevenhednjven ook slachtoffers moeten val
len. Hoeveel dit zullen zijn is nog met be
kend.
NED. VEREENIGING VAN CHR.
KANT03R- EN HANDELSBEDIENDEN
De Ned Vereen vna Chr kantoor- en h*n-
«•!e»edle»4rn schreef in Mei lil nieuwe leden
In. Dei lig sfdeejingen deden trnn deze leden-