$limw ^rUtsrijr (üourant
Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken
EERSTE BLAD.
Mr. TH. HEEMSKERK
ABONNEMENT;
Per kwartaal 3.25
(Beschikkingskoslen 0.15.)
per week 0.25
Voor het Buitenland bij Wekelijk-
sche zendingG-—
Bij dagelijksche zending7—
Alles bij vooruitbetalinb
Losse nummers 5 cent
met Zondagsblad 7Vi cent
Zondagsblad niet afzonderlijk verkrijgbaar
Bureau: Breestrial 123 Telefoon 271Q (na 6 uur 3166) Postbox 20 Postgiro 58936
MAANDAG 13 JUNI 1932
ADVEHTENTIEN
Van 1 tot 5 regels.
S U7V.
0-22 V»
ii 2-30
van 1—5 regels
Elke regel meer 0.45
Bij contract belangrijke korting.
Voor het bevragen aan *t bureau
wordt berekend 0.10
No. 3682
12e Jaargang
Wie zich heden abonneert op ons blad, ontvangt de tot 1 Juli verschijnende
nummers GRATIS. Zich op te geven aan de agenten of aan
DE ADMINISTRATIE
5
Dit nummer bestaat uit TWEE bladen
MR. TH. HEEMSKERKt
OP BIJNA TACHTIGJARIGEN
LEEFTIJD OVERLEDEN
Weer is er rouw in het land.
Mr. Heemskerk is niet meer. Op 20
Juli a.s. hoopte hij den leeftijd der zeer
sterken te bereiken en zou in heel de
Mederlandsche pers zijn groote verdien
ste herdacht zijn; maar God heeft het
anders gewild en Zijn trouwe dienaar
tot zich genomen.
Want dat is bij het scheiden van deze
aarde toch het hoogste en voornaamste
te weten, dat er een rust overblijft voor
het volk van God en dat er plaats is in
den Hemel voor kleinen en grooten, als
zij slechts hun vertrouwen stellen op
Jezus Christus.
Een groote was Mr. Heemskerk, op
schier elk terrein des levens: hij schit
terde in elke kring met groote gaven en
rijke talenten; hij was overal primus
interpares; en nochtans was hij klein
g voor God en die kinderlijke verhouding
g tot den Vader in de hemelen zette een
I g stempel op heel zijn levenniet het
minst op zijn politieke levensloop, wei-
li ke ongetwijfeld het voornaamste en
ijjkste deel was.
i <?-' Van huis uit was hij niet in de leer
der Gereformeerde vaderen opgevoed;
integendeel, met het Thorbeckiaansche
liberale beginsel was hij doordrenkt;
maar God had andere plannen met hem,
dan zijn opvoeders en ook hier geldt
ket: de mensch wikt, God beschikt.
In Leiden, waar Heemskerk studeer
de, had Dr. Bavinck (die in 1874 daar
was komen studeeren bij de professoren
Bcholten en Kuenen) een disputeercol-
lege opgericht en in een van de^ eerste
vergaderingen verdedigde Dr. Kuyper.
iiie ook nauwlijks op den voorgrond
?•- was getreden, het goed recht der anti
revolutionaire beginselen. Tegenover
Q— hem hield de jonge Heemskerk aan-
t ankelijk vol, dat „de Calvinistische be-
fveging als een groot gevaar voor de
NTederlandsche staat is te beschouwen".
Maar Heemskerk, die als student
O reeds ver boven anderen uitstak, had
3-jiiets van den leerling, die in zijn waan
JZ" (illes beslist. Integendeelhij gaf zich
O^e wonnen. Hij erkende de waarheid van
JjH )r. Kuypers stellingen.
lij Echter, daarmee was hij nog niet be-
ydend anti-revolutionair geworden.
w Daarvoor was innerlijke omkeer noodig.
i'an die verandering des harten sprak
jdenburg bijna tien jaar geleden, toen
Hinister Heemskerk 70 jaar was ge
worden en in Den Haag gehuldigd
Irerd. Nog levendig staat ons deze
iiechtigheid voor den geest en nog hoo-
jen we Idenburg zeggen: „Anti-revolu-
jonair is Heemskerk niet door geboorte
|f opvoeding. Dan zou hij het nooit ge-
Worden zijn. Nog in 1874 had de Staats-
buvereiniteit zijn liefde. Doch toen hij
jmstreeks 1880 Christus als zijn Zalig
maker leerde kennen, toen brak hij met
et vrijzinnige beginsel, koos voor de
aatkunde, welke op de Openbaring ge-
ouwd is en aarzelde hij niét om met
Kuyper de smaad te dragen, waar-
iider de secte lag, die immers overal
erd tegengesproken. Toen werd hij
nze Heemskerk, en hij bleef het voor
inmer."
