$limw ^rUtsrijr (üourant Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken EERSTE BLAD. Mr. TH. HEEMSKERK ABONNEMENT; Per kwartaal 3.25 (Beschikkingskoslen 0.15.) per week 0.25 Voor het Buitenland bij Wekelijk- sche zendingG-— Bij dagelijksche zending7— Alles bij vooruitbetalinb Losse nummers 5 cent met Zondagsblad 7Vi cent Zondagsblad niet afzonderlijk verkrijgbaar Bureau: Breestrial 123 Telefoon 271Q (na 6 uur 3166) Postbox 20 Postgiro 58936 MAANDAG 13 JUNI 1932 ADVEHTENTIEN Van 1 tot 5 regels. S U7V. 0-22 V» ii 2-30 van 1—5 regels Elke regel meer 0.45 Bij contract belangrijke korting. Voor het bevragen aan *t bureau wordt berekend 0.10 No. 3682 12e Jaargang Wie zich heden abonneert op ons blad, ontvangt de tot 1 Juli verschijnende nummers GRATIS. Zich op te geven aan de agenten of aan DE ADMINISTRATIE 5 Dit nummer bestaat uit TWEE bladen MR. TH. HEEMSKERKt OP BIJNA TACHTIGJARIGEN LEEFTIJD OVERLEDEN Weer is er rouw in het land. Mr. Heemskerk is niet meer. Op 20 Juli a.s. hoopte hij den leeftijd der zeer sterken te bereiken en zou in heel de Mederlandsche pers zijn groote verdien ste herdacht zijn; maar God heeft het anders gewild en Zijn trouwe dienaar tot zich genomen. Want dat is bij het scheiden van deze aarde toch het hoogste en voornaamste te weten, dat er een rust overblijft voor het volk van God en dat er plaats is in den Hemel voor kleinen en grooten, als zij slechts hun vertrouwen stellen op Jezus Christus. Een groote was Mr. Heemskerk, op schier elk terrein des levens: hij schit terde in elke kring met groote gaven en rijke talenten; hij was overal primus interpares; en nochtans was hij klein g voor God en die kinderlijke verhouding g tot den Vader in de hemelen zette een I g stempel op heel zijn levenniet het minst op zijn politieke levensloop, wei- li ke ongetwijfeld het voornaamste en ijjkste deel was. i <?-' Van huis uit was hij niet in de leer der Gereformeerde vaderen opgevoed; integendeel, met het Thorbeckiaansche liberale beginsel was hij doordrenkt; maar God had andere plannen met hem, dan zijn opvoeders en ook hier geldt ket: de mensch wikt, God beschikt. In Leiden, waar Heemskerk studeer de, had Dr. Bavinck (die in 1874 daar was komen studeeren bij de professoren Bcholten en Kuenen) een disputeercol- lege opgericht en in een van de^ eerste vergaderingen verdedigde Dr. Kuyper. iiie ook nauwlijks op den voorgrond ?•- was getreden, het goed recht der anti revolutionaire beginselen. Tegenover Q— hem hield de jonge Heemskerk aan- t ankelijk vol, dat „de Calvinistische be- fveging als een groot gevaar voor de NTederlandsche staat is te beschouwen". Maar Heemskerk, die als student O reeds ver boven anderen uitstak, had 3-jiiets van den leerling, die in zijn waan JZ" (illes beslist. Integendeelhij gaf zich O^e wonnen. Hij erkende de waarheid van JjH )r. Kuypers stellingen. lij Echter, daarmee was hij nog niet be- ydend anti-revolutionair geworden. w Daarvoor was innerlijke omkeer noodig. i'an die verandering des harten sprak jdenburg bijna tien jaar geleden, toen Hinister Heemskerk 70 jaar was ge worden en in Den Haag gehuldigd Irerd. Nog levendig staat ons deze iiechtigheid voor den geest en nog hoo- jen we Idenburg zeggen: „Anti-revolu- jonair is Heemskerk niet door geboorte |f opvoeding. Dan zou hij het nooit ge- Worden zijn. Nog in 1874 had de Staats- buvereiniteit zijn liefde. Doch toen hij jmstreeks 1880 Christus als zijn Zalig maker leerde kennen, toen brak hij met et vrijzinnige beginsel, koos