In aansluiting aan deze woorden van
lenburg liet Heemskerk, die nooit met
jn geloof te koop liep en altijd groote
ïhuchterheid in het heilige betrachtte,
>k even in het binnenste van zijn hart
j ijken en hij verklaarde ons zijn levens-
eheim.
Hij verhaalde hoe hij met zijn intie-
len studievriend Prof. v. d. Vlugt
)cht naar de oplossing van moeilijke
roblemenmaarhet moest niet al
gek zijn en zoo belandden zij bij de
taatssouvereiniteit. Daarom weerstond
ij aanvankelijk Dr. Kuyper.
Maar, zoo vervolgde Heemskerk
aama: „Toen ik de heerschappij
.eeren over mijn leven voelde komen,
>en was het mij ook duidelijk, dat de
intrale waarheid, dat Christus ge
ruist is voor onze zonden, het staat-
ndig leven niet ongemoeid kan laten.
dus moest ik wel naast Dr. Kuyper
men te staan."
En, alsof hij vreesde, dat hij anders-
nkenden meer zou afstooten dan noo
dig was, voegde hij er onmiddellijk aan
toede antithese aanvaard ikmaar ik
treed niet bij voorkeur antithetisch op.
Ik stel de these, en wanneer die aange
vallen wordt, ga ik tot verdediging over.
Want immers, de Christelijke levens
beschouwing heeft altijd een verzoenend
element in zich. Dat begrepen Dr. Kuy
per, Dr. Schaepman en Mr. Loliman
ook."
En, hierop wijzend, liet Mr. Heems
kerk deze vermaning hooren, welke we
thans gaarne in herinnering brengen:
„Laat ons samen God dienen, den te
genstander eeren, het recht van anders
denkenden erkennen, doch het beginsel
des ongeloofs zooveel mogelijk terug
dringen uit het publieke leven. Dit is
een schoone en heerlijke taak, waar
voor wij de handen ineen moeten slaan
Gods Openbaring ten grondslag leggend
aan ons staatkundig leven, kunnen we
samen nog zooveel voor land en volk
doen in heilige eendracht voor de eene
groote zaak en het dierbare Vaderland.
Laat ons dit verstaan in deze tij der-
Laten allen, die de Openbaring Gods er
kennen, of ze Roomsch, Hervormd, Ge
reformeerd of wat ook zijn, toch elkan
der zoeken, want dat is noodig in deze
tijden."
Ziedaar Heemskerk, zooals hij zich
zelf, onbedoeld, geteekend heeft, toen
hij ons een blik gunde in de diepten van
zijn hart. Zoo was hij in zijn persoonlijk
leven en in zijn publiek optreden. Hij
was, om zoo te zeggen, in de politiek
jeboren en getogen. Zijn vader was de
bekende conservatieve staatsman J.
Heemskerk Azn., die drie keer minister
president was en die groote invloed ge
oefend heeft op de Nederlandsche po
litiek.
ds in zijn jeugd bleek, dat Theo
met meer dan gewone gaven gezegend
v/as; zijn groot arbeidsvermogen, zijn
scherp verstand en rijk inzicht, zijn
groote gaven van verstand en hart, be
loofden veel en moesten hem op de voor
grond brengen. Maar hij kreeg er ook
vele warme vrienden, vertrouwende vol
gelingen en hem waardeerende oppo
nenten door. Want nooit viel hij per-
loonlijk aan; hij krenkte niemand; hij
diende de publieke zaak en niet zichzelf.
Politieke vraagstukken boeiden hem al
wwant, zei hij later, als wij ons
niet met de politiek bemoeien, bemoeit
deze zich met ons en vaak op onaange
name wijze. Zijn eigenaardige zegging,
zijn geestig en scherp vernuft, zijn wel
sprekendheid en slagvaardigheid in
rechts- en raadzaal, schiepen om hem
heen een merkwaardige sfeer van sym
pathie, maar bezorgden hem ook aller
lei functies in het publieke leven, waar
in hij stad, provincie en land vele, vele
jaren diende.
Natuurlijk, indien Heemskerk ware
gebleven in de sfeer van het ouderlijke
huis, dan zou de maatschappelijke lad
der minder steil voor hem gestaan heb
ben; maar er zat iets van Abrahams
roeping in zijn leven: Ga uit uw land
en uit uw maagschap naar het (onbe
kende, verre) land, dat Ik u wijzen zal.
Doch daar was God met hem en Die
beeft zijn weg voorspoedig gemaakt,
omdat hij naar Zijn wil en naar die al
leen vroeg en enkel het heil van land en
volk zocht.
Niet altijd werd dat laatste even grif
aangenomen; in menig anti-rev. blad
werd het optreden van Heemskerk in
1908 als minister-president, ter vervan
ging van minister de Meester en zijn
kabinet van kraakporselein, ernstig be
kritiseerd. Ook Dr. Kuyper meende, dat
Heemskerk een politieke, allicht tegen
over hem ook een persoonlijke fout
maakte; en we kunnen dat verstaan.
Met hi-ha-ho-geroep was Dr. Kuyper in
1905 weggehoond; het is te verstaan,
dat hij in 1909 Christelijke wraak op
zijn tegenstanders hoopte te nemen,
door te toonen, dat een Christelijk ka
binet in staat is sociale wetgeving en
vrijheid van onderwijs te brengen en
nu namen Heemskerk en Talma hem
dit werk uit handen. Daar lag iets
hards in. Maar een jaar voor zijn dood
verklaarde Dr. Kuyper aan Idenburg,
dat hy nu volkomen geloofde, dat
Heemskerk in 1908 niets anders dan
het zuivere landsbelang zocht.
Dat eert Kuyper en dat eert Heems
kerk. En het anti-rev. volk heeft na
1908 dubbel aan Heemskerk vergoed,
wat hem aanvankelijk aan vertrouwen
en waardeering te kort schoot.
Terecht, want wie was een parlemen
tariër gelijk hij? Hoe menigmaal heeft
hij in 't debat ingegrepen en het in be
tere banen geleid. Hoe velen zjjn door
liem gevormd als kamerlid.
Niemand wist beter dan hij de weg in
de doolhof van vraagstukken op he't ge
bied van recht en staat. Niemand over
zag sneller de inhoud van een dossier
of begreep spoediger een parlementaire
situatie. Legendarische verhalen loopen
daarover rond in parlementaire krin-
B.v. hoe Minister Heemskerk zon
der eenige voorstudie aan de behande
ling van een wetsontwerp begononder
de redevoeringen er even kennis van
kon nemen en dan op de afbrekende
critiek een verdediging bouwde, welke
iedereen versteld deed staan.
We zullen wat dit betreft, niet be
ginnen met voorbeelden, want dan is het
einde niet te zien. Maar iedereen in ert
buiten de Kamer, die Heemskerk hoor
de, weet, dat hij in het debat een vol
leerd meester was. Onmiddellijk greep
hy de hoofdzaak beet; op zijwegen bij
de discussie ging hij niet; van gewich
tigdoenerij had hij een afkeer en h\j
evenaarde Nolens in voorzichtigheid
van uitdrukking. Veel beloven heeft hij
nooit gedaan; veel gegeven wel. Vaak
kleedde hij zijn betoogen in schertsende
vorm en dat bezorgde hem niet zelden
een overwinning; maar de staatkunde
zelf was voor hem een zaak van groote
ernst; ten volle voelde hij steeds zijn
staatkundige verantwoordelijkheid.
O, wat zal men aan hem missen in de
Tweede Kamer. Sedert de luidsprekers
in zwang kwamen, kon men ook in
groote openbare vergaderingen van zijn
redenaarstalent genieten; vroeger ging
dat moeilijker, want een volksredenaar
met een metalen stemgeluid was hij
niet.
Ook schreef Heemskerk niet veel. Hij
heeft De Rotterdammer met menig ar
tikel verrijkt; af en toe verscheen er
ook een brochure of een tijdschrift
opstel maar die oogst is niet groot. Hij
is meer regent en volksvertegenwoor
diger geweest; in bestuur en wetgeving
van stad en land vindt men meer spo
ren van zijn arbeid, dan in blad en boek.
Heemskerk, die volgens spotters nooit
werkte, beheerschte met gemak de
zwaarste departementen en riep spelen
denvijs, naar het scheen, verordeningen
en wetten in het leven, welke niet zel
den met algemeene stemmen werden
aangenomen; nadat anderen jarenlang
tevergeefs naar een oplossing hadden
gezocht.
En toch gaf hij op het stuk der be
ginselen niets toe.
Niet weinigen meenden in zijn humor
wel eens een gebrek aan ernst te be
speuren en de politieke tegenstanders,
zoowel als de caricaturisten Braaken-
siek en Hahn Sr. maakten er een meer
dan gepast gebruik van. Doch zij ver
gisten zich. We herinneren ons momen
ten, dat hij het noodig oordeelde de
schertsende spreektrant te laten varèn
en diepe ernst in zijn meestal sobere
redevoeringen doorstraalde.
Men voelde dan, dat een man aan het
woord was, die onvoorwaardelijk boog
voor de majesteit des Heeren, maar
slechts met groote schuchterheid over
de heilige dingen sprak. Wie hem b.v.
hoorde als premier in 1909, moet het
hebben gevoeld, dat in de ziel van deze
brillante persoonlijkheid gevonden werd
een diep besef van de souvereiniteit
Gods, dat den mensch kjein maakt voor
den Almachtige, die hemel en aarde ge
schapen heeft en van Wien alleen onze
hulp komen kan.
Die hulp heeft lijj in zijn leven ge
zocht en dankbaar aanvaard; die hulp
is bij het sterven de eenige troost ge
weest. Wij staan met heel ons volk,
want Heemskerk was een nationale fi
guur, rouwend bij zijn graf; doch ster
ker dan de rouw is de dankbaarheid,
waarmee we zeggen: Wat heeft God
ons en ons volk in Mr. Th. Heemskerk
toch onnoemelijk vee) gegeven. Hij
en nam, nu, gelijk telkens weer; Hem
zij de eer alleen.
Zondagmiddag in vrede onfslapen
Een korte levensbeschrijving
van den Minister van btaat
Mr. Th. Heemskerk, minister van
staat, lid van de Tweede Kamer, oud
minister, die Zaterdag 28 Mei j.l. in het
Diaconessenhuis te Utrecht een operatie
heeft ondergaan en sindsdien in die in
richting werd verpleegd, is Zondagmid-
te half twee aldaar kalm overleden.
Een jaar na zijn nieuwe komst in de
hoofdstedelijke vroedschap werd Mr. Heems
kerk opnieuw tot wethouder gekozen. Dit
maal werd de benoeming aanvaard.
Vele belangrijke voorstellen zag hij soms
na heftigen strijd aangenomen: vestiging^
der Gem. Electriciteitswerken, Werklieden-"
reglement, Bouwerordening, Uitbreiding
der Duinwaterleiding, enz.
Nader vernemen wij, dat bij het overlijden
can Mr. Heemskerk zijn echtgenoote en zoon
en Ds. van Arkel, Geref. predikant te
Utrecht, tegenwoordig waren.
De begrafenis is bepaald op a.s. Donder
dag op de Algem. Begraafplaats te 's-Gra-
venhage.
Een korte levensbeschrijving naast het
artikel van dankbare herinnering aan de
zen vorst, ja groote in het Israël der anti-
rev., neen, der Christelijke politiek. Want
de dagbladschrijver kan slechts enkele gre
pen doen uit d$t rijke en veelzijdige leven.
Immers, de oud-minister was vijf keer lid
der Tweede Kamer, nl. van 188S tot 1891;
van 1893 tot 1897; van 1901 tot 1908; eenige
maanden gedurende het jaar 1922 en van
1925 tot aan zijn overlijden. Voorts echter
was Mr. Heemskerk advocaat te Amster
dam van 1876 tot 1901; lid der Prov. Staten
van Noord-Holland van 1S83 tot 190S, lid
van den gemeenteraad van Amsterdam van
1889 tot 1895 en van 1900 tot 1908; wethou
der aldaar van 1901 tot 1908; dan Minister
van Binnenlandsche Zaken van 1908 toi
1913; lid van den Raad van State van 1913
tot 1918; Minister van Justitie van 1918 tot
1922 en bovendien lid van talrijke regee-
rings- en officieele commissies.
Deze opsomming zegt voldoende, dat we
uit het rijke leven slechts iets kunnen aan
stippen.
Mr. Th. Heemskerk werd 29 Juli 1852, als
derde zoon van Mr. J. Heemskerk Azn., de
bekende conservatieve staatsman, geboren.
Hij studeerde te Leiden en promoveerde
13 Mei 1876 aldaar over „Huwelijken bui
tenslands". Daarna vestigde hij ziah in zijn
geboortstad als advocaat en mocht zich al
spoedig verheugen in een bloeiende prak
tijk. Hij hield beroemde pleidooien. Van 1877
tot 1S87 was 'hij plaatsvervangend kanton
rechter. In 1SS0 werd hij secretaris van
den raad van tucht voor de koopvaardij.
In het jaar 1883 begon de eigenlijke poli
tieke loopbaan van den heer Heemskerk.
Toen werd hij gekozen tot lid der Provin
ciale Staten van Noord-Holland in het dis
trict Weesp. Tot 1908 (toen hij als Minister
optrad) behield Mr. Heemskerk zijn Staten-
Hij zat er niet stil, maar bond den strija
aan voor de subsidieering der Christelijke
gestichten, waarin krankzinnigen werden
verpleegd, 't Verzet was groot, de tegen
standers vreesden, dat dan het provinciale
gesticht „Meerenberg" geheel zou leegloo-
pen! Tocli werd de victorie behaald.
In den Amsterdamschen Raad deed Mr.
Heemskerk in 1SS9 zijn intrede. Hij was
reeds herhaalde malen candidaat geweest.
De liberalen bespotten hem als „de eeuwige
candidaat".
Eindelijk werd echter het verzet gebro
ken. Zijn raadslidmaatschap sohonk hem
al spoedig gelegenheid om aan allerlei be
langrijke zaken een aandeel te nemen, o.a.
de asfalteeringen, de benoeming van een
kerkelijk hoogleeraar aan de Gemeentelijke
Universiteit.
In 1893 werd Mr. Heemskerk tot wethou
der gekozen, maar hij bedankte.
In 1895 werd hij, terzake van zijn strijd
tegen de bordeelen zijn initiatiefvoorstel
len werden door den Raad verworpen
niet herkozen als raadslid. Eerst in 1200
keerde fiij in den Amsterdamschen Raad
terug.
Toch bleef ^ij in dien tijd niet werke
loos. De Regeering benoemde hem in 1897
tot lid der Staatscommissie tot bevordering
der codificatie van het Internationaal Pri
vaatrecht; in 1900 werd Mr. Heemskerk be
noemd tot een der Nederlandsche gedele
geerden op de Haagsche Conferentie voor
het Internationaal Privaatrecht; en later ln
1304 nog eens op de Britsche Conferentie.
Hoolil LII
MIJNHARDTS POEDERS]
Doos vSct.Perstuk Set. _JTÉ'
Voornaamste Nieuws.
(BIz. 2)
De Engelsch-Fransclie besprekingen te
Herriot in moeilijkheden met zijn kabinet.
Onteigening in Chili.
Het rapport van de commissie-Wel ter.
(blz. 3.)
Arrestatie in verband met de ongeregeld
heden te Boskoop.
De eisch in de Tribune-strafzaak.
Rembrandt-tentoonstelling te Amsterdam
Het raadslidmaatschap van den heer
Heemskerk is wel een zeer vruchtbaar tijd
perk in zijn leven geweest.
In 1907, tijdens het bezoek van Burge
meester Van Leeuwen aan New-York, was
de heer Heemskerk waarnemend Burge
meester en verkreeg de behandeling der ge-
meentebegrooting den omvang van 15 zit
tingen, wat destijds al verbazend veel werd
geacht.
Bekend is een zijner geestige antwoorden
uit die dagen, toen hij tegelijkertijd wet
houder van Publieke Werken en van Finan
ciën was, en in die eerste kwaliteit tegen 'n
raadslid zei: Ik zal er zoo spoedig mogelijk
met mijn collega van Financiën over spre
ken; doch men zegt, dat deze zelden op
zijn bureau te vinden is.
Zijn raadslidmaatschap eindigde echter
plotseling in 1908, toen de heer Heemskerk
optrad als Minister van Binnenlandsche Za
ken om den desolaten boedel van het Ka
binet-De Meester te beredderen.
Dit Kabinet in 1905 met hi-ha-ho begroet,
was in allerdroevigsten toestand geraakt en
in den nacht van Staal ten val gebracht.
De heer Heemskerk had den moed om
de afgebroken taak op te vatten en vormde
ondanks het feit dat er geen meerderheid
was, een Kabinet om de loopende zaken
gaande te houden.
In de landspolitiek heeft Mr. Heemskerk
sedert 1888 een belangrijke plaats inge
nomen.
In 1888 werd Mr. Heemskerk Tweede Ka
merlid voor Ridderkerk, in 1893 voor Har-
lingen, in 1894 voor Sneek, van 1901 tot
1905 voor Amsterdam VIII en van 1905 tot
1908 voor Sliedrecht Eigenaardig, dat Mr.
Heemskerk twee keer op het uiterste kantje
af uit de Tweede Kamer bleef. Eerst in
Sneek door Wijbe Cnossen en later in Am
sterdam VI door een onbekende thuisblij
ver. Zij deden Mr. Heemskerk als den min
dere in jaren tegen zijn tegencandidaten,
die een gelijk aantal stemmen behaalden,
maar eerder geboren waren, vallen als Ka-
mercandidaat.
In 1897 was Mr. Heemskerk de groots
redenaar bij het 25-jarig Standaardfeest, bij
welke gelegenheid hij Dr. Kuyper huldigde.
In 190S werd Mr. Heemkerk, als gezegd,
de formateur van het Ministerie, dat naar
zijn naam genoemd werd en waarin hij de
portefeuille van Binnenlandsche Zaken aau
vaardde. In 1909 werd zijn werk bevestigd.
Een lamheid scheen over de linksclie kie
zers te zijn gekomen, en tot aller verwon
dering was de stembus-uitslag: 60 rechts
40 links. Een zoo sterk Kabinet was er
nog niet geweest. In de vier jaren die nu
volgden heeft het Ministerie zijn sociale
roeping trachten te volbrengen. De linker
zijde voerde meer dan eens obstructie-pol;-!
tiek. Minister Heemskerk teekende den toe
stand der soc.-democratie als: een roodd
vaan in den mist! Het was Mr. Heemskerk
toen gegeven de onderwijzerssalarissen iets
op peil te brengen en de gelijkstelling van
openbaai- en bijzonder onderwijs aan de orde
te stellen. Krachtige figuren maakten deer
uit van zijn Ministerie. Daar waren man
nen als Talma en Colijn, Regout en Iden
burg, die evenals de formateur veel wisten
tot stand te brengen. De uitslag der verkie
zingen maakte evenwel een einde aan het
Ministerie-Heemskerk.
...Tot 1913 kwam, en ook het derde Christe
lijk Kabinet werd weggestuurd om plaats ta
maken voor het Kabinet-Cort v. d. Linden.
Mr. Heemskerk (rad af als Minister van
Binnenlandsche Zaken en werd kort daarna
hd van den Raad van State, welke Junctie
hij tot zijn benoeming, in 1918, tot Minister
van Justitie in het Ministerie-Ruys de Bee-
renbrouck vervulde.
Veel is toen ook door hem verricht, om
maar alleen te herinneren aan zijn anti
revolutie-wet.
Dat Mr. Heemskerk intusschen ook aan
de partijleiding een werkzaam aandeel nam
is hekend. Vele jaren achtereen had hij zit-
ung m het modenamen van het Centraal Co
mité van Antirev. Kiesvereenigingen; als
thesaurier verzorgde hij ook do geldelijke
belangen van het CC
Op het gebied ran het Christelijk Hooger
Onderwijs liet Mr. Heemskerk lich msn-
eens kennen.
Vele jaren is hij curator van de Vrij©
Universiteit geweest
Tot op het laatst van zijn leven bleef hij
met volle opgewektheid aan het werk; een
sprekend bewijs van de waarheid, dat het
r- bP,s,'ïsel noch ut somberheid,
noch tot lijdelijkheid voert Een zoodanig
Ohnstendom bestaat slechts in de .geacht;
verbeelding' onzer tegenstanders, zou Mr
Heemskerk zeggen.
HANDSCHRIFT VAN M, HEEMSKERK. tan een hrie, aan onze Bedaciie.