voor de aatkunde, welke op de Openbaring ge- ouwd is en aarzelde hij niét om met Kuyper de smaad te dragen, waar- iider de secte lag, die immers overal erd tegengesproken. Toen werd hij nze Heemskerk, en hij bleef het voor inmer." In aansluiting aan deze woorden van lenburg liet Heemskerk, die nooit met jn geloof te koop liep en altijd groote ïhuchterheid in het heilige betrachtte, >k even in het binnenste van zijn hart j ijken en hij verklaarde ons zijn levens- eheim. Hij verhaalde hoe hij met zijn intie- len studievriend Prof. v. d. Vlugt )cht naar de oplossing van moeilijke roblemenmaarhet moest niet al gek zijn en zoo belandden zij bij de taatssouvereiniteit. Daarom weerstond ij aanvankelijk Dr. Kuyper. Maar, zoo vervolgde Heemskerk aama: „Toen ik de heerschappij .eeren over mijn leven voelde komen, >en was het mij ook duidelijk, dat de intrale waarheid, dat Christus ge ruist is voor onze zonden, het staat- ndig leven niet ongemoeid kan laten. dus moest ik wel naast Dr. Kuyper men te staan." En, alsof hij vreesde, dat hij anders- nkenden meer zou afstooten dan noo dig was, voegde hij er onmiddellijk aan toede antithese aanvaard ikmaar ik treed niet bij voorkeur antithetisch op. Ik stel de these, en wanneer die aange vallen wordt, ga ik tot verdediging over. Want immers, de Christelijke levens beschouwing heeft altijd een verzoenend element in zich. Dat begrepen Dr. Kuy per, Dr. Schaepman en Mr. Loliman ook." En, hierop wijzend, liet Mr. Heems kerk deze vermaning hooren, welke we thans gaarne in herinnering brengen: „Laat ons samen God dienen, den te genstander eeren, het recht van anders denkenden erkennen, doch het beginsel des ongeloofs zooveel mogelijk terug dringen uit het publieke leven. Dit is een schoone en heerlijke taak, waar voor wij de handen ineen moeten slaan Gods Openbaring ten grondslag leggend aan ons staatkundig leven, kunnen we samen nog zooveel voor land en volk doen in heilige eendracht voor de eene groote zaak en het dierbare Vaderland. Laat ons dit verstaan in deze tij der- Laten allen, die de Openbaring Gods er kennen, of ze Roomsch, Hervormd, Ge reformeerd of wat ook zijn, toch elkan der zoeken, want dat is noodig in deze tijden." Ziedaar Heemskerk, zooals hij zich zelf, onbedoeld, geteekend heeft, toen hij ons een blik gunde in de diepten van zijn hart. Zoo was hij in zijn persoonlijk leven en in zijn publiek optreden. Hij was, om zoo te zeggen, in de politiek jeboren en getogen. Zijn vader was de bekende conservatieve staatsman J. Heemskerk Azn., die drie keer minister president was en die groote invloed ge oefend heeft op de Nederlandsche po litiek. ds in zijn jeugd bleek, dat Theo met meer dan gewone gaven gezegend v/as; zijn groot arbeidsvermogen, zijn scherp verstand en rijk inzicht, zijn groote gaven van verstand en hart, be loofden veel en moesten hem op de voor grond brengen. Maar hij kreeg er ook vele warme vrienden, vertrouwende vol gelingen en hem waardeerende oppo nenten door. Want nooit viel hij per- loonlijk aan; hij krenkte niemand; hij diende de publieke zaak en niet zichzelf. Politieke vraagstukken boeiden hem al wwant, zei hij later, als wij ons niet met de politiek bemoeien, bemoeit deze zich met ons en vaak op onaange name wijze. Zijn eigenaardige zegging, zijn geestig en scherp vernuft, zijn wel sprekendheid en slagvaardigheid in rechts- en raadzaal, schiepen om hem heen een merkwaardige sfeer van sym pathie, maar bezorgden hem ook aller lei functies in het publieke leven, waar in hij stad, provincie en land vele, vele jaren diende. Natuurlijk, indien Heemskerk ware gebleven in de sfeer van het ouderlijke huis, dan zou de maatschappelijke lad der minder steil voor hem gestaan heb ben; maar er zat iets van Abrahams roeping in zijn leven: Ga uit uw land en uit uw maagschap naar het (onbe kende, verre) land, dat Ik u wijzen zal. Doch daar was God met hem en Die beeft zijn weg voorspoedig gemaakt, omdat hij naar Zijn wil en naar die al leen vroeg en enkel het heil van land en volk zocht. Niet altijd werd dat laatste even grif aangenomen; in menig anti-rev. blad werd het optreden van Heemskerk in 1908 als minister-president, ter vervan ging van minister de Meester en zijn kabinet van kraakporselein, ernstig be kritiseerd. Ook Dr. Kuyper meende, dat Heemskerk een politieke, allicht tegen over hem ook een persoonlijke fout maakte; en we kunnen dat verstaan. Met hi-ha-ho-geroep was Dr. Kuyper in 1905 weggehoond; het is te verstaan, dat hij in 1909 Christelijke wraak op zijn tegenstanders hoopte te nemen, door te toonen, dat een Christelijk ka binet in staat is sociale wetgeving en vrijheid van onderwijs te brengen en nu namen Heemskerk en Talma hem dit werk uit handen. Daar lag iets hards in. Maar een jaar voor zijn dood verklaarde Dr. Kuyper aan Idenburg, dat hy nu volkomen geloofde, dat Heemskerk in 1908 niets anders dan het zuivere landsbelang zocht. Dat eert Kuyper en dat eert Heems kerk. En het anti-rev. volk heeft na 1908 dubbel aan Heemskerk vergoed, wat hem aanvankelijk aan vertrouwen en waardeering te kort schoot. Terecht, want wie was een parlemen tariër gelijk hij? Hoe menigmaal heeft hij in 't debat ingegrepen en het in be tere banen geleid. Hoe velen zjjn door liem gevormd als kamerlid. Niemand wist beter dan hij de weg in de doolhof van vraagstukken op he't ge bied van recht en staat. Niemand over zag sneller de inhoud van een dossier of begreep spoediger een parlementaire situatie. Legendarische verhalen loopen daarover rond in parlementaire krin- B.v. hoe Minister Heemskerk zon der eenige voorstudie aan de behande ling van een wetsontwerp begononder de redevoeringen er even kennis van kon nemen en dan op de afbrekende critiek een verdediging bouwde, welke iedereen versteld deed staan. We zullen wat dit betreft, niet be ginnen met voorbeelden, want dan is het einde niet te zien. Maar iedereen in ert buiten de Kamer, die Heemskerk hoor de, weet, dat hij in het debat een vol leerd meester was. Onmiddellijk greep hy de hoofdzaak beet; op zijwegen bij de discussie ging hij niet; van gewich tigdoenerij had hij een afkeer en h\j evenaarde Nolens in voorzichtigheid van uitdrukking. Veel beloven heeft hij nooit gedaan; veel gegeven wel. Vaak kleedde hij zijn betoogen in schertsende vorm en dat bezorgde hem niet zelden een overwinning; maar de staatkunde zelf was voor hem een zaak van groote ernst; ten volle voelde hij steeds zijn staatkundige verantwoordelijkheid. O, wat zal men aan hem missen in de Tweede Kamer. Sedert de luidsprekers in zwang kwamen, kon men ook in groote openbare vergaderingen van zijn redenaarstalent genieten; vroeger ging dat moeilijker, want een volksredenaar met een metalen stemgeluid was hij niet. Ook schreef Heemskerk niet veel. Hij heeft De Rotterdammer met menig ar tikel verrijkt; af en toe verscheen er ook een brochure of een tijdschrift opstel maar die oogst is niet groot. Hij is meer regent en volksvertegenwoor diger geweest; in bestuur en wetgeving van stad en land vindt men meer spo ren van zijn arbeid, dan in blad en boek. Heemskerk, die volgens spotters nooit werkte, beheerschte met gemak de zwaarste departementen en riep spelen denvijs, naar het scheen, verordeningen en wetten in het leven, welke niet zel den met algemeene stemmen werden aangenomen; nadat anderen jarenlang tevergeefs naar een oplossing hadden gezocht. En toch gaf hij op het stuk der be ginselen niets toe. Niet weinigen meenden in zijn humor wel eens een gebrek aan ernst te be speuren en de politieke tegenstanders, zoowel als de caricaturisten Braaken- siek en Hahn Sr. maakten er een meer dan gepast gebruik van. Doch zij ver gisten zich. We herinneren ons momen ten, dat hij het noodig oordeelde de schertsende spreektrant te laten varèn en diepe ernst in zijn meestal sobere redevoeringen doorstraalde. Men voelde dan, dat een man aan het woord was, die onvoorwaardelijk boog voor de majesteit des Heeren, maar slechts met groote schuchterheid over de heilige dingen sprak. Wie hem b.v. hoorde als premier in 1909, moet het hebben gevoeld, dat in de ziel van deze brillante persoonlijkheid gevonden werd een diep besef van de souvereiniteit Gods, dat den mensch kjein maakt voor den Almachtige, die hemel en aarde ge schapen heeft en van Wien alleen onze hulp komen kan. Die hulp heeft lijj in zijn leven ge zocht en dankbaar aanvaard; die hulp is bij het sterven de eenige troost ge weest. Wij staan met heel ons volk, want Heemskerk was een nationale fi guur, rouwend bij zijn graf; doch ster ker dan de rouw is de dankbaarheid, waarmee we zeggen: Wat heeft God ons en ons volk in Mr. Th. Heemskerk toch onnoemelijk vee) gegeven. Hij en nam, nu, gelijk telkens weer; Hem zij de eer alleen. Zondagmiddag in vrede onfslapen Een korte levensbeschrijving van den Minister van btaat Mr. Th. Heemskerk, minister van staat, lid van de Tweede Kamer, oud minister, die Zaterdag 28 Mei j.l. in het Diaconessenhuis te Utrecht een operatie heeft ondergaan en sindsdien in die in richting werd verpleegd, is Zondagmid- te half twee aldaar kalm overleden. Een jaar na zijn nieuwe komst in de hoofdstedelijke vroedschap werd Mr. Heems kerk opnieuw tot wethouder gekozen. Dit maal werd de benoeming aanvaard. Vele belangrijke voorstellen zag hij soms na heftigen strijd aangenomen: vestiging^ der Gem. Electriciteitswerken, Werklieden-" reglement, Bouwerordening, Uitbreiding der Duinwaterleiding, enz. Nader vernemen wij, dat bij het overlijden can Mr. Heemskerk zijn echtgenoote en zoon en Ds. van Arkel, Geref. predikant te Utrecht, tegenwoordig waren. De begrafenis is bepaald op a.s. Donder dag op de Algem. Begraafplaats te 's-Gra- venhage. Een korte levensbeschrijving naast het artikel van dankbare herinnering aan de zen vorst, ja groote in het Israël der anti- rev., neen, der Christelijke politiek. Want de dagbladschrijver kan slechts enkele gre pen doen uit d$t rijke en veelzijdige leven. Immers, de oud-minister was vijf keer lid der Tweede Kamer, nl. van 188S tot 1891; van 1893 tot 1897; van 1901 tot 1908; eenige maanden gedurende het jaar 1922 en van 1925 tot aan zijn overlijden. Voorts echter was Mr. Heemskerk advocaat te Amster dam van 1876 tot 1901; lid der Prov. Staten van Noord-Holland van 1S83 tot 190S, lid van den gemeenteraad van Amsterdam van 1889 tot 1895 en van 1900 tot 1908; wethou der aldaar van 1901 tot 1908; dan Minister van Binnenlandsche Zaken van 1908 toi 1913; lid van den Raad van State van 1913 tot 1918; Minister van Justitie van 1918 tot 1922 en bovendien lid van talrijke regee- rings- en officieele commissies. Deze opsomming zegt voldoende, dat we uit het rijke leven slechts iets kunnen aan stippen. Mr. Th. Heemskerk werd 29 Juli 1852, als derde zoon van Mr. J. Heemskerk Azn., de bekende conservatieve staatsman, geboren. Hij studeerde te Leiden en promoveerde 13 Mei 1876 aldaar over „Huwelijken bui tenslands". Daarna vestigde hij ziah in zijn geboortstad als advocaat en mocht zich al spoedig verheugen in een bloeiende prak tijk. Hij hield beroemde pleidooien. Van 1877 tot 1S87 was 'hij plaatsvervangend kanton rechter. In 1SS0 werd hij secretaris van den raad van tucht voor de koopvaardij. In het jaar 1883 begon de eigenlijke poli tieke loopbaan van den heer Heemskerk. Toen werd hij gekozen tot lid der Provin ciale Staten van Noord-Holland in het dis trict Weesp. Tot 1908 (toen hij als Minister optrad) behield Mr. Heemskerk zijn Staten- Hij zat er niet stil, maar bond den strija aan voor de subsidieering der Christelijke gestichten, waarin krankzinnigen werden verpleegd, 't Verzet was groot, de tegen standers vreesden, dat dan het provinciale gesticht „Meerenberg" geheel zou leegloo- pen! Tocli werd de victorie behaald. In den Amsterdamschen Raad deed Mr. Heemskerk in 1SS9 zijn intrede. Hij was reeds herhaalde malen candidaat geweest. De liberalen bespotten hem als „de eeuwige candidaat". Eindelijk werd echter het verzet gebro ken. Zijn raadslidmaatschap sohonk hem al spoedig gelegenheid om aan allerlei be langrijke zaken een aandeel te nemen, o.a. de asfalteeringen, de benoeming van een kerkelijk hoogleeraar aan de Gemeentelijke Universiteit. In 1893 werd Mr. Heemskerk tot wethou der gekozen, maar hij bedankte. In 1895 werd hij, terzake van zijn strijd tegen de bordeelen zijn initiatiefvoorstel len werden door den Raad verworpen niet herkozen als raadslid. Eerst in 1200 keerde fiij in den Amsterdamschen Raad terug. Toch bleef ^ij in dien tijd niet werke loos. De Regeering benoemde hem in 1897 tot lid der Staatscommissie tot bevordering der codificatie van het Internationaal Pri vaatrecht; in 1900 werd Mr. Heemskerk be noemd tot een der Nederlandsche gedele geerden op de Haagsche Conferentie voor het Internationaal Privaatrecht; en later ln 1304 nog eens op de Britsche Conferentie. Hoolil LII MIJNHARDTS POEDERS] Doos vSct.Perstuk Set. _JTÉ' Voornaamste Nieuws. (BIz. 2) De Engelsch-Fransclie besprekingen te Herriot in moeilijkheden met zijn kabinet. Onteigening in Chili. Het rapport van de commissie-Wel ter. (blz. 3.) Arrestatie in verband met de ongeregeld heden te Boskoop. De eisch in de Tribune-strafzaak. Rembrandt-tentoonstelling te Amsterdam Het raadslidmaatschap van den heer Heemskerk is wel een zeer vruchtbaar tijd perk in zijn leven geweest. In 1907, tijdens het bezoek van Burge meester Van Leeuwen aan New-York, was de heer Heemskerk waarnemend Burge meester en verkreeg de behandeling der ge- meentebegrooting den omvang van 15 zit tingen, wat destijds al verbazend veel werd geacht. Bekend is een zijner geestige antwoorden uit die dagen, toen hij tegelijkertijd wet houder van Publieke Werken en van Finan ciën was, en in die eerste kwaliteit tegen 'n raadslid zei: Ik zal er zoo spoedig mogelijk met mijn collega van Financiën over spre ken; doch men zegt, dat deze zelden op zijn bureau te vinden is. Zijn raadslidmaatschap eindigde echter plotseling in 1908, toen de heer Heemskerk optrad als Minister van Binnenlandsche Za ken om den desolaten boedel van het Ka binet-De Meester te beredderen. Dit Kabinet in 1905 met hi-ha-ho begroet, was in allerdroevigsten toestand geraakt en in den nacht van Staal ten val gebracht. De heer Heemskerk had den moed om de afgebroken taak op te vatten en vormde ondanks het feit dat er geen meerderheid was, een Kabinet om de loopende zaken gaande te houden. In de landspolitiek heeft Mr. Heemskerk sedert 1888 een belangrijke plaats inge nomen. In 1888 werd Mr. Heemskerk Tweede Ka merlid voor Ridderkerk, in 1893 voor Har- lingen, in 1894 voor Sneek, van 1901 tot 1905 voor Amsterdam VIII en van 1905 tot 1908 voor Sliedrecht Eigenaardig, dat Mr. Heemskerk twee keer op het uiterste kantje af uit de Tweede Kamer bleef. Eerst in Sneek door Wijbe Cnossen en later in Am sterdam VI door een onbekende thuisblij ver. Zij deden Mr. Heemskerk als den min dere in jaren tegen zijn tegencandidaten, die een gelijk aantal stemmen behaalden, maar eerder geboren waren, vallen als Ka- mercandidaat. In 1897 was Mr. Heemskerk de groots redenaar bij het 25-jarig Standaardfeest, bij welke gelegenheid hij Dr. Kuyper huldigde. In 190S werd Mr. Heemkerk, als gezegd, de formateur van het Ministerie, dat naar zijn naam genoemd werd en waarin hij de portefeuille van Binnenlandsche Zaken aau vaardde. In 1909 werd zijn werk bevestigd. Een lamheid scheen over de linksclie kie zers te zijn gekomen, en tot aller verwon dering was de stembus-uitslag: 60 rechts 40 links. Een zoo sterk Kabinet was er nog niet geweest. In de vier jaren die nu volgden heeft het Ministerie zijn sociale roeping trachten te volbrengen. De linker zijde voerde meer dan eens obstructie-pol;-! tiek. Minister Heemskerk teekende den toe stand der soc.-democratie als: een roodd vaan in den mist! Het was Mr. Heemskerk toen gegeven de onderwijzerssalarissen iets op peil te brengen en de gelijkstelling van openbaai- en bijzonder onderwijs aan de orde te stellen. Krachtige figuren maakten deer uit van zijn Ministerie. Daar waren man nen als Talma en Colijn, Regout en Iden burg, die evenals de formateur veel wisten tot stand te brengen. De uitslag der verkie zingen maakte evenwel een einde aan het Ministerie-Heemskerk. ...Tot 1913 kwam, en ook het derde Christe lijk Kabinet werd weggestuurd om plaats ta maken voor het Kabinet-Cort v. d. Linden. Mr. Heemskerk (rad af als Minister van Binnenlandsche Zaken en werd kort daarna hd van den Raad van State, welke Junctie hij tot zijn benoeming, in 1918, tot Minister van Justitie in het Ministerie-Ruys de Bee- renbrouck vervulde. Veel is toen ook door hem verricht, om maar alleen te herinneren aan zijn anti revolutie-wet. Dat Mr. Heemskerk intusschen ook aan de partijleiding een werkzaam aandeel nam is hekend. Vele jaren achtereen had hij zit- ung m het modenamen van het Centraal Co mité van Antirev. Kiesvereenigingen; als thesaurier verzorgde hij ook do geldelijke belangen van het CC Op het gebied ran het Christelijk Hooger Onderwijs liet Mr. Heemskerk lich msn- eens kennen. Vele jaren is hij curator van de Vrij© Universiteit geweest Tot op het laatst van zijn leven bleef hij met volle opgewektheid aan het werk; een sprekend bewijs van de waarheid, dat het r- bP,s,'ïsel noch ut somberheid, noch tot lijdelijkheid voert Een zoodanig Ohnstendom bestaat slechts in de .geacht; verbeelding' onzer tegenstanders, zou Mr Heemskerk zeggen. HANDSCHRIFT VAN M, HEEMSKERK. tan een hrie, aan onze Bedaciie.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1932 | | pagina